2019 02 21 Het Collectief + Katrien Baerts

Page 1

Do 21 feb 2019 Grote Zaal 20.15 uur

Donderdag avondserie

Het Collectief + Katrien Baerts Goddeloze broeikassen

Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.


Programma

Donderdag avondserie Do 21 feb 2019 Grote Zaal 20.15 - 22.20 uur

Het Collectief + Katrien Baerts Goddeloze broeikassen Katrien Baerts sopraan Het Collectief: Thomas Dieltjens piano Wibert Aerts viool Martijn Vink cello Toon Fret fluit Julien Hervé klarinet

ca. 55 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze

Inleiding Foyerdeck 1 19.15 - 19.45 uur Door Hans Haffmans

Dit concert wordt live uitgezonden door de NTR op NPO Radio 4

Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.

2


Programma

Maurice Ravel (1875 - 1937) Chansons madécasses (1925/26) 1. Nahandove 2. Aoua! 3. Il est doux Pierre Boulez (1925- 2016) Sonatine voor fluit en piano (1946) Robert Zuidam (1964) Serres Impies (2017) 1. Palais de verre 2. Zinc 3. Rose ignoble 4. Noir mercuriel 5. En Rouille 6. Tout n’est que syphilis 7. Vert métallique 8. Serres Impies 9. Prière Pauze Olivier Messiaen (1908 - 1992) Quatuor pour la fin du temps (1940/1941) ·· Liturgie de cristal ·· Vocalise pour l’ange qui annonce la fin du temps ·· Abîme des oiseaux ·· Intermède ·· Louange à l’éternité de Jésus ·· Danse de la fureur, pour les sept trompettes ·· Fouillis d’arcs-en-ciel, pour l’ange qui annonce la fin du temps ·· Louange à l’immortalité de Jésus

3


Toelichting Een Frans programma, met Maurice Ravel, Pierre Boulez en Olivier Messiaen. Wat doet die ene Nederlander er dan tussen, Rob Zuidam? Is het voor de afwisseling? Zijn verschijning tussen de eminente Fransen is echter minder vreemd dan het lijkt. Zie de titel van zijn liedcycus: Serres Impies, gebaseerd op teksten uit een iconische Franse roman, À rebours van Joris-Karl Huysmans uit 1894. Daarmee toont Zuidam zich voor het moment Fransman. Boulez en Messiaen stonden nog aan het begin van hun carrière toen ze respectievelijk hun Fluitsonatine en Quatuor pour la fin du temps schreven. Boulez was pas 21, de sonatine een van zijn eerste werken. Messiaen was nog geen 33 jaar toen het Quatuor ontstond – waarschijnlijk zijn bekendste, in ieder geval meest gespeelde werk. De twee stukken liggen in tijd slechts vijf jaar uit elkaar en reageren, hoewel heel verschillend, op de Tweede Wereldoorlog. Chansons madécasses is juist een van de laatste composities van Ravel. Hij zou nog zeker tien jaar leven maar een zenuwziekte maakte hem het componeren in toenemende mate onmogelijk. Ten tijde van de Chansons madécasses, in 1926, kende hij zijn trieste lot nog niet en beraadde hij zich juist op een ‘nieuwe stijl’, die hij als een ‘keerpunt’ beschouwde. Eerder concentreerde Ravel zich vooral op het aspect harmonie, nu werd de melodie belangrijk. En inderdaad zijn de vocale lijnen hier bijna onkarakteristiek te noemen voor Ravel, wiens stijl doorgaans afstandelijk en objectief was. Interessant is ook zeker dat we – hoe Frans de algehele noemer ook mag zijn en hoezeer, afgezien van Zuidam, de muziek 4

uit een beperkte periode is – ons tijdens dit programma in heel uiteenlopende werelden begeven. Zo componeerde Messiaen zijn Quatuor in mensonterende omstandigheden: in een krijgsgevangenenkamp. Hij reageert met poëzie en met (hemelse) visioenen. Zuidam verkeert juist in een decadente wereld. À rebours (Tegen de keer), de tekstuele basis van Serres Impies, was de bijbel van de decadentie. Karigheid, armoede bij Messiaen maar juist overvloed, oververhitting, ‘te veel’ bij Zuidam; ‘goddeloze broeikassen’, zoals de vertaalde titel luidt. ‘Deze is afkomstig uit een passage […] waarin Huysmans de gestalte van Salomé op een schilderij van Gustave Moreau beschrijft als ‘een grote venerische bloem, opgeschoten uit een heiligschennend zaaibed en opgekweekt in broeikassen van goddeloosheid’.

Maurice Ravel Chansons madécasses ‘Een soort kwartet met de stem als belangrijkste instrument.’ Ravel schreef de Chansons madécasses voor de ongebruikelijke combinatie mezzosopraan (of bariton), fluit, cello en piano. Deze was hem min of meer voorgeschreven door Elizabeth Sprague Coolidge, een rijke Amerikaanse mecenas die Ravel het werk


Toelichting

in opdracht gegeven had. Ravel koos zelf de teksten uit de gelijknamige bundel uit 1787 van de Creoolse dichteres Évariste Désiré de Forges de Parny. Deze Liederen van Madagaskar vormen een schreeuw om bevrijding van slavernij, uitbuiting en kolonialisme, zoals die op het Afrikaanse eiland Madagaskar schering en inslag waren. Nahandove beschrijft de erotische verleiding van een inboorlinge. Aoua! waarschuwt voor de misleidende gevaarlijke blanken; ‘Aoua’ zelf is niets minder dan een gil. Ter begeleiding klinkt dissonant pianogeknars en tamtam-imitaties met doorklinkende pianotonen en lage fluit. Een lied dat stof deed opwaaien; bij een uitvoering in 1925 in de Salle Majestic in Parijs vonden sommigen de teneur ervan ongepast in verband met de onlusten in Frans-Marokko. Het slot is illustratief bitter: ‘Mefiez-vous les blancs’ (vertrouw de blanken niet). Terugkerend naar de exotiek van Nahandove is Il est doux, vol erotische verlokkingen. Ravel vond deze drie liederen zijn beste.

Pierre Boulez Sonatine voor fluit en piano Het einde als nieuw begin; toen de twintigjarige Pierre Boulez in 1945 met componeren begon, wist hij dat op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog niets meer kon zijn wat het was geweest. ‘Ik wilde alles in twijfel trekken, de erfenis doorstrepen en met een ‘tabula rasa’ bij het

nulpunt beginnen.’ Begrijpelijk. Daarmee had in ieder geval de laatromantiek afgedaan; Boulez werd een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het door Arnold Schönberg ontworpen componeersysteem van het serialisme. Componeren met een van te voren vastgestelde reeks van twaalf tonen, op verschillende wijzen te bewerken (in omkering, kreeftgang, et cetera). Boulez trok die methode virtuoos door naar alle parameters van de muziek: melodie, harmonie, ritmiek, klankkleur en dynamiek. Boulez werd een meester van de (uiterst complexe) klank. In die vroege jaren valt ook de Sonatine voor fluit en piano. Hij schreef hem op verzoek van Jean-Pierre Rampal. Opmerkelijk genoeg heeft de beroemde fluitist hem nooit gespeeld; hij was er volstrekt niet mee ingenomen. Een kort stuk, maar zeer energiek, met enorme melodische sprongen, scherpe contrasten in ritmiek en tempo, en een soort agressie die aanhoudt tot het slot – of misschien zelfs tot na het slot. Boulez zelf verklaarde dat de sonatine veel te danken heeft aan Schönbergs Erste Kammersymphonie. Hieraan ontleende hij in ieder geval het principe van de ‘metamorfose van één enkele idee’. Dit ‘afkijken’ bij Schönberg illustreert maar weer, dat je nooit helemaal met de geschiedenis kunt breken. En dat wist de altijd scherpzinnig formulerende Boulez zelf ook wel: ‘Als je de geschiedenis niet kent, heb je een afwijzende houding omdat je haar niet kent. Sterke beschavingen wisten en vergaten, en absorbeerden alleen het essentiële. 5


Toelichting

Het is heel makkelijk om luchthartig met het verleden om te gaan als je het niet kent. Maar de dingen wreken zich: als je de geschiedenis niet kent, zal de geschiedenis jou niet kennen.’

Rob Zuidam Serres Impies Zoals gezegd, baseerde Robert Zuidam zich voor Serres Impies op À rebours van Huysmans. Zuidam licht toe: ‘De roman gaat over een vermogend hedonist, die zich in de luwte buiten Parijs terugtrekt om zich geheel over te geven aan het vervullen van zijn extravagante droomwensen.

Zuidam: ‘Huysmans behoort tot mijn favoriete auteurs vanwege een milde humor en distantie.’ Een deel van de roman is gewijd aan uitbundige beschrijvingen van de exotische vegetatie die door deze decadente kluizenaar wordt verzameld, planten die door hun buitenissige vormgeving eerder kunstmatig dan natuurlijk overkomen en zowel een erotisch als een nachtmerrieachtig karakter dragen. Het zijn deze teksten waarop Serres Impies zich concentreert. […] 6

Huysmans behoort tot mijn favoriete auteurs, vanwege zijn excessieve, barokke stijl, maar ook vanwege een milde humor en distantie die door zijn teksten heen schijnt, en die in de verte aan Elsschot doet denken. ‘Serres Impies […] beschrijft nauwgezet de schoonheid, verwelking, ziekelijkheid en het uiteindelijke verval van deze buitenissige flora. De vervoering die dit teweeg brengt, in combinatie met de bedompte broeikaslucht, doet het vertellende personage in een sluimering belanden die overgaat in een nachtmerrie, waarin een bloederige syfilisbloem haar verzwelgt. […] Schoonheid en het monsterlijke zijn bij Huysmans op ingenieuze wijze met elkaar verweven. Het slot van het stuk, een kort gebed, is tevens de slotzin van de roman. Om niet aan neurotische aandoeningen ten onder te gaan, moet op last van de dokter het kluizenaarschap worden opgegeven en een terugkeer naar Parijs worden overwogen.’


Toelichting

Echinopsis

Caladium (olifantenoor) Zamia Lehmanni

Cypripedium

Nidularium (Bromelia) Cattleya

Amorphophallus

Drosera

Cocos Micania

Alocasia

Tillandsia Lindeni

Cibotium Spectabile

7


Toelichting

Olivier Messiaen Quatuor pour la fin du temps De beschaving stond er op een laag pitje. Het was in Silezië, een kleine vijftig kilometer ten oosten van Dresden. Hartje winter, stervenskoud, nog kouder dan anders. Het was december 1940 en het was oorlog. Dertigduizend krijgsgevangenen – voornamelijk Fransen maar ook Polen en Belgen – zaten bij elkaar opgesloten in grijshouten barakken. De omstandigheden waren erbarmelijk. Ze waren ondervoed; het dagelijkse dunne brouwsel waarin wat aardappelen en kool dreven, hield hen nauwelijks op de been. En dan was er de verveling. Ze hadden niets te doen. ’s Ochtends deden ze de karweitjes die de kampcommandanten hen hadden opgedragen en dan… niets. Een voordeel wellicht dat de dagen zo kort waren. Een halve schemertoestand. Een wereld buiten de wereld. Een situatie buiten tijd en ruimte. De 31-jarige componist Olivier Messiaen – Duits krijgsgevangene ‘no. 35333’ sinds hij een half jaar daarvoor bij Parijs was opgepakt, toen hij op de fiets met aan het stuur twee zware tassen vol partituren naar Zuid-Frankrijk wilde vluchten – werd het er vreemd te moede. Zonder enig houvast in het bestaan, door honger en kou verzwakt, kwam hij in een toestand van halve hallucinatie terecht. Bij het ontwaken: plotseling paars 8

en groen aan de hemel, in felle tinten! Wat was dat?! De gelovige Messiaen moest opeens denken aan hoe in de Openbaring van Johannes het Laatste Oordeel wordt beschreven. Het was of het Einde der Tijden was aangebroken. Dat kon natuurlijk niet. Het is de aurora borealis, het Noorderlicht, vertelde een medegevangene hem. Maar toch – leek hij zich hier, in een eindeloos durende oorlog, van alles verlaten, het land eentonig van de sneeuw, in een wereld die stilstond, niet op een statisch eindpunt te bevinden? Er bestond in kamp Stalag VIIIA in Görlitz één vorm van afleiding. De Duitse commandant begreep wie hij met Olivier Messiaen in huis had. Hij had bewondering voor de al beroemde jonge componist. Hij gaf hem wanneer hij erom vroeg papier, potlood en gum. En hij stond toe dat er een oude piano het kamp in kwam en Messiaen samenspeelde met een violist, een klarinettist en een cellist. De commandant kwam zelfs naar hun repetities luisteren.

Messiaen schreef zijn Quatuor om te ontsnappen aan de sneeuw, de oorlog en zichzelf. Die winter schreef Messiaen zijn Quatuor pour la fin du temps. Wanneer het ochtendwerk achter de rug was, trok hij zich terug in een hoekje van de barak van de


Toelichting

kamppriester. Acht delen telde het nieuwe werk dat bijna een uur zou duren. Voor het aangrijpende vijfde deel, Louange à l’éternité de Jésus (Lofzang op de eeuwigheid van Jezus) deed hij, afgaand op zijn geheugen, een beroep op een ouder werk, de Fêtes des belles eaux met een tekst uit de Openbaring: ‘Hij die drinkt van het water dat ik hem zal geven, zal nooit meer dorstig zijn: het water dat ik hem zal geven, zal in hem in een bron veranderen die hem het eeuwige leven schenkt.’

vrijgelaten (de klarinettist moest blijven omdat hij joods was). ‘Waarom mogen we naar huis?’ vroeg Messiaen verbaasd. ‘Jullie zijn musici en jullie hebben geen geweren,’ was het antwoord. Tekst toelichting: Stephen Westra

De eerste uitvoering was op 15 januari 1941 in barak 19A. ‘Het kamp lag in een lijkwade van sneeuw. […] De vier musici speelden op kapotte instrumenten: de cello van Étienne Pasquier had maar drie snaren, de toetsen van mijn piano bleven hangen […]. Het was op deze piano, met mijn drie medemusici, erg vreemd gekleed, ikzelf in een flessengroen uniform van een Tsjechische soldaat, gescheurd, op schoenen met houten zolen […] dat ik mijn Quatuor [uitvoerde], voor een publiek van vijfduizend man waaronder mensen uit alle lagen van de samenleving: boeren, arbeiders, intellectuelen, beroepsmilitairen, priesters, hospiks [militaire ziekenverzorgers],’ zo herinnerde Messiaen zich later de gebeurtenis. ‘Ik schreef het Quatuor om te ontsnappen aan de sneeuw, de oorlog, de gevangenschap en aan mijzelf […] Te midden van dertigduizend gevangenen was ik misschien de enige mens die géén gevangene was.’ Het stuk betekende voor Messiaen een mentale redding. Maar meer dan dat: kort daarop werden hij en twee van zijn medemusici 9


Liedteksten Maurice Ravel Chansons madécasses Tekst: Évariste Desiré de Forges, vicomte de Parny (1753 - 1814) Vertaling: www.liederennederlandsvertaald.nl

1. Nahandove Nahandove, ô belle Nahandove! L’oiseau nocturne a commencé ses cris, la pleine lune brille sur ma tête, et la rosée naissante humecte mes cheveux. Voici l’heure ; qui peut t’arrêter, Nahahndove, ô belle Nahandove!

Nahandove, o mooie Nahandove! De vogel van de nacht slaakt haar kreten, de volle maan schijnt boven mijn hoofd, en de eerste dauw bevochtigt mijn haar. Dit is het moment: wie houdt je tegen, Nahandove, o mooie Nahandove!

Le lit de feuilles est préparé; je l’ai parsemé de fleurs et d’herbes odoriférantes; il est digne de tes charmes, Nahandove, ô belle Nahandove!

Het bed van bladeren is bereid; ik heb het bestrooid met bloemen en geurige kruiden; Het is je schoonheid waardig. Nahandove, o mooie Nahandove!

Elle vient. J’ai reconnu la respiration précipitée que donne une marche rapide; j’entends le froissement de la pagne qui l’enveloppe; c’est elle, c’est Nahandove, la belle Nahandove!

Ze komt. Ik herken de snelle ademhaling van iemand die hard loopt; ik hoor het ruisen van de lendendoek;

Reprends haleine, ma jeune amie; repose-toi sur mes genoux. Que ton regard est enchanteur! Que le mouvement de ton sein est vif et délicieux sous la main qui le presse! Tu souris, Nahandove, ô belle Nahandove!

Haal rustig adem, mijn jonge lief; rust op mijn schoot. Hoe betoverend is je blik, hoe levendig het op en neer gaan van je borst terwijl mijn hand haar drukt! Je glimlacht, Nahandove, o mooie Nahandove!

10

zij is het, het is de mooie Nahandove!


Liedteksten

Tes baisers pénètrent jusqu’à l’âme; tes caresses brûlent tous mes sens; arrête, ou je vais mourir. Meurt-on de volupté, Nahandove, ô belle Nahandove!

Je kussen dringen door tot in mijn ziel; je liefkozingen schroeien mijn zintuigen; stop, of ik zal sterven. Kan iemand sterven aan verrukking, Nahandove, o mooie Nahandove?

Le plaisir passe comme un éclair. Ta douce haleine s’affaiblit, tes yeux humides se referment, ta tête se penche mollement, et tes transports s’éteignent dans la langueur. Jamais tu ne fus si belle, Nahandove, ô belle Nahandove!

Het plezier gaat voorbij als een bliksemschicht. Je zoete adem verzwakt, je vochtige ogen sluiten zich weer, je hoofd zakt voorover, en je vervoering dooft uit in moeheid. Je was nooit zo mooi, Nahandove, o mooie Nahandove!

Tu pars, et je vais languir dans les regrets et les désirs. Je languirai jusqu’au soir. Tu reviendras ce soir, Nahandove, ô belle Nahandove!

Je gaat, en ik zal wegkwijnen in treurnis en verlangen. Ik zal wegkwijnen tot de avond valt. Vanavond kom je terug, Nahandove, o mooie Nahandove!

11


Liedteksten

2. Aoua! Aoua! Aoua! Méfiez-vous des blancs, habitants du rivage. Du temps de nos pères, des blancs descendirent dans cette île; on leur dit: ‘Voilà des terres, que vos femmes les cultivent. Soyez justes, soyez bons, et devenez nos frères.’

Aoua! Aoua! Vertrouw de blanken niet, bewoners van de oever. In de tijd van onze vaderen, kwamen de blanken naar dit eiland; Ze zeiden: ‘hier is land, dat uw vrouwen mogen verbouwen. Wees rechtvaardig, vriendelijk en wordt onze broeders.’

Les blancs promirent, et cependant ils faisaient des retranchements. Un fort menaçant s’éleva; le tonnerre fut renfermé dans des bouches d’airain; leurs prêtres voulurent nous donner un Dieu que nous ne connaissons pas; ils parlèrent enfin d’obéissance et d’esclavage: Plutôt la mort! Le carnage fut long et terrible ; mais, malgré la foudre qu’ils vormissaient, et qui écrasait des armées entières, ils furent tous exterminés. Aoua! Aoua! Méfiez-vous des blancs!

De blanken deden beloften, en ondertussen wierpen ze versterkingen op. Ze bouwden een bedreigend fort; en ze hielden de donder gevangen in monden van messing; hun priesters wilden ons een god geven wij niet kennen; later spraken zij van onderdanigheid en slavernij: De dood zou de voorkeur verdienen! Het bloedbad was lang en verschrikkelijk; maar, ondanks hun brakende donder, die hele legers vernietigde, werden zij allen uitgeroeid. Aoua! Aoua! Vertrouw de blanken niet!

Nous avons vu de nouveaux tyrans, plus forts et plus nombreaux, planter leur pavillon sur le rivage: le ciel a combattu pour nous; il a fait tomber sur eux les pluies, les tempêtes et les vents empoisonnés. Ils ne sont plus, et nous vivons libres. Aoua! Aoua! Méfiez-vous des blancs, habitants du rivage.

We hebben nieuwe tirannen, sterker en talrijker, hun vlag op de kust zien planten: de hemel streed voor ons; hij viel in stortregens op hen neer, met giftige stormen en winden. Zij zijn dood, en wij leven in vrijheid. Aoua! Aoua! Vertrouw de blanken niet, bewoners van de oever.

12


Liedteksten

3. Il est doux Il est doux de se coucher, durant la chaleur, sous un arbre touffu, et d’attendre que le vent du soir amène la fraîcheur. Femmes, approchez. Tandis que je me repose ici sous un arbre touffu, Occupez mon oreille par vos accents prolongés. Répétez la chanson de la jeune fille, lorsque ses doigts tressent la natte ou lorsqu’assise auprès du riz, elle chasse les oiseaux avides. Le chant plaît à mon âme. La danse est pour moi presque aussi douce qu’un baiser. Que vos pas soient lents; qu’ils imitent les attitudes du plaisir et l’abandon de la volupté. Le vent du soir se lève; la lune commence à briller au travers des arbres de la montagne. Allez, et préparez le repas.

Het is zoet in de hete middag onder een groene boom te liggen en te wachten tot de avondwind verkoeling brengt. Kom, vrouwen. Vul mijn oren met jullie aanhoudende klanken, terwijl ik hier onder het lover rust. Zing nogmaals het lied van het meisje, dat haar haren vlocht, of van het meisje dat bij het rijstveld zat om de vraatzuchtige vogels te verjagen. Zingen verblijdt mijn ziel en dansen is voor mij bijna zo zoet als een kus. Beweeg langzaam en laat jullie lichaamshouding plezier uitdrukken, zonder wellustigheid. De nachtwind steekt op; de maan straalt door de bomen op de bergen. Ga en bereid het avondmaal.

13


Liedteksten

Rob Zuidam Serres Impies / Broeikassen van goddeloosheid Tekst: À rebours (1984), Joris-Karl Huysmans (1848 - 1907) Vertaling: Tegen de keer van Jan Siebelink (1938)

1. Palais de verre Après les fleurs factices singeant les véritables fleurs, je voulais des fleurs naturelles imitant des fleurs fausses. Les princesses du règne végétal, distinguées, rares, venues de loin, vivant à l’écart, au chaud dans des palais de verre; entretenues avec des soins rusés sous de faux équateurs produits par les souffles dosés des poêles.

Glaspaleis Na de kunstbloemen die de werkelijke na-apen, wilde ik natuurlijke bloemen die er precies zo uitzagen als onechte. De prinsessen van het plantenrijk, aristocratisch, zeldzaam, uit verre landen, in afzondering levend in hete glaspaleizen; die met veel vernuft en toewijding werden gekweekt in een kunstmatig, tropisch klimaat, gewekt door een minutieus gedoseerde ovenwarmte.

2. Zinc Deux jours après, les voitures arrivèrent. Les jardiniers descendirent de leurs carrioles une collection de Caladiums qui appuyaient sur des tiges turgides et velues d’énormes feuilles, de la forme d’un coeur. Il y en avait des rosâtres tels que le Virginale qui semblait découpé dans de la toile vernie, dans du taffetas gommé d’Angleterre; quelques-uns, surtout le Madame Mame, imitaient le zinc, parodiaient des morceaux de métal estampé, teints en vert empereur, salis par des gouttes de peinture à l’huile, par des taches de minium et de céruse.

Zink Twee dagen later kwamen de wagens. De tuinlui haalden uit hun karren een collectie Caladiums, die aan gezwollen en harige stengels geweldige, hartvormige bladeren droegen; Er bevonden zich bleekroze onder, zoals de Virginalis, die uit wasdoek of Engelse pleister leek te zijn gemaakt; sommige, in het bijzonder de variëteit Madame Mame, hadden veel weg van zink, parodieerden gestempelde, keizergroene stukjes metaal met olieverfspatten, met menie- en loodwitvlekken.

14


Liedteksten

3. Rose ignoble On descendait des voitures une nouvelle fournée de monstres: des Échinopsis, sortant de compresses en ouate des fleurs d’un rose de moignon ignoble; des Nidularium, ouvrant, dans des lames de sabres, des fondements écorchés et béants; des ‘Tilandsia Lindeni’ tirant des grattoirs ébréchés, couleur de moût de vin; le Cibotium Spectabile, enchérissant sur ses congénères, par la folie de sa structure, jetant un défi au rêve, en élançant dans un feuillage palmé, une énorme queue d’orang-outang, velue et brune, au bout contourné en crosse d’évêque; des Cypripedium, aux contours compliqués, incohérents, imaginés par un inventeur en démence. Ils ressemblaient à un sabot, à un vide-poche, au-dessus duquel se retrousserait une langue humaine, au filet tendu.

Verachtelijke roos Er werd een nieuwe lading monsters uit de wagen gehaald: de Echinopsis, die haar afgrijselijke bloesem uit een dot watten omhoogsteekt, roze als afgrijselijke stompjes van armen of benen; de Nidularium, die zijn lemmetvormige bloembladen openvouwt om een gapende, roodgekleurde bodem te laten zien; de ‘Tillandsia lindeni’, die met getande, wijnmostkleurige schraapijzers is uitgedost, De Cibotium spectabile, die al haar soortgenoten en ook de ergste nachtmerries overtrof door zijn waanzinnige structuur: uit een tros palmbladeren groeide een enorme orang-oetangstaart, een bruine, harige staart die bovenaan uitliep in een kromming, die deed denken aan een bisschopsstaf. De Cypripedium met zijn gecompliceerde, incoherente omtrekken, die door een waanzinnige uitvinder scheen te zijn ontworpen. Deze leken op een klomp of een doosje, waarover zich een menselijke tong spant, met gestrekte tongriem.

15


Liedteksten

4. Noir mercuriel Les jardiniers apportèrent encore de nouvelles variétés; Elles affectaient, cette fois, une apparence de peau factice sillonnée de fausses veines; et, la plupart, comme rongées par des syphilis et des lèpres, tendaient des chairs livides, marbrées de roséoles, damassées de dartres; d’autres avaient le ton rose vif des cicatrices qui se ferment ou la teinte brune des croûtes qui se forment; d’autres étaient bouillonnées par des cautères, soulevées par des brûlures; d’autres encore, montraient des épidermes poilus, quelques-unes, enfin, paraissent couvertes de pansements, plaquées d’axonge noire mercurielle, creusés par des ulcères et repoussés par des chancres. Réunies entre elles, ces fleurs éclatèrent plus monstrueuses que lorsque je les avais surprises, confondues avec d’autres, ainsi que dans un hôpital, parmi les salles vitrées des serres.

Zwart kwikhoudend De hoveniers brachten nog meer soorten; dit keer hadden ze erg veel weg van een kunsthuid, doorgroefd met onechte aders. De meeste, als waren zij door syphilis of lepra bijna geheel weggevreten, vertoonden doodsbleke lapjes vlees, met rode uitslag dooraderd en met huidschilfers gedecoreerd; andere hadden de helderroze kleur van littekens die dichttrekken of de bruine tint van een roofje op de wond; weer andere zagen er opgeblazen uit door uitbranding, met blaren overdekt door brandwonden; er waren er ook die een harige oppervlakte bezaten, ten slotte leken enkele variëteiten met verschillende soorten verband te zijn bedekt, ingevet met zwarte, kwikhoudende reuzel, vol zweren en venerische gezwellen. Alle bloemen bij elkaar, trof het mij nog monsterlijker dan toen ik ze voor het eerst had aangetroffen, samen met andere, als in een ziekenhuis achter de glazen muren van de verschillende afdelingen.

5. En Rouille L’Encephalartos horridus, un gigantesque artichaut de fer, peint en rouille, tel qu’on en met aux portes des châteaux, afin d’empêcher les escalades; l’Amorphophallus, une plante de Cochinchine,

Roestig De Encephalartos horridus, een reuzenartisjok, precies als een ijzeren, roestkleurig geverfde piek die op kasteelpoorten wordt aangebracht om te beletten dat mensen eroverheen klimmen; de Amorphophallus, een plant uit CochinChina,

16


Liedteksten

aux feuilles taillées en truelles à poissons, aux longues tiges noires, couturées de balafres, pareilles à des membres endommagés de nègre le Cocos Micania, une sorte de palmier, dentelé et grêle, entouré, de toutes parts, par de hautes feuilles semblables à des pagaies et à des rames; le Zamia Lehmanni, un immense ananas, prodigieux pain de Chester, le Cattleya de la Nouvelle-Grenade, le… le Drosera, le Gobe-Mouche des Antilles, le…le…le… l’Alocasia. 6. Tout n’est que syphilis Tout n’est que syphilis, Mon oeil attiré, rivé sur les horribles tigrures des Caladium, que caresse un rayon de jour. La brusque vision d’une humanité sans cesse travaillée par le virus des ancien âges. Depuis le commencement du monde, toutes les créatures se transmettaient l’inusable héritage, l’éternelle maladie qui a ravagé les ancêtres de l’homme, qui a creusé jusqu’aux os maintenant exhumés des vieux fossiles.

met vismesvormige bladeren op lange zwarte stengels vol littekens, zodat je ze kon vergelijken met de toegetakelde ledematen van negerslaven. De ‘cocos micania’, een soort palmboom met een getande, dunne stam, aan alle kanten omgeven door lange balderen, die op pagaaien en roeiriemen lijken; de Zamia lehmanni, een geweldige ananasplant, een wonderlijke cheshirekaas, de Cattleya uit Nieuw-Granada, de … de... Drosera, de vliegeneter uit de Antillen, de... de... de... Alocasia. Alles is niets dan syfilis Eigenlijk is alles syphilis. mijn blik getroffen en vastgehouden door de afschuwelijke tijgervlekken van de Caladiums, waarover een lichtstraal speelde. Een plots visioen van de onophoudelijke kwellingen die de mensheid worden opgelegd door het virus uit oude tijden. Sinds het begin van de wereld, gaven alle schepselen die onuitroeibare erfenis door, de eeuwige ziekte die de voorouders van de mens geteisterd heeft en zelfs de beenderen van de oude fossielen, heeft aangevreten.

17


Liedteksten

7. Vert métallique Je ne peux me lasser de tourner et de retourner entre mes mains le pot ou s’agite cette extravagance de la flore. Elle imite le caoutchouc dont elle a la feuille allongée, d’un vert métallique et sombre, du bout de cette feuille pend une ficelle verte, descend un cordon ombilical supportant une urne verdâtre, jaspée de violet, une espèce de pipe allemande en porcelaine. Je suis un peu lasse, j’étouffe dans cette atmosphère de plantes enfermées.

Donkergroen metaal Ik kon er maar niet genoeg van krijgen de pot, waarin dit fantastische specimen uit de plantenwereld stond te trillen, in mijn handen rond te draaien. Het leek op de rubberboom, met zijn lange bladeren van een donkergroene, metalen tint; maar aan het eind van ieder blad zat een groene draad, een navelstreng, waaraan een groenachtige, purpergevlamde urn was opgehangen, een soort Duitse, porseleinen pijpenkop. Ik ben een beetje moe en stik bijna in deze broeikasatmosfeer.

8. Serres Impies Mon esprit, endormi, roule dans les sombres folies d’un cauchemar. Je me trouve, au milieu d’une allée en plein bois, au crépuscule; Soudain mon sang ne fait qu’un tour. Je reste sur place clouée par l’horreur Une figure ambiguë, verte et sans sexe,

Broeikassen van goddeloosheid Mijn geest zakte weldra weg in de duistere waanzin van een nachtmerrie. Ik bevind me midden op een laan, in een bos, in de schemering; Plotseling stolt mijn bloed. Ik sta vastgenageld van ontzetting. Een dubbelzinnig, groen en geslachtsloze gestalte, opent angstaanjagende, koude, helblauwe ogen; puisten zaten om zijn mond; armen als van een skelet steken uit zijn rafelige mouwen, sidderend van de koorts, vleesloze dijen klapperden in te wijde kaplaarzen. De vreselijke blik dringt door me heen en verkilt me tot op het bot. Voor me stond het beeld van de Syphilis, de venerische bloem,

ouvre des yeux d’un bleu clair et froid, terribles; des boutons entouraient la bouche; des bras de squelette, sortent de manches en haillons, tremblent de fièvre, les cuisses décharnées grelottent dans les bottes à chaudron, trop larges. L’affreux regard me pénètre me glace jusqu’aux moelle. Devant mes yeux est l’image de la Grande Vérole, la fleur vénérienne, 18


Liedteksten

poussée dans des couches sacrilèges, élevée dans des serres impies. Une épouvantable angoisse me fait sonner le coeur à grands coups, car de noirs Amorphophallus jaillissent de toutes parts, s’élancent vers le ventre qui se soulève et s’abaisse comme une mer. Je fais un effort surhumain pour me dégager de ses étreintes, mais d’un geste irrésistible, elle me retient, me saisit et hagarde, je vois s’épanouir sous les cuisses à l’air, le farouche Nidularium qui bâille, en saignant, dans des lames de sabre. Je frôle avec mon corps la hideuse blessure de cette plante; je me sens mourir, m’éveille dans un sursaut, suffoquée, glacée, folle de peur. 9. Prière Seigneur, prenez pitié du chrétien qui doute, de l’incrédule qui voudrait croire, du forçat de la vie qui s’embarque seul, dans la nuit, sous un firmament que n’éclairent plus les consolants fanaux du vieil espoir.

opgeschoten uit godslasterlijke bodem en getrokken in een broeikas van goddeloosheid. Een dodelijke angst deed mijn hart waanzinnig bonzen, want van alle kanten schieten zwarte Amorphophalli omhoog en klimmen op naar haar buik, die rees en daalde gelijk de zee. Ik doe een bovenmenselijke poging me uit haar omarming los te maken, maar met een onweerstaanbare beweging houdt ze me tegen, grijpt ze me en wild zie ik onder haar opgeheven dijen de wrede Nidularium die, tussen zijn wijd openstaande, lemmetvormige bloembladeren, bloedende afgronden vertoonde. Met mijn lichaam strijk ik langs de afzichtelijke wond van deze plant; ik voel dat ik ga sterven en schrik wakker, snakkend naar adem, verstijfd, gek van angst. Gebed Heer, heb medelijden met de christen die twijfelt, met de ongelovige die zou willen geloven, met de galeislaaf van het leven die alleen scheep gaat in de nacht, onder een firmament, dat niet meer wordt verlicht door de vertroostende bakens van de oude hoop!

19


Biografieën Componisten Maurice Ravel

Maurice Ravel (1875 1937) werd geboren in Baskenland en groeide op in Parijs, waar hij studeerde aan het conservatorium, onder anderen bij Gabriel Fauré. Samen met Claude Debussy wordt Ravel tot het impressionisme gerekend, maar in tegenstelling tot de dertien jaar oudere Debussy hechtte hij een groot belang aan de klassieke vormentaal. 20

Zijn hang naar perfectie en zijn liefde voor een mechanische ritmiek wordt meestal in verband gebracht met zijn vader, een Zwitserse ingenieur. Hij leefde na de Eerste Wereldoorlog een vrij onopvallend en solitair leven in een Parijse voorstad. In vrijwel alles was hij een perfectionist, ook bijvoorbeeld in zijn kleding. Hij was een trage werker die in principe in elk genre slechts één werk schreef, of hooguit een paar, maar dan elk werk totaal verschillend van karakter. Hij gaf de voorkeur aan de korte vorm. Tijdens zijn leven verwierf Ravel zijn grootste roem met de Boléro, volgens hemzelf een volslagen ‘inhoudsloos’ stuk.

Pierre Boulez

Pierre Boulez (1925 - 2016) was een Franse componist en dirigent. Na zijn opleiding wiskunde aan de Ecole Polytechnique studeerde hij aan het Conservatorium te Parijs, onder meer bij Olivier Messiaen. Boulez was de belangrijkste vertegenwoordiger van de twaalftoonsmuziek in Frankrijk, mede door zijn voordrachten en artikelen over hedendaagse muziek. Ook organiseerde hij concerten in het


Biografieën

Marignytheater, die van grote invloed waren op de moderne Franse componisten. Hij was oprichter en eerste directeur van het IRCAM (Institut de Recherche et Coordination Acoustique/Musique), een onderzoeksinstituut voor moderne muziek in Parijs. In 1992 trok hij zich terug als directeur. In 1976 richtte hij het Ensemble intercontemporain op. Vanaf de jaren zestig werd Boulez steeds actiever als dirigent.

Robert Zuidam

foto: Karoly Effenberger

Robert Zuidam (1964) geldt als een van Nederlands meest vermaarde componisten op het vlak van opera en muziektheater. Rage d’Amours (2002/2003) en Suster Bertken (2010) gaven hem internationale bekendheid. Rob Zuidam speelde als tiener in allerlei popbandjes en leerde tegelijkertijd de muziek van György Ligeti en Iannis Xenakis kennen. Hierdoor geïnspireerd,

meldde hij zich aan bij het Conservatorium in Rotterdam en kreeg les van Klaas de Vries en Philippe Boesmans. In 1989 nam hij als ‘fellow’ deel aan een cursus in Tanglewood en studeerde hij bij Lukas Foss en Oliver Knussen. Voor zijn compositie Fishbone kreeg hij de Koussevitzky prijs. Hij keerde in 1999, 2001 en 2003 als docent terug naar Tanglewood, onder meer als artist in residence. In 2015 schreef hij voor Emanuel Ax het Tanglewood Concerto, ter viering van het 75-jarig bestaan van het instituut. In 2010 doceerde Zuidam als Erasmus Professor aan de universiteit van Harvard en werd hem in Den Haag de Kees van Baaren-Prijs uitgereikt voor zijn opera Rage d’amours. In 2016 werd zijn opera Uwe leipe mastdramnis voor klein ensemble en zangeres in het Muziekgebouw in première gebracht. Naast zijn compositorische activiteiten, is Zuidam ook actief als essayist en librettist.

21


Biografieën

Olivier Messiaen

De Franse organist, pianist en componist Olivier Messiaen (1908 - 1992) komt uit een creatief nest. Zijn ouders stimuleerden het muzikale talent van hun zoon en Messiaen begon daardoor al jong met componeren. Op 11-jarige leeftijd studeerde hij aan het conservatorium van Parijs bij onder anderen Marcel Dupré en Paul Dukas. Op 22-jarige leeftijd kreeg hij een aanstelling als organisttitulair van de Église de 22

la Sainte- Trinité in Parijs, een post die hij tot aan zijn zou dood bekleden. Vanaf 1942 trok hij als docent compositie aan het Conservatoire National Supérieur de Paris vele componisten aan met zijn fameuze analyseklas. Pierre Boulez, Iannis Xenakis, Karlheinz Stockhausen, George Benjamin, Toru Takemitsu en Ton de Leeuw behoorden tot zijn leerlingen. Door zijn composities, zijn compositiesysteem vastgelegd in het boek Technique de mon langage musical en zijn veertigjarige docentencarrière geldt hij als een van de meest invloedrijke figuren uit de recente muziekgeschiedenis.


BiografieĂŤn

Uitvoerenden Katrien Baerts Sopraan De Belgische sopraan Katrien Baerts staat bekend om zowel haar krachtige en sensuele stem als haar diepgaande interpretatie en oprechte intensiteit. Baerts studeerde af aan de Dutch National Opera Academy en bereikte de halve finale van de Koningin Elisabethwedstrijd. Aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel behaalde zij haar master voor zowel zang als viool. In 2015 maakte Katrien aan De Nationale Opera te Amsterdam haar debuut in een nieuwe productie van Lulu. Daarnaast vertolkte ze Clara in Loevendies opera The Rise of Spinoza en zong ze de titelrol in Zuidams Suster Bertken. Samen met Het Collectief bracht Katrien een tournee van haar laatste en wereldwijd geprezen album van Alban Bergs Sieben frĂźhe Lieder en de Maeterlinck Lieder

foto: Claudia Hansen

van Zemlinsky. In recitals is Katrien vaak te horen met haar pianist Bart Verheyen, met wie ze te gast was op verscheidene radiozenders en de Nederlandse nationale televisie.

23


BiografieĂŤn

foto: Emanuel Maes

Het Collectief Het Collectief is een kamermuziekensemble dat in 1998 in Brussel werd opgericht. Door consequent met een vaste kern van vijf muzikanten te werken bouwde de groep een intrigerende eigen sound op, gekenmerkt door 24

een heterogene mix van blazers, strijkers en piano. In zijn repertoire keert Het Collectief terug naar de roots van het modernisme: de Tweede Weense School. Vanuit deze solide basis worden zowel de grote twintigsteeeuwse composities als de allernieuwste experimentele stromingen verkend. Bovendien maakt de groep furore met spraakmakende

cross-overs tussen het hedendaagse en het traditionele repertoire. Naast de vele concerten in BelgiĂŤ speelt Het Collectief steeds vaker op diverse internationale podia.


Verwacht

Donderdag avondserie Do 28 feb 2019 Grote Zaal 20.15 uur

Ensemble Musikfabrik Kurtág kijkt terug Rückblick van György Kurtág is geen compositie in de gebruikelijke zin van het woord. Het is een zelfportret, een miniaturencarrousel en ook letterlijk een terugblik: Kurtág stelde Rückblick in 1993 samen uit oude en nieuwe stukken voor de ongewone bezetting van trompet, contrabas en klavierinstrumenten (piano, klavecimbel en celesta). Vier specialisten van Ensemble Musikfabrik zijn de uitgelezen uitvoerders van Kurtágs eigenzinnige compilatie. De Hongaar Kurtág (1926), die negen dagen voor dit concert 93 hoopt te worden, is de laatste grote nog levende modernistische componist. Zijn ensemble- en koormuziek verscheen in 2017 op een veelgeprezen cd-box van Reinbert de Leeuw en Asko|Schönberg. Kurtág droeg Rückblick op aan de avant-gardist Karlheinz Stockhausen. Met Musik für die Beethovenhalle stelde Stockhausen in 1969 eveneens een ‘overzichtsconcert’ samen uit oud en nieuw werk. Op vergelijkbare wijze biedt Rückblick een venster op de eerste helft van Kurtágs unieke oeuvre en bewogen leven.

György Kurtág foto: Boosey & Hawkes

Programma: György Kurtág Rückblick, Hommage à Stockhausen (1993)

25


Verwacht

Februari

zo 3 mrt / 11.00 uur / Kleine Zaal Ensemble SCALA Microfobia

zo 17 mrt / 15.00 uur Hadewych Minis Wat is het geheim van zelf liedjes schrijven? (8+)

vr 22 feb / 20.15 uur Orange Blossom + MEDFest Ensemble MEDfest

zo 3 mrt / 15.00 uur Academy of Ancient Music + Lucie Horsch Bach en Vivaldi

do 21 mrt / 12.30 uur Lunchconcert Conservatorium van Amsterdam

zo 24 feb / 12.00 uur / Entreehal Muziekgebouw Park Picknick

wo 6 mrt / 21.00 uur / Kleine Zaal Eli Keszler + Eliza McCarthy

do 21 mrt / 20.15 uur Nederlands Kamerkoor + Erik Bosgraaf Vergeten

zo 24 feb / 20.30 uur Sonic Acts Jennifer Walshe - Time Time Time

do 7 + za 9 mrt / 21.00 uur The Second Violinist Donnacha Dennehy + Enda Walsh

do 21 mrt / 21.00 uur / Muziekgebouw aan de Ring Alex Zhang Hungtai + Circular Ruins + Oceanic

wo 27 feb / 20.15 uur Nederlandse Bachvereniging Motetten en passiemuziek

zo 10 mrt / 20.15 uur Warm-up Andriessen Festival De schatkamer

Huil van de Wolff

do 28 feb / 20.15 uur Ensemble Musikfabrik Kurtág kijkt terug

Maart vr 1 mrt / 20.15 uur Farkas Quintet Beste blaaskwintetten za 2 mrt / 20.15 uur Calefax Droom of werkelijkheid 26

wo 13 mrt / 20.15 uur Salomé (1923) Charlie Barber do 14 mrt / 20.15 uur Nieuw Ensemble An Evening of Today 2019

vr 15 mrt / 20.15 uur Marc-André Hamelin Absoluut meesterschap

Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Foto: Erik van Gurp

Grand café 4’33 Kom voor het concert eten in Grand café 4’33. Reserveren: 020 788 2090 of 433grandcafe.nl.

Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl

Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.

Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons

Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiënten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.

Druk binnenwerk

27



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.