MAGAZINE
2015
Dossier
NR. 72 – FEBRUARI, MAART, APRIL 2015
TRIMESTRIEEL – AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X – P309290
Op het terrein: Een jaar in Virunga
Klimaatverandering Biodiversiteit in gevaar
Deze advertentie bestaat uit 3200 tekens. Eén voor elke wilde tijger die nog in leven is. 3200 tekens. Toegegeven, in tijden waarin we informatie en meningen in 140 tekens proberen krijgen lijkt het misschien best veel. Maar laat u niet misleiden. Eigenlijk is 3200 heel weinig. Beeld u maar eens een voetbalstadion met maar 3200 supporters in. Of een festivalweide met maar 3200 festivalgangers. Of een wereldstad als Brussel met maar 3200 inwoners. Dan is zo’n getal meteen in perspectief geplaatst.
een makkelijke prooi voor nietsontziende stropers. Waarom, denkt u? De Oosterse traditionele geneeskunde schrijft magische krachten toe aan de beenderen van een tijger. En ook hun vachten, vlees en klauwen worden gebruikt voor souvenirs en andere commerciële doeleinden. En dat maakt hen gegeerd goed voor criminele bendes die een cent willen bijverdienen.
Er zijn nog maar 3200 levende tijgers in het wild. Wereldwijd. 100 jaar geleden waren dat er nog 100 000. En als we daar nu niets aan doen is het straks te laat. 3200 tijgers. We kunnen ze op één pagina tellen. Laat ons daar nog eens zo’n 2593 tekens bij stilstaan.
Bovendien is het voor deze gewiekste stropers helemaal niet moeilijk om een tijger te vangen. Met niets meer dan een nylonkoord kunnen ze hem al in de val lokken. Hun strijd tegen de dood kan dagenlang duren vooraleer ze uit hun val gehaald worden.
De Tijger Meer dan welk dier ooit is de tijger hét symbool van macht en kracht. En terecht: hij ziet in het donker 6 keer beter dan wij, heeft een bijtkracht van 450 kg/cm2, en wordt 2 tot 3,5 meter lang. Om het kort te stellen: u komt hem liever niet in het donker tegen. En toch hebben deze krachtpatsers dringend onze hulp nodig. En wel voor 2 redenen: het leefgebied van de tijger wordt zienderogen kleiner. Nu blijft er nog slechts 7% van over, voornamelijk ten gevolge van ontbossing. De tijgers leven ingesloten in veel te kleine gebieden en vinden op deze kleine oppervlaktes te weinig prooien om van te leven. Bovendien worden ze in deze kleine gebieden zelf
Er blijven nog slechts 3200 tijgers over. En we hebben nog 1464 tekens de tijd om u te overtuigen daar samen met ons iets aan te doen.
Wat doet WWF? WWF strijdt in 7 natuurreservaten, verspreid over 13 landen, voor het behoud van de tijger: Bangladesh, Bhutan, Cambodja, China, India, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, Nepal, Rusland, Thailand en Vietnam. In deze landen willen we met concrete en doordachte acties het tijgerbestand verdubbelen tegen 2020. Door jarenlange politieke druk hebben we ervoor gezorgd dat er in 2010 een internationaal actieplan
werd opgesteld om de tijger te beschermen. Maar daar blijft het niet bij. WWF controleert of deze mooie beloftes ook omgezet worden in de praktijk. Een belangrijk onderdeel hiervan is het monitoren van het tijgerbestand. Zo wordt een aantal tijgers nu gevolgd met speciale GPS-halsbanden. Naast de strijd voor een strengere toepassing van de wetten helpt WWF bij de opleiding van de rangers. Zij ontmantelen tijgervallen en werken samen met lokale autoriteiten om stropersbendes aan te pakken. De derde pijler bestaat erin dat WWF Aziatische landen oproept om beschermde gebieden uit te breiden en versnippering te vermijden door corridors aan te leggen. We moedigen bedrijven en boeren aan om op een duurzame manier te werken. Dat komt niet alleen de lokale gemeenschap ten goede, ze beschermen meteen ook het leefgebied van de tijger.
En wat kan u doen? Het feit dat u deze klepper van een advertentie na zo’n slordige 2932 tekens nog altijd aan het lezen bent, toont alvast aan dat deze prachtige dieren een gevoelige snaar raken. Dat siert u. Maar u kan nog meer doen. Doe een gift met vermelding ‘SOS Tijger’ op rekeningnummer BE02 3101 0430 9240, met als BIC BRUBEBB. Zo maken we volgend jaar misschien een advertentie met nòg meer tekens.
EDITO INHOUDSTAFEL In het kort
4-5
Op het terrein
© WWF-Belgium
Het centrale thema van dit Panda Magazine is de klimaatverandering. De klimaatwetenschap is duidelijk: de menselijke activiteit is de belangrijkste oorzaak van de opwarming van de aarde. De impact is nu al merkbaar en als we niet heel snel ingrijpen, zullen de gevolgen voor onze planeet niet te overzien zijn. Op 28 maart hebben miljoenen mensen over de hele wereld de lichten gedoofd naar aanleiding van ‘Earth Hour’, als teken dat ze begaan zijn met onze planeet. Dit jaar is massale publieke steun belangrijker dan ooit. 2015 moet namelijk de geschiedenis ingaan als het jaar waarin we de klimaatverandering voorgoed een halt hebben toegeroepen: de wereldleiders moeten een wereldwijd akkoord sluiten tijdens de volgende klimaattop van de Verenigde Naties, die in december plaatsvindt in Parijs. Earth Hour is dus maar het begin! WWF zal in de aanloop naar Parijs iedereen oproepen om zich in te zetten voor een succesvolle uitkomst van de klimaatconferentie. Beleidsmakers, bedrijven... en jou! Want ook jouw stem kan het verschil maken!
Een jaar in Virunga
6-7
Het Kidsprogramma
20-21
Op het terrein
Legaten
Een notaris licht het duolegaat toe
Eco-ontspanning How to veggie?
DOSSIER
KLIMAATVERANDERING
22 © WWF-RDC
23
Ontdek het werk van WWF op het terrein in de Democratische Republiek Congo
BIODIVERSITEIT IN GEVAAR P. 08-19
© Shutterstock
Jan Vandermosten Deskundige klimaat en energie, WWF-België
COLOFON : Panda magazine is een publicatie van WWFVlaanderen vzw. Alle rechten voorbehouden. Het Pandalogo, het woord Panda en de afkorting WWF zijn handelsmerken van het World Wide Fund for Nature. Overname van teksten is toegestaan mits bronvermelding. • Werkten mee aan dit nummer: Marie-Noëlle Collart, Thibault Dujardin, Margareta Heylen, Franck Hollander, Antoine Lebrun, Sabien Leemans, Anne-Catherine de Neve, Charles Snoeck, Caroline Steygers, Jan Vandermosten, Mone Van Geit, Gwendoline Viatour, Angelika Zapszalka • Vertaling: Lieve De Meyer • Coördinatie: Anne-Catherine de Neve (www.outsidetheboxes.be) en Angelika Zapszalka • Realisatie: www.propaganda.be • Druk: Claes Printing. St-Pieters-Leeuw. • Foto voorpagina: © Antoine Lebrun / WWF-Belgique • V.U.: Damien Vincent, E. Jacqmainlaan 90, 1000 Brussel
Panda magazine – Pagina 3
IN HET KORT
DE BEESTIGSTE KLAS! © Quentin Bates / WWF
VISQUOTA: DE OGEN ZIJN GROTER DAN DE BUIK Elk jaar worden de Europese visquota onderhandeld voor het volgende jaar. Op 15 en 16 december 2014 vergaderden de visserijministers in de Europese Raad om de quota voor 2015 goed te keuren. WWF vroeg om zonder compromis het advies van de wetenschappelijke wereld te volgen, om toch nog het doel te bereiken van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en tegen 2020 een eind te maken aan de overbevissing in Europa. Maar jammer genoeg gaan de bereikte akkoorden niet in die richting en zijn de quota niet aanzienlijk verlaagd. Ook België nam het niet zo nauw met de aanbevelingen van de deskundigen. Die waren van mening dat het nodig was om de quota voor tong (Solea solea) in het Kanaal te verminderen met 60% en die voor rog (Rajidae) met 20%. Het ondertekende akkoord vermindert de quota voor tong met slechts 28 % en behoudt de bestaande quota voor rog, al zijn verscheidene soorten ernstig bedreigd! De teleurstellende beslissingen hypothekeren de toekomst van de visbestanden. WWF zal blijven ijveren voor het
Panda magazine – Pagina 4
onverwijld invoeren van een duurzame visvangst om de rijkdommen van de zee veilig te stellen.
De beestige klas 2014 draait helemaal om de wilde natuur van Europa. Zo konden de leerlingen kennismaken met de wolf, de bruine beer, het edelhert, de lynx, de slechtvalk en de vos.
© Mike R. Jackson / WWF
© Mike R. Jackson / WWF
Deze keer werd de klas van juf Els, het derde leerjaar van Basisschool de Klim-op uit Wolvertem uitgekozen als ‘De beestigste klas van 2014’. De leerlingen stuurden WWF een schitterende foto van hun klas over het thema van ”Wild Europa” en wonnen daarmee de wedstrijd. Binnenkort mogen ze op bezoek naar het Domein van de Grotten van Han om er nog meer te weten te komen over de natuur. Ze kunnen er ook de dieren waarover ze in de klas hebben geleerd in levende lijve bewonderen: wolven, edelherten, lynxen, beren enzovoort!
Wist u dat?
Dankzij een sterkere bescherming van de dieren en een beter beheer van natuurreservaten is de Indiaanse tijgerpopulatie sterk toegenomen volgens het laatste vrijgegeven rapport: van 1411 tijgers in 2006 naar 2226 in 2014. De cijfers tonen aan dat het mogelijk is om het aantal tijgers te verdubbelen tegen 2020.
WWF VOERT CAMPAGNE VOOR DE EUROPESE NATUUR
© Wild Wonders of Europe /Maurizio Biancarelli / WWF
Heb je al gehoord van het ‘Natura 2000-netwerk’? Dat is het grootste netwerk van beschermde gebieden ter wereld, met een oppervlakte die 18% van het Europese grondgebied bedekt! Op internationaal vlak wordt dit netwerk vaak als voorbeeld genoemd. Het is bedoeld om de meest bedreigde soorten en habitats in Europa te beschermen, maar ook om te
zorgen voor de aanwezigheid van ‘wilde natuur’ rondom ons. België telt ongeveer 458 Natura 2000-sites, goed voor bijna 13% van het grondgebied. Het netwerk zou niet bestaan zonder de Europese Vogelrichtlijn (uit 1979) en de Habitatrichtlijn (uit 1992), die alle lidstaten moeten toepassen op hun grondgebied. Ondanks het kapitale belang van Natura 2000 voor de biodiversiteit, voor onze levenskwaliteit en voor onze economie, onderzoekt de Europese Commissie momenteel of het nodig is om die basisrichtlijnen te herzien. Net als andere milieuorganisaties vreest WWF dat die herziening een voorwendsel is om de regelgeving af te zwakken. Dat zou gevolgen hebben voor de Europese natuur en dus ook voor ons als Europese burgers. Wij volgen dit complexe proces dat zich afspeelt op het Europese politieke niveau, maar dat van belang is voor ons allemaal, op de voet. De komende maanden zullen we jullie allemaal nodig hebben om de Europese instanties duidelijk te maken dat er niet mag worden geraakt aan die essentiële richtlijnen. We hebben nood aan wilde natuur, vooral in onze geïndustrialiseerde landen. We houden jullie uiteraard op de hoogte van onze acties.
100% DUURZAME PALMOLIE TEGEN 2020? Eind november 2014 zette de Belgische voedingssector een stap in de goede richting om de impact van onze consumptie op de ontbossing te verminderen. De Belgische Alliantie voor Duurzame Palmolie publiceerde haar nieuwe handvest dat de Belgische markt tegen 2020 wil laten omschakelen op 100% duurzame palmolie. Dat is goed nieuws voor de tropische bossen in Indonesië en Maleisië, waar het grootste deel van de palmolie vandaan komt. De uitbreiding van de teelt van oliepalmen is een van de belangrijkste oorzaken van de ontbossing in die regio. Die intensieve teelt heeft een zware impact op de biodiversiteit, is een grote bron van CO2-uitstoot en leidt steeds meer tot conflicten met de plaatselijke bevolking. Ondanks dit verheugende nieuws blijft de uitdaging nog erg groot. Het zal onder meer nodig zijn om traceerbaarheidssystemen te ontwikkelen om de duurzame palmolie te kunnen opvolgen van de plantages tot in het afgewerkte product. WWF zal de besprekingen met de sector voortzetten en van dichtbij toezien op de uitvoering van het handvest. © Audra Melton / WWF-US
Panda magazine – Pagina 5
OP HET TERREIN
EEN JAAR IN DE REGIO VAN DE GROTE MEREN Mone Van Geit is projectmedewerker van WWF-België’s internationaal programma, en meer specifiek van de projecten die uitgevoerd worden in de Democratische Republiek Congo (DRC). In 2014 vervoegde ze gedurende een jaar het WWF-DRC team in Goma, in de Grote Merenregio. Ze deelt haar terreinervaringen en laat ons enkele ogenblikken in de huid kruipen van een projectmedewerker bij WWF.
“
Na zeven jaar als projectmanager van WWF-België’s programma rond het Virunga Nationaal Park in Oost-Congo, kreeg ik de mogelijkheid om gedurende een jaar in het Grote Merengebied te verblijven, meer bepaald in Goma, de hoofdstad van Noord-Kivu. WWF is er sinds 1987 werkzaam rondom het Virunga Park, Afrika’s oudste en meest biodiverse park, habitat van ondermeer de iconische berggorilla. De projecten die WWF-België er sinds meerdere jaren ontwikkelt, zijn gericht op het verminderen van de druk op de bosbestanden van het park. Illegale houtkap, veelal voor de productie van houtskool of “makala” bedreigt de habitat van talrijke diersoorten. Onder het ECOmakalaproject worden duizenden kleinschalige boomplantages
Panda magazine – Pagina 6
© Simon Bellemans
ONTMOETING MET COPAL: HOOP VOOR DE TOEKOMST aangelegd rondom het park en worden houtskoolkachels gepromoot die tot 50% minder houtskool verbruiken. Als “program advisor and support officer” deed ik aan capaciteitsversterking van het lokale team en gaf ik ondersteuning bij het implementeren en managen van de projecten. De aanwezigheid van een gemotiveerd Congolees team waarvan ik de meesten al meerdere jaren ken, was voor mij een des te grotere stimulans om het team gedurende een jaar te vervoegen. Het zijn zij die WWF’s objectieven kunnen waarmaken, waarbij de kennis van de plaatselijke context en het terrein van cruciaal belang zijn. Mijn lof gaat uit naar het ganse WWF-team, een team dat ik daarenboven hard mis. Wat volgt zijn enkele snapshots van mijn jaar ter plekke.
”
COPAL is een vereniging van boomaanplanters in Lubero, één van de regio’s waar het ECOmakalaproject actief is. COPAL’s primair objectief is het verduurzamen van de herbebossingsactiviteiten met het oog op een continuïteit van de activiteiten. Dit wil ze onder meer bereiken door de vermarkting van de “ecomakala” afkomstig van de boomplantages. Een bepalende factor hierbij is een efficiënte ecomakala-productieketen waarin de kleine houtproducenten een actieve rol spelen en een correcte prijs kunnen afdwingen voor hun ecomakala. Het gezamelijk onderbrengen van de boomaanplanters in een overkoepelende structuur zoals een vereniging of een coöperatieve met als doel de vermarkting van de ecomakala kan daartoe bijdragen. COPAL is één van de eerste verenigingen die met steun van WWF werden gevormd, en kenmerkt zich door een hoge mate van activiteit en motivatie: hoopvol voor de toekomst!
Wist je dat?
Sinds 2006 zijn in de regio Goma al bijna 6 500 hectare beplant met snelgroeiende bomen. Dat is meer dan een derde van wat nodig is om te voldoen aan de behoefte aan houtskool in Goma, veronderstellend dat alle consumenten effeciënte houtskachels gebruiken.
GEZAMELIJKE REFLECTIE ROND DE INITIELE FASE VAN HET ECOMAKALAPROJECT : BOUWSTENEN VOOR DE TOEKOMST Het ECOmakalaproject is van start gegaan eind 2007, dankzij de financiële steun van de Europese Commissie en WWF-België. Het was het eerste project van deze omvang in de regio. WWF had ervaring met het produceren van zaailingen maar de ambities en het design van dit project maakte dat nog veel te leren viel. En geleerd hebben we! Mijn aankomst viel samen met het einde van de eerste fase van het project. We besloten
© Simon Bellemans
de eerste fase te evalueren tijdens een meerdaagse retraite en zo vertrokken we met een 15-koppig team naar Idjwi, een klein eiland op het Kivumeer. Een perfecte locatie om te bezinnen! Het was op dat moment een uiterst woelige en onveilige periode waarin de dreiging van de M23rebellengroep zeer groot was. Idjwi, op amper 2 uur met de boot verwijderd van Goma, bleek een vredevolle plek. Ook hier leeft de bevolking in erbarmelijke levensomstandigheden zoals elders in de provincie, met dat verschil dat het eiland gespaard blijft van oorlogsdreiging en banditisme. Tijdens deze 3-daagse workshop werd het geleverde werk kritisch beoordeeld. Maar ook de knappe verwezenlijkingen die in uiterst moeilijke
© Simon Bellemans
omstandigheden werden gerealiseerd, werden geapprecieerd. Geleerde lessen, aanbevelingen en noodzakelijke prioritaire acties werden ge(her)formuleerd en opgenomen in de volgende fase van het project. Volgend op de refl ectieworkshop werd een publicatie geproduceerd over onze 5-jarige ervaring met het ECOmakalaproject. Deze publicatie kan je online raadplegen via de volgende link: http://www.wwf.be/ EcoMakalaBrochure
© Mone Van Geit / WWF-België
SENSIBILISERING VAN DE LOKALE OVERHEDEN ROND REDD+ Het ECOmakala+ project is een REDD+ pilootproject voor Virunga. Eén van de uitdagingen is om dit complex mechanisme aan de lokale gemeenschappen en autoriteiten verstaanbaar en aanvaardbaar te maken, want zij zijn de belangrijkste actoren binnen het ECOmakala+ project. Met het oog op de opmaak van een communicatieplan en bijpassende tools, en de uiteindelijke implementatie van het plan, werden twee 3-daagse workshops georganiseerd met een tiental © Kate Holt / WWF-UK
Congolese middenveldorganisaties werkzaam rond milieu en duurzame ontwikkeling in de zones rondom het park. Het zijn zij die zullen instaan voor de sensibilisering op het terrein. De talrijke uitwisselingen en discussies hebben geleid tot de formulering van een communicatieplan per regio, dat momenteel op het terrein wordt uitgevoerd. De rol van deze middenveldorganisaties is van groot belang, daar zij in hun respectievelijke regio tussen de gemeenschappen wonen en voeling hebben met hetgeen er leeft. Ze zijn tevens een klankbord voor de gemeenschappen naar de autoriteiten toe. Hun actieve participatie en het versterken van hun capaciteit is dus eveneens belangrijk en dit trachten we via het ECOmakala+ project in het algemeen, en via de workshops in het bijzonder, te bereiken.
© Kate Holt / WWF-UK
“Reduced Emissions from Deforestation and Degradation (REDD+)” is een internationaal mechanisme dat erop gericht is de ontbossing in ontwikkelingslanden, tegen te gaan door deze landen te financieren voor het verminderen van hun ontbossingsgraad.
EXTRA INFORMATIE Beelden en video’s van de ervaringen van Mone op het terrein zijn hier beschikbaar : www.wwf.be/Mone
© Mone Van Geit / WWF-België
© Mone Van Geit / WWF-België
Panda magazine – Pagina 7
Wist je dat?
In de loop van haar bestaan heeft de aarde al grote natuurlijke klimaatveranderingen gekend: lange ijstijden (100 000 jaar) wisselden af met kortere interglaciale periodes (tussen 10 000 en 12 000 jaar).
DOSSIER
KLIMAATVERANDERING
BIODIVERSITEIT IN GEVAAR
De opwarming van het klimaat valt niet langer te ontkennen. Veel veranderingen die sinds de jaren 1950 zijn vastgesteld, waren de voorbije eeuwen of zelfs millennia niet meer voorgekomen.
© Steve Morello / WWF
Panda magazine – Pagina 8
De gemiddelde temperatuur in de atmosfeer en de oceanen is toegenomen, het sneeuw- en ijsdek is geslonken en de zeespiegel is gestegen. Het lijdt ook geen twijfel meer dat de klimaatverandering te wijten is aan de toenemende concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer. Die is met bijna 40% gestegen sinds het begin van het industriële tijdperk. Er zijn bewijzen dat die uitstoot toe te schrijven is aan menselijke activiteiten. De mens heeft een steeds grotere invloed op het klimaat en dat heeft gevolgen in alle continenten.* De biodiversiteit wordt ernstig bedreigd door de klimaatverandering. De gevolgen ervan zijn nu al te merken in alle continenten en in alle oceanen. De druk die de klimaatverandering veroorzaakt op de meest kwetsbare ecosystemen van onze planeet versterkt de stressfactoren waaraan de planten- en diersoorten al zijn geconfronteerd (inkrimping van habitat, vervuiling, uitputting, enz.) en stelt hen bloot aan een groter risico om voorgoed te verdwijnen. De meeste plantenen diersoorten op het land en in de zee zullen zich niet snel genoeg kunnen aanpassen of verplaatsen om klimaatomstandigheden te vinden die geschikt zijn om in te overleven. We zullen niet ontsnappen aan de klimaatverandering. Zij is al begonnen en het gaat om een proces met een omvang die veel verder reikt dan we denken. Maar we kunnen wel samen ingrijpen om de verandering op een aanvaardbaar niveau te houden door onze uitstoot van broeikasgassen moedig te beperken en door energie te besparen. We kunnen ook zorgen voor de bescherming van de meest kwetsbare ecosystemen en de soorten die daarin voorkomen. Door actie te ondernemen voor hun bescherming en aanpassing, beschermen we de ecosysteemdiensten die ze ons bieden en helpen wij mee aan de strijd tegen de klimaatverandering. Want uiteindelijk zijn de beste oplossingen voor klimaataanpassing te vinden in de rijkdommen van onze planeet…
*Volgens het IPCC, 2013: ‘Summary for Policymakers, Climate change 2013: The Physical Science Basis’.
Panda magazine – Pagina 9
Wist je dat?
Op het vlak van klimaat worden de processen en gevolgen gemeten in eeuwen: zelfs wanneer de concentratie van broeikasgassen zal zijn gestabiliseerd, zullen de opwarming en de stijging van de zeespiegel nog eeuwen doorgaan.
DOSSIER
KLIMAATVERANDERING
De realiteit
Bijna elke dag zijn er wel berichten dat het klimaat op onze planeet aan het veranderen is door de activiteiten van de mens. Er wordt gewezen op de opwarming van de atmosfeer, het smeltende poolijs, de stijgende zeespiegel, …. En over de hele wereld beginnen we de gevolgen van die veranderingen voor de natuurlijke en menselijke systemen ook te zien. Maar hoe zit dat nu precies? Wat is eigenlijk die klimaatverandering? Waarom stijgt de gemiddelde temperatuur? WAT IS KLIMAATVERANDERING? De klimaatverandering – of de opwarming van de aarde – is het fenomeen van de stijgende temperatuur in de atmosfeer rond de aarde en in de oceanen. Deze stijging is vast te stellen sinds het begin van de twintigste eeuw en vooral in de voorbije dertig jaar. Volgens de Intergouvernementele Werkgroep van Klimaatdeskundigen (IPCC) is de temperatuur op het aardoppervlak tussen 1880 en 2012 met gemiddeld 0,85°C gestegen. Die temperatuurverandering is toe te schrijven aan de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer, veroorzaakt door menselijke activiteiten, die het hoogste niveau in 800 000 jaar heeft bereikt. WAT ZIJN BROEIKASGASSEN? Er zijn altijd al broeikasgassen in onze atmosfeer aanwezig geweest en we hebben ze ook nodig! Doordat deze gassen van nature voorkomen in het bovenste deel van de atmosfeer, kan een deel van de energie van de zon die ons bereikt in de vorm van licht, worden opgevangen: de infraroodstraling. Het is dus dankzij de aanwezigheid van die gassen dat de lagere atmosfeer een gemiddelde temperatuur behoudt van 15°C, die nodig is voor het behoud van het leven. Zonder die gassen zou het in de lagere atmosfeer -18°C zijn.
Panda magazine – Pagina 10
WAAROM STIJGT DE GEMIDDELDE TEMPERATUUR? De menselijke invloed op het klimaatsysteem staat inmiddels buiten kijf. Sinds het begin van het industriële tijdperk zijn massaal koolstofdioxide of het beruchte CO2, methaan en stikstofmonoxide in de atmosfeer vrijgekomen: de concentratie daarvan is met 40% toegenomen. Door hun kunstmatige concen-
tratie in de atmosfeer houden die gassen meer infraroodstraling vast in de atmosfeer, waardoor de temperatuur in de atmosfeer en de oceanen toeneemt. De door de mens veroorzaakte broeikasgassen komen vooral voort uit het gebruik van fossiele brandstoffen, de industrie, het verkeer, de landbouw en de ontbossing. De voorbije veertig jaar was de CO2-uitstoot door de verMET “NATUURLIJKE” BROEIKASGASSEN
N 2O CO2 N 2O
CH4
CO2 N 2O
CH4
CH4
CO2
N 2O CH4 CO2 N 2O CH4 CO2
ZONDER BROEIKASGASSEN
- 18° C
N 2O
CO2 N 2O CH4
CO2 CH4
N 2O
CO2 CH4
N 2O
CO2 CH4
N 2O
CO2
N 2O
CO2 N 2O CH4 CO2 N 2O CH4 CO2 N 2O CH4 CO 2
CH4
CH4 CONCENTRATIE VAN DOOR DE MENS VEROORZAAKTE BROEIKASGASSEN
zeeën en oceanen. Zo is de gemiddelde zeespiegel tussen 1901 en 2010 met 19 cm gestegen. Door die toevoer aan zoet water is het zoutgehalte in de oceanen veranderd – het zeewater is zouter in warme streken en minder zout in koudere streken – en dat heeft dan weer een impact op de grote zeestromingen. Door het smelten van het ijs als gevolg van de stijgende temperaturen wordt het
dieren, koralen, enz. Als de menselijke uitstoot tegen hetzelfde tempo doorgaat, zou de zuurtegraad van de oceanen met 170% toenemen in vergelijking met de pre-industriële tijd. Het valt moeilijk te voorspellen wat er in dergelijke omstandigheden zou gebeuren met de biodiversiteit. Op basis van extrapolaties in van nature heel zure milieus in de oceanen – bijvoorbeeld in de buurt van een
Het klimaat en de biosfeer zijn complexe systemen, waarin elke verandering gevolgen heeft voor het geheel. bovendien nog warmer: het ijs kaatst een groot deel van de zonnestralen terug naar de atmosfeer, maar de donkere grond die bloot komt te liggen als het ijs gesmolten is, absorbeert de zonnestralen en slaat hun warmte op. © Cat Holloway / WWF
branding van fossiele brandstoffen en industriële processen verantwoordelijk voor 78% van de totale stijging van de uitstoot van broeikasgassen. SMELTEND IJS VEROORZAAKT SNEEUWBALEFFECT Als bijkomend gevolg van de wereldwijde temperatuurstijging beginnen het pakijs en de gletsjers sneller te smelten. In het Noordpoolgebied, dat sneller opwarmt dan de rest van de planeet, is de oppervlakte van het pakijs tussen 1979 en 2000 met 3,5 % à 4,1% per decennium geslonken. Het klimaat en de biosfeer zijn complexe systemen, waarin elke verandering gevolgen heeft voor het geheel. Door het smelten van het ijs stijgt het waterniveau in de
HOE ZUURDER HOE MINDER LEVEN De ecosystemen op aarde en in de oceanen spelen een essentiële rol in de regeling van het klimaat. Zij absorberen meer dan de helft van de uitgestoten broeikasgassen: 40% wordt opgeslagen in de atmosfeer, 30% in de oceanen en 30% in de bodem. Door de toenemende concentratie van broeikasgassen in de oceanen verzuurt het zeewater: sinds het begin van het industriële tijdperk is de zuurtegraad van de oceanen met 26% toegenomen. De snelle daling van de pH – hoe lager de pH, hoe zuurder het milieu – in het oppervlaktewater van de oceanen heeft rechtstreekse gevolgen voor de levende organismen, die vandaag al waar te nemen zijn, vooral bij organismen met een kalkstructuur of een schelp – week-
1993
vulkaan – valt een daling van de biodiversiteit bij kalkorganismen met 70% te verwachten, zonder rekening te houden met de stijging van de temperatuur op aarde. HET IPCC, WETENSCHAPPERS AAN HET ZIEKBED VAN DE PLANEET De Intergouvernementele Werkgroep van Klimaatdeskundigen (IPCC) werd in 1988 opgericht op verzoek van de Verenigde Naties en telt meer dan 2 000 wetenschappers van alle nationaliteiten. De werkgroep heeft de taak om rapporten op te stellen voor de beleidsmakers over de evolutie van het klimaat. De wetenschappers van het IPCC hanteren een heel grote methodologische voorzichtigheid. Zij werken met een vork van onzekerheidsmarges om aan te geven hoe waarschijnlijk het is dat verschillende scenario’s zich zullen voordoen. Die voorzichtigheid weerspiegelt de complexiteit van het klimaatsysteem en de vele interacties die er zijn met andere factoren. In 2013 en 2014 maakte het IPCC zijn vijfde rapport bekend en publiceerde de werkgroep ook voor het eerst regionale kaarten van de klimaatverandering.
2000
In de loop van de voorbije eeuw is het ijs op de top van de Kilimanjaro (Tansmania), dat meer dan 11 000 jaar geleden is ontstaan, met 82% geslonken.
© NASA’s Earth Observatory
© NASA’s Earth Observatory
Panda magazine – Pagina 11
DOSSIER
KLIMAATVERANDERING
Bedreigingen voor de biodiversiteit
De gevolgen van de klimaatverandering voor de natuurlijke en menselijke systemen in alle continenten en in alle oceanen zijn vandaag al merkbaar. Zij brengen het voortbestaan van de ecosystemen en de diensten die die systemen leveren in het gedrang en zullen de komende jaren normaal gezien nog sterker voelbaar worden. © Global Warming Images / WWF
De impact van de klimaatverandering is nog niet altijd gemakkelijk precies te meten, onder andere omdat het onderzoek nog niet zo lang bezig is. Maar uit waarnemingen blijkt toch dat heel wat natuurlijke systemen last hebben van de regionale klimaatveranderingen, vooral door de temperatuurstijging, waardoor veel soorten zouden kunnen verdwijnen. Als het huidige tempo aanhoudt, kan de klimaatverandering een van de belangrijkste bedreigingen voor de biodiversiteit worden, al zijn er ook wel soorten die lokaal soms voordeel hebben bij de veranderingen. VERANDERINGEN OP ONGEKENDE SCHAAL De klimaatverandering veroorzaakt ook wijzigingen in de verspreidingsgebieden van planten- en diersoorten, die zich verplaatsen naar het noorden of naar een grotere hoogte, op zoek naar koelere temperaturen. Door de temperatuurstijging ontstaan er ook veranderingen in de seizoenen, die de interactie tussen soorten verstoren of
Panda magazine – Pagina 12
zelfs gevolgen hebben voor bepaalde biologische processen, zoals de voortplanting van sommige reptielen of de grootte van sommige dieren, die de neiging hebben om kleiner te worden wanneer de voedselbronnen schaarser worden. Als gevolg van de wijzigende neerslagpatronen zullen sterke geografische verschillen ontstaan in de beschikbaarheid van water: in de meeste droge subtropische streken zal minder oppervlaktewater en grondwater beschikbaar zijn en daardoor zal de strijd om water tussen de natuurlijke en menselijke systemen nog verder toenemen. VERSTERKTE BEDREIGINGEN De gevolgen van de klimaatverandering wegen extra zwaar voor de biodiversiteit, omdat die al ernstig onder druk staat door andere stressfactoren als vervuiling, uitputting, invasieve soorten of habitatverlies. Sommige soorten zullen sterker worden getroffen door de klimaatverandering en
daardoor nog ernstiger bedreigd raken. Het gaat daarbij om soorten die leven in de poolgebieden of in andere gebieden waar de temperatuur sterker zal stijgen, soorten die zich moeilijk kunnen aanpassen omdat ze heel gespecialiseerd zijn, of soorten waarvan de populatie te klein is om zich snel genoeg te kunnen aanpassen aan de verandering. TE SNEL, TE STERK In tegenstelling met de opeenvolgende cycli van opwarming en afkoeling die de planeet de voorbije 400 000 jaar al heeft gekend en die zich uitstrekten over duizenden jaren, verloopt de klimaatverandering vandaag uitzonderlijk snel. Veel soorten zullen niet in staat zijn om zich snel genoeg aan te passen of mee op te schuiven met de klimaatomstandigheden die gunstig zijn voor hun overleven.
Wist je dat?
Tegen het einde van de eeuw zouden de Europese plantensoorten naar schatting enkele honderden kilometers naar het noorden opschuiven en zouden de bossen in het zuiden afnemen en in het noorden toenemen. Ongeveer de helft van de plantensoorten uit de bergen loopt het gevaar uit te sterven.
Risico’s voor soorten
In alle continenten en in alle oceanen zijn de gevolgen van de klimaatverandering al voelbaar. Soms zijn die nog niet zo goed te meten omdat we nog niet voldoende afstand kunnen nemen. We nemen hier enkele soorten onder de loep.
De reuzenpanda In de vrije natuur leven er nog reuzenpanda’s (Ailuropoda melanoleuca) in zes grote berggebieden in de Chinese provincies Shaanxi, Gansu en Sichuan. De dieren voeden zich uitsluitend met bamboe. Volgens de klimaatvoorspellingen voor de komende decennia zou het natuurlijke leefgebied van de panda’s tegen 2080 met meer dan 60% kunnen verkleinen. Er zouden wel geschikte gebieden buiten het huidige verspreidingsgebied van de dieren bij kunnen komen, meer naar het noorden en op grotere hoogte, maar die liggen ver verwijderd van de huidige habitats en slechts 12 à 15% bevindt zich in beschermd gebied. Om het overleven van de soort te garanderen, moeten vandaag al maatregelen worden genomen om die gebieden te beschermen en moeten ecologische corridors worden voorzien zodat de dieren naar deze schuilplaatsen kunnen trekken. Sommige pandapopulaties zullen misschien naar het noorden moeten worden overgebracht.
Risques sur les espèces
© naturepl.com / Eric Baccega / WWF
Haaien Haaien zijn vandaag sterk bedreigd: dat komt vooral door overbevissing en de aantasting of het verlies van hun habitat. Uit onderzoek blijkt trouwens dat haaien bijzonder kwetsbaar zijn voor de klimaatverandering en vooral voor de opwarming en de verzuring van de oceanen. Van de bruinbandbamboehaai (Chiloscyllium punctatum) is geweten dat de ontwikkeling en het metabolisme worden bepaald door de omgevingstemperatuur. Onderzoekers voerden tests uit op deze soort in omstandigheden zoals die in 2100 zouden bestaan als de uitstoot van broeikasgassen niet wordt beperkt – dat betekent een stijging van de temperatuur met 4°C en een daling van de pH tot 0,5. In die omstandigheden zou het sterftecijfer van de embryo’s en de juveniele haaien stijgen tot 56% en zouden zij ook stofwisselingsstoornissen kennen. De jonge haaien zouden een sterker lethargisch gedrag en een beperkt stofwisselings- en ademhalingsvermogen vertonen en dat zou dan weer gevolgen kunnen hebben voor hun groei en voortplanting. Die gevolgen zouden zelfs nog uitgesprokener kunnen zijn bij meer actieve haaiensoorten. © Cat Holloway
Panda magazine – Pagina 13
Wist je dat?
Volgens de Living Planet Index 2014, de indicator van de toestand van de wereldwijde biologische diversiteit, zijn tussen 1971 en 2010 36% van de soorten uit gematigde streken en 56% van de soorten uit tropische streken verdwenen.
Kabeljauw De voorbije honderd jaar blijkt de kabeljauw (Gadus morhua) in de Noordzee steeds meer weg te trekken uit het water voor Engeland en Schotland en geleidelijk aan verder naar het noorden en naar kouder en dieper water te trekken. Onderzoekers digitaliseerden een grote hoeveelheid historische gegevens over de visvangst in Groot-Brittannië en vergeleken die met de huidige gegevens. Uit de statistische analyse bleek dat de verplaatsing van de populaties naar het noorden toe te schrijven was aan de interactie tussen de opwarming van het klimaat en de activiteiten van de visserij. Door de visvangst worden de populaties kwetsbaarder voor de klimaatverandering doordat de aantallen en ook de dichtheden afnemen en de spreiding over de leeftijdscategorieën beperkter wordt. Bepaalde bestanden zijn zich vandaag aan het herstellen, maar jammer genoeg is het weinig waarschijnlijk dat de kabeljauw net als vroeger weer overvloedig aanwezig zal zijn in de centraal-westelijke zone, waar het water te warm is geworden. © Wild Wonders of Europe /Magnus Lundgren / WWF
De sneeuwluipaard Risques sur les espèces De sneeuwluipaard (Uncia uncia) leeft in de bergen van Noord- en Centraal-Azië, onder andere in het Himalayagebergte. In Nepal leven nog maar 500 van deze dieren. Ze komen er voor in de hoogste gebieden, boven de boomgrens, maar meestal onder 5 000 meter. Onderzoekers hebben onlangs geprobeerd de impact te meten die de klimaatverandering tegen het einde van de eeuw zal hebben op het leefgebied van deze soort. Voor het Himalayagebergte wordt een opwarming met 3 à 4°C en een toename van de neerslag voorzien, waardoor de boomgrens zou opschuiven naar de naakte rotsen rond de toppen en het territorium van de katachtige tegen het einde van de eeuw met bijna 50% zou inkrimpen, van 20 000 tot 11 700 km2. Om passende maatregelen voor deze soort te kunnen nemen, hebben de wetenschappers de gebieden aangeduid die niet zouden worden getroffen door de klimaatverandering en die dus veilig zouden zijn voor de luipaard. © naturepl.com / Reinhard / ARCO / WWF
Zeeschildpadden Bij zeeschildpadden wordt de geslachtsverhouding – de verdeling per geslacht binnen een legsel – deels bepaald door de temperatuur tijdens de broedtijd, dat wil zeggen de temperatuur van het zand waarin de schildpad haar eieren ingraaft. De eieren worden uitgebroed op een temperatuur tussen 25 en 35°C. De hoogste temperaturen leveren vrouwelijke jongen op, de lagere zorgen voor mannetjes. Een gelijke verdeling tussen de twee seksen treedt op bij de spiltemperatuur, die tussen 28 en 31°C ligt. Uit recent onderzoek, dat de scenario’s van de klimaatverandering toepast op de populaties van de onechte karetschildpad (Caretta caretta) in de tropen, blijkt dat de tegen 2080 verwachte temperatuurstijging de geslachtsverhouding van de soort blijvend zou kunnen beïnvloeden. Dit zou leiden tot een lager vruchtbaarheidscijfer van deze schildpadden, die ook al het slachtoffer zijn van allerlei andere bedreigingen.
Panda magazine – Pagina 14
© Michel Gunther / WWF
Grote walvisachtigen Hoewel de temperatuur in zee vier keer trager stijgt dan aan de oppervlakte, is het mariene milieu toch bijzonder gevoelig voor de klimaatverandering. De grote walvisachtigen zijn afhankelijk van het ijs. Bij een opwarming met 2°C zou het zee-ijs rond Antarctica met 10 à 15% afnemen, met op sommige plaatsen pieken tot 30%. Het slinken van het zee-ijs zal gevolgen hebben voor soorten als de Antarctische dwergvinvis (Balaenoptera bonaerensis), die daar een groot deel van zijn habitat zou kunnen verliezen. Migrerende soorten, zoals de blauwe vinvis (Balaenoptera musculus), zullen waarschijnlijk ook getroffen worden: hun foerageergebieden – frontale zones op de grens tussen verschillende watermassa’s, waar het water dat opstijgt uit de diepte van de oceaan bijzonder rijk is aan voedingsstoffen en dus gunstig voor de ontwikkeling van fytoplankton – verschuiven naar het zuiden. De walvissen zullen dus een langere tocht moeten afleggen om de voedselgebieden te bereiken. Daardoor verbruiken ze meer energie en verkort ook de tijd om te foerageren. Doordat de frontale zones naar het zuiden verschuiven, komen ze ook dichter bij elkaar te liggen. Zo verkleint het beschikbare voedselgebied en neemt de concurrentie tussen soorten toe.
Risques sur les espèces © Steve Morello / WWF
De ijsbeer Aan de Noordpool heeft de klimaatverandering vandaag al ernstige gevolgen gehad. De temperatuur is er op vijftig jaar tijd met 3 à 4°C gestegen en de ijskap is de voorbije dertig jaar met 15 à 20% geslonken. Het ijs smelt er nog sneller dan voorzien en tegen het einde van de eenentwintigste eeuw zou het zomerpakijs, dat het jachtterrein vormt voor de ijsbeer (Ursus maritimus), volledig verdwenen kunnen zijn. Doordat het ijs zo vroeg op het jaar verdwijnt – door de opwarming van de atmosfeer – verkort het jachtseizoen: de beren jagen vooral op baardrobben en ringelrobben, die op het pakijs leven. Het kortere jachtseizoen heeft belangrijke gevolgen voor de lichamelijke conditie van de ijsbeer. Canadese onderzoekers hebben onlangs een rechtstreeks verband aangetoond tussen het aantal dagen op het pakijs en de lichamelijke gesteldheid in het volgende jaar. Als de opwarming op dezelfde wijze blijft doorgaan, zouden de meest zuidelijke populaties tegen 2050 gedoemd zijn te verdwijnen. In het verleden heeft de ijsbeer zich wel kunnen aanpassen aan periodes van opwarming, maar de combinatie van de klimaatverandering en andere bedreigingen die de populaties verzwakken – zoals de aanwezigheid van de mens aan de Noordpool, industriële activiteiten, giftige stoffen in de voeding, minder prooidieren – zou wel eens te veel kunnen worden voor het overleven van de soort. © Jim Leape / WWF
Panda magazine – Pagina 15
DOSSIER
KLIMAATVERANDERING
Allemaal samen voor een levende planeet
De situatie is kritiek en als we nog meer broeikasgassen blijven uitstoten, zal de klimaatverandering doorgaan op een schaal en met gevolgen die moeilijk in te schatten zijn. Maar het is nog mogelijk om zinvol in te grijpen. Al is de ruimte voor verandering beperkt en wordt ze elke dag kleiner. Door de uitstoot van broeikasgassen te beperken, het vermogen van de biosfeer om koolstof vast te houden te verhogen en de gevolgen van de klimaatverandering te matigen, is het mogelijk om de ecosystemen weerbaarder te maken en de risico’s voor de menselijke en natuurlijke ecosystemen te beperken.
© WWF / Simon Rawles
Panda magazine – Pagina 16
DE FATALE DREMPEL Volgens het IPCC ligt de drempel die we niet mogen overschrijden op een stijging van de gemiddelde temperatuur met maximum 2°C. Boven die kritieke drempel zullen we geen greep meer hebben op het klimaat en worden de gevolgen van de opwarming onomkeerbaar. Er zijn nog verschillende scenario’s mogelijk. Als we onze activiteiten voortzetten zonder onze uitstoot te beperken (of maar in geringe mate), zullen we tegen het einde van de eeuw de grens van 2°C overschrijden – met +2,6° tot +4,8°C, afhankelijk van de scenario’s. Om onder de drempel van 2°C te blijven, moeten we de uitstoot van broeikasgassen verminderen en ervoor zorgen dat de biosfeer (bossen, oceanen, enz.) meer uitstoot kan opnemen. DOELSTELLING 100% HERNIEUWBARE ENERGIE Er is nog één enkele oplossing mogelijk, die we binnen de heel korte periode van enkele jaren moeten realiseren: de uitstoot tussen 2010 en 2050 met 40 à 70% beperken en tegen 2100 een evenwicht bereiken tussen uitgestoten en opgenomen CO2. De strategieën om dit te bereiken, zijn duidelijk: we moeten snel en massaal afstappen van energie op basis van fossiele brandstoffen en kiezen voor hernieuwbare energie, het energieverbruik beperken en ontbossing tegengaan. 100% hernieuwbare energie tegen 2050, dat is de energiedoelstelling die WWF verdedigt om dit algemene doel te bereiken. Dit doel zullen we zeker niet kunnen bereiken zonder ambitieuze klimaatakkoorden: het is niet mogelijk om de klimaatrisico’s te beperken en tegen te gaan zonder de medewerking van alle staten die zich moeten verbinden tot een algemeen plan voor uitstootvermindering.
Wist je dat?
Sinds het begin van de landbouw 12 000 jaar geleden zijn ongeveer 7000 soorten planten gekweekt als voedsel. Vandaag is 90% van onze voeding afkomstig van ongeveer 15% van de plantensoorten en acht diersoorten.
CLIMATE CHALLENGE@SCHOOL We moeten vooral werken op twee terreinen. Allereerst moet ons energieverbruik verminderen. Iedereen moet daaraan meewerken: burgers, bedrijven en overheid. Tegen 2050 moet het wereldwijde energieverbruik (voor vervoer, de bouw en de industrie) dalen met 15% in vergelijking met 2005. De tweede stap is de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Er zijn enorm veel mogelijkheden op het vlak van zonne- en windenergie en energie uit aardwarmte. WWF promoot het gebruik van hernieuwbare energie bij de overheid en de privésector. We zijn ervan overtuigd dat het mogelijk is om tegen 2050 over te stappen op 100% hernieuwbare energie. In het Energierapport dat we in 2011 hebben gepubliceerd, wijzen we op concrete oplossingen om de wereldwijde behoefte aan energie in 2050 bijna volledig te dekken met milieuvriendelijke, hernieuwbare en zuinige energievormen. EEN VICIEUZE CIRKEL… In de biosfeer is alles nauw met elkaar verbonden. De klimaatverandering bedreigt de biologische diversiteit en de ecosysteemdiensten die zij levert aan de hernieuwbare energie is dus van belang om die verandering te beperken om de biodiversiteit te beschermen. Vooral ook omdat de biologische diversiteit kan helpen om de gevolgen van de klimaatverandering te beperken of te matigen. Zo vormen waterrijke gebieden een natuurlijke bescherming tegen overstromingen, maakt vegetatie het mogelijk om de hoeveelheid en de kwaliteit van het water lokaal te verbeteren en beperken de ecosystemen in zee en op het land de klimaatverandering, vooral dankzij hun vermogen om CO2 op te slorpen. Momenteel nemen zij ongeveer de helft van de CO2 op die
door de mens wordt uitgestoten. En dat is nog niet alles. De vernietiging van de ecosystemen draagt aanzienlijk bij tot de klimaatverandering. Zo zou ontbossing naar schatting bijna 20% van de wereldwijde C02-uitstoot veroorzaken. Wanneer een bos verdwijnt, gaat daarom niet alleen een belangrijke mogelijkheid verloren om uitgestoten CO2 op te slaan, maar komt ook de koolstof vrij die de planten hadden opgenomen of die opgeslagen zat in de bodem van veengebieden. … DIE MOET WORDEN OMGEBOGEN Met strategieën voor aanpassing aan de klimaatverandering moet het mogelijk zijn om de inmiddels onvermijdelijke gevolgen van de opwarming van de aarde voor de natuurlijke en menselijke systemen te matigen. Tegelijk moeten we de gevolgen van de klimaatverandering voorzien en er rekening mee houden in de strategieën voor het natuurbehoud om de aanpassing van soorten en ecosystemen meer slaagkansen te geven. Het zal meer dan ooit belangrijk zijn om de oorspronkelijke ecosystemen te behouden en te herstellen, de diensten die de ecosystemen leveren te beschermen en te verbeteren dankzij een duurzaam beheer ervan, de habitats van soorten die met uitsterven bedreigd zijn goed te beheren, schuilplaatsen en buffergebieden te voorzien en netwerken in te stellen van beschermde gebieden die rekening houden met de klimaatverandering. We moeten de klimaatverandering beperken om de biodiversiteit te behouden en de biodiversiteit beschermen om de gevolgen van de klimaatverandering te beperken. Alles is voortaan meer dan ooit met elkaar verbonden!
© WWF
Een van de doelstellingen van het educatieve team van WWF bestaat erin jongeren te mobiliseren voor het milieu. We willen hen laten inzien dat de klimaatverandering hen rechtstreeks aangaat en dat zij een belangrijke impact hebben op de ecosystemen. Daartoe bieden we hen een uniek rollenspel aan: ze kunnen deelnemen aan een internationale klimaatconferentie in hun eigen school. Concreet kruipen de jongeren in de huid van vertegenwoordigers van enkele landen in een COP (Conference of the Parties) en moeten ze de belangen van die landen verdedigen. De gesprekken, die altijd intens zijn, monden uit in een stemming over resoluties. Het didactische belang van deze activiteit bestaat erin dat de leerlingen zich bewust worden van de moeilijkheden bij het onderhandelen en het belang om zich als burger in te zetten om sterke standpunten te eisen op internationaal niveau. Om de leerlingen beter te begeleiden, kunnen leerkrachten een vorming volgen bij WWF of onze partner Studio Globo. Op die manier kunnen zij het rollenspel uitproberen voor ze het rechtstreeks in de klas gaan uitvoeren. Het project Climate Challenge@school is bestemd voor jongeren van 16 tot 19 jaar. Het is een initiatief van WWF in samenwerking met Studio Globo en met de steun van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en leefmilieu en van de Dienst Klimaatverandering.
Panda magazine – Pagina 17
DOSSIER
KLIMAATVERANDERING
© Steve Morello / WWF
Road to Paris Een wereldwijd probleem als de klimaatverandering vereist een gecoördineerde internationale aanpak. Sinds 1992 zoeken bijna 200 landen samen naar oplossingen in het kader van de Verenigde Naties (VN). De jaarlijkse klimaatconferenties zijn in zekere zin de hoogmissen van dit proces. In december trokken de onderhandelaars, onder wie ook een vertegenwoordiger van WWFBelgië, naar Lima in Peru. De aanloop naar Lima was alvast hoopgevend. In oktober kwamen honderdduizenden mensen op straat in New York en de rest van de wereld: ze wilden de wereldleiders, die in de marge van de Algemene Vergadering van de VN ook één dag de klimaatproblematiek bespraken, oproepen om eindelijk een adequaat antwoord te formuleren op de klimaatverandering. De eis van deze groeiende klimaatbeweging leek voorzichtig gehoor te krijgen toen de VS, China en de EU nieuwe klimaatdoelstellingen lanceerden. Hoewel die doelstellingen niet echt ambitieus
Panda magazine – Pagina 18
waren, meenden velen daarin toch een positief teken te zien: misschien konden we ook in Lima een constructievere houding verwachten van de drie grootste vervuilers op aarde? En zou dit op zijn beurt leiden tot meer flexibiliteit bij andere landen?
ten leggen voor het afsluiten van dat akkoord en het gebrek aan vooruitgang brengt het succes van de top in Parijs in gevaar. Maar WWF geeft de hoop niet op en maakt van het klimaat een absolute prioriteit voor 2015. We zullen ieder-
Door opnieuw bomen aan te planten, verhoogt de capaciteit om CO2 op te slaan en ontstaan er weer ecosystemen die rijker zijn aan biodiversiteit. Niets was jammer genoeg minder waar. De onderhandelingen bleven steken in de traditionele dynamiek en de uitkomst was mager. Dat is zeer jammer met het oog op 2015, want dat jaar moet de geschiedenis ingaan als het jaar waarin we de klimaatverandering voorgoed een halt hebben toegeroepen. Daartoe moeten de wereldleiders een globaal akkoord bereiken op de volgende VN-klimaattop, die in december plaatsheeft in Parijs. Een ambitieuze uitkomst in Lima had de basis moe-
een aanmoedigen om zich in te zetten voor een succesvolle uitkomst in Parijs. Beleidsmakers, bedrijven... en jou! Samen met Climate Express (www. climate-express.eu) willen we 10 000 Belgen mobiliseren om mee te stappen in de klimaatmars die tijdens de top in Parijs zal plaatsvinden. Bereid je dus maar al voor om naar de Franse hoofdstad te trekken met de fiets, bus, trein of te voet – en om onze onderhandelaars aan te sporen om een ambitieus klimaatakkoord af te sluiten!
Wist je dat?
In de loop van het jaar 2010 werd in België slechts 6% van de subsidies besteed aan energiebesparing, terwijl 48% ging naar de fi scale vrijstelling van olieproducten.
© Antoine Lebrun/WWF-Belgique
REDD+ Het Nationaal Park Virunga in het oosten van de Democratische Republiek Congo is 800 000 hectare groot en bestaat uit tropisch woud, savanne, vulkanen en bergketens. De natuurlijke rijkdom van het park staat ook onder druk door de illegale houtkap en productie van houtskool (‘makala’ in het Swahili). Intact bos is dus een belangrijk wereldwijd goed voor de klimaatregeling: door bos te behouden of (opnieuw) aan te planten kunnen we de concentratie CO2 in de atmosfeer beperken. De voorbije decennia is er heel veel bos gekapt of aangetast, vooral in de tropen, waar miljoenen mensen voor hun overleven afhankelijk zijn van het bos. REDD+ is een mechanisme waarbij de ‘ontwikkelde landen’ een financiële vergoeding toekennen aan ontwikkelingslanden die erin slagen de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van ontbossing of de aantasting van hun bossen te verminderen en die maatregelen nemen die een duurzaam bosbeheer mogelijk maken.
In het Nationaal Park Virunga leven ongeveer 200 berggorilla’s . Het park wordt vandaag bedreigd door de illegale houtkap voor de productie van houtskool (of makala) die wordt verkocht op de markten in Goma.
© Kate Holt / WWF-UK
97% van de huishoudens in de provincie Noord-Kivu is afhankelijk van energie op basis van makala of brandhout. In Goma wordt 80% van deze energiebron geproduceerd op basis van hout dat illegaal is geoogst in de bossen van het Nationaal Park Virunga.
© Kate Holt / WWF-UK
WWF heeft verscheidene projecten die REDD+ helpen toepassen in prioritaire gebieden in de Democratische Republiek Congo (DRC), zoals de projecten ECOmakala+ en Luki). Het is om te planten de nodige bomen aan voor de productie van duurzame houtskool, en beperken ook de vraag naar brandstof door de bevolking verbeterde kookvuurtjes aan te bieden die minder energie verbruiken. De meeste exotische boomsoorten die worden gebruikt in het kader van het project ECOmakala, kunnen na het kappen opnieuw uitschieten. Op twintig jaar tijd zijn vaak vier kapcycli mogelijk voor er opnieuw moet worden aangeplant.
Panda magazine – Pagina 19
KIDS
RANGERS IN DE MIST Bij het krieken van de dag bereiden de jonge Rangers van WWF zich al voor op een nieuw avontuur. En er komen sjaals, mutsen en laarzen aan te pas, want het is geen weer om een hond door te jagen! Hier een kort stukje uit hun verslag. Het is heel koud en door de dikke mist die ons omhult, zie je niet verder dan je neus lang is… of die van je buur. We zijn in Virelles, een prachtig domein in Wallonië. In de mist doemt een geheimzinnig meer op, met vreemde bewoners… Onze gids Sébastien gaat met ons op stap. De wandeling loopt een eind over het meer. We gaan op zoek naar vroege vogels in het riet. Maar de mist is zo dik dat er door de telescoop van de gids vandaag niets te zien is. Die helpt ons dus niet veel… Maar plotseling trekt een geluid onze aandacht. We zijn hier niet alleen! Een boompje is omgevallen, of eerder… omgeknaagd. Je kunt zelfs de afdruk van de scherpe tanden van de dader nog zien. Weet je wie dat heeft gedaan? Inderdaad: de bever die met zijn familie aan de oevers van het meer woont. Om zijn burcht te bouwen, heeft hij sterke takken en veel aarde nodig. De bever richt niet te veel schade aan, omdat hij maar een paar kleine boompjes gebruikt. En je ziet al nieuwe scheuten! De reeën zullen maar wat graag van dat lekkers smullen!
© Bernard De Keyzer / WWF
KEN JE EEN KIND DIE TOTA AL GEK IS VAN DE NATUUR EN VAN PL ANTEN EN DIEREN? DAN IS RANGERCLUB VAN WWF ECHTDE IETS VOOR HA AR OF HEM! JE VINDT ALLE INFORMATIE EN KUNT INSCHRIJVEN WW W.RANGERCLUB.BE
© Ste ve Mo
rel lo / WW F
© Be rn ar d
De Keyz er
/ W WF
Soms gebeurt het dat een boom op het hoofd van een bever valt. Het leven van een bever kan zwaar zijn… Maar hij stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen: daarom knaagt hij grote bomen niet helemaal door, maar juist genoeg zodat de boom nog blijft staan. En dan verwijdert hij zich en wacht hij op de wind! Is dat niet slim gezien?
Tot zover dit korte verslag van het avontuur van de jonge Rangers in Aquascope in Virelles. Bekijk snel de beelden van deze tocht en van andere activiteiten van de Rangerclub op de website www.rangerclub.be.
Panda magazine – Pagina 20
© Bernard De Keyzer / WWF
EEN BEESTIG VERHAAL
WWF nodigde klassen van de lagere school uit om mee te doen aan een grote verhalenwedstrijd over het thema “Wild Europa”. Nadat ze hadden kennisgemaakt met de levenswijze van de dieren die op ons continent voorkomen, stuurden de jongeren ons een verhaal met een van de symbolische dieren van onze Europese fauna in de hoofdrol: de wolf, de bruine beer, het edelhert of de lynx. Dit is een van de verhalen die we ontvingen, geschreven door Linde.
© R.Isotti, A.Cambone - Homo Ambiens / WWF-Canon
Panda magazine – Pagina 21
LEGS
HET DUOLEGAAT uitgelegd door een notaris
Meester Neven is sinds kort gepensioneerd als notaris. Een deel van zijn nochtans goed gevulde agenda houdt hij vrij om advies te verstrekken aan mensen die een duolegaat overwegen ten gunste van WWF. We hebben hem ontmoet om te weten wat een duolegaat precies is en in welke omstandigheden het interessant kan zijn. Panda Magazine (P.M.): Kunt u ons uitleggen waaruit een duolegaat bestaat? Maître Neven (M.N.): Het duolegaat is een systeem waardoor het mogelijk is om een testament op te stellen ten gunste van uw erfgenamen en tegelijk het project te steunen van een vereniging die u nauw aan het hart ligt, door die ook op te nemen in uw testament. Het is een techniek waarbij iedereen wint: de erfgenamen die minder successierechten betalen en de begunstigde vereniging. P.M.: Hoe werkt dat precies? M.N.: Het duolegaat is gebaseerd op een
Panda magazine – Pagina 22
© AC de Neve
berekening die uitgaat van de successierechten: de erfgenaam laat een deel van zijn vermogen na aan een vereniging die weinig successierechten moet betalen. Die vereniging moet dan alle rechten betalen, ook op het deel van de andere erfgenamen, die dus hun erfenis vrij van rechten ontvangen. Het netto deel van de vereniging moet het mogelijk maken om de rechten van de andere erfgenamen te betalen. Door het belastingvoordeel kan iedereen erbij winnen. P.M.: Is een duolegaat in alle gevallen interessant? M.N.: Neen, dat hangt natuurlijk af van het bedrag van de nalatenschap. Algemeen kunnen we stellen dat hoe hoger de successierechten, hoe interessanter het is. Zo zal het voordelig zijn voor een verre erfgenaam (een vriend, een buur, enz.), maar ook voor een familielid dat niet in de rechte lijn verwant is (broer, zus, neef, nicht, oom, enz.). Bij grotere nalatenschappen kan het zelfs interessant zijn wanneer de kinderen de erfgenamen zijn. In alle gevallen moet er een duidelijk voordeel zijn voor de vereniging, anders zou men ervan uit kunnen gaan dat er sprake is van rechtsmisbruik
ter blijft altijd baas over zijn testament, ook al stelt hij dat op ten voordele van een vereniging: hij kan het vernietigen, wijzigen of vervangen door een ander als hij dat wil. Bovendien is een legaat maar geldig als de goederen nog bestaan in de nalatenschap bij het overlijden van de erflater. De erflater behoudt dus altijd de zeggenschap over zijn vermogen. P.M.: Hoe moeten mensen concreet te werk gaan? M.N.: In theorie is dat vrij gemakkelijk: het volstaat om een testament in die zin op te stellen. In de praktijk is het iets ingewikkelder, omdat je wat moet rekenen zodat het voordelig is voor iedereen. Het beste is om een afspraak te maken met het team van WWF om er persoonlijk over te praten. Het gaat om belangrijke dingen en daar mag je niet lichtvaardig mee omgaan. Ik geef de mensen die ik ontmoet trouwens altijd de raad om hun eigen notaris te raadplegen voor ze hun testament opstellen.
WILT U WWF OOK OPNEMEN IN UW TESTAMENT? Neem dan contact op met Margareta Crovetto–Heylen, onze relatiebeheerder
P.M.: Maar bestaat er dan geen risico voor de erflater? M.N. : Neen, helemaal niet. De erfla-
nalatenschappen. 02/340.09.24 margareta.heylen@wwf.be
ECO-ONTSPANNING
NASI GORENG INGREDIËNTEN VOOR 4 PERSONEN • 250 g rijst • 0,5 l water • 1 (middelgrote) ui • 0,5 kg prei • 0,5 kg wortelen • 100 g champignons • (neutrale) olie • 1 teentje knoflook, geperst • currypoeder • peper • 1 snuifje sambal oelek • 250 g tofureepjes (licht gekruid) • 100 g erwtjes (diepvries of vers)
BEREIDING Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Hak de ui, snijd de prei in schijfjes en de wortelen en de champignons in blokjes. Fruit de ui in een beetje olie gemengd met de sambal oelek. • Voeg de wortelen, prei en champignons toe, roer alles goed door elkaar en laat stoven tot de groenten bijna gaar zijn. • Kruid de groenten met het currypoeder of met kruiden voor nasi goreng en voeg de geperste knoflook toe. • Doe de tofureepjes en de (diepvries)erwtjes bij de groenten en laat nog even doorwarmen. • Meng de rijst met de groenten en dien op met de pindasaus. • •
Dit recept komt uit www.donderdagveggiedag.be
GOED OM TE WETEN
Het verbruik van melk en eieren verhoogt aanzienlijk onze ecologische voetafdruk: de productie ervan is verantwoordelijk voor 19% van de milieuhinder als
GA VERANTWOORD OM MET ZUIVELPRODUCTEN EN EIEREN
gevolg van voeding. Het vee verorbert immers enorme hoeveelheden graan, soja en ander voedsel dat ook zou kunnen dienen als eten voor de mens. Vanuit het oogpunt van het grondgebruik en de wereldwijde voedselvoorziening is het dus heel belangrijk dat we ons verbruik van dierlijke producten beperken.
PINDASAUS Stoof een gehakt teentje knoflook met een snuifje chilipoeder in een pan. • Voeg al roerend 1,5 eetlepel pindakaas en 30 cl nietgezoete sojamelk toe. • Laat de saus enkele momenten inkoken op een middelhoog vuur. • Voeg 1 eetlepel suiker en het sap van een halve citroen toe en roer alles goed door elkaar. • Als de saus te dik wordt, kun je er nog een beetje sojamelk bij gieten. •
Smakelijk! Dit recept komt uit http://www.donderdagveggiedag.be/
Panda magazine – Pagina 23
100%
+ 40 %
RECYCLED
xxxxxx
Sinds het begin van het industriële tijdperk zijn de broeikasgassen die het gevolg zijn van menselijke activiteiten, met 40% toegenomen
+De temperatuur 0,85°opC
aarde is sinds 1860 met 0,85°C gestegen
50% Sinds 1970 zijn de helft
van de populaties vissen, zoogdieren, reptielen, vogels en amfibieën verdwenen
100%
hernieuwbare energie tegen 2050 – dat doel moeten we bereiken om onder een opwarming van 2°C te blijven
© Roger Leguen / WWF Canon
Onze missie WWF wil de aantasting van het milieu op onze planeet een halt toe roepen en bouwen aan een toekomst waarin de mens in harmonie leeft met de natuur.
www.wwf.be
WWF-België • E. Jacqmainlaan 90 • 1000 Brussel • Tel. 02 340 09 99 • Fax 02 340 09 33 • members@wwf.be • Het Infocenter is open van ma tot vrij van 9.00 tot 12.30 en van 13.30 tot 16.30.