6 minute read
Impact maken met muziek
Eens per vier jaar ontwikkelt het fonds een nieuwe meerjarenstrategie, waarbij doelen en ambities van de statuten uit 1988 fier overeind blijven. Met zijn toekomstvisie wil het fonds ze nu breder en maatschappelijker inkleuren. ‘Iedereen houdt van cultuur, ongeacht politieke voorkeur en huidskleur.’
Tekst: Yolande Verheyen | Fotografie: Lars van den Brink
Hoe gaat dat, het ontwikkelen van een nieuwe visie?
‘Bij het uitstippelen van een nieuwe meerjarenstrategie kijken we altijd goed naar de maatschappelijke context en onze positie. Zijn we relevant? Zien we iets over het hoofd? Spelen we de rol die we willen? De laatste jaren is de tijdgeest sterk veranderd en daarmee ook het politieke klimaat. Het lijkt haast vanzelfsprekend dat Den Haag niet meer aan cultuur hecht. Het woord cultuur komt überhaupt niet voor in het hoofdlijnenakkoord en het toekomstperspec tief is weleens rooskleuriger geweest. Zelfs met positieve adviezen belanden vaste subsidieontvangers, zoals de Nationale Jeugdorkesten Nederland, onder de zaaglijn. Ook lokaal is er minder geld, terwijl de beste blazers in toporkesten vaak ooit bij een fanfare begonnen. Dat zijn zonder meer zorgwekkende ontwikkelingen voor de sector. Als fonds willen wij een positieve impuls geven, ons sociale hart meer laten spreken.’
Tegenwicht bieden aan maatschappelijke issues?
‘De samenhang brokkelt af. Om polarisatie tegen te gaan is cultuur hard nodig. Iedereen houdt van cultuur, ongeacht politieke voorkeur en huidskleur. Cultuur draagt bij aan een samenleving met kansen voor iedereen. Dat begint met cultuuronderwijs zodat talentvolle kinderen opvallen en ze, los van hun achtergrond, de mogelijkheid krijgen zich te ontplooien. Ook is er subsidie nodig voor organisaties op het gebied van talentontwikkeling zoals jeugdorkesten, -koren en -concoursen. Daar ontmoeten tieners elkaar, ontdekken ze de vreugde van samen spelen en samen zingen. Dat houdt het vuur brandend en voorkomt dat ze op die leeftijd hun viool of gitaar aan de wilgen hangen, maar voor het conservatorium durven kiezen. Verse aanwas, vers bloed is nodig voor verjonging van orkesten. Daarmee voorkomen we ook dat alle orkesten en gezelschappen straks alleen uit buitenlandse leden bestaan. Maar behalve een lans breken, willen we zelf ook impact maken.’
Zijn daar concrete voorbeelden van te noemen?
‘De verbrede toekomstvisie raakt aan al onze kernwaarden en activiteiten, maar voor de komende jaren hebben we onszelf sowieso drie vastomlijnde, heldere taken gesteld. Zo willen we minstens twee structurele samenwerkingen met maatschappelijk relevante organisaties aangaan. De focus ligt daarbij op muziekeducatie. Bijvoorbeeld het Leerorkest, Muziekschool Waterland of een inspirerend initiatief op de Antillen. Dat onze talenten buddy’s worden of workshops aan kinderen gaan geven, is ook een waardevol idee. Volgend jaar willen we tevens minimaal drie talenten helpen die volgens de huidige, wat nauwere criteria minder snel geholpen zouden worden. Last but not least gaan we – naast Natuurmonumenten – op zoek naar een grote, maatschappelijke organisatie die er net als wij op gebrand is impact te maken.’
Wat beoogt het fonds met de nieuwe strategie?
‘Het doel is laagdrempeliger te worden, zodat nog meer mensen ons weten te vinden. Zo verschuiven we bijvoorbeeld van harde beoordelingscriteria naar het geven van kansen. Het is passend dat we dan ook een wat toegankelijkere naam krijgen, en die lanceren we volgend jaar. Een naam die makkelijk te onthouden is en direct duidelijk maakt waar we voor staan. Een naam ook die geen anonieme afkorting kan worden. Onze huidige naam werd afgekort tot NMF en omdat tal van andere organisaties ook zo heten, wekte dat verwarring. Woorden hebben veel zeggingskracht, dus hebben we onze taal hier en daar herzien. Zo heten musici voortaan muzikale talenten en spreken we niet meer van hoge en lage collectie, maar van top- en kerncollectie. Topcollectie voor erfgoed en unieke instrumenten van wereldklasse, kerncollectie voor alle andere instrumenten samen. Verder willen we het beeld ontkrachten dat het fonds er alleen is voor het klassieke genre. We hebben musici in jazz, pop, improvisatie, neoklassiek, klezmer, tango en nog veel meer muzikale stijlen uit alle delen van de wereld. Bij laagdrempelig zijn, hoort ook dat we onze aanvraagprocedure vereenvoudigen en dat de gebruiksvergoeding voor een instrument betaalbaar blijft.’
Is bij de herijking ook besloten dingen níét meer te doen?
‘Zeker. Scherpe keuzes maken hoort erbij. Het fonds is vitaal, maar ook wij hebben met beperkingen in tijd en geld te maken. Daarom hebben we onder meer besloten geen nietwesterse instrumenten in de collectie op te nemen. Daarvoor hebben we onvoldoende expertise en menskracht. Ook gaan we geen vleugels meer op concertlocaties neerzetten, omdat we dan geen grip hebben op condities als temperatuur en luchtvochtigheid. Daarbij is het heel intensief om bij te houden hoe goed een instrument wordt benut. Een ander besluit is om als fonds zelf geen instrumenten meer in bruikleen te nemen van particulieren. Het komt weleens voor dat iemand zijn of haar uitgeleende instrument voortijdig terug wil hebben. Dat is desastreus voor onze muzikale talenten. Behalve dat het hun broodwinning is, zijn zij ook zeer gehecht aan hun instrument.’
Vreest het fonds te worden gekort op subsidies?
‘Ooit kregen we wel overheidssubsidie, maar al vanaf het begin zijn we vooral een particulier fonds. Toen die 6 procent subsidie wegviel was dat jammer, maar gelukkig geen drama. Nu er van overheidswege nog minder geld voor cultuur beschikbaar komt, zullen meer stichtingen een beroep gaan doen op particuliere donateurs. Wij horen elk jaar weer terug hoeveel vreugde het mensen geeft bij te dragen aan de mooie doelstellingen van het fonds. Ze vinden het waardevol muzikale talenten te steunen en bij te dragen aan cultureel erfgoed. Want behalve instrumenten aanschaffen, die helaas nog steeds schrikbarend in prijs stijgen, vergt het nogal wat om onze collectie in topconditie te houden. Zo is dit jaar bij een aantal strijkstokken het schildpadschild in de slof vervangen. Dat materiaal is tegenwoordig immers verboden waardoor muzikale talenten niet met de stok mogen reizen. Instrumenten moeten goed worden verzekerd en ook de administratie van bruiklenen moet secuur. Maar met de giften organiseren we bijvoorbeeld ook workshops talentontwikkeling of leren muzikale talenten van bouwers hoe ze hun instrument in topconditie kunnen houden. Het is dankzij alle gulle giften dat wij ons werk kunnen doen. Daarvoor danken wij u uit het diepst van ons hart.’