nederlant * auschwitz comité
HERDENKINGSNUMMER
j a n u a r i
secr. r. cheval, volkerakstraat 2 6 ' amsterdam-2., postgiro
Waarom Auschwitz-herdenking?
Auschwitz leeft voort als de plaats, waar vele miljoenen de gruwelijkste, misdadigste, meest zinloze dood vonden. V e l e n k u n n e n de n a a m van het plaatsje in Opper-Silezië, waar het k a m p stond, niet meer horen. M a a r Auschwitz is geen natuurramp geweest. Het was mensenwerk, werk van onmensen, die er nog zijn. D e moordenaars zijn onder ons, soms nog m i n of meer verstopt: het heeft jaren geduurd voor enkele sluiers wat werden opzij geschoven en pas n u wordt een aantal verantwoordelijken gebracht voor een gericht, dat toch slechts een flauwe afschaduwing van h u n schuld zou k u n n e n geven. Zulk een gericht was het proces van Neurenberg en zal ook zijn dat van f r a n k f o r t tegen de directe verantwoordelijken voor de m a x i m a l e moord te Auschwitz — als dit proces ooit doorgaat: er zijn alleen al voor deze
BLOEMLEGGING O p z o n d a g 2 7 januari zullen, zoals gebruikelijk,bloemen w o r den g e l e g d op de N i e u w e O o s terbegraafplaats, bij de urn met as, die door oud-kampbewoners uit Auschwitz is meegebracht. Verzamelen om 12 uur precies bij het hek van de N. Oosterbegraafplaats, Kruislaan, Amsterdam O.
zaak duizend getuigen, de overlevenden van miljoenen slachtoffers, opgeroepen. E r staat een proces op stapel in W e n e n en ook dit is uiteraard al j a r e n hangende en komt dus wel zeer laat. Alleen, hoe laat het ook is, nog steeds zijn zij, die Auschwitz uitdachten, lieten werken, beschermden en met mensen bevoorraadden, niet allen als zodanig i n staat van beschuldiging gesteld. Velen zijn niet slechts op vrije voeten, maar opnieuw op leidende posten te vinden. W i j behoeven slechts het voorbeeld van Globke te noemen. Niet alleen gaat het de daders goed: zij vinden ook helpers. D e generaals, die landen overvielen, de o u d - S . S . - en S.A.-lieden eisen luid de ergste vernietigingswapens, die sinds de ovens des doods brandden, zijn uitgevonden. E n al hebben zij niet h u n zin, zij vinden een open oor bij tal van regeerders, wier burgers zelf A u s c h witz en andere kampen en de bedreiging daarvan hebben gekend en die dus gewaarschuwd moesten zijn. W i j behoeven niet ver te zoeken. W i j zien het in ons eigen land. Elders in dit blad k a n men lezen op welke lichtvaardige wijze de Nederlandse regering heeft gemeend zich te k u n n e n afmaken van een bijdrage voor het internationale monument te Auschwitz, dat niet alleen een blijvende waarschuwing voor de mensheid, m a a r ook een grafsteen voor honderdduizend weggesleepte en vernietigde landgenoten zou zijn. L a a t men niet menen, dat het blijft bij dit gebrek a a n piëteit (zacht uitged r u k t ) jegens hen, die er niet meer zijn. W a n t zelfs tot de vanzelfsprekende plicht tot schadeloosstelling a a n de levenden — d.w.z. een tegemoetkoming voor een schade, die nooit goed te maken is — werd dit jaar nog maar een aanloopje genomen. O f n a m men een loopje met o n s ? A a n de D u i t -
293087
Klacht altijd vage
beelden,
in nevels
gehuld,
altijd delven
D e Auschwitz-herdenking leeft in ons land. Zij leeft, omdat de directe nabestaanden — indien nog aanwezig — en vele, vele groepen van ons volk nooit kunnen, nooit zullen vergeten wat daar is gebeurd. O n s nummer getuigt ervan.
1963
van die
in de
een
schachten
tijd
voorbij
is.
verstarring van
terugzien
vertrapt iedere
dag
bloem
en
wolken
blad.
van
gisteren
verduisteren het
licht
van
het
heden.
altijd de
druk
van die duizenden gebaren
van
brekende
doden.
handen,
ogen.
dromen, begeerten, verlangens, gedoofd als een vlam
in de
verteerd
as
in de
tot
wind.
oven. greet januari
van
amstel 1962
se wensen werd voldaan, zo onderdanig, dat het ontwerp-verdrag, waarbij de schadeloosstelling eenvoudig was ingelijfd, weer op de helling moest. J a , die Duitse w e n s e n . . . Niet m e e doen aan het monument ( e n dus ook geen opschrift op de voor Nederland bestemde s t e e n ) , een „ b e d o n g e n " vergoeding, zo schandelijk, dat het b e lachelijk mag h e t e n . . . het zal de niet en schijnbaar bekeerde nazi's en h u n hoge trawanten wel smaken. I n (Vervolg
op pagina
2)