Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 05 Mei

Page 1

nederlands auschwitz comité

mei

1964

maandblad nr. 5 secr. r. cheval, volkerakstraat 26. amsterdam-z., postgiro 293078 bankrek.: amsterdamsche bank van baerlestraat amsterdam z.

„Summum jus, summa injuria", zeiden de oude Romeinen; „het hoogste recht is het hoogste onrecht". Dat komt hierop neer: het recht dat alles en allen over één kam scheert, is ook niet rechtvaardig. De oude Romeinse uitspraak komt bij ieder op, die hoort of leest, dat volgend jaar mei de oorlogsmisdaden verjaren, in het bijzonder in West-Duitsland. Een diefstal, zelfs een geval van geweldpleging — men kan begrijpen dat het na een aantal ]aren weinig zin meer heeft deze te vervolgen. Maar bij de oorlogsmisdaden is zelfs de gedachte aan verjaring ondragelijk en daarom ontoelaatbaar. In de eerste plaats, omdat het misdaden betreft van een omvang en perversiteit, waar geen wetgever, de oude Romeinse noch de hedendaagse, ooit van had kunnen dromen — niet in zijn ergste nachtmerrie. Een adequate, een aan de gepleegde feiten aangepaste bestraffing is dan ook van te voren uitgesloten; geen enkele straf, ook geen doodstraf, zou de schuld kunnen delgen van een man, die kinderen te pletter smeet of oude vrouwen naar het uitkwam vergaste of liet doodvriczen, omdat zij ,,daar toch voor hier zijn.' Natuurlijk is de verjaring door het thans lopende Auschwitzproces eens te meer in de aandacht gekomen en denkt ieder bij het woord ,,verjaring" onwillekeurig aan dat andere, „Auschwitz". Ook w i j willen van het proces uitgaan, al willen w i j het ditmaal niet over de daar afgelegde verklaringen hebben. Wij weten immers allen, dat het kamp een bodemloos massagraf w a s , dat er juist door die bodemloosheid enkelen op de rand zijn blijven liggen en dat heel enkelen van dezen nu getuigen. Zij halen de onvoorstelbare en toch gebeurde gruwelen op, omdat niet alleen de slachtoffers, maar ook de bedrijvers een naam dragen en zij die weten. Hoe zouden wij allen moeten wensen (al is dat een nog zo zware last) het door een journalist genoemde „electronische brein" te bezitten van een dr. Pazcula, dat als een computer de schanddaden en bijpassende commentaren der schuldigen evengoed als de nummers en namen van zijn medegevangenen bewaarde. 1

et Het proces zelf fungeert als een geheugensteun en een spiegel voor velen. Jonge mensen horen er, hoe het in Duitsland toeging, van de SS-ers en de ten dode gedoemden zelf. Zij raken ontsteld, geschokt e n gewaarschuwd. Maar er zijn ook anderen. Terwijl het proces daagt, komt dr. Gerhard Frey, de hoofdredacteur van de beruchte „National- und Soldatenzeitung" in datzelfde Frankfort de ,zin en onzin der nazi-processen' uitleggen en . . . volledige amnestie eisen. Tot eer van de Westduitse jeugd zij gezegd, dat zij een krachtig protest heeft laten horen. Maar, Frey kon het toch maar komen proberen en wekelijks zijn krant in dc zuiverste SSstijl en een zeer grote oplage laten verschijnen. Even duister kenschetsend is het geval Hoggan, de man, die „bewees", dat de arme Hitier de oorlog „opgedrongen" kreeg en die daarvoor aan de Rijn druk gelezen . . . en zowaar bekroond werd. Het is dezelfde man, die het soberste relaas-van Auschwitz en andere vernietigingskampen een vervalsing noemde en de foto's van de stapels lijken, terstond na de bevrijding in Auschwitz en anlere S.S.kampen genomen, afkomstig van het bombardement van Dresden . . . Geheel uit dezelfde wangeest spruit de taal voort, die enige advocaten te Frankfort menen tegen de getuigen te mogen uitslaan. Zij voeren een proces niet tegen de beulen, maar tegen de overlevenden. Soms zeggen zij ook „de verdachte", als zij een der laatsten bedoelen en verbeteren zich niet eens. Zoals een openbaar aanklager zei: deze raadslieden pleiten niet, zij vereenzelvigen zich met hun cliënten, moordgraag en berouwloos als die nog steeds zijn. Wat bewijst dat alles

7

In elk geval,

9

dat de oude duivel niet dood is, al mag hij dan misschien nog geen hoogtij vieren. Maar ook dat is al gevaarlijk genoeg. Te gevaarlijk om zijn gezellen absolutie te schenken. In Polen, waar de wet eveneens de verjaring van misdrijven na twintig jaar kent, heeft het parlement dit voorjaar een wet aangenomen, waarbij de verjaring vervalt voor oorlogsmisdaden volgens de wet van 3] augustus 1944 „en voor de bestraffing van fascistisch-hitleriaanse misdadigers, die zich hebben schuldig gemaakt aan moord en mishandeling van de burgerbevolking en van krijgsgevangenen . . ." Dit betreft vooral „ondergedoken" en niet-uitgeleverde misdadigers Van de 12.000 individuen, tegen wie in Polen belastend materiaal is verzameld, zijn er slechts 1800 door West-Duitsland uitgeleverd. Men overwege deze cijfers van één enkel destijds bezet gebied. Wat zou verjaring alleen al hiervoor betekenen! Uiteraard heeft het Cultureel-Maatschappelijke Verbond van de Joden in Polen zijn instemming betuigd met de wet, die nogmaals herinnert aan de schuld jegens miljoenen vermoorde mannen en vrouwen ,,De nagedachtenis van onze martelaars en gevallen helden zou door verjaring worden ontheiligd", verklaarde dit Verbond. Het zal zich tot alle Joden, Joodse organisaties en bonden van verzetsstrijders in de gehele wereld wenden om tezamen in het krijt te treden tegen de verjaring, speciaal (maar niet alleen) in de Bondsrepubliek. De Joodse gemeente van Wenen heeft bij de minister van justitie aangedrongen op het doen vervallen van de in Oostenrijk in juni 1965 dreigende verjaring. Het belangrijkste is natuurlijk het ap(Vervolg

op

pag.

4)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Auschwitz Bulletin, 1964, nr. 05 Mei by Nederlands Auschwitz Comité - Issuu