nederlands auschwitz comité |\| U
13de jaargang, nr. 7-8. juli-augustus
secr.:
Natuurlijk w e k t de nieuwe Westduitse r e c h t s r e g e l voldoening bij het Nederlands Auschwitz C o m i t é , dat in ons land gelukkig niet alleen, maar wel bij uitstek t e g e n de verjaring h e e f t g e a g e e r d . Bijzondere b e t e k e n i s h e e f t de opneming van het begrip g e n o c i d e of volkerenmoord in de wettekst, ook e e n punt waarop wij s t e e d s hebben gehamerd. Hier raken wij e c h t e r ook de keerzijde van de zaak: wie zijn schuldig aan volkerenmoord? Wie vallen in de term voor lev e n s l a n g e t u c h t h u i s s t r a f ? En hoe s t a a t h e t m e t de b e r u c h t e lage b e w e e g r e d e n e n , waardoor e e n kindermoordenaar vrij komt, omdat hij h e t zo goed bedoeld h e e f t ? V e r s c h i l l e n d e dagbladen w e t e n dan ook t e melden dat vervolging van nazi-misdrijven t o t 1979 t e v e r w a c h t e n is. Hoe nu? vraagt men zich af. Hebben de nazi's dan niet h e l e volksgroepen verdelgd als viss e n in de Rijn? Is dat g e e n volkerenmoord en dus o n v e r j a a r b a a r ? En men herinnert zich dat g e e n kampbeul, -arts of -commandant ooit veroordeeld is voor iets and e r s dan ordinaire moord of, en dit vaker, w e g e n s medeplichtigheid aan moord, tot in h e t 100.000-voudige t o e . Dit zou bet e k e n e n dat volkerenmoord wel nooit verjaart, maar dat niemand die ooit h e e f t gepleegd, of het m o e s t Hitier zijn of d e s noods Himmler. Beiden zijn dood. Ook aan g e w o n e moord is e e n S S - e r echt e r niet zo gauw schuldig. G e l e t op de gebruikelijke gang van zaken zijn de duizenden s l a c h t o f f e r s van e e n beklaagde wel dood, maar h e e f t hijzelf s l e c h t s doodslag g e p l e e g d , onder welk vergoelijkend mom dan ook. Doodslag (d.i. het doden zonder voorbedachte rade!) verjaart nu na twintig j a a r . De dader gaat vrijuit, ook al h e e f t hij zijn .doodslag' toevallig op duizenden onschuldigen b e d r e v e n . Het h e e f t e r veel van dat de .onoverkomelijke juridische bezwaren' van de B e i e r s e C S U , regeringsgezinden dus, in de praktijk h e t z w a a r s t zullen wegen en die praktijk o o k verder zullen bepalen. Wij hebben e r al uitentreure op g e w e z e n : e e n h e l e keten van omstandigheden begun-
3 2 ' , amsterdam-z.,
postgiro
bankrek.: AMRO, bijk. van b a e r l e s t r a a t ,
1969
293087
amsterdam-z.
g e m . giro N 5500 N.A.C. red.: amsteldijk 23, amsterdam-z.
R E C H T
De verjaring gaat niet door in de Bondsrepubliek. Er is e e n wijziging in h e t wetb o e k voor s t r a f r e c h t a a n g e b r a c h t . Verjaring voor volkerenmoord is o p g e h e v e n . Voor misdaden waar levenslang op s t a a t , zoals moord, t r e e d t deze voortaan na 30 j a a r in, voor doodslag na 20 j a a r . De Bondsdag nam vier dagen voor de a m b t s aanvaarding van p r e s i d e n t Heinemann in hoofdzaak het w e t s o n t w e r p aan van diezelfde Heinemann, de vorige minister van justitie.
victorieplein
D O E N
Gruwelijke vondst in Bierum
stigt, als ware het toeval, de schuldigen. Een kwart e e u w na Hitiers dood h e e f t het s l e c h t s zin grote misdadigers, w a r e m a s s a m o o r d e n a a r s , zo goed a c h t e r het bureau als de a c h t e r de g a s k a m e r , t e vervolgen. Van hen waren velen al vroeg en veilig v e r s t o p t . W i e t e r e c h t s t a a n heten vaak niet e e n s schuldig aan moord en dikwijls niet eens medeplichtig; hun getuigen zijn dood of heten zwak van g e h e u g e n . Gevolg: vrijspraak. Wie wel worden veroordeeld komen e r g e r e g e l d m e t e e n kwartier per moord of een soortgelijke vonnis vanaf. Zou e e n nazibeul k r a c h t e n s rechterlijk vonnis zowaar toch enige jaren m o e t e n brommen, dan is zijn gezondheid wel zwakjes en komt hij vrij. Zo ging het m e t Mulka, de h o o g s t e nog levende b a a s van Auschwitz. Trouwens: de naam Lages z e g t ons a l l e s . De beul van A m s t e r d a m r e i s t van Kurort naar v a c a n t i e c e n t r u m , het g a a t hem uitstekend, dank u. De f o r m e l e verjaring is nu van de baan. De g e l e g e n h e i d is er om r e c h t t e doen. Men dient die g e l e g e n h e i d t e gebruiken.
brief
aan
zond
het
N.A.C. de
bondskanselier
Aan de Minister van J u s t i t i e Plein 2b Den Haag 17-6-'69 Excellentie, Op donderdag 5 juni 1969 v e r s c h e n e n e r in de pers berichten aangaande een vondst van vijf lijken, waaronder die van e e n vrouw en een kind in de G r o n i n g s e g e m e e n t e Bierum. Gezien het feit dat a) het hier drie mannen, e e n kind b e t r e f t ; b) deze g e h e e l weest;
naakt
een
moeten
vrouw
en
zijn
ge-
c ) deze lijken op het terrein van de voormalige S S - e r S m i t zijn gevonden; rijst bij ons het e r n s t i g e v e r m o e d e n dat het hier vermoorde Joden b e t r e f t . Daar de S S - e r s , zoals bekend, de g r o o t s t e j o d e n m o o r d e n a a r s waren, m e e n t het Nederlands Auschwitz Comité dat e e n grondig onderzoek noodzakelijk is en vervolg e n s m a a t r e g e l e n om de voormalige S S - e r S m i t naar Nederland terug t e brengen weg e n s verdenking van moord op J o d e n . Graag zou het N.A.C. van u v e r n e m e n w e l k e stappen u in deze hebt ondernomen.
Brief aan Kiesinger over NPD Op 3 juli
Het N.A.C. a c h t t e het nodig zich op 17 juni tot de minister van j u s t i t i e t e wenden. De brief aan minister Polak luidde:
volgende
Kiesinger
te
Bonn: Hierop juli:
Verontwaardigd en verontrust heeft het N.A.C. vernomen dat de NPD juist in Dachau een verkiezingsbijeenkomst wil houden. Een partij die aan een stuk door nazidaden en nazifiguren aanprijst zou op een van de voornaamste plaatsen waar nazimisdaden zijn gepleegd willen oproepen tot hernieuwd nazidom! Het spreekt vanzelf dat dit opnieuw een aanval is op de nazislachtoffers, op de nagedachtenis van de vermoorden en op het leven van de jonge generatie. Het N.A.C. dringt er krachtig op aan dat zulk een schandelijk feit wordt voorkomen.
antwoordde
minister
Polak
op
3
Van de inhoud van uw brief dd. 17 juni 1969 heb ik kennis g e n o m e n . Over hetzelfde onderwerp is, zoals u bekend zal zijn, e e n vraag g e s t e l d door de leden van de T w e e d e Kamer der S t a t e n - G e n e r a a l , mevrouw Singer-Dekker en de h e e r Wierenga. Ik heb daarop geantwoord, dat ik bereid ben aan het in de vraag v e r v a t t e verzoek t e voldoen. Zo spoedig mogelijk zal ik u nader inlichten. De M i n i s t e r van J u s t i t i e , Polak,