namaga zine3 ONDERGEDOKEN CAMERA
r introductie
namA gazine #3 Als de meidagen weer in aantocht zijn, komen onherroepelijk de herinneringen aan de oorlog in Nederland naar boven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit nummer van het NA Magazine voor een belangrijk deel verhalen over de Tweede Wereldoorlog bevat. Over fotografen in het verzet, over de indrukwekkende foto’s van de eerste Duitse razzia op Nederlandse bodem, en over de vraag hoe we in Nederland de oorlog herdenken en de bevrijding vierden. Maar ook de in Nederland minder bekende Eerste Wereldoorlog krijgt de aandacht. In Constantinopel speelt een Nederlandse diplomaat dan een belangrijke rol. Een bijzondere vondst is het kleine archief van een bestuursambtenaar in Nederlands-IndiÍ aan het begin van de 20e eeuw, met een grote liefde voor Sumatra. We wensen u weer veel leesplezier!
Coverbeeld: Fotograferen met een camera verborgen in een rieten tas, mei 1945. Deze reconstructie is na de oorlog gemaakt om te laten zien hoe verzetsfotografen te werk gingen. Foto: Charles Breijer Nationaal Archief/ Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen
Klik hier voor de handleiding van het NA Magazine.
in houds op gave Aangrijpende foto’s van de eerste razzia in Nederland p.4
De Ondergedoken Camera p.8
Tweede Wereldoorlog: herdenken en vieren p.10
Archieven en kunst opgeborgen voor de Duitsers p.16
Ambassadeur bij de vijand p.18
Liefde voor Sumatra p.22
Agenda p.24
Vrienden, colofon, verwacht p.26
Op het bevrijdingsfeest in Amsterdam danst professor Loe de Jong met presentatrice Leonie Janssen, 5 mei 1988. Foto: Rob Bogaerts Nationaal Archief/ Collectie Anefo
Razzia op het Jonas Daniel Meijerplein, 22 en 23 februari 1941. Fotograaf onbekend Nationaal Archief/ collectie RVD Eigen
NA
ďż˝
Magazine
\ thema: razzia in nederland
Aangrijpende foto's van de eerste Duitse razzia in Nederland \ Zaterdagmiddag 22 februari 1941 rijden Duitse overvalwagens de Amsterdamse Jodenbuurt in. Bruggen in de omgeving worden afgezet met mitrailleurs, zodat niemand kan ontsnappen. Leden van de Duitse Ordnungspolizei houden Joodse mannen aan en drijven ze hardhandig bijeen op het Jonas Daniël Meijerplein. In tien grote vrachtwagens voeren de Duitsers de opgepakte mannen af naar een nog onbekende bestemming. De opdracht voor deze gewelddadige strafexercitie komt van SS-leider Heinrich Himmler. Het is niet alleen een represaille voor een aantal gewelddadige confrontaties tussen Joden en de zwarthemden van NSB-leider Mussert in de maanden daarvoor, maar de actie moet ook een afschrikwekkend voorbeeld stellen. ▶
NA
�
Magazine
Razzia moet afschrikwekkend voorbeeld stellen
D
ie middag van 22 februari en ▶ de volgende ochtend worden in totaal 427 Joodse mannen opgepakt. Via kamp Schoorl en concentratiekamp Buchenwald komen zij terecht in het beruchte kamp Mauthausen in Oostenrijk. Slechts twee van hen zullen het uiteindelijk overleven.
V
an deze eerste razzia in Nederland zijn beroemde foto’s overgeleverd. Wie de fotograaf is van de in totaal veertien foto’s, is niet bekend. Wel is duidelijk dat ze niet in het geheim zijn gemaakt.
\ thema: razzia in nederland
Een van de aanwezige Duitsers heeft de foto’s genomen. Maar in de archieven van de Duitse bezetters zijn ze niet terug te vinden.
H
oe komt het dat de foto’s dan toch bewaard gebleven zijn? Dat is te danken aan de twee Nederlandse broers Damen. De Duitse bezettingsautoriteiten hebben in Amsterdam een adres voor het ontwikkelen en afdrukken van ‘gevoelig’ fotomateriaal. Dat is de winkel van Capi aan de Ceintuurbaan. Een Duitse functionaris is voor dat doel aan het personeel toegevoegd. Hij is de enige die foto’s die de Duitse politie maakt mag afdrukken. Op die manier is men er zeker van dat
die beelden niet in verkeerde handen vallen.
M
aar heel serieus neemt deze Feldwebel zijn taak niet. Hij geeft een Nederlandse assistent opdracht om de foto’s van de razzia te ontwikkelen. Als zijn chef even de deur uit is voor de lunch, belt deze medewerker direct zijn broer. Geschokt vertelt hij wat hij onder ogen heeft. Zijn broer springt op de fiets en helpt snel een extra set afdrukken te maken. Die neemt hij mee naar huis en verstopt ze op een veilige plek. Pas na de oorlog meldt deze H.C. Damen zich met de foto’s bij Loe de Jong, directeur van het dan net opgerichte Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie aan de Herengracht. ▪
Dit artikel is een bewerking van een artikel van Rene Kok, beeldonderzoeker bij het NIOD. Zie voor het volledige artikel: Rene Kok, ‘De foto’s van de razzia op het Jonas Daniël Meijerplein, 22 en 23 februari 1941’ in: Fotografisch Geheugen 85 (2015), 21-23. De foto's van de Duitse razzia zijn te zien op de tentoonstelling 'Blikvangers' in het Nationaal Archief.
NA
�
Magazine
Razzia op het Jonas Daniel Meijerplein, 22 en 23 februari 1941. Fotograaf onbekend Nationaal Archief/ collectie RVD Eigen
NA
ďż˝
Magazine
Y
Thema in beeld
Op de fiets op zoek naar voedsel tijdens de hongerwinter, 1944-1945. Foto: Cas Oorthuys Nationaal Archief/ Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen © Nederlands Fotomuseum
DE ONDERGEDOKEN - CAMERA Tijdens het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog is fotograferen in het openbaar toegestaan. Alleen voor militaire objecten (zoals bijvoorbeeld bunkers, verdedigingswerken en tanks) en oefeningen geldt een verbod. Een aantal fotografen houdt zich daar echter niet aan. Op initiatief van verzetsman Tonny Renterghem en fotograaf Frits Kahlenberg verenigt in 1943 een aantal fotografen zich in de verzetsgroep Nederland Archief, later bekend als De Ondergedoken Camera. Om de bezetting van de Duitsers zo goed mogelijk te documenteren en een getrouw beeld te geven van wat zich in Nederland afspeelt, maken zij foto's van activiteiten van de illegaliteit, verzetsacties, het optreden van Duitse soldaten, razzia’s en de hongerwinter. Het verzet en de Nederlandse regering in Londen kunnen deze informatie goed gebruiken. De fotografen moeten werken onder moeilijke omstandigheden en blijven voor hun eigen veiligheid vaak anoniem voor elkaar of gebruiken een schuilnaam. In november 1944 verbieden de Duitsers ten slotte ook het maken van foto’s in het openbaar. Dat maakt het werk van De Ondergedoken Camera nog moeilijker, en gevaarlijker.
Mensen in de rij voor een groentewinkel op de hoek van de Waalstraat in Amsterdam, zomer 1942. Foto: Frans Bosen Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad
NA
�
Magazine
↑ Leden van het verzet leggen een Nederlandse vlag neer ter herdenking van de executie van 36 politieke gevangenen door de Duitsers op 12 maart 1945. Foto: Cas Oorthuys Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad © Nederlands Fotomuseum
→ Hongerende Amsterdammers verzamelen hout tussen de tramrails op de Weteringschans om als brandstof te dienen, begin 1945. Foto: Cas Oorthuys Nationaal Archief/ Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen © Nederlands Fotomuseum
Een aantal fotografen dat deel uitmaakt van De Ondergedoken Camera, wordt ook na de Tweede Wereldoorlog beroemd: Cas Oorthuys, Carel Blazer, Marius Meijboom, Ad Windig, Charles Breijer, Kryn Taconis en Emmy Andriesse. Foto's van De Ondergedoken Camera zijn te zien op de tentoonstelling 'Blikvangers'.
NA
�
Magazine
Tweede Wereldoorlog herdenken & vieren NA
��
Magazine
achtergrond
?
Minister-president Lubbers danst op het bevrijdingsfeest in Amsterdam, 5 mei 1988. Foto: Rob Bogaerts Nationaal Archief/ Collectie Anefo
¢
Moet 5 mei een nationale vrije dag worden? Het Nationaal Comité 4 en 5 mei vindt van wel; dat heeft het onlangs aan de regering laten weten. Discussies over de invulling van zowel de herdenking
als de viering steken sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog regelmatig de kop op. In het archief van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is de geschiedenis hiervan terug te vinden. Eind 2014 is dit archief door mevrouw NA
��
Magazine
Joan Leemhuis-Stout, voorzitter van het Nationaal Comité, overgedragen aan het Nationaal Archief. Iedereen kan dus nu de geschiedenis van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog zelf bekijken! ▶
? achtergrond woII ▶ ‘Drama der bezetting’
Dodenherdenking op de Waalsdorpervlakte in de duinen bij Den Haag, 4 mei 1968. Foto: Eric Koch Natonaal Archief/ Collectie Anefo
Als in mei 1945 een einde is gekomen aan de Duitse bezetting van Nederland, wijst minister-president Gerbrandy het Olympisch Stadion aan voor de viering van een nationaal bevrijdingsfeest. Dat moet plaatsvinden op 31 augustus 1945, de eerste Koninginnedag na de bevrijding van Nederland. Op het programma staat de uitvoering van het ‘Drama der bezetting’. De tekst van dit massale openluchttoneelstuk is geschreven door de vooraanstaande auteur en medewerker van Radio Oranje
NA
��
Magazine
A. den Doolaard. De regie is in handen van acteur-regisseur Carel Briels. Herdenken van oorlogsslachtoffers Voormalige verzetsman Jan Drop uit Den Haag grijpt de organisatie van dit nationale bevrijdingsfeest aan voor een ander initiatief. Via het netwerk van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en de Landelijke Knokploegen doet hij in de zomer van 1945 een oproep om op de avond voor het landelijke feest herdenkingstochten te organiseren.
Plattegrond van de Dam en omgeving voor de dodenherdenking in 2000. Nationaal Archief, Archief Nationaal Comité 4 en 5 mei en rechtsvoorgangers
'NIET VIEREN ZONDER EERST TE GEDENKEN'
D
eze tochten zouden moeten eindigen op de plaatsen waar tijdens de oorlogsperiode verzetsmensen gefusilleerd werden. Daar wordt dan om 8 uur ’s avonds twee minuten stilte gehouden om de slachtoffers te herdenken. Onder het motto
NA
��
Magazine
‘Niet vieren zonder eerst te herdenken’ vinden op de avond van 30 augustus 1945 zulke herdenkingsbijeenkomsten plaats op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag, in de Kennemerduinen bij Overveen en in kamp Vught. ▶
Kinderen vieren het bevrijdingsfeest in Amsterdam, 5 mei 1976. Foto: Bert Verhoeff Nationaal Archief/ Collectie Anefo
▶ Na deze eerste herdenking richt Drop samen met een aantal andere oud-verzetsmensen in 1945 de Commissie Nationale Herdenking 19401945 op. De bedoeling is om de stille tocht ter herdenking van de oorlogsslachtoffers aan de vooravond van de viering van de bevrijding tot een nationale traditie te maken. Nationaal Comité 4 en 5 mei Tegenwoordig is de organisatie van de herdenking en de viering van de bevrijding volledig
in handen van de overheid. In 1987 roept de regeringLubbers II het Nationaal Comité 4 en 5 mei in het leven. Het Comité krijgt de taak om de nationale dodenherdenking op een zodanige manier vorm te geven, dat ‘alle slachtoffers hun plek krijgen en iedereen zich op zijn plek voelt’. Dit is ook het moment waarop de Nationale Herdenking op de Dam de vorm krijgt, die we nu nog steeds kennen, met de welbekende twee minuten stilte om acht uur ’s avonds. ▪
NA
��
Magazine
Meer weten? 2.19.251 – archief van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en rechtsvoorgangers, 1952-2012 J. Keesom e.a., Breekbare dagen: 4 en 5 mei door de jaren heen (Amsterdam 2012). Dit boek is onder signatuur S 31 470 te vinden in de handbibliotheek in het Informatiecentrum van het Nationaal Archief.
? achtergrond woII
Het Nationaal Monument op de Dam in aanbouw, 14 oktober 1955. Fotograaf onbekend Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad
Het monument is ontworpen door architect J.P. Oud. De beelden zijn van beeldhouwer Johannes Anton Rädecker en de reliëfs van Paul Grégoire. Het bestaat uit een betonnen pyloon van 22 meter hoog, bekleed met kalksteen, met daarop het beeld ‘De Vrede’. Aan de voorzijde zijn vier geboeide mannenfiguren aangebracht die de oorlog voorstellen. Rechts en links twee mannen uit het verzet met huilende honden, die smart en trouw verbeelden. Op 4 mei 1956 wordt het nieuwe monument onthuld door koningin Juliana.
NA
��
Magazine
Het schilderij ‘Titus aan de lessenaar’ uit de collectie van het museum Boijmans van Beuningen is tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeslagen in een grot in de Sint Pietersberg bij Maastricht, 27 juli 1945. Fotograaf onbekend. Nationaal Archief/ Collectie Anefo
ARCHIEVEN EN KUNST OPGEBORGEN VOOR DE DUITSERS NA
��
Magazine
y uitgelicht
K
unstschatten en andere voorwerpen die van groot belang zijn voor de culturele geschiedenis van een land zijn in oorlogssituaties altijd een kwetsbaar doelwit. Helaas zien we dat nu ook weer bij de onlusten in het Midden-Oosten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bieden de grotten in de Sint Pietersberg in Maastricht een veilige schuilplaats voor de collecties van het Algemeen Rijksarchief. De historische documenten en daarmee de geschiedenis van Nederland moet daar beschermd zijn tegen oorlogsgeweld en plundering of inbeslagname. Direct na de mobilisatie van Nederland op 28 augustus 1939 begint het personeel van het toenmalige Algemeen Rijksarchief in Den Haag met het overbrengen van alle archiefstukken naar de depotkelders. Een aantal topstukken, zoals de Vrede van Munster, wordt naar de Sint Pietersberg vlak bij Maastricht gebracht. Een ander deel van de collectie, in totaal zo’n twee kilometer archiefmateriaal, krijgt een tijdelijke huisvesting in Slot Loevestein. Ook tijdens de oorlog worden archieven in veiligheid gebracht: in 1944 gaan er aktes van de Burgerlijke Stand naar kasteel De Cannenburgh, iets ten noorden van Apeldoorn. Niet alleen het Algemeen Rijksarchief, ook de het Rijksmuseum brengt een deel van zijn collectie in de Sint Pietersberg onder.
In de keldergewelven van het Algemeen Rijksarchief in Den Haag worden belangrijke documenten veilig opgeborgen om ze uit handen van de Duitsers te houden en om beschadiging door mogelijk oorlogsgeweld tegen te gaan, 5 september 1939. Fotograaf onbekend. Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad
NA
��
Magazine
< achtergrond woI
Jhr. Mr. P.J.F.M. van der Does de Willebois (1851-1919). Collectie Centraal Bureau voor Genealogie
?
AMBASSADEUR - bij de VIJAND
O NA
��
Magazine
achtergrond
M
?
De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een ontwrichting van het leven in Nederland. Een kwart eeuw eerder, tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef de Nederlandse regering neutraal. Maar dat wil niet zeggen dat de wereldwijde gevechten ongemerkt aan ons land voorbij gingen. Een van de consequenties van onze neutraliteit was dat Nederlandse ambassadeurs op verschillende plekken in de wereld de belangen van enkele van de oorlogvoerende landen gingen waarnemen. In Istanbul, toen Constantinopel geheten, speelde de gezant Van der Does de Willebois daarin een belangrijke rol.
Heilige oorlog Al vroeg waarschuwde hij voor de binnenlandse situatie in Turkije. Op 7 januari 1914 schreef hij: ‘Het schrikbewind in het leger, dat ik in verband met de benoeming van Enver Pacha tot Minister van Oorlog (…) in het vooruitzicht stelde, schijnt alreeds zijn aanvang te hebben genomen.’ Diezelfde minister van Oorlog omschrijft hij een paar maanden later: ‘De kortzichtige, door grootheidswaanzin volkomen benevelde, van alle gezond verstand verstoken Enver Pacha heeft slechts het leger en krijgslauweren voor zich zelf voor oogen en bekommert zich verder om niets.’ En eind 1914 schreef de gezant: ‘Ik heb de eer Uwer Excellentie hiernevens te doen geworden den tekst der troonrede, waarmede gisteren het Turksche parlement door Z.M. den Sultan
werd geopend’. Het ging hem met name om de uitspraak van de Sultan, waarin hij alle moslims oproept tot een heilige oorlog tegen de mogendheden, de geallieerden dus. Bekwame gezant Jonkheer Pieter Joseph Frans Marie van der Does de Willebois (1851-1919) stamt uit een vooraanstaande katholieke familie in ’s-Hertogenbosch. Hij begint zijn carrière bij het departement van Buitenlandse Zaken, maar wordt – onder het ministerschap van zijn vader – in 1878 als secretaris van de legatie eerst naar St. Petersburg gestuurd, daarna naar Wenen en Berlijn. Zijn huwelijk met de Duitse Karoline Dessauer kan echter niet de goedkeuring wegdragen van zijn vader, die niet schroomt om hem min of meer te degraderen tot de consulaire dienst. ▶
NA
��
Magazine
Revolutie in Turkije In 1912 was het Ottomaanse Rijk door de revolutie van 19071908, een Albanese opstand en de Italiaans-Turkse Oorlog van 1912 ernstig verzwakt. Voor de Balkanstaten Servië, Griekenland, Montenegro en Bulgarije was dat een gelegenheid om de Balkan geheel te ontdoen van de resten van de Ottomaanse heerschappij. Voordat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werd het Ottomaanse Rijk geregeerd door een driemanschap van de ‘Jonge Turken’. Enver Pasja, de meest invloedrijke Jonge Turk, had een sterke voorkeur voor Duitsland en een grote afkeer van het Russische Rijk, dat het Ottomaanse Rijk in de Balkan, de Krim en de Kaukasus erg had vernederd in de voorgaande decennia. Op 2 augustus 1914 tekenden de Turken en Duitsers een geheime overeenkomst, drie maanden later verklaarden de Turken de geallieerden de oorlog. De leiding van het Ottomaanse Rijk zag de oorlog als de laatste kans om de aan Rusland verloren gebieden rond de Zwarte Zee terug te nemen.
M
< achtergrond woI
De Galatabrug in Istanbul, die de oude stad (op de voorgrond) over de Gouden Hoorn verbindt met het stadsdeel Galata, waar ook de gezantschapswijk Pera (Beyoglu) ligt, 1891. Fotograaf onbekend Nationaal Archief, Familiearchief Middelberg
▶ Hij wordt in 1884 benoemd tot consul-generaal te Caïro. De beperkte diplomatieke status van deze vertegenwoordiging wordt veroorzaakt door het feit dat Egypte geen soevereine staat was, maar tot het Ottomaanse Rijk behoorde. Na een lang verblijf te Caïro treedt hij in 1908 toch weer toe tot de diplomatieke rangen. Hij wordt gezant bij de Turkse regering in Constantinopel en blijft daar in functie tot zijn overlijden in 1919. Op het gezantschap werken verder de dragoman (ambassadetolk), de Armeniër Karabetian Efendi, en de ambassademedewerker en arabist mr. J.H. Kramer.
NA
��
Magazine
Oorlog in de gezantschapswijk? In Constantinopel was Pera, tegenwoordig Beyoglu, de wijk waar de buitenlandse vertegenwoordigingen woonden. Vanaf 1914 mochten gezanten van verschillende landen officieel niet meer met elkaar spreken. De belangenbehartiging werd toevertrouwd aan andere landen. De Nederlandse gezant Van der Does de Willebois behartigde de belangen van tal van andere landen: Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Roemenië, Bulgarije. Hij verzamelde veel informatie, vooral dankzij zijn goede verstandhouding met de Duitse ambassadeur.
‘kortzichtig, door grootheidswaanzin volkomen beneveld’ O
De politieke rapportages laten het verloop van de oorlog en de binnenlandse verwikkelingen mooi zien. En natuurlijk karakteriseert hij de hoofdrolspelers op het Turkse toneel: Talat Pasha, Enver Pasha, Ismail Hakki Pasha etc. Maar de latere held en vader des vaderland Mustafa Kemal Pasha (Ataturk) wordt nog niet genoemd. Panislamisme Dankzij het feit dat Nederland neutraal bleef, kon de diplomatieke vertegenwoordiger in Constantinopel gedurende de gehele Eerste Wereldoorlog op zijn post blijven. De politieke rapportages die de gezant naar de Nederlandse regering stuurde, geven dan ook veel informatie. Een van de dikste dossiers betreft het panislamisme, een politiekreligieuze beweging die streeft naar een vereniging van alle
Turkse troepen marcheren door de straten van Constantinopel, het huidige Istanbul, 1912. Fotograaf onbekend Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad/Het Leven
moslimgemeenschappen dan wel naar een vereniging van alle gebieden waar moslims wonen. De Nederlandse regering was daarover zeer bezorgd, vooral met het oog op haar kolonie, Nederlands-Indië. De meerderheid van de bevolking daar was immers moslim. Zeker toen Sultan Mehmed V als kalief de heilige oorlog uitriep, namen de zorgen toe. Wanneer deze oproep zou leiden tot een strijd tussen moslims en christenen, zou Nederlands-Indië daarvan ook de gevolgen ondervinden. Zover kwam het gelukkig niet. ▪
NA
��
Magazine
Wie tegen wie in de Eerste Wereldoorlog? In de jaren 1914-1918 was de wereld verdeeld in twee grote machtsblokken. Het Duitse Rijk, OostenrijkHongarije, het Ottomaanse Rijk en Bulgarije vormden de Centralen of Centrale mogendheden. Tegenover hen stonden de geallieerden, gevormd door drie landen die al eerder de bondgenootschap hadden gesloten: Frankrijk, Rusland en GrootBrittannië. Vanaf 1914 voegden zich daar een groot aantal landen bij, zoals Servië, België, Japan, Italië, Roemenië, Griekenland en in 1917 ook de Verenigde Staten.
M
H
et archief van Louis Westenenk ademt de sfeer van en de liefde
Een kampong, de kern van de samenleving in Nederlands-Indië, 1917. Fotograaf onbekend Nationaal Archief, Archief van de Deli-Maatschappij
voor Sumatra. Als koloniaal ambte-
naar kwam hij in 1897 op dit eiland terecht, bleef er vervolgens 28 jaar wonen en werken en voelde zich ook na zijn terugkeer in Nederland nauw verbonden met Sumatra.
Controleur Louis Constant Westenenk werd in 1872 te Penawangan (residentie Semarang) geboren, maar groeide op in Deventer. In 1892 vertrok hij, twintig jaar oud, naar Nederlands-Indië, waar hij eerst assistent van de controleur van Noord-Bandoeng werd en kort daarna van die van de Westerafdeling van Borneo. In 1897 werd hij overgeplaatst naar Sumatra’s Westkust, in 1900 volgde zijn bevordering tot controleur in Atjeh op de noordpunt van Sumatra. Vanaf dat moment bleef zijn carrière bij het Binnenlands Bestuur van Nederlands-Indië verbonden met dit eiland. Minangkabau Van regeringswege kreeg Westenenk in 1910 opdracht om onderzoek te doen in de Padangse Bovenlanden aan de westkust van Sumatra. Deze landstreek werd vooral bewoond door de Minangkabau. Na het verdrijven van de vorstengeslachten in de vroege negentiende eeuw kenden de Minangkabau een bestuurlijke opbouw met een groot aantal lokale rechtsgemeenschappen (nagari), die een grote mate van zelfbestuur hadden. Westenenk heeft meer dan vijftig publicaties op zijn naam staan, in onderwerp variërend van de folklore, hindoebeelden, taal, schrijfwijze van plaatsnamen tot negroïde stammen op Sumatra.
NA
��
Magazine
LIEFD SUMA
DE voor ATRA
vondst
¡
Louis Constant Westenenk (1872-1930), in 1924 gefotografeerd als gouverneur van Sumatra’s Oostkust. Fotograaf: A.J. Gazendam Nationaal Archief/ Collectie Elsevier
De Tong Tong Fair en het Nationaal Archief Van dinsdag 2 t/m vrijdag 5 juni kunnen bezoekers van de Tong Tong Fair van 10-11 uur bij het Nationaal Archief deelnemen aan een rondleiding door de fototentoonstelling 'Blikvangers De grootste fotocollectie van Nederland'. Een van de onderwerpen daarin is: Nederlands-Indië door de ogen van Onnes Kurkdijan. Het programma start met een introductie op de fototentoonstelling Blikvangers. Aansluitend kunnen bezoekers de tentoonstelling bezoeken. Deze rondleiding kost €2,50 p.p. Aanmelden kan via events@nationaalarchief.nl
Meer lezen? Bruno J. Tideman, L.C. Westenenk 1872-1930: een bijzonder ambtenaar van het Binnenlands Bestuur in NederlandsIndië (Gorssel 2008). NA
��
Magazine
agenda
c
Lezing Martijn Kleppe zondag 26 april 13.00-14.00 uur
Martijn Kleppe, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije
Rondleidingen
Universiteit en auteur van het boek Canonieke
14.30 - 15.30 uur
Icoonfoto’s, geeft een lezing over iconische persfoto’s uit de Nederlandse geschiedenis.
Iedere zondag rondleidingen.
Aanmelden: events@nationaalarchief.nl
Kijk op gahetna.nl/agenda voor de
Prijs p.p.: €10,- (incl. entree Blikvangers en koffie/thee)
thema’s en de data.
Lezing René Kok
Meivakantie 2 t/m 10 mei
zondag 3 mei 13.00-14.00 uur
In de meivakantie organiseert het Nationaal Archief diverse workshops (van 8 tot 88 jaar), zoals fotoalbums maken, maar ook je eigen camera bouwen of foto’s maken zonder fototoestel.
René Kok, medewerker van het NIOD Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies en auteur van Het grote 40-45 boek, vertelt over fotografie tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Kijk op gahetna.nl/agenda voor meer informatie.
Aanmelden: events@nationaalarchief.nl Prijs p.p.: €10,- (incl. entree Blikvangers en koffie/thee)
Kom naar ‘Blikvangers – De grootste fotocollectie van Nederland’! Deze fototentoonstelling is te zien in het Nationaal Archief tot en met 12 juli 2015.
NA
��
Magazine
26 april — 12 juli
Beeld van de de tentoonstelling 'Blikvangers' in het Nationaal Archief. Foto: Anne Reitsma
Lezing Hans Aarsman
Lezing Sacha de Boer
zondag 31 mei 13.00-14.00 uur
zondag 28 juni 13.00-14.00 uur
Fotograaf en schrijver Hans Aarsman
Sacha de Boer was nieuwslezeres bij het NOS
ontdekt als een ware detective de
journaal. Naast haar werk als nieuwslezeres
onderliggende verhalen in foto’s
heeft ze altijd veel gefotografeerd. Sinds een
en vertelt wat we over het hoofd
paar jaar heeft ze zich volledig op fotografie
dreigen te zien.
gericht. Sacha de Boer vertelt over hoe zij te werk gaat en wat haar inspireert.
Aanmelden: events@nationaalarchief.nl Prijs p.p.: €10,- (incl. entree Blikvangers en
Aanmelden: events@nationaalarchief.nl
koffie/thee)
Prijs p.p.: €10,- (incl. entree Blikvangers en koffie/thee)
NA
��
Magazine
Prinses Beatrix en prinses Irene spelen met een vriendje op Paleis Soestdijk, ca. 1947. Foto: Willem van de Poll Nationaal Archief/ Collectie Van de Poll
WORD VRIEND! Word Vriend en profiteer van de gratis entree voor tentoonstellingen, korting op activiteiten, winkelartikelen en meer! Als vriend heeft u altijd een streepje voor en ondersteunt u het werk van het Nationaal Archief. Lees meer over het Genootschap
COLOFON NA Magazine is een uitgave van het Nationaal Archief en het Genootschap voor het Nationaal Archief. © 2015 Het Genootschap voor het Nationaal Archief Redactieadres: paul.brood@nationaalarchief.nl Nationaal Archief Redactie NA Magazine Postbus 90520 2509 LM Den Haag Vormgeving: Studio DUEL, Den Haag NATIONA AL ARCHIEF OPENINGSTIJDEN Het publiekscentrum is geopend op: Maandag 10:00 – 17:00 uur alleen voor schoolgroepen, op afspraak Dinsdag 10:00 - 21:00 uur Woensdag t/m vrijdag 10:00 - 17:00 uur Zaterdag en zondag 11:00 - 17:00 uur Let op: de studiezaal is in het weekend niet geopend. Nationaal Archief Prins Willem-Alexanderhof 20 2595 BE Den Haag www.gahetna.nl algemeen e-mailadres: info@nationaalarchief.nl telefoon algemeen: (070) 331 54 00 vragen over de collectie: (070) 331 54 44
VERWACHT (AUGUSTUS 2015): Op audiëntie bij koning Willem I in het Nationaal Archief.