6/ DOSSIER
Toekomst voor de lynx in België
6/ DOSSIER
Toekomst voor de lynx in België
14/ OP HET TERREIN
Zeldzaam aapje krijgt steun van Myanmarese gemeenschappen
Zomereditie 2024
16/ FOCUS
Mijnbouw in ons waterwonderland
'Als we ons land willen voorbereiden op de terugkeer van de lynx, moeten we ook zorgen dat onze natuurgebieden beter met elkaar verbonden zijn.'
Om bedreigde wilde diersoorten en de meest waardevolle landschappen op onze planeet te beschermen, hebben we jouw steun nodig. Doe een gift aan WWF!
Brede rivieren doorkruisen onze bosrijke streken: België heeft veel troeven in huis om bloeiende natuur te herbergen en een toevluchtsoord te vormen voor heel wat wilde Europese soorten. Toen een lynx de Semoisvallei als leefgebied koos, klopte WWF aan bij Humboldt-Universtät zu Berlin. We wilden weten of deze iconische diersoort ook bij ons een comeback kon maken. De onderzoekers hadden goed nieuws voor ons, want in en rond België liggen uitgestrekte leefgebieden waarin zo'n 75 lynxen zich helemaal thuis zouden voelen!
Dat er in België geschikte leefgebieden zijn voor deze grote katachtige, is geweldig. Niet enkel voor ons land, maar voor heel Europa. Door de leefgebieden van de lynx te herstellen, houden we het ecologische evenwicht van ons continent mee in stand. Tal van andere soorten gaan bovendien baat hebben bij onze inspanningen voor natuurbehoud en -herstel. Als we ons land willen voorbereiden op de terugkeer van de lynx, moeten we ook zorgen dat onze natuurgebieden beter met elkaar verbonden zijn. Anders gezegd: nu hebben we geïsoleerde natuureilandjes. Die moeten we doen uitgroeien tot een grensoverschrijdend natuurnetwerk.
Bij WWF werken we aan een wereld waarin mens en grote katachtigen harmonieus kunnen blijven samenleven. Dat doen we via Living with Big Cats, een initiatief dat vertrekt van de mens om te bouwen aan een duurzame toekomst voor leeuwen, jaguars en sneeuwluipaarden. Laten we ook in België bijdragen tot het behoud van grote katachtigen. Laten we lynxen alle kansen bieden om een leefbare populatie te vormen in onze natuur. Nu kunnen we in eigen land de weg banen voor dit inspirerende, fascinerende dier. Die uitdaging gaan we vol enthousiasme aan.
Dankzij jouw steun kunnen we ons in dit avontuur storten. Together possible!
Nicolas Tubbs
Directeur van de natuurbehoudsprogramma's van WWF-België
14/ OP HET TERREIN
Zeldzaam aapje krijgt steun van Myanmarese gemeenschappen
COLOFON: WWF Magazine is een publicatie van WWFVlaanderen vzw. Alle rechten zijn voorbehouden aan WWF. Het logo en de initialen WWF zijn handelsmerken van het World Wide Fund for Nature. Overname van teksten met bronvermelding is toegestaan. • Werkten mee aan dit nummer: Alison Avanzini, Roxane Driessens, Veerle Hermans, Hans Moyson, Laure Raimondi, Corentin Rousseau, Pepijn T'Hooft, Nicolas Tubbs, Sarah Vanden Eede, Déborah Van Thournout • Coördinatie en redactie: Esther Favre-Félix, Emma Maris • Vertaling: Martin Collette, Emma Maris • Ontwerp: inextremis.be • Druk: CO2-neutraal gedrukt door Zwart op Wit op recycled cyclus silk 90 gr • Omslagfoto: © Tomas Hulik / Shutterstock • V.U.: Déborah Van Thournout, E. Jacqmainlaan 90, 1000 Brussel.
6/
Toekomst voor de lynx in België
16/ FOCUS
Mijnbouw in ons waterwonderland
Heb je een vraag of opmerking, wil je een adreswijziging doorgeven of ontvang je liever de digitale versie van dit magazine? Bel dan 02 340 09 20 of stuur een berichtje naar supporters@wwf.be.
GEMEENSCHAP REDT 105.000 BABYSCHILDPADDEN
Al gehoord van de terekayschildpad (Podocnemis unifilis)? Deze rivierschildpad leeft in het Amazonebekken. Toen de Cofángemeenschap in Zábalo eind jaren 80 merkte dat de schildpaddenpopulaties drastisch slonken, sloegen ze alarm. De soort is traditioneel een belangrijke bron van proteïnen voor de inheemse bevolking, maar de schildpadden en hun eieren werden in het hele continent verhandeld, waardoor ze bijna uitstierven. De Cofán besloten dus zelf geen schildpadeieren meer te eten, en later begonnen ze de nesten naar hoger gelegen stranden te verplaatsen om ze te beschermen tegen overstromingen en roofdieren. Daarna legden ze kunstmatige stranden en vijvers aan, waar jonge schildpadden in alle veiligheid konden opgroeien. De gemeenschap monitort de dieren ook tijdens het voortplantingsseizoen. Zo weten we dat hun aanpak werkt, vertelt Rafael Yunda van WWF, die het project sinds de start begeleidt: 'Zábalo is nu de plaats met de meeste terekayschildpadden. Het aantal nesten steeg er van een luttele 180 tot meer dan 1.000, en ruim 81% van de eieren komt uit!' De nestbeheer- en beschermingsmethoden van de Cofán groeiden uit tot een model voor natuurbehoud in samenwerking met lokale gemeenschappen. Dankzij jou kunnen wij succesverhalen zoals dit steunen!
In Malawi steunt WWF vier beschermde gebieden, waaronder Majete en Liwonde. Enkele jaren geleden kon je het aantal leeuwen daar nog op twee handen tellen. Verschillende herintroducties deden hun aantallen gestaag stijgen, en intussen kunnen we zelfs spreken van exponentiële natuurlijke groei. Nu leven er een zeventigtal leeuwen in Majete; in Liwonde telden we er 26 – dat alles danken we aan jouw steun!
Malawi is een dichtbevolkt land. De parken zijn er dus kostbare eilanden van natuur. Om conflicten te voorkomen tussen de dieren van het park en de mensen die errond wonen, zijn de parken omheind. Als roofdierpopulaties er te snel groeien, kan dat het evenwicht in het gesloten ecosysteem dus verstoren. Daarom zet WWF in op populatiebeheer. Stap één: de populatiedynamieken doorgronden via monitoring met GPS-halsbanden. Door in elke troep een individu uit te rusten met zo'n halsband, weten we waar de leeuwen zich bevinden. En zo kunnen we de geboortes in de parken opvolgen. Wanneer het park zijn capaciteit voor leeuwen bereikt, kunnen we de dieren bijvoorbeeld verplaatsen naar andere parken waar de populaties een duwtje in de rug nodig hebben.
Pierre-Jacques steunt WWF al sinds 1987 met enthousiasme. 'Wilde dieren en natuur zijn mijn passie, ook al heb ik niet veel gereisd.' Hij heeft vooral mooie herinneringen aan een ganzenbordspel van WWF waar hij als kind uren zoet mee was. Toen hij ouder werd, besefte Pierre-Jacques dat je geen dieren kan redden zonder de natuur te beschermen. 'De aarde, dat ben ik. Dat zijn wij allemaal. Doneren is eigenlijk teruggeven aan de aarde. Ik vertrouw WWF: ik weet dat zij mijn giften doordacht gebruiken.' Toen het tijd was om zijn testament op te stellen, was het voor Pierre-Jacques dan ook vanzelfsprekend dat WWF erin voorkwam. Zo laat hij zijn passie voor natuur en wilde dieren verderleven. 'Bekijk het als de ultieme koolstofcompensatie voor ons avontuur op deze planeet.' Gisteren, vandaag en morgen: Pierre-Jacques staat voortdurend aan onze zijde. En daarvoor zijn we hem bijzonder dankbaar!
WIL JE WETEN HOE JE WWF KAN OPNEMEN IN JE TESTAMENT?
Ik wil meer informatie over hoe ik WWF in mijn testament kan opnemen.
Ik wil vragen stellen over of hulp krijgen bij mijn testament – neem contact met mij op.
Ik heb WWF al in mijn testament opgenomen en wil dat laten weten.
Geslacht: Mevr. Dhr. X. Voornaam:
Achternaam:
Straat: .........................................................................................................................................
Postcode: ..............................................
E-mailadres:
Telefoonnummer:
Huisnummer: ............
Gemeente: ......................................................................................................
Geboortedatum:
Stuur de antwoordstrook terug naar WWF-België – Dominique Weyers, Emile Jacqmainlaan 90, 1000 Brussel.
WWF-Belgium (E. Jacqmainlaan 90, 1000 Brussel) laat je gegevens verwerken door Black Tiger Belgium (Researchdreef 65, 1070 Brussel) volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming. We gebruiken je gegevens alleen voor de activiteiten op dit formulier. Je kan je gegevens altijd inkijken, laten aanpassen of schrappen via WWF. Meer weten over WWF en jouw gegevens? Surf naar wwf.be/nl/privacy. We kunnen onze privacyverklaring ook met de post naar je opsturen.
Wist je dat er een Euraziatische lynx door de bossen van de Semoisvallei zwerft? Sinds 2020 weten we dat dat mannetje niet op doortocht is, maar België als leefgebied koos. En dat nadat de soort eeuwenlang uit onze bossen verdween! Fantastisch nieuws voor de biodiversiteit, dus. Helaas is onze lynx moederziel alleen. Bestaat de kans dat hij gezelschap krijgt van soortgenoten? Is er plaats in België voor een lynxenpopulatie? WWF ging op onderzoek uit.
Met hun driehoekige oren met zwarte kwastjes, korte staart met zwarte punt en lange bakkebaarden zijn lynxen een opvallende verschijning. Toch zijn ze niet zo eenvoudig te spotten: lynxen zijn schuwe dieren, en in België leeft er maar één. Dat weten we sinds 2020, toen een wildcamera in de Semoisvallei het dier fotografeerde.
Zoals zijn naam verraadt, komt de Euraziatische lynx voor van Europa tot Azië. Het grote merendeel van deze elegante grote katten leeft in de boreale bossen die zich uitstrekken van Scandinavië over Rusland tot de Stille Oceaan. De Europese lidstaten huisvesten 7.000 à 8.000 Euraziatische lynxen – dat is minder dan de drempelwaarde voor IUCN-status 'kwetsbaar'. Die dieren leven in een tiental populaties, waarvan er bepaalde bedreigd (in Frankrijk) of zelfs ernstig bedreigd (in Duitsland) zijn. De Euraziatische lynx is het derde grootste roofdier in Europa, en verkiest uitgestrekte, aaneengesloten bosgebieden met afwisselende samenstelling en hoogtevariatie. Lynxen hebben voldoende rustplekken nodig. Rotsen, dichte struiken, varens en kluwen van dode bomen en takken bieden hun de nodige beschutting om potentiële prooien te observeren en kittens op de wereld te zetten.
Lynxen leiden solitaire levens, maar één keer per jaar zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op: tijdens de paartijd. Die loopt van midden februari tot midden april. Na enkele dagen scheiden hun wegen opnieuw. Was de ontmoeting succesvol, dan zet het vrouwtje 67 tot 72 dagen later (in mei of juni dus) twee tot vier kittens op de wereld.
Lynxenjongen openen de ogen voor het eerst na zeven tot zeventien dagen, en hebben de eerste twee tot drie weken erg beperkte motorische vaardigheden. Na een viertal weken beginnen ze het hol te verlaten, en na een maand of twee volgen ze hun mama over langere afstanden. Op negen weken zijn hun melktanden genoeg ontwikkeld om vlees te kunnen eten. Dan neemt hun moeder hen voor het eerst mee naar een prooi.
TIJD VOOR EEN EIGEN STEKJE
Tussen maart en april, wanneer de jongen tien à elf maanden oud zijn, verlaat hun moeder hen. De meeste jongen blijven dan nog even in haar territorium: zo kunnen ze hun eerste jachtpogingen in bekend terrein ondernemen. Daarna kiezen ze eerst tijdelijke leefgebieden, tot ze zich rond hun 18de levensmaand vestigen in
hun definitieve territorium. Dat ligt gemiddeld op 5 tot 130 km van hun geboortegebied, al verplaatsen vrouwtjes zich over het algemeen minder ver dan mannetjes. Hun leefgebieden strekken zich uit over 50 tot 450 km², en ze delen het niet met soortgenoten van hetzelfde geslacht. Mannetjes aanvaarden wel dat er één tot drie vrouwtjes in hun territorium leven.
Lynxen zijn bijzonder efficiënte hinderlaagjagers: ze liggen geduldig op de loer, en vallen hun prooi pas aan wanneer die maximaal 20 meter van hen verwijderd is. Hun favoriete prooien? Reeën, gevolgd door gemzen en edelherten. Lynxen zijn strikte vleeseters: middelgrote hoefdieren maken 70 tot 90% van hun dieet uit. Daarnaast eten ze ook kleinere zoogdieren, zoals vossen, hazen, en verschillende soorten muizen. Lynxen eten twee tot drie kg per dag, en kunnen zich dan ook drie tot zeven dagen voeden met één ree. En de restjes? Die zijn cruciaal voor het ecosysteem waarin de lynx leeft …
WELKE ROL SPEELT DE LYNX IN ZIJN ECOSYSTEEM?
Lynxen laten het hele jaar door kadavers achter. Die dode dieren zijn een belangrijke bron van voedsel voor aasdieren en planten. Kadavers verrijken bovendien de bodem, en vogels zoals pimpelmeesjes hebben ze nodig om de winter te overleven.
Dat is niet de enige rol van de lynx. Als roofdieren aan de top van de voedselketen helpen ze het evenwicht bewaren in de bosecosystemen waarin ze leven. Ten eerste beïnvloeden ze de hoeveelheid grazers. En door te jagen op reeën en andere hoefdieren die boomscheuten en schors eten, zorgen lynxen dat die dieren minder lang op één plek grazen. Dat geeft jonge bomen en andere planten de kans om te herstellen. Door de lynx gaan grazers ook voedsel zoeken op nieuwe plekken: zo zorgt de grote katachtige mee voor bosverjonging.
Tot slot oefenen lynxen ook druk uit op middelgrote roofdieren, zoals vossen: een lynx kan er tot 30 per jaar doden. Vossen blijven daarom liever bij hen uit de buurt, waardoor zeldzame prooidieren – zoals grondbroedende vogels – kansen krijgen waar er lynxen zijn. De lynx zorgt dus voor meer diversiteit in zijn omgeving, en zo kan het ecosysteem zijn functies beter vervullen.
De terugkeer van een iconische grote kat kan tal van reacties uitlokken, van enthousiasme en bewondering tot angst. De meeste mensen zijn bovendien niet erg vertrouwd met de soort. Velen weten bijvoorbeeld niet dat lynxen inheemse dieren zijn in Europa!
'Op dit moment leeft er nog maar één lynx in ons land', vertelt Corentin Rousseau van WWF (zie foto). 'Voor er meer komen, moeten we de maatschappelijke impact van de terugkeer van de soort diepgaand evalueren. Is het grote publiek er klaar voor? Bij WWF willen we misinformatie over en angst voor de soort de wereld uithelpen via sensibiliseringscampagnes.'
Zo is er al geruststellend nieuws voor veehouders: onder de grote roofdieren maakt deze katachtige het minste slachtoffers bij landbouwdieren en brengt hij het minste schade toe aan menselijke eigendommen. Corentin is er gerust in: 'Lynxen verschillen heel erg van wolven. Ze vallen bijna nooit vee aan. Doen ze dat toch, dan doden ze één of hooguit twee dieren.' In landen waar Euraziatische lynxen leven, blijken beschermingsmaatregelen trouwens erg goed te werken. Zo zijn waakhonden 86% tot 100% efficiënt!
BEPERKTE IMPACT
Jagers vrezen soms dat lynxen reeën- en gemzenpopulaties zouden doen slinken. In werkelijkheid blijkt dat de lynx een erg beperkte impact heeft: een Zwitserse studie uit de jaren negentig toonde dat de lynxen die er op dat moment leefden (een honderdtal) jaarlijks 6 tot 9% van de reeën en 2 tot 3% van de gemzen wegnamen; goed voor 6.000 hoefdieren per jaar. Ter vergelijking: de jacht doodde er 40.000 per jaar, en nog eens 15.000 stierven in aanrijdingen met auto's.
En jij en ik, moeten wij bang zijn voor de terugkeer van de lynx? 'Helemaal niet. Lynxen zijn erg schuwe dieren. De kans dat je er ooit een tegenkomt, is dus bijna onbestaande', benadrukt Corentin. 'Ik heb nog nooit gehoord of gelezen over lynxaanvallen op mensen.'
Vroeger leefden er in bijna heel Europa lynxen. Helaas daalden hun aantallen gestaag door ontbossing en overmatige jacht op reeën, herten en gemzen – de favoriete prooien van de lynx. Daardoor stierf de soort uit op veel plaatsen. Zo ook in België.
Het goede nieuws: sindsdien zagen meer en meer herbebossingsprojecten het licht, worden hoefdieren beter beheerd en zijn er wetten die wilde dieren beschermen. Dankzij die inspanningen werkt de lynx nu aan een comeback in WestEuropa. Relictpopulaties konden groeien, en herintroducties zetten die groei kracht bij in bijvoorbeeld Frankrijk, Zwitserland, Duitsland en Slovenië. Het gevaar is wel niet geweken, want in Europa zijn de meeste populaties piepklein. Bovendien leven ze ver van elkaar.
EINDELIJK ZEKER: DE LYNX IS TERUG!
Eeuwenlang verdween de soort uit onze streken, maar we hoorden al tientallen jaren geruchten over lynxwaarnemingen. Op 27 augustus 2020 kwam dan eindelijk het verlossende bewijs: een wildcamera in de Semoisvallei legde de lynx vast op de gevoelige plaat (zie hiernaast). Daarna installeerde de Waalse Overheidsdienst extra wildcamera's. Dicht bij die camera's plaatsten ze 'vachtvallen': paaltjes met een ruwe bekleding, ingesmeerd met een product dat lynxen aantrekt. Doel was dat de lynx zijn territorium zou markeren door tegen het paaltje te schuren. Zo zou hij vacht achterlaten, en dus DNAsporen die we konden analyseren. Daaruit leerden we dat onze lynx een mannetje uit de Karpatische lijn is, net als de lynxen die in Frankrijk en Duitsland leven.
FIJNE VERRASSING
Dat een Euraziatische lynx opdook in België, blijft verrassend. De dichtstbijzijnde lynxenpopulatie – een piepkleine populatie van zo'n 16 individuen – leeft namelijk op 180 km van de Semoisvallei, in de Vogezen en het Paltserwoud, tussen Frankrijk en Duitsland. In tegenstelling tot wolven leggen lynxen zelden zo'n grote afstanden af, zeker niet in een versnipperd leefgebied zoals België. Maar het is dus niet onmogelijk!
Toen we eindelijk zeker wisten dat België een lynx huisvestte, klopten we aan bij wetenschappers van Humboldt-Universität zu Berlin. Die onderzochten welk deel van onze natuurlijke leefgebieden geschikt zou zijn voor lynxen, en hoe goed die habitat verbonden is met de lynxenpopulaties in onze buurlanden.
Goed nieuws: het zuiden van ons land omvat uitgestrekte gebieden waarin lynxen zich helemaal thuis zouden voelen! Lynxen leven het liefst in heuvelketens waarin grote, goed verbonden bosgebieden met hoogteverschillen liggen – gebieden waar weinig menselijke activiteiten hen zouden storen. Zo zijn er twee hotspots in België: één in het westen van de Ardennen, de andere in het Eifelgebied. Het Ardense massief verbindt die twee omvangrijke leefgebieden en vormt zelf ook geschikte lynxhabitat (zie kaart hiernaast). Op basis van de habitatkaart die ze opstelden, en volgens verschillende modelleringsmethoden, schatten de onderzoekers dat er in en rond België zo'n 75 lynxen zouden kunnen leven!
De onderzoekers brachten ook in kaart welke corridors lynxen uit Frankrijk en Duitsland zouden kunnen gebruiken om hun weg naar de Semoisvallei te banen. In theorie zouden lynxen dus op natuurlijke wijze naar België kunnen komen. Toch is het weinig waarschijnlijk
Potentiële lynxleefgebieden volgens Humboldt-Universität zu Berlin. De kleuren tonen de geschiktheidsgraad van het leefgebied. 90% – weinig geschikt 95% – geschikt 97,5% – heel geschikt
dat dat op korte termijn volstaat voor een levensvatbare lynxenpopulatie in ons land. Waarom? Omdat het bijna uitsluitend mannetjes zijn die grote afstanden afleggen en obstakels zoals wegen en rivieren overwinnen.
Dr. Julian Oeser van de Berlijnse universiteit ziet de toekomst toch rooskleurig in: 'natuurbehoudsorganisaties zetten meer en meer in op het ontstaan van een metapopulatie – een netwerk van verbonden populaties –in Centraal-Europa. De Belgische bossen zouden een mooi stuk van die puzzel kunnen vormen: dat blijkt uit ons onderzoek. Als er weer Euraziatische lynxen zouden leven in België, zou dat dus niet enkel fantastisch nieuws zijn voor de lokale biodiversiteit en ecosystemen, maar ook een belangrijke stap richting het behoud van deze iconische soort in heel Europa.'
Dat we in België geschikte leefgebieden hebben voor de lynx, stemt Corentin Rousseau (WWFBelgië) en Cécile Lesire (Nationaal Park van de Semoisvallei) gelukkig.
Ze vertellen ons hoe WWF en het nationaal park ons land nu al lynxvriendelijker maken, en wat er nog op de planning staat.
'Het nationaal park gaat tegen 2026 minstens 100 hectare aan bosranden en open gebieden in het bos herstellen en aanleggen', begint Cécile. 'We gaan dus bomen en struiken planten, met daarlangs een kruidlaag. Zo krijgen we een gelaagde overgang tussen open gebieden en bos: perfect voor lynxen om op de loer te liggen terwijl hun prooien grazen.' Bijkomend voordeel: bosranden zorgen voor meer biodiversiteit.
'We gaan ook minstens 20 hectare aan bedreigde biotopen herstellen op de hellingen van de Semoisvallei', voegt Cécile toe. 'Met hun ruige rotspartijen zijn dat perfecte rust- en paarplaatsen voor de lynx. We willen ze dus beschermen door er integrale bosreservaten van te maken: dan zou er geen bosbouw in mogen plaatsvinden. Zo garanderen we rust voor het leven in het bos', weet Corentin. En die rust hebben lynxen nodig, zeker in de paartijd en wanneer ze hun jongen grootbrengen.
Van wegen en treinsporen tot steden en landbouwgebieden: België is doorzeefd met obstakels voor de lynx, die ruime gebieden zonder menselijke activiteiten verkiest. Hoe kunnen we onze versnipperde landschappen beter met elkaar verbinden? 'Eerst en vooral moeten we de lynx veilige
Hellingen van de Semoisvallei, waar de lynx zich thuis voelt.
Het nationaal park plantte deze kruiden, struiken en bomen in maart 2024. oversteekplaatsen bieden. Door nieuwe faunapassages aan te leggen, of bestaande tunnels en ecoducten aan te passen', legt Cécile uit. Corentin vult aan: 'Lynxen hebben voortdurend verstopplaatsen nodig: ze houden dan ook niet van open landbouwgebieden. Dat lossen we op door hagen en bomengroepjes te planten. Die gebruiken lynxen als stapstenen om open zones te overbruggen.'
De connectiviteit enkel in België verbeteren, zou zinloos zijn. Lynxen kennen geen landsgrenzen, en populaties van verschillende oorsprongen moeten elkaar kunnen ontmoeten. 'Anders krijg je een gebrek aan genetische diversiteit, waardoor lynxen vatbaarder worden voor erfelijke ziekten en afwijkingen', vertelt Corentin. Dat bevestigt Cécile. 'Daarom willen WWF en het nationaal park nagaan welke obstakels lynxverspreiding tegenhouden. Op basis daarvan willen we grensoverschrijdende samenwerkingen opzetten om de connectiviteit te verbeteren tussen België en de nabije lynxenpopulaties.'
Interesse geprikkeld?
Lees hier ons volledige rapport over de toekomst van de lynx in België!
Wist je dat de popalangoer pas op 11 november 2020 wetenschappelijk erkend werd als soort? Vier jaar later weten we zeker dat deze tengere aapjes voorkomen in vier Myanmarese bosgebieden. In drie daarvan leven ze in relatief gunstige omstandigheden, maar in het laatste wordt meer en meer gejaagd. En dat brengt de kwetsbare apenpopulatie in gevaar. Voor de inwoners van Myanmar zijn het bovendien woelige tijden. Zelfs in beschermde gebieden vormen ontbossing en habitatverlies dus een bedreiging voor de popalangoer. 'De situatie verandert voortdurend in ons land. Dat heeft ook gevolgen voor onze natuurlijke hulpbronnen. Landroof, mijnbouw, ontbossing en stroperij: de natuur staat onder druk', vertelt dr. Ngwe van WWF in Myanmar. 'De popalangoer is ernstig met uitsterven bedreigd. We moeten dus absoluut informatie verspreiden over de bescherming van de soort, en dringend onderzoeken of de aapjes ook in andere gebieden voorkomen.'
Maak kennis met de popalangoer, een prachtig aapje dat verrast met zijn lange staart en de witte kringen rond zijn ogen en mond. We schatten dat er nog maar een kleine tweehonderd popalangoeren zijn, en ze komen enkel voor in Myanmar. Ondanks de complexe werkomstandigheden in dat land, zijn de teams van WWF en de lokale gemeenschappen vastberaden om de soort te redden.
De uitdagende omstandigheden hebben lokale spelers er niet van weerhouden om de handen in elkaar te slaan voor de popalangoer. 'Door de gebeurtenissen in ons land zijn bepaalde gebieden niet toegankelijk', legt dr. Ngwe uit. 'Welke gebieden toegankelijk zijn, verandert ook voortdurend. We moeten dus flexibel zijn. Zo vond er een hybride conferentie plaats over de popalangoer, zodat lokale gemeenschappen konden vertellen wat ze allemaal deden voor de soort. Wie kon komen, was aanwezig. Wie zich niet kon verplaatsen, nam online deel aan de conferentie.' Dat bevestigt Sein Myauk Myauk van WWF: 'In de covidperiode leerden heel wat lokale gemeenschappen Zoom gebruiken. Ze kunnen nu ook info en foto's uitwisselen via de berichtendiensten van sociale media. Soms valt het internet weg in bepaalde gebieden, maar de gemeenschappen maakten al tientallen crisisjaren mee. Ze leerden dus creatief zijn en zich aanpassen. Want altijd als ze een werkwijze op punt zetten, krijgen ze een nieuwe uitdaging voorgeschoteld ...'
Vorig jaar kwamen gemeenschapsorganisaties en de lokale bevolking samen voor een workshop. Doel: samenwerkingen op touw zetten. 'Ik heb de aapjes met mijn eigen ogen gezien! Omdat de soort zo ernstig bedreigd is, voelde ik me meteen verantwoordelijk voor hen. Ik ben trots dat er popalangoeren leven in mijn streek', vertelt Ko Kyaw*, een burger die sindsdien lokaal informatie helpt verspreiden over de soort. 'De lokale gemeenschappen ontdekten doorheen de jaren hoeveel rijkdommen hun omgeving herbergt. Dat motiveert hen elke dag weer', zegt dr. Ngwe. 'Hun bijdragen zijn onmisbaar: ze ontwikkelen oplossingen voor het behoud van de soort, afgestemd op hun context. En ze bedachten manieren om in kaart te brengen hoeveel popalangoeren er zijn en welke bedreigingen hun boven het hoofd hangen.'
Tijdens de conferentie ging het onder meer over illegale handel in popalangoeren op sociale media. 'Door de huidige situatie in Myanmar is er ook meer armoede', aldus Sein. 'Gevolg: meer smokkelhandel. Zo worden wilde dieren illegaal verkocht via sociale media. Soms worden popalangoeren verhandeld als huisdieren. Maar ze zijn ook gegeerd om hun vlees. De maag van het aapje wordt dan weer gebruikt in de traditionele geneeskunde.'
Bewustmakingsacties op de avondmarkt
Kinderen leren over de popalangoer via boekjes
Interviews met lokale gemeenschappen
Daarom zetten de gemeenschappen in op informatieverspreiding. Hoe ze dat precies doen, hangt af van plaats tot plaats. 'Op markten werken we bijvoorbeeld met leerzame spelletjes, en delen we boeken uit waarin kinderen kunnen lezen over de popalangoer. Maar elk gebied beschermt de soort op zijn manier', weet dr. Ngwe.
'Al van toen ik klein was, zie ik deze aapjes rond de Padah-Lingrot', vertelt Ko Win Min*. Hij nam deel aan een workshop: 'We wisten niet dat ze ernstig bedreigd waren! De workshop heeft ons veel geleerd, en ik wil graag helpen om de popalangoer te beschermen in mijn streek.'
* De namen met een sterretje zijn pseudoniemen.
Vanaf 200 meter onder het wateroppervlak tot het diepste punt van de oceaan vind je de diepzee. Hoewel ze een van de laatste onaangetaste wildernissen op onze planeet vormt, staat de diepzee zwaar onder druk, bijvoorbeeld door klimaatverandering. En nu hangt haar een bedreiging met verwoestende gevolgen boven het hoofd: diepzeemijnbouw.
We hebben nog maar een fractie van de geheimen van de donkere diepzee ontrafeld. Toch vonden we er al een wonderbaarlijke diversiteit aan leefgebieden – van hydrothermale bronnen tot onderzeese bergen – die unieke en mysterieuze soorten huisvesten.
Diepzeedieren pasten zich aan zodat ze kunnen leven in ijskoude, superstille wateren, zonder licht en onder een verpletterende waterdruk. Vroeger dachten mensen dan ook dat niets in die omstandigheden kon leven; nu schatten we dat de diepzee wel een miljoen soorten herbergt. Behalve extreem zijn de leefomstandigheden van diepzeesoorten ook erg stabiel: alles gaat traag in de diepzee. Dieren groeien en bewegen langzaam, en kunnen uitzonderlijk oud worden.
Er zijn sponzen van wel 10.000 jaar! Gevolg van die enorme tijdspannes is dat diepzeesoorten erg kwetsbaar zijn voor verstoringen en veranderingen.
Behalve unieke fauna en flora vind je in de diepzee grote hoeveelheden metaalrijke mineraalvoorraden. Omdat die metalen – koper, kobalt, nikkel, mangaan … – worden gebruikt voor veel industriële en elektronische toepassingen (van smartphones over batterijen voor elektrische mobiliteit tot zonnepanelen en windturbines) is er veel interesse voor diepzeemijnbouw.
Diepzeemijnbouw houdt in dat je die metalen gaat winnen uit de oceaan. Hoe dat gebeurt, hangt af van de mineraalafzetting. Voor polymetaalknollen zouden stofzuigerachtige voertuigen worden gebruikt; voor polymetaalsulfiden en kobaltrijke korsten heb je instrumenten nodig die snijden en boren om de stenen met mineralen los te breken. Dat laatste klinkt misschien ingrijpender, maar zelfs polymetaalknollen winnen is een bijzonder invasief, destructief proces. Volledige leefgebieden zouden verwoest worden, soorten zouden verdwijnen. Door het trage tempo en ritme in de diepzee zou de schade zich nooit kunnen herstellen binnen tijdspannes die wij als mens kunnen bevatten, als ze zich al ooit herstelt …
Diepzeeleefgebieden met mineraalafzettingen
Abyssale vlakten maken 75% van de oceaanbodem uit. Ze zijn bedekt met sediment en herbergen een waaier aan levensvormen – van octopussen over zee-egels tot vissen. Wat je er ook vindt, zijn polymetaalknollen. Die knollen groeiden in de loop van miljoenen jaren rond kleine objecten die naar de oceaanbodem dwarrelden, zoals haaientanden en zandkorrels. Ze bevatten koper, nikkel, kobalt, mangaan en andere mineralen.
De dolfijn van Cuvier kan wel 3.000 meter diep duiken en gebruikt geluid om zich te voeden, te communiceren en te navigeren in de oceaan. Deze walvis zou dus lijden onder de geluidsoverlast van diepzeemijnbouw.
De meeste soorten die op abyssale vlakten leven, hechten zich vast aan polymetaalknollen. De Casperoctopus heeft ze nodig om zich voort te planten: de vrouwtjes leggen hun eitjes in sponzen en koralen die op polymetaalknollen groeien. Als de knollen worden weggehaald, sterven de soorten die erop leven. Bij massale extractie dreigen ze uit
De Casperoctopus is vernoemd naar het vriendelijke spookje uit de cartoon. Door diepzeemijnbouw zou de soort kunnen uitsterven.
HYDROTHERMALE BRONNEN EN UNIEK MICROBIEEL LEVEN
Hydrothermale bronnen vind je op onderwatervulkanen en richels die zich vormen langs de randen van tektonische platen. Ze vormen de basis voor enkele van de meest unieke ecologische gemeenschappen ter wereld: er leven grote hoeveelheden dieren die enkel daar voorkomen. Mogelijk is het leven op aarde er zelfs ontstaan ... Die ecosystemen zijn zo bijzonder dat prominente wetenschappers oproepen tot méér dan een moratorium: ze willen een volledige ban op diepzeemijnbouw op hydrothermale bronnen, hoewel daar grote concentraties goud, zilver, koper en zink te vinden zijn.
Diepzeemijnbouw zou deze unieke levensvormen uitroeien vóór wetenschappers de kans kregen ze beter te begrijpen. En ze kunnen ons zoveel innovaties en geneesmiddelen opleveren! Wist je dat er een COVID-19test werd ontwikkeld op basis van een microbe uit een hydrothermale bron?
Onderzeese bergen zijn onderwatervulkanen die meer dan 1.000 meter hoog kunnen worden. Het wemelt er van het leven; ze behoren tot de belangrijkste en kwetsbaarste ecosystemen op onze planeet. Onderzeese bergen bieden voedsel en leefgebieden voor migrerende soorten zoals walvissen en schildpadden, en voor diepzeekoralen en -sponzen (die op hun beurt een leefgebied vormen voor andere diepzeedieren).
In de loop van tientallen miljoenen jaren vormden zich korsten van kobalt en andere metalen op sommige van die onderwatervulkanen. Om de metalen te kunnen winnen, moet de korst worden verbrijzeld. Bijvoorbeeld met scherpe, roterende spikes. De ecosystemen zouden dus volledig worden verwoest, en dat zou gevolgen hebben voor dieren in de waterkolom en aan de oppervlakte. Walvissen die echolocatie gebruiken om te communiceren, zouden bijvoorbeeld lijden onder de veroorzaakte geluidsoverlast.
Leven rond een hydrothermale bron.
De eerste diepzeemijnbouwprojecten zouden plaatsvinden in de ClarionClippertonzone, een gebied van 6 miljoen km² in de Stille Oceaan, tussen Mexico en Hawaii. Wetenschappers onderzochten er 30 km² aan abyssale vlakten en ontdekten daar maar liefst 1.000 soorten. Er is dus nog een enorme kenniskloof te vullen … De gevolgen van diepzeemijnbouw exact voorspellen is dan ook onmogelijk.
VEEL VRAAGTEKENS, ONTZAGWEKKENDE GEVOLGEN
Wat vaststaat: de opbrengsten wegen in geen geval op tegen de desastreuze gevolgen. De machines zouden sedimentpluimen veroorzaken die leefgebieden versmoren en dieren verstikken, met definitief biodiversiteitsverlies tot gevolg. De schepen aan de oppervlakte zouden sediment met giftige chemische stoffen en afvalwater terug in de oceaan storten. De operaties zouden geluids- en lichtoverlast veroorzaken, en zo de communicatie- en navigatiecapaciteiten van walvissen, dolfijnen en andere diepzeesoorten ernstig
verstoren. Diepzeemijnbouw zou wetenschappelijke ontdekkingen en ontwikkelingen tegenhouden, want de oceaanbodem bevat waardevolle informatie over hoe het leven op aarde ontstond. En het zou de visvoorraden beïnvloeden. Daardoor zou de belangrijkste bron van proteïnen in gevaar komen voor 1 miljard mensen, net als de inkomstenbron van 200 miljoen mensen, vooral in arme kustgemeenschappen.
Dan hebben we het zelfs nog niet gehad over het klimaat. De oceaan absorbeert meer dan 30% van de wereldwijde broeikasgassen, en 93% van de overtollige hitte van het broeikasgaseffect. Ze is dus onze belangrijkste bondgenoot in de klimaatcrisis. Diepzeemijnbouw kan ervoor zorgen dat de oceaan minder koolstof uit de lucht kan halen. Door de invasieve technieken zou koolstof die opgeslagen zit in de oceaanbodem, zelfs kunnen vrijkomen. De impact van diepzeemijnbouw zou dus wereldwijd ingrijpend zijn, en mogelijk zelfs onomkeerbaar.
Bedrijven zitten nu in de testfase: er is nog geen commerciële diepzeemijnbouw in internationale wateren. Als we actie ondernemen, kunnen we diepzeemijnbouw en de bijhorende ecologische ramp dus voorkomen. Daarom ijvert WWF voor een moratorium. Dat houdt bijvoorbeeld in dat er geen diepzeemijnbouw mag plaatsvinden tot
• alle risico's op milieu-, sociaal en economisch vlak bekend zijn;
• aangetoond is dat het mariene milieu effectief beschermd is en biodiversiteitsverlies voorkomen wordt;
• betrokken inheemse volkeren en gemeenschappen er goed geïnformeerd en vrijwillig mee instemmen;
• alle alternatieven uitgeput zijn.
Maar liefst 827 mariene wetenschappers en beleidsexperten ondertekenden de oproep tot een moratorium. Vijfentwintig landen schaarden zich er al achter – België helaas (nog) niet.
Voorstanders van diepzeemijnbouw beweren dat we deze nieuwe extractieindustrie nodig hebben voor de groene transitie. Dat klopt niet: door de kringloopeconomie te omarmen, meer en beter te recycleren en in te zetten op technologische innovatie, kunnen we voldoen aan de vraag van de industrie naar bronmaterialen, zonder roofbouw te plegen op de oceaanbodem.
De klimaatcrisis dwingt ons om snel meer hernieuwbareenergietechnologieën en elektrische mobiliteit te ontwikkelen. Daarvoor hebben we meer (gerecycleerde) metalen nodig. Zonnecellen en batterijen hebben een lange levensduur: het duurt dus even voor de metalen die ze bevatten, gerecycleerd kunnen worden. Wat we wél kunnen doen, is meer recycleren, en recyclagetechnieken optimaliseren en opschalen.
Tot voor kort werden de metalen die je ook in de diepzee vindt, gebruikt om batterijen voor allerhande elektrische toepassingen te produceren. Maar de batterijen die we nu ontwikkelen, gaan langer mee, en bevatten hergebruikte materialen. De evolutie in batterijtechnologie gaat trouwens razendsnel. Zo zit in solidstatebatterijen – the next big thing –geen kobalt, en steeds vaker ook geen nikkel. Ze laden ook nog eens sneller!
Volgens de meest optimistische vooruitzichten zal het nog 15 tot 20 jaar duren voor de technologie om diepzeemineralen te winnen en te verwerken, op punt staat. Voorstanders van diepzeemijnbouw gaan ervan uit dat we tegen dan nog nikkel en kobalt nodig gaan hebben, terwijl bedrijven er nu al minder gebruik van maken.
De weg naar een duurzamere toekomst begint met een eenvoudige beslissing: we doen niét aan diepzeemijnbouw. Het lot van miljoenen km² aan oceaanbodem, van de talloze fantastische soorten die ze herbergt, en uiteindelijk ook het lot van onze planeet, ligt in de handen van beleidsmakers. Zeg nee tegen diepzeemijnbouw, zet in op kringloopeconomie!
Zorg beter voor de spullen die je hebt. Geef ze een langer leven: investeer in onderhoud en reparaties.
Start met minder consumeren. Vraag je altijd af of je écht nodig hebt wat je wilt kopen.
Ga op onderzoek uit. Durf vragen waar de producent de nodige metalen haalt.
Heb je thuis nog oude elektronica (bv. smartphones) liggen?
Breng die toestellen naar een recyclagepunt. Zo geef je de kostbare metalen die ze bevatten, een tweede leven!
Het doel van WWF-Scholen? Zoveel mogelijk zes- tot achttienjarigen bewustmaken van biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en de uitdagingen die daarmee gepaard gaan. We moedigen hen aan om bewuste keuzes te maken en in actie te komen voor een duurzamere toekomst. En dat is een ambitieuze doelstelling! We willen de jongeren op een positieve manier bereiken, zonder angst op te wekken. Daarom werken we graag in spelvorm. Hieronder ontdek je onze twee nieuwste spelletjes!
Duik in de betoverende wereld van de regenwouden met de nieuwste AR-tool van WWF-scholen en EVRgreen Studio! Deze innovatieve tool neemt leerlingen mee op een spannende reis. Ze maken op interactieve wijze kennis met de boeiende biodiversiteit van het regenwoud en de impact van onze keuzes op deze kostbare ecosystemen.
In de virtuele omgeving leer je Adom kennen (een jongen wiens moeder op een cacaoplantage werkt), en zijn trouwe metgezel, Odile (een Afrikaanse bosolifant). Samen ontdekken de leerlingen de uitdagende realiteit van de cacaoteelt en de gevolgen daarvan voor de natuur en lokale gemeenschappen.
De boeiende scenario's moedigen leerlingen aan om bewuste en duurzame keuzes te maken die een positieve invloed hebben op de jungle van Odile, én op het leven van mensen zoals Adoms mama. In dit avontuur vol ontdekkingen en uitdagingen telt elke keuze voor onze planeet. Kers op de taart? De tool is helemaal gratis, voor iedereen!
Ontdek hem hier:
'Schip ahoi! Welkom, jonge avonturiers, aan boord van de Tijdreiziger. Ik ben kapitein Pelikaan.' Het is 2100, en de wereld om ons heen is verlaten – overspoeld door plasticvervuiling. Dat vertelt de kapitein ons in een filmpje. Gelukkig kan de Tijdreiziger onze jonge helden en heldinnen terugbrengen naar het tijdperk waarin we nu leven: 2024. Hier kunnen ze het probleem doorgronden en de plasticcrisis voorkomen.
De kinderen worden in vier groepen verdeeld en gaan aan de slag met raadsels, berichten in codetaal, puzzels en meer om het probleem op te lossen voor hun tijd verstrijkt. Deze activiteit dompelt kinderen van 10 tot 12 onder in de wereld van de plasticvervuiling: ze ontdekken de gevolgen voor ecosystemen en de dieren die erin leven, en voor alle mensen op onze planeet. Ze leren ook meer over hoe zij kunnen helpen om de natuur te beschermen.
'Vervuiling en ecosystemen staan in het leerplan voor het zesde jaar. Dit was een supertoffe manier om de leerlingen warm te maken voor deze complexe onderwerpen. Ze konden rondlopen, zelf oplossingen zoeken en uitdagingen overwinnen – dat vinden ze leuk. En voor mij was het interessant om te zien hoe ze in teams werkten, zonder veel richtlijnen', vertelt Elizabeta Ljeci, leerkracht in het zesde leerjaar van Clair Soleil in Anderlecht. 'Niet iedereen weet dat, maar al spelend leren kinderen veel bij. Je moet ze daarna wel helpen beseffen aan welke vaardigheden ze hebben gewerkt.' Dat bevestigt Lena, een andere lagereschoolleerkracht. 'De escape game was een boeiende, interactieve en leerrijke ervaring. De kinderen leerden al spelend zó veel bij, en ze waren er superenthousiast over.'
Voor de escape game werkten we samen met Jane Goodall Institute Belgium.
Spelletjes zijn leuk, motiveren en betrekken de leerlingen, en zorgen dat ze meer opsteken. Na het spel kunnen we terugblikken op de belangrijkste onderwerpen en een positief gesprek voeren over wat jongeren zelf kunnen doen voor onze planeet.
● 'Toen ik lesgaf in het zesde leerjaar, wonnen we een workshop over klimaatverandering. Leerlingen mochten experimenten uitvoeren en kregen zo meer voeling met het onderwerp. Het materiaal was perfect. Als ik opnieuw voor het zesde kom te staan, klop ik graag terug bij jullie aan. Bedankt!' – Emilie, leerkracht vierde en vijfde leerjaar
● 'Interactieve, boeiende workshop die jongeren verantwoordelijkheidsbesef bijbracht en aanzette tot actie.' –Valérie, schooldirectrice
● 'De KalenDieren zijn ideaal om bedreigde dieren onder de aandacht te brengen. Kinderen zijn altijd nieuwsgierig wie bij welk dier verjaart! Een must-have voor leerkrachten die deze thema's in de klas behandelen.' –Mira, leerkracht in het basisonderwijs
Meer weten?
Ontdek hier al ons – gratis! – educatieve materiaal:
Ben jij de trotse adoptieouder van een otter of een bruine beer? Hieronder lees je het laatste nieuws over je lievelingsdier!
In september 2023 werd de Semoisvallei officieel tot nationaal park gekroond. Onze collega's en partners zijn er onvermoeibaar in de weer voor de otter: ze bestuderen het dier en zorgen dat het zich er helemaal thuis voelt. Corentin Rousseau, onze otterexpert bij WWF, probeert de otters die in de Semoisvallei leven, met wildcamera's vast te leggen om meer te leren over hun gedrag en gewoonten. En onze vrijwilligers gaan de strijd aan tegen de reuzenbalsemien. Die invasieve plant degradeert rivieroevers, waardoor otters minder plekken vinden om zich te verstoppen in de winter.
Het Nationaal Park van de Semoisvallei strekt zich uit over bijna 30.000 hectare en herbergt een indrukwekkende diversiteit aan planten- en diersoorten. Zo zijn de rotsachtige hellingen van de Semoisvallei geknipte leefomgevingen voor heel wat planten en insecten. En met haar weidse bossen en relatief schone rivieren heeft de vallei heel wat troeven in huis. Niet alleen voor de otter, maar ook voor de lynx, de beekparelmossel en verschillende vleermuizensoorten.
Elke soort laat DNA-sporen achter – in het water, op de grond of zelfs in de lucht. Ook otters, bijvoorbeeld via hun vacht, urine en uitwerpselen. Otters zwemmen het liefst van al rond in rivieren. Door waterstalen te nemen in de Semois, konden we dus vrij precies vaststellen in welke gebieden de meeste otters voorkomen. En dat hoewel we er nog nooit in slaagden otterkiekjes te maken met onze wildcamera's! Dankzij jouw maandelijkse steun weten we op welke plekken we onze inspanningen voor de otter moeten richten.
Bovendien is de otter een paraplusoort. Dat houdt in dat heel wat andere plantenen diersoorten baat hebben bij onze inspanningen voor deze knapperd. Met jouw otteradoptie help je ons dus ook die soorten te beschermen, en draag je bij tot een bloeiende natuur in ons Belgenland.
Bedankt!
In de wilde natuur van de Karpaten, in CentraalEuropa, blijven heel wat berenwelpjes verweesd achter door menselijke activiteiten. WWF helpt hen door te zorgen dat lokale gemeenschappen harmonieuzer kunnen samenleven met beren, en door berenweeshuizen te steunen. Berenwelpen hebben op hun eentje namelijk geen schijn van kans, want hun mamabeer beschermt hen en leert hun overleven in het wild. Zonder haar staan ze nergens.
Met jouw berenadoptie steun je twee berenweeshuizen: Bear Again in Roemenië en Arcturos, een rehabilitatiecentrum voor wilde dieren in het noorden van Griekenland, dicht bij de Bulgaarse grens. Zij letten erop dat de jonge beren hun natuurlijke instincten behouden, en dat ze opgroeien in een veilige omgeving. Zo leren ze voedsel zoeken en een hol graven om in te overwinteren, en komen ze ook voldoende aan om te overleven in het wild – want dat is een hele uitdaging. Arcturos laat de beren pas weer vrij wanneer ze minstens 2,5 keer zoveel wegen als toen ze in het centrum aankwamen.
Wanneer ze zwaar genoeg zijn, mogen de berenjongen hun leven in de wilde natuur hervatten. In mei hadden onze collega's Ester en Katrien de kans om zo'n vrijlating bij te wonen – en dat blijkt een hele onderneming te zijn! De jonge beren kregen een GPS-halsband: zo kunnen onze WWF-collega's uit Bulgarije de beertjes één tot twee jaar opvolgen om te weten of hun rehabilitatieaanpak werkt.
In de Karpaten leven de grootste populaties bruine beren van Centraal- en West-Europa. Jij helpt hen beschermen.
Благодаря ви! Zo schrijf je 'dank je' in het Bulgaars!
De beertjes worden verdoofd voor het transport. Daarvan maken de dierenartsen gebruik om ze te wegen en te meten, en te verzekeren dat ze helemaal gezond zijn voor ze de wilde wereld gaan verkennen.
WWF-Vlaanderen vzw
Emile Jacqmainlaan 90
1000 Brussel
02 340 09 20 wwf.be
P309290
Retourzending? Let op, dit vak mag niet worden bedekt. Bedankt!
september is de internationale dag van het testament voor het goede doel