Rupert Spira - Bewustzijn als enige werkelijkeid

Page 1

BEWUSTZIJN ALS ENIGE WERKELIJKHEID

RUPERT SPIRA MET EEN VOORWOORD VAN Df:EPAK CHOPRA NAWOORD BERNAOO KASTRUP


BEWUSTZIJN ALS ENIGE WERKELIJKHEID Essays over de eenheid van geest en materie

RUPERT SPIRA Nawoord Bernado Kastrup

samsara


Reeds eerder verscheen van deze auteur bij uitgeverij Samsara:

De Helderheid der dingen \¥'lit rest is lie/de En als de verbeelding de vormen van dingen baart die we niet kennen, zet de pen van de dichter ze om in gedaanten en verleent .hij een vluchtig niets een plek om te wonen en een naam. William Shakespeare

© 2.017 Rup<:n Spira © 2018 Nederlandsc vercaling, uicgeverij Samsara, Amsterdam Oorspronkelijke tied: The Nature

ofConsciousnm,

Originally published in 2m7 by New Harbinger Publicacions, USA, and Sahaja Publications, UK Vcrcaald uic her Engels door: Han van den Boogaard Oncwerp omslag: Hescer van Toorenburg, Scudio Hes Binnenwerk: Erik The, crikchedesign.com ISBN

978 94 9141 174 8

NUR 728 Niecs uic deze uicgave mag worden vcrvcelvoudigd zonder de uitdrukkelijkc en schriftelijke toescemming van uicgeverij Samsara.


Inhoud

Voorwoord door Deepak Chopra

9

Dankbetuiging

17

Inleiding

Hee harde bewustzijnsprobleem

25

Hfdsc. 1

De aard van de geese

35

Hfdsc. 2

Alleen bewustzijn is zich bewust

55

Hfdsr. 3

Panpsychisme en her 'alleen-maar-bewustzijn'-model

71

Hfdsr. 4

De naar binnen gerichre weg: het

Hfdst. 5

De rechtstreekse weg naar verlichting

Hfdst. 6

Zelfonderzoek en zelfherinnering

109

Hfdst. 7

De ervaring van je bewust zijn

127

Hfdst. 8

De kern van meditatie

145

Hfdst. 9

De naar buiren gerichre weg:

onderscheid russen bewusrzijn en objecten

79 91

her wegvallen van her onderscheid tussen bewusczijn en objecten

157

Hfdsc. 10

Het bescaan vale samen met bewustzijn

173

Hfdst. n

De witte gloed der eeuwigheid

185


Hfdst. 12

Het vernauwen van bewustzijn

193

Hfdst. 13

Er bestaan geen bewustzijnstoestanden

209

Hfdst. 1 4

Wordsworth en het verlangen naar god

227

Hfdst. 15

Het gedeelde medium van de geest

243

Hfdst. 16

De herinnering aan onze eeuwigheid

265

Hfdst. 17

De droom van bewusrzijn

291

Hfdst. 18

De zoektocht naar geluk

317

Nawoord door Bernardo Kastrup

Voorwoord

337

en van de grote mysteries van het menselijk bestaan is

E zo fundamenteel dat de meeste mensen er nooit bij stil­ staan om de vraag te stellen: Kunnen we ooit weten wie we

werkelijk zijn? Die vraag alleen al stellen wordt een obstakel

als we geloven dat wie we zijn een pakketje op poten is van miljarden en miljarden cellen. Cellen zijn kleine flesjes met zout water die op volkomen voorspelbare wijze chemicalien verwerken. Oat geldt ook voor hersencellen, en hoe goed je ook een CT-scan of een fMRI van de hersenen bestudeert, de plekken die oplichten vertellen ons niets over Shakespeare of Mozart. Niemand heeft op overtuigende wijze kunnen laten zien hoe glucose - ofwel bloedsuiker, dat niet heel veel verschilt van de suiker in een suikerpot - plotseling leert denken nadat het door een dun membraan de hersenen is binnengegaan. Rupert Spira behoort tot een totaal andere tak van onder­ zoek, die de vraag 'Wie zijn we?' als innerlijke vraag tot uit­ gangspunt neemt. Menszijn gaat niet over cellen en chemi-

9


sche reacties,maar over het onderzoeken van de ware aard

voudigst mogelijke feit - dat er maar een werkelijkheid is -

van onszelf en de wereld. Als die weg gevolgd wordt,komt

concludeert Spira dat er ook maar een verklaring voor de

zelfs de wetenschap tot non-duale condusies. De grote weten­

werkelijkheid is. In deze essays houdt hij onwrikbaar vol

schapspionier en natuurkundige Max Planck, die de term

dat de enige werkelijkheid zuiver bewustzijn is,en dat alle

'kwantum' bedacht,beweerde stellig dat 'de geest de matrix

andere dingen, inclusief geest en materie, een modulatie

der materie vormt'. In gesprek met een Londense verslag­

van die werkelijkheid zijn. Een gedachte is iets wat bewust­

gever zei hij er het volgende over: "Ik beschouw bewustzijn

zijn doet

als fundamenteel. Ik beschouw materie als een afgeleide

een atoom. De natuur put uit dezelfde bron om zowel de

-

en geen emiteit op zichzelf; hetzelfde geldt voor

van bewustzijn. We kunnen onze vinger niet achter bewust­

geur van een roos als een spira:ilvormig sterrenstelsel voort

zijn krijgen. Alles waar we over praten,alles wat we als iets

te brengen.

bestaands beschouwen, veronderstelt bewustzijn." Het mooie van dat uitgangspunt, dat Spira met welspre­ Onnodig te zeggen dat de moderne wetenschap het voor­

kende overtuiging tot uitdrukking brengt,is dat de lastige

beeld van Planck niet gevolgd is - integendeel. We zijn

vraag 'Kunnen we ooit weten wie we werkelijk zijn?' tot

hard bezig om alle levensvraagstukken op te lossen door

het antwoord 'Ja' leidt. Preciezer geformuleerd zouden we

middel van technologie en het verzamelen van bergen data

kunnen zeggen 'Ja,maar .. .',want erachter komen wie we

die supercomputers moeten zien te verwerken. Maar het

werkelijk zijn laat zich niet uitdrukken in woorden, maar

totale onvermogen om bewustzijn te verklaren door het op

slechts kennen als intieme ervaring, als een ontwaken. En

te bouwen uit moleculen, atomen en subatomaire deeltjes

hoewel die ervaring ieder moment cegenover ons staat en

laat het falen van de wetenschap zien. Beweren dat het ont­

ons uitnodigt om binnen te komen, is hij onvergelijkbaar

dekken van steeds meer en complexere deeltjes uiteindelijk

met welke andere ervaring dan ook. Hij valt tegelijkertijd

zal leiden tot de ontdekking van de geest,is net zoiets als

buiten het fysieke en het mentale domein.

zeggen dat je leert pokeren als je maar genoeg kaarten aan '

het spel toevoegt.

Waar zou w n plek zich kunnen bevinden? Overal en nergens.

Kortom, je kunt de discussie verdelen in het 'geest eerst'-

dan naar hier en nu. Die antwoorden,hoe frustrerend ook,

standpunt en het 'materie eerst' -standpunt. Op dit moment

zijn de waarheid. Over die paradox van ergens vertrekken

heeft het 'materie eerst'-kamp ver de bovenhand, want

en overal aankomen,soms 'de wegloze weg' genoemd,valt

Hoe kom je daar? Voor die reis hoef je nergens anders heen

iedereen neemt zonder meer aan dat de fysieke wereld

nog genoeg te discussieren. Het geijkte advies, dat in iedere

'buiten ons' bestaat. Spira zegt,met zijn zachte,geduldige

spirituele traditie weerklinkt,wijst je de weg naar binnen.

stem die zo kenmerkend voor hem is,dat 'materie eerst' en

Het basisidee is dat zich onder de rusteloze oppervlakte van

'geest eerst' beide korrzichtig zijn. Uirgaande van her een-

de geese een dieper niveau bevindt dat onbeweeglijk,stil en

IO

II


vredig is. Die reis verlost ons zelfgevoel van alle opgelegde

verkeer staan. Als een bus regen je aanrijdt, ben je dood.

beperkingen en laat de ware werkelijkheid ervan zien. Illu­

Einde verhaal.' Macerialisten blijven volhouden dat de

sies vallen weg. Het ego verliesc zijn greep. Als de ware aard

fysieke wereld het eerste gegeven is en dac geen enkele men­

van her Zelf wordt ervaren vindt er een transformatie

cale kronkel om dac feit heen kan. Zelfs welwillende luisce­

plaars. Het overstijgen van ons misplaatste zelfgevoel speelt

raars en gedreven zoekers klampen zich vast aan het mace­

daar een sleutelrol in, en clan gaat her dagen.

rialisme - misschien heimelijk, misschien mec een schuldig gevoel, maar vooral, denk ik, omdat her volledige verhaal

In een ideale wereld zou iedereen het bevel uit het Oude

nog moet bezinken. Op zijn zachre maar compromisloze

Testament opvolgen om 'stil te zijn en te weten dat ik God

manier staar Spira erop om her �olledige verhaal ce vercellen

ben'. Niet dat religieuze termen noodzakelijk zijn: de grote

en her bovendien cot een rechrsrreekse, persoonlijke erva­

Bengaalse dichter Rabindranath Tagore verklaarde:

ring ce maken.

Luister, mijn hart, naar hetfluisteren van de wereld. Dat is hoe ze je bemint.

Hee volledige verhaal is niet nieuw. De oorsprong ervan ligr in her verre verleden van India, ook al zijn er door de loop van de geschiedenis en de verwarring van de mens vele

Mee andere woorden, innig contact met het Zelf is overal aan­

andere verhalen ontstaan die gedeeltelijk met die oorsprong

wezig, en de bekoring ervan is deulfde als die van de liefde.

samenvallen en zich ermee vermengd hebben. Iemand die iecs van Indiase spiritualiteit weet zal een paar bladzijden

Als we niet kunnen horen wat de wereld fluisrerc, is er nog

van dit boek lezen - of slechrs de titels van de essays - en

een andere manier, ook weer aangewezen door Tagore:

zeggen: 'Ah, Vedanta. Dae is war hij onderwijsr.' Maar als je dat zegt plak je alleen maar een eriket op de benadering van

Ik

Ik werd de weg moe toen hij me hier en daar bracht. trouwde in liefde met de weg toen hij me Overal bracht.

Spira, die ook de inzichten bevat die je kunc vinden in de tantrische tradities van het Kashmir Shaivisme en dzogchen boeddhisme. De Veda's zijn de heilige geschtiften van India,

Aanvankelijk lijkt de weg naar buicen oneindig en onuit­

en Vedanta berekent, leccerlijk vertaald, het einde van de

puccelijk, maar als we hem maar lang genoeg volgen komen

Veda's. Met andere woorden, Vedanta is het laatste woord

we onvermijdelijk tot de condusie dat her bewustzijn zelf is

op het gebied van spirituele kennis, de plek waar je uickomt

dat oneindig en onuirputtelijk is. De weg naar buicen loopt

nadat je alle andere dingen die de heilige teksten je kunnen

dood, en dan wenkr de weg naar binnen.

leren in je op hebe genomen. De belofte van Vedanta kan in een enkele spreuk worden weergegeven: 'Ken dar ene aan

Als je dac tegen een scepticus probeert ce zeggen, loop je steeds tegen heczelfde bezwaar

12

aan:

de hand waarvan alle andere dingen gekend warden.'

'Ga maar eens in her

13


Vedanta's waarheid-in-een-nocendop bezic een enorme aan足 crekkingskrachc, dus waarom is ze niet een soon universele spiricuele weg geworden? Waarom zou je niet het groocsce deel van hec spiricuele onderricht - niet alleen de Indiase versie, maar alle bronnen - overslaan en die gouden draad

naar Rupert Spira te luisceren dan aan de hand van enige andere exponent van moderne spiricualiteit. De werkelijk足 heid stuurt ons een boodschap die we dringend moeten horen, en op die moment overcreft geen enkele boodschap足 per Spira en de transformerende woorden in zijn essays.

gaan volgen? Rupert Spira is zeldzaam en vrijwel uniek omdat hij precies dat doec. In India heeft Vedanta de repu足

Deepak Chopra

tatie complex en intellectueel te zijn, een onderwerp waar

september 2016

professoren en dwepers hun hele !even aan wijden. Wat bedoeld was als prakcisch advies - je hoeft alleen maar dat te wecen en alle kennis vale je in de schooc - is op de een of andere manier tot iecs abstracts verworden dat je uicput omdat het zo vaag is. Vedanta moest opnieuw cot leven gewekc worden voor de moderne mens, die praktische resultaten verlangt; anders zouden de prachtigsce waarheden onbereikbaar blijven. Vedanta was, korc door de bochc gezegd, als het openen van een blik tonijn met een slierc slappe spaghetti. Spira is daar allemaal doorheen gegaan - oak al leunt hij in al zijn bescheidenheid niet op zijn geleerdheid - en er aan de andere kant weer uitgekomen. Hij heeft een ding te zeggen omdat er maar een ding te weten vale: Het is allemaal bewustzijn. Omdat bewustzijn alles schept, hier en nu, en orndat die schepping eindeloos fascinerend is, vindt hij prachtige manieren om een ding tot uitdrukking te brengen, vaak op poecische wijze, altijd vol mededogen. Met een diamant in zijn hand wil hij ons ieder facet lacen z1en. Voorwoorden lopen het risico kruiperig te klinken, maar in alle eerlijkheid heb ik een dieper inzichc verkregen door

15


Dankbetuiging

I

k heb veertig jaar nagedacht over de aard van de ervaring, en die boek is de gedistilleerde kern van dat onderzoek.

Vreemd genoeg - of misschien niet eens zo heel vreemd zei ik cegen mijn moeder toen ik zes jaar was: "Ik denk dat ons leven de droom van God is." Bijna precies vijftig jaar later drukc dit boek in rationele cermen uit wat ik toen aan­ voelde. Ik wil dus eerst mijn moeder bedanken voor het voeden van die intu'itie, en ook mijn vader, van wie ik het vermogen heb geerfd om er uitdrukking aan re geven. ledereen recht doen aan wie ik dank verschuldigd ben zou een boek op zichzelf vergen, maar desondanks wil ik het samenvatten in een paar alinea's. De richcing van mijn spirituele onderzoek en oefening is altijd de traditie van de Vedanta geweest, die ik besrudeerd heb onder begeleiding van dr. Francis Roles in Colee House in Londen, dat in de eerste cwintig jaar van mijn volwassen leven een cweede huis voor me geweest is. Dr. Roles ontving het traditionele advaica-onderricht van Shantananda Saraswaci, die toen-

I7


tertijd de Shankaracharya van Noord-India was en die ik als

mijn eerste leraar beschouw.

Maar als de schering van mijn onderzoek naar de aard

ervaring. Hoe het zir met de relarie met een vriend die het

vermogen bezit om intellecrueel inzicht om ce zetten in

gevoelde ervaring, weec ik niet. Laat i her erop houde� van

�at

alles war aan die onrmoeting voorafgmg een voorbere1dmg

de werkelijkheid uit een kleur besrond, bevatte de inslag er

vormde op de doorlopende openbaring van het non-duale

gebeds- en bewegingsoefening die onrwikkeld is door

vriendschap van Francis.

Jalaluddin Rumi. Die traditie werd in Coler House bewaard

Tot ik Francis ontmoette was mijn benadering voor­

wezigheid in onze familie, zij het op enige afstand, een

zijds rot de scherpzinnige redeneringen van Atmananda

tienerjaren, en die de kern van de soefitraditie op me over­

her Kashmir Shaivisme, die hij geleerd had van zijn leraar,

bestudeerde ik de geschriften van de Russische filosoof

onderzoek en ervaring. Onder de nauwgezette richtlijnen

wijding op me hadden.

eersc werkelijk vrij om na te denken over waarheid of wer­

In die jaren woonde ik regelmatig de laatste bijeenkomsten

misverstand - dat veel voorkomc bij ttadirionele en heden­

Park in Hampshire, Engeland, vlak bij mijn ouderlijk huis

jaren onderschreef- dat denken spiritueel inzicht in de weg

rij voor de lunch, en tot op de dag van vandaag heeft die

re integreren in de manier waarop ik her lichaam voelde en

vele. In die jaren leerde ik het Draaien van de Mevlevi, een

aanhangers van de dertiende-eeuwse Perzische mysticus door wijlen mijn schoonvader, Vilhelm Koren, wiens aan­

inzicht, dat zich begon re ontvouwen onder de leiding en

namelijk religieus geweest. Frmcis introduceerde me ener­

krachtige en onderbewuste invloed op me had in mijn

Krishna Menon, en anderzijds tot de tantrische tradicie van

bracht. In die tijd leerde ik ook Gurdjieffs Bewegingen en

Jeari Klein. Beide introducties openden nieuwe wegen van

P.D. Ouspensky, die de diepgaande invloed van een m­

van Atmananda Krishna Menon voelde ik me voor het

kelijkheid en werd ik, als gevolg daarvan, bevrijd van een

van Jiddu Krishnamurti bij, wiens school in Brockwood

daagse non-duale benaderingen en die ook ik in de begin­

lag. Bij een van die gelegenheden stond ik naast hem in de

zit. Van de tantrische benadering leerde ik om mijn inzicht

ontmoeting een diepere indruk op me achtergelaten dan

de wereld waarnam.

zen heb. Zijn vurige en redere passie vormden zowel een

Maar van de vele dingen die ik bij Francis leerde, en waar­

onderzoek.

misschien wel het besef dac mijn intense verlangen om de

In diezelfde begintijd vergezelde her onderricht van Ramana

voor schoonheid heczelfde nasrreefden, waardoor de waar­

alles war ik hem heh horen zeggen of war ik van hem gele­

inwijding als een aansporing in de begintijd van mijn

Maharshi me dagelijks, maar pas coen ik mijn leraar, Francis

voor ik hem eeuwig dankbaar ben, was her belangrijkst

aard van de werkelijkheid re leren kennen en mijn liefde

heidszoeker en de kunstenaar in mij zich met elkaar konden

Lucille, onrmoette werd her non-duale inzicht mijn geleefde

18

19


verzoenen. In de jaren die ik bij hem doorbracht ben ik de woorden van John Keats gaan begrijpen:

met name Jaqueline Boyle en Rob Bowden voor hun einde­

Schoonheid is waarheid, waarheid schoonheid - dat is alles wat ge weet op aarde, en wat ge dient te weten.

Ik wil ook iedereen bedanken die, op een rechtstreeksere manier, het ontstaan van dit boek mogelijk hebben gemaakt,

*

Er zijn nog veel meer dingen van invloed geweest, te veel om hier op te noemen, met uitzondering van Michael Cardew, bij wie ik in de leer was als keramisch kunstenaar aan het eind van mijn tienerjaren. Geen verslag van mijn invloeden zou volledig zijn zonder verwijzing naar hem. Hij leerde me, zonder dat ik dat besefte, de taal van de vorm en het proces dat een kunstenaar moet doorlopen, zowel binnen hemzelf als in relatie tot zijn materiaal, als hij

loze geduld en nauwgezette aandacht voor detail, en Linda .Arzouni en Caroline Culme-Seymour voor hun behulpzame commentaar op het manuscript. Ten slotte wil ik mijn metgezel, Ellen Emmet, bedanken. Ik zit niet vaak verlegen om woorden en moet, zoals je zult merken, in mijn schrijfwerk n�g steeds de kunst van het 'minder is meer' integreren die ik, tenminste tot op zekere hoogre, in mijn werkplaats machtig ben geworden. Maar als ik uitdrukking wil geven aan mijn dankbaarheid aan Ellen, schieten me gewoon woorden tekort.

wil dat zijn werk betekenis overbrengt van de maker naar de toeschouwer of gebruiker, via belevingslijnen die geen deel uitmaken van de rede. Hij leerde me wat er voor nodig

Rupert Spira oktober 2016

is om een object te maken dac in staat is om je, zoals Cezanne aangaf, diep van binnen te leiden naar de smaak van de eeuwigheid der natuur. Ik wil Deepak Chopra bedanken voor de positieve opmer­ kingen in het voorwoord van dit boek die zo kenmerkend voor hem zijn, en voor het onvoorwaardelijk steunen van mijn werk. Dat geldc ook voor Bernardo Kastrup, voor zijn indringende en inzichtelijke Nawoord en voor de onbe­ vreesde nederigheid waarmee hij het onderwerp van dit boek een gebied binnenbrengt waar ik geen coegang toe heb. Ik dank ook Mark Dyczowski, Paul Mills en Peter Fenwick voor hun liefdevolle en gulle steun.

*

20

Uic 'Ode on

a

Grecian Urn'

(1820).

21


BEWUSTZIJN ALS ENIGE WERKELIJKHEID


INLEIDING

Het harde bewustzijnsprobleem

0

nze wereldculmur is gebaseerd op de aanname dat de werkelijkheid uit twee essentiele ingredienten bestaat:

geest en materie. In die dualiteit wordt materie beschouwd als het primaire element, wat aanleiding heeft gegeven tot het heersende materialistische paradigma dat zegt dat de geest, of bewustzijn - het kennende element van de geest een afgeleide is van materie. Hoe bewustzijn dan afgeleid zou moeten zijn van materie een vraagstuk dat bekendstaat als 'het harde bewustzijns­ probleem' - blijft een mysterie en vormt inderdaad een van de meest kwellende vraagstukken in de wetenschap en filo­ sofie van vandaag. Het feit dat er geen bewijs bestaat voor dit fenomeen wordt vreemd genoeg niet als betekenisvol genoeg beschouwd om de meeste wetenschappers en filo­ sofen af te brengen van hun overtuiging dat bewustzijn een afgeleide is van materie, ook al zetten steeds meet van hen er vraagtekens bij. De meesten geloven nog steeds dat, op basis van toenemend inzicht in de neurologie, de neurale


correlaren van bewustzijn en de manier waarop het is afge­ leid van het brein vroeg of laat ontdekr zullen worden, en die overtuiging wordr nog versterkt door de media.

Sterke r nog, her is niet mogelijk die substantie te vinden op basis van de termen waarin hij uitgedrukt wordt, want onze kennis van materie, en in feite alle kennis en ervaring, is zelf een verschijnsel binnen bewustzijn, het medium wiens

Maar tot het zo ver is, blijft het harde bewustzijnsprobleem

bestaan die filosofen nu juist ontkennen. Zo'n argument

een ongemakkelijk dilemma voor vertegenwoordigers van

komt in feite neer op geloven dat een e-mail her scherm

her materialistische paradigma. lronisch genoeg zou zo' n

creeert waarop hij verschijnt, of, nog erger, dat de e-mail op

gebrek aan bewijs in alle andere velden van wetenschappe­

zichzelf staat, onafhankelijk van het scherm wiens bestaan

lijk onderzoek het uitgangspunt ondermijnen waarop de

nu juist ontkend wordt.

theorie gebaseerd is, maar door een ongefundeerd vertrou­ wen in dat uirgangspunt, dat de irrationele aard van het materialisme zelf verraadt, is die overruiging in zijn kern niet ondermijnd door het gebrek aan ondersteunend bewijs,

Voor veel mensen is het debac over de ultieme werkelijk­

noch zelfs door overcuigend bewijs van het tegendeel. In

heid van het universum een academisch debat dac ver

dat opzicht deelt her heersende materialistische paradigma

afstaac van de aangelegenheden en eisen van het alledaagse

vele kenmerken met religie: her is gebaseerd op een imu·irie

leven. De werkelijkheid is tenslotte gewoon wat hij is, onaf­

dat er een enkele universele en fundamentele werkelijkheid

hankelijk van onze modellen ervan. Maar ik hoop dat

enige werkelijkheid duidelijk

zal maken dat

besraat, maar laat zich in zijn onderzoek, en daardoor oak

Bewustzijn

in de implicaties van die intu"itie, leiden door geloof in

het materialistische paradigma een filosofie van wanhoop

plaats van ervaring.

en conflict is en in die zin de reden is waarom individuen

als

zich ongelukkig voelen en gemeenschappen en landen Sommige hedendaagse filosofen gaan verder clan geloven

vijandig cegenover elkaar scaan. Dit boek is verre van

dat bewustzijn een bijverschijnsel, of secundaire functie, van

abstract en filosofisch en de implicacies ervan hebben rechc­

het brein is. Met behulp van een buitengewone en kromme

streeks en grondig betrekking op ieder van ons, want bijna

redenering omkennen ze zelfs het bestaan van bewustzijn en

alles wat we denken, voelen en doen wordr op diepgaande

beweren ze dat het slechts een illusie is die in het leven

wijze en voor het grootsce deel onbewust be"invloed door

wordt geroepen door chemische activiteit in de hersenen.

hec heersende paradigma waarmee we zijn opgegroeid en

Daarmee ontkennen ze het primaire en meest tastbare

nu leven.

element van de ervaring - bewustzijn zelf - en poneren ze her bestaan van een substantie - marerie - die nag nooit

Zolang we de bron van geluk voor individuen en vrede

gevonden is.

onder gemeenschappen en landen blijven zoeken binnen het bestaande materialistische raamwerk kunnen we op zijn


allerbest slechts hopen dat we soms even zullen kunnen ontsnappen aan de manier waarop de massa zichzelf en de wereld ervaart - een manier die steeds meer verdeling zaait. Er zijn echter baanbrekende momenten in de geschiedenis geweest waarop de collectieve intelligentie van de mensheid zich niet !anger liet vasthouden door de parameters die in de voorgaande eeuwen onrwikkeld waren om de mensheid vooruit te helpen. De culturele vormen die ontstaan om de groeiende intelligentie van de mensheid verder te ontwik­ kelen, te verfijnen en tot uitdrukking te brengen, zijn op zeker moment niet langer in staat haar te huisvesten en ver­ worden dan tot de middelen waarmee die intelligentie ver­ stikt wordt. Geloof in een platte aarde en een geocentrisch

nisme van de samenleving zelf, dat het ongeveer twee mil­ lennia duurde voordat de laatste sporen van die ideeen waren uitgewist. In Bewustzijn als enige werkelijkheid wordt in overweging gegeven dat het materiemodel zijn functie verloren is en nu precies die waarden vernietigt die het ooit probeerde te bevorderen. Ik hen ervan overtuigd dat het materialistische paradigma, dat de mensheid ten dienste heeft gestaan op een manier die ik hier niet verder hoef toe te lichten, niet meer past bij haar zich steeds verder ontwikkelende intelli­ gentie. Overal om ons heen, binnen onszelf en onze wereld­ cultuur, zien we bewijs dat de schil van het materialisme

universum zijn daar twee voorbeelden van.

gebarsten is. Het groeiende organisme van de mensheid

Het idee van een platte aarde, dat dominant was in de

grenzen, en de strijd van de mensheid om zich eraan te ont­

oude wereld, werd voor het eerst op de proef gesteld door Pythagoras in de zesde eeuw voor Christus, maar pas twee­ duizend jaar later was zijn model van een bolvormige aarde volledig geaccepteerd in alle culturen. Evenzo werd het idee van een heliocentrisch universum al in de derde eeuw voor Chrisms naar voren gebracht, maar duurde het nog bijna tweeduizend jaar voordat de Copernicaanse Revolmie het tot de algemeen aanvaarde theorie maakte. In beide gevallen werd een overtuiging die de menselijke evolutie tot dan toe vooruit had geholpen naderhand juist

kan niet !anger ondergebracht warden binnen zijn eigen trekken komt in alle aspecten van de sarnenleving tot uit­ drukking. Noch kan haar gastvrouw, de aarde, de manier waarop ze ten gronde gericht en geexploiteerd wordt nog !anger overleven. Maar het voldoet niet !anger meer om aan het bestaande paradigma te prutsen binnen zijn eigen parameters. Er is een nieuw paradigma nodig om definitief het hoofd te bieden aan de wanhoop en het verdriet van individuen, de conflicten tussen gemeenschappen en landen, en de relatie van de mensheid met de natuur.

het middel waarmee ze gevangen werd gehouden. Maar niet zonder weerstand! In beide gevallen was het heersende paradigma zo strak verweven met de manier waarop men­ sen dachten, voelden, handelden, waarnarnen en met elkaar omgingen, en zo diep ingeprent in het weefsel en mecha-

i.8

De meeste revoluties zijn eropuit om de bestaande toestand in meer of mindere mate te veranderen, maar laten het


geba.seerd zijn intact.

Die revolutie is een innerlijke en heeft betrekking op de

In Bewustzijn als enige werkelijkheid wordt een voorstel voor

kern van onze kennis van onszelf, waarop alle daaropvol­

een andere revolutie gedaan, een die de ba.sisaannarne aan­

gende kennis en inzicht gebaseerd dienen te zijn. Dit boek

fundarnentele paradigma waarop

ze

ta.st waarop onze kennis van onszelf, anderen en de wereld

onderzoekt de implicaties van die revolutie niet anders dan

is gegrondvest. Het is de revolutie waar de schilder Paul

in de breedste zin, maar de gevolgen ervan raken aan ieder

Cezanne naar verwees roen hij zei: "De dag komt dat een

aspect van ons leven. Het is mijn ervaring dat de implica­

enkele wortel, met frisse ogen bezien, een revolutie zal los­ maken."* Het is de revolutie waar Max Planck, de man die

naar voren wordt gebracht zich lang na het oorspronkelijke

ties van het 'alleen maar bewustzijn'-model dat in dit boek

de kwantumtheorie ontwikkelde, naar verwees toen hij zei:

inzicht of de oorspronkelijke herkenning kenbaar blijven

"Ik beschouw bewustzijn als funqamenteel. Ik beschouw

maken, de manier waarop we denken en voelen langzaam

materie als een afgeleide van bewustzijn."t

kolonialiseren en uiteindelijk tot onze activiteiten en rela­ ties doordringen en die transformeren. Het is aan ieder van

Hee is de revolutie waar James Jeans naar verwees toen hij

ons om ons van die implicaties bewust te worden en ermee

zei: "Ik neig naar de idealistische theorie dat bewustzijn

re leven.

fundarnenteel is, en dat het materiele universum een afge­ leide is van bewustzijn, niet bewustzijn van het materiele

Het 'alleen maar bewustzijn' -model is niet nieuw. Ieder

universum ... In het algemeen lijkt het universum voor mij

mens is op het diepste niveau in wezen hetzelfde. Daarom

meer weg te hebben van een grootse gedachte dan een

moeten we een fundamentele kennis van onszelf bezitten

grootse machine. Het zou heel goed kunnen . . . dat ieder

die de plaatselijke, tijdgebonden conditionering overstijgt

individueel bewustzijn vergeleken zou moeten warden met

die we vanuit onze cultuur verwerven en die we daardoor

een hersencel in een universele geesr.":t: Het is de revolutie

delen met de hele mensheid, ongeacht onze politieke, reli­

waar Carl Jung naar verwees roen hij zei: "Het is niet alleen

gieuze of ideologische overtuiging. Aldous Huxley noemde

mogelijk, maar zelfs waarschijnlijk dat psyche en materie

dat de "eeuwige filosofie", dat wil zeggen, de filosofie die te

twee verschillende a.specten zijn van een en hetzelfde

alien rijde hetzelfde blijft, op alle plaatsen, onder alle

ding."§

omstandigheden en voor alle mensen.

* Joachim Gasquet

-

Cezanne: A Memoir with Conversations

(1991).

In het Oosten verwijst de Sankrietterm sanatana dharma

t Uit een incervicw in The Observer.

naar dezelfde essentiele, eeuwige waarheden die alle cultuur­

:t: Uit een inccrvicw in The Observer.

gebonden overtuigingen en gewoonten overstijgen. Sanatana

§ Jung, C.G., 'Over de aard der psyche', in H. Read et al., eds., The Collected Works ofC. G. Jung, Princecon University Press (1985;

beschaving beschikbaar en is in de loop der eeuwen in vele

oorspronkelijkc werk gepubliceerd in 1947).

30

dharma, de eeuwige filosofie, is sinds het begin van de verschillende gedaanten en culturen tevoorschijn gekomen.

31


ledere cultuur verleende haar zijn eigen typische eigen­ schappen, maar veranderde nooit het oorspronkelijke

bij een bepaalde groep, traditie of religie; en die het moe zijn geworden om cen koste van hun rechtstreekse ervaring

inzicht of de kernboodschap voor de mensheid.

terug te vallen op welke doctrine, welke autoriteit of welk instituut dan ook.

Niettemin, door de plaatselijke, tijdgebonden conditione­ ring van de culcuren waarin het cevoorschijn kwam aan ce

In die boek wordt aangegeven dat bewustzijn de fundamen­

nemen, nam her eeuwige inzichc niet alleen nieuwe vormen

cele, onderliggende werkelijkheid vormt van de ogenschijn­

aan, wat een noodzakelijk en onvermijdelijk gevolg is van

lijke dualiteit van geese en materie, en dac het over her

de kennisoverdracht. Het werd eveneens onbewust ver­ mengd met ideeen en overtuigingen die bij de specifieke

hoofd zien, vergecen of negeren van die werkelijkheid de diepste oorzaak is van zowel de. exiscemiele onvrede die de

culcuren hoorden waarin het zich aandiende, en werd daar­

levens van de meeste mensen vulc en motiveert, als van de

door in meer of mindere mate gewijzigd en verdund. Zelfs

grotere conflicten die bestaan cussen gemeenschappen en

in de culturen waarin de kernbetekenis ervan niet gewijzigd

landen. Er wordt juist aangegeven dat de herkenning van

of verdund werd, werd het vaak niet volledig begrepen en

de fundamentele werkelijkheid van bewustzijn de eerste

als gevolg daarvan omsluierd door mysterie

Die sluier . droeg aan de oppervlakcc weliswaar de kenmerken van wijs­

vereiste en een noodzakelijke en voldoende vo01waarde is

heid, maar verborg en heiligde wel het gebrek aan werkelijk

tijd, het stichcen van wereldvrede.

voor iemands zoekrocht naar blijvend geluk en, tegelijker­

inzicht.

Bewustzijn als enige werkelijkheid is natuurlijk eveneens onderhcvig aan en het product van de condicionering van de cultuur en taal waarin het is geschreven, ook al overstijgc het inzichc dat erin tot uicdrukking wordt gebracht culturele en lingui'stische conditionering. Hee is echter mijn hoop dat de gecondicioneerde vorm ervan eerder zal leiden tot helderheid dan tot mystificatie, onduidelijkheid en verdun­ ning van het kerninzicht dat het hart vormt van de eeuwige filosofie. Ik hoop hiermee het non-duale inzicht uit de kast van dogma en esoterisme te halen en het zodanig te her­ formuleren dat het toegankelijk is voor degenen die op wek zijn naar inzicht, vrede, vervulling en vriendschap zonder grenzen; die niet de behoefte voelen om zich aan te sluiten

32

33


HOOFDSTUK I

De aard van de geest

lles

A

wat gekend wordt, of ooit gekend zou kunnen wor­

den, is de ervaring. Hoezeer we misschien ook worste­

len met de implicaties van die bewering, we kunnen haar redelijkerwijs niet omkennen. Omdat zij alles is wat ooit gekend kan warden, moet de ervaring zelf de werkelijkheids­ test vormen. Als we de ervaring niet gebruiken om te testen wat werkelijk is, zal geloof het enige alternatief zijn. Erva­ ring en geloof - ofwel "de weg van de waarheid en de weg van de mening", zoals Parmenides het in de vijfde eeuw voor Christus uitdrukte - vormen de enige twee mogelijk­ heden. Alles war gekend wordt is de ervaring, en alles wat van de ervaring gekend wordr is de geest. Met het woord 'geest' bedoel ik in deze context niet alleen maar innerlijke gedach­ ten en beelden, zoals in gewone spreektaal; ik bedoel clan iedere ervaring. Die omvar zowel onze zogenaamde inner­ lijke ervaring van gedachren, beelden, gevoelens en gewaar­ wordingen, als onze zogenaamde uiterlijke ervaring van de

35


consensuswerkelijkheid, dat wil zeggen, de wereld die we kennen aan de hand van de waarneming van de vijf zintui­ gen. De geest omvac dus aJle denken, verbeelden, herinne­ ren, voelen, zien, horen, aanraken, proeven en ruiken. Als alles war ooit gekend zou kunnen worden de ervaring is, en alle ervaring gekend wordt in de vorm van de geese, dan is hee allereerse noodzakelijk, willen we de aard of ultie­ me werkelijkheid van alles wae gekend wordt leren kennen, om de aard van de geese ee kennen.- Dae wil zeggen dat de eersee noodzaak van iedere geese die de aard der werkelijk­ heid wil leren kennen, her onderzoeken en leren kennen

kleur die we zien lijkc een natuurlijke eigenschap van de consensuswerkelijkheid te zijn en niet gewoon een resultaat

van de beperkingen van hee medium waarmee we waarne­

men. Op dezelfde manier is de kennis die de geest van aJles heeft slechcs zo goed als de kennis die hij heeft van zichzelf. Sterker nog, de kennis die de geest van de dingen heeft is een weerspiegeling van en een toevoeging aan de kennis

die hij van zichzelf heeft. De hoogste kennis die een geese daarom kan bereiken is de kennis van zijn eigen aard. Alie andere kennis is ondergeschikt aan en verschijnc in over­ eenstemming met de kennis die de geest van zichzelf heeft.

van zichzelf moet zijn.

In feite kan de geest tot het moment dat hij zijn eigen

Of de geest nu een wereld buiten zichzelf waarneemt, zoaJs

kent of ervaart absoluuc waar is en niee slechts een weer­ spiegeling van zijn eigen beperkingen. De kennis van de

geloofd wordt onder het heersende materiaJistische para­ digma, of dat hij de wereld binnen zichzelf projecceert, zoals geloof� wordc in de 'alleen maar bewusczijn'-benadering die in dit boek naar voren worde gebrache, alles wae gekend of ervaren worde, worde gekend of ervaren door middel van

hee medium van de geese. Als zodanig lege de geese zijn eigen beperkingen op aan alles wat hij ziet of kenc. Al zijn kennis en ervaring verschijnen dus als een weerspiegeling van zijn eigen beperkingen. Orn die reden zullen weten­ schappers de werkelijkheid van het universum nooit ont­ dekken, tot het moment waarop ze bereid zijn de aard van

wezenlijke aard kent er niet zeker van zijn dat iets war hij

ulcieme aard van de geese, aan de hand waarvan alle kennis en ervaring gekend wordt, moet daarom wel de basis van alle ware kennis zijn. De ultieme vraag die de geese daarom kan stellen is: 'Wat is de aard van de geese?' De naam die de geese zichzelf in de meesee gevallen toedicht is 'ik'. Vandaar dae we zeggen 'Ik lees', 'Ik denk', 'Ik zie', enzovoorts. Orn die reden kan de vraag 'Wat is de aard van de geese?' geherformuleerd warden als 'Wie of wat ben ik?'. Hee antwoord op die vraag is de diepste kennis die de geese

hun eigen geese aan een onderzoek te onderwerpen.

kan verkrijgen. Hee is de allerhoogste vorm van incelligeneie.

Alles wat de geest kenc is een weerspiegeling van zijn eigen

De vraag 'War is de uleieme aard van de geese?' of 'Wie of

beperkingen, net zoals alles oranje lijkt als we een oranje­ gekleurde bril dragen. Als we eenmaal gewend zijn aan de oranje glazen, wordt oranje de nieuwe norm. De oranje

wat ben ik?' is een unieke vraag in die zin dae hee de enige vraag is die de objectieve inhoud van de geese niet onder­ zoekc, maar juist her wezen van de geese zelf. Orn die reden

37


is het antwoord op die vraag eveneens uniek. Het antwoord

die persoonlijk is en daarom niet bevestigd kan worden

op een vraag over de objectieve inhoud van de geest zal

door iemand anders dan de persoon die de ervaring heeft.

alcijd zelf de vorm aannemen van objectieve kennis. De

Een visioen van de Maagd Maria bijvoorbeeld kan waar

vraag 'Wat is twee plus twee?' en het antwoord 'Vier' vormen

zijn voor een persoon, maar vele anderen die die ervaring

bijvoorbeeld allebei een objectieve geestesinhoud. Maar de

niet hebben gehad zullen hem als een illusie beschouwen.

aard van de geest zelf verschijnt nooit in, noch kan hij accu­

De wetenschap heeft echter ccn fout gemaakt door alle sub­

raat bescbreven worden in termen van objectieve kennis,

jecrieve ervaring op die gronden af te wijzen, want in laat­

net zoals bet scherm nooit verschijnt als een beeld in een

ste instantie is alle ervaring subjectief. Daarom zou niet de

film.

subjectieve ervaring maar de persoonlijke, exclusieve of idio­ syncratische ervaring afgewezen moecen worden als bewijs

De herkenning door de geest van zijn eigen wezenlijke aard

voor de absolute werkelijkheid.

is een ander soon kennis, een kennis die bet ultieme doel vormt van alle grote religieuze, spirituele en filosofische

We kunnen de ultieme vraag dus verfijnen als 'Bescaat er

tradities en die, ook al beseffen we dat niet, de kern vormt

een element van de subjeccieve ervaring dat universeel is of

van ieders verlangen naar vrede, vervulling en liefde.

door iedereen gedeeld wordt?' of 'Als de geese altijd alleen maar zijn eigen inhoud kent, bestaat er dan een kennis- of ervaringselement in de geest dat alle geesten met elkaar delen?' AJleen die kennis zou kunnen worden aangeduid als

Waar moeten we beginnen? Omdat de ervaring alles is

absolute waarheid, en alleen die kennis zou daarom kunnen

wat ooit gekend kan warden, moeten we beginnen bij de

dienen als basis voor een mensheid die een is.

ervaring. We moeten voorzichtig te werk gaan, als een wetenschapper, slechts vertrouwen op ons observatiever­

Laat ons het erover eens zijn dat de ervaring bestaat en dat

mogen, iedere overtuiging en bewering betwijfelen en

die de coecssteen voor de werkelijkheid moet zijn. Onze

alleen dingen beweren die kunnen warden getest en bewe­

ervaring bestaat uit gedachren, beelden, herinneringen,

zen door onafhankelijke waarnemers. AJs iets waar is voor

ideeen, gevoelens, verlangens, intuYties, gewaarwordingen,

een persoon maar niet voor een ander, kan het niet abso­

dingen die we zien, dingen die we voelen, geluiden, smaken,

luut waar zijn. AJs er een absolute waarheid bestaat, moet

geuren, enzovoorts, en die warden allemaal gekend. Het is

die gelden voor alle mensen, te allen cijde en onder alle

niet mogelijk om een gedachce, gevoel, gewaarwording of

omstandighedcn.

waarneming te hebben zonder dat te weten. Wat voor soort ervaring zou een ervaring zijn die niet gekend wordt? Oat

In zijn zoektocbt naar de absolute waarheid wijst de weten­

zou geen ervaring zijn! Daarom kunnen we met zekerheid

schap de subjectieve ervaring af op grand van het feit dat

zeggen dat de ervaring bescaac en gekend wordt, ook al

39


weten we misschien niet precies

wat een ervaring is, wie het is die hem kent of wat het is dat hem kent.

noch

De gehruikelijke naam voor het kennende of ervarende wezen van de geest is 'ik'. 'lk' is de naam die we aan datgene geven dat alle kennis en ervaring kent of zicb er bewust van

Alie ervaringen - gedacbten, gevoelens, gewaarwordingen

is. Oat wil zeggen, 'ik' is de naam die de geese zichzelf coe­

en waarnemingen - bebhen objectieve eigenschappen, dat

bedeelt orn zijn wezenlijke, kennende essentie aan te geven

wil zeggen, eigenscbappen die op de een of andere manier

te midden van zijn veranderende kennis en ervaring. Ik ben

waargenomen of gemeten kunnen worden, een naam en

dat war iedere ervaring kent of zicb er hewust van is, maar

een vorm bebben en in ruimte en tijd verschijnen. Het is in

ik hen zelf niet

deze context dat ik alles binnen de objectieve ervaring

ten, maar ben zelf geen gedac�te; ik ben me bewust van

'objecten' noem, of her nu gaat om ogenschijnlijk fysieke

gevoelens en gewaarwordingen, maar hen zelf geen gevoel

een ervaring. Ik hen me hewust van gedach­

objecten, zoals tafels, stoelen, bomen en velden, of mentale,

of gewaarwording; ik hen me bewust van waarnemingen,

zoals gedachten, beelden, berinneringen en gevoelens. Als

maar hen zelf geen waarneming. Wat de inhoud van een

zodanig bezitten alle objeccieve ervaringen een vorm in tijd

ervaring ook is, ik ken die of ben me er bewust van. Daar­

en ruimte en, vanwege die vorm, een begrenzing.

om is kennen of je bewust zijn bet essentiele element in alle kennis, de gemeenscbappelijke factor in iedere ervaring.

Maar door wat warden alle objectieve ervaringen gekend? Een gedacbte kan geen gewaarwording kennen, een gewaar­

'Ik' verwijst naar bet kennende of bewuste element dat aan­

wording kan geen waarneming voelen, een waarneming

wezig blijft zolang er iets gekend of ervaren wordt, onge­

kan geen gevoel zien, een gevoel kan geen beeld kennen, en

acht de inhoud van dat wat gekend of ervaren wordt. Wat

een beeld kan geen herinnering ervaren.

het ook is dat de gedachte 'Twee plus twee is vier' kent, bet

Gedacbten,

gewaarwordingen, waarnemingen, gevoelens, beelden en

is

herinneringen

kenc. De twee gedacbten verschillen van elkaar en maken op

worden gekend of ervaren; ze kennen of ervaren zelf niet. Wat het oak is dat de objectieve ervaring

hetzelfde kennen dat de gedachre 'Twee

plus twee is vijf

zichzelf dee! uit van de voorrdurend veranderende ervarings­

kent, het kan zelf nooit objectief gekend of ervaren

objecten, maar alle twee worden ze door betzelfde kennende

worden. Het kan nooit als object gekend of waargenomen

subject gekend, los van het feit dat de ene gedachte waar is

worden. Het is het

en de andere onwaar.

wordt, het

ervaren

kennende element

in alles wat gekend

in alle ervaringen. We zouden kunnen

zeggen dat de geest uit twee elementen bestaat: zijn ge­

Datgene wat het gevoel van neerslachtigheid kent is hetzelf­

kende inhoud en zijn kennende wezen. In feite zijn die

de kennen dat het gevoel van vreugde kem. De twee gevoe­

elementen echter geen twee van elkaar gescbeiden, aparte

lens verschillen van elkaar, maar worden door heczelfde

entiteiten, en later zullen we dat onderscheid dan ook laten

kennende subject gekend, ongeacht om welk soorc gevoel

vallen.

bet gaat. De gevoelens van neerslachtigheid en vreugde

41


kunnen elkaar afwisselen, maar het kennen waarmee ze

enzovoorrs. In die zin bestaat de geest uit een onophoude­

verandering. Datgene wat het geluid van zingende vogels

dingen en waarnemingen. Maar er is een element van de

gekend worden blijft voortdurend aanwezig binnen iedere kent, is hetzelfde kennen dat het geluid van verkeer kent.

lijke stroom veranderende gedachten, beelden, gewaarwor­

geest - het gevoel er te zijn of de ervaring van je bewust zijn -

De rwee waarnemingen verschillen van elkaar, en alle rwee

die door alle veranderende ervaringen heen loopt.

dezelfde onveranderlijke, subjectieve essentie van iedere

Als de geest niet langer ge'interesseerd is in de onophoude­

essemie aan die alle kennis en ervaring met elkaar gemeen

wordingen en waarnemingen, maar ge'interesseerd raakc in

komen en gaan ze, maar ze worden allebei gekend door veranderende ervaring. De naam 'ik' duidt die kennende

lijke stroom van veranderende gedachten, beelden, gewaar­

hebben.

zijn eigen wezenlijke aard, zal hij tot de ontdekking komen

Ik ben zuiver kennen, onafhankelijk van de inhoud van het

gemeenschappelijke factor is in

gekende. Ik ben het

dat het gevoel er te zijn of de ervaring van je bewust zijn de

iedere ervaring, maar niet

de specifieke eigenschappen, kenmerken of beperkingen

kennen waarmee iedere ervaring gekend wordt. Ik ben de ervaring van je bewust zijn of bewustzijn ze/f die iedere ervaring kent en eraan voorafgaat. Zuiver

van welke

ingredient van de geest - de altijd-aanwezige, subjectieve,

ties van de geest, maar niet de wezenlijke, onherleidbare

kennen, je bewust zijn van bewustzijn zelf, is het essentiele

specifieke ervaring dan ook deelc. Alle eigen­

schappen, kenmerken en beperkingen van de ervaring zijn tijdelijke en steeds veranderende inkleuringen of modula­

kennende essentie van de geese, onafhankelijk van zijn

aard ervan.

gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen. Je bewust

Met andere woorden, als eerste stap in de richting van

wordt, het ervaren in iedere ervaring.

de geest, maken we het permanence element van de erva­

steeds veranderende, objecrieve inhoud van gedachten,

zijn of bewustzijn zelf is bet kennen in alles wat gekend

bewusrwording van de wezenlijke, onherleidbare aard van

ring los van de veranderende vormen die hij aanneemc. We

maken de ervaring van je bewust zijn los van datgene waar­

Iedere geese verwijst naar zichzelf als 'ik'. Onze doopnamen zijn de namen die onze ouders ons gegeven hebben, maar

van je je bewust bent. 'Ik' is de vormloze of niet-objectieve aanwezigheid van

'ik' is de naam die de geest aan zichzelf geeft. Wat de geese

zuiver kennen, je bewust zijn of bewustzijn zelf, die tijdelijk

De hele dag door zegt de geest 'ik denk', 'ik heb honger', 'ik

maar er niet per se door beperkt wordt. 'Ik ben me bewust',

ook ervaart, hij kent zichzelf als de 'ik' die de dingen ervaart.

heb her koud', 'ik ben eenzaam', 'ik ben moe', 'ik ben

onderweg naar mijn werk', 'ik ben vijfenveertig jaar oud',

ingekleurd wordc door de eigenschappen van de ervaring,

'ik ben me bewust', 'ik ben me bewust' maakt te alien tijde

deel uit van iedere ervaring. In die zin is 'ik' het kennende of

43


bewuste element dat ten grondslag ligt aan iedere ervaring,

Ieder van ons heeft het gevoel dat we altijd dezelfde per­

en waaruit iedere ervaring bestaat.

soon zijn geweest, ook al verandert de ervaring van lichaam en geese, die we normaal als onszelf beschouwen, voort­ durend. Alles wat we van het lichaam weten of ervaren zijn veranderende gewaarwordingen en waarnemingen, en alles voortdurend.

wat we van onze geese* weten is een stroom concepten,

Gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen

beelden en gevoelens. Sterker nog, her lichaam kent zich­

bevinden zich in een voortdurende staat van verandering.

zelf nooit als 'ik'. Het is de geese die zichzelf 'ik' noemt.

Een gedachte stroomt per definitie altijd, een gevoel is

Dus als ik zeg 'We zijn altijd de�elfde persoon geweest', dan

altijd bezig zich te ontvouwen, een gewaarwording pulseert

bedoel ik dat de geese herkent dat zijn eigen ervaring van

Alie

objectieve

ervaringen

veranderen

altijd en een waarneming is altijd bezig te veranderen, oak

zichzelf iets bevat dat altijd hetzelfde blijft. Dus ook al is

al gaat dat soms onmerkbaar langzaarn, In feite zullen we

alles wat we ooit als onszelf hebben ge"identificeerd ontel­

later zien dat we nooit werkelijk een afzonderlijk object,

bare keren veranderd in ons !even, ieder van ons heeft coch

zoals een gedachte, gevoel, gewaarwording of waarnerning,

her gevoel dat er een deel van onszelf is dat constant aan­

ervaren, laat staan een geest, lichaam of wereld. Maar laten

wezig blijft in iedere ervaring.

we er voorlopig nog maar vanuit gaan dat alle ervaringen voortdurend veranderen.

Als we vandaag 'ik' zeggen, verwijzen we naar heczelfde 'ik' dat we twee dagen geleden waren, twee maanden geleden,

Iedere veranderende gedachte, gewaarwording of waarne­

twee jaar geleden of twincig jaar geleden. Welk deel van

ming, ieder veranderend gevoel wordt echter geregistreerd

onze ervaring van onszelf is verantwoordelijk voor het

door hetzelfde kennende 'ik', het gemeenschappelijke element

gevoel altijd dezelfde persoon te zijn? Wat is het in onze

in iedere ervaring. Hee kennende 'ik' dat deze woorden ziet

ervaring van onszelf dat altijd hetzelfde blijft? Alleen her

of kenc is hetzelfde kennende 'ik' dat alle dingen kende, of

kennen waarmee alle veranderlijke kennis en ervaring

zich er bewusc van was, die 'ik' een uur geleden, vorige

gekend wordt. Alleen de ervaring van je bewust zijn of

week, vorige maand, vorig jaar of tien jaar geleden ervoer.

bewustzijn zel£ Alleen 'ik'.

Dae kennende 'ik' - bewustzijn of gewaarzijn* zelf - is het gemeenschappelijke ingredient in iedere ervaring. Het blijft

Het gekende of dat wat ervaren wordt verandert alcijd,

tijdens iedere ervaring hetzelfde.

maar het kennen waarmee alle veranderende ervaringen

* De termen 'gewaarzijn' en 'bewustzijn' worden in dit boek door

elkaar gebruikt.

44

Het woord 'geest' wordt hier in zijn conventionele betekenis gebruikt om gedachren, beelden en gevoelens mee aan te duiden.

45


gekend worden blijft altijd hetzelfde. Toen we meisjes of

subjectieve element verandert nooit. Het gekende veran­

jongens van vijf waren, werd de ervaring van onze ouders,

dert altijd; kennen verandert nooit.

ons huis en onze tuin gekend. Als kind van tien werd de ervaring van onze vrienden, leraren en klaslokaal gekend.

Oat kennende 'ik' - de ervaring van je gewoon bewust zijn

Als tiener werden onze eerste kus, onze studie en de feestjes

of bewustzijn zelf - is zelf nooit geestdrifug of verdrietig.

waar we naartoe gingen gekend. Als volwassene worden

Als gemeenschappelijk element in beide ervaringen wordt

onze activiteiten en relaties altijd gekend. De ervaring van

het door geen van beide enige eigenschap opgelegd, in een

dit moment - deze woorden, de gedachten en gevoelens die

toestand gebracht of bepaald. In beide ervaringen, sterker

ze oproepen, gewaarwordingen van het lichaam en waarne­

nog: in iedere ervaring, blijft het in dezelfde oorspronkelijke

mingen van de wereld - worden gekend. Iedere ervaring

staat, zonder eigenschappen of beperkingen. Het kennen

wordt gekend.

waarmee geestdrift of verdriet gekend wordt, wordt zelf niet veranderd, in beweging gezet, beschadigd of besmet

Ervaringen blijven altijd veranderen, maar 'ik', het kennende

door de geestdrift of het verdriet zel£ Als de geestdrift of

element in iedere ervaring, verandert zelf nooit. Het kennen

het verdriet voorbijgaat, blijft hetzelfde kennen aanwezig

waarmee iedere ervaring wordt gekend is altijd hetzelfde

om het volgende ervaringsobject te kennen of zich er

kennen. De staat of wezenlijke aard ervan verandert nooit.

bewust van te zijn, of het nu gaat om de gedachte aan een

Het wordt nooit gewijzigd door wat het kent. Omdat het

vriend, de aanblik van een zonsondergang of de smaak van

het gemeenschappelijke, onveranderlijke element in iedere

roomijs.

ervaring is, deelt kennen, je bewust zijn of bewustzijn zelf niet de eigenschappen of, daardoor, de beperkingen van

Er gebeurt nooit iets met het kennen waarmee iedere erva­

welke specifieke ervaring dan ook. De beperkingen die een

ring gekend wordt. Het wordt niet groter of kleiner door

objectieve ervaring karakteriseren gaan er geen deel van uit­

iets wat het kent of ervaart. Als er een gevoel van verdriet

maken. Het bezit in die zin geen eigenschappen, cijde­

verschijnt, wordt er niets toegevoegd aan het kennen waar­

lijkheid en beperkingen.

mee het verdriet wordt gekend. Als het verdriet verdwijnt, wordt er niets uit dat kennen weggenornen. Als een gedachte,

Het kennen waarmee een gevoel van eenzaamheid of ver­

gevoel, gewaarwording of waarneming idemiek zou zijn aan

driet gekend wordt, is hetzelfde kennen waarmee de gedach­

onze wezenlijke natuur van zuiver kennen, zouden we het

te aan een vriend, de aanblik van een zonsondergang of de

gevoel hebben dat er ook een stukje van onszelf verdween

smaak van roomijs gekend wordt. Het kennen waarmee

zodra een gedachte, gevoel, gewaarwording of waarneming

enthousiasrne of geestdrift gekend wordt, is hetzelfde kennen

zou verdwijnen. Sterker nog, als denken, gewaarwording of

dat onze donkerste gevoelens en stemmingen kent. Het

waarnerning integraal onderdeel zouden uitmaken van de

objectieve element van de ervaring verandert altijd; het

essentiele nacuur van de geest of zuiver kennen, zou er

47


nooit een gedachte, gewaarwording of waarneming kunnen

Orn die reden wordt gezegd dac de wezenlijke aard van de

verschijnen, want wat wezenlijk is voor de geest moet altijd

geese zuiver kennen of zuiver bewustzijn is. 'Zuiver' bete­

al aanwezig zijn binnen en a1s die geest. Daarom verschijnt

kent in deze context niec gemengd met de eigenschappen,

noch verdwijnt de wezenlijke aard van de geese; hij kent

toestanden of beperkingen die her kent of waarvan her zich

begin noch eind. Hij wordt niet geboren en zal niet sterven.

bewust is, net roals het scherm niec werkelijk gemengd wordt met een van de beperkte vormen die in een film

We voelen ons alcijd dezelfde hele, ondeelbare, altijd aan­

verschijnen. De wezenlijke aard van de geest - de ervaring

wezige persoon, maar verg.issen ons in de wezenlijke aard

van je bewust zijn, zuiver kennen of bewustzijn zelf- is van

van die persoon. Ook al warden er omelbare gedachten,

zichzelf vormloos en onbeperkt.

gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen aan ons toegevoegd en verdwijnen ze vervolgens weer in de loop

Op dezelfde manier wordt, zoals een scherm nooit ver­

van ons leven, de persoon of het zelf dat we in wezen zijn

stoord wordt door het drama in een film, je bewust zijn of

verandert nooit. Dat wil zeggen, zuive� kennen, het wezen

bewustzijn zelf nooic verstoord door een ervaring, en daar­

van de geese, 'ik', blijft altijd in zijn oorspronkelijke staat

mee is het van nature onverstoorbaar of vredig. De vrede die ons eigen is - die we in feite zijn - is niet afhankelijk

van Zl)n.

van de inhoud van de ervaring, omstandigheden, situaties Geestdrift, enthousiasme, verdriet, eenzaamheid, de gedachte aan

een vriend, de smaak van roomijs, enzovoorts, staan

of toestanden waarin we ons bevinden. Het is een vrede die

fgaat aan en tegelijkercijd aanwezig is in de schomme­

voora

niet los van het kennen ervan - staan niet los van 'ik' -

lingen van de geest. In die zin wordt gezegd dat het de

maar zijn ook niet identiek aan dat kennen. Her kennen

vrede is die 'alle verstand te boven gaat'.

waarmee iedere ervaring gekend wordt, is voor de ervaring wat een scherm dat zich bewust zou zijn van zichzelf voor een film zou zijn - dat wil zeggen, een magisch scherm dat naar de film kijkt die erop geprojecteerd wordt. De film

War iedere ervaring kent en ervaart, of zich van iedere

staat niet los van het scherm, maar is ook niet identiek aan

ervaring bewust is, is de meest intieme, wezenlijke en

dat scherm. Onze veranderende gedachten, gevoelens,

onherleidbare aard van de geest, 'ik' of ons zelf Kennen of

gewaarwordingen en waarnemingen kleuren onze wezen­

je bewust zijn is geen eigenschap van onszelf; het is ons

lijke aard van zuiver kennen of bewustzijn zelf, maar ze

wezenlijke zelf. Ons zelf heeft of bezit geen bewustzijn; bet

veranderen, bepalen of beperken die niet, noch zijn ze er

is gewaarzijn of bewustzijn zelf. Her achtervoegsel '-zijn'

idemiek

betekem her bestaan, de toestand, de aanwezigheid of her

aan.

49


zijn van, waardoor de woorden 'gewaarzijn' en 'bewustzijn' de aanwezigheid aangeven van dat wat zich gewaar of bewust is... Het gevaar van het gebruik van een zelfstandig naamwoord om de ervaring van gewaarzijn of zuiver kennen mee aan re duiden, is dat we iecs verstoffelijken of objectiveren - iets wat geen ding is - waarvan we al weten dac het geen objec足 tieve eigenschappen bezit. Conventioneel taalgebruik is i n d e loop der tijd objectieve ervaringen gaan beschrijven, en door de termen 'gewaarzijn' en 'bewusczijn' te gebruiken lenen we elementen uit conventioneel taalgebruik en passen we die aan ten diensce van iecs waarvoor ze niet bedoeld waren. Als we werkelijk de absolute waarheid willen spreken, moeten we zwijgen, zoals sommigen ook daad足 werkelijk doen. Maar anderen onder ons die zich ercoe aangezet voelen om de werkelijkheid in woorden weer te geven, proberen die slecht aangepaste symbolen zo goed en vaardig mogelijk te gebruiken, en op een manier die de realiceit van een erva足 ring oproept zonder haar te beperken binnen de grenzen van de taal. Anderen spreken de taal van de poezie en beschrijven de relatie tussen de objeccieve elemencen van de ervaring en de wezenlijke aard van de geese als een spel van afscheiding en vereniging tussen een minnaar en zijn gelief-

de, en vermijden daarmee de noodzaak de werkelijkheid binnen de grenzen van de rede te kaderen. ledere ervaring wordt gekend, en daarom is zuiver kennen, je bewust zijn of bewustzijn zelf aanwezig in iedere erva足 ring. Hee zou onmogelijk zijn om een ervaring te hebben of ce kennen als kennen of bewustzijn er niet waren. In die zin is bewusrzijn de noodzakelijke voorwaarde voor iedere ervaring; het is her voornaamste en fundamencele element in iedere ervaring. We kunnen niet met recht stellen dat er iets bestaat dac voorafgaat aan gewaarzijn of bewusrzijn, want als zo' n bewering gebaseerd was op ervaring in plaacs van geloof. zou bewusczijn zelf aanwezig moeten zijn om weet te hebben van die ervaring, en zou zij er daarom niet aan voorafgaan. We kunnen zelfs nog verder gaan dan dat. Zuiver kennen of bewustzijn is zelf niet alleen het voornaamste element van de geest; het is de enige substantie die aanwezig is in de geese. Je kunc dat gemakkelijk nagaan bij de ervaring. Alles wat ooit gekend wordt of zou kunnen warden is ervaring, en alles wat een ervaring behelsr is het kennen ervan - in feire niet eens het kennen 'ervan', want we komen nooit iets cegen dat losstaat van her kennen. Alles wat het behelst is de ervaring van het kennen. Met andere woorden, we kennen nooir iets anders dan hec kennen. Alles war een ervaring behelst is kennen. Er is geen

*

Jc 'bewusr' zijn heeft in deze context niet de conventionele betekenis van je bewust zijn van een extern object of een gedachte of een

50

object dat gekend wordt en geen subject dat her kent. Er is alleen maar kennen. En wat is hec dan dat weet dat er

gevoel, maar veeleer de eenvoudige ervaring van gewaarzijn,

kennen is? Alleen dat wat kenc kan hec kennen kennen.

onafhankelijk van objecren.

Daarom kenc alleen kennen het kennen. Dae wil zeggen,

51


gewaarzijn of bewustzijn is alles wat ooit gekend of ervaren wordt, en het is gewaarzijn of bewustzijn dat zichzelf kenc of ervaart. De enige substantie die in een ervaring aanwezig is, is dus bewustzijn. Bewusczijn is niet slechts de ultieme werkelijkheid van de ervaring; het is de enige werkelijkheid van de ervaring. Een ervaring is een vrije zelfmodulatie van

materie voorafgaar aan en de grondslag is van bewustzijn. Die weerspreekt de ervaring zelf rechtstreeks, want vanuit het perspecrief van de ervaring is bewustzijn het primaire, ja zelfs her enige ingredient van de ervaring, en moet het daarom de oorsprong en context van ieder werkelijkheids­ model vormen.

bewustzijn zelf, maar wat de inhoud van die modulatie ook zijn moge, er ontstaat nooit een andere substantie dan bewustzijn. Hee woord 'werkelijkheid' of 'realiteit' is afgeleid van her Lacijnse woord res, dat 'ding' betekent, en verraadt daarmee de overtuiging binnen onze wereldcultuur dat de werkelijk­ heid bestaat uit dingen die van materie gemaakt zijn. Nie­ mand heeft echter ooit iets buiten bewustzijn ervaren, of zou dat kunnen doen, en dus is het idee van een onafhan­ kelijke substantie, namelijk materie, die buiten bewustzijn bestaat niet meer clan een overtuiging die door de overgrote meerderheid van de mensheid wordt gedeeld. Hee is de fundamentele aanname waarop alle psychologische lijden en de uitdrukking daarvan in conflicten tussen individuen, gemeenschappen en landen is gebaseerd. Als we recht­ streeks terugvallen op de ervaring - en alleen aan de erva­ ring kan de werkelijkheid afgelezen worden - dan bevindt alles war is of ooic gekend zou kunnen warden zich van binnen en wordt het alleen gekend door en bestaat het uit­ sluitend uit bewustzijn. Ieder incellectueel streng en eerlijk model van de ervaring moet beginnen bij bewustzijn en er nooit van afwijken. Ergens anders beginnen is beginnen met een aanname. Onze wereldcultuur is gebaseerd op zo'n aanname: dat

52

53


HOOFDSTUK 2

Alleen bewustzijn is zich bewust

0

nze wereldcultuur is gebaseerd op de aanname dac de Big Bang materie voort heeft gebrachc, die zich op den

duur oncvouwde tot de wereld, waarin her lichaam werd geboren, waarbinnen een brein verscheen, waaruir zich in een later stadium bewustzijn oncwikkelde. Geen van deze dingen kon ooit worden getoetst, wane het bestaan van iets wat aan gewaarzijn of bewustzijn voorafgaat kan onmogeďż˝ lijk volgens de regels vastgesceld worden. Ieder eerlijk model van de werkelijkheid moec daarom beginnen bij bewustzijn. Ergens anders beginnen becekenc een model bouwen op de zandbank van een geloofsovercuiging. In het algemeen wordt aangenomen dac bewustzijn een eigenschap van het lichaam is, en als gevolg daarvan hebben we het gevoel dat het 'ik, die lichaam' is dat de wereld kent of zich er bewust van is. Dae wil zeggen, we geloven en hebben het gevoel dac her kennen waarmee we ons bewust

zijn van onze ervaring zich in het lichaam bevindt en zijn eigen beperkingen en de bescemming deelt met die van het

55


lichaam. Dit is de fundamentele aanname van zelf en ander,

'we' die zich ervan bewust is dat we ons concinu bewust

geest en materie, subject en object die de fundering vormt

zijn? Wie of wat heeft de ervaring zich bewust te zijn? Wie

van bijna al onze gedachten en gevoelens, en die vervolgens

of wat weet dat er bewustzijn is? Bewustzijn is het bewuste

tot uitdrukking komt in ooze activiteiten en relaties.

of kennende element in iedere ervaring, en is daarom de

Het is echter niet 'ik, het lichaam' dat zich bewust is; het is

zijn eigen aanwezigheid.

'enige' die weet wac er gekend of ervaren wordt, indusief 'ik,

bewustzijn'

dat zich bewust is. Een lichaam heeft geen

bewustzijn; bewustzijn 'heeft' de ervaring van een lichaam.

De ervaring van je bewust zijn, of het weten 'ik hen', 'ik

Het lichaam, zoals het in feite ervaren wordt, is een serie

ben me bewust' of 'er is bewustzijn' is daarom

gewaarwordingen en waarnemingen binnen de eindige geest,

kennis van zichzelf. Alleen

en de enige substanrie die in de geest aanwezig is, is zuiver

zijn is. Alleen bewustzijn is zich bewust. In die zin is

bewustzijns

bew�stzijn weet dat er bewust­

zelf-bewust. Zoals alle objecten op aarde verlicht

kennen of bewustzijn. Alleen het denken maakt concepten

bewustzijn

en abstraheert het lichaam in die zin tot een object dat uit

worden door de zon, maar alleen de zon zichzelf verlicht, zo

materie bestaat die buiten bewustzijn verschijnt. AJs we ons

wordt iedere ervaring gekend door bewustzijn, maar kenc

echter strikt bij het bewijs houden dat de ervaring levert, is

bewustzijn zelf zichzelf. Het is dus de ervaring van

het lichaam een verschijnsel binnen bewustzijn; is bewust­

zijn dat het zich continu of, beter gezegd, eeuwig bewust is.

bewust­

zijn geen verschijnsel binnen het lichaam. Je bewust zijn is de basiservaring van bewustzijn. Bewust­ Een onvermijdelijk gevolg van de overtuiging dat bewust­ zijn een bijproduct van het lichaam is, is de overtuiging dat

zijn weet dat het er is v66r het iets anders weet. Bewustzijns kennen van zijn eigen aanwezigheid is dus de oorspronke­

bewustzijn bij tussenpozen actief is, dat het verschijnt en

lijke kennis, de primaire, fundamentele en subjectieve kennis

verdwijnt, dat het op een bepaald moment begint en op

waarop alle objectieve kennis is gebaseerd. Het is de grond

een ander moment weer eindigt. Echter, om te beweren dat

waaruit iedere ervaring oprijst en waarop hij rust, zoals het

de afwezigheid van bewustzijn een echte ervaring is, zou

kleurloze scherm de basis vormt waarop alle beelden zich

iets zich bewust moeten zijn van die ervaring, en juist dat

afspelen.

'iets' zou bewustzijn zelf zijn. Daarom bevestigt zo'n bewe­ ring de

aanwezigheid

in plaats van de afwezigheid van

Bewustzijns kennen van zijn eigen aanwezigheid is tevens

bewustzijn. Hee is ooze ervaring dat we ons concinu bewust

zijn

ZlJO.

die overblijft nadat iedere gedachte, gewaarwording en

uiteindelijke oflaatste kennis,

dat wil zeggen, de kennis

waarneming, en ieder gevoel, is verdwenen, zoals het

we ons continu bewust zijn, kun je met recht

scherm overblijft nadat de film geeindigd is. Het is naar dat

vragen wie die 'we' is waarnaar verwezen wordt. Wie is die

inzicht dat Jezus verwijst in het Boek der Openbaringen

AJs ik zeg dat

57


als hij zegt "Ik ben bet Alpha en Omega, de Eerste en de

De wezenlijke aard van bewustzijn is dat het zich bewust is,

Laatste, het Begin en het Einde". Het is ook de kennis

zoals bet de aard van de zon is om te schijnen. Door gewoon

waarnaar de term Vedanta verwijst, in de betekenis van het

zichzelf te zijn is bewustzijn zich bewust van zichzelf, zoals de zon zichzelf verlicht door gewoon zichzelf te zijn.

'einde der kennis'.

Bewustzijn kan niet ophouden zich bewust te zijn, want *

zich bewust zijn is zijn aard. Als het op zou houden zich

Omdat we gewoonlijk geloven dat het 'ik, het lichaam' is

zou bewustzijn heengaan als het zou ophouden en daar­

dat zich bewust is of bewusczijn heeft, wordt ervan uic­

door zou verdwijnen? Er is niets in onze ervaring - dat wil

bewust te zijn, zou hec ophouden bewustzijn te zijn. Waar

gegaan dat het lichaam en, in het verlengde daarvan, de

zeggen, er is niets in de ervaring van bewustzijn - dat voor­

wereld aan bewusczijn voorafgaan. Er wordt dus aangeno­

afgaat aan of 'verder terug' gaat dan bewustzijn zelf, waarin

men dat bewusczijn een afgeleide is van.her lichaam, als een

bewustzijn zou kunnen verdwijnen.

bijverschijnsel van de hersenen. Maar om die bewering met recht re kunnen doen, zouden we her lichaam eerder moeten

Het denken vereenzelvigt bewustzijn ten onrechte met de

ervaren dan de ervaring van je bewust zijn, en vervolgens

beperkingen en bestemming van her lichaam en gelooft

moeten merken dat de ervaring van je bewust zijn oprijst in

daarmee dat bewustzijn afwisselend wel en niet actief is. In

het lichaam. Niemand heeft die ervaring ooit gehad, of

bewusczijns eigen ervaring van zichzelf- en bewustzijn is de

zou die ooit kunnen hebben. Als we de eerlijke en strenge

'enige' die in de positie is om iets over zichzelf te weten - is

houding van de wetenschapper aanhouden die bereid is

het echter eeuwig, of altijd aanwezig.

alleen van ervaringsfeiten uit te gaan zonder acht te slaan op hun implicaties of consequenties, moeten we erkennen dat

Ofschoon bewustzijn zich eeuwig bewust is van zichzelf, is

bewustzijn het primaire element in iedere ervaring is.

bet zich niet altijd bewust van bet lichaam. Hee lichaam is een verscbijnsel in en van de eindige geese, en de eindige

Je bewust zijn of bewustzijn zelf is geen eigenschap van een

geest is zelf een modulatie van bewustzijn. Hee lichaam is

persoon, zelf of lichaam. Alles wat gekend wordt van een

dus een cijdelijke modulatie van en verschijnsel in bewust­

lichaam is een stroom voortdurend veranderende gewaar­

zijn; bewustzijn is geen verschijnsel in bet lichaam. Bewust­

wordingen en waarnemingen. Alie gewaarwordingen en

zijn zelf is niet afwisselend wel en niet actief. Het is een

waarnemingen verschijnen in de geese, en de enige substan­

continue, of, nauwkeuriger gezegd, altijd aanwezige, niet­

tie die in de geese aanwezig is, is gewaarzijn of bewustzijn

objectieve ervaring.

zel£ Het lichaam is dus een verschijning in de geest, en de uiteindelijke werkelijkheid van de geese, en daardoor ook

Hoe zou iets war altijd aanwezig is een bijproduct kunnen

van her lichaam, is bewustzijn.

zijn van iets wat afwisselend wel en niet aanwezig is? Geloven

59


dat bewustzijn een bijproduce van her lichaam is, is net zoiets als geloven dat een scherm voortgebracht wordt door de film die erop verschijm. Het scherm is continu aanwezig; de film kome en gaat. De film is een bijproduct van het

Bewustzijn neemt de vorm

van

de eindige geese aan om de

wereld tegelijkertijd te kunnen creeren en kennen, maar het hoeft de vorm van de geese niet aan te nemen om zichzelf

ce kunnen kennen. Bewustzijn bestaat uit zuiver kennen of

scherm. Bewustzijn is als een scrrerm dat zich van zichzelf

je bewust zijn, en kenc zichzelf daarom gewoon door zich­

bewust is: in zijn eigen ervaring van zichzelf is hee continu

zelf te zijn. Bewusczijn hoeft zijn kennen niee van een object

of altijd aanwezig.

ce laten weerkaatsen om zichzelf ce kunnen kennen, net zoals de zon zijn licht niet van de maan hoeft te laten weer­ kaatsen om zichzelf te kunnen verlichten.

Bewustzijn vibreert binnen zichzelf en neemt de vorm aan van de eindige geest. De eindige geese is daarom geen op zichzelf staande entiteie; het is de activiteit van bewustzijn.

Er bestaan geen echte objecten, enciteiten of zelven, ieder met hun eigen afzonderlijke idenciteit, die verschijnen in

Soms pakt een kind een spiegel, vangt het hee licht van de zon ermee en weerkaatst het het zonliche in de ogen van een vriendje of vriendinnetje. Geloven dae bewustzijn een eindige geest nodig heeft om zichzelf te kunnen kennen is net zoiets als geloven dat de zon zichzelf verlicht door zijn

bewustzijn, zoals er ook geen echte figuren in een film

licht van een stukje spiegel te laten weerkaacsen. De zon

bestaan. Er bestaat uitsluitend bewustzijn en de activiteit

heeft geen spiegel nodig om zichzelf te verlichcen; hij

ervan, zoals alleen hee scherm en zijn modulatie bescaat.

verlicht zichzelf met zichzel£ Op dezelfde manier hoeft bewustzijn niet in of op een object, zoals een geese of een

Bewustzijn neeme de vorm aan van de eindige geese door

lichaam, te schijnen om zichzelf door middel van het weer­

zichzelf te idemificeren met hee lichaam, met behulp waar­

kaatste licht van dat object te kunnen kennen. De enige

van het de wereld kent, op dezelfde manier als onze eigen

substantie die in bewustzijn aanwezig is, is je bewust zijn,

geese 's naches vervalt tot de geese van de gedroomde figuur

bewust zijn of zuiver kennen. Daarom is het kennen van

vanuie wiens gezichtspunt de gedroomde wereld gezien

zichzelf war het is, niet wat hee doet.

wordt. Zoals de acciviteit van onze individuele geest aan zichzelf verschijnt in de vorm van de gedroomde wereld, zo

Orn een object te verlichten moee de zon zijn stralen van

verschijnt bewustzijn aan zichzelf als de wereld in de vorm

zichzelf af richten, in de richting van dat object, maar om

van de activiteit van iedere geese. Het is alleen vanuit het

zichzelf te verlichten hoeft de zon zijn stralen nergens op te

de ogenschijnlijke bewustzijn-in-het­

richten. Op dezelfde manier moet bewustzijn oprijzen in

lichaam-entiteit - de eindige geest - dat bewustzijn nu

de vorm van een geese om een object, ander of wereld te

gezichtspunt

van

beperkt en tijdelijk lijkt re zijn, en dac lichaam en wereld hun eigen onafhankelijke status als objecten lijken te bezitten.

60

kunnen kennen, en dat doet het door zichzelf in een lichaam te lokaliseren. Vanuit dat gezichcspunt kan het nu

61


het licht van zijn kennen richten op een object. Maar om

Het is de enige kennis die de onderverdeling van de erva­

zichzelfte kennen hoeft het zijn kennen geen enkele speci­

ring in een ogenschijnlijke dualiteit van subject en object

fieke kant op te sturen. Het hoeft nergens heen of ook maar

niec nodig heeft. Daarom wordt gezegd dat het non-duale

iets te doen. Voor bewustzijn is zichzelf zijn zichzelfkennen,

kennis is.

net zoals voor de ron zichzelf zijn zichzelf verlichten is. Het zelf dat kenc is het zelf dat gekend wordt, zoals de zon maar bewustzijn wordt alleen door zichzelf gekend. AJle

die verlicht de zon is die verlicht wordt. Alie overige kennis en ervaring vereisc de verdeling van de ervaring in een ogen­

objeccen en zelven zijn dus afhankelijk van en relatief ten

schijnlijk subject vanuit wiens gezichtspunt een object,

opzichce van bewustzijn, maar bewustzijn is relacief ten

ander of wereld gekend kan worden. In relatie tot alle

Alie objecten en zelven warden gekend door bewusczijn,

opzichte van niets. Alie kennis is relatief, behalve het kennen

objeccen kan gezegd warden dat bewusczijn hec ulcieme

van bewustzijn van zijn eigen bescaan. Bewusczijns kennis

ervaringssubjecc is, maar hec kennen van zijn eigen bestaan

van zichzelf is daarmee absoluuc. Sterker nog, bewustzijns

overscijgt de dualiteit van subject en object.

kennis van zichzelf is de enige absolute kennis die er is, en vormt in die zin de basis en bron van alle relatieve kennis.

De overcuiging dat bewustzijn een geese nodig heeft om zichzelf ce kunnen kennen is een veel voorkomend mis­

Zoals de zon te dicht bij zichzelf staat om zich om ce kunnen

verstand in het veld dac bekendscaac als Bewusczijnsscudies,

draaien en zichzelf in een subject-objeccrelacie ce kunnen

waar

de disciplines van non-dualiteic en wetenschap elkaar

verlichten, zo staat bewustzijn te dicht bij zichzelf om los

oncmoeten, en met name in hedendaagse uitdrukkingen

van zichzelf te kunnen staan als af.zonderlijk ervarings­

van het non-duale inzicht. Bewustzijn hoeft alleen de vorm

subjecc en zichzelf te kunnen kennen als object. Bewust­

van een ogenschijnlijk af.zonderlijk ervaringssubject, de

zijns kennis van zichzelf is daarmee volkomen uniek. Het is

eindige geese, aan te nemen om een af.zonderlijk object,

een kenniscategorie die alle overige kennis en ervaring

ander of wereld ce kunnen kennen. Orn zichzelfte kunnen

overstijgt. Het is heilige kennis. Hij is absoluuc. Hij blijft te

kennen hoeft her niet de vorm van een af.zonderlijk subject

alien tijde, overal en onder alle omsrandigheden hetzelfde.

aan te nemen, en kan het evenmin zichzelf als object kennen.

Hij vormt de enige zekerheid, waaraan alle andere kennis zijn relatieve zekerheid ontleenc.

Voor bewustzijn is er geen afscand russen zichzelf en het kennen van zichzelf Hee is cegelijkertijd het subject en her

Bewustzijns kennis van zijn eigen bestaan is onversroor­

object van zijn eigen ervaring. De wezenlijke, onherleid­

baar, onverwoestbaar, onuitroeibaar, ondeelbaar, onveran­

bare aard van bewustzijn is alleen dat her zichzelf is en kenc.

derbaar, onsterfelijk, onkwecsbaar. Hij is onaanraakbaar,

Het kennen van zijn eigen objectloze bestaan is de primaire

maar alle kennis en ervaring wordt erdoor aangeraakt.

ervaring van bewusczijn. Alleen al door zichzelf te zijn, kenc


ding.

het zichzel£ Bewustzijn is het kennende element in alles

gen heeft is geen

wat gekend of ervaren wordt en is daarom het 'enige' dat

moet objectieve eigenschappen bezitten, en dus een afme­

Alles waar we aan kunnen denken

aanwezig is om iets te kennen of ervaren, inclusief zichzelf.

ting in tijd of ruimte. Bewustzijn zelf heeft geen afmeting

De gewone, intieme en welbekende ervaring van je gewoon

en is dus geen ding of object, en toch is de ervaring van

bewust zijn, is

bewustzijn of je bewust zijn een onloochenbare, zij het nier­

bewustzijns bewustzijn van zichzelf.

objectieve ervaring. Oat maakt de poging om aan bewustzijn te denken echter niet onzinnig. Door een poging te doen zich een voorstelling re maken van het bewustzijn waaruit hij De geest kan bewustzijn nooit kennen of vinden, ook al

bestaa.t, zal de geest zichzelf vernietigen en, als gevolg daar­

bestaat alles wat het kent en vind� uitsluitend uit bewust­

van, zal objectloos bewustzijn zich laten zien zoals het is.

zijn, net zoals een figuur in een film nooit een scherm kan kennen of vinden, ook al bestaat alles wat hij kent en vindt

In feite bestaat er geen ervaring als de vernietiging van de

uitsluitend uit het scherm. De geest die bewustzijn wil

geest. Sterker nog, er bestaat niet zoiets als

kennen of vinden is als een figuur in een film die de wereld

geesr. De enige entiteit die in de geest aanwezig is, als her al

de

geest of

een

over reist op zoek naar het scherm. Het is als een stroming

een entireit genoemd kan worden, is gewaarzijn of bewust­

in de oceaan die op zoek is naar water. De geest bestaat juist

zijn zelf, en gewaarzijn of bewustzijn eindigt nooit, noch

uit het spul waar hij naar op zoek is, maar hij kan dat spul

begim her ooit. De geest

nooit in zijn eigen termen vinden, dat wil zeggen, als een

begint en eindigt omdat hij bewustzijn identificeert met

objectieve ervaring in tijd en ruimte.

het beperkre en tijdelijke lichaam. In bewusrzijns eigen

Stel je de fysieke ruimte voor voordat er een object in is

weer over bewustzijn - is bewusrzijn echter altijd aanwezig.

gelooft alleen

maar dat bewustzijn

ervaring van zichzelf - en bewustzijn is her enige dat iets verschenen, een uitgestrekte, grenzeloze ruimte. Stel je nu voor dat aan die ruimte de eigenschap van je bewust zijn of

De geest is de

kennen wordt toegevoegd. De ruimte is nu een uitgestrekt

niet ophoudt te bestaan als een film ten einde komt maar

bewust of kennend

veld, zonder grenzen en leeg van objec­

gewoon zijn tijdelijke inkleuring verliesr, zo houdt bewust­

ten. Als we nu de ruimtelijke eigenschap van dat bewuste of

zijn niet op te bestaan als de geest stopt, maar houdt het

activiteit

van bewustzijn. Zoals her scherm

kennende veld zouden verwijderen, zouden we zuiver,

gewoon op zichzelf in te kleuren in de vorm van de activi­

dimensieloos kennen of je bewust zijn overhouden, dat wil

teir van de geest.

zeggen, we zouden gewaarzijn of bewustzijn zelf overhouden. De geest is een zelfinkleuring van bewustzijn, zoals een film In feite is het niet mogelijk om je iets voor re stellen war

een zelfinkleuring is van her scherm. In de paging om te

geen afmetingen heeft. Sterker nog, iets war geen afmerin-

weten te komen wat her bewustzijn is waaruir hij besraar,


verliest de geest gewoon zijn kleur en laat hij zichzelf zien

we, om tegemoet te komen aan ons verlangen om te denken

als zuiver, dimensieloos, kleurloos bewustzijn - zuiver in

aan en te spreken over bewustzijn, het ons dus voorstellen

die zin dat her met niets anders gemengd is clan zichzelf, en

als een uitgestrekte, grenzeloze, lege ruimte die zich van

dimensieloos in die zin dat her geen objectieve eigenschap­

zichzelf bewust is, een veld of medium waarvan de aard

pen bezit die zich uitstrekken in tijd of ruimte. Dit nul­

simpelweg kennen of je bewust zijn is. In de loop der tijd

dimensionale bewustzijn is geen gedachtenabstractie waar

maakt denken over bewustzijn plaats voor de overdenking

niemand toegang toe of kennis van heeft. Het is juist dat

van bewustzijn - de overdenking van zichzelf - waarover

bewustzijn waarmee ieder. van ons op dit moment onze

meer zal warden gezegd in de hoofdstukken die hierna

ervaring kent.

volgen.

In feite is het niet het bewustzijn waarmee we onze ervaring kennen. Dit geen-dimensionale bewustzijn is geen eigen­ schap van ons zelf, noch behoort het toe aan ons zelf. Het

Alles verschijm aan de geest in overeenstemming met zijn

is ons zelf - en zelfs niet eens ons zelf. Het is het zelf, als het

inzicht in zichzel£ 'Zoals iemand is, zo ziet hij. Zoals het

al een zelf genoemd mag warden. Er is geen 'mij' of 'ons'

oog gevormd is, zo zijn zijn mogelijkheden.'* Orn die reden

aan wie bewustzijn toebehoort. Het behoort aan zichzelf

kan de wetenschap ons niets vertellen over de aard van

toe.

bewustzijn. Wat doorgaat voor het steeds populairder wor­ dende veld van de Bewustzijnswetenschappen is, in bijna

We hebben geen bewustzijn; we zijn bewustzijn. Bewustzijn

alle gevallen, een wetenschap van de activiteit van de herse­

is niet iets wat bij her lichaam hoort, zoals het scherm geen

nen, geen bewustzijnswetenschap. Alleen bewustzijn weet

eigenschap van een figuur in een film is. Noch bevindt

iets over bewustzijn. Alleen gewaarzijn is zich gewaar van

bewustzijn zich in het lichaam; nee, het bevindt zich 'in

gewaarzijn. Wetenschap is een activireit van de eindige

zichzelf'. Zoals het scherm niet verschijnt in de ruimte en

geest, dat wil zeggen, een activiteit van het denken en het

tijd waarin de figuur in een film zich bevindt, zo verschijnt

waarnemen, en legt onherroepelijk de beperkingen van de

bewustzijn niet in de ruimte en tijd die lijken te bestaan

geest op aan alles wat zij kent of waarneemt.

voor de eindige geest. Alles wat door de geest gekend wordt is een uitdrukking en Orn tegemoet te komen aan de geest die na wil denken over

weerspiegeling van zijn eigen beperkingen. Omdat hij zelf

de aard van bewustzijn, is het gerechtvaardigd en zelfs

tijdelijk en eindig is, gelooft de geest dat bewustzijn dat ook

nodig om er een subtiele ruimteachtige eigenschap aan toe

is. De meeste geesten aan de hand waarvan de objectieve

te voegen en her zo ogenschijnlijk objectieve en dus voor­ stelbare, beschrijfbare eigenschappen toe te kennen. Laten

66

*

William Blake - brief aan dominee John Trusler (1799).


werkelijkheid gekend wordt, vergeten hun eigen beperkin­ gen en projecteren die op alles wat ze kennen of waarne­ men. Alles wat ervaren wordt door de geest lijkt daardoor tijdelijk in tijd en/of eindig in ruimte te zijn. Doordat hij vergeet dat hij zijn eigen beperkingen op de werkelijkheid heeft geprojecteerd, gelooft de geest dat de tijd en ruimte die hij lijkt te ervaren eigenschappen van de objectieve werkelijkheid zelf zijn, terwijl ze in feite gewoon weerspie­ gelingen zijn van zijn eigen beperkingen. Tijd en ruimte zijn in feite dimensieloos bewustzijn dat weerkaatst wordt door het prisma van de eindige geest, dat wil zeggen, weerkaatst wordt door het denken en de waar­ neming. Het zijn de filters waarmee bewustzijn zijn eigen werkelijkheid waarneemt in de vorm van de wereld. Als de werkelijkheid weerkaatst wordt door de geest van een vlo, zal zij verschijnen in overeenstemming met de beperkingen van de geest van een vlo; als zij door de geest van een hond weerkaatst wordt, zal het in overeenstemming met de beperkingen van een hondengeest zijn; en als het door een menselijke geest is, zal het in overeenstemming met de beperkingen van een menselijke geest zijn. Maar de geese is niet iets wat losstaat van de werkelijkheid. Het is de werkelijkheid zelf- bewustzijn zelf- die de vormen aanneemt van al die geesten en door hun bemiddeling in staat is een segment van zijn eigen potentieel te kennen of waar te nemen in de vorm van de wereld. Met andere woor­ den, de illusie van een veelheid en diversiteit aan objecten die gekend wordt door een ahonderlijk subject blijft bestaan; onwetendheid ten aanzien van de werkelijkheid ervan verdwijnt. Zoals een zenmeester uit de achtste eeuw,

68

Huang Po, zei: "Mensen negeren de werkelijkheid van de illusoire wereld." Zelfs als de wezenlijke aard van de geest herkend is, zal de werkelijkheid nog steeds verschijnen als een veelheid en diversiteit aan objecten en zelven, in overeenstemming met de beperkingen van de geest waarmee die gekend wordt. Maar die verschijning zal doordrongen zijn van het inzicht dat de ogenschijnlijke veelheid en diversiteit van de werke­ lijkheid geen eigenschap van de werkelijkheid zelf is, maar van de geest waarmee en zoals hij waargenomen wordt. Er zal herkend worden dat de werkelijkheid die onder de verschijningsvormen van veelheid en diversiteit ligt zelf een oneindig, ondeelbaar geheel is, en dat inzicht zal tot alle volgende activiteiten van zo'n geest doordringen. De geest kan de aard van de werkelijkheid niet kennen tot­ dat hij zijn eigen aard kent, wat de wetenschap van de geest rot de hoogste wetenschap maakt. Met 'wetenschap van de geest' bedoel ik niet de studie van de inhoud van de geest; ik bedoel daar de kennis van de wezeniijke aard van de geest mee. De wezenlijke aard van de geese is dat element van de geest dat voortdurend aanwezig blijft in alle veranderlijke kennis en ervaring. Het is dat element van de geest wat er niet uit verwijderd kan warden. Het is de oorspronkelijke, ongeconditioneerde geest, zuiver kennen, gewaarzijn of bewustzijn zelf Dat maakt de bewustzijnswetenschap tot de ultieme wetenschap. De bewustzijnswetenschap is echter een unieke weten­ schap, want het is de enige tak van kennis waarin bewust­ zijn niet hoeft te verschijnen in de vorm van de eindige


geest en zich in die zin niet hoeft te richten op objectieve kennis of ervaring. De bewustzijnswetenschap gaat volledig

over de relatie tussen bewustzijn en zichzelf. Het gaat over

de kennis van bewustzijn van zijn eigen bestaan.

HOOFDSTUK

Bewustzijns kennis van zichzelf is de enige absolute kennis.

3

Panpsychisme en

Het is heilige kennis; in religieuze taal is het Gods kennis van Zichzelf. Het is het hoogste inzicht, waarvan alle overige

alleen

kennis afhankelijk diem te zijn.

'

H

maar

-

-

het

bewustzij n'

mo del

-

et inzicht dat alleen bewustzijn zich bewust is, is een van de meest uitdagende aspecten van deze benadering

en, tegelijkertijd, het belangrijkste aspect om te begrijpen.

Als we beginnen bij de overtuiging dat het 'ik, het lichaam' of 'ik, de persoon' is die zich bewust is, dan zal alles wat we vervolgens zullen kennen bepaald worden door die overtui足 ging. Naar mijn idee vindt de hedendaagse wecenschap het zo lascig om bewustzijn in haar model van hec universum te passen omdat het onderzoek gebaseerd is op de aannarne dat bewustzijn een eigenschap van het lichaarn is. Als eenmaal wordt aangenomen dat het lichaarn of de per足 soon zich bewust is, nemen de meeste mensen in het alge足 meen, en wecenschappers in het bijzonder, terecht aan dat dieren zich ook bewust zijn. Als we op de staart van onze kat gaan staan, gaat hij krijsen, en daaruit kun je redelijker足 wijs

concluderen

dat de kat zich bewust is, in die geval

bewust van de pijn. De overcuiging dac de kat zich bewust

70

71


is, is gewoon een verlengstuk van de overtuiging <lac het lichaam zich bewust is, of dat bewustzijn een eigenschap van het lichaam of de persoon is.

De overtuiging dat bewustzijn de basis vormt van het uni­ versurn, die in de filosofie bekendstaat als panpsychisme, lose het probleern in feite niet op. Zij scelt slechts dat bewustzijn de basis vormt van materie en ontloopt daarmee

Vanuit die redenering gaat de wetenschapper die openstaat

de vraag hoe materie bewustzijn kan voortbrengen. Zij

voor de mogelijkheid dat bewustzijn misschien in te passen

houdt zich niet bezig met de relatie tussen bewustzijn en

is in zijn model van het universum verder de rangorde van

materie, maar schort die slechts op. In mijn ogen is de over­

diersoorten langs en kent hij verschillende graden van

ruiging dat bewustzijn de basis van het universum vormt

bewustzijn toe aan vogels, vissen, slakken, vliegen, amoeben,

nog steeds een subtiele vorm va� materialisme.

enzovoorts, en vraagt hij zich uiceindelijk af waar de lijn gecrokken rnoet worden tussen wat zich wel en niet bewust is. Waar de lijn ook getrokken wordt, het roept altijd een ongemakkelijke vraag op: hoe ontwikkelen onbezielde

Panpsychisme, de overcuiging dat bewustzijn of geese (in de

objecten aan de ene kant van de lijn zich tot bewuste wezens

filosofie zijn die twee termen gelijkwaardig, in tegenstelling

aan de andere kant van die lijn? Met andere woorden, hoe

cot in de non-duale traditie, waar er onderscheid russen

doer onbewust materiaal bewustzijn ontstaan? Die vraag,

wordt gemaakt) een essentiele en fundamentele eigenschap

die bekendstaat als het harde probleem van bewustzijn,

van de dingen is, is geen nieuw idee. In de vroege Griekse

vormt de kern van het debat in de hedendaagse wetenschap en filosofie.

filosofie was het het overheersende idee. Het woord 'pan­ psychisme' is afkomstig van het Griekse pan, dat 'alles' of 'allen' betekent, en psyche, dac 'geest' of 'ziel' betekent.

Het idee dat bewustzijn een afgeleide is van levenloos mate­

Ariscoteles geloofde bijvoorbeeld dat "alles vol goden zit".

riaal scaat lijnrecht tegenover onze diepste intu"itie. Vele natuurkundigen herkennen de onmogelijkheid ervan en

De overtuiging dac alle dingen vol goden zitten, of dat

concluderen dat er een zekere mate van bewusczijn in heel

bewustzijn de basis van alle dingen is, is afhankelijk van het

het universum aanwezig moet zijn, en die conclusie leidt

bestaan van dingen. Ze begint bij een veelheid en diversiteit

tot de bewering, die normaal wordt gevonden binnen her

aan dingen! Het is heczelfde als zeggen dat het scherm de

veld van de Bewustzijnssrudies, dat bewustzijn de basis van

basis van een beeld is. Oat lijkc een ware bewering ce zijn,

het universum vormt. Die formulering ontdoet zich van de

maar die bevac een misverstand, en in dat subtiele misver­

noodzaak om een antwoord te vinden op de vraag hoe her

stand zit het echte probleem van de hedendaagse filosofie

universum bewustzijn voorcbrengt - dat wil zeggen, hij

vervat.

lijkt bet harde probleem van bewustzijn op te lossen.

72

73


Zeggen dat het scherm een fundamentele eigenschap van het beeld is, is het beeld meer bestaan toekennen dan het

ring van het zogenaamde universum is heel, een, onver­ deeld? Alleen bewustzijn! Alle andere dingen die we weten

verdient. Het is beginnen bij het beeld en van daaruit terug­

over het universum behelzen een veelheid en diversiteit aan

gaan naar het scherm. Op dezelfde manier houdt beweren

objecten. Het enige ervaringselement dat een, onverdeeld

dat bewusrzijn een fundamentele eigenschap van het uni­

en heel is, is bewustzijn zelf, of zelfbewust zijn. Her univer­

versum is in dat je begint bij het universum en van daaruit

sum is niet bewust; bewustzijn is het universum!

teruggaat naar bewustzijn. Met andere woorden, dat is be­ ginnen bij de materialistische aanname dat er zoiets bestaat

Hoe meer werenschappers op zoek gaan naar een univer­

als een universum.

sum, hoe minder ze er een vinden. Hoe meer ze op zoek

Als we beginnen bij de aanname van een universum en

hebben. Waarom? Omdat ze er naar op zoek zijn in de

bewustzijn in dat model proberen te passen, eindigen we

objectieve ervaring. Vroeg of laat zal de wetenschap tot het

bij de klassieke panpsychische bewering dat alle dingen een

besef komen dat bewustzijn de werkelijkheid is waar ze in

bepaalde mate van bewustzijn bezitten, of, eenvoudiger

objectieve kennis en ervaring naar op zoek zijn.

gaan naar materie, hoe minder 'het van materie weg lijkr te

gezegd, dat het universum bewust is. Vanuit het perspectief van bewustzijn is er echrer geen 'alles'. Vanuit het perspec­

Als we een model van de werkelijkheid willen bouwen,

tief van bewustzijn bestaat alleen zijn eigen naadloze,

moeten we beginnen bij eerste beginselen. Wat is her pri­

ondeelbare, onverdeelde, oneindige geheel.

maire element in iedere ervaring? Bewustzijn! Een theorie bouwen die gebaseerd is op iets anders dan bewustzijn is

De overcuiging dat het universum bewust is, is New Age­

een huis op zand bouwen. Hoe goed het huis ook gecon­

non-dualiteit, en het is die misvatting die zoveel mensen

strueerd is, vroeg of laat zal het instorten als gevolg van de

die anders open zouden staan voor het alleen-bewust­

instabiele aard van zijn fundering.

zijnsmodel ertoe aanzet om het af te wijzen. De overtuiging dat het universum bewust is, is gewoon een verlengstuk van

De overruiging dat bewustzijn de basis van het universum is,

de marerialistische overtuiging dar het lichaam bewust is.

verleem te veel krediet aan het bestaan ervan. Het universum

V looien zijn niet bewust; vissen zijn niet bewust; honden

bestaat niet! Oat wil zeggen, het 'staat niet los van' bewust­

zijn niet bewust; bomen en rotsen zijn niet bewust; mensen

zijn en bezit geen eigen onafhankelijke werkelijkheid.*

zijn niet bewust; het universum is niet bewust. Alleen

Alleen bewustzijn bestaat werkelijk. Her ogenschijnlijke

gewaarzijn is zich gewaar! Alleen bewusczijn is bewust.

bestaan van het universum is bewustzijn zelf - ondeelbaar,

Her woord 'universum', van het Latijnse uni, een, en versus,

*

'gekeerd', betekent 'een gemaakt; geheel'. Wat in onze erva-

74

Het woord 'bestaan' [Engels: exist - vert.] komt van het Latijns e betekenc.

woord ex, dat 'uit' becekenc, en sisure, dat 'staan'

75


van zichzelf bewust zijn - dat weerkaatst wordt door de

geesten of entiteiten zijn die in het lichaam leven en er de

activiteit van de eindige geest. Het universum oncleent zijn

bestemming en beperkingen van mee delen.

ogenschijnlijke bestaan aan bewustzijn, zoals het landschap in de film zijn ogenschijnlijke werkelijkheid ondeent aan

De wetenschappers en filosofen die de materialistische aan­

de ware en enige werkelijkheid van het scherm.

name onderschrijven die onze wereldcultuur domineert, alsmede degenen die dichter bij het alleen-bewustzijns­ model zitten en panpsychisme voorstellen als het anrwoord

Materie is de wijze waarop bewustzijn aan zichzelf ver­

op her harde probleem van bewustzijn, zullen nooit het anrwoord op hun vragen vinden tenzij ze achter de ultieme

schijnt als het gezien wordt via bet prisma van een eindige

waarheid over zichzelf komen, dat wil zeggen, tenzij ze de

geest. De eindige geest kent de ervaring altijd in dualiteit,

wezenlijke aard van de geese vinden.

dat wil zeggen, in de vorm van een su�ject-object-relatie. Het object moet daarin altijd verschijnen op een manier die

Alles wat door de geest gekend wordt, verschijnt in over­

zich onderscheidt van die van het subject. Zonder dat

eenstemming met zijn eigen kennis van zichzelf. Zolang we

onderscheid zou er geen manifestatie kunnen zijn. Met

beginnen bij de overcuiging dat 'ik, het lichaam' zich

andere woorden, de manifestatie moet verschijnen als iets

bewust is van wat er ervaren wordt, voeren we ons onder­

anders dan bewustzijn. Om haar te kunnen onderscheiden

zoek uit op basis van een foutief uitgangspunt. Al onze vol­

van bewustzijn moet de manifestatie eigenschappen bezit­

gende ontdekkingen zullen die fundamentele fout meer of

ten die bewustzijn niet heefi:. Bewustzijn is glashelder, leeg,

minder subtiel verborgen in zich dragen. Materialisme en

niet-objectief, vormloos. De manifestatie moet daarom

panpsychisme beginnen beide bij dingen en gaan van daar­

compact, vol, objectief en voorzien van een vorm lijken te zijn. Oat is de reden waarom rotsen en bomen in onze dromen compact lijken te zijn. De reden waarom we geloven dat het universum als object bestaat, is dat we geloven dat het zelf als subject bestaat. Dat wil zeggen, de overcuiging dat er een universum buiten ons bestaat is gebaseerd op onze ovenuiging dat ons zelf, het kennende element in iedere ervaring, in het lichaam leeft en er een eigenschap van vormt. Het zand waarop bet materialisme, en als verlengstuk daarvan het panpsychisme, is gebouwd, is onze overtuiging dat we tijdelijke, eindige

uit verder naar bewustzijn. Beide benaderingen proberen nieuwe inzichten te enten op een oud model; ze stoppen nieuwe wijn in oude zakken. We moeten beginnen bij het inzicht dat alleen bewustzijn bewust is. Het panpsychistische gezichtspunt mag dan een welkome en noodzakelijke uitdaging vormen voor het dominante materialistische paradigma, ik denk toch dat het vroeg of laat weer losgelaten zal moeten warden. Natuurlijk worden nieuwe paradigma's niet van de ene dag op de andere ge­ boren. Het was meer clan honderd jaar geleden dat Albert Einstein, Max Planck, Niels Bohr, Erwin Schrodinger en

77


anderen voor het eerst aangaven dat degene die observeert invloed zou kunnen hebben op dacgene wac geobserveerd wordt, waarmee ze het debar openden over de relacie russen

HOOFDSTUK 4

bewusczijn en macerie. Oat debar raakte cijdens een groat deel van de cwinrigste eeuw weliswaar in verval, maar maakt momenteel toch weer een soort renaissance door. Panpsychisme is een opstapje dat, hopelijk, op zijn minst toegang zal verschaffen tot een nieuw paradigma waarin

De naar binnen gerichte weg: het onderscheid tussen bewustzijn en objecten

ons model van het universum begint bij en gebaseerd is op bewustzijn zelf. Vroeg of laac moet onze culcuur ontwaken uit de droom van het materialisme, waarvan hec panpsy­ chisme een subtiel verlengstuk is, en bewusczijn de plaats bieden waar het recht op heeft als de absolute werkelijkheid van alles wat er lijkt te zijn. Hee universum is bewusczijn

0

m de aard van bewusczijn zelf ce kunnen kennen, is het allereersc nodig om bewustzijn ce onderscheiden

zelf: een naadloos, ondeelbaar, van zichzelf bewust geheel

van alles waar hec zich bewust van is. Na de aanwezigheid

zonder onderdelen, objeccen, enticeicen of zelven.

van bewustzijn vascgesceld te hebben, gaan we nu het proces gedetailleerder onderzoeken waarmee bewustzijn zelfonder­ scheiden wordt van de objectieve ervaring, om zo ruimte ce maken voor het proces waarmee de aard van bewustzijn wordc ontdekc. In de meeste mensen wordt de ervaring van je bewust zijn, of bewusrzijn zelf, zo grondig gemengd met de inhoud van de objectieve ervaring - gedachten, gevoelens, gewaarwor­ dingen en waarnemingen - dat zij meestal over hec hoofd wordc gezien en, als gevolg daarvan, lijkc te ontbreken of op zijn minst verhuld lijkt te zijn. Hoe velen van ons is ooic door onze ouders, leraren of professoren gevraagd: 'Wat is het dat zich bewusc is van je ervaring?', 'Waarmee wordt je ervaring gekend?' of 'Hoe is het mogelijk dat er iets ervaren wordt?' Ik moet de eerste nog tegenkomen die een juist

79


antwoord heeft op die vraag. Iedereen is zich weliswaar

kenmerkt en motiveert. In reactie op die overtuiging, en het

bewust, maar weinigen zijn zich bewust van het bewustzijn

streven naar geluk en veiligheid dat ermee gepaard gaat, is het

waarmee de ervaring gekend wordt. Dat wil zeggen, weinigen

juist en zelfs noodzakelijk om onderscheid te maken tussen

zijn zich ervan bewust dat

ze

zich bewust zijn.

de kenner en het gekende. Later zullen we dat onderscheid weer loslaten, maar in de eerste fasen van ons onderzoek is

De aanwezigheid van bewustzijn achter en in iedere erva­

het goed bruikbaar als gereedschap.

ring over het hoofd zien is hetzelfde als het scherm over het hoofd zien tijdens een film. Zodra het scherm over hec

De ervaring kan weliswaar niet echt losgekoppeld warden

hoofd wordt gezien, is het niec meer mogelijk om in de

van het kennen of bewustzijn ervan, maar het onderscheid

juiste context naar de film te kijken. Dus als bewustzijn of

cussen bewustzijn en ervaring is belangrijk in deze beginfase

de oorspronkelijke aard van de geest over het hoofd wordt

van ons onderzoek omdat we zo de aanwezigheid en het grote

gezien, is het eveneens niet meer mogelijk om te weten wie

belang van bewustzijn kunnen vaststellen - de aanwezigheid

of wat iernand of iets werkelijk is.

ervan omdat er zonder bewustzijn geen ervaring kan bestaan,

·

en het grote belang ervan omdat bewustzijn de wezenlijke, Alles wat gekend wordt of ooit gekend zou kunnen worden

onherleidbare en fundamencele werkelijkheid vormt die aan

is de ervaring, en alles wat er te ervaren vale is het kennen

iedere objectieve ervaring voorafgaat, die er volledig in door­

ervan. Het kennen van de ervaring is echter een fenomeen,

dringt, en die iedere objectieve ervaring overleeft.

niet twee, dus kun je met recht betwijfelen of het juist is om her kennende element van de ervaring los te koppelen

Als de aandacht niet wordt verlegd naar bewustzijn, het

van de ervaring zelf, dac wil zeggen bewustzijn los te kop­

kennende element in iedere ervaring, zou je redelijkerwijs

pelen van objecten. Vallen we, door dat te doen, clan juisc

roe de conclusie kunnen komen dat het lichaam-geest­

niec ten prooi aan de dualiteit die het rnaterialistische para­

mechanisme het kennende subject van de ervaring is, zoals

digma kenrnerkt waar we vraagtekens bij zetten?

gewoonlijk wordt aangenomen, of dat alleen de objeccieve ervaring - denken, voelen, gewaarworden en waarnemen -

In theorie is het niet nodig orn dat onderscheid te maken,

bescaat, zoals vele New Age-uitingen van het non-duale

maar onze wereldcultuur heeft al een conceptuele verdeling

inzicht beweren. In dat soorc onderricht wordt vaak 'Er is

tussen geese en materie gecreeerd en macerie tot ultieme werke­

alleen maar die' gezegd, waarrnee gesuggereerd wordt dat de

lijkheid benoemd. Het onderscheid tussen geest en macerie

veelheid en diversiteit aan objeccieve fenomenen alles is wat

wordc op het niveau van de menselijke ervaring gevoeld als

er bestaat, zonder een kennend of waarnemend subject.

de afscheiding tussen onszelf en alle objecten en anderen, en is de oorzaak van het ex.istenciele gevoel van gemis en de angst

Door er zo naar te kijken wordt het feit over her hoofd

voor verdwijning of de dood die het afzonderlijke zelf of ego

gezien dat het onmogelijk is om een veelheid en diversiteit

80


aan objecten te hebben zonder een kennend of ervarend

worden door een afzonderlijk subject. Toch wordt de erva­

subject, zoals het ook onmogelijk is om slechts een zijde

ring van her kind gekend vanuit het perspectief van een

van een mum te hebben. Door zo'n bewering te doen, heeft

lichaam, en hoewel het kind zich nog geen voorstelling

het subject van de ervaring - het ego of afzonderlijke zelf -

kan maken van een individuele identiteit, zal dat perspec­

zichzelf wijs gemaakt dac het niet bestaat. Voor een ego dat

tief later de basis vormen van zijn gevoel een afzonderlijk

bevrijd wil worden van het ongemak van zijn eigen lijden,

zelf te zijn.

is die overtuiging een prettige maar bedrieglijke schuil­ plaats die het op zeker moment weer dient te verlaten.

De pre-verbale, pre-ego"ische toestand van een klein kind is een vroege ontwikkelingsfase die New Agedenken en opper­ vlakkige benaderingen van non�dualiteit vaak ten onrechte gelijkstellen aan de post-ego"ische herkenning dat oneindig

Hoe komc het onderscheid cussen bewustzijn en ervaring

bewustzijn de fundamentele werkelijkheid van iedere erva­

tot stand? In een klein kind is zijn ervaring een ongediffe­

ring vormt, waar mystici en wijzen uic alle culcuren naar

rentieerde massa waarin her kennende element - je bewust

verwijzen. Het is waar dat de pre-ego'ische toestand en her

zijn of bewustzijn zelf - zo naadloos samenvalt met de

post-ego'ische inzicht eigenschappen als onschuld en spon­

objectieve ervaring dat het niet her gevoel heeft dar her een

taniteit met elkaar delen, maar we moeten de kinderlijke

kennend subject is dat losstaat van het gekende object of de

staat van de eersce niet verwarren met de kinderlijke toe­

gekende wereld in een subject-objectrelacie. In die zin is de

stand van de tweede. Jonge kinderen en dieren worden

ervaring van een klein kind te vergelijken met die van een

bijna in de hele wereld bemind omdat de onschuld en

dier. Een vis heeft geen idee dat hij een vis is of dat hij rond­

spontaniceit die we in hen zien ons weliswaar niet doen

zwemt in een oceaan. Voor zover we weten is de ervaring

denken aan een gouden kindertijd die we ooit gekend

een vis een ongedifferentieerde massa gewaarwordingen

hebben en nu kwijt zijn geraakt, maar wel aan de mogelijk­

van

en waarnemmgen.

heden van onschuld en sponcaniteic die binnenin ons liggen en nauwelijks verhuld of verborgen warden door het

Een klein kind heeft geen idee dat het een klein kind is,

rumoer van de objectieve ervaring.

noch dat het een lichaam heeft, laat staan is, dat losstaat van zijn moeder, en dat hij in een wieg ligt in een kamer

Als een klein kind opgroeit komr het gevoel van zichzelf als

in een wereld. Bij het zien, horen, proeven, aanraken en

een afzonderlijk, kennend ervaringssubjecr cevoorschijn en

ruiken van het kind vallen her kennen van zichzelf, zijn

leert het zichzelf onderscheiden van alle objecren en ande­

moeder en de wereld volkomen samen. Uit de naadloze

ren. Orn te beginnen wordt de zelf-moeder-wereld-matrix

intimiteit van zuiver ervaren is nog geen veelheid en diver­

verdeeld in twee entiteiren - zelf-moeder en wereld - en

siteit

vervolgens in zelf, moeder en wereld, een drie-eenheid die

aan

losse objecten tevoorschijn gekomen die gekend


daarna de basis zal worden voor het gebruikelijke geloof in

te conceptualiseren, kent het zijn ervaring vanuit het beperkre

ziel, God en de wereld.

en lokale perspectief van het lichaam. Dat wil zeggen, her kent zijn ervaring vanuit het gezichtspunt van een ogen­

Het resultaat van dat natuurlijke afscheidingsproces is de

schijnlijk zelf dat gelokaliseerd lijkt te zijn in het lichaam,

verdeling van zuiver ervaren in een ervaarder en het ervarene,

en dat de beperkingen ervan met dat lichaam deelt. Het

een kenner en het gekende. Zelf, objecten en anderen

verschijnen van het ego of afzonderlijke zelf is een natuur­

beginnen tevoorschijn te komen binnen de ongedifferen­

lijk en wezenlijk onderdeel van de ontwikkeling in de

tieerde intimiteit van zuiver ervaren. Het kleine kind ont­

kindertijd. Het is het proces aan de hand waarvan de iden­

dekt dat de zachte, warme gewaarwording die later gecon­

titeit van het kind als een afzonderlijk individu stukje bij

ceptualiseerd zal worden als 'de borst van mijn moeder'

beetje tot stand komt, en als d�t proces niet op de juiste

geen deel uitmaakt van hemzelf, en dat het bewegende lapje

wijze tot een goed einde wordt gebracht, leidt dat later in

roze dat later geconceptualiseerd zal woi;den als 'mijn hand'

het leven tot psychologische problemen.

wel deel uitmaakt van hemzel£ Het zaadje van het ego of afzonderlijke zelf, dat in het kind ligt te sluimeren en dat

Als her kind opgroeit begint het zichzelf te conceptuali­

tot nu toe een proces van individuatie is geweest, begint te

seren als een entiteit die leeft in en als het lichaam, en aHe

kristalliseren tot een aparte entiteit die zichzelf identiftceert

objecten en anderen worden geconceptualiseerd in relatie

als lichaam-geest.

tot en als een onvermijdelijke tegenhanger van dat zelf. Op die manier wordt het proces van individuatie een indivi­

Als perspectief, activiteit of proces is het ego noch een ver­

duele entiteit. Het ego als proces wordt vervangen door het

gissing, noch een probleem. Als entiteit is het echter wel

ego als entiteit.

degelijk een probleem, want de overtuiging dat onze wezen­ lijke aard zich beperkt tot en gelokaliseerd is in her lichaam

Onder normale omstandigheden zullen we tegen de tijd

gaat vergezeld met het verlies van het geluk, de vrijheid en

dat we een jonge tiener zijn een gevoel over onszelf hebben

de vrede die van nature aanwezig zijn in het kennen van

als een individuele lichaam-geest, het afzonderlijke subject

ons eigen wezenlijke, onherleidbare zijn. Die overtuiging is

van de ervaring met een gezonde verbinding met objecten,

de uiteindelijke aanleiding voor de zoektocht naar geluk

anderen en onze omgeving. Op volwassen leeftijd zal het

door middel van de objectieve ervaring die het leven van

geloof en gevoel dat het wezenlijke, onherleidbare element

het afzonderlijke zelf richting geeft en domineert.

van onszelf - de ervaring van je bewust zijn of bewustzijn

De eindige geest of het ego is daarom veel meer dan simpel­

bestemming ervan met dat lichaarn deelt, stevig gegrond­

weg de conceptualisatie van de 'ik' -gedachte. Zelfs voordat

vest zijn.

zelf - identiek is aan het lichaam en de beperkingen en

het kind de vaardigheid begint te ontwikkelen om de ervaring


Met andere woorden, het geloof dat bewustzijn zowel tijde­

In de hindoetraditie van advaita vedanta wordt er naar het

lijk als eindig is raakt al in een vroege fase bij het kind inge­

proces dat wat we zijn onderscheidt van wat we niet zijn

prent en wordt de fundamentele aanname die de daaruit

verwezen als neti neti, een Sanskrietterm die zich laat ver­

voortvloeiende gedachren, gevoelens, activiteiten en relaties

talen als 'niet dit, niet dit' of 'noch dit, noch dat'. Hij is te

rijdens de rijping tot volwassenheid onderbouwt en bezielt.

vergelijken met de 'via negativa' van de westerse mystiek waarin de werkelijkheid beschreven wordt in termen van wat zij niet is, in plaats van wat zij wel is. Terwijl de onrwik­ keling van het kleine kind tot jongvolwassene beschouwd

De ontwikkeling van een afzonderlijk zelf of ego als entiteit

kan warden als het

wordt teweeggebracht door her geleidelijk ontstaan van een

proces dat een jong persoon do�rmaakt in de vroegste fasen

aanvankelijke,

instinctieve neti neti­

onderscheid tussen het zelf en alle objecten en anderen, een

van het !even, vergt de verdere ontwikkeling etvan een

natuurlijk proces dat resulteert in een gebruikelijk gevoel

bewuste inspanning van de kant van de volwassene.

over onszelf als een afzonderlijk individu. In een gezonde cultuur wu die ontwikkeling van het ego gezien warden als

De vroege fasen

een onvermijdelijke maar tijdelijke onrwikkelingsfase die

maken steeds meer onderscheid tussen een kennend zelf en

van

het neti neti-proces in de kindertijd

een individu doormaakt op zijn weg naar volwassenheid. In

een gekend object, ander of wereld en monden uit in de

onze cultuur wordt echter ten onrechte gedacht dat het

overtuiging dat we in de kern een amalgaam van lichaam

proces van individuatie betrekking heeft op een afzonder­

en geest zijn. We geloven en voelen dat de geest in het

lijke entiteit, en is alle verdere ontwikkeling in de meeste

lichaam verblijft, met name in de hersenen, waar gedachten

gevallen gebaseerd op het idee dat we dat afzonderlijke,

geachc warden plaats te vinden, en dar hij via de zintuigen

ge!ndividueerde zelf of ego zijn.

de wereld ervaart, die gezien wordt als losstaand en onaf­

De mogelijkheid om het ego te overstijgen is weliswaar

zelf, namelijk materie.

hankelijk van hemzelf, en gemaakt van iets anders dan hij­ grotendeels onbekend in onze cultuur, maar op een bepaald niveau herkennen de meeste mensen wel dat het ego als

Die overtuiging vormt het fundament van onze materialis­

vaste entiteit een onnodige en onwelkome beperking oplegt

tische kijk op de wereld. Het materialistische paradigma is

aan onze kernidentiteit en als zodanig de oorzaak vormt

niet gebaseerd op kennis over de materie zelf, maar is een

van ons lijden en de manier waarop het ego zich vervolgens

weerspiegeling

manifesteert in conflicten tussen individuen, gemeenschap­

tijdelijke, eindige geest die in en als her lichaam leeft. De

pen en landen. Her feit dat de term 'ego'iscisch' negatieve

ogenschijnlijke werkelijkheid van de buitenwereld is een

van

her fundamentele geloof in onszelf als

connotaties kent in ons dagelijks taalgebruik geeft blijk van

onvermijdelijk gevolg van het geloof in een innerlijk zel£

die intu1tie.

Zoals we onszelf zien, zo kennen we de wereld.

86


De neti neti-benadering, die op natuurlijke wijze tot ontwik­

een vorm, en alles wat een vorm heeft wordt gekend; het

keling komt in de kindertijd en bewust vervolgd wordt op

kenr zelf niet. Bewustzijn is de niet-objectieve kenner van

het spirituele pad tijdens de volwassenheid, is het proces aan

alle objectieve kennis en ervaring: het is zuiver kennen of gewaarzijn. Omdat het zonder vorm is, wordt gezegd dat

de hand waarvan de aanwezigheid en rol van bewustzijn als kenning dat we in de kern bewustzijn zelf zijn. Wat in de

bewustzijn leeg is, dat wil zeggen, leeg van objectieve inhoud. Het is de getuige van alle objecten, maar is zelf

kindertijd het natuurlijke, instinctieve proces is aan de hand

geen object van kennis ofervaring.

eerste beginsel tot stand komen, en die mondt uit in de her­

waarvan het zich ontwikkelende kind zijn eigen lichaam­ volwassenheid hetzelfde proces aan de hand waarvan bewust­

De ontdekking dat bewustzijn de getuige is van iedere objectieve ervaring bevrijdt het. deels van de beperkingen

zijn onderscheiden wordt van het lichaam-geestmechanisme.

van het lichaam waarin het gelokaliseerd leek te zijn, maar

geest onderscheidt van zijn moeder en de wereld, is tijdens de

dat betekent nog geen volledige bevrijding. De ontdekking In feite wordt bewustzijn, vanuit zijn eigen gezichtspunt,

'ik ben gewaarzijn ofbewustzijn zelf' is nier war beschouwd

nooit vermengd met de beperkingen van het lichaam; dat

wordt als verlichting of ontwaken, ook al wordt her daar in

lijkt alleen maar zo vanuit het gezichtspunt van de geest.

hedendaagse uitdrukkingsvormen van het non-duale inzicht

De geest is echter niets anders clan bewustzijn. De geest is

vaak we! voor aangezien.

de beperkte vorm of activiteit die bewustzijn zelf uit vrije wil aanneemt om objectieve ervaringen te kunnen hebben.

In deze fase van her inzicht lijkt bewustzijn, ook al is her

In het neti neti-proces brengt de geest zichzelfzover dat hij

niet !anger uitsluitend ge"identificeerd met her lichaam-geest­

herkent dat het kennen waarmee hij zijn ervaring kent -

mechanisme, zich nog steeds ergens te bevinden en beperkt

zuiver bewustzijn - niet vermengd wordt met of beperkt

re zijn. In die zin lijkt het nog steeds tijdelijk en eindig te

wordt door de objecten die hij kent of waar hij zich bewust

zijn, de twee overruigingen die aanleiding geven tot de

van is. In het neti neti-proces verhult bewustzijn zichzelf

doodsangst en het gevoel van gemis waar het ogenschijnlijk

niet !anger met behulp van zijn eigen activiteit, en maakt

afZonderlijke zelf of de eindige geest omheen draaien. Orn

het de weg vrij voor de herkenning van zichzelf zoals het is,

bewustzijn volledig te bevrijden van alle opgelegde over­

eeuwig en oneindig, zoals de herkenning dat het scherm

tuigingen en gevoelens, is verder onderzoek naar de wezen­

niet de beperkingen of bestemming van de personages in

lijke aard van bewustzijn zelf nodig.

een film deelt de weg vrijmaakt voor de herkenning van het scherm zoals het in werkelijkheid is. In zijn oorspronkelijke toestand bezit bewustzijn geen objec­ tieve eigenschappen, want iedere objectieve eigenschap heeft

88


HOOFDSTUK

5

De rechtstreekse weg naar verlichting

N

u we ontdekc hebben dat de ervaring van je gewoon bewusc zijn of bewustzijn zelf onze primaire, wezen­

lijke en onherleidbare identiteit is, rest ons de vraag wat de

aard van gewaarzijn

of bewustzijn zelf is. De komende vier

hoofdstukken geven gedetailleerd het proces weer aan de hand waarvan de aard van bewustzijn onderzocht en zicht­ baar gemaakc wordt. De natuurwetenschap en de psychologie richten hun onder­ zoek uitsluitend op de waarneembare aspecten van de erva­ ring en brengen zo de gekende wereld met voortdurend toenemende precisie in kaart. Natuurwetenschap wordt door de

Oxford English Dictionary gedefinieerd als "de intel­

lectuele en praktische activiteic die de systematische be­ studering behelst van de structuur en het gedrag van de materiele en natuurlijke wereld door middel van observatie en experiment". Psychologie wordt gedefinieerd als "de wetenschappelijke bestudering van de menselijke geese en zijn functies".

91


Alles wat ooit van de "materiele en natuurlijke wereld" gekend wordt of zou kunnen worden zijn gewaarwordingen en waarnemingen, en van de "menselijke geest en zijn func­ ties" gedachten, beelden en gevoelens. Met andere woorden, alles wat ooit van de materiele wereld gekend wordt of zou kunnen worden is de ervaring, en iedere ervaring vindt plaats in bewustzijn. Daarom zouden de disciplines van de natuurwetenschap en de psychologie, op basis van dezelfde strenge regels en eerlijkheid waarmee de wetenschap wordt gedefinieerd, geherdefinieerd kunnen warden als de bestu­ dering van de inhoud van bewustzijn. In geen van beide gevallen wordt bewustzijn zelfbestudeerd. Waarom niet? Omdat natuurwetenschappers en psycho­ logen, sarnen met de meerderheid der mensen, hun interesse en observaties beperkt hebben tot de bestudering van de

objectieve ervaring, waarmee

ze

de subjectieve ervaring van

bewustzijn of gewaarzijn zelf over het hoofd zien en, in bepaalde extreme gevallen, in zijn geheel ontkennen. Bewustzijn wordt beschouwd, als her al beschouwd wordt, als een bijproduct van zijn inhoud. Iedereen zou uitge­ lachen worden als hij zou geloven dat de hemel voortge­ bracht wordt door wolken, dat televisieschermen gecreeerd warden door films of dat oceanen gegenereerd worden door golven, maar de mate waarin onze cultuur is afge­ dreven

van

de werkelijkheid is zodanig dat zo'n idee wel

wordt omarmd als het wordt toegepasr op her onderwerp van de ervaring zelf. Sterker nog, het is het fundament gaan

en de subjectieve ervaring - het gebied van de psychologie uit gedachten, beelden en gevoelens. Op die manier wordt het objectieve gebied gelijkgesteld met de openbare of

gedeelde ervaring, en het subjectieve gebied met de persoon­ lijke, individuele ervaring. De wereld wordt als gedeeld beschouwd en bewustzijn als persoonlijk, en daardoor wordt alleen de wereld als een onderwerp beschouwd dat empirische studie verdient. Vanuit het gezichtspunt van alleen-bewustzijn wordt echter zowel onze ervaring van lichaam en wereld als onze erva­ ring van gedachten, beelden en gevoelens als objectief beschouwd - niet omdat ze gedeeld warden, maar omdar beide waarneembare eigenschappen of kenmerken bezit­ ten. Alleen bewustzijn wordt als subjectief beschouwd, dat wil zeggen, als de subjectieve kenner van alle objectieve kennis en ervaring. In deze context is het echter eveneens gerechtvaardigd om te zeggen dat iedere ervaring subjectief is, wat betekent dar iedere ervaring binnen onze geest plaats­ vindt. In ieder van die beweringen warden de woorden 'objectief' en 'subjectief' in verschillende betekenissen gebruikt, en zolang die betekenissen begrepen worden spre­ ken ze elkaar nier regen. Belangrijk is dat welke formule­ ring ook gebruikt wordt, de ervaring niet verdeeld wordt in twee essentiele gebieden: hij is of geheel subjectief, of geheel objectief. Laten we bij de eersre betekenis blijven, waarin alle ervaring

vormen van onze wereldcultuur.

als objectief beschouwd wordt, en alleen bewustzijn als sub­

Vanuit her gezichtspunt van de naruurwetenschappen

neembare eigenschappen is, wordt de ervaring van je bewust

bestaat de objectieve ervaring uit het lichaam en de wereld,

jectief. Omdar zij subjectief en vormloos en zonder waar­ zijn, gewaarzijn of bewustzijn zelf door de meeste mensen

93


over het hoofd gezien cen gunste van de objectieve ervaring.

kent kan ons iets over dat ding verrellen. Daarom kan

Die benadering wordt in extreme mace toegepast in het

alleen dar war bewustzijn kent ons iets over bewustzijn ver­

veld van de Bewustzijnsstudies. In plaats van de weten­

tellen. War is het dat bewustzijn of de ervaring van je bewust zijn kent? Gedachten, beelden, gevoelens, gewaar­

schapsparamecers uit te breiden met de niet-objectieve ervaring van je bewust zijn, hebben onderzoekers de beper­

wordingen en waarnemingen zijn zelf niec bewust; het

kingen van bun eigen geest aan bewustzijn zelf opgelegd,

zijn objecten waar we ons bewust

van

zijn. Maar wie is die

waarmee ze bewusczijn proberen te onderwerpen aan de

'we' die zich ervan bewust is? Dae is bewustzijn zelf, bet

beperkte parameters van de objectieve ervaring en de bestu­

kennende element in iedere ervaring. Alleen bewustzijn is

dering van bewustzijn reduceren tot de studie der neuro­

zicb bewust, en daarom weet alleen bewustzijn iets over

wetenschappen. De neurologie kan ons echter niets vertellen

bewustzijn.

over de aard van bewustzijn, zoals oak geen enkele andere tak van wetenschap dat kan. Alleen bewustzijn kent bewust­

De bestudering van bewustzijn is een unieke wetenschap in

zijn.

die zin dat het iets is wat zich volledig afspeelt tussen bewustzijn en zichzel£ In bet Oosten staat het bekend als

ledereen beeft evenveel toegang tot de ervaring van je

meditatie; in het Westen staat het bekend als gebed. De

bewust zijn, gewaarzijn of bewustzijn zelf, waardoor ieder­

beoefening van meditatie is door de populaire cultuur

een in even grote mate gekwalificeerd is om de aard ervan

weliswaar gereduceerd tot een manier am spanning en

te bescuderen. Daar hoef je geen geoefende nacuurweten­

angst te verminderen, maar in haar oorspronkelijke vorm is

schapper of psycboloog voor te zijn, nee zomin als dat je er

het de manier waarop bewustzijn toegang krijgc tot zijn

tot een religieuze of spirituele traditie voor boeft ce be­

kennis over zichzelf. Op dezelfde manier is de beoefening

horen. De vooropgezette ideeen en, nag belangrijker, de

van het gebed weliswaar de manier geworden waarop een

emotionele investering die met zo' n verbinding gepaard

persoonlijk zelf iets afsmeekt bij een god buiten hem, maar

kunnen gaan verhinderen vaak een rigoureus eerlijk en

in haar oorspronkelijke betekenis werd bet beschouwd als

onpartijdig onderzoek van de ervaring en laac dat veld daar­

de manier waarop de eindige geest afstand doet van zijn

door over aan vrije denkers buicen de beperkingen van een

beperkingen en zich aan zichzelf laat zien in zijn oorspron­

formed onderzoeksinstituut.

kelijke, onherleidbare vorm. In de oorspronkelijke betekenis van de woorden zijn medi­ tatie en gebed de manier waarop de geese toegang krijgc tot

Hoe gaan we bewustzijn of gewaarzijn bestuderen? Voordat

zijn eigen werkelijkheid van eeuwig, oneindig bewustzijn.

we die vraag kunnen beantwoorden moecen we besluiten

In ons tijdperk zijn de disciplines

wat

94

bewustzijn gaat bestuderen. Alleen dat wat een ding

van

meditatie en gebed

echter voor hec grootste deel vermengd geraakt met de

95


lokale, cijdgebonden cradities waarin ze worden beoefend,

zijn oncdekc kan worden door gewone mensen, zonder

en is als gevolg daarvan hun essencie verhuld of verloren

enige voorafgaande kennis of voorbereiding en zonder

geraakt cen gunste van populaire hedendaagse spirituele en

specifieke religieuze of spiricuele banden.

religieuze praktijken. Deze drie wijzen hebben de manier waarop de wezenlijke de aard van

aard van de werkelijkheid herkend kan worden niet zelf

bewustzijn zelf als te esorerisch of moeilijk beschouwd voor

bedacht; ze hebben die simpelweg van het doodskleed van

In andere gevallen werd de bestudering

van

hen wier geese zich uitsluitend bezighield met en gefasci­

de verzamelde overcuigingen bevrijd die hem eeuwenlang

neerd werd door de objectieve ervaring. Als concessie

aan

buiten beeld hebben gehouden door hem los te maken van

de objectgerichte geese werd er een lange en zware reeks

de exotische culturele verpakking die er alleen maar toe

voorbereidende praktijken nodig geacht om de geese te

diende om hem te mystificeren, en hebben hem voor een

zuiveren van zijn neiging om zich naar buiten te richten,

nieuwe generatie geherformuleerd.

voordat hij geschikt werd geacht voor de ultieme paging om zijn eigen werkelijkheid te onderzoeken.

Die benadering wordt soms de Directe Weg genoemd en verwijst daarmee naar her feit dat we rechtscreeks naar de

Als gevolg daarvan hebben de religies van de wereld zich

herkenning van onze wezenlijke aard van zuiver bewustzijn

onrwikkeld tot een mengsel van de wezenlijke, onherleid­

gaan. Dae wil zeggen, bewusczijn gaat rechtstreeks naar het

bare werkelijkheid van iedere ervaring - bewusrzijn zelf -

kennen van zichzelf zonder zich te hoeven richten op welke

en lokale, tijdgebonden tradities. Hee eerste is steeds meer

objectieve prakcijk of ervaring dan ook. Dar sraat in tegen­

ondergesneeuwd geraakt door de laatste, zozeer zelfs dat de

stelling tot vele traditionele of geleidelijke benaderingen,

grootste wereldreligies nu in meer of mindere mate het

die een hele reeks oefenpraktijken verlangen als noodzake­

contact zijn kwijtgeraakt met her inzichr waaruit ze zijn

lijke voorwaarde voor het verkrijgen van het inzichr. Al die

voongekomen.

praktijken eisen dat bewustzijn zich richt op een object,

Dae inzicht is echter we! bewaard gebleven in afgelegen

ademhalingen, de goeroe, enzovoorts, om het zo te zuive­

ashrams en klooscers, en in de harten en geesten van indi­

ren van zijn torale condirionering.

zoals een mantra, een vlam, de ademhaling, de pauze tussen

viduen die een diep verlangen koesteren om her wezen van zichzelf of de ultieme werkelijkheid van de wereld re leren

Terwijl

kennen. Drie van zulke individuen waren Ramana Maharshi,

werkelijkheid in vroeger tijden wellicht gerechtvaardigd

Atmananda Krishna Menon en Sri Nisargadatca Maharaj,

waren, is ons huidige tijdsgewrichc naar mijn mening rijp

die in het midden van de twintigste eeuw gezamenlijk de

voor de Direcce Weg. De weerstand tegen de Directe Weg

manier in ere hebben hersteld waarop de aard van bewust-

die sommige mensen voelen die al vele of zelfs tientallen

geleidelijker

benaderingen

van

de

ervarings­

97


jaren een geleidelijke weg hebben bewandeld, is niet te wijten aan zo

de moeilijkheid of ongeschiktheid ervan. Her is meer

dat zulke mensen hun hele hebben en houden ge"inves­

reerd hebben en gehecht zijn geraakt aan en beperkt zijn door precies die vormen en praktijken die ze, ironisch genoeg, juist zijn gaan toepassen om zichzelf van dergelijke beperkingen te bevrijden.

bewust zijn of bewustzijn zelf het kennende element is in iedere ervaring, ongeacht de inhoud van de ervaring, en dat

specifieke

vorm van de geest aannemen, maar het kan

zichzelf niet

kennen in de vorm van de geest. De wereld wordt gekend door de geest; de geese wordt gekend door bewustzijn; en bewusrzijn wordt gekend door zichzelf. Omdat bewustzijn het 'enige' is dat zichzelf kan kennen,

In de Directc Weg wordt erkend dat de ervaring van je

dus geen enkele

Hoe gaar bewustzijn zijn eigen aard ontdekken? Orn de objecrieve ervaring re leren kennen, moer bewustzijn de

ervaring drager, indicatie of ken­

merk is van bewustzijn zelf. Zoals het scherm in gelijke mate zichtbaar is in alle films, ongeacht de inhoud ervan, zo straalt bewustzijn even helder in iedere ervaring, van onze diepste depressies tot onze meest vreugdevolle gevoelens. De Directe Weg vereist geen spirituele of religieuze banden of achtergrond. Er zijn geen voorbereidingspraktijken nodig voor de simpele herkenning dat je bewust zijn of bewustzijn zelf het wezenlijke, onherleidbare, ondeelbare element in iedere ervaring is, waar we naar verwijzen als 'ik' of 'mijzelf'. Niemand heeft meer recht op toegang ertoe dan iemand anders. Het is in gelijke mate beschikbaar voor alle mensen, op alle plaatsen, onder alle omstandigheden en in alle situaties. Het enige wat er voor nodig is, is een diepe interesse in de aard van de werkelijkheid, of een intu'itie dat de vrede, het geluk of de liefde waar alle mensen naar verlangen niet met behulp van de objectieve ervaring gevonden kan warden.

moeten we bewustzijn zelf als het ware vragen wat

zijn

eigen kennis of ervaring van zichzelf is. Het denken kan de vraag formuleren 'Wat is de aard van het kennen waarmee de ervaring gekend wordt?', maar alleen dat wat de ervaring

kent kan daar met recht ancwoord op geven. Iedere ervaring wordt gekend door bewustzijn, en daarom kan alleen bewusczijn bewustzijn kennen. Alleen gewaarzijn kan zich gewaar zijn van het feit dat het zich gewaar is. Kortgeleden woonde ik een lezing bij over de aard van bewustzijn, gegeven door een zeer bekende en hoogst gerespecteerde filosofieprofessor aan de universiteit van Oxford. Midden in de abstracce en ingewikkelde redene­ ringen waarmee hij de aard van bewusczijn trachtte re beschrijven, plaatste hij de opmerking: "Sommige filo­ sofen zeggen dat bewustzijn in staat is om zich van zich­ zelf bewust re zijn; zulke ideeen horen thuis in de prullen­ bak." Aan her eind van de bijeenkomst zei ik tegen hem: "Ieder­ een in deze zaal is zich ervan bewust dat hij zich bewust is." Daar dacht hij even over na en gaf me toen gelijk. Ik stelde vast dat alles war zich ervan bewust is dat we ons bewust

*

zijn zelf twee eigenschappen moet bezitten; een: her moet

99


aanwezig zijn, en twee: het moer zich bewusr zijn. "Wat zou dat zijn?", vroeg ik retorisch. "Bewusrzijnl Bewustzijn is juisr dar war aanwezig en zich bewust is." Ik opperde dat de ervaring van je gewoon

hewust zijn die ieder van ons op

datzelfde moment had zelf de ervai:ing van bewustzijn is dat zichzelf kent. "O, nee hoor", zei hij, "je .gaat veel te snel", en ging weer verder langs de lijnen van ingewikkelde en duistere redene­ ringen die geen enkele relatie hadden met de ervaring en die zijn onwetendheid in nevelen en complexiteit verhul­ den. Toen ik opnieuw tegen hem in ging, draaide hij zich gewoon om en narn hij de volgende vraag. Het was een voorbeeld van diepe onwetendheid die zich voordeed als inzicht, en die des re schokkender was omdat hij van een eminente professor aan een van de beste onderwijsinstituten van de wereld kwarn. De professor had de eenvoudigste, intiemste en meest fun­ darnentele ervaring over het hoofd gezien: het kennen van ons eigen zijn, het bewustzijn van het bestaan. Als bewust­ zijn zijn eigen zijn niet zou kennen, zouden we de ervaring van je bewust zijn niet kennen en zouden we als gevolg daarvan 'nee' of 'dat weet ik niet' moeten antwoorden op de vraag 'Ben je je bewust?' De ervaring van je bewusr zijn is ieders primaire ervaring, ook al wordr hij gewoonlijk over het hoofd gezien ten gunsre van de objecrieve ervaring. Als ik zeg dat het 'ieders' ervaring is, clan bedoel ik dat het bewustzijns primaire ervaring is dat het zich bewust is. Het kennen van bewustzijn van zijn eigen bestaan straalt in gelijke mate in alle mensen, ook al lijken we in de meeste

100

gevallen onze kernidentiteit te verliezen aan de objectieve ervaring. In plaats van ons bewust te zijn van het gevoel van verdriet, hebben we het gevoel: ik hen verdrietig. In plaats van ons bewust te zijn van het gevoel van eenzaarnheid, hebben we het gevoel: ik

hen eenzaarn. In plaats van ons

bewust te zijn van de gedachten, gevoelens, gewaarwordin­ gen en waarnemingen die gepaard gaan met her proces van ouder worden, hebben we het gevoel: ik

ben oud aan het

warden. Op die manier laten we de ervaring zich de kern van ons zijn, en daarmee de eig"enschappen van vrijheid en vrede die er eigen aan zijn, toe-eigenen en conditioneren. De kennis van ons eigen bestaan - de ervaring die in de geest straalt als her weten 'ik ben'

is dezelfde in alle mensen.

Niemand heeft er als enige toegang toe, en om die reden is het de enige kennis waarover je her onmogelijk oneens kunt zijn. Het is absoluut waar, onder alle toestanden, omstandigheden en condities. Als we het onderling toch oneens zijn over de aard van ons bestaan, dan zien we ons­ zelf aan voor een object. Je kunt het alleen maar oneens zijn over iets wat objectieve eigenschappen bezit. Als Rarnana Maharshi en Hitler beiden zouden verwijzen naar hun kerngevoel van 'er zijn', zouden ze het beiden over

precies dezelfde ervaring hebben. Natuurlijk zou het gevoel van 'er zijn' in het eerste geval stralen zoals het is, ongehin­ derd of niet ingekleurd door welke eigenschap van lichaarn of geest clan ook, terwijl het in het tweede geval vermengd zou lijken te zijn met de eigenschappen van het lichaam en de geest en, als gevolg daarvan, hun beperkingen en bestem­ ming lijken te delen. Maar uiteindelijk zou alleen de helder­ heid waarmee hun eigen zijn door ieder van hen gekend werd her verschil kunnen verklaren tussen hun ideeen en

lOI


gevoelens, en de uitdrukking ervan in hun lacere activitei­ ten en relaties.

van de cijdgebonden, eindige geest, en de diepe slaap is bewusczijn dac zijn eigen eeuwige, oneindige, ongecondici­ oneerde zijn kent. Met andere woorden, de 'ietsheid' van de

Zoals iemand die naar een film lcijkt zo in beslag kan veelheid en diversiteit aan afzonderlijke en conflicterende

waak- en droomcoestanden en de 'nietsheid' van de diepe slaap worden door het denken aan bewustzijn opgelegd, waardoor het lijkt alsof bewustzijn zelf de vorm van drie

objecten en zelven ziet, terwijl iemand anders die naar

afzonderlijke toestanden aanneemt.

worden genomen door het drama dat hij of zij slechts een

dezelfde film lcijkt slechts een enkel ondeelbaar en 'vredig' scherm zal zien, zo is het 'scherm' van bewustzijn dat zich

De geese die gelooft: dat bewustzijn begrensd is, is als water

van zichzelf bewust is en waarop iedere ervaring zich

dat gelooft dat zijn meest fund�entele vorm een golf is;

afspeelt, in gelijke mate beschikbaar voor alle mensen onder

de geest die gelooft dat bewustzijn afwezig is, is als een golf

alle omstandigheden, ook al zal iedere_ geese die als filter

die gelooft dat water afwezig is. Bewustzijns kennen van

dient en iedere vorm waarin het gemodificeerd of inge­

zijn eigen bestaan is als water dat zichzelf gewoon kent als

kleurd wordt het er anders uit laten zien.

water, ongeacht zijn vorm als golf. Sterker nog, water weet niets van golven; her kent alleen water. Op dezelfde manier

Zeggen dat bewustzijn in gelijke mate beschikbaar is voor

kent bewusczijn alleen zichzelf.

alle mensen suggereert dat mensen zich bewust zijn van of toegang hebben tot bewusczijn. Oat is slechts bij wijze van spreken. Alleen bewustzijn kent zichzelf en heeft daardoor roegang roe zichzelf. Soms kleurt bewustzijn zichzelf in in

Alles wat de geese kent is, op een uitzondering na, geba­

de vorm van de geest en lijkt het daardoor eindig en tijdge­

seerd op de overtuiging dat bewustzijn de bestemming en

bonden te worden. Dat staat bekend als de coestanden van

beperkingen van her lichaam deelt. Daarmee is alle mense­

waken en dromen. Andere keren houdt bewustzijn op met

lijke kennis, op een uitzondering na, onwaar, of in elk geval

zichzelf inkleuren en blijft her in zijn oningekleurde toe­

alleen waar voor zover her betreklcing heeft op her perspec­

stand, waarin het alleen zijn onbegrensde, vredige bestaan

tief van een tijdgebonden, eindig bewustzijn.

kent. Dat is de ervaring van de diepe slaap. Hee kennen waarmee de eindige geest weet heeft van zijn In beide gevallen kent bewustzijn alleen zichzelf. Vanuit het

beperkte kennis is echter oneindig bewustzijn, weerkaatst

perspeccief van de geese in de waakcoestand lijkt bewustzijn

door de lens van zijn eigen activiteit. Alles wat de geese kent

begrensd of eindig re zijn in de waak- en droomtoestandcn,

is dus weliswaar op zijn best slechts relatief waar, maar tege­

en afwezig te zijn in de diepe slaap. De waak- en droomtoe­

lijkertijd is alle kennis wel gebaseerd op en bestaat hij uit

standen zijn echter bewusczijn dat zichzelf kent in de vorm

het licht van de absolute waarheid. Orn die reden heeft

102


W illiam Blake gezegd: "Alles wat mogelijkerwijs geloofd

absoluuc waar is. Er begon zich een voorgevoel te vormen

kan warden is een verbeelding van de waarheid."*

dat nog vele jaren nodig had om helder geformuleerd te kunnen warden: 'Wat kunnen we zeker weten dat absoluut

Die licht van zuiver kennen, dat in de geest straalt als de

waar is? Kunnen we vertrouwen op iers wat door de geest

kennis 'ik hen' en dat her ultieme fundament vormt waarop

gekend wordr?'

alle relatieve en beperkte kennis van de geese is gebaseerd, is de "enige uitzondering" op basis waarvan de geest toegang

Terwijl die gedachte zich ontvouwde, merkce ik dat ze

heeft tot de werkelijkheid.

gepaard ging met een groeiend gevoel van angst en vrees in

Het inzicht dat alles wat door of via de geest gekend wordt

het lichaam, een gevoel dat alle� waarop ik mijn identiceic en overcuigingen had gegrondvest onderhevig was aan

onwaar of minstens slechts relatief waar is, za1 in veel geval­

verandering en dus nier betrouwbaar of zeker kon zijn. Ik

len een crisis teweegbrengen. In mijn geval deed die crisis

voelde de vastheid van het universum om me heen oplos­

zich spontaan voor toen ik zeventien was. Terwijl ik nog op

sen. Het is in reactie op dat ongemakkelijke gevoel dat ik

school zat en een wetenschappelijke srudie deed om bio­

me afkeerde van de intu'itie en afleiding en steun ging

chemicus te warden, werd ik getroffen door een inzicht dat

zoeken in objecten en activiceiten.

de koers van mijn !even zou veranderen. Zo'n gedachce is echter te vergelijken met een kleine aard­ Op een dag, vlak na her eind van een natuurkundeles, zac

beving waarvan de gevolgen niet altijd onmiddellijk aan de

ik op mijn bed. Mijn geese was gewoon open en beschik­

oppervlakte merkbaar zijn. Ik realiseerde her me weliswaar

baar. In die beschikbaarheid verscheen uit het niets een

niet op dat moment, maar die herkenning zou de eerste

gedachce die niet was uitgelokt door een bepaalde redene­

barst vormen in wat tot die tijd het onaantastbare bouw­

ring waar ik op dat moment mee bezig was of die ik ooit

werk van mijn westerse, materialiscische opvoeding was

eerder gevolgd had: 'Objectieve kennis kan nooic definitief

geweesc.

zijn.' In mijn geval maakte dat inzicht een eind aan mijn begin­ Ik besefte dac de geese altijd alleen maar zijn eigen inhoud

nende carriere als wetenschapper en zette her een onder­

kan kennen en dat die beperkt is omdat hij objeccief is. In

zoek in gang naar de aard van de schoonheid, dac ik in de

een ogenblik werd duidelijk dat alJe denken zich ZOU ont­

dertig jaar daarna als kunstenaar in mijn atelier zou uit­

wikkelen, zou veranderen en uiceindelijk zou verdwijnen,

voeren. Maar ook al kon ik dat op dat moment niet zien, de

en dat we er daarom nooic op kunnen vertrouwen dac het

zoekcocht van de wetenschapper naar kennis is precies

* UitThc Marriage of Heaven and Hell (c. 1790).

naar. In feite is de wetenschapper niet per se op zoek naar

dezelfde zoektochc als die naar schoonheid van de kunste­

104

105


kennis, maar naar inzicht. Kennis is denken, maar inzicht

bewustzijn de vormen aan van denken en waarneming, en

vindt plaats als het denken ten einde komt, net zoals

vanuit die gezichtspumen lijkt bewustzijn zelf tijdgebonden

schoonheid onthuld wordt aan het eind van een waar­

en eindig re zijn.

nemmg. Alie kennis en ervaring van de geese verschijnen dus in een Inzicht is dus het einde van de kennis. Hee is natuurlijk geen

vorm die strookt met zijn eigen beperkingen, inclusief zijn

toeval dat het Sanskrietwoord vedanta afkomstig is van

beeld van zichzelf als zelf of entiteit die een onafhankelijk

veda, wat 'kennis' beceken't, en anta, wat 'einde' betekenc,

bestaan leidt, net zoals de figuur in een droom in zijn eigen

en daarom het einde van de kennis betekent. De schoon­

beeld van zichzelf een entiteit is die een onafhankelijk

heid van taal is dat zoveel inzicht ·uitgedrukt kan warden

bestaan leidt, maar in feice ge�oon een activiteit is van de

met

geese van de dromer. Tegelijkertijd is juist het kennen waarmee het afzonderlijke zelf zijn ogenschijnlijk eindige

zo

weinig woorden. Bezat ik die vaardigheid maar! In

die tien minuten op school had ik spontaan het einde van de kennis voorvoeld, ook al zou het nog cwintig jaar duren

ervaring kent, ongeacht hoe goed, slecht, juist, onjuist, aan­

voordat ik besefte dat het einde van de kennis en de bron of

genaam of onaangenaam die ervaring is, zelf het eeuwige,

het begin ervan hetzelfde zijn.

oneindige licht van zuiver kennen of bewustzijn, wiens kennen van zijn eigen zijn de enige absoluut ware kennis

Als alles wat gekend wordt door of aan de hand van de geest

vormt die er is.

een weerspiegeling is van de aanname dat bewusczijn beperkt is - een overtuiging die, als je haar onderzoekt,

Hee is hec oneindige licht van zuiver kennen dat binnen

onwaar blijkt te zijn - kan de geest dan iets kennen dat

zichzelf een veelheid en diversiceit aan eindige kennis

absoluuc waar is? Het simpele antwoord is 'nee', want de

teweegbrengt, en het lijkt, door dat te doen, het kennen zijn eigen zijn voor zichzelf te verhullen. Als gevolg

geest is zelf een beperkte vorm van bewustzijn, wiens

van

ogenschijnlijke bestaan als afzonderlijke entiteit, en wiens

daarvan lijkt de ware en enige werkelijkheid van zuiver

hele kennisbezit, alleen waar zijn vanuit zijn eigen beperkte

bewustzijn zichzelf nu ce ervaren als een tijdgebonden,

gezichtspunt.

eindig zelf dac de bescemming en beperkingen van het lichaam dee!t. Met die overcuiging gaan de vrede, het geluk

We kunnen dus zeggen dat alles wat de geest kent een weer­

en de liefde die het kennen van ons eigen zijn weerspiege­

spiegeling is van zijn eigen beeld van zichzelf als afzonder­

len ogenschijnlijk verloren, ook al worden ze in feite slechts

lijke entiteit - hec tijdgebonden, eindige bewustzijn dat

veronachtzaamd, over hec hoofd gezien of vergeten.

zichzelf kent als 'ik, hec lichaam' - dac zijn oorsprong vormc. Zoals een scherm de vorm aanneemt van een beeld

Die verhulling van vrede, geluk of liefde is als een wond in

waarmee het zichzelf lijkt te verhullen, zo neemt oneindig

her hare van het ogenschijnlijk afzonderlijke zelf die zich-

106


zelf voortdurend probeert te verzachten door middel van het verwerven van objecten, middelen, activiteiten, geestes­ gesteldheden en relaties. Op een bepaald moment wordt het, door intu'itie of de suggestie

van

een vriend, echter

HOOFDSTUK

6

duidelijk dat dat verlangen nooit vervuld zal worden door een objectieve ervaring. Als gevolg daarvan opent zich een nieuwe mogelijkheid, waarin herkend wordt dat de geest van zijn beperkingen verlost moet worden om zijn verlangen

Zelfonderzoek en zelfherinnering

naar blijvende vrede en blijvend geluk te kunnen vervullen. Alie spirituele en religieuze wegen richten zich ieder op hun eigen manier op het bevrijden van de geest of het ontplooi­ en ervan tot buieen zijn begrenzingen. Maar als de geese bevrijd is van zijn beperkingen houde hij op geese ee zijn en laae hij zich zien als het eeuwige, oneindige bewustzijn dat de wezenlijke, onherleidbare werkelijkheid ervan vormt. Her

W

ar moet bewusezijn doen om zichzelf ee kennen? Als bewustzijn of gewaarzijn zijn eigen aard wil onedek­

ken, moee hee naar zichzelf 'kijken'. Bewusezijn kan zichzelf

kennen van ons eigen zijn wals hee werkelijk is - bewuse­

echter niet van zichzelf losmaken en naar zichzelf kijken of

zijns kennen van zichzelf in ons

zichzelf kennen in een subject-objectrelatie, nee wals de zon

geluk of liefde.

-

is de ervaring van vrede,

zich niee kan omdraaien en op zichzelf kan schijnen. Orn de objeceieve ervaring re kunnen kennen neemt bewusezijn de vorm aan van de geese, maar om

zichzelf ee

kunnen kennen hoefr bewustzijn de vorm van de geest niet aan te nemen; het hoeft alleen maar in zichzelf te blijven. Dat zelf-rusten in en als bewustzijn vormt de essentie van meditatie of gebed. Het is de non-activiteit waarin bewust­ zijn zijn eigen zijn kent. Een geest die gewend is om zijn aandacht uitsluieend op de objectieve ervaring te richten zal vaak bezwaar maken regen die bewering en zeggen dat hij niet weet waar hij bewust­ zijn kan vinden of in welke richting hij moet kijken. Zo'n

108

109


geest kan allereerst toegang krijgen tot de aanwezigheid van bewustzijn via de ervaring van simpelweg zich bewust zijn, het gevoe1 van er zijn of het weten 'ik ben'. Later za1 de geest herkennen dat alles war een ervaring omhelst her ken­ nen ervan is, en dat de enige substantie die bewustzijn ooit werkelijk kem of waarmee het in contact komt daarom zichzelf is. Echter, een geese die van jongs af aan geindoctrineerd is geweest met het materialistische paradigma zal geloven dat hij een veelheid en diversiteit aan objecten ervaart, ieder met zijn eigen afronderlijke en onafhankelijke bestaan dar hij lijkt te kennen vanuit het perspectief van een ahonder­ lijk subject of zelf, net zoals de gedroomde wereld gekend lijkr te worden vanuit het perspectief van een gedroomd subject binnen die wereld. Als een meedogende concessie aan zo' n geest kunnen we dus om re beginnen zeggen dat de aanwezigheid van bewustzijn gekend wordt als de erva­ ring van je gewoon bewust zijn, her gevoe1 van er zijn of het weten 'ik hen'. Door de geest op een van die uitspraken te richten zal hij een unieke reis ondernemen in een richcing­ loze richring, op een weg die geen weg is, waarin hij gelei­ delijk aan zal oplossen in het licht van het bewustzijn waar­ in hij verschijnt, als een beeld dat langzaam vervaagt en zo

beschouwt als een entiteit op zichzelf. Voor de geest die gelooft dat hij een beperkte entiteit op zichzelf is, is God iets anders clan hijzelf. Maar als God iets anders is, dan moet God eindig zijn, en zo'n God kan niet God zijn. Zoals de soefimysticus Balyani zei: "lets anders zijn is voor Hem Hem zijn zonder iets anders te zijn." Mee andere woorden, God kan alleen door zichzelf gekend worden, en om zijn eigen bestaan te kunnen kennen moet God zich van zichzelf bewusc· zijn. Daarom moet Gods kennis van zichzelf bewustzijns kennis van zichzelf zijn. Bewusczijns kennis van zichzelf straalt in iedere geese als her weten 'ik hen', het gevoel van er zijn of simpelweg de erva­ ring van je bewust zijn. Oat wil zeggen, de kennis die ieder van ons heeft van ons eigenste zijn is Gods kennis van zich­ zelf. Later zullen we ook zien dat de uiteindelijke werkelijk­ heid - bewustzijns kennis van zichzelf of Gods kennis van zichzelf - straalt in de ervaring van vrede, geluk, liefde en schoonheid en zichzelf tot uitdrukking hrengt in en als de totalieeie van alle ervaringen. Het weten 'ik ben' is dus Gods handtekening in de geest. Het is de toegangspoort via welke bewustzijn zichzelf plaatsgebonden maakt als geese, en dezelfde toegangspoort

her scherm, zijn werkelijkheid, zichtbaar maakt.

via welke de geese de omgekeerde richting gaat als hij zijn

In religieuze termen wordt er naar dat rusten van de geest

hebben van ons eigen beseaan - bewusezijns kennen van

in zijn bron verwezen als de praktijk van de aanwezigheid van God. Hee voorlaatste gebed is het uitsluitend richcen van de geest op God, maar dat gebed laat de geese nog steeds intact als een enciteit die los van God staat. Her ultieme gebed is de volledige overgave van de geese die zich nog

IIO

wezensaard onderzoekt. Hee weten 'ik hen', of her weet zijn eigen bestaan - is onze primaire kennis waarvan alle andere kennis en ervaring afhankelijk is. Totdat de aard van onszelf gekend wordt is het onrnogelijk om juiste kennis te hebben over war clan ook. Er bestaat immers geen hogere kennis dan het kennen van de aard van jezelf, de aard van 'ik'.

Ill


We wecen dan misschien wel niet precies wat ik hen, maar

verschijnt. Op dezelfde manier is een stukje hlauwe luchr dac

we wecen wel dat ik hen. Voordat we iets over onszelf wecen,

aanvankelijk in de wolken lijkt te verschijnen zelf een aan­

zoals onze leefcijd, naam, geslachc, nationaliceit, lengte,

wijzing voor de uitgestrekte hemel die achter de wolken ligt en

gewicht en eigenschappen, weet ieder van ons dat 'ik hen'.

eraan voorafgaar, en waar ze ook in gelokaliseerd zijn.

Oat wil zeggen, voordat bewustzijn over enige objectieve kennis of ervaring heschikt, heefc her weet van zijn eigen

Hee weten 'ik hen' is de enige kennis die onder alle omstan­

hestaan. In de ervaringen 'ik hen jong', 'ik hen oud', 'ik hen

digheden, re alien rijde en voor alle mensen hetzelfde blijfc

ziek', 'ik hen gezond', 'ik hen een man', 'ik hen een vrouw',

en dus een aanwijzing in de geese vormt voor de wezenlijke,

'ik hen verdrierig', 'ik hen gelukkig', enzovoorcs, hlijfc

onherleidhare werkelijkheid ervan. Geen andere kennis

her simpele kennen van ons hestaan - her weren 'ik hen' -

voldoee aan die eisen, en daaroin kan geen andere kennis

consequent aanwezig, ook al lijkc her misschien tijdelijk

dan bewusrzijns kennis van zijn eigen oneindige besraan

ingekleurd te warden door de ervaring.

heschouwd warden als absoluut. Die kennis seaar in religi­ euze rermen bekend als hee Absolute of Gods oneindige

Ons wezenlijke,

van

zichzelf hewusre zijn verschijnt noch

besraan. Het weten 'ik ben' is de eerste vorm van God in de

verdwijnc. De geese verwart echter alle tijdgebonden eigen­

eindige geese. 'Ik hen' wordt daarom heschouwd als Gods

schappen, omstandigheden, ideeen, heelden en gevoelens

heilige naam. God Zelf heeft geen naam, maar in de geese

m e t het basisgevoel van 'er zijn' en denkt daardoor dat ons

scraal e Hi j als de naam ik ' of ik ben'. '

'

wezenlijke bescaan hun beperkingen en bestemming deelr en als zodanig tijdgebonden en eindig is. Het wecen 'ik hen' verandert nooit, ook al lijkt her soms verborgen, verhuld of ingekleurd te worden door de ervaring. De roestanden van

In die fase kan de geese zich met recht afvragen hoe hij her

waken, dromen en slapen en de eigenschappen, omstandig­

licht van zijn kennen kan afwenden van de objecten die hij

heden, ideeen, beelden en gevoelens die ermee gepaard

lijkt re kennen en kan richten op zijn eigen wezen. Dae

gaan warden tijdelijk roegevoegd aan ons hasisbestaan,

omkeren van de geest is geen aceiviteie die de geese kan

maar definieren of wijzigen het nooit wezenlijk.

ondernemen, maar veeleer her stoppen van een acriviteit

Anders dan alle andere kennis en ervaring die door 'ik' gekend

aan de overruiging van de geese dar die omkering iets is war

wordt, wordr her weten 'ik hen' gekend door zichzelf. Hee is ik

hij kan doen, kan her onderricht nu echcer een proces in

dac weee heefc van ik ben, of, wals God in hee Oude Testament

gang zetten waarin de aandacht die de geese normaal aan

waarvan hij zich daarv66r niet hewust was. Als concessie

tegen Mozes zei: "Ik hen die ik hen." Her weten 'ik hen' is een

ohjecten schenke die beschouwd warden als verschillend van

spoor in de geese van de eindeloze oceaan van bewustzijn die achter de geese ligt en eraan voorafgaat, en waar de geese oak in

hemzelf, omgekeerd wordt en gerichc wordt op zichzelf her

112

subject of de kenner.

113


Alle kennis- en ervaringsobjecten worden gekend vanuit het perspectief van de eindige geest, het ogenschijnlijk a&.onder­ lijke subject van de ervaring, en alles wat de geest kent of

die hij lijkt te kennen en zijn kennen in zichzelf te laten terugvallen of -stromen. In feite is het niet zozeer zo dat de

ming met zijn eigen beperkingen. Orn te kunnen weten wat

geest zich richt op dingen die 'verschillen van he� zel ', . maar dat hij vermeng d raakt met of verloren raakt in ZlJn kennis van dingen, op dezelfde manier als een scherm ver­

iets werkelijk is moet de geest daarom her licht van zijn kennen

mengd lijkt te worden met of verloren lijkt te raken in de

eerst op zichzelf richten. Dar wil zeggen, voordat hij aandacht

film.

ervaart is een weerspiegeling van en verschijnt in overeenstem­

schenkt aan objecten om te weten wat ze werkelijk zijn, moet hij eerst aandacht schenken aan zichzelf om te weten wat h&"

De kennis en ervaring van de geest staan nooit los van hem­

werkelijk is. De geest moet het licht van zijn kennen afwenden

zelf. De geese kent nooit iets op afstand van hemzelf, net

de objecten die hij lijkt te kennen, en richten op zichzelf,

zoals de film nooit plaatsvindt op afstand van het scherm.

van

op het weten zelf waarmee hij weet heeft van wat hij kent. De

Het scherm dat zich bewust is van zichzelf hoeft zich niet

aandacht moet zich richten op de aandacht zelf

los te maken van de objecten of figuren in de film om te kunnen beseffen dat het hun beperkingen en bestemming

De aard van het kennen of bewustzijn waarmee de geese

niet deelt. Sterker nog, het kan zichzelf niet van hen los­

weet heeft van wat hij kent is simpelweg zijn en kennen.

maken, want ze zijn slechts een modulatie van zijn eigen

Orn die reden wordt her zuiver kennen of zuiver bewusttijn

bescaan. Her enige dater hoeft te gebeuren is dat het scherm

genoemd, in die zin dat her kennen ervan niet vermengd is

gewoon 'ziet' dat zijn wezensaard geenszins beperkt wordt

met iets anders dan zichzelf; het is als het kleurloze licht in

door de vormen die het aanneemt.

alle kleuren. Her kennen van zichzelf levert de geese daar­ om geen enkele nieuwe kennis op, zoals de ontdekking van

Op dezelfde manier hoeft de geese zich niet los te maken

een nieuwe diersoort, wiskundige vergelijking of recept zou

van welke ervaring dan ook, noch hoeft hij die af te wijzen.

doen. Het besef van de aard van het kennen of bewustzijn

Hij hoeft alleen maar in te zien dat het kennen waarmee hij

waarmee de geest weet heeft van wat hij kent is geen nieuwe

weet heeft van wat hij kem en ervaart van zichzelf altijd al

vorm van objectieve kennis. Het is veeleer het herinneren,

vrij is van alles wat hij kent of ervaart.

herkennen of opnieuw leren kennen van het zuivere kennen dat ogenschijnlijk verhuld, vergeten of over her hoofd

Als het kennen of zuivere bewustzijn waarmee alle kennis

gezien wordt als gevolg van het feit dat de geest zich richt

en ervaring gekend wordt zijn aandacht op zichzelf richt in

op de objectieve ervaring.

plaats van op de objectieve ervaring, lijkt zijn onherleidbare wezensaard, die daarv66r verborgen of verhuld leek te zijn

Orn zichzelf te kunnen kennen zoals hij is hoeft de geese

door de objectieve ervaring, plorseling te stralen zoals zij is.

zijn aandacht dus alleen maar af te wenden van de objecten

In feite straalde

II4

ze

altijd al zoals ze is, maar was ze voorheen


vermengd met en daardoor ingekleurd door de objectieve ervaring en leek ze, als gevolg daarvan, re ontbreken of ver­ borgen te zijn.

zelf in ieder van ons kenc als de overtuiging en het gevoel 'ik ben het lichaam' - en aan zijn overtuiging dat hij een reele entiteit is die controle heeft over zijn eigen bestem­ mmg. Oat zich omkeren van de geest in de richting van zijn bron

Wat beschreven wordt als het ornkeren van de geest naar

staat soms bekend als zelfonderzoek, een vertaling van de

zichzelf toe is niet zozeer een'omkeren' van de geest, maar

Sanskrietterm atma vichara. Zelfonderzoek is echter een

meer een wegzinken, terugvallen of oncspannen in zichzelf.

uniek soort onderzoek waarbij het niet gaat om een verken­

De uitdrukking'omkeren' wordt alleen gebruikt in contrast

ning van welke vorm van objectieve kennis dan oak, maar

met en als concessie aan de eerdere, objectgerichte richting

een onderzoek dat de subjectieve kenner van alle objectieve

van de geest. Aan een geest die naar buiten gericht is om

kennis en ervaring onderzoekt. Nogmaals, in die zin is de

objecten re kennen, stelt her non-duale onderricht voor om

term 'zelfonderzoek' op zijn hoogst een concessie aan de

zich om te keren naar zijn bron of wezen om zichzelf te

geest die aanvankelijk denkt dat hij zijn eigen aard op

leren kennen.

dezelfde manier kan onderzoeken als dat hij objecten onderzoekt.

Iedereen die ooit geprobeerd heeft om zijn aandacht op die manier om te keren weet echter dat dat onmogelijk is. De

Het onderricht stelt aan zo'n geest voor am zijn eigen aard

geest kan zich niet 'omkeren' naar de objecrloze bron van

re onderzoeken, een onderzoek dat in gang gezet kan

zijn eigen kennen, want hij kan zich alleen richten op een

warden door een gedachte als 'Wat kenc of is zich bewust

object en kan alleen een object kennen. Als de geest zich

van mijn ervaring?', 'War is de aard van her kennen waar­

ornkeert, zelfs als hij dat in de omgekeerde richting doer van

mee alle kennis en ervaring wordt gekend?' of'Wie ben ik?'

de objecten en gedachten die hij normaal kent, is dat nood­

Voor dat onderzoek hoeft de geest zichzelf echrer niet op

zakelijkerwijs in de richting van een ander object. Zoals je

welke vorm van objectieve kennis of ervaring dan ook te

niet kunt opstaan en een stap naar jezelf kunc zetten, zo kan

richten. Her is veeleer een vallen, zinken of ontspannen van

de geest zich niet omkeren en zich richten op zijn eigen

de aandacht of de richting van het kennen van de geesr, in

bron.

zijn bron.

Her voorstel om de geesr om te keren in de richting van

De betekenis van het woord 'aandachr' laat doorschemeren

zijn bron is een concessie aan het afzonderlijke, door de

om war voor soort onderzoek naar onze ware aard her gaat.

geest in her leven geroepen zelf- de tijdgebonden, beperkte

Her woord 'aandacht' [Engels: attention - vert.) komt van

en uiteindelijk denkbeeldige vorm van bewustzijn die zich-

her Latijnse woord attendere, een samenstelling van ad, war

n6

n7


'naar' of 'naartoe' betekent, en tendere, wat 'uitstrekken' betekent. Aandacht is dus een zich uitstrekken van het kennen dat de kern van de geest vormt in de richting van

of geluk, en tijdens de diepe slaap, als de geest rust in zijn eigen bron. Maar als de geest, door interesse in zijn eigen wezensaard, ophoudt zichzelf op de objectieve ervaring te

een gedachte of object.

richten, dan beginc hij weg te zinken of te ontspannen in de

Als we een gedachte kennen, gaat het kennen waarmee die

zuiver kennen of bewustzijn voordat hij weet heeft van of

gedachte gekend wordt van zijn bron naar dat object toe. Als we een geluid kennen, gaat datzelfde kennende licht van dezelfde bron naar het geluid toe. Als we aandacht heb­ ben voor een object - of het nu lijkt te gaan om iets binnen onszelf, zoals een gedachte of gevoel, of iets buiten onszelf, zoals een beeld of een geluid - gaat het kennende licht van

bron waaruit hij tevoorschijn is gekomen. Die bron is vermengd wordt met enige objectieve kennis. Oat terugvallen van de aandacht in haar bron is de wijze waarop de geese zijn oorspronkelijke aard leert kennen. In feite is dat geen activiteit van de geest, ook al lijkt dat aan­ vankelijk wel het geval, maar veeleer het ophouden van een

ons zelf, het subject, naar dat object toe.

eerdere activiteit - de activiteir van hec over het hoofd zien

Die ervaring van een subject zijn dat een object kenc of er

bewuste zijn ten gunste van objectieve kennis en ervaring.

aandacht aan schenkt wordt in onze taal tot uitdrukking gebracht in conventionele dualistische termen als 'ik ken een gedachte'. Dat wil zeggen, 'ik', het subject van de erva­ ring, laat zijn kennende licht schijnen in de richting van

van het kennen

van

zijn eigen objectloze, van zichzelf

Het terugvallen of wegzinken van de geese in zijn bron vormt de essentie van meditatie en gebed en kan, in de een of andere vorm, in alle grote religieuze en spirituele rradities

het object dat het kent. Onze aandacht of kennende licht

gcvonden warden. Ramana Maharshi noemde het hec weg­

wordt uitgestrekt van zijn bron, het subject 'ik', naar zijn

zinken van de geest in her hart van bewustzijn. Nisargadatta

object toe. Maar wat gebeurt er met de aandacht als ze niets meer heeft om zich naar uit te strekken? Wat gebeurt er als een stuk elastiek dat tussen twee punten uitgerekt wordt, wordt losgemaakt van een van die punten? Omdat het niets

Maharaj noemde het je richten op de ervaring 'ik ben'. De Russische filosoof P. D. Ouspensky noemde het zelfherin­ nering. De dichter Tennyson stelde voor naar de ultieme aard van de geest op zoek te gaan zoals je een "dalende ster"

het terug naar zijn oorspronkelijke, onuitgerekte positie.

zou volgen, "buiten het uiterste bereik van het menselijk denken". *

Bij de meeste mensen beweegt de aandachr zich eeuwig van

In een verwijzing naar dezelfde non-praktijk zegc de heilige

anders meer heeft om zichzelf aan vast te hechten, springt

het ene object of de ene ervaring naar de volgende, met

Mattheiis tegen ons: "Als gij bidt, ga clan uw kast binnen,

slechts korte perioden van verademing in het interval tussen twee gedachten of waarnemingen, op momenten van vrede

n8

* Alfred, Lord Tennyson, 'Ulysses' (1833).

n9


en als gij de deur gesloten hebt, bid clan heimelijk tot uw

Een paar vrienden komen zijn kleedkamer binnen om hem

Vader; en uw Vader, die u heimelijk ziet, zal u openlijk

te feliciteren met zijn oprreden. Als

belonen." De mystica Lalla van de Kashmir Shaivite­ benadering verwees naar dat omkeren van de geest toen ze

diep ellendig voelt, proberen ze hem ervan re overtuigen dat hij vergeren is wie hij werkelijk is, maar dar helpt niets.

zei: "Ik heh een verre reis gemaak:t op mijn zoektocht naar

Na een paar minucen komr er een vriendelijke vreemdeling

God, maar toen ik her eindelijk opgaf en rerugkeerde was

binnen. Die gaar naasr hem zirten en ze beginnen een

Hij er, binnenin me."

ze

merken dat hij zich

gesprek. De vriendelijke vreemdeling vraagt hem om iets over zichzelf te vertellen, en King Lear beginr zichzelf te beschrijven: 'Ik ben de koning van Engeland. Ik hen tach­ tig jaar oud. Ik ben vader van drie dochters.'

Laten we, om de terugkeer van de geest naar zijn bran van zuiver bewusczijn beter te kunnen begrijpen, een nieuwe

King Lear gaat verder en beschrijft dat het moeilijk voor

metafoor nemen. Stel je een acteur genaamd John Smith

hem is om zijn koninkrijk onder zijn drie dochters te ver­

voor. Hij leidt een gelukkig leven dat hem vervulling

delen, en dat hij daardoor in allerlei conflicten verzeild is

schenkt. Op een dag krijgt John Smith de rol van King Lear

geraakt. De vriendelijke vreemdeling vraagt hem om door te

toebedeeld. Tot zijn taak behoort her leren van een aantal

gaan . King Lear beginr zijn gedachten en gevoelens te

tekstregels en het aantrekken van een kostuum. Op de

beschrijven: 'lk ben intelligent, vriendelijk, verward, een­

eerste avond van de voorstelling verlaat John Smith zijn

zaam,

huis en gaar hij naar her theater. Hij verkleedt zich als King

maals om door te gaan. King Lear begint te stamelen als hij

Lear en verplaatst zich in diens gedachren en gevoelens.

woorden probeert te vinden om de subtielere eigenschappen

rusteloos, angstig ...' De vreemdeling vraagt hem nog­

John Smith is een uirstekend acteur. Hij vergeet zijn eigen

van zichzelf te beschrijven. Er vallen pauzes in zijn beschrij­

gedachten en gevoelens volledig en wordt als hec ware King

ving als King Lear nadenkt over de diepere lagen in hemzelf.

Lear. Zander het te beseffen is King Lear opgehouden om aan­ De voorstelling beginr en John Smith denkt, voelt en han­

dacht re schenken aan de gedachten, gevoelens en omstan­

delt als King Lear, neemt als hem waar en gaat als hem met

digheden die hem gewoonlijk in beslag nemen en schenkt

anderen om. Terwijl het toneelstuk vordert wordt John

hij nu aandacht aan dat deel van hemzelf dat daaronder

Smith steeds ongelukkiger en denkt hij dat alles en iedereen

ligt, een naamloze, vormloze bron van nauwelijks waar­

tegen hem is. Sterker nog, John Smith vergeec zijn werke­

neembare gevoelens. 'Er zit een ontevredenheid in me,

lijke identiteic zo volledig dac hij zich aan het eind van het

maar ik weet niet precies waar ik onrevreden over ben. Er

optreden van de woorden en kleding van King Lear vergeet

schuilt een verlangen in me, maar ik weet niet zeker waar ik

ce ontdoen als hij terugkeert naar zijn kleedkamer.

naar verlang.'

120

Ill


De vriendelijke vreemdeling zwijgt, wat King Lear opvat

lang dat aanhoudt, want het denken is niet langer actief,

als een uimodiging om door te gaan. Hij graaft steeds die­

waardoor hij de tijd niet meer bij kan houden.

per in zichzelf totdat hij niet meer verder kan. Er vale een lange stilte. 'Ik ben ... ik ben ...' Er komt niets meer. Hij

Op zeker moment komt het in King Lear op dat de vrede

wacht. Af en toe wordt hij verstoord door een herinnering

die hij nu voelt niet aan hem is toegevoegd als gevolg van

aan zijn dochters, maar hij is zo gei:nteresseerd geraakt in

iets wat wel of niet in zijn !even gebeurt. De vriendelijke

her omdekken wie hij in wezen is dat hij geen aandacht aan

vreemdeling gaf hem niet aan hem, noch kan hij hem

de herinnering schenkt, en al snel verdwijnt die weer.

hem afnemen. Hij lijkt van binnen in hemzelf te komen.

van

Hij realiseert zich dat de vrede die hij nu voelt in feite altijd 'Ik hen wat?', vraagt de vreemdeling, om King Lear te

aanwezig is in de diepten van z�n wezen. Hij herkem dat

helpen zijn aandachc ce richten op het kerngevoel van 'zijn'

zijn van nature vredige wezen altijd beschikbaar is en vlak

in zijn geese.

achter of onder de woelige stroom van zijn gedachten en gevoelens ligc, en dac die losstaat van het drama van zijn

'Ik ben ... ik ben ... Er is ... ' Er volgt een lange stilte.

leven en de conflicten in zijn relaties.

King Lear ervaart het meest wezenlijke, onherleidbare ele­

King Lear hoort een stem binnen zichzelf zeggen: 'Keer je

ment van hemzelf- zuiver zijn - voordat het vermengd wordt

om naar mij en ik zal je in mijzelf opnemen.' Hij beseft dat

met gedachten of gevoelens. Hij kan bet niet beschrijven

bet zijn eigen diepste intelligentie is die tot hem spreekt.

omdat geen van de woorden die hij normaal gebruikt in

Hij herinnert zich de woorden van Jesaja in het Oude

relatie tot gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waar­

Testament: "Gij zult hem in volmaakte vrede houden wiens

nemingen van toepassing zijn. Ze lijken allemaal te grof

geese gericht blijft op U."

voor wat hij wil uitdrukken. Hij blijft opnieuw in stilte zitten terwijl hij de implicaties Hij zwijgt een tijdje zonder de behoefte of her vermogen te

van zijn herinnering volledig tot zich door probeert te laten

hebben om zijn ervaring te beschrijven. Als er een gedachre

dringen. 'Als deze vrede eigen is aan wat ik wezenlijk hen,

opkomt, geeft die alleen maar commentaar op de ongebrui­

dan neem ik die overal met me mee. Deze vrede kan niet

kelijke en tegelijkertijd toch ook merkwaardigerwijs beken­

verstoord warden door mijn veranderende gedachten en ge­

de vrede die hij nu voelt. Het is een vrede die niet duidelijk

voelens of de lastige omstandigheden waarin ik me bevind.'

door de omstandigheden buiten hem veroorzaakt wordt.

Een innerlijke glimlach licht in hem op en een immense

Hij gaat vooraf aan en is onafhankelijk van alles war hij

vreugde - een oeroude vreugde die hij als kind gekend heeft

altijd dacht te zijn. Hij blijft zwijgen en heeft geen idee hoe

en nu weer als voor de eerste keer ervaart - scroomt zijn

122

123


beseaan binnen. Hee is de vreugde van het herkennen van zijn wezenlijke, onaantastbare bestaan, de vrijheid, toegan­ kelijkheid, onverstoorbaarheid en ongeconditioneerdheid ervan. Op dar moment herinnert hij zich dat hij John Smith is. Dat herinneren van zichzelf is geen herinnering aan iets wat hij ooit in het verleden gekend heeft en vervolgens vergeten is, maar een herinnering aan iets wat altijd-aanwezig binnen in hem ligt en dat simpelweg verhuld of genegeerd was als gevolg van zijn fascinatie met en opgaan in het leven van King Lear. Hij kijkt om zich heen en realiseert zich dat de vriendelijke vreemdeling verdwenen is.·

wezenlijke zelf in King Lear is hetzelfde als het zelf van John Smith. King Lear bezit geen eigen zelf. Hee 'ik' delen ze beiden. Het 'ik' van King Lear is her 'ik' van John Smith, waar een denkbeeldige, zelfbedachre beperking aan is eoe­ gevoegd. Alles war King Lear hoefde te doen was de aard van dar 'ik' ce onderzoeken. Als John Smith herkent of zich herinnert dat hij John Smith is, wordt hij wakker als uit een droom. Maar King Lear werd niet opeens John Smith to�n hij wakker werd. King Lear was nooit King Lear. Hij was altijd alleen maar John Smith met een beperking die hij zelf aannam. John Smith hield gewoon op re denken dat hij King Lear was. John Smith beseft dat hij altijd alleen maar John Smith is geweest, maar dat zijn wezenlijke, onherleidbare zijn zo vermengd was geraakt met de gedachten en gevoelens van King Lear

John Smith denkt na over King Lear en de vriendelijke vreemdeling die naar hem toe kwam: 'Orn King Lear te worden moest ik mezelf vergeten, en dat vergeten bracht me pijn en angst. Die pijn zette een grote zoekcochc in gang

dat het leek alsof hij vergeren was wie

hij was. En met het

vergeten of over het hoofd zien van zijn eigen zijn werden de eigenschappen van vrede, vervulling en liefde die er eigen aan zijn onzichtbaar. John Smith hield echrer niet op

naar vrede en geluk, en die was zo intens dat de latente

John Smith te zijn en werd niet King Lear, en King Lear

imelligemie van mijn eigen geest verscheen in de vorm van

hield niet op King Lear te zijn en werd niet John Smith.

de vriendelijke vreemdeling die me bevroeg over de wezens­

King Lear was gewoon een denkbeeldige, zelfbedachte

aard van mezel£'

beperking van her ware en enige zelf van John Smith.

John Smith realiseert zich dat King Lear gewoon een zelf­

Alleen vanuit het denkbeeldige gezichtspum van King Lear

bedachte beperking van zijn eigen wezen was. Dat zelf­

was hij King Lear. Omdat hij geloofde dat hij King Lear

vergeten maakre dat John Smith het karakter van King Lear

was voelde hij zich ellendig, en omdat het hem niet was

aannam. King Lear en John Smith denken, voelen, hande­

gelukt de vrede en het geluk waar hij naar verlangde in zijn

len op verschillende manieren, nemen anders waar en gaan anders met anderen om, en coch zijn ze in essentie dezelfde persoon. Het 'ik' van ieder van hen is herzelfde 'ik'. Het

124

omstandigheden en relaties zeker te stellen, keerde hij zich op advies van een vriendelijke vreemdeling naar binnen. Zonder het te beseffen was King Lear spontaan gaan toe-

125


passen wat later geformaliseerd zou worden als een praktijk van zelfherinnering of zelfonderzoek: een verzinken of ont­ spannen van zijn aandacht in steeds diepere lagen van zich­ zelf tot hij niet meer verder kon, dat wil zeggen, tot hij

HOOFDSTUK 7

stoorre op zijn eigen wezen dat geen eigenschappen heeft en van nature vredig is.

De ervaring van je bewust zijn

Er volgt nog een lange pauze waarin John Smith nadenkt over zijn ervaring: 'Als de geest van King Lear een beper­ king was van mijn eigen geest, zou het dan kunnen dar mijn

eigen

geest een zelfbedachte beperking is van een

grotere, onbeperkte geest die tegelijkertijd samenvalt met wie ik in wezen hen?' John Smith begint na te denken over de aard van zijn eigen geest. Zander het te beseffen past hij nu zelf ook spontaan zelfonderzoek toe. John Smith zit rustig in zijn stoel nadat iedereen naar huis is gegaan. Er gaat een half uur voorbij zonder dat hij dat in de garen heeft. lntussen zinkr zijn geest steeds dieper weg in zichzelf, en realiseert hij zich, plotseling, rustig, dat zelfs John Smith een zelfbedachte beperking is van wat hij in zijn diepste kern is. Als uit her niets voelt hij vrede en vreugde bij hem binnenstromen. Hij doet zijn ogen open en merkt dat de kamer eveneens doordrenkt is van vrede. Hij glimlacht naar zichzelf, herinnert zich met grate liefde zijn gezin, en loopr naar huis.

S

tel je voor dat je aan iemand uit Engeland, China of Ghana, of aan een Aboriginal, of aan iemand die dak­

loos, sreenrijk of ziek is zou vragen: 'Ben je je bewust?', en dat niemand van die mensen ooit van non-dualiteir gehoord

had. Zolang ze de vraag allemaal zouden begrijpen, zouden ze allemaal 'ja' antwoorden. Wie van de zeven miljard mensen op aarde ook de vraag 'Ben je je bewust?' zou horen, iedereen zou verwijzen naar

dezelfde ervaring - de simpele

ervaring van je bewust zijn - en zou, om die reden, 'ja' antwoorden. Bewustzijn, of de simpele ervaring van je bewust zijn, wordt niet gekleurd door het feit dat iemand Engels, Chinees, Ghanees, Aboriginal, dakloos, steenrijk of ziek is. Het maakt niet uit wat onze nationaliteit, leeftijd, gezondheids­ toestand, geslacht, opleiding, inrelligenrie, enzovoorts is; de simpele ervaring van je bewust zijn is dezelfde bij iedereen. Ja, zelfs als een hond, kip, vis of mier in staat zou zijn de vraag 'Ben je je bewust?' te begrijpen, dan zou hij naar

126

127


precies dezelfde ervaring verwijzen waar ieder van ons naar

bewustzijn minstens een objectieve eigenschap moeten

verwijst.

bezitten die hem zou onderscheiden van alle andere. Zo' n objectieve eigenschap is echter niet terug te vinden in onze

Alle levende wezens delen niet alleen dezelfde ervaring van

feitelijke ervaring.

je bewust zijn; iedere persoon verwijst ook naar dezelfde ervaring in verschillende perioden van zijn leven. Als we

Het denken gelooft dat bewustzijn beperkende eigenschap­

vijf jaar zijn, of tien, twintig, veertig, zestig jaar, de feitelijke

pen bezit, maar die eigenschappen worden nooit echt in de

ervaring van je bewust zijn is altijd dezelfde. De ervaring

eigen ervaring teruggevonden. Dat wil zeggen, in bewust­

van je bewust zijn, of bewustzijn zelf, wordt niet geconditi­

zijns eigen ervaring van zichzelf zijn nooit beperkingen of

oneerd of gekleurd door leeftijd. Bovendien blijft de ervaring

begrenzingen aanwezig, net zoals de ruimte geen beperking

van je bewust zijn voor iedereen dezelfde ongeacht welke

of begrenzing binnen zichzelf zou vinden als hij in staat zou

gedachren, gevoelens, gewaarwordingen of waarnemingen

zijn om naar zichzelf te kijken.

zich aandienen.

·

Als wij met ons zeven miljarden allemaal verwijzen naar de Als iemand, ongeacht zijn geescestoestand of de toestand

ervaring van je bewust zijn, dan verwijzen we naar

dezelfde

van zijn lichaam, de vraag 'Ben je je bewust?' hoort, dan

ervaring. Oat kunnen we ons moeilijk voorstellen als we

staat hij of zij daar even bij stil. Tijdens die reflecrie maakt

geloven dat bewustzijn in de hersenen gelokaliseerd is. We

iedereen rechtstreeks contact met dezelfde ervaring van je

hebben echter al gezien dat de ervaring van je bewust zijn

bewust zijn. Het bewustzijn van bewustzijn wordt afge­

niet bepaald wordt door de beperkingen die tot lichaam of

wend van het object waar het zich eerder op gericht had en

geest behoren. In zijn eigen ervaring van zichzelf is hij

wordt in plaats daarvan gericht op zichzelf, dat wil zeggen,

onbeperkt en oneindig, en omdat hij oneindig is kan hij

op de simpele ervaring van je bewust zijn. ledereen die dat

niet teruggevonden worden in tijd of ruimte. Door de erva­

doet richt zich op precies dezelfde ervaring.

ring van je bewust zijn gewoon te kennen, stappen we in

Op dit punt gekomen is het belangrijk om een onderscheid

ruimte.

feite uit lichaam en geest, en daardoor ook uit tijd en te maken mssen 'gelijksoortig' en 'hetzelfde'. Bij het verwij­ zen naar de simpele ervaring van je bewust zijn is het in eerste

Als iemand zijn aandacht op de simpele ervaring van je

instantie verleidelijk om te denken dat we allemaal naar een

bewust zijn richt en, als gevolg daarvan, de ervaring van je

gelijksoortige ervaring verwijzen. Zo'n gezichcspunt sugge­

bewust zijn werkelijk ervaart, clan 'gaat' hij of zij 'naar' of

reert dat er meerdere, gelijksoortige bewustzijnen bescaan,

'raakt' hij of zij 'aan' dat element van de ervaring dat ieder­

een voor iedere persoon en ieder dier. Maar als er sprake ZOU

128

zijn van meer dan een bewustzijn, dan

ZOU

ieder

een deelt of gemeenschappelijk heeft. Op dat tijdloze moment - tijdloos omdat het niet in de geest gevonden

129


wordt - bevinde iedereen die her meemaakt zich in het hart

.Als iemand nu niet zou vragen of we ons wel of niet bewust

van de mensheid. De ervaring van liefde is precies die erva­

zijn van een gedachte, gewaarwording of waarneming, maar in plaats daarvan gewoon zou vragen: 'Ben je je bewust?',

ring, de ervaring van ons gedeelde bestaan.

clan zouden we daar even bij srilsraan en dan 'ja' antwoorden. De vraag 'Ben je je bewusr?' is een gedachte. Het antwoord 'ja' is ook weer een gedachte. Tussen die twee gedachten Iedereen is zich bewust van wat hij of zij ervaart. We weten

vindt iets plaats dat zelfgeen gedachte is. Het is als gevolg van

misschien niet precies wie of wat het is dat zich bewusr is,

dat 'iets' dar we in staat zijn om 'ja' te antwoorden op de vraag

noch waar de ervaring in feite uit bestaat. Niettemin

'Ben je je bewust?'

kunnen we met zekerheid zeggen dat we ons bewust zijn van een stroom gedachten, beelden, ideeen, gevoelens,

Orn 'ja' te kunnen antwoorden op de vraag 'Ben je je bewust

gewaarwordingen, geluiden, enzovoorts.

van gedachten, gewaarwordingen en waarnemingen?' moeten

Als iemand ons zou vragen: 'Ben je je bewust van je gedach­

we de gedachte, gewaarwording of waarneming waar de vraag naar verwijst ervaren. Het is te danken aan die erva­

ten?', clan zouden we even de tijd nemen om te rade te gaan

ring dae we in seaat zijn te bevestigen dat we ons van al die

bij onze ervaring door onze aandache te richten op de

dingen bewust zijn. Naar welke ervaring verwijzen we dan

gedachte die zich op dat moment voordoet, en zouden we

als we 'ja' antwoorden op de vraag 'Ben je je bewust?'

antwoorden: 'Ja, ik ben me bewust van mijn gedachten.' .Als iemand zou vragen: 'Ben je je bewust van het tintelende

De ervaring waar we naar verwijzen vindt plaats in her gat

gevoel in de zolen van je voeten?', dan zouden we onze aan­

tussen twee gedachten: 'Ben je je bewust?' en 'ja'. Wat vindt

dacht richten op de zolen van onze voeten, het gevoel erva­

er dan plaars tussen die twee gedachten? De ervaring van je

ren en antwoorden: 'Ja, ik ben me bewust van dat gevoel.' En

bewust zijn. In die leemte worden we ons er bewust van dat

als iemand zou vragen: 'Ben je je bewuse van de geluiden die

we ons bewust zijn. Iedereen is zich weliswaar van nature

zich op die moment voordoen?', zouden we onze aandacht

bewust, maar niet iedereen is zich er bewust van dat hij of

richten op her geluid dat zich op dat moment voordeed en

zij zich bewust is. De ervaring van 'je ervan bewust zijn dat

ancwoorden: 'Ja, ik ben me bewust van die waarneming.'

je je bewust bent' wordt uitgelokt door de vraag 'Ben je je bewust?' Als we niet zouden

ervaren dat we ons 'bewust 'ja' op

In al die gevallen vindt er tussen de vraag of we ons bewust

zijn', zouden we ook niet in staat zijn om met recht

zijn van een gedachte, gewaarwording of waarneming en ons

die vraag te antwoorden.

antwoord iets plaaes dat ons in staat stele om bevestigend te antwoorden. Wat is dat iets? Het is de feitelijke de gedachte, gewaarwording of waarneming.

130

ervaring van

Stel jezelf eens de vraag 'Ben ik me bewust?', maar beant­ woord die vraag niet met de gedachre 'ja'. Seel gewoon de


vraag 'Ben ik me bewust?' en laat je aandacht naar de erva­ ring getrokken worden die vervolgens zal zorgen voor het antwoord 'ja'. De ervaring die plaatsvindt tussen de twee gedachten 'Ben ik me bewust?' en 'ja' is geen activiteit van de geest. Hij vindt alleen maar plaats tussen twee geestes­ activiteiten. Blijf bij de leemte tussen die twee gedachten. Als we bij die leemte blijven voordat het antwoord zichzelf formuleert, is wat 'daar' gebeurt de meest waardevolle en tegelijkertijd meest onderschatte of over het hoofd geziene ervaring die je kunt hebben.

'ja', dat wil zeggen, tussen twee momenten waarop de geese verschijnt. Zoals het kleurloze scherm alles is wat er aan­ wezig is tussen twee filmbeelden, zo is de ervaring van je bewust zijn of bewustzijn zelf alles wat aanwezig is tussen twee momenten waarop de geest verschijnt. Echter, zoals het egale scherm - de achtergrond en werkelijkheid van de film - zelf niet als object in de film verschijm, zo kan de ervaring van je bewust zijn nooit ervaren worden door of verschijnen in de geest, ook al vormt hij de achtergrond en werkelijkheid van de geese zel£

·

Zoals het scherm heel even zichtbaar is tussen twee film­ beeldjes maar tevens aanwezig blijft gedurende de hele film, ook al lijkt het door de film verhuld te worden, zo is de

De ervaring van je bewust zijn is een unieke ervaring. Alle andere ervaringen - alle gedachten, gevoelens, gewaarwor­ dingen en waarnemingen - bezitten een of andere vorm of objectieve eigenschap. Maar de simpele ervaring van je bewust zijn is weliswaar een niet te ontkennen ervaring, maar hij bezit geen objectieve eigenschappen. Het is een niet-objectieve ervaring. Omdat hij geen vorm bezit, dus niet-objectief is, lijkt de ervaring van je bewust zijn, of bewustzijn zelf, niets te zijn vanuit het gezichtspum van de geese, die alleen de objectieve ervaring kan kennen, dat wil zeggen, gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waar­ nemingen. Daarom wordt hij meestal over het hoofd gezien of genegeerd. De ervaring van je bewust zijn dat je je bewust bent kan uitgelokt warden door de gedachce 'Ben ik me bewust?', maar wordt voelbaar tussen die gedachte en het antwoord

niet-objectieve ervaring van je bewust zijn niet alleen aan­ wezig tussen twee gedachten of waarnemingen, maar blijft hij voortdurend aanwezig als hun achtergrond en werke­ lijkheid, ook al wordt hij erdoor verhuld. Je bewust zijn, of bewustzijn zelf, is de alcijd aanwezige, van zichzelf bewuste achtergrond waarop iedere ervaring ver­ schijnt. Je bewust zijn staat in verhouding tot de ervaring als een van zichzelf bewust scherm in verhouding staat tot een film. Bewustzijn is de wezenlijke, onherleidbare aard van de geest als alle objeccieve vorm of inhoud afwezig is, zoals het scherm de wezenlijke, onherleidbare aard van de film vormt als alle beelden zijn verdwenen. Iedere ervaring is een spel van de geest, en de geest - dat wil zeggen, denken, voelen, gewaarworden en waarnemen - is een zelfinkleuring van bewustzijn, net zoals de film een inkleuring van het scherm is. Ervaringen zijn modulaties of

133


activiteiten van bewustzijn, zoals de film beschouwd kan

zijn - zuiver, ondeelbaar en oneindig omdat het niets in

warden als de modulatie of activiteit van het scherm. Als de

zich aanwezig weet behalve zichzelf waarmee het zichzelf

geest ophoudt komt er geen entiteit aan zijn eind; bewust­

zou kunnen inkleuren, verdelen of beperken. Omdat het

zijn houdt dan alleen maar op zichzelf in te kleuren met

ondeelbaar is, bestaat er slechts een bewustzijnslicht.

zijn eigen activiteit en valt terug in zijn wezenlijke, niet ingekleurde toestand. Op dezelfde manier begint of ont­

In de vorm van de geest kan bewustzijn zijn eigen wezen­ lijke, niet ingekleurde toestand niet kennen, zoals het ook

staat er niets als de activiteit van de geest begint.

onmogelijk is om een witte bladzijde door een gekleurde De geest is geen

entiteit die

zich onderscheidt van bewust­

lens te zien. In de leemte tussen twee gedachten, 'wordt'

zijn; hij heeft geen status of bestaan van zichzelf. In feite

bewustzijn zich echter bewust ·van zichzelf. Het herkent

bestaat er niet zoiets als een 'geest', net zoals er niet zoiets

zichzelf, of kent dan weer iets wat het altijd gekend heeft -

bestaat als een 'film' met een eigen bestaan dat lossraac van

of liever gezegd eeuwig kent - maar leek te vergeten toen

de bewegi,ng, de activiteit of het

het zichzelf inkleurde in de vorm van objectieve ervaringen.

het scherm. De geest is

fonctioneren

van bewustzijn. Bewustzijn zelf, of de niet

objectieve ervaring van je bewust zijn, is de wezenlijke,

Bewustzijn houdt nooit op zijn eigen wezenlijke, ohher­

onherleidbare essentie van de geest, zoals het scherm

leidbare 'zelf ' te zijn. Het lijkt alleen maar iets anders te

beschouwd kan worden als het wezenlijke, permanente

warden - een eindige geest - als het zichzelf inkleurt met

element van de film. In feite vormt bewustzijn niet slechts

de activiteit van het denken, gewaarworden en waarnemen

de achtergrond van de geest; het is

a/Les wat de geest is.

De

en daardoor zijn wezenlijke, ongeconditioneerde aard voor

geest is een tijdelijke beperking van onbeperkt bewustzijn,

zichzelf verhult. Alles wat er tussen twee gedachten of waar­

dat zelf alles is wac ooit werkelijk bestaat.

nemingen bestaat is de ervaring van je bewust zijn, of

De vraag 'Ben ik me bewust?' en het antwoord 'ja' zijn

kent of opnieuw kent in die tijdloze leemte. Er is dan geen

gedachten. Als zodanig vormen ze de geest, of de zelf­

andere entiteit aanwezig. De aard van bewustzijn is zich

inkleuring van bewustzijn. Tussen die twee gedachten houdt

bewust zijn, en alleen al door zich bewust te zijn is het zich

bewustzijn niet op te bestaan, net zo min als het scherm,

bewust van zichzelf. Her is zich vanzelf van zichzelf bewust.

bewustzijn zelf. Daarom is het bewustzijn dat zichzelf her­

relatief gesproken, ophoudt te bestaan tussen twee film­ beeldjes in. De oorspronkelijke, wezenlijke, onherleidbare

Dar is waarom Balyani zei: "Ik kende mijn Heer door mijn

essenrie ervan wordt dan gewoon zichtbaar. Ze houdt op

Heer." Beweren dat Gods oneindige bestaan gekend wordt

zichzelf te verhullen met de activiteit van de geest en is dan

door iets anders dan zichzelf is de allergrootste godslaste­

naakt. Ze kent dan gewoon haar eigen ongeconditioneerde

ring. Het betekenr dat er een tweede entiteit naar voren

en wezenlijke aard van zuiver, ondeelbaar, oneindig bewust

wordt geschoven, een zelf dat losstaat van Gods oneindige

l34

l35


wezen, een eindig bewustzijn dat losstaat van oneindig

tijdelijk, eindig bewustzijn zijn, dan wordt de liefde, de

bewustzijn. Zoals Balyani zei: "Niernand anders dan Hij

kennis van ons een-zijn met alle wezens, verhuld. Orn die

kent Hern."

reden verlangen alle ogenschijnlijk afZonderlijke zelven boven alles naar liefde. Ons verlangen naar liefde kornt voort uit het aanvoelen van ons gedeelde zijn. Het is het verlangen, dat zich bevindt in de harten van alle ogen­

De prirnaire en fundarnemele kennis van bewustzijn is het

schijnlijk afZonderlijke zelven, orn bevrijd te worden van

kennen van zijn eigen zijn, het bewustzijn van zijn eigen

hun afZonderlijkheid en teruggebracht te worden tot hun

bestaan. Het kent zichzelf voordat het iets anders kent. In

oorspronkelijke heelheid of eenheid. Liefde is de ervaring

feite kan bewustzijn zich niet

niet bewust zijn van zichzelf,

van die eenheid van zijn. In die �in is liefde Gods aanwezig­

ook al is het bewustzijn van zichzelf verhuld als het zichzelf

heid in het hart. Oat is de reden waarom mensen herken­

inkleurt in de vorrn van de geest en als zodanig iets anders

nen dat liefde de totale betekenis en het volledige doe! van

lijkt te kennen dan zijn eigen zijn. Iedere geest verschijnt in

het leven is.

en is een zelfinkleuring van hetzelfde eeuwige, oneindige licht van zuiver kennen. Het 'ik' in ieder van ons is het­

Iedere geest heeft toegang tot zijn eigen oneindige werke­

zelfde 'ik' dat zichzelf rnoduleert in en als ogenschijnlijk

lijkheid door de sirnpele ervaring van je bewust zijn of het

afZonderlijke geesten, rnaar in werkelijkheid hetzelfde

weten 'ik hen'. De ervaring van je bewust zi jn of het weten

ondeelbare, van zichzelf bewuste wezen is.

'ik ben' is Gods handtekening in de geest. Je bewust zijn dat je je bewust bent is daarrnee de toegangspoort, het instru­

Het weten 'ik ben' dat in iedere geest straalt en aanwezig

ment en tegelijkertijd het doel van de zoektocht van de

blijft in iedere ervaring is hetzelfde licht van zuiver kennen,

geest naar de absolute waarheid.

weerspiegeld in een ogenschijnlijke veelheid en diversiteit aan geesten. Zoals de ruirnte in ieder gebouw dezelfde

De ervaring van je bewust zijn - de essentie van de geest -

onbegrensde ruirnte is, ogenschijnlijk verdeeld in een veel­

of het gevoel 'ik ben' - Gods aanwezigheid in ons hart -

heid en diversiteit aan ruirnten van verschillende vorm en

is daarorn niet alleen de basis van geluk of vervulling in

grootte, zo is het kennen dat in iedere geest straalt hetzelfde

individuen, rnaar zelfs de ultierne bron van vrede voor

kennen, slechts ogenschijnlijk verdeeld in een veelheid en

gerneenschappen en landen. Op de Directe Weg vinden de

diversiteit aan geesten door de weerspiegeling ervan in

twee wegen van kennis en devotie elkaar dus uiteindelijk:

talloze licharnen.

ze vloeien sarnen en zijn dan niet rneer van elkaar te onder­ scheiden.

Als we ons onbegrensde zijn eenrnaal over het hoofd hebben gezien en als gevolg daarvan geloven en voelen dat we een

137


Bewustzijns kennen van zijn eigen zijn is de eenvoudigste,

In onze cultuur koesteren we vooral waardering voor objecten,

duidelijkste, meest intieme en gewone ervaring die er is -

geestestoestanden, ideeen, overtuigingen, meningen, gevoe­

een ervaring die alle mensen met elkaar delen. In feite is her

lens en relaties. We schenken onze aandacht zo exclusief

geen ervaring die een persoon heefi:. Bewustzijn is het erva­

aan objectieve kennis dat onze primaire ervaring - de sub­

rende element in iedere ervaring. Het is bewustzijn dat de

jectieve kennis van 'ik', bewustzijns kennis van zichzelf, of de

ervaring heeft van je bewust zijn, dat wil zeggen, her is

simpele ervaring van je bewust zijn - in de meeste gevallen

bewustzijn dat zichzelf kent in ieder van ons. Het simpele

over het hoofd gezien of genegeerd wordt.

kennen van ons eigen zijn - het kennen van zichzelf in ieder van ons - straalt in de geest als het weten 'ik ben' of

Hoe wordt een ervaring gekend? Met wat kennen we onze

'ik ben me bewust', en in onze gevoelens als de ervaring van

ervaring? Hoe weten we dat we bestaan? Is her niet heel

vrede, geluk of liefde.

vreemd dat, ondanks het feit dat alles wat gekend wordt of

Maar omdat dat kennen van ons eigen zijn geen objectieve

kennen zelf, de ervaring van je bewust zijn, bijna volledig

eigenschappen heeft kan het niet geregistreerd worden door

genegeerd wordt door onze cultuur en dat de aard ervan

de object-kennende geest. Sterker nog, de aanwezigheid

zelden onderzocht wordt? Orn zulke vragen uit ervaring te

zou kunnen worden her kennen van de ervaring is, her

van de geest lijkt her te verhullen of te voorkomen dat het

kunnen beantwoorden moeten we 'naar' het kennen

gekend wordt, zodat het meesral over het hoofd gezien of

'toegaan' waarmee iedere ervaring gekend wordt; moeten

genegeerd wordt.

we 'naar' datgene 'toegaan' war zich bewust is van onze ervaring. We moeten ons bewust worden van de ervaring

Zeggen dat de geest het kennen van ons wezenlijke, onher­

van je bewust zijn. Bewustzijn moet zich bewust worden

leidbare zijn lijkt re verhullen of te voorkomen wil niet

van zichzelf.

zeggen dat de geest een enriceit op zichzelf is die iets kan verhullen. De geest is voor bewustzijn war een beeld is voor

In feite wordt bewusrzijn zich niet bewust van zichzelf; her

een scherm: gewoon een modulatie ervan. Her is het scherm

houdt alleen maar op de vorm van de eindige geest aan te

zelf dat de vorm aanneemt van het beeld waardoor het ver­

nemen waarin het her licht van zijn kennen of aandacht op

huld lijkt te worden. Op dezelfde manier is het bewustzijn

een object of toestand richt. Als gevolg daarvan 'keert her

dat, doordat het vibreert binnen zichzelf, de vorm aan­

rerug naar zichzel f ' en herkent het zijn eigen altijd aan­

neemt van de eindige geese, en vanuit het gezichtspunt van

wezige zijn. In feite is bewustzijn zich altijd bewust van zijn

de geest lijkt het vervolgens verhuld of gemist te worden.

eigen zijn, maar die kennis wordt tijdelijk verhuld, vergeten

Met andere woorden, bewustzijn lijkt zich voor zichzelf re

of overschaduwd als bewustzijn de vorm aanneemt van de

verhullen met zijn eigen creativireit. Bewustzijn lijkt zich­

geest en als zodanig zijn aandacht op objecten richt.

zelf te verliezen in de vormen die het aanneemt.

139


Als bewustzijn zijn aandacht niet langer op objecten richt,

Oat is echter alleen waar vanuit het gezichtspunt van de

kan en hoeft het zijn aandacht niet op zichzelf te richten,

geest, die gelooft dat objecten echte dingen op zichzelf zijn,

want bewustzijn zelf is de bron van de aandacht. Bewustzijn

gemaakt van spul genaamd 'materie'. Vanuit zo'n gezichts­

hoeft alleen maar te verschijnen in de vorm van de geest of

punt is bewustzijn leeg, zonder inhoud, geen-ding of niets.

aandacht om iets te kunnen kennen dat verschilt van zich­

Vanuit zijn eigen gezichtspunt - het enige echte gezichts­

zelf. Orn zichzelf te kunnen kennen hoeft bewustzijn niet

punt, ook al is her geen gezichcs'punt' - is bewustzijn niet

de vorm van de eindige geese of aandacht aan te nemen en

niets, noch is het iets. 'Niets' en 'iets' behoren beide tot de

zich als zodanig op zichzelf te richten, net zoals de zon zijn

geese, want beide ontlenen hun betekenis aan de aanname

licht niet in een bepaalde richting hoeft te laten schijnen

van onafhankelijk bestaande 'di�gen'.

om zichzelf te verlichten.

De eindige geese kan alleen een begrensd object kennen Als bewustzijn zijn aandacht uit de .objectieve ervaring

ie�s met begrensde, objectieve eigenschappen, zoals een

terugtrekt, begint zijn kennen terug te vallen in zichzelf, en

gedachce, gevoel, gewaarwording of waarneming - ook al

tijdens dat proces wordt het in toenemende mate bevrijd

bescaac hij zelf uit onbegrensd bewusrzijn. De geese kan

van de beperkingen die het verwerft als het de vorm van de

niet eens aan bewustzijn denken, want bewusrzijn heeft

eindige geest aanneemt. Als bewustzijn niet langer ver­

geen objectieve eigenschappen en de geese kan alleen

schijnt in de vorm van de geest of aandacht wordt het als

iets objecciefs denken. Als de geese aan bewustzijn probeert

aan

het ware onthuld en kent of herkent het gewoon alleen zijn

te denken, zal hij zich of een oningevuld, leeg object of lege

eigen zijn. Bewustz.ijn verschijnt in de vorm van de geese

coestand voorstellen, of, geconfronteerd met de onmoge­

om het lichaam en de wereld te kunnen kennen, maar om

lijkheid van de taak, aan zijn einde komen.

zichzelf te kunnen kennen hoeft her alleen maar te rusten in en als zichzelf; hoeft het alleen maar zichzelf te zijn.

In feice komc de geest clan niet aan zijn einde, want de geest is geen entiteit op zichzelf die ergens begint en eindigt. Als gezegd wordt dat de geest aan zijn einde komc, wordt er bedoeld dat bewustzijn ophoudt met vibreren binnen zich­

Voordat er sprake is van enige manifestatie blijft bewustzijn

zelf en terugkeert naar zijn oorspronkelijke, objectloze,

bewegingloos en alleen, en kent her alleen zijn eigen eeuwige,

'bewegingloze' toestand. Alles wat er ten einde komt als de

oneindige zijn. Bewustzijn kent zichzelf niet als object zoals

geese wgenaamd aan zijn eind komt is de activiteit van

de geese objecten lijkt te kennen. Daarom wordc over

bewusrzijn, die bewustzijn uit zichzelf onderneemc om de

bewusczijns kennen van zijn eigen eeuwige, oneindige zijn

vorm van de eindige geese aan re kunnen nemen en als

gezegd dat het 'leeg' of 'zonder inhoud' is.

zodanig aan zichzelf te verschijnen als de wereld.


We mogen zelfs nier eens zeggen dat bewustzijn naar zijn oorspronkelijke toestand 'terugkeert', net zomin als we kunnen zeggen dar her scherm naar zijn oorspronkelijke toestand terugkeerr als de film eindigt. Bewustzijn bevindt zich altijd in zijn oorspronkelijke toestand. Het is alleen maar vanuit het gezichtspunt van de eindige geest - de activiteit die bewustzijn onderneemt om zijn oneindige mogelijkheden te manifesteren in de vorm van objectieve ervaringen - dat bewustzijn zich niet langer in zijn oorspronkelijke toestand lijkt te bevinden en een object, ander of wereld lijkt te worden. Vanuit zijn eigen gezichtspunt wordt bewustzijn nooit iets anders dan zichzelf of houdr het op alleen zichzelf te zijn. In relatie tot de materialisrische overtuiging dar lichaam en wereld uit iets bestaan dat compact, materieel en 'vol' is, is het gerechtvaardigd om te zeggen dar bewusrzijn niet mate­ rieel is, dat her 'leeg' is van de compacte substantie waaruit objecten zogenaamd bestaan. Die bewering begint echter bij het idee van materie en zoekt zichzelf dan een weg naar bewustzijn, in plaats van te beginnen bij bewustzijn en daar ook bij te blijven. Bewustzijn is de enige plek van waaruit je mag vertrekken, want bewustzijn is het primaire en feite­

is om dualisrische ervaringen te beschrijven - dat wil zeggen, de ogenschijnlijke subject-objecrrelatie waarin een innerlijk zelf, dat besraat uit de geest, een object, ander of wereld van buitenaf zou kennen - en dus moeten we een concessie doen en zo'n taal zo vaardig mogelijk inzetten om te ver­ wijzen naar een ervaring die uiteindelijk niet te beschrijven valt. De ironie is dat de geest die de werkelijkheid tracht te beschrijven op dat moment precies de dualiteit creeert waaraan hij probeert te ontsnappen. De geesr kan de werke­ lijkheid die hij zoekt nooit vinden, laat sraan beschrijven, want hij is zelf nu juisr de activiteit die de werkelijkheid lijkt te verdelen in een veelheid en diversiteit aan objecten en zelven, ieder met hun eigen naam en vorm die in raal beschreven kan worden. Je kunt je vervolgens afvragen hoe legiriem een boek als dit dan eigenlijk is, of welke poging dan ook om de werkelijk­ heid van de ervaring te benaderen en te beschrijven, en van­ uit een absoluut gezichtspunt is zo'n bezwaar ook redelijk. In feite vormen alle vaardige manieren om dat te doen die door de religieuze en spirituele tradities voorgeschreven

lijk ook het enige element dat aanwezig is in de ervaring.

warden door mededogen ingegeven concessies aan de geest

In werkelijkheid is bewustzijn vol noch leeg. Het idee dat

tocht nu gevoeld wordt als her verlangen naar kennis en

bewustzijn leeg is, is een doom die gebruikt wordt om een andere doom mee te verwijderen: het idee dat het een bij­ product van materie is en de grenzen en bestemming ervan deelt. Bewustzijn ligt voorbij of gaat vooraf aan zowel vol­ heid als leegte, en er kan door de geest geen concept van gemaakt worden. We gebruiken echter taal die ontworpen

die op zoek is naar zijn eigen werkelijkheid, of die zoek­ inzicht, het verlangen naar vrede, geluk en liefde, of devotie voor Gods oneindige wezen. De geest die die dingen onderzoekt is als een mot die op zoek is naar een vlam. De root wordt aangetrokken door het licht van de vlam, zoals de geest aangetrokken wordt


door de aantrekkingskracht van zijn bron en wezen. Als de mot echter naderbij komt, wordt de vlam steeds heter en begint de mot eromheen te dansen rerwijl hij zowel aan­ gerrokken als afgestoten wordr door de hirte en aanvoelt

HOOFDSTUK

8

dat hij zal sterven en regelijkerrijd zijn harrenwens in ver­ vulling zal zien gaan.

De kern van meditatie

Oat is het spel van liefde en weerstand waarmee het afzon­ derlijke zelf zijn ware natuur zoekt en waarmee het er weer­ srand tegen biedt, terwijl het aanvoelt dat alles waar het werkelijk naar verlangt daar te vinden is, en het tegelijker­ tijd weet dat her erin moet verdwijnen om het te kunnen ervaren. Zoals de soefimysticus en dichter Rumi zei: "In de aanwezigheid van jouw liefde besta ik niet !anger." Even waardevol is alle spirituele onderricht en iedere spiri­

M

editatie is geen activiteit die wordt ondernomen door de geest. Het is j uist het regenovergestelde van een

geestesactiviceir. Bewustzijn moet verschijnen in of de vorm

tuele praktijk die de geese onverbiddelijk in de richting van

aannemen van de geest om de objectieve ervaring te kunnen

zijn innerlijke bran en werkelijkheid stuurt, cotdat de geese

kennen, maar om zijn eigen bestaan te kunnen kennen

op een bepaald moment zijn beperkingen verliest en zicht­

hoeft het niet de vorm van de geest aan te nemen. Sterker

baar wordt als de werkelijkheid waarnaar hij op zoek was.

nog, het kan zijn eigen bestaan niet kennen in de vorm van de geese.

Orn zijn eigen bestaan te kunnen kennen zoals het is, hoeft bewustzijn alleen maar te rusten in en als zichzelf. Oat wil zeggen, het hoeft alleen maar zichzelf te zijn. Maar bewusr­ zijn is al zichzelf; het hoeft nergens heen of iecs re doen om zichzelf re zijn en daardoor re kennen, net zoals de zon niet ergens heen hoeft of iets hoeft te doen om zichzelf te ver­ lichten. Meditatie is geen activiteit van de geese, maar een ont­ spannen, oplossen of wegzinken van de geest in zijn oor-

144

14 5


spronkelijke, ongeconditioneerde, ongeboren wezen. De geest is echter geen entiteit die kan omspannen, oplossen of wegzinken in zijn wezen zoals de zon wegzinkt in de weste­ lijke hemel. De geest is de activiteit die bewustzijn zelf uit vrije wil onderneemt om zijn oneindige mogelijkheden te verwezenlijken en te kennen. De enige entiteit - als we het al een emiteit kunnen noemen - die in de geest aanwezig is, is dus bewustzijn zel£ Als dus gezegd wordt dat meditatie een ontspannen van de geest in zijn wezen is, dan wordt daarmee bedoeld dat in meditatie de activiteit van bewustzijn, de geest, geleidelijk aan afneemt. De geest is bewustzijn i� beweging; bewust­ zijn is de geest in rust. In die omspanning wordt de geest in de meeste gevallen geleidelijk, maar soms plotseling bevrijd van zijn verzamelde conditioneringen, wordt zijn wezen­ lijke aard van zuiver bewustzijn blootgelegd en kent hij zijn eigen onbegrensde bestaan. Bewustzijn is de simpele ervaring van je bewust zijn, of bewust bestaan. Het is onze wezenlijke, onherleidbare, ondeelbare aard. Iedere objectieve ervaring kan uit bewust­ zijn verdwijnen, maar bewustzijn kan nooit uit zichzelf

In feite kennen of ervaren we nooit losse objecten genaamd gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en gewaarwor­ dingen die een eigen bestaan leiden dat onafhankelijk is van bewustzijn of kennen; we kennen alleen denken, voelen, gewaarworden en waarnemen. Oat wil zeggen, we kennen alleen ervaren, en alle ervaren is een modulatie van het kennen waarmee het gekend wordt en waaruit het bestaat. Het is niet zo dat gedachten, gevoelens, gewaar­ wordingen en waarnemingen v�rschijnen en verdwijnen in bewustzijn, als wolken aan de hemel. Het zijn zelfmodula­ ties van bewustzijn, net zoals een beeld een modulatie is van hec scherm maar nooit als onafhankelijke en afzonder­ lijke emiteit bestaat of 'losstaat van' het scherm. De geest is de activiteit waarin bewustzijn zich manifesteert en de objectieve ervaring kent. Meditatie is een ontspannen van die activiteit waardoor bewustzijn, zijn wezenlijke werkelijkheid, alleen overblijft in zijn oorspronkelijke, naakce, niet ingekleurde, ongemoduleerde toestand als zuiver, lichtend, leeg kennen. Meditatie is die lichtende, open, lege, ruimteachcige aanwezigheid van bewustzijn bewust zijn en zijn eigen bewusce zijn kennen.

verdwijnen. Oat betekent niet dat gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen op dezelfde manier uit bewusczijn kunnen verdwijnen als fysieke objecten, relatief gesproken, kunnen verdwijnen uit de ruimte van een kamer, oak al is het redelijk om dat in de eerste fasen van dit onderzoek wel te zeggen. Die formulering kan dienen om de aanwezigheid en het primaatschap van bewustzijn vast te stellen, maar als dat eenmaal gebeurd is, moet ze, net als alle andere formuleringen, weer losgelaten warden.

Bewusczijn is zich bewust van zichzelf. Hee kent zichzelf door simpelweg zichzelf te zijn. Daarom heeft bewustzijn geen speciale activiteit nodig om zich van zichzelf bewust te zijn zoals het is. In feite moet de activiteit van de geest ophouden, want de activiteit van de geest is de vorm waarin bewustzijn aan zichzelf verschijnt als iets anders dan zichzelf, dat wil zeggen, als de objectieve ervaring.

147


De geest die een speciale activiteit genaamd 'meditatie' pro­

herkennen, moer juisr de geest wiens aandacht op de lege

beert te ondernemen, zoals het richten van zijn aandacht

ruimte gevestigd wordt uit elkaar vallen. Met andere

op een subtiel object of het beheersen van de ademhaling,

woorden, hij of zij moet niet langer als afZonderlijke figuur

om rot herkenning van zijn wezenlijke aard te komen, is als

blijven bestaan.

een figuur in een film die over de wereld reist op zoek naar het scherm. Het scherm verschijnt nooit als object in de film, ook al bestaan alle objecten alleen maar uit het scherm.

Op dezelfde manier verschijnt zuiver bewustzijn nooit als een ervaring in of van de geest, ook al is het gevoel van 'er zijn' of her weten 'ik ben' een aanwijzing in de geest voor

Als concessie aan de figuur in de film die op zoek is naar het

bewustzijns aanwezigheid. Als de geest aandacht schenkt

scherm kunnen we echter zijn of haar aandacht vestigen op

aan

een subtiel object als de fysieke ruimte om hem of haar

zijn fixatie op de objectieve ervaring zich en begint die op

heen. De lege ruimte die de figuur e�aart verraadt iers in

te lossen in de bron en het wezen ervan.

het gevoel er te zijn of het weten 'ik ben', dan ontspant

zijn of haar driedimensionale wereld over de werkelijkheid van de ervaring, het tweedimensionale scherm.

Het gevoel er te zijn of het weten 'ik ben' is de laatste grens van de geest als die op zoek gaat naar zijn bron, en de eerste

We zouden kunnen zeggen dat de lege ruimte waarin de

grens die bewustzijn passeert als hij de objectieve ervaring

ervaring van de figuur lijkt te verschijnen de eerste vorm

manifesteert. Daarom noemde Jiddu Krishnamurti het "de

van het scherm in zijn of haar wereld is. Het tweedimensi­

eerste en laatste vrijheid". Bewustzijn verliest zijn laatste

onale scherm verschijnt als driedimensionale ruimte in zijn

vrijheid als het door de poort 'ik ben' gaat en neemt dan de

of haar wereld als gevolg van de beperkingen van de geest.

vorm aan van de eindige geest, en de eindige geest wint zijn

De lege fysieke ruimte is dus als het ware een plaatsver­

eerste vrijheid als hij in tegenovergestelde richting door die­

vanger voor de aanwezigheid van het scherm. Het is nog

zelfde poorr gaat op de terugweg naar oneindig bewustzijn.

steeds een object in zijn of haar wereld, maar het is een leeg

Orn zijn wezenlijke werkelijkheid te kunnen herkennen

object dat de aanwezigheid van het schermt nabootst. Als

moet de geest dus ophouden geest te zijn. De geest kan

de figuur aandacht schenkt aan die lege ruimte zal zijn of

bewustzijn niet kennen, ook al bestaat hij eruit. Alleen

haar fixatie op objecten ontspannen en zal de geest open en

bewustzijn kan bewustzijn kennen.

ontvankelijk zijn voor een intu"itie van het scherm. De figuur in de film kan nooit beseffen dat hij of zij het scherm is, want het is zijn of haar identiteit als beperkte

Het weten 'ik ben' biedt de geest toegang tot de absolute

figuur die zelf voor de onzichtbaarheid van het scherm

kennis die achter al zijn relatieve kennis en ervaring ligt en

zorgt. Orn zijn of haar identiteit als her scherm te kunnen

er de ultieme werkelijkheid van vormt. Tennyson verwijst

149


naar de zoektocht naar die kennis als hij spreekt over

veld van oneindig bewustzijn zelf Vanuit her perspectief

"hunkeren van verlangen om de kennis re volgen als een

van bewustzijn bestaan alleen hijzelf en zijn modificacies in

dalende ster, voorbij de uiterste grens van her menselijk

de vorm van de geest, maar nooit zijn eigen afwezigheid,

denken".

noch de aanwezigheid van welke andere, onafhankelijk

Her omkeren van de geest in de richting van zijn bron van

het ware non-duale onderrichr gelegd op het herkennen

opererende entiteir dan ook. Daarom wordr de nadruk in zuiver bewustzijn kan teweeggebracht worden door een

van de aard van de werkelijkheid in plaats van op her

vraag te stellen als 'Ben ik me bewust?' of'Wie ben ik?' Orn

omgaan met of kwijtraken van een afzonderlijk zelf en het

her antwoord op die vragen te vinden moet de geest op

bijbehorende lijden.

zoek gaan naar de simpele ervaring van je bewust zijn. Als zodanig lokt de vraag'Ben ik me bewusr?' of 'Wie ben ik?'

Het voorstel om de aandacht om te keren of je ware natuur

de geest "als een dalende stet" weg van zijn gebruikelijke

re onderzoeken wordt dus gedaan als concessie aan de geesr

kennis- en ervaringsobjecten - "de grenzen van het mense­

die het gevoel heeft dat hij zich op afstand bevindr van en

lijk denken" - en trekt ze hem naar zijn subjectieve bron

anders is dan zijn bron van zuiver bewustzijn. Voor een

toe, de transparante, lichtgevende, niet-objectieve ervaring

geest die gewend is her licht van zijn kennen te richten op

van je bewust zijn of zuiver bewustzijn zel£

objecten zal her voorstel om zijn kennen op zichzelf re gaan

De geest hoeft echrer nergens heen of zelfs maar iets te

zoals iemand die gewend is zijn vuist dicht te knijpen aan­

doen om her uit elkaar vallen van zichzelf te bewerkstel­

vankelijk een inspanning lijkt te moeten doen om hem

ligen. Er zit geen afsrand russen de geesr en bewustzijn,

weer open te maken. Later zal duidelijk worden dat her

richten aanvankelijk om een inspanning lijken re vragen,

zoals er ook geen afsrand zit russen de figuur in de film en

openen van de vuist geen nieuwe inspanning vergde, maar

her scherm. De figuur in de film is alleen een entiteit op

veeleer her loslaten van een eerdere inspanning die zo' n

zichzelf vanuit zijn of haar eigen beperkte en uireindelijk

gewoonte was geworden dat hij niet meer als zodanig werd

denkbeeldige perspectief Vanuir her perspectief van het

opgemerkt.

scherm dat zich van zichzelf bewust is, is het zelf de enige entiteit die er bestaat. Op dezelfde manier is de geesr alleen

Op dezelfde manier zal het later pas duidelijk worden dat

een onafhankelijk opererende entiteit vanuit zijn eigen

bewust de aanwezigheid van bewustzijn zijn onze natuur­

beperkte gezichtspunt.

lijke toestand is - dat wil zeggen, de natuurlijke roestand van bewustzijn - en dat we daarom geen inspanning

In werkelijkheid besraat er niet iets als 'een geest'. War

kunnen doen om het te

normaal als de geest beschouwd wordt is een tijdelijke,

ervan verwijderen. In feite vergen alle acciviteiten van de

zelfopgelegde beperking en lokalisatie van het ondeelbare

geese een meer of minder subtiele inspanning, een denk- of

zijn. Iedere inspanning zou ons


waarnemingsacnv1te1t. Het beperkte bewustzijn dat we

onherleidbare en wezenlijke toestand van de geest, of,

kennen als de geest, en het ogenschijnlijk afzonderlijke zelf

religieuze taal, Gods oneindige wezen.

m

of ego waarop die gebaseerd is, is een acriviteit in plaats van een entiteit. Meditatie is wat we zijn, niet wat we doen; het

Hoe meer de geest gei:nteresseerd raakt in zijn eigen wezen­

afzonderlijke zelf is wat we doen, niet wat we zijn.

lijke aard van zuiver, objectloos bewustzijn, hoe dieper hij

In bijna alle gevallen lost de geest niet onmiddellijk op in zijn bran; het is een geleidelijk proces waarin de geest zich

uit tot een intense liefde. Niets is nog interessanter en lief­ lijker dan het kennen van de aard van datgene waarmee alle

richc op het kennen waarmee hij zijn kennis en ervaring

dingen gekend warden. In feite kan de geest niet weten wat

kent en, door dat te doen, steeds verder wegzinkt in de sim­

iets werkelijk is tot hij de aard �an het kennen kent waar­

er ingetrokken wordt, en op den duur groeit die interesse

pele ervaring van je bewust zijn of bewustzijn zelf. Zoals

mee hij zijn kennis en ervaring kent, dat wil zeggen, tot hij

Rumi zei: "Scroom verder en verder en verder, in steeds wij­

de aard van zichzelf kent.

der wordende kringen van zijn." Als de geest verder en verder stroomt en steeds dieper wegzinkt in zijn eigen wezen - de simpele ervaring van je

De vraag 'Ben ik me bewust?'- of welke andere vergelijkbare

bewust zijn of bewustzijn zelf- raakc hij geleidelijk aan zijn

vraag dan ook, zoals 'Wie of wat ben ik?', 'Wat is het dat

inkleuring of conditionering kwijt en wordt hij steeds

mijn ervaring kent of zich ervan bewust is?', 'Waar komen

transparanter en lichtgevender. Zuiver bewustzijn zelf is

gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen

volkomen transparant; het heeft geen vorm, kleur of objec­

vandaan?' of 'Welk element van mijn ervaring verdwijnt

tieve eigenschappen en kent in die zin geen grenzen. Zuiver

nooit?' - is een unieke vraag, want anders dan vragen die de

bewusrzijn- de wezenlijke, onherleidbare aard van de geest

geest meenemen op een objectieve ontdekkingsreis 'naar

- is, in zijn eigen ervaring van zichzelf, dus eeuwig en

buiten', neemt hij de geest mee op een objectloze reis waar­

oneindig.

in het kennen waarmee de geest de objectieve ervaring gewoonlijk kent 'naar binnen' of 'naar het zelf wordt

Als de eindige geest wegzinkt in zijn oneindige wezen ver­

getrokken, naar zijn eigen wezenlijke, nier-ingekleurde

liest hij geleidelijk aan zijn inkleuring of conditionering, als

werkelijkheid.

een beeld dat vervaagt op een scherm, en verliest hij zijn beperkingen. In het procesloze proces van meditatie wordt

Als de geest naar binnen reist, verliest in de meeste gevallen

de geest, zoals Rumi aangeeft, steeds "wijder" tot hij al zijn

zijn wezenlijke eigenschap van zuiver kennen geleidelijk

grenzen kwijtraakt en zich laat zien als lichtgevend, leeg

aan zijn kleuring. Zoals het langzaam vervagende beeld het

bewustzijn zelf, de oorspronkelijke, naakte, ongeboren,

scherm zichtbaar lijkt te ma.ken, dat in feite altijd duidelijk

152.


zichtbaar was, zo houdt de wezenlijke aard van de geese op zichzelf te verhullen in de vorm van de objectieve ervaring

wezen van meditatie en het meest heilige gebed. Daarom zei Rumi: "Ik zocht naar mezelf en vond slechts God; ik

en wordt hij zichtbaar voor zichzelf als zuiver, objeccloos,

zocht naar God en vond slechts mezel£"

oneindig bewustzijn. De geese herkenc dan zijn eigen aard: oorspronkelijke geese, zuiver bewusczijn, oneindig gewaar­ ztJn.

Alie kennis die niet gebaseerd is op de herkenning door de geese van zijn eigen wezen van oneindig, ondeelbaar bewustzijn zal onvermijdelijk de conditionering, en daar­

De vraag 'Ben ik me bewust?' of 'Wie ben ik?' biedt toe­

mee de beperkingen van de eindige geese bevaccen waarmee

gang tot de hoogste intelligencie waartoe de geese in staat is.

hij gekend wordt, en zal daarom altijd onderhevig zijn aan

Hee is de ultieme gedachte. De geese kan niet verder gaan

verandering en twijfel. Als zodinig zal die kennis op zijn

dan dat; het is de meest verafgelegen kustlijn van het

best alleen relatief waar zijn. Bewustzijns kennen van zijn

kennen. Daarom zei Shantananda Saraswati, de voormalige

eigen, eeuwige, oneindige wezen is de enige absolute kennis,

Shankaracharya van Noord-India: "Echte denkers denken

want hec is de enige kennis die niet relatief is ten opzichte

niet." Oat wil zeggen, een geest die de absolute waarheid

van en beperkt door de conditionering van de eindige geese.

wil achterhalen of een hart dac verlangt naar onvoorwaar­

Hee is de enige kennis die te alien tijde absoluut waar is,

delijke liefde zal zichzelf uiteindelijk ombrengen.

overal, voor alle mensen en onder alle omstandigheden.

Wac die heilige vraag in ieders geese uitlokc varieert van

Een werkelijk beschaafde cultuur is er een waarin alle

individu tot individu, maar vroeg of laat moet de zoektocht

cakken van kennis - policiek, psychologie, geneeskunde,

naar kennis of liefde uitmonden in die vraag. 'Ben ik me

nacuurwetenschap, sociologie, economic, filosofi.e, kunst

bewust?', 'Wie ben ik?', 'Wat is de aard van het kennen

en religie - gebaseerd zijn op de herkenning van de eeuwige,

waarmee de ervaring gekend wordt?', 'Waar komt de geese

oneindige aard van bewustzijn, de ultieme werkelijkheid

vandaan?', 'Hoe weet ik dat ik me bewust ben?' - al dat

van iedere ervaring die zichzelf in gelijke mace kenc in ieder

soort vragen richt de geese op zichzelf. Hee zijn allemaal

van ons als 'ik' of 'ik ben', ongeacht nationaliteit, leeftijd,

variaties op dezelfde heilige vraag, en her is in de vorm van

geslacht, ras, geloofsovercuiging, opleiding, gezondheid of

die vraag dat de uiteenlopende disciplines van wetenschap

rijkdom. In zo'n cultuur zou iedere tak van kennis de abso­

en religie verenigd worden. Hee verlangen naar kennis en

lute waarheid afstemmen op de verschillende vclden waar­

de liefde van God blijken dezelfde zoektocht te zijn.

in ze actief was en zo de mensheid in contact brengen met haar creatieve, helende intelligencie en liefde.

Die heilige vraag lokt een proces in de geese uit waarvan de beeindiging de basis vormt van alle ware kennis en liefde.

Als er ooit een filosofie, religie of wetenschap zou bescaan

Hee is daardoor cegelijkertijd de ultieme wetenschap, het

die in staat was om de mensheid werkelijk ce verenigen en

154

155


blijvende vrede, rechtvaardigheid en gelijkheid te bieden aan individuen, gezinnen, gemeenschappen en landen, dan zou

die gebaseerd moeten zijn op de enige ervaring die alle

HOOFDSTUK

levende wezens in gelijke mate met elkaar delen en waartoe

9

alle levende wezens in gelijke mate en onbegrensd te alien tijde toegang hebben: het kennen van ons eigen oneindige wezen, dat straalt in ieder van onze geesten als hec weten 'ik ben'. Het feit dat alle mensen naar zichzelf verwijzen met behulp van dezelfde naam - 'ik' - is een aanwijzing in gewone spreektaal voor het inzicht dat we allemaal het­ zelfde wezen met elkaar delen. De ervaring van je bewust zijn is de meest fundamentele, gewone, bekende en intieme ervaring die er is. Zij straalt in ieders geest als de kennis genaamd 'ik'. Als zodanig is het 'ik' van de eindige geese Gods oneindige 'ik', het enige 'ik' dac er is; het ondeelbare, bewuste zijn

waar

alle eindige

geesten bun wezenlijke identiteit aan ontlenen; de enige werkelijkheid die de geest op een unieke manier moduleert, en waarvan hij de luister en schoonheid die eraan ten grondslag liggen gedeelcelijk omhult. Oat bewust zijn is de essentie van meditatie en de kunst van hec !even.

De naar buiten gerichte weg: het wegvallen van het onderscheid tussen bewustzijn en objecten

e spirituele weg kan onderverdeeld worden in drie

D stappen. De eerste stap heeft betrekking op het onder­

zoek naar de wezenlijke aard van het ego of afzonderlijke

zelf door middel van het neti neti-proces, waarin het subject dat van de ervaring getuige is losgeweekt wordt van alle objectieve inhoud en zich laat kennen als zuiver bewusrzijn, her primaire en fundamentele element van iedere ervaring. In de tweede stap maakt bewustzijn zijn aandacht los uit de objectieve inhoud van de ervaring, waar het zich in de eerste stap van had losgeweekt, en begim het terug of naar binnen te stromen in de richting van zichzelf, om uiteinde­ lijk tot rust te komen in zichzelf. In dat rusten of verblijven in zichzelf wordt bewustzijn in de meeste gevallen geleide­ lijk bevrijd van zijn zelfopgelegde beperkingen en herkent het zijn eigen alcijd aanwezige en onbegrensde wezen. Oat in zichzelf rusten of verblijven vormt het wezen van medi­ tatie en gebed.

157


Als bewusczijn eenmaal zijn eigen altijd aanwezige en onbe­ grensde aard heeft herkend - de herkenning die traditio­ neel verlichting of ontwaken genoemd wordt - is het doel om bewustzijn te onderscheiden van objecten bereikt en wordt het nu noodzakelijk om dat onderscheid weer los te laten. De derde stap op de spiriruele weg heeft dus betrek­ king op her onderzoeken van de objectieve er\raring in het licht van ons nieuwe inzicht, met als doel het ogenschijn­ lijke onderscheid russen bewustzijn en zijn objecten teniet

Probeer nu eens met je aandacht het bewustzijnsveld te ver­ laten waarin iedere ervaring verschijnt, op dezelfde manier als een kind in bed ligt en zich afvraagt hoe ver de ruimte reikt en wat erachter ligr, als er al iets achter ligt. Zie dat de aandacht nooit het bewusczijnsveld verlaat. Iedere ervaring vindt plaats in en wordt gekend door bewustzijn, en omdat de ervaring alles is wat gekend wordt of ooit gekend zou kunnen worden kunnen we niet met recht beweren dat er iets buiten bewustzijn bestaat. Als je dat wel doet is dat een

te doen.

sprong in het duister.

In dat onderzoek ontdekken we dat bewustzijn niet simpel­

Bewusczijn zelf kan dus vergeleken worden met een open,

weg de aanwezigheid is die geruige is van iedere ervaring die eraan verschijnt, maar de ruimte of het veld waarin iedere ervaring verschijnt. Probeer maar eens een ervaring te vinden die buiten bewusczijn plaatsvindt. Alles wat van de ogen­ schijnlijke buitenwereld gekend wordt is de waarneming beelden, geluiden, smaken, structuren en geuren - en iedere waarneming vindt plaats in bewustzijn. Zelfs als we iecs waarnemen wat zich op zeer grote afstand van

ons lijkt re bevinden, zoals de maan, dan nog is alles

war we ervan kunnen kennen een gedachte, beeld of waar­ neming, en alle gedachten, beelden en waarnemingen verschijnen in bewustzijn. Op dezelfde manier zijn gewaar­ wordingen en waarnemingen alles wat we ooit van her lichaa.rn kennen of zouden kunnen kennen, en alle gewaar­ wordingen en waarnemingen verschijnen in bewustzijn. Als we dicht bij de ervaringsfeiten blijven zijn de wereld en her lichaam dus verschijnselen in bewustzijn. Bewusrzijn kan nooit iets buiten zichzelf kennen of ermee in contact komen.

·

leeg veld of een ruimteachtige aanwezigheid waarin alle objectieve ervaringen verschijnen, als wolken die aan een lege hemel verschijnen. In feire is bewustzijn geen ruimte; her kent geen dimensies. Her is echter onmogelijk om aan iets zonder dimensies re denken of iets zonder dirnensies te visualiseren. Daarom is her gerechrvaardigd, als concessie aan de geest die graag wil denken aan en spreken over de aard

van

de werkelijkheid, om een ruimteachtige eigen­

schap aan bewustzijn toe te voegen en het re beschrijven als een open, leeg, ruimteachtig veld, of een open, lege, ruimte­ achtige aanwezigheid. *

Merk op dat zoals geen wolk zich op enige afstand bevindt van de hemel waaraan hij verschijnt, zo ook geen ervaring zich op enige afstand bevindt van het bewustzijn waarin zij verschijnt. Die herkenning doet, minstens tot op zekere hoogce, de ogenschijnlijke afscand teniet tussen bewustzijn en zijn objecten, ook al blijft er nog steeds sprake van een

159


Als bewustzijn eenmaal zijn eigen alcijd aanwezige en onbe­ grensde aard heeft herkend - de herkenning die traditio­ neel verlichting of ontwaken genoemd wordt - is het doel om bewustzijn te onderscheiden van objecten bereikt en wordt het nu noodzakelijk om dat onderscheid weer los te laten. De derde stap op de spirituele weg heeft dus betrek­ king op het onderzoeken van de objectieve er\.raring in het licht van ons nieuwe inzicht, met als doe! het ogenschijn­ lijke onderscheid tussen bewustzijn en zijn objecten teniet

Probeer nu eens met je aandacht het bewustzijnsveld re ver­ laten waarin iedere ervaring verschijnt, op dezelfde manier als een kind in bed ligt en zich afvraagt hoe ver de ruimte reikt en wat erachter ligc, als er al iets achter ligt. Zie dat de aandacht nooit het bewustzijnsveld verlaat. ledere ervaring vindt plaats in en wordt gekend door bewustzijn, en omdat de ervaring alles is wat gekend wordt of ooit gekend zou kunnen worden kunnen we niet met recht beweren dat er iets buiten bewustzijn bestaat. Als je dat wel doet is dat een

te doen.

sprong in het duister.

In dat onderzoek ontdekken we dat bewustzijn niet simpel­

Bewustzijn zelf kan dus vergeleken warden met een open,

weg de aanwezigheid is die getuige is van iedere ervaring die eraan verschijnt, maar de ruimte of het veld waarin iedere ervaring verschijnt. Probeer maar eens een ervaring te vinden die buiten bewustzijn plaatsvindt. Alles wat van de ogen­ schijnlijke buitenwereld gekend wordt is de waarneming beelden, geluiden, smaken, structuren en geuren - en iedere waarneming vindt plaats in bewustzij n. Zelfs als we iets waarnemen wat zich op zeer grote afstand van ons lijkc ce bevinden, zoals de maan, dan nog is alles wat we ervan kunnen kennen een gedachte, beeld of waar­ neming, en alle gedachten, beelden en waarnemingen

leeg veld of een ruimteachcige aanwezigheid waarin alle objeccieve ervaringen verschijnen, als wolken die aan een lege hemel verschijnen. In feice is bewustzijn geen ruimte; het kent geen dimensies. Het is echter onmogelijk om aan iecs zonder dimensies te denken of iets zonder dimensies te visualiseren. Daarorn is het gerechtvaardigd, als concessie aan de geest die graag wil denken aan en spreken over de aard van de werkelijkheid, om een ruimteachtige eigen­ schap aan bewustzijn toe ce voegen en het re beschrijven als een open, leeg, ruimteachtig veld, of een open, lege, ruimte­ achtige aanwezigheid.

verschijnen in bewustzijn. Op dezelfde manier zijn gewaar­ wordingen en waarnemingen alles wat we ooit van het lichaam kennen of zouden kunnen kennen, en alle gewaar­ wordingen en waarnemingen verschijnen in bewustzijn. Als we dicht bij de ervaringsfeiten blijven zijn de wereld en het lichaam dus verschijnselen in bewustzijn. Bewustzijn kan nooit iets buiten zichzelf kennen of ermee in contact komen.

Merk op dac zoals geen walk zich op enige afscand bevindt van de hemel waaraan hij verschijnt, zo ook geen ervaring zich op enige afstand bevindt van het bewustzijn waarin zij verschijnt. Die herkenning doet, minstens tot op zekere hoogte, de ogenschijnlijke afscand ceniet tussen bewustzijn en zijn objecten, ook al blijft er nog steeds sprake van een

159


onderscheid, zoals er ook onderscheid blijft bestaan tussen

ervan. In feite komen we nooit in contact met het object

de hemel en de wolken.

van de ervaring, want het blijkt nooit een onafhankelijk bescaan te leiden, net zoals een wolk nooit een bestaan leidt

Bestaat er ooit een wolk met een eigen bestaan dat losstaat

dat onafhankelijk is van de hemel.

van de hemel? Kan een wolk uit de hemel verwijderd worden en nog steeds blijven bestaan? Is het tijdelijke bestaan van

Dit is weliswaar een legitieme fase van inzicht, en de meta­

de wolk niet afhankelijk van de permaneme werkelijkheid,

foor van wolken aan de hemel diem ervoor om de voor­

relatief gesproken, van de hemel? Is het mogelijk om een

lopige relatie tussen bewustzijn en zijn objecten te ver­

ervaring te hebben die losstaat van bewustzijn?

duidelijken, maar er is nu nog steeds sprake

van

dualiteit;

we zouden her verlichte dualiteit kunnen noemen. Geen Wat is de relatie mssen het gekende object en het kennende

enkel object of ding 'bestaat' of staat los van bewustzijn

bewustzijnsveld waarin het verschijnt en waarmee het

zoals een wolk los van de hemel lijkt te staan als een onaf­

gekend wordc? Heeft her gekende bec�ekking op iets meer

hankelijk object op zichzelf. We moeten die metafoor nu

dan het kennen ervan? Onderzoek je ervaring - de ervaring

dus loslaten en vervangen door een metafoor die onze

die nu plaatsvindt, die je je herinnerc of waar je je een

ervaring nauwkeuriger weerspiegelt. Bewustzijn staat niet

voorstelling van maakt - en vraag jezelf af of je dan ooit iets

in relacie tot de ervaring als objecten tot een getuige, of zelfs

vindt of ooit in contact komt met iets anders dan het

zoals wolken in relatie staan tot de hemel, maar zoals het

kennen ervan.

van zichzelf bewuste scherm in relatie staat tot de film die erop afgespeeld wordc.

Alles wat de ervaring behelsc is denken, verbeelden, voelen, gewaarworden en waarnemen, en alle denken, verbeelden,

Zelfs die metafoor suggereert dat er iets bestaat genaamd

voelen, gewaarworden en waarnemen vallen volkomen

'een film', zij het dat het bestaan ervan afhankelijk is van

samen met het bewusczijn waarmee ze gekend worden en

het scherm, maar dat is niet zo. We vinden niet eens een

waarin ze verschijnen. Dat wil zeggen, alles wat denken,

object genaamd film dat

verbeelden, voelen, gewaarworden en waarnemen behelst is

staan onafhankelijk! Alles war een zogenaamde film behelst

afhankelijk is van het scherm,

laat

het kennen ervan. Er bestaac niet een ding genaamd 'denken',

is de werkelijkheid, relatief gesproken, van her scherm. De

'verbeelden',

film bestaat niec los van het scherm. Er bestaat niet zoiets

'voelen'

enzovoorts,

en

een

ander

ding

genaamd 'het kennen ervan'.

als 'een film' als object op zichzel£ Alles wat er ooit is, is het

Denken is alleen maar het kennen ervan. Voelen is alleen

nooit ophoudt hec scherm te zijn en nooit iets anders wordt

maar het kennen ervan. Waarnemen is alleen maar het

dan zichzel£

scherm dat zichzelf moduleert in de vorm van de film, maar

kennen ervan. Alles wat de ervaring behelst is hec kennen

160

161


Op dezelfde manier kennen we nooit of komen we nooit in contact met een ervaringsobject, of het nu gaat om een gedachte, gevoel, gewaarwording of waarneming. We kennen alleen het kennen. Het kennen is alles wat ooit gekend wordc of gekend zou kunnen worden. En wat is het dat dat kennen kent? Alleen dae wat kene kan hec kennen kennen. Hee kennen van de ervaring, of het bewustzijn van de erva­ ring, is alles wae de ervaring behelsc, en het is het kennen dae dat kennen kent: het kennen dat alleen hee kennen kent. In de laacste fase van die onderzoek vale hee onderscheid tussen bewustzijn en zijn objecten volledig weg. De erva­ ring wordc clan niet alleen maar gekend door bewustzijn; hij verschijnt niet alleen maar in bewustzijn; bewustzijn is dan alles wat de ervaring behelst. Er bestaat alleen maar bewuse­ zijn. Zoals de vedantisten zeggen: 'Alleen hec Zelf bestaae', en zoals de soefi's zeggen: 'Alles is Gods aangezicht.'

hetzij in rust als het zijn eigen oneindige, vredevolle en onvoorwaardelijk vervulde wezen kent, hetzij actief als het zichzelf in de vorm van de geese kent als de wereld. Als zodanig bestaat iedere ervaring uit oneindig, ondeelbaar bewustzijn dac accief is als de geese en aan zichzelf verschijnt als een veelheid en diversiteit aan objecten en zelven, maar dat nooit werkelijk iets anders is, wordt of kene clan alleen zichzelf. Er bestaac alleen Gods oneindige wezen. Bewustzijn is het van zichzelf bewuste scherm dar zichzelf moduleert in en tegelijkertijd zichzelf kent als alle vormen van ervaring. Als bewustzijn zichzelf moduleert wordt her gekend als zuiver, ongeconditioneerd en daarom onbe­ grensd bewustzijn. Als her scherm zichzelf moduleert wordt het gekend als een film, en als het zichzelf niet moduleert blijft her het 'zuivere', ongekleurde scherm. De eindige geest, hee afzonderlijke zelf of het ego is het voercuig met behulp waarvan bewustzijn de vorm aan­ neemt van de manifestatie en als wat het die manifestatie kent, net zoals van een film gezegd kan worden dat ze de

Er is geen onderdeel van de ervaring dat niet bestaat uit kennen, en dus is kennen of bewustzijn alles wat in de erva­ ring aanwezig is. Sterker nog, de ervaring kent geen onder­ delen, punt. Alles wat de ervaring behelst is kennen of bewusrzijn, en bewustzijn bevat niet iets anders dan bewust­ zijn zelf dat zichzelf onder zou kunnen verdelen in een veelheid en diversieeit aan objecten, onderdelen of zelven.

activiteic is aan de hand waarvan een scherm verschijnc in de vorm van een landschap. Echter, zoals her scherm zich­ zelf moduleert in de vorm van de film maar nooit ophoudr het scherm ce zijn, zo wordt bewustzijn nooit werkelijk de eindige geese, het afzonderlijke zelf of hec ego. Orn die reden wordt binnen de non-duale tradieies in het

De ervaring is een enkel ondeelbaar geheel.

algemeen, en binnen de advaita vedanta-eradicie in het bij­

In de ervaring van bewustzijn - en bewustzijn is het 'enige'

het ego een illusie is. Oat betekent niet dat wat gewoonlijk

dat ervaringen heeft of kent - bestaat er alleen bewustzijn,

zonder, gezegd dat de eindige geese, het afzonderlijke zelf of als de eindige geest beschouwd wordt gewoon niet bestaat,


zoals geloofd wordt in veel hedendaags, zogenaamd non-du­ aal onderricht, maar dac war we! bescaat niec is wac hec lijkc ce zijn. Een illusie bezic altijd een vorm van werkelijkheid. Een luchcspiegeling in een woescijn is een illusie als water, maar lichc is, relacief gesproken, haar werkelijkheid. Op de­ zelfde manier is de eindige geest als afzonderlijk bestaande enciceit een illusie, maar oneindig bewusczijn is zijn werke­ lijkheid. Hee ogenschijnlijke 'ik'

van

hec afzonderlijke zelf

is het ware en enige 'ik' van eeuwig, oneindig bewustzijn. Alleen vanuic het beperkte en uiteindelijk ook denkbeeldige perspeccief van het afzonderlijke ervaringssubjecc bestaat �r een veelheid en diversiteit aan afzonderlijke objecten. ln die zin vormen hec ogenschijnlijke ervaringssubject en -object cwee zijden van dezelfde medaille. We zouden bewustzijn dus kunnen definieren als datgene waarmee iedere ervaring

is er niets anders in de schepping aanwezig dan bewusczijn zelf. De laatste fasen van hec spirituele proces gaan dus gepaard met een cerugkeer naar de objectieve ervaring en het ver­ dwijnen van enig ogenschijnlijk onderscheid tussen bewust­

zijn en zijn objeccen. Die herkenning brengt verlicht inzicht

naar het gebied van onze activiteiten en relaties. Hee is de bloei van de verlichting, waarin de vrede, het geluk, de vrij­ heid en de liefde die eigen zijn aan bewusczijns kennen van zijn eigen oneindige wezen geleidelijk aan alle gebieden van de objectieve ervaring binnendringen, doordrenken en ver­ zadigen en daarmee de objeccieve ervaring in coenemende mace koloniseren en overschaduwen in het lichc van zuiver kennen.

gekend wordc, waarin iedere ervaring verschijnt en waaruit iedere ervaring bestaat. Als datgene waar iedere ervaring

aan

verschijnt, is bewust­

zijn de afzonderlijke gecuige van de ervaring. Als datgene waarin iedere ervaring verschijnt, is bewustzijn een open, lege, ruimteachtige aanwezigheid waarin objeccen verschij­ nen als wolken in een lege hemel. Als datgene waaruit de ervaring bestaat, is bewusczijn het dimensieloze, van zich­ zelf bewuste scherm dat zelf tegelijkertijd de vorm van de ervaring aanneemt en hem als ervaring kem. Vanuit dat perspectief

vormt

de waarneming de schepping.

De handeling van het waarnemen zelf brengt binnen onein­ dig bewustzijn vanuit het aanwezige pocencieel de schep­ ping voort en laat hij haar bestaan. Maar zelfs als ze bestaat

Hee bewustzijn van de ervaring is alles waar we ons ooit bewust van zijn, en het 'wij' dat zich er bewusc van is, is bewustzijn zelf. Met andere woorden, bewusczijn is de enige subscancie die in de ervaring aanwezig is. Als de ervaring alles is wac er is of wac ooit gekend zou kunnen warden, dan is de enige bewering die we met absolute zekerheid kunnen doen dac er alleen bewustzijn bestaat, en dac bewustzijn, omdac hec alles omvat, eeuwig en oneindig is, wane buiten zichzelf bevat het niecs waarmee hec beperkc zou kunnen worden. Mee andere woorden, het weten dac Gods oneindige, van zichzelf bewuste wezen het enige is dac er bestaat is niec gewoon maar een religieuze over­ tuiging; hec is de ultieme kennis, de enige absolute kennis die er is.


Zelfs dat is niet helernaal juist, want beweren dat bewust­ zijn aneindig, dat wil zeggen niet eindig, is, is suggereren dat er eindige dingen bestaan die bewustzijn niet is. Het is wat is definieren in terrnen van wat niet is. Sterker nag, alle waorden beschrijven objectieve ervaringen, en als we een­ rnaal hebben antdekt dat er geen objecten bestaan, afhan­ kelijke noch onafhankelijke, clan wordt het duidelijk dat alle woorden beschrijven wat niet is. Het is dus niet moge­ lijk orn iets waars te zeggen over wat is of wat werkelijk is. Het is niet mogelijk am iets waars te zeggen over bewust­

onvoorwaardelijk, angeschapen, ongeboren, onbezoedeld,

onkwetsbaar, ongekunsreld en onaangeraakt. Oat lijken weliswaar bijvoeglijke naarnwoorden die beschrijven war bewustzijn of de werkelijkheid is, rnaar in feite zijn het

allemaal negatieve uitdrukkingen die aangeven wat her niet IS.

Als we bewustzijn of de werkelijkheid alle eigenschappen die gewoonlijk aan objecten warden toegeschreven hebben ontzegd, wordt zichtbaar wat her is, straalt her in en als

zijn, ons zelf of Gods wezen.

zichzelf en wordt van iedere ervaring gezien dat zij alleen

Zelfs 'dat wat is' benoernen als bewustzijn, zijn, God of zelf

uitspraak in de Upanishaden, brengt dat inzicht, als het

dat is. 'Ik hen Dat', de prachtige en verraderlijk eenvoudige

is te veel zeggen, want elk van die woorden ontleent zijn betekenis aan vergelijking met zijn tegendeel. Orn die reden gaven de wijzen in de oudheid, in hun wijsheid en nederig­ heid, er de voorkeur aan om alleen te zeggen wat de werke­ lijkheid niet is, in plaars van er positieve beweringen over re

goed begrepen wordc, over en is in die zin een uicerst sum­ miere uitdrukking van her hoogste inzichr, dar in staar is om een gevoelige en ontvankelijke geesr re doen ontwaken voor wie hij werkelijk is.

doen. Zelfs zeggen dar de werkelijkheid een is, is een re positieve bewering doen, en daarom zeiden ze dat het gewoon 'niet twee' is, in het Sankriet ad-vaita. Dit rnoet echter niet verward warden - zoals vaak gebeurt in New Age­ kringen die zich met non-dualiteit en neo-advaita bezig­ houden - met het postmoderne geloof dat in afvvezigheid van welke absolute waarheid dan oak alles relatief is. Somrnige wijzen houden gewoon hun rnond en geven er de voorkeur aan om de absolute werkelijkheid niet binnen de perken van de geest te houden, rerwijl anderen de geesr zo goed mogelijk gebruiken orn die herkenning op te roepen door termen te gebruiken als oneindig, onsterfelijk, on­ berispelijk, onverwoestbaar, onversroorbaar, onherleidbaar,

166

Deze ontwikkelingsfasen, vanaf de conventionele posirie van her ego, via het verlichte inzicht in ons eeuwige, onein­

dige wezen van zuiver bewustzijn, tot aan de stabilisatie van dat inzicht op alle gebieden van het leven, warden in detail beschreven in alle grote spirituele en religieuze rradities. Van het conventionele perspectief van een 'gerijpte' volwas­ sene of een gerijpt ego naar de herkenning van ons wezen­ lijke zelf als zuiver bewustzijn is een weg van de overruiging 'ik hen iets' - een lichaarn-geestmechanisrne - naar het inzicht 'ik hen niers', geen ding. De weg van 'ik hen geen ding; ik hen alleen maar zuiver bewustzijn' naar de herken­ ning van Gods oneindige wezen, of oneindig bewustzijn


zelf, als de ultieme werkelijkheid van alle dingen is een weg van 'ik ben niets' naar 'ik hen alles'.

De zentraditie beschrijft die drie fasen op de volgende manier: 'Eerst zijn de rivieren rivieren en de bergen bergen.

Dan zijn de rivieren niet langer meer rivieren en de bergen niet langer meer bergen. Dan worden de rivieren weer

Ramana

Maharshi

heeft

dezelfde

ontwikkelingsfasen

beschreven: "De wereld is onwerkelijk; alleen bewustzijn is

werkelijk; bewustzijn is de wereld", dat wil zeggen, bewust­ zijn gaat op in de ervaring; bewustzijn wordt hevrijd van de ervaring; de ervaring gaat op in bewustzijn. Alles wat het

kleine kind kent is de ervaring; alles wat de wijze of mysticus

kent is bewustzijn; en alle objecten, anderen en de wereld

rivieren en de hergen weer hergen.' Zoals de pre-egolsche

zijn alleen maar dat.

herkenning en er enkele eigenschappen van hezit, zo lijken

William Blake probeerde dat aa:n een van zijn materialisti­

ervaring van een dier of klein kind lijkt op de post-egoische

rivieren en hergen op elkaar vanuit zowel de pre-egolsche

als de post-ego'ische gezichtspunten. Vanuit het pre­

ego'ische gezichtspunt hestaan ze alleen uit iets anders dan

onszelf, namelijk materie, en wordt hun fundamentele

wezen vanuit het post-ego'ische gezichtspunt herkend en gezien als identiek aan ons zelf, namelijk bewustzijn.

De eerste weg, van 'ik ben iets' naar 'ik hen niets', is een naar hinnen of op het zelf gerichte weg van onderscheid,

die het helderst is uitgewerkt in de vedantische traditie. De

weg van 'ik hen niets' naar 'ik hen alles' is een naar huiten of op het object gerichte weg die duidelijker uitgewerkt is

sche vrienden uit te leggen die hem vroeg: "Als de zon

opkomt, zie je clan niet een ronde schijf van vuur die wat

wegheeft van een daalder?" Blake antwoordde: "O nee, nee,

ik zie ontelbare engelen aan de hemel die roepen 'Heilig, Heilig, Heilig is de Here God Almachtig!"'*

Hetzelfde inzicht dat in de Upanishaden uicgedrukt wordt als 'ik hen Oat', is in de christelijke craditie 'ik en mijn Vader zijn een'. Oat wil zeggen, wat ik in wezen ben - zuiver bewustzijn - en war de ulcieme werkelijkheid van het uni­

versum werkelijk is, is een en hetzelfde. De 'henheid' die

alle wezens in de kern van zichzelf voelen en de 'isheid' of

in de tantrische tradities, met name die van her Kashmir

het bestaan dat door alle ohjecten gedeeld wordt, zijn

ting of onderscheid, waarin de ultieme werkelijkheid

wezen. Omdat het ondeelbaar is, is het heel, compleet,

Shaivisme. Als de vedantische traditie er een is van uitslui­

modulaties van hetzelfde ondeelbare, van zichzelf bewuste

bevrijd wordt van de verhullende sluier van de objeccieve

heeft het niets nodig, verlangt het nergens naar, vreest het

waarin het ogenschijnlijke onderscheid of de ogenschijn­

zichzelf is er niets clan zichzelf waarmee her groter of kleiner

ervaring, clan is de tantrische traditie er een van inclusie,

lijke scheiding tussen bewustzijn en alle objecten en anderen

oplost. Het oplossen van die scheiding staat op menselijk niveau bekend als liefde in relatie toe anderen, en als schoonheid in relatie tot objecten.

168

niets en wordt het nergens door verstoord, want binnen

gemaakt of verstoord zou kunnen worden. Orn die reden is het de vrede en vervulling zelf.

*

Uic 'Een visioen van het Laatste Oordeel'

(c. r8rn).


De grate vergelijking van de vedantische traditie stelt

alle toestanden en omstandigheden, en op alle leeftijden.

gewoon 'sat (zijn) chit (bewustzijn) ananda (geluk)', en

Het kan nooit het eigendom van een enkele persoon zijn,

geeft daarmee aan dat als het duidelijk wordt dat het zijn of

noch uit een enkele natie of religie afkomstig zijn. Het is in

bestaan dat alle objecten met elkaar delen identiek is aan

gelijke mate beschikbaar voor alle mensen en niemand

het bewustzijn waarmee iedere ervaring gekend wordt, het

heeft er als enige toegang toe. Het hoeft niet verdiend te

onderscheid of de scheiding tussen mensen, dieren en de

warden omdat het altijd al onze wezenlijke, ongeconditio­

wereld wegvalt, en de ervaring van vrede, geluk, liefde en

neerde aard is. Het kan niet in bezit genomen of gemanipu­

schoonheid de boventoon· voert.

leerd warden. Het straalt in ieder van onze geesten als het

Er bestaat alleen maar oneindig, ondeelbaar bewustzijn dat

Hee vormt daarom de basis 'van vrede in individuen,

zichzelf moduleert in en als de totaliteit van de ervaring

gemeenschappen en landen. Het hoeft alleen maar herkend

weren 'ik hen', her gevoel er re zijn of de ervaring van liefde.

maar nooit iets anders is, wordt of kent clan zichzelf en

te warden, en de implicaties ervan hoeven alleen maar

daarom vrij is van iedere impuls om zichzelf te vervullen of

geleefd te warden op alle gebieden van de ervaring.

te beschermen. In die zin is het het onvoorwaardelijke geluk zel£ Van die herkenning wordt gezegd dat hij absoluut is omdat hij niet afgeleid wordt of afhankelijk is van iets anders dan zichzel£ Hij verandert nooit; hij komt en gaar niet; hij staat niet in relatie tot de eindige geest; en hij wordt alleen door zichzelf gekend. Dat inzichr is de essentiele herkenning die de kern vormt van alle grote religieuze en spirituele tradi­ ties. De verschillen zitten hem alleen maar in de vormen waarin het tot uitdrukking gebracht wordt en de middelen waarmee het herkend kan warden. Daarom is het zo dat de waarheid mensen nooit kan verdelen, maar dat religie dat we! bijna altijd doet. Sterker nog, die herkenning is her enige inzicht dar mensen werkelijk kan verenigen, want het wordt in gelijke mate door alle mensen gedeeld, ongeacht ras, geloofsovertuiging, religie, gezondheid of rijkdom. Het blijft hetzelfde gedurende

171


HOOFDSTUK IO

Het bestaan valt samen met bewustzijn

D

e objectieve wereld zoals die gekend wordt vanuit het perspectief van her afZonderlijke zelf of de eindige

geest is een illusie, maar alle illusies bevatten een zekere

waarheid. In de woorden van Huang Po: "Mensen veron­ achtzamen de werkelijkheid van de denkbeeldige wereld". Alles wat van de wereld gekend wordt is de eindige geest; de werkelijkheid van de eindige geest is oneindig bewustzijn; en er gebeurt nooit iets met bewustzijn. Er wordt dus gezegd dat er uiteindelijk nooit iets gebeurt. Hee is nooit zo dat er een eindig object of tijdgebonden zelf verschijnt, voortbescaac in de tijd, beweegc of verandert, oud wordt en sterft of verdwijnt. Alle ogenschijnlijke objecten en zelven stralen alleen maar met hun werkelijk­ heid van eeuwig, oneindig bewustzijn. Ieder ervarings­ moment, ongeacht de inhoud ervan, bestaat uit oneindig, ondeelbaar, uiterst intiem bewustzijn, ons eigen zelf of wezen dat aan zichzelf in zichzelf als zichzelf verschijnt.

17 3


Van alle objecten wordt gezegd dat ze bestaan: een stoel

perspectief van een afzonderlijk zelf zijn het bestaan en

bestaat, een gedachte bestaat, een emotie bestaat. In die zin

bewusczijn onderverdeeld in een buitenwereld en een inner­

vormt het bestaan ervan het gemeenschappelijke element,

lijk zelf.

de gedeelde essentie, van alle objecten. Bestaan is echter geen eigenschap van objecten, zoals het scherm geen eigen­

Geen enkel object, ding of afzonderlijk zelf bestaat echt, of

schap van de film is, noch water een eigenschap

een

het nu bestaat uie materie of geest. Objecten en zelven ont­

gol£ Objecten hebben geen bestaan. Het bestaan - de isheid

lenen hun ogenschijnlijke bescaan aan de enige werkelijk­

van alle ogenschijnlijke ·dingen - behoort uitsluicend

heid van zuiver bewustzijn. Bewusczijn is alles wac werkelijk

van

bewustzijn toe, het enige 'iets' war werkelijk bestaat.

bestaat. Alleen ik ben, en alles en iedereen is dat! In feite zijn er helemaal geen dingen of zelven waar bewustzijn het

Zelfs vanuit het conventionele perspectief, waarin de geese

geheel van vorme. Ik ben, en alle ogenschijnlijke dingen en

gezien wordt als een afgeleide van her lichaam en het

zelven zijn alleen maar dat; niet ik, het afzonderlijke lichaam

lichaam als een afgeleide van de wereld, moet de wezenlijke

of de afzonderlijke geese - er bestaat geen afzonderlijk

aard van de geest identiek zijn aan de wezenlijke aard van

lichaam of afzonderlijke geest - maar ik, de enige 'ik' die er

de wereld, zoals de wezenlijke aard van ieder onderdeel

is, oneindig, ondeelbaar bewustzijn, Gods oneindige, van

identiek moec zijn aan het geheel waaruit het voortge­

zichzelf bewusee wezen. Hee bestaan is bewustzijn zelf.

komen is. De wezenlijke aard van onszelf - de benheid die straale als het weten 'ik ben', de ervaring van je bewust zijn

Niets - dat wil zeggen, geen ding - bestaat! De Latijnse

of het gevoel er te zijn - is daarom identiek aan de isheid

oorsprong van het woord 'bestaan' [Engels: exist - vert.],

van alle ogenschijnlijke dingen, de wezenlijke aard van de

exsistere, dae 'naar voren treden' betekent, geeft aan dac

wereld. Het bestaan valt samen met bewustzijn.

objecten en zelven uit de achcergrond van zuiver zijn of bewustzijn 'onrstaan' of 'naar voren treden', op dezelfde

Dit is het radicale inzicht dat de non-duale essentie vormt

manier waarop een beeld uit een scherm naar voren lijkt te

van alle groee religieuze, spirituele en filosofische tradities.

treden. Maar geen enkel object of zelf ontstaat of verdwijnt

Het bestaan is ideneiek aan bewustzijn, want bewusczijn is

ooit. Sterker nog, zelfs als bewustzijn in zichzelf in beweging

er overduidelijk - als ik ben - en de isheid van bewustzijn

komt, de vorm van de eindige geese aanneemt en een veel­

moec dezelfde zijn als de isheid van hec bestaan. Als ze van

heid en diversiteit aan objecten en anderen lijkt te warden

elkaar zouden verschillen zouden ze allebei beperkende

die vanuit het gezichtspunt van een innerlijk zelf gekend

eigenschappen moeten bezitten am ze van elkaar te kunnen

wordt, treedt geen enkel object of zelf ooit werkelijk uit

onderscheiden, en als isheid beperkingen zou kennen zou

zichzelf 'naar voren'. Geen enkel ding ontseaat of verdwijnt

het niet het gemeenschappelijke element in alle ogen­

ooit.

schijnlijke objecten vormen. Alleen vanuit het bedrieglijke

174

175


Het bestaan beboort uitsluitend zuiver bewustzijn toe. In

gevoel er te zijn of de ervaring van liefde of schoonheid. In

feite bestaat zelfs bewustzijn niet; het treedt niet uit zichzelf

die zin is 'ik ben' de eerste vorm van kennis. Het is de toe­

'naar voren'. Het is. Ik ben. Bewustzijn kan niet uit zicbzelf

gangspoort waar de wereld doorheen gaat, van potentie in

'tevoorschijn komen', want bet kan, in zijn eigen ervaring

bewustzijn naar actualiteit in het eindige bestaan, en dezelf­

van zicbzelf, nergens anders been dan naar zicbzelf, en dus

de poort waar de wereld in omgekeerde richting doorheen

niet naar een dimensie waarin het zich zou kunnen wagen

gaat als hij oplost in zijn wezen.

of waarnaar het zich zou kunnen uitstrekken. De ervaring van schoonheid is de ervaring dat de wereld Het bestaan is de activiteit van bet zijn; zijn is het bestaan

oplost in zijn oneindige wezen. Het is een openbaring van

in rust. Het bestaan dat een object of zelf lijkt te hebben

oneindigheid. Daarom houden ·we ervan om in de natuur

wordt onttrokken aan het bestaan van bewustzijn, zoals een beeld zijn werkelijkheid ontleent aan de relatieve werkelijk­

re lopen, naar muziek te luisteren en naar kunst te kijken. Sterker nog, het is de reden waarom we iiberhaupt kunst in

heid van het scherm. Alles war er echt is

onze cultuur hebben.

aan

het beeld is de

werkelijkheid van het scherm. Alles wat echt is aan de erva­ ring is oneindig, ondeelbaar bewustzijn. Dat betekent dat

Het hele bestaan ligt als mogelijk opgevouwen binnen

het hele universum ons zelf is.

bewustzijn zel£ Bewustzijn brengt het bestaan ter wereld vanuit zijn eigen zijn door uit vrije wil de vorm van de

Hoe zou het zijn om alle aspecten van je !even te !even op

waarneming aan te nemen en daarmee zijn eigen oneindige

een manier die strookt met dir inzicht? Hoe zouden we dan

potentieel terug te brengen tot een specifieke vorm en op

omgaan met dieren, mensen en de aarde? Dit inzicht is de

dar moment alle andere mogelijkheden binnen zichzelf uit

basis van alle moraliteit en ethiek. Toen de heilige Augus­

te sluiten. Waarneming is schepping!

tinus gevraagd werd hoe je je moet gedragen in de wereld, antwoordde

hij naar verluidt: "Heb lief, en doe alles wat je

Dae is wat William Blake bedoelde toen hij zei: "Iedere

wilt!" Als we inzien en voelen dat ieder dier, iedere persoon

vogel die langs de hemel scheert is een immense wereld van

en ieder object ons eigenste zelf is, kunnen we niets ver­

verrukking, omsloten door je vijf zintuigen."* Bewustzijn

keerds doen. Dat is de ervaring van de liefde. Het is de

zelf is een immense wereld van verrukking. Het is de vrede

enige morele gids die we nodig hebben.

en vreugde zelf. Het is bewustzijn zelf dat de activiteit van de vijf zintuiglijke ervaringen aanneemt en daarmee zijn eigen vreugdevolle onmerelijkheid in vorm omsluit en aan

Er bestaat alleen bewustzijn, Gods oneindige, ondeelbare zijn dat in ieders geest straalt als her weten 'ik hen', het

*

Uit The Marriage ofHeaven and Hell


zichzelf verschijnt als de wereld. De wereld is een materiali­

gemaakt van materie aan de buitenkant vindt in werkelijk­

satie van die vreugde.

heid nooit plaats, net zoals een scherm nooit verdeeld wordt

Oat is de wereld die een kunstenaar ons wil laten zien. Een

tief van een van de figuren in de film bescaat de ogenschijn­

echt kunstwerk is een condensatie van schoonheid. Hee is

lijke wereld die die figuur om zich heen ziec uit een veel­

een uitnodiging om de wereld te zien - nee, ce

zijn. Een

heid en diversiteit aan objecten wier werkelijkheid anders

kunstwerk bezic de mogelijkheid om de ontbinding te

lijkt te zijn dan die van hem- of haarzelf. Op dezelfde

bewerkstelligen van alles. wat onszelf van het object, de

manier is hec alleen vanuic het perspectief van het ego of

ander of de wereld scheidt, en ons zelf ce onthullen als de

afzonderlijke zelf waar de eindige geese omheen draait dat

in onderdelen als de film begint. Alleen vanuit het perspec­

onmetelijkheid die alles is. We zouden kunnen vragen: waarom is er een wereld? De

de ervaring een veelheid en diversiceic aan objecten en geesten bevat.

'waarom?' -vraag die filosofen eeuwen'lang geplaagd heeft

Met andere woorden, alleen vanuit het bedrieglijke per­

kan nooit beancwoord worden onder de voorwaarden

spectief van het ego of afzonderlijke zelf is er sprake van

waaronder hij gesceld wordt. De 'waarom?' -vraag wordt

dualiteit - de onderverdeling van de ervaring in geese en

gesceld door de geest die geloofr dat zijn dualistische manier

materie. Vanuit bewustzijns eigen gezichtspunt bestaat er

van waarnemen van de werkelijkheid juist is. Het is een

altijd alleen maar zijn eigen eeuwige, oneindige, ondeelbare

vraag die alleen maar beantwoord kan worden door de aan­

werkelijkheid die

name die eraan cen grondslag ligt te ondermijnen. Zonder die aanname blijft de vraag niet overeind. Vragen waarom

straalt in en als de totaliteit van de ervaring. Alleen eeuwig

er een wereld is, is net zoiets als vragen waarom de aardc

bewustzijn of Gods oneindige wezen bestaat en moduleerc

plat is. Alleen maar omdac we geloven dat dat zo is! Het

zichzelf tot de vorm van de eindige geese, maar houdt nooit

denken maakt de wereld abstract!

op om alleen zichzelf te zijn of te kennen.

De vraag 'waarom is er een wereld?' zou in het licht van dat

Waarom is er dualiteit? Die is er niet! Wat is het doel van

inzichc geherformuleerd moeten worden als 'waarom is er

ogenschijnlijke dualiteit? Ons dat te laten inzien!

een eindige geest?' Die is er niet! De eindige geese is alleen een eindige geest vanuit het bedrieglijke perspectief van een eindige geest. Anders dan een enkele geese, die slechts een gedachte of De ogenschijnlijke onderverdeling van bewusczijn in een

waarneming tegelijkertijd kan voeden, kan bewustzijn de

zelf gemaakt van geest aan de binnenkant en een wereld

acciviteit van een ogenschijnlijke veelheid en diversiteit aan

178

179


geesten in een keer aannemen. Stel je een enkel, ondeelbaar

leven in de vorm van de wereld en wordt tegelijkertijd tot

bewustzijnsveld voor dat binnen zichzelf vibreert, en vorm

een eindige geest of afzonderlijk zelf binnen die wereld

je een beeld van ieder van onze geesten, niet als een entiteit

teruggebracht, vanuit wiens perspectief hij lijkt te worden

op zichzelf, maar als een opening naar dat vibrerende erva­

gezien of gekend, zoals de geest 's nachts de wereld binnen

ringsveld. Ieder van onze geesten is als een opening aan de

zichzelf droomt en tegelijkertijd teruggebracht wordt tot

hand waarvan oneindig bewustzijn zichzelf kent in de vorm

een figuur in de droom, vanuit wiens perspectief de droom­

van de wereld.

wereld beleefd wordt.

Nooit komt er werkelijk een geest tot stand, laat staan een

Die subject-objectrelatie is het voertuig van de manifestatie

veelheid en diversiteit aan geesten. Met andere woorden,

aan de hand waarvan bewustzij� zijn oneindige potentieel

ieder van onze geesten is een tijdelijke beperking van de

actualiseert. En nee zoals de geest aan het eind van iedere

ware en enige geest van oneindig !:>ewustzijn, zoals de

droom de gedroomde wereld binnen zichzelf weer opvouwt,

ruimte in ieder gebouw ter wereld een tijdelijke beperking

zo

van de enige, ondeelbare ruimte van het universum is.

her eind van iedere waarneming. Nacuurlijk doer bewust­

Spreken van een individuele geest, laat staan vele geesten, is

schijnlijk als bewustzijn de activiteit van het denken aan­

vouwt bewustzijn de wereld weer binnen zichzelf op aan

zijn dat niet in de tijd. De tijd ontstaac alleen maar ogen­ een concessie aan het denken. Er bestaan geen afzonderlijke,

neemt. In werkelijkheid brengt bewustzijn de wereld tot

losse geesten. Afzonderlijke geesten zijn dat alleen maar

!even en laat het de wereld weer oplossen binnen zichzelf,

vanuit het voorlopige en uiteindelijk bedrieglijke gezichts­

in zijn eigen dimensieloze aanwezigheid, het eeuwige nu.

punt van een ogenschijnlijk afzonderlijke geest. Iedere ogenschijnlijk afzonderlijke geest is een vibrerend veld in

De Big Bang vond niet op enig moment plaats. Er bestaat

en van de enige geest die daadwerkelijk bestaat: oneindig,

geen tijd waarop of waarin de Big Bang, of welke gebeurte­

ondeelbaar bewustzijn. Ieder vibrerend veld is een grenze­

nis dan ook, kan plaatsvinden. Tijd is het eeuwige nu gezien

loze stroom van losjes gekoppelde energieen die in contact

door her prisma van de acriviteic van de geest. De Big Bang

staat met alle andere vibrerende velden binnen het grotere

vindt telkens plaats als bewusczijn zijn eigen dimensieloze

veld van 'de oneindige geest' of bewustzijn zelf.

aanwezigheid terugbrengt tot de vorm van de eindige geest. Vanuit her gezichtspunt van iedere ogenschijnlijke geese

Als concessie aan ons verlangen om over deze zaken na te

lijkt de wereld buiren en voorafgaand

denken, kunnen we echcer zeggen dat bewustzijn binnen

bestaan, en wordt de Big Bang beschouwd als het moment

zichzelf vibreert en aan zichzelf verschijnt in de vorm van

waarop de wereld ontstond. Vanuit her gezichtspunt van de

de wereld, die het kent vanuit het perspectief van ieder van

werkelijkheid ontstaat en vergaat er echter nooit iers.

aan

zichzelf te

onze geesten. Dat wil zeggen, bewustzijn brengt zichzelf tot

r8o

r8r


Alleen bewustzijn zelf bestaat. Het wordc gemoduleerd tot

gezichtspunt er niets anders bestaat dan hijzelf. Oat wezen

alle ervaringsvormen, maar houdt nooit op te bestaan en

straalt in de geese als het weten 'ik hen' en in de wereld als

ondergaat nooit enige wezenlijke modulatie. Onze verschil­

de ervaring 'het is'. De benheid van her zelf is de isheid der

lende ervaringen vormen verschillende uitzichcen op dezelfde

dingen.

werkelijkheid, waarbij ieder verschil alleen maar ce wijcen is aan de beperkingen van de geese aan de hand waarvan het

De mysticus onderzoekt de benheid van het zelf; de weten­

gezien wordt. Zoals aangegeven wordt in de Bhagavad Gita:

schapper en kunstenaar onderzoeken de isheid der dingen.

"Dae wat is houdt nooit op te bestaan; dat wat niet is ontstaat nooit. "

Aanvankelijk lijken die twee onderzoekswegen de geese in

.

cwee cegengestelde richtingen re voeren: de eerste ogen­ schijnlijk naar binnen, naar een onderzoek naar de aard van bewustzijn, de tweede ogenschijnlijk naar buiten, naar een onderzoek naar de aard van het bestaan. Als beide partijen

Bewustzijn is niet de achtergrond of kenner van de ervaring,

echrer moedig en eerlijk genoeg zijn en niet ophouden met

ook al is het gerechtvaardigd om dat te zeggen tijdens de eerste fasen van ons onderzoek naar de aard van de werke­

hun onderzoek voordat ze de absolute waarheid van hun ervaring doorgrond hebben, dan zullen ze onvermijdelijk

lijkheid. Bewusczijn is alles wat de ervaring behelst, of liever

tot dezelfde conclusie komen.

gezegd, de ervaring is bewusczijn. Er bescaat alleen maar oneindig bewustzijn dat alleen zichzelf is, alleen zichzelf

Die conclusie kan door de eindige geese wel of niet gefor­

kent en, vanwege de absolute afwezigheid van welke afstand,

muleerd warden als een reeks concepten. Ze kan evengoed

afgescheidenheid of andersheid in zijn eigen ervaring van

de vorm aannemen van een scuk muziek, een schilderij, een

zichzelf dan ook, alleen zichzelf liefheeft.

dans, een gedicht, een daad van welwillendheid of gewoon een glimlach naar een vreemdeling (die op dat moment

Als de soefi's La ilaha ilia /,a zeggen - "Er is geen andere God dan God" - dan bedoelen ze niet dat hun God, Allah,

ophoudt een vreemdeling te zijn). Als ze geformuleerd wordt in woorden, zoals in die boek, zal haar formulering

de enige ware God is in tegenstelling tot de goden van alle

nooit meer zijn dan een vage benadering van de oncdek­

andere religies, zoals vaak verondersteld wordt. Ze bedoelen

king waarop ze betrekking heeft. Maar de ontdekking zelf

ermee dat er nooit werkelijk een geese, persoon, zelf, object

is geen ervaring van de eindige geese of in de eindige geest,

of wereld oncstaat. Geen enkel ding staat op zichzelf Geen

noch wordt ze gekend door de eindige geest. Die ontdek­

enkel ding heeft een eigen bestaan. Hee ogenschijnlijke

king is bewustzijn dat scraalt in zichzelf, als zichzelf, door

bestaan van alle objecten en zelven is ontleend aan Gods

zichzelf, voor zichzelf, en dat zichzelf moduleert tot alle

oneindige, van zichzelf bewuste wezen, oneindig bewust­

vormen van ervaring, maar nooic ophoudt alleen zichzelf re

zijn, ons eigenste intieme, onpersoonlijke zelf, vanuit wiens

zijn, te kennen en lief te hebben.


HOOFDSTUK II

Dewitte gloed der eeuwigheid

I

n Adonai's: An Elegy on the Death ofJohn Keats schreef de dichter Percy Bysshe Shelley: "Het leven bevlekt de witte

gloed der eeuwigheid als een koepel van veelkleurig glas".

Het woord 'bevlekt' betekent in deze context eerder kleurt dan bezoedelt omdat het zijn beeldspraak ontleem aan glas-in-loodramen. Zoals een glas-in-loodraam het licht kleurt dat erdoorheen valt en daarmee de mogelijkheden van her licht zelf zichtbaar maakt, zo breekt de ervaring of de eindige geest het licht van zuiver kennen op in de ogen­ schijnlijke veelheid en diversiteit van de objectieve ervaring, en brengt daarmee een dee! van zijn oneindige potentieel het eindige bestaan binnen. Natuurlijk staat de eindige geest niet los van bewustzijn zoals glas-in-lood losstaat van het licht dat erdoorheen schijnt. De eindige geest is de prismatische activiteit van bewustzijn zelf, aan de hand waarvan zijn oneindige, ondeelbare en onopmerkbare aard opgebroken wordt in

185


een veelheid en diversiteit aan objeccen die gekend worden

Die bewusrzijn-in-hec-lichaam-entiteit staat bekend als

vanuir het perspectief van een ogenschijnlijk subject.

'geese', her ogenschijnlijke subject van de ervaring dat zijn kennende eigenschap ondeent aan zuiver bewustzijn en

In werkelijkheid wordt bewustzijn door geen enkele erva­

zijn ogenschijnlijke beperkingen aan het lichaam. Het

ring gekleurd of bezoedeld. Alleeh vanuit het beperkte en

kennen waarmee de bewusczijn-in-het-lichaam-enciceit zijn

uiteindelijk bedrieglijke gezichtspunt van een afzonderlijk

ervaring kent of waarneemt is zelf niec gelokaliseerd in het

zelf, de hoofdpersoon van de eindige geest vanuic wiens

lichaam, zoals het scherm niet gelokaliseerd is in de figuur

perspectief de ervaring verdeeld lijkt te zijn in twee kern­

in de film vanuit wiens gezichtspunt het landschap gezien

ingredienten - geest en materie - lijkt het leven zijn werke­

wordt. Hee lichaam is gewoon de activiteit die bewustzijn

lijkheid van oneindig, ondeelbaar bewustzijn te bezoedelen

ontplooit om zijn oneindige mogelijkheden in te perken

of te verhullen. Vanuit het gezichtspunt van bewustzijn zelf

door zichzelf te begrenzen in de vorm van de geese en zo de

- dat her enige echte gezichtspunt vormt omdat bewustzijn

manifestatie uic oneindig zijn te halen en naar het eindige

bet 'enige' is dat de ervaring kent - bevlekc de ervaring niet

bestaan te brengen.

zijn eigen werkelijkheid, net zomin als een film her scherm bezoedelt waarop hij verschijnt. Desondanks kan van bewustzijn eigenlijk ook niet gezegd

In onze eigen ervaring is dat gemakkelijk na te gaan.

worden dat het een gezichcspunt heeft; een gezichtspunt is

Niemand heefc ooit een scacisch, afzonderlijk object

precies wat bet afzonderlijke zelf of de eindige geest is, dat

genaamd 'een lichaam' ervaren, of zou dat kunnen ervaren.

wil zeggen, een locatie van waaruic de objectieve ervaring

In onze feitelijke ervaring is het lichaam een stroom van

gekend lijkt te warden. Orn de objeccieve ervaring te

gewaarwordingen en waarnemingen. En zelfs dat klopt

kunnen

niet; een afzonderlijke gewaarwording of waarneming kom

kennen

moet niet-gelokaliseerd,

dimensieloos

bewusczijn een lokaal gezichtspunt, plek of 'punt' innemen

je nooit tegen. We kunnen een gewaarwording of waar­

van waaruit het de objectieve ervaring kan zien, kennen of

neming nooit bevriezen en die op dezelfde manier uic de

waarnemen, en her lichaam is die locacie. Het lichaam is

ondeelbare eenheid van ervaren of kennen halen als dat we,

echter geen object; het is een verschijnsel in de geese, dat

relatief gesproken, in staat lijken een object in de ruimte te

wil zeggen, her is her mechanisme of her middel aan de

isoleren.

hand waarvan en als hoedanig bewustzijn zichzelf lokali­ seerc en dus beperkc, waarbij het een afzonderlijk subject of

De ervaring van het lichaam behelst niets anders dan

een afzonderlijke ervaring lijkt te warden. Vanuit dat

gewaarwording en waarneming; een gewaarwording of

gezichtspunt kan het de objectieve ervaring kennen of

waarneming behelst niets anders clan de ervaring van

waarnemen.

gewaarworden of waarnemen; en de enige substantie die in

186


gewaarworden en waarnemen aanwezig is, is kennen of

over de waarheid of werkelijkheid. Een wereld die bestaat

bewustzijn. Oat wil zeggen, in onze feitelijke ervaring is het lichaam een verschijning in en van de geese, en alles wat de

uit materie is een abstractie, en het is die rampzalige aan足 name die de basis vormt van onze materialistische cultuur

geest behelst is kennen. Alleen het denken abstraheert een

en verantwoordelijk is voor het losmaken van alle objecten

vastomlijnd afzonderlijk object genaamd 'een lichaam' dat

en anderen uit de intimiteit van onszelf, waardoor we in

het beschouwt als iets wat losstaat van het kennen.

sraat zijn om onze omgeving te minachten en te onteren en andere mensen en dieren op liefdeloze en onrechtvaardige

Als het denken een a.fzonderlijk object uit de ondeelbare inti足

wijze re behandelen.

miteit van zuiver kennen geabstraheerd heeft, moet het de substamie benoemen waaruit dat object bestaat. In die zin

Het geloof in een buitenwereld die bestaat uit materie is het

kan materie gedefinieerd warden als her materiaal waaruit

onvermijdelijke gevolg van het geloof in een innerlijk zelf

alles buiten bewustzijn geacht wordt te bestaan. Het feit dat

dat bestaat uit geest. Die twee dingen verschijnen samen als

er niets buiten bewustzijn gekend wordt of zou kunnen

twee zijden van dezelfde overruiging. Daarom zei Ramana

warden, wordt niet als voldoende bewijs gezien om mensen af

Maharshi: "De 'ik'-gedachte is de moeder van de wereld."

ce brengen van hun overtuiging dat er zo'n substantie bestaat.

Hij bedoelde niet letterlijk de gedachte 'ik', rnaar meer dat de eindige geese de moeder van de wereld is. De eerste kennis

Precies hetzelfde geldt voor een fysiek object of de wereld.

die in de eindige geese verschijnt is de kennis over zijn eigen

Alles wat ooit van een object of de wereld gekend wordt of

zijn

zou kunnen warden is de waarneming ervan, dat wil zeggen

daarom zei hij dat de 'ik'-gedachte de wereld schept.

-

wat

geformuleerd wordt als de gedachte 'ik hen' - en

beelden, geluiden, smaken, structuren en geuren. Alles wat van beelden, geluiden, smaken, structuren en geuren

Hetzelfde inzicht wordt tot uitdrukking gebracht in de

gekend wordt is her zien, horen, proeven, voelen en ruiken

Kashmir Shaivitische-traditie, die de wereld beschrijft als

ervan. En alles wat van zien, horen, proeven, voelen en

een uitbreiding van het 'ik', en in de soefitraditie in de uit足

ruiken gekend wordt is het kennen ervan. Dus als we hier als

spraak van Rumi: "Kennis over de wereld is een vorm van

eerlijke wetenschappers op voortborduren en ons gezonde

onwetendheid." Dat is geen uitspraak die het leven ont足

verstand uitsluitend laten leiden door de waarneembare

kent; integendeel, hij bevestigt het leven juist. Rumi zegt

ervaring, dan komen we tot de conclusie dat we nooit een

dat de wereld zien als iets wat bestaat uit dood, inert spul

object of wereld ervaren zoals het denken zich die voorstelt.

genaamd materie dat losstaat van onszelf een ontkenning is van de echte wereld; de wereld zoals die feitelijk ervaren

We zijn niet afhankelijk van wetenschappelijk bewijs om de

wordt bestaat uitsluitend uic het oneindige, ondeelbare

aard van de wereld te kunnen kennen. We hoeven alleen

kennen dat ons eigen zelf is, het zelf dat, in religieuze

maar af te gaan op de ervaring, de enige rechtmatige beslisser

termen, het zelf is van Gods oneindige wezen.

188


Het is dat stralende, lege kennen dat uit vrije wil de 'kleuren' van de ervaring aanneemt door zichzelf te moduleren in alle gedachte- en waarnemingsvormen, maar geen enkele kleur laat een spoor of bezinksel na in zijn wezenlijke natuur. Het leven of de ervaring zelf kleurt de witte schitte­ ring van de eeuwigheid niet. De ervaring is een tijdelijke modulatie van die schittering die haar altijd in haar oor­ spronkelijke oerstaat laat. Geen enkele ervaring laat een spoor na in bewustzijn. Bewustzijn kan niet beschadigd, bewogen, veranderd, verouderd, pijn gedaan, verkleind, vergroot of vernierigd warden door welke ervaring dan

ander moment. Vanuit zijn eigen perspectief verschijnt noch verdwijnt bewustzijn ooit, of beweegt of verandert het ooit. Het is de eeuwige, oneindige werkelijkheid van iedere ervaring. In feite kunnen we nog verder gaan: de enige substantie die in de altijd veranderende verschijningen van de geest aan­ wezig is, is de onveranderlijke aanwezigheid van stralend, leeg kennen of bewustzijn zelf Bewustzijn is alles wat de ervaring behelst. Het is her sfralende, lege kennen dat binnen zichzelf vibreert en straalt in en als iedere ervaring.

oak. We kunnen de regel van Shelley dus parafraseren als

Het zou dus zelfs nog nauwkeuriger zijn om te zeggen: 'Het

'Het leven kleurt, als een koepel van veelkleurig glas, de

leven straa!t, als een koepel van veelkleurig glas, met de

witte schittering van de eeuwigheid': het leven, in de vorm van een veelheid en diversiteit aan objectieve ervaringen, kleurc het licht van zuiver kennen.

witte schittering van de eeuwigheid.' Oat is war de soefi's bedoelen als ze zeggen: "Alleen her aangezicht van God bestaat."

Oat kennen - bewustzijn zelf, Gods oneindige wezen - dat straalt in ieder van ons als het weten 'ik hen' is het gemeen­ schappelijke element in alle ervaringen, zoals licht het gemeenschappelijke element is in alle kleuren, en deelt dus niet de beperkingen van een specifieke ervaring. Het is, in die zin, grenzeloos of oneindig. Het deelt niet de bestem­ ming van zijn modificaties en is dus altijd aanwezig of eeuw1g. Alleen vanuit het perspectief van bewustzijns eigen zelf­ modificatie in de vorm van de eindige geest is bewustzijn tijdelijk en eindig. Vanuit dat beperkte perspectief lijken objecten en zelven een eigen onafhankelijk bestaan te leiden dat op een bepaald moment in tijd en ruimte begint, onder­ hevig is aan verandering, groei en verval, en eindigt op een

r90

I9I


HOOFDSTUK 12

Het vernauwen van bewustzij n

ls

A

bewustzijn de enige werkelijkheid is van alles wat is,

en her zelf geen vorm of beperking heeft, hoe is her dan

mogelijk dat er een vormwereld verrijst? In her evangelic van de heilige Thomas zegt Jezus: "Als mensen u vragen 'Welk teken van uw Vader is in u?', zeg hen dan: 'Het is een beweging en een rust'." De natuurlijke toe­ stand van bewustzijn is eenvoudig rusten in zichzelf en zij n

eigen wezen kennen, maar bet is ook iets natuurlijks voor bewustzijn om te bewegen of vibreren binnen zichzelf. Alle vibratie heeft een specifieke amplitude en frequentie, en die vibratie geeft vorm aan het anders vormloze veld van zuiver bewustzijn. Als eeuwig, oneindig bewustzijn binnen zichzelf gaat vibreren en daardoor een bepaalde vorm aan­ neemt, kent bet niet langer zijn eigen eeuwige en oneindige wezen en verschijnt het aan zichzelf in een eindige vorm. Hee is vergelijkbaar met de manier waarop een leeg, 'onbe­ grensd' scherm verschijnt als een eindig beeld.

193


Die vibrerende verschijning of eindige vorm van bewustzijn is de ervaring of de geest. In die zin zouden we de geest kunnen definieren als de beweging of activiteit van bewustzijn, in plaats van een entiteic op zichzel£ De enige enticeit die er is, als we het al een entiteit kunnen noemen, is bewustzijn zelf. De geest

zijn, dat evenmin handelt of beweegt, de enige substantie die aanwezig is in de activiteit of beweging van de geest. Daarom beweegt bewustzijn zonder te bewegen en handelt het zonder te handelen.

is bewustzijn in beweging; bewustzijn is de geest in rust. ledere ervaring is een beweging van de geest, en de geese - dat wil zeg­ gen, alle den.ken, verbeelden, voelen, gewaarworden en waar­ nemen - is een vibratie van bewustzijn die verschijnt in bewust­ zijn, gekend wordt door bewustzijn en bestaat uit bewustzijn. Bewustzijn is voor de geest of de ervaring wat een van zich­ zelf bewusc scherm is voor een film. Zoals de enige substan­ tie die in de beperkte verschijningsvormen van de film aan­ wezig is her 'onbeperkte' scherm is, zo is bewustzijn de enige substancie die aanwezig is in de eindige ervaring of de geest. En zoals het scherm nooit verdeeld wordt in een veel­ heid en diversiteit aan objecten en figuren in een film, ook al

lijkt dat

het geval te zijn vanuit het perspectief van een

van de figuren, zo is ondeelbaar, oneindig bewustzijn de enige substantie die in de ervaring of geest aanwezig is, ook al lijkt het een veelheid en diversiteic aan eindige, afwnder­ lijke objecten en zelven te omvatten vanuit het beperkce perspectief van een van die zelven. De veelheid en diversiceit van de ervaring of geest is een modulatie van her ondeelbare, ongewijzigde veld van zuiver bewustzijn, zoals de veelheid en diversiteit van de beelden in een film een modulatie zijn van het enkelvoudige, onge­ diversifieerde scherm. En zoals de enige substantie die in de activiteit of beweging van een figuur in een film aanwezig is het scherm is, dac zelf handelt noch beweegt, zo is bewust-

194

Als bewustzijn niets anders bevat dan zichzelf, hoe kan her dan iets anders kennen dan zijn eigen eeuwige, oneindige wezen, zoals een object, persoort of wereld? Het oneindige kan alleen het oneindige kennen; het eindige kan alleen het eindige kennen. Je zou je clan kunnen af­ vragen, als oneindig bewustzijn en de eindige geest elkaar nooit zullen kennen, hoe her mogelijk is dat de ervaring gekend wordc, en door wie, gegeven het feit dat oneindig

bewustzijn alles is wat werkelijk aanwezig is. Met andere woorden, wat is de relatie tussen oneindig bewustzijn en de eindige geest? De vraag verdwijnt als ingezien wordt dat oneindig bewustzijn en de eindige geese niet twee entiteiten zijn die onafhankelijk van elkaar bestaan; de laatste is name­ lijk een tijdelijke modulacie van de eerste. Orn iets eindigs, zoals een object, persoon of wereld, te kunnen kennen moet oneindig bewusczijn ophouden zijn eigen onbegrensde wezen te kennen zoals het is en de vorm aannemen van de eindige geest. Dat wil zeggen, om een object, persoon of wereld die losstaat van zichzelf ce kunnen kennen, moet oneindig bewustzijn zichzelf in tweeen delen en een eindig bewustzijn of geest worden, het afzonderlijke subject van de ervaring, vanuit wiens gezichtspunt het in staat is om een afzonderlijk object te kennen.


De geest is de activiteit aan de hand waarvan het van nature

Alleen in de vorm van de geese kan bewustzijn iets anders

verenigde bewustzijnsveld zichzelf in tweeen lijkt te delen -

lijken te kennen dan zijn eigen onbegrensde, aleijd aan­

een subject dat kent en een object, ander of wereld dat

wezige wezen, zoals een object, ander of wereld. In die zin

gekend wordt - zoals in een droom onze eigen geest zichzelf

is de geese de acciviteit of het voercuig aan de hand waarvan

in tweeen lijkt te delen, waarbij het ene deel de gedroomde

bewustzijn aan zichzelf verschijm als de objectieve ervaring.

wereld worde en het andere het gedroomde subject vanuie

Orn de vorm van de geese aan te kunnen nemen, moet

wiens perspectief hij vervolgens de wereld kem, ook al doee

bewusnijn het richtpunt van zijn kennen vernauwen en

die ogenschijnlijke verdeling van zichzelf zijn eenheid nooit

zichzelf daarmee ogenschijnlijk begrenzen. Als het zichzelf

eche eeniet.

eenmaal begrensd heeft door de activiteit van de geest aan te nemen, lijkt de kennis van zifn eigen eeuwige, oneindige

Iedere ervaring, hoe gewoon of buitengewoon ook, is een

aard genegeerd, verhuld of vergeten te worden, en dat ver­

ervaring van de eindige geese, ook al is oneindig bewustzijn

geten geeft het kennen van de objectieve ervaring - dae wil

de enige substantie die in de eindige geese aanwezig is. De

zeggen, de manifestatie - de ruimte om er ogenschijnlijk te

eindige geese verandert altijd van aanzien, maar zijn wezen­

zijn.

lijke substamie of werkelijkheid blijft alcijd dezelfde, zoals de beelden in een film altijd veranderen, maar hun werke­

Bewustzijn droomt de wereld binnen zichzelf en verliest

lijkheid, het scherm, nooit verandert. De oorspronkelijke,

zichzelf cegelijkertijd in zijn eigen droom, als gevolgwaarvan

wezenlijke en onherleidbare aard van de geese is oneindig

het een afzonderlijk subject of een afzonderlijke ervaring

bewustzijn zelf. Die zou ook de oorspronkelijke of onge­

binnen die droom lijkt te worden, vanuit wiens perspectief

conditioneerde geese genoemd kunnen worden.

de gedroomde wereld gekend kan worden. De subjecc­

De geest staat dus niet los van bewustzijn. In feite bestaat er

oneindige aan zichzelf verschijnt als het eindige. Hee subject

objectrelatie is dus het medium aan de hand waarvan her niet werkelijk een ding of entiteit genaamd 'geest'; alleen

en het object vormen twee zijden van hetzelfde over het

bewustzijn en zijn modulaties bestaan. Bewustzijn kan

hoofd zien, negeren of vergeten van bewustzijn.

nooit iets anders kennen dan zichzelf, want alles wat de ervaring of geese behelst is bewustzijn zelf. Door de vorm

Met andere woorden, de schepping of manifestatie eist een

van de eindige geese aan te nemen houdt bewustzijn nooie

offer; ze heeft een prijs. Bewustzijn moet zichzelf opofferen,

echt op met oneindig bewustzijn zijn en kem het niets

moet het kennen van zijn eigen oneindige wezen negeren,

anders dan zichzelf, zoals een scherm dat het aanzien van

om de manifestatie ogenschijnlijk uit zichzelf te laten om­

een landschap in een film aanneemt nooit ophoudt het

staan.

scherm te zijn.

197


De wereld der objecten is een weerspiegeling van de beper­ kingen die eigen zijn aan het waarnemende subject. Als het ogenschijnlijk afzonderlijke subject van de ervaring echter zijn eigen aard gaat onderzoeken door het kennen waarmee her gewoonlijk de objectieve ervaring kent op zichzelf te richten, wordt het bevrijd van zijn aan zichzelf opgelegde beperkingen en laat het zich herkennen als oneindig bewustzijn. Als het ogenschijnlijke subject zichzelf herkent

wordt van zijn beperkingen, zal hij die beperkingen niet langer meer projecteren op her object, de ander of de wereld die hij kent of waarneemt en zullen die, als gevolg daarvan, oneindig blijken te zijn. Sterker nag, het object, de ander of de wereld zullen niet langer als object, ander of wereld erva­ ren warden, maar als de schittering van Gods oneindige, van zichzelf bewuste wezen.

of 'herinnert' en dus zijn beperkingen kwijtraakt, wordt het corresponderende object evenzeer bevrijd van zijn beper­ kingen, en wordt de enkelvoudige, ondeelbare identiciteit van subject en object duidelijk. Oat is wat Jezus bedoelde toen hij zei: "Ik en de Vader zijn een." Dat wil zeggen, de wezenlijke werkelijkheid van mij­ zelf - het bewustzijn dat in de geest straalt als het weten 'ik hen' of de ervaring van je bewust zijn - en de ultieme werkelijkheid van de wereld - het bestaan zelf - vormen een enkelvoudige, ondeelbare, oneindige werkelijkheid.

Orn de verschijning van het eindige in het oneindige te bewerkstelligen moet bewustzijn de breedte van zijn aan­

dacht inkrimpen of vernauwen. In die zin is het volledige spectrum van de ervaring, van de diepste, zogenaamde onbewuste en onderbewuste lagen van de geest tot de bekende toestanden van waken, dromen en slapen, gebon­

den aan een in toenemende mate vernauwen, beperken of vergeten van de wezenlijke aard van de geest, zuiver bewust­ ZlJn.

Als beseft wordt dat het waarnemende subject een denkbeel­ dige beperking van de ware en enige werkelijkheid van oneindig bewustzijn is, wordt tevens beseft dat de wereld als een ogenschijnlijke veelheid en diversiteit aan objecten die losstaan van het subject evenzeer denkbeeldig is, en straalt zij als bewustzijn zelf, Gods oneindige wezen. Zoals William Blake zei: "Als de deuren der waarneming gereinigd zouden warden, zou alles nen zoals het is: Oneindig.

"*

aan

de mens verschij­

Oat wil zeggen, als de geest

aan de hand waarvan de wereld waargenomen wordt bevrijd

Hoe vindt dat plaats? Vanuit het ultieme gezichtspunt vindt het niet plaats. Er gebeurt nooit iets met bewustzijn, zoals er ook niets met het scherm gebeurt als een film begint. Maar laten we een concessie aan de geest doen en dit vanuit zijn gezichtspunt onderzoeken. Stel je de oor­ spronkelijke geest of zuiver bewustzijn voor, volkomen open en volledig ongericht. Er is alleen sprake van zijn eigen lege, vormloze, dimensieloze aanwezigheid waarin hij zijn eigen eeuwige, oneindige wezen kent. In die open en ongerichte toestand is er in zijn waarnemingsveld geen sprake van enige objectieve ervaring, zoals een volledig

*

Uit The Marriage

ofHeaven and Hell

onscherpe camera geen beeld zal registreren.

199


Als bewustzijn echter in zichzelf begint te vibreren gaat zijn

Bewustzijn ondergaat die toestanden niet, zoals een scherm

vormloze wezen ogenschijnlijke beperkingen aannemen en

nooit de ervaringen van een figuur in een film ondergaat.

lijkt bewustzijn als gevolg daarvan niet langer zijn eigen

Toestanden onrvouwen zich in bewustzijn, op dezelfde

oneindige wezen te kennen en zichzelf in plaats daarvan te

manier als de ervaringen van de figuur zich op het scherm

kennen als een beperkte vorm. Oat kennen van vorm ver­

onrvouwen. Bewustzijn is alles war er aanwezig is om iees re

eist dat bewustzijn zich ergens op richt, een vernauwen van

kennen of re ervaren, en vormt tegelijkercijd de wezenlijke

zijn wijd open, ongerichte kennen toe een beperkre, geleide

aard of inhoud van alles wat gekend of ervaren wordt.

vorm van kennen. Die beperkte, geleide vorm van kennen

Bewustzijn ondergaat dus nooit een toestand, maar vibreerc

is de geese, de ervaring of aandacht. Het richten of ver­

gewoon binnen zichzelf en onrvouwt dan zichzelf binnen

nauwen van bewustzijn haalt de vorm dus uit de mogelijk­

zichzelf. De verschillende toescar'iden vormen verschillende

heid van oneindig zijn naar een eindig besraan toe.

frequenties en amplitudes van zijn eigen activiteit.

Allereerst verschijnen er, als bewustzijn zijn kennen richt of

Zeggen "als bewusezijn zijn kennen richt of vernauwt in de

vernauwt in de vorm van de geesr, ervaring of aandacht,

vorm van de geese" is serikt genomen niet waar, want het

slechrs de meest vage vormen met vrijwel geen gedaance,

suggereerc dat het ogenschijnlijke richten van bewusczijn

kleur of omvang. Maar als bewustzijn zijn richtpunt steeds

plaatsvinde op een bepaald moment in de tijd. De tijd ont­

verder vernauwt en aanscherpc, warden objecten steeds

staat echter alleen ogenschijnlijk als de geest beweegt, en

helderder. Die eoename laat een ervaringsspeccrum ont­

dus kan her bewegen van de geese niet plaatsvinden of

sraan dat beginr bij nauwelijks waarneembare toestanden

beginnen op een bepaald moment in de tijd. De geese

van hee zogenaamde onbewuste en onderbewusce en via de

begint noch eindigt, want als het bewegen van de geese

droomcoeseand doorloopt naar de waakcoestand, waarin de

ophoudt, houdt ook de verschijning van de tijd op.

ervaring het helderst omlijnd is. De geest kent begin noch eind, maar de geest kan dat zelf In geen van deze fasen ontstaat daadwerkelijk een zelf of

nooic begrijpen, want hij legt zijn eigen beperkingen op aan

beweegt zich een zelf door die toeseanden heen, ook al

alles wat hij kent, waardoor hij dat wat in feite eeuwig is

kunnen toestanden, omdat ze objectief zijn, alleen gezien

doer voorkomen als cijd. Als concessie aan de geese die zijn

of gekend warden vanuit hee perspectief van een

ogenschijn­

eigen aceiviceit en aard probeert ce begrijpen, is het dus

lijk subject. Oat subject is geen eneiteit op zichzelf. Hee is hee voertuig aan de hand waarvan bewustzijn zichzelf

gerechrvaardigd om voorlopig te zeggen: ''.A.ls bewustzijn zijn kennen richc of vernauwt in de vorm van de geese ... "

manifesteerc als de objectieve ervaring en die cegelijkertijd ook kent.

1.00

*

1.01


Orn vorm of de manifestatie te kunnen kennen moet

ongericht bewustzijn en aan de hand van een spectrum aan

bewustzijn zijn kennen of aandacht in een bepaalde rich­

toestanden samentrekken tot de waaktoestand, steeds meer

ting sturen. Orn een specifiek object - een gedachte, beeld,

elementen in het bewustzijnsveld buitengesloten worden

gevoel, gewaarwording of waarneming - het ervaringsveld

en daarmee verbannen warden naar de niet waarneembare

binnen te laten komen moet beWtistzijn binnen zichzelf

randgebieden van de ervaring.

samentrekken door zijn kennen te richten en daarmee te begrenzen in de vorm van aandacht. In die zin Iaat de aan­

Met andere woorden, bewustzijn neemt de vorm van de

dacht vorm ontstaan uit het vormloze veld van oneindig

eindige geest aan door het richtpunt of de aandachtssfeer

bewustzijn.

van zijn kennen te vernauwen en de mogelijkheden binnen zijn eigen oneindige veld steeds 'verder buiten te sluiten als

Dat richten van zijn aandacht gaat noodzakelijkerwijs

de objecten van de wereld van de waaktoestand steeds meer

gepaard met het uitsluiten, negeren of vergeten van alles wat

in beeld komen. Orn zichzelf te kunnen kennen is een

zich buiten zijn aandachtsveld bevindt, zoals het feit dat je je

omkering van dat proces nodig, en die wordt bewerkstelligd

momenteel richt op deze woorden ralloze andere ervaringen

door de aandacht minder sterk op iets te richten. Dat proces

uitsluit die als gevolg daarvan aan de rand van je ervarings­

kan geformaliseerd warden in meditatie of gebed, maar het

veld verspreid Iiggen. Het tintelende gevoel in de toppen van

gebeutt oak op de momenten waarop een gedachte of

je vingers bijvoorbeeld ontstond niet op het moment dat je

waarneming ten einde komt - oak al wordt dat vanwege de

deze woorden las. Het was er al die tijd al, maar het werd

korte duur ervan gewoonlijk niet opgemerkt - en als de

overschaduwd door je interesse in die woorden.

geest zich ontspant als hij in slaap valt.

De eindige geest bestaat weliswaar alleen maar uit oneindig

Als bewustzijn zijn aandacht van het object, de ander of de

bewustzijn, maar hij vormt slechts een klein stukje van het

wereld afwendt, zakt zijn vermogen tot kennen geleidelijk

oneindige veld van zuiver bewustzijn dat steeds kleiner

aan terug in zichzelf en wordt het tijdens dat proces in toe­

wordt naarmate het verder condenseett tot de waaktoe­

nemende mate bevrijd van de beperkingen die het zichzelf

stand. Dat wil niet zeggen dat de vorm van de droom- en

had opgelegd om de vorm van de eindige geest te kunnen

de waaktoestand alles is wat er bestaat. De geest kan dat in

aannemen. Als bewustzijn het punt bereikt waarop het zijn

de waaktoestand niet met recht beweren, want zijn eigen

aandacht helemaal verbreedt naar zijn wezenlijke, wijd open,

kennis beperkt zich per definitie tot de verschijnselen die

objectloze toestand, kent het alleen nog zichzelf en geen

zich voordoen in de waaktoestand.

object, ander of wereld meer, zoals er geen beeld meer ver­

Het betekent alleen maar dat als vormen helderder waar­

camera. Er is dan alleen nog sprake van oneindig bewust­

neembaar worden als ze opduiken uit her oneindige veld van

zijn dat zijn eigen vredige, altijd aanwezige en onbegrensde

schijnt via de lens van een volkomen onscherp ingestelde

202

203


wezen kent. Dat wordt ervaren in de diepe slaap, de vervul­

In die context wordt gezegd dat de wereld 'het vergeten van

ling van een verlangen, de tijdloze leemte tussen twee

het zelf ' of 'een droom in Gods geest' is. Als God in slaap

gedachten of waarnemingen, een plotseling moment van

valt, droomt Hij de wereld tot leven.

verhoogde emotie, of een moment van liefde, schoonheid of inzicht. Bewustzijn brengt de manifestatie tot !even door zich uit

Hoe kan oneindig bewustzijn ten aanzien van zichzelf in

vrije wil te beperken in zijn eigen creativiteit en daarmee

slaap vallen of zijn eigen oneindige aard over het hoofd zien

een segment van zijn eigen oneindige vermogen te acmali­

als oneindig bewustzijn niets anders bevac dan oneindig

seren. Met andere woorden, bewustzijn moet in slaap vallen

bewustzijn om zichzelf mee te v�rhullen of beperken?

ten aanzien van zijn eigen oneindige aard om de vorm van de geest aan te kunnen nemen en in die zin zichzelf te

Zoals in een nachcelijke droom iedere geest een nieuw

kunnen manifesteren en regelijkertijd kennen als de wereld.

lichaam creeert, vanuit wiens gezichtspunt de gedroomde

We kunnen dus zeggen dat bewustzijn slaapt als de geest

wereld gekend wordt, en zich er tegelijkertijd mee identifi­

wakker is, en dat bewusrzijn wakker is als de geese slaapt.

ceert, zo verbeeldt oneindig bewustzijn zich in de waak­

Natuurlijk slaapt bewusrzijn nooit; "in slaap vallen ten aan­

toestand dat het ons lichaam is, vanuit wiens perspectief

zien van" betekent in deze context zijn eigen oneindige

het zichzelf en de wereld ervaarc, en idencificeert het zich

werkelijkheid negeren.

ermee. In die zin is de geest de activiteit aan de hand waar­ van

Zoals in de Bhagavad Gita gezegd wordt: "Oat wat dag is

bewustzijn zichzelf beperkt en dus lokaliseert, en is het

lichaam een beeld van dat lokalisatieproces in de geest.

voor de velen is nacht voor de ene, en dat wat nacht is voor

Het lichaam is geen

de velen is dag voor de ene." Als de geest wakker of actief

activiteit die bestaac uic geest - de activiteit aan de hand

object dat bestaat uit macerie; her is een

is, is bewustzijn in slaap ten aanzien van zijn eigen aard

waarvan bewustzijn zichzelf beperkt en lokaliseert.

door de vorm van de eindige geest aan te nemen en zo een deel van zijn oneindige mogelijkheden re manifesteren, dat

Bewustzijn verhult, negeert of vergeet zijn eigen oneindige

wil zeggen, de wereld ogenschijnlijk tor leven te wekken.

aard door zichzelf uit vrije wil de beperkingen van het

Als bewustzijn wakker wordt ten aanzien van zichzelf en

lichaam op te leggen. Bewustzijn valt in slaap ten aanzien

zijn eigen oneindige wezen herkent, lost de geest op of

van zijn eigen aard en droomt dat het de wereld binnen

slaapt hij, en als gevolg daarvan vouwt bewustzijn clan de

zichzelf baart, en lijkt dan, door dat te doen, beperkt te

wereld weer op binnen zichzelf Bewustzijn kan zijn eigen

warden tot en gelokaliseerd te warden als een lichaam in

oneindige wezen kennen, of her verhult zichzelf met behulp

die wereld, vanuit wiens perspeccief het die wereld nu lijkt

van zijn eigen creativiteit en verschijnt dan als de geest.

te kennen. Daarom lijkc de geest, of die zich nu in de

205


droom- of de waaktoestand bevindt, de wereld aleijd ee kennen vanuit het perspeccief van een lichaam; hee is een illusie die zelfs blijft voortduren als de aard van de geese

van de eindige geest. Met andere woorden, het ego - het ogenschijnlijk afzonderlijke ervaringssubject dat in en als het lichaam gelokaliseerd lijkt re zijn - is dat alleen maar van­

herkend is.

uit zijn eigen bedrieglijke gezichtspunt. Alleen als die ogen­

Met andere woorden, bewustzijn gaat zijn eigen verbeel­

zijn iets kennen wat iets anders lijkt te zijn dan hijzelf, dat

dingswereld binnen als afzonderlijk ervaringssubject vanuit wiens gezichtspunt het de· wereld kent, maar door dat te doen verliest het de kennis van zijn eigen eeuwigheid en lijkt het, als gevolg daarvan, tijdelijk en eindig te warden. Hier wordt in de christelijke tradirie naar verwezen als de Zondeval en als onwetendheid - het niet kennen van de werkelijkheid - in de vedantische traditie. Orn die reden wordt er in de vedantische traditie gezegd dae de geese een mengsel is van het kennen dat zuiver bewustzijn roebehoort en de beperkingen die horen bij her lichaam. Wat in die craditie vaak niet duidelijk gemaakt wordt, is dat die ogenschijnlijke beperking van bewustzijn ten behoeve van de manifestatie geen vergissing is die door een of andere kwaadwillende of onwetende kracht van buiten aan bewustzijn is opgedrongen, maar uit vrije wil door bewustzijn aan zichzelf wordt opgelegd om dat wat in potentie binnen zichzelf ligt opgeslagen tot ogenschijnlijke manifestatie te brengen. Het is een daad van liefde, niet een daad van onwetendheid. Daarom zei William Blake: "De

schijnlijke bewustzijn-in-het-lichaam-entiteit kan bewust­ wil zeggen, een object, persoon of wereld. Met andere woorden, de wereld kan alleen maar gekend worden in dualiteit,

binnen een subject-objectrelatie. ·

Bewustzijn moet zichzelf in tweeen delen - een subject dat kent en een object dat gekend wordt - om de schepping te kunnen creeren. Het moet de eenheid van zijn eigen onein­ dige, ondeelbare wezen opofferen en een a&.onderlijk zelf in de wereld lijken te worden dat nu, als gevolg daarvan, zijn eigen onafhankelijke bestaan lijkt te verwerven. Hee inner­ lijke zelf en de buitenwereld vormen dus de onvermijdelij­ ke dualiteit die de manifestatie tot leven brengt. Het zijn twee zijden van dezelfde munt: de ogenschijnlijke verhul­ ling van de werkelijkheid. Omdat het twee ogenschijnlijk afzonderlijke enute1ten zijn, lijken het zelf en de wereld twee verschillende werke­ lijkheden te vertegenwoordigen. De geest lijkt het wezen van het zelf aan de binnenkant te zijn, en materie wordt vanuit het perspeccief van die geest beschouwd als het

eeuwigheid is verliefd op de voortbrengselen van de tijd."*

wezen van de wereld aan de buitenkant. Geese en materie

Ook al worde bewustzijn nooit echt een a&.onderlijk erva­

valt ten aanzien van zijn eigen oneindige werkelijkheid en

ringssubjece, het lijkt her wel te zijn vanuit het perspectief *

Uic The Man-iage ofHeaven and Hell

206

komen dus gezamenlijk tevoorschijn als bewustzijn in slaap hee zelf-in-de-wereld tot !even brengt in zijn dromen. In die zin kennen geese noch materie een eigen afzonderlijk, onafhankelijk bestaan; beide zijn tijdelijke, eindige modu-

207


laties van de enkelvoudige werkelijkheid van oneindig bewustzijn. Het is geen toeval dat psychiaters nooit een ahonderlijke

HOOFDSTUK

13

entiteit genaamd geest gevonden hebben, en natuurkundigen moeten nog steeds materie zien te vinden. Die substanties

Er bestaan geen

zullen nooit gevonden worden, want ze bestaan niet op zich­ zelf. Hun ogenschijnlijke bestaan wordt ontleend aan onein­

bewustzij nstoestanden

dig bewustzijn, Gods oneindige wezen, de enige werkelijk­ heid van alles wat is of lijkt te zijn.

0

nder her macerialistische paradigma dat onze wereld­ cultuur momenteel domineert gelooft men dat de

werkelijkheid onafhankelijk van de geest bestaat, en daarom ook onafhankelijk van bewustzijn, de wezenlijke aard van de geest. Vanuit dat perspectief is materie her maceriaal waar de werkelijkheid van gemaakt zou zijn. De geese, waarvan men veronderstelt dat die een afgeleide is van materie, wordt gezien als een entiteit met een beperkte en vervormde kijk op de werkelijkheid, afhankelijk van de toestand waarin hij zich bevindt. Bewustzijn, als al erkend wordt dat het bestaat, wordt beschouwd als een vluchtige en ongrijpbare eigen­ schap van de geese. Dit paradigma begint dus met de aan­ name van materie en bouwc vervolgens aan een werkelijk­ heidsmodel dat daarop gebaseerd is. Niemand heeft echter ooit materie in afwezigheid van de geese ervaren, of zou dat kunnen ervaren, en dus is deze aanname gebaseerd op een niet-verifieerbare overtuiging.

208


Vanuit het perspectief van bewustzijn is de geest een activi­ teit van bewustzijn zelf, nooit een entiteit op zichzelf, en is de wereld een verschijning in en van de geest. Vanuit het perspectief van bewustzijn vormt het zelf dus de ultieme werkelijkheid van iedere ervaring. Vanuit zijn gezichtspunt ontstaat er nooit echt een individuele geesr of wereld die ieder hun eigen afronderlijke en onafhankelijke bestaan leiden. De wereld is een condensatie in de geest, en de geest

verandering ondergaat - alleen de uiterlijke verschijning ervan verandert

-

zo

blijft bewustzijn constant aanwezig in

de drie toestanden van waken, dromen en de diepe slaap, en veranderr her zelf nooit. De drie toestanden van waken, dromen en de diepe slaap zijn alle drie beperkt, maar bewustzijn, de onderliggende werkelijkheid van de drie coesranden, deelt hun beperkin­

is de activiteit van bewustzijn.

gen niet omdat het de basis van alle drie vormt. Zelfs als je

Zoals een scherm nooit de activiteiten of toestanden mee­

veel werkelijkheidswaarde toe. Her suggereert dat iedere

maakt die door een figuur in de film worden ondergaan,

zegt dat elk van de drie toestanden beperkt is, ken je ze te

zo

toestand een beperkt object is en bewusrzijn het onbeperkte

maakt bewusrzijn nooit de toestanden �an waken, dromen

subject. In feite ondeent iedere toestand zijn ogenschijnlijke

en slapen mee. Alleen vanuit het gezichrspunt van een ein­

bestaan aan het 'enige' dat werkelijk bestaat, bewustzijn zel£

dige geest - die gelooft dat hij zijn eigen onafhankelijke bestaan leidt - wordt ervan uitgegaan dat er een zelf is dat die drie toestanden meemaakt. Vanuit her gezichtspunt van bewustzijn is er geen afzonderlijk, individueel zelf of ego dat door welke roestand dan ook heengaat. Waken, dromen

Als concessie

aan

de geest is her gerechtvaardigd om te

zeggen dat de drie toestanden beperkt zijn en dat bewust­ zijn daarentegen niet beperkt is, of oneindig. Vanuit het perspectief van bewustzijn, her enige echte perspectief, is

en de diepe slaap zijn tijdelijke modulaties van bewustzijn,

bewustzijn de enige substantie die in alle ogenschijnlijke

dat zelf nooit verandert door een van de roestanden die het

toestanden aanwezig is. De beperking van iedere specifieke

zichzelf oplegt.

toestand is dus geen werkelijke beperking, maar slechts een denkbeeldige. De drie toestanden zijn dus alleen maar

Bewustzijn is voor de toestanden van waken, dromen en de diepe slaap war een van zichzelf bewust scherm is voor e-mails, beelden en een egale screensaver, die allemaal het

beperkt vanuit het beperkte perspectief van een van die toe­ standen.

scherm conditioneren op basis van hun eigen beperkingen. Op dezelfde manier leggen de drie toestanden hun eigen beperkingen op aan bewustzijn en laten ze bewustzijn daar­ door verschijnen in een vorm die past bij hun eigen beper­ kingen. En zoals het scherm constant aanwezig is in de e-mail, het beeld en de egale screensaver en zelf nooit enige

210

De drie toestanden van diepe slaap, dromen en waken zijn modulatiefasen van oneindig bewustzijn, waarbij elke toe­ stand een gedeeltelijke en daardoor beperkte blik biedt op de oneindige mogelijkheden van bewustzijn.

21I


De ware waaktoestand - dac wil zeggen, de toescand waarin

beschikken over beperkte kennis en ervaring. Alle gedach­

bewustzijn het meest 'wakker' is ten aanzien van zijn eigen

ten en waarnemingen bestaan weliswaar uit oneindig

werkelijkheid - is bewusczijns kennis van zijn eigen ondeel­

bewustzijn, maar geen enkele gedachce of waarneming kan

bare, oneindige wezen, die in de eindige geese straalt als de

de aard van bewustzijn zelf bevatcen of werkelijk cot uit­

ervaring van je bewusc zijn en die door het denken gecon­

drukking brengen, zoals de totaliteit van het scherm nooit

ceptualiseerd wordc als 'ik' of 'ik hen'. De mate waarin die

als beeld in een film kan verschijnen.

kennis vergeten, genegeerd of verhuld wordt door een van de ogenschijnlijke beperkingen van de drie toestanden van

Er komt een moment waarop de wetenschap tot het inzicht

diepe slaap, dromen en waken staat gelijk aan de mate waar­

zal komen dat het universum geen echt universum is. Ze

in die kennis afwijkt van de absolute werkelijkheid.

zal herkennen dat onbeperkc bewustzijn alles is wat er is. Maar wie of war kan cot dac inzichc komen? Alleen bewusc­

De enige absoluut ware kennis is bewustzijns kennen van

zijn kent bewustzijn. Alleen gewaarzijn is zich gewaar.

zijn eigen wezen, dat in de geese straalt als het weten 'ik

Alleen kennen kent her kennen. Kennis van het werkelijke

hen' of het gevoel er te zijn. Voor alle andere kennis moet

universum is daarom bewustzijns kennis van zichzel£ 'Ik

bewustzijn de vorm van de eindige geese aannemen om

ben' is de aanwijzing voor die kennis in de geest. Het is de

gekend te kunnen worden. Bewustzijn kan alleen maar

geur van Gods aanwezigheid in het hart. Vandaar dat de

verschijnen in de vorm van de eindige geese - of kan de

soefi's zeggen dat iedereen die zijn zelfkent, zijn Heer kent,

eindige geest alleen maar in zichzelf laten neerslaan - door

dat wil zeggen, iedereen die weet wat er met her woord 'ik'

zijn eigen oneindige werkelijkheid te vergeten, over het

bedoeld wordt, kent de ultieme werkelijkheid van her

hoofd te zien of te negeren. De kennis over alle andere

umversum.

dingen dan zichzelf is dus op zijn hoogst relatie£ Tot her moment dat wecenschappers de aard van het sub­ Daarom zal de wetenschap de uiteindelijke aard van het

ject dat bekendstaat als 'ik' gaan onderzoeken, zullen ze

universum nooit ontdekken op basis van de uitgangs­

nooit de aard van het universum onrdekken. Ironisch

punren die het wetenschappelijk onderzoek op die moment

genoeg moet juist de geese die zijn eigen aard gaat onder­

hanteert. Hoe meer de wetenschap het universum onder­

zoeken zelf verdwijnen, en daarom hebben de meeste

zoekt, hoe minder universum ze vindt! Vroeg of laat zal ze

mensen zoveel weerstand tegen het onderzoeken, laat staan

ontdekken dat er geen universum bestaat zoals het denken

onder ogen zien, van de werkelijkheid van de ervaring. Nier

het zich voorstelt of zoals het door de waarneming ervaren

de aard van de wereld vormt een probleem; het is onze

wordt. De wetenschap bestaat uit een reeks waarnemingen

investering in onze eigen afzonderlijke identiteiten die het

en gedachten. Alles wat waargenomen of gedacht wordt, is

zo moeilijk maakt om de glasheldere feiten van de ervaring

per definitie beperkt. Daarom kan de wetenschap slechts

te zien.

212

213


Alie andere kennis dan her weten 'ik ben' vraagt om een ver­

lichaam is een beeld en gewaarwording in de geest van dat

nauwen, beperken of vergecen van oneindig bewustzijn, en

beperken en lokaliseren van bewustzijn.

kan daa.rom op zijn hoogst relatief waa.r zijn. Alie relatieve kennis is alleen waar in de mate waarin ze deel heeft aan de

De eindige geese is een mengsel van oneindig bewustzijn en

absolute waarheid. Vanuit dat perspectief is de waaktoe­

de beperkingen van een ogenschijnlijk lichaam. Ik zeg

stand, waarin de werkelijkheid verschijnc als een veelheid en

'ogenschijnlijk' omdat het lichaarn geen object is dae op

diversiteie aan externe objecten die bestaan uit materie en

zichzelf buiten bewusczijn bestaat. Oneindig bewustzijn,

gekend worden door een innerlijk zelf dat bestaat uit geese,

zuiver kennen, moduleert zichzelf in de vorm van gewaar­

een soon negeren of vergeten van de werkelijkheid. Daarom

worden en waarnemen en verschijnt aan zichzelf als een

wordt het normale perspectief van het subject van de waak­

lichaarn waarin het zichzelf beperkt en lokaliseert als een

t0estand - hee ogenschijnlijk afz.onderlijke zelf waar het

eindige geese.

leven van de meeseen van ons om draait - in de non-duale tradities onwerendheid genoemd.

Alleen vanuit het perspectief van die eindige geese, die ogenschijnlijk binnen in her lichaarn leeft, kan bewustzijn

Onwetend zijn in die betekenis is niet dom zijn, zoals her

een veelheid en diversiteit aan objeceen genaamd 'de wereld'

woord in onze cultuur meestal suggereert. Nee, her verwijst

kennen. Dat is wat Wordsworth bedoelde toen hij zei:

naar een geestestoestand waarin de werkelijkheid van de

"Onze geboorte is niets dan een slaap en een vergeten.

ervaring genegeerd, over het hoofd gezien ofvergeten wordt

Hee ware ontwaken is dus niet ontwaken als lichaam in een

en het daarmee corresponderende gevoel een afronderlijk,

wereld. Het is ontwaken als bewustzijn dat alleen zijn eigen

eindig zelf re zijn, met zijn bijbehorende gevoel van ver­

oneindige, ondeelbare werkelijkheid kent.

"*

vreemding en conflict, het meest echt lijkt. In die context wordt er binnen die tradities gezegd dat onwetendheid de bron is van alle psychologische lijden. Als we in slaap vallen begint de helderheid en precisie van Orn de waaktoestand te laten plaatsvinden - dat wil zeggen,

de waaktoestand op te lossen. De aandacht of geese begint

om oneindig bewustzijn de activireit van de geese te laten

terug te zakken in zijn bron en wordt steeds meer bevrijd

oproepen en aan zichzelf te laten verschijnen in de vorm

van zijn kenmerkende eigenschappen en daarmee van zijn

van een veelheid en diversiteit aan objecten en zelven -

beperkingen. Daarom zijn de natuurkundewetten in de

moet oneindig bewustzijn zelf her kennen van zijn eigen

droomtoestand losser clan in de waaktoestand, en zijn de

oneindige wezen over het hoofd lijken te zien en daardoor een tijdgebonden, eindige geese lijken te worden. Het

*

William Wordsworth - 'Intimations oflrnmortalicy from Recollections of Early Childhood', Poems in Two Volumes (1801).

214

215


grenzen en verdelingen tussen objecten en zelven niet zo

oneindig bewustzijn maar vormt hij altijd slechts een niet

scherp omlijnd.

op te delen modulatie van het enkelvoudige, ondeelbare bewustzijn waarin hij verschijnt en waaruit hij bestaat.

In feite vallen we niet echt in slaap of gaan we een droom­ coestand binnen. Er is niet werkelijk een afzonderlijke, ein­

Er bestaan geen eindige geesten! De eindige geest is een

dige entiteit of zelf aanwezig in de droom- of waaktoestand.

illusie die het denken zich inbeeldt. Alle illusies bevatten

De enige entiteit die er is - als we het al een entiteit kunnen

echter ook een zekere werkelijkheid. De werkelijkheid van

noemen - is bewustzijn. 'We' zijn altijd aanwezig, onbegrensd

de eindige geest is oneindig bewustzijn, zoals de werkelijk­

bewustzijn. Sterker nag, er is zelfs geen 'we' - een veelheid

heid van een beeld het scherm is.

aan zelven - aanwezig in oneindig bewustzijn: 'we' worden alleen als een veelheid aan afzonderlijke zelven beschouwd

Er bestaat slechts een 'ik', het oneindige, ondeelbare 'ik'

vanuit het bedrieglijke gezichtspunt van een van die ogen­

van zuiver bewustzijn of Gods oneindige wezen, dat zich­

schijnlijke zelven, zoals de vele figuren die in onze nacht­

zelf weerspiegelt door middel van de activiteit van zijn

droom voorkomen alleen maar een individueel bestaan

eigen creativiteit en aan zichzelf, in zichzelf, als zichzelf

lijken te leiden vanuit het perspectief van het ogenschijnlijk

verschijnt in de vorm van een ogenschijnlijke veelheid en

afzonderlijke subject in de droom. Vanuit het perspectief

diversiteit

van altijd aanwezig, onbegrensd bewustzijn zelf is het nooit

hoe Gods oneindige wezen eruitziet als het gezien wordt

verdeeld in een veelheid en diversiteit aan zelven of geesten.

vanuit het perspectief van een ogenschijnlijk afzonderlijk

aan

objecten, zelven en anderen. De wereld is

subject. Zoals, relatief gesproken, iedere individuele, beperkte geest de vorm aanneemt van talrijke gedachten en waarnemingen

Bewustzijn gaat nooit een toestand binnen en wordt nooit

maar altijd een enkele, ondeelbare geest blijft, zo neemt

iets anders clan zichzelf. Het lijkt gewoon samen te trekken

bewustzijn de vorm aan van talrijke eindige geesten maar

en te ontspannen, of, juister uitgedrukt, scherp en onscherp

blijft het altijd enkelvoudig, ondeelbaar, altijd aanwezig en

te worden als een cameralens. De toestanden van waken,

onbegrensd.

dromen en slapen, en alle andere toestanden die ervaren kunnen warden, vormen allerlei gradaties van dat scherp en

En zoals geen enkele gedachte of waarneming binnen welke

onscherp stellen. Als een camera volledig onscherp is kun je

ogenschijnlijk individuele, eindige geest clan ook ooit een

er niets mee zien, maar als de lens in toenemende mate

afzonderlijke eigen status bereikt maar altijd alleen maar

scherp wordt gesteld beginnen er objecten uit het ongemo­

een modificatie is van de enkelvoudige, ondeelbare geest

duleerde beeld tevoorschijn te komen die in beeld brengen

waarin hij verschijnt, zo bereikt geen enkele individuele geest

wat er al was maar niet gezien kon worden.

ooit een afzonderlijke, onafhankelijke eigen status binnen

216

217


Op dezelfde manier bestaat alles eeuwig in oneindig

verschijnen. Met andere woorden, de manifestarie heeft een

bewustzijn, op een manier die de geest onmogelijk kan

prijs. Hoe grocer de amplitude en frequentie van bewust­

begrijpen. Het geleidelijk scherpstellen van bewustzijn - de

zijnsvibratie binnen zichzelf is, hoe duidelijker omlijnd en

activiteir die bekendscaat a1s de geesr - brengt de voordien

dus hoe ogenschijnlijk afzonderlijker de vormen zijn die

onscherpe en daarom oncoegankelljke inhoud van bewust­

her aanneemt.

zijn ogenschijnlijk tot leven. Her spectrum aan roestanden dat voortkomt uit dar concre­ Vanuit het gezichtspunc van de waakcoestand zijn de uit­

ter worden van bewustzijn loopt van de meesr subciele

eindelijke werkelijkheid en alle andere coestanden die eraan

archetypische vormen die door alle geesren in her colleccieve

voorafgaan minder echr in de mate waarin ze ervan afwijken.

onderbewustzijn worden gedeeld tot de ogenschijnlijk

De droomtoestand wordt dus a1s een illusie beschouwd

afzonderlijke vormen van de geest in de waakroestand, waar­

vanuit het gezichtspunt van de waaktoestand. Op dezelfde

in her gevoel van afgescheidenheid her grootst is. Her is

manier worden de nier waarneembare geestesvelden die aan

echrer alleen maar vanuit her gezichtspunc van de geest dat

de droomcoestand voorafgaan - her persoonlijke en collec­

bewustzijn in toenemende mate verhuld wordt door het ver­

rieve 'onderbewuste' - en waaruit de droom- en waaktoe­

nauwen van zijn aandacht; vanuit zijn eigen gezichtspunc is

standen tevoorschijn komen, vanuit het beperkte gezichts­

er altijd alleen maar sprake van zijn eigen wijd open wezen.

punc van de waaktoesrand als nog onwerkelijker dan de droomtoesrand beschouwd.

In de waakcoestand is de afzonderlijkheid en her anders zijn van vormen, hun 'niet-bewustzijn-heid' her meest overtui­

Er bestaan echter geen duidelijke scheidslijnen mssen al die

gend, zo overtuigend zelfs dac ze lijken te besraan uit een

coestanden. Ze vormen een continuum dat verschijnc in

volkomen andere subsrantie. 'Materie' is de naam die her

bewustzijn, gekend wordt door bewusrzijn en besraat uit

denken aan die substantie geefr, en die her definieert als

bewusrzijn, waarin bewusrzijn zelf binnen zichzelf vibreert

alles wat buiten bewustzijn vale of anders dan bewustzijn is.

en in toenemende mate het veld van zijn aandacht ver­

Hee feit dat niemand ooir iets buiren bewusrzijn gevonden

nauwt door verschillende vormen of geestestoestanden aan

heefr of ooit zou kunnen vinden, heefr de meeste mensen

re nemen.

in her algemeen en wetenschappers en filosofen in her bij­ zonder er nooit van weerhouden om te geloven dat materie

Door zijn aandacht te vernauwen lijkt bewustzijn steeds

de ultieme werkelijkheid van her universum is, ook al beginr

meer voor zichzelf verborgen te worden naarmate de vormen

dat nu te veranderen.

van de eindige geese zich duidelijker aftekenen met het verschijnen van de waaktoestand, zoals een scherm steeds

De waaktoestand is, voor zover we weten, bewustzijns

meer verhuld lijkr te worden naarmare er meer beelden op

meesr samengerrokken of beperkte vorm of roestand, maar

218

219


niets wijst erop dat er geen andere geesrestoestanden zou­ den kunnen bestaan die nog beperkter zijn clan de waaktoe­ stand. We kunnen speculeren dat als bewustzijn nog verder

zou samentrekken clan het nauwe richtpunt van de waak­ toestand, de vormen waarin het zou verschijnen dan nog dichrer zouden worden, waardoor ze volledig donker of onzichtbaar zouden warden - een soorr superwaaktoestand waarvan de inhoud zich buiten de waakroestand bevindt, zoals de inhoud van de droomtoestand en het persoonlijke en collectieve onderbewuste eraan voorafgaan.

minder sterk samentrekt, de-lokaliseert of ontspant in zich­ zelf warden de vormen die het aanneemt minder beperkt en komen ze dus dichter in de buurt

van

de 'uiteindelijke

vorm' van bewustzijn, die geen grenzen kent en daa.rom ook geen duidelijke omlijning. Als het richtpunt van bewustzijn ontspannen is in de droomtoestand heeft bewustzijn toegang tot een grater dee! van het torale veld van zijn eigen activireit dan her gewoon­ lijk in de waaktoestand heeft. Toth dringen er voortdurend delen van dat bredere geestesveld binnen in de helderder omlijnde vormen van de waaktoestand en veroorzaken ze er verstoringen. In hun mildste vorm kunnen die binnendrin­

Als we de andere kant op gaan, vinden we geen duidelijke scheidslijn tussen de waak- en de droomtoestand. De over­ gang van waken naar dromen is een geleidelijk verzachten of ontspannen van het richtpunt

van

de aandacht. Als

gevolg van dat verzachten van het richtpunt is het moge­ lijkhedenveld in de droomroestand groter dan in de waak­ toestand. Bewustzijn moet zichzelf nog steeds lokaliseren als een lichaam om de gedroomde wereld te kunnen erva­ ren, en daarom ervaren we de gedroomde wereld altijd van­ uit het perspectief van een lichaam in de droom. Maar in de droomtoestand is die zelflokalisatie losser dan in de waaktoestand. De wereld die het gedroomde subject ervaart is dienovereenkomstig minder helder omlijnd, waardoor er

gingen op een positieve manier gevoeld worden als inttiitie of een diep gevoel van verbondenheid tussen mensen, dieren en objecten. Ze kunnen ook op een negatieve manier ver­ schijnen als verontrustende emoties die uit de diepte van

ons wezen tevoorschijn lijken te komen en onze gedachten, activiteiten, relacies en gedrag in de waaktoestand infiltreren en beYnvloeden op een manier die meestal buiten ons begripsvermogen of onze controle ligc. Een vergelijkbare ontspanning of expansie in het geestesveld vindt plaats in meditatie, waardoor voorheen genegeerde of onderdrukce inhoud vanuit het bredere geesresmedium cot onze ervaring kan doordringen. Orn die reden is de aanvan­

sprake is van meer ervaringsmogelijkheden.

kelijke meditatie-ervaring van sommige mensen niet zo

In de droomtoestand heeft bewustzijn toegang tot een

Alleen als we verder gaan clan die diepere lagen van de

breder segment van zijn oneindige mogelijkheden dan in de dichtere, helderder omlijnde waakroestand. Als bewust­

zijn in de overgang van de waak- naar de droomroestand

220

prettig en vredig als ze misschien zouden verwachten! geest, dat wil zeggen, alleen als bewustzijn in voldoende mate ontspannen is gaat de vrede die eigen is aan onze ,

ware natuur en achter of onder al die geestesbewegingen

221


ligt stralen via de inhoud van de geest en doordrenkt ze hem met haar geur van vrede en vreugde. Zoals voorheen ontoegankelijke gebieden binnen het bredere geestesmedium in de waaktoestand doordringen tot onze ervaring als dat medium op natuurlijke wijze ontspant bij het in slaap vallen of als ze opgewekt warden door medita­ tie,

w

begint de vrede die sluimert in de kern van bewust­

zijn zelf op den duur de geese binnen te dringen en hem te doordrenken met zijn kalmte en tevredenheid, en lost hij

voorheen duistere lagen van verkramping en afgescheiden­ heid de objectieve ervaring binnensijpelen. Daarom hebben

we nooit de neiging om die gevoelens te vermijden of te omzeilen. Ze voelen als ons chuis. Ze voelen als ons geboorte­ recht. Ze zijn ons geboorterecht! De herkenning van onze ware natuur - de herkenning ervan door zichzelf - zal ons lijden alcijd verkleinen, oak al zal de mate waarin en de

snelheid waarmee dat gebeurt in de meeste gevallen bepaald warden door de dichtheid van onze vroegere conditio­ nermg.

geleidelijk aan de restanten van onbehagen, conflict en afgescheidenheid erin op. Oat wordt meestal her eerst in de waaktoestand gevoeld, maar als de vrede van onze ware natuur het geestesmedium steeds dieper binnendringt warden ook de droomtoestand en de diepe slaap er op den

Omdat het lichaam een dichtere geestesvibratie vormt dan onze gedachten en gevoelens, heeft het meestal meer tijd nodig om doordrenkt te worden met de vrede van onze ware natuur, maar op den duur begint zelfs het lichaam

duur door be"invloed.

gekoloniseerd te raken door het licht van bewustzijn. Dae

Een geest die gewend is om in meditatie regelmatig terug te

ligheid en openheid. Toen een bekende zenmeescer door

keren tot zijn essentie wordt in toenemende mate toegan­ kelijk voor haar licht en wordt als gevolg daarvan geleidelijk aan gedeconditioneerd van de overblijfselen van de afge­ scheidenheid die hem vele jaren lang gedomineerd hebben. Als gevolg daarvan maken onrust, angst, neurose en het gevoel van afgescheidenheid en gemis plaats voor de gevoe­ lens van vrede, vreugde en verbondenheid met andere men­ sen, dieren en de omgeving die erbij passen, en op den duur laat die verandering haar effecten zien in ons gedrag, onze activiteiten en onze relaties. Die gevoelens van vrede, vreugde en verbondenheid zijn in feite geen nieuwe gevoelens. Het zijn gewoon de eigen­ schappen die eigen zijn aan onze wezenlijke aard en via de

222

leidt tot een diepe ontspanning en een toename in gevoe­ een van zijn leerlingen aan zijn doodsbed gevraagd werd: "Hoe is het nu voor u, Meester?", antwoordde hij: "Alles is prima, maar het lukt mijn lichaam bijna niet meer om overeind te blijven!" Zijn geese was weliswaar helder, maar in zijn wijsheid en nederigheid had de zenmeester wel in de gaten dat er nag steeds wat restjes in zijn ervaring aanwezig waren die nog gekoloniseerd moesten warden door het licht van bewustzijn. De diepere lagen van het afzonderlijke zelf warden gevormd als een netwerk van gevoelens en gewaarwordingen die het lichaam doordrenken en vervullen met een gevoel van zwaarte, ondoorzichtigheid, ongevoeligheid, afgestompt­ heid, neerslachtigheid en met name afgescheidenheid van

223


anderen en de omgeving. In de meesce gevallen overleven

ze de aanwezigheid ervan en geven ze iecs van zijn schoon­

die gevoelens van zwaarce en afgescheidenheid de herken­

heid a.f, een schoonheid die de geest onmogelijk kan kennen

ning van onze ware natuur en is er een volgend proces

of bevatten.

nodig om die aan het lichc te brengen en op te lossen. Zulke gevoelens zijn immuun voor rationele analyse. Daarom is het geschreven woord niet het ideale medium om ze te onderzoeken.

*

In meditatie wordt de geese gevoelig en open; tenminste, dat is hec gezichtspunt van het inqividu. Het zou echter juister zijn om te zeggen dat in meditatie de activiteit van bewustzijn - de geese - ontspant, de vormen die her aan­ neemt op overeenkomstige wijze minder helder omlijnd zijn, en dat de grenzen tussen die vormen dus minder dui­ delijk worden en op den duur volledig oplossen. Daarom ontwikkelen mensen die al lange tijd mediteren vaak een zekere mate van gevoeligheid ten aanzien van objecten, dieren en anderen die zichzelf op liefdevolle en meedogende wijze tot uitdrukking brengt. Als meditatie zich verdiept, wordt de helderheid en gevoelig­ heid van bewustzijn die er eigen aan is niet !anger verdoofd of verhuld door zijn eigen activiteit. Mensen en objecten worden dan coegankelijk voor het licht van bewustzijn en verbergen het niet meer maar stralen mee. Zo verkondigen

*

Iedereen die dcze verborgen gebleven afgeschcidenheidsresten in het lichaam dicper wil onderzocken verwijs ik graag naar mijn verzameling meditaties Transparent Body, Luminous World - The Tantric YtJga ofSensation and Perception, uitgcgeven door Sahaja Publications.

224


HOOFDSTUK 14

Wordsworth en het verlangen naar god

0

fschoon het non-duale inzicht in her Oosten vrijer tot uitdrukking werd gebracht clan in het Westen als

gevolg van de onderdrukking ervan door de kerk, zijn er in de westerse literatuur vele voorbeelden van te vinden. Een

Tekenen van onsterfelijkheid in herinneringen aan de vroege jeugd*,

zo'n voorbeeld is William Wordsworth's gedicht met name in het vijfde couplet:

Onze geboorte is slechts een slaap en een vergeten: de Ziel die samen met ons verschijnt, de Ster van ons leven, komt ergens anders vandaan, en komt van verre: niet in volledige vergetelheid, en niet in volkomen naaktheid, maar achter wolken van zaligheid aan komen we van God, die ons thuis is: *

Uit Poems, in Two Volumes.

227


de hemel ligt om ons heen in onze kindertijd! Schaduwen van het gevang beginnen de opgroeiende Jongen te omsluiten, maar hij ziet nog het licht, en vanwaar het stroomt. Hij ziet het in zijn vreugde; de Jongeling, die elke dag verder van het Oosten moet reizen, is nog steeds de priester der Natuur, en door het grootse visioen wordt er onderweg over hem gewaakt; ten slorte ziet de Man het wegsterven en vervagen in het licht van alledag. Wordsworth's gebruik van het beeld van de geboorte van een kind en zijn latere opgroeien naar de volwassenheid kan opgevat warden als een poetische analogie van de geboorte van de eindige geest uit onbegrensd bewustzijn. Die cyclus van kinderrijd tot volwassenheid is oak van toe­ passing op de vierentwinriguurscydus van het opkomen en weer verdwijnen van de waaktoestand. In die zin kan 'Onze geboorte' gezien warden als her opkomen van de waaktoe­ stand vanuit het veld van oneindig bewustzijn, dat Words­ worth beschrijft als "een slaap en een vergeten". Bewustzijn is zich van nature bewust van zichzelf. Het is simpelweg zijn natuur om zijn eigen eeuwige, oneindige, van zichzelf vredige en onvoorwaardelijk vervulde wezen te kennen. Het oneindige kan echter alleen het oneindige kennen; het eindige kan alleen maar gekend warden door het eindige. Orn een beperkte vorm of manifestatie te kunnen kennen moet bewustzijn daarom niet !anger onein­ dig lijken te zijn en de vorm aannemen van de eindige geest, het beperkte subject of de beperkte kenner vanuit

228

wiens perspectief de objectieve ervaring gekend kan warden. Bewustzijn neemt de vorm

aan

van de eindige geest door

zichzelf te beperken tot en te lokaliseren in het lichaam. In die zin is het lichaam het voertuig aan de hand waarvan oneindig bewustzijn een eindige geest of afzonderlijk zelf wordt. De naam die het afzonderlijke zelf zichzelf geeft is 'ik'. Het is geen coeval dat alle afzonderlijke zelven weliswaar door anderen gekend warden

aan

de hand van allerlei

namen, maar dat alle afzonderlijke zelven zichzeljkennen als 'ik', een onbewuste herkenning van het feit dat in de kern van alle eindige geesten hetzelfde oneindige, ondeelbare bewustzijn straalt, waarvan alle ogenschijnlijk afzonderlijke zelven slechts gedeeltelijke weerspiegelingen vormen. Daar­ om is 'ik ben' de eerste ware uitspraak die alle afzonderlijke zelven over zichzelf kunnen doen, een uitspraak die getuigt van de zijnskennis die te alien tijde in alle geesten straalt, ongeacht de omstandigheden, situatie of geestestoestand. En daarom ook wordt her weten 'ik ben' beschouwd als een toegangspoort waar her afzonderlijke zelf doorheen gaat op zijn terugweg naar zijn thuis in zuiver bewustzijn, en dezelf­ de toegangspoort waar oneindig bewustzijn doorheen gaat als het de andere kant op gaat en de vorm van de eindige geest aanneemt. Oat ogenschijnlijk beperkte zelf of ego is de "Ziel" waar Wordsworth her over heeft. Hee baken van bewustzijn waar de eindige geest ornheen draaic scraalt - "de Ster van ons !even" - als 'ik' in het centrum van iedere ervaring. Dar 'ik' behoorr echter niec tot, noch deelt het de grenzen of bestemming van de eindige geest. De eindige geest ontleent het kennen waarmee hij zijn ervaring kent aan oneindig


bewusrzijn, het enige bewustzijn dat er is. De ziel of het

In de waakroescand verlangen alle geesten, als ze de vrijheid

afzonderlijke zelf "komt ergens anders vandaan, en komt

en vrede waaruit ze zijn opgekomen in zich aanwezig

van verre". Hij "komt van" oneindig bewustzijn. Hij is een

voelen, ernaar om bevrijd te worden van hun beperking of

samentrekking binnen eeuwig, oneindig bewustzijn of, in

afzonderlijkheid en terug te keren naar hun 'thuis' van

religieuze termen, Gods oneindige wezen. De ziel of her

oneindig bewustzijn, Gods wezen. Dae verlangen om

afzonderlijke zelf is een krisrallisatie van her oneindige veld

bevrijd te warden van zijn beperkingen is her verlangen dar

van zuiver bewustzijn, een droom in Gods geese, waar het

her ogenschijnlijk afzonderlijke zelf voelt naar geluk, inri­

zijn bestaan en zijn gevoel van 'ik'-heid aan oncleenr.

mireit en liefde.

In de eerste fasen waarin het afzonderlijke zelf vers uit oneindig bewustzijn tevoorschijn komt is het echter nog steeds verzadigd van de geur ervan, dat wil zeggen, verzadigd

Wordsworth gaat verder en beschrijft het verschijnen van

van Gods aanwezigheid. Vandaar dat Wordsworth zegt:

de eindige geest als een verdere samentrekking of restrictie

"niet in volledige vergetelheid, en niet in volkomen naakt­

van oneindig bewustzijn, een dieper vergeren of negeren

heid, maar achter wolken van zaligheid

komen we van

van zijn eigen eeuwige natuur: "Schaduwen van her gevang

God, die ons thuis is". Als het eindige zelf beginc re kristal­

beginnen de opgroeiende Jongen te omsluiten''. En toch

aan

liseren uit Gods oneindige wezen houdt het de herinnering

sijpelt bewustzijns kennen van zijn eigen eeuwige wezen in

aan zijn eigen eeuwigheid in zichzelf vasr.

die fase nog steeds door in de ervaring als herhaaldelijke geluksmomenten. De ervaring is nog steeds ontvankelijk

Daarom zijn die toestanden, als de dunne sluier van de

voor en wordt doordrenkt met Gods oneindige wezen,

nietsheid, die bewusczijns kennen van zijn oneindige wezen

waaruit ze revoorschijn stroomt: "Hij ziet nog het licht, en

in de diepe slaap verhult, zichzelf gaar diversifieren en ver­

vanwaar her stroomt. Hij ziet het in zijn vreugde".

menigvuldigen als de droom- en de waaktoestand, nog steeds toegankelijk voor het licht van bewustzijn en dus

Het geluksgevoel van de jongen is de ervaring van her vrije

verzadigd van de vrede ervan. Daarom worden de vroege

en van zichzelf vervulde licht van oneindig bewustzijn dat

ochtend, voordat de vormen van de waaktoestand volledig

zich moduleert in en als zijn eigen geest. Maar in feite is het

gekriscalliseerd zijn, en de avond, als hun ogenschijnlijke

niet de jongen die geluk, Gods oneindige wezen, ervaart;

concreecheid begint op te lossen in de vloeibaarheid van de

een persoon kan Gods wezen niet ervaren. Alleen Gods

droomtoestand, beschouwd als gunstige tijden voor medi­

oneindige wezen kan Gods oneindige wezen kennen. Alleen

tatie, waarin de natuurlijke cydus van opkomst en onder­

oneindig bewustzijn kan oneindig bewustzijn kennen, want

gang samenvallen met het verlangen van de geese om terug

er is geen ander zelf of andere entiteit aanwezig om her te

te zakken in zijn bron.

kennen of niet te kennen. De persoon is gewoon een denk-


beeldige beperking van bet oneindige en enige wezen dat

In de droomtoestand begint die sluier zichzelf te diversifieren

er is.

en verschijnt hij als gevolg daarvan als een veelheid en diversiteit aan losjes samengestelde objecten en zelven die

Zoals Balyani zei: "Niemand ziet Hem behalve Hijzelf,

alleen in de waaktoestand als ogenschijnlijk onafhankelijke

niemand bereikt Hem behalve Hijzelf en niemand kent

enticeiten geconcretiseerd worden, zoals van het scherm

Hem behalve Hijzelf. Hij kent zichzelf door middel van

van een laptop gezegd kan worden dat het zich eerst dun­

Zichzelf en hij ziet Zichzelf door middel van Zichzelf.

netjes verhult in de vorm van een lege screensaver die zich

Niemand behalve Hij ziet Hem."

vervolgens verder opdeelt in e-mails en beelden.

Orn zichzelf te kunnen kennen hoeft bewustzijn niet in de

Van de waaktoestand, waarin �bjecten en zelven op hun

geese re verschijnen of de vorm van een geese aan te

duidelijkst en in hun meesc afumderlijke vorm aanwezig

nemen. Hee kent zichzelf door zichzelf, in zichzelf, als

zijn, kan gezegd worden dac hij hec verse van bewustzijn

zichzelf. De geese van de jongen, die zichzelf kent als 'ik',

verwijderd is naarmate hij steeds verder binnen zichzelf

is een lokalisatie of samentrekking van bewustzijn, het

samentrekc en de vormen van de ervaring aanneemt. Op

ware en enige 'ik', die bewustzijn zichzelf uit cigen vrije

dezelfde manier kan het verdwijnen van de objectiviteic,

wil oplegt om cen segment van zijn cigen oneindigc moge­

zodra we van de waak- naar de droomtoestand gaan, en van

lijkheden te actualiseren of te realiscrcn in de vorm van de

de droomtoestand naar de diepe slaap, gezien worden als

ervaring van de wereld van de jongen. In die zin is de

een steeds dunner worden van bewustzijns verhulling van

jongen een proces of een activiteit die bestaat uit geest,

zichzelf.

geen object dat bestaat uic materie, aan de hand waarvan bewusczijn zichzelf filcert om een wereld ce kunnen erva­

Die wordt echter alleen maar gezegd als concessie aan het

ren. De jongen is het voertuig met behulp waarvan God

afwnderlijke zelf dat lijkt te ontstaan als de droom- en

zichzelf kent als de wereld.

waaktoestanden verschijnen. Vanuit hec perspectief van

Het uit oneindig bewustzijn opkomen van de toescanden

het enige dat echt is - verhult geen enkele toestand zich

bewustzijn - en natuurlijk is het perspectief van bewustzijn van de diepe slaap, het dromen en het waken kari gezien

ook maar in de geringste mate, op dezelfde manier dat,

worden als een steeds sterkere verhulling van bewustzijn. In

vanuit het gezichtspunt van een van zichzelf bewust scherm,

de diepe slaap ligt er een dunne sluier van nietsheid of

geen enkel beeld, hoe duister, onrustig of divers ook, het

oningevuldheid over de vrede die eigen is aan onze ware

scherm op enige manier verhult.

natuur. Die sluier is niet dik genoeg om de vrede die eigen is aan onze ware natuur aan ons oog re onttrekken, en daar­

Met andere woorden, het verhullen van bewustzijn is alleen

om wordt de diepe slaap ook ervaren als vredig.

maar echt vanuit het beperkte en uiteindelijk bedrieglijke

233


perspectief van een afzonderlijk zelf dat lijkt te ontstaan als

'uitstorting' van zichzelf in zichzelf om zo de eindeloze

die toestanden verschijnen. Onwetendheid is dus alleen

stroom van zijn eigen oneindige mogelijkheden in een

toepassing op het ogenschijnlijk afzonderlijke zelf.

vorm te realiseren en te manifesteren, en daarvan te kunnen

nooit op bewustzijn, en daarom wordt er in de vedantische

genieten. De diepere betekenis van het woord maya is

van

rraditie gezegd dat onwetendheid niet werkelijk bestaat. In

'creativiteit', het proces aan de hand waarvan bewustzijn

die zin wordt het niet onwetendheid maar de illusie van

zichzelf manifesteert als een steeds veranderende ervarings­

onwecendheid genoemd.

srroom zonder ooir op te houden alleen zichzelf te zijn en re kennen. Met andere woorden, het verhtillen van bewustzijn bestaat

Het woord maya wordr in de non-duale tradities gebruikt

alleen vanuit het perspectief van het afzonderlijke ervarings­

om her vermogen van bewustzijn te beschrijven om een

subject. Vanuit het perspectief van een afZonderlijk zelf is

vorm aan te nemen waarmee her zichzelf lijkt re beperken.

maya een illusie; vanuit het perspectief van bewustzijn is ze

Het is de macht die een scherm bezit om als landschap te

een uitdrukking van de vrijheid en creativiteit die eigen aan

verschijnen en zichzelf ogenschijnlijk te verhullen met

hem is, aan de hand waarvan zijn nooit veranderende

behulp van zijn eigen creativiteit. Vanuit dat perspectief

werkelijkheid verschijnt in de vorm van de steeds verande­

wordt maya vaak vertaald met 'illusie', dat wil zeggcn, als

rende ervaring. Zoals Balyani zei: "Zijn sluier is Zijn een­

het vermogen van oneindig bewustzijn, het van zichzelf

heid, want niets anders verhult Hem dan Hijzelf. Zijn eigen

bewuste scherm, om te verschijnen als iets anders dan

wezen verhult Hern. Zijn wezen wordt onvoorwaardelijk

zichzelf, dat het nu kent vanuit het perspectief van een

verborgen door Zijn eenheid."

afzonderlijk subject binnen zijn eigen droom. De illusie bestaat echter alleen maar vanuit het beperkte en uiteinde­

Als her ogenschijnlijk a&onderlijke zelf bevrijd is van de

lijk bedrieglijke perspectief van het afzonderlijke ervarings­

beperkingen die het zichzelf heeft opgelegd en zich laat zien

subject dat lijkt te ontstaan als gevolg van de verhullings­

als het ware en enige zelf van oneindig bewustzijn, is maya

kracht van bewustzijn.

dus geen verhullende kracht meer en wordt ze ervaren als een onthullende kracht, en straalt, in overeenstemming met

Maya, als illusie, is de activiteit van de geest waarmee onein­

die verandering, de objectieve ervaring, die bewustzijn

dig bewustzijn de manifestatie vanuit zijn eigen wezen doet

eerder leek te verhullen, binnen maya.

ontstaan. Ze is haar eigen oorzaak. Vanuit het gezichtspunt van bewustzijn creeert zijn verrnogen om ontelbare namen

Bewustzijn kent zichzelf in en als de totaliteit van de erva­

te nemen niet de illusie van een wereld,

ring. Zelfs onze meest duiscere stemmingen stralen met her

maar wordt het gezien en ervaren als een steeds veranderende

licht van zijn kennen. Oat onvermogen van bewustzijn om

en

234

vormen

aan


iets anders dan zichzelf te zijn, te kennen of te warden is de

dat bewustzijn zichzelf niet langer verhult met behulp van

ervaring van liefde, die geen afgescheidenheid, objectiviteit

zijn eigen creativiteit, en zich aan zichzelf laat zien zoals het

of anders-zijn toestaat. Vanuit het perspectief van bewust­

is. Het herkent zichzelf. Het kennen van zijn eigen altijd

zijn is de schepping dus een manifestatie van liefde.

aanwezige, onbeperkte wezen is de ervaring van geluk zelf, en daarom zijn alle ogenschijnlijk afZonderlijke zelven boven alles op zoek naar geluk.

Orn zichzelf te kunnen manifesteren als een wereld trekt

Het verdwijnen van de beperkingen van de geest, wat zelf

bewustzijn samen binnen zichzelf en offert het daarmee het

de ervaring van vrede of geluk is, vindt op natuurlijke en

kennen van zijn eigen oneindige wezen op ter wille van de

geleidelijke wijze plaats als de ·waaktoestand plaatsmaakt

liefde. Door dat te doen lijkt het zichzelf af te snijden van

voor de droomtoestand, en als de droomtoestand oplost in

zijn eigen aangeboren vrede en geluk. Daarom zit er een

de diepe slaap. In de diepe slaap verbergt slechts een dunne

wond in her hart van alle ogenschijnlijk afzonderlijke

sluier van nietsheid bewustzijns kennen van zijn eigen

zelven, die de meeste zelven proberen re verzachren door

onbegrensde wezen; die is dan voldoende doorzichrig om

zichzelf in de objectieve ervaring te verliezen.

de geest een zekere mate van vrede of geluk te kunnen bieden.

Als bewustzijn zijn aangeboren geluk wil terugwinnen vindt er een omkering van dat proces plaats, en daarom

Die verdwijning vindt oak kortstondig plaats bij de vervul­

werd er in de tantrische traditie gezegd dat de weg die ons

ling van een verlangen, als de zoekactiviteit van de geest

doer vallen de weg is die ons doet oprijzen. De gelukservaring

even ten einde komt en hij als gevolg daarvan in zijn bron

is de ontspanning van dat proces, het ontspannen van de

wordt ondergedompeld en korte tijd de onvoorwaardelijke

zelfkramp. Die omkering vormt de de-lokalisatie van be­

vrede en de daarbij horende vervulling van zijn eigen aard

wustzijn waarin de geese, in de meeste gevallen geleidelijk,

proeft. Na die ervaring van vrede of geluk komt de geest

wordt bevrijd van zijn tijdelijke beperkingen en terugkeert

weer binnen de oceaan van bewustzijn tevoorschijn en

naar zijn oorspronkelijke, ongeconditioneerde, onherleid­

schrijft hij de vervulling die hij ervaren heeft in de meeste

bare essentie van zuiver bewustzijn, die straalt als het geluk

gevallen toe aan her object, de substantie, de activiteit of de

zelf.

relatie die eraan voorafging, en gaat hij daarom opnieuw op zoek naar diezelfde ervaring.

In feite keert de geese niet terug naar zijn oorspronkelijke toestand; hij is daar nooit vandaan geweest. De geese kan

Die korte momenten bieden de geest weliswaar voorbeel­

nergens anders verblijven dan in zijn eigen aard van onbe­

den van de blijvende vrede en her blijvende geluk waar hij

grensd bewustzijn. Het zou nauwkeuriger zijn om te zeggen

naar verlangt, maar ze bevredigen hem nooit volledig. Op

2 37


zeker moment beginr het bij de geese te dagen dar hij op de

genot is de zoekende geese op zo'n intieme wijze gericht op

verkeerde plaats naar vrede en geluk zoekt. Die intu1tie kan

bet waarnemingsobject dat hij ermee samenvloeit. In dac

zich spontaan voordoen doordat het steeds maar niet lukr

samenvloeien verliesr de geese even zijn beperkingen en

om zich in de objectieve ervaring te verzekeren van geluk,

scraalr zijn wezen van zuiver bewustzijn. Oat is de ervaring

of als gevolg van een moment van wanhoop of hopeloos­

van schoonheid. Hee is de ervaring die de kunstenaar pro­

heid waarin de geese geen mogelijkheid meer ziet om ver­

beert op te roepen, en waar Paul Cezanne naar verwees toen

vulling re vinden in de objectieve ervaring, niet meer weet

hij zei dat hij mensen met zijn kunst van de eeuwigheid der

wat hij moec doen en, zonder te weten waar hij het moet

natuur wilde lacen proeven.

zoeken, open, sril en toegankelijk wordt. In die toeganke­ lijkheid is de geese oncvankelijk voor de stille aancrekkings­

Hee is ook de ervaring waarmee de minnaar verenigd wil

kracht van zijn diepste wezen en wordt hij naar achceren,

warden. In haar gedicht Vrouw totgeLiefde beschrijft Kathleen

naar binnen of naar zichzelf toe getrokken, een roep die er

Raine* het uit elkaar vallen van her afronderlijke zelf, dat de

alcijd is maar meestal verborgen blijft door het lawaai van

essentie van alle intimireit vormt:

zijn eigen zoeken. Ik ben vuur Hee ontspannen van de geese kan ook plaatsvinden op meer

gestild tot water

extreme momenten van grate angst, diep verdriet of een

een golf

groat verlies, als de samenhang van de geese tijdelijk ver­

die zich verheft uic de afgrond

stoord wordt en hij 'teruggeworpen' wordt in zijn oor­

in mijn aderen

spronkelijke toestand, een feit dat de rancrische tradities

het maangetrokken tij rijst op

omgewerkt hebben tot een reeks formele praktijken waarin

naar een bloemenboom

de geese de golven van intense emoties terugbrengt naar her

verstrooid in zeeschuim

strand van bewustzijn. Het kan ook plaatsvinden op

ik ben lucht

momenten van intens genot, zoals seksuele intimiteit, als

gevangen in een net

de geese tot buiten zijn normale begrenzingen is uitgedijd

de proferische vogel

door de incensiteit van de ervaring en als gevolg daarvan

die zingt in een weerspiegelde hemel

van de nectar van zijn eigen onsterfelijkheid proeft.

ik ben een droom in het aanschijn van de nietsheid ik ben een sterrenkroon

Sterker nog, vanuit dat perspectief wordt de genotservaring,

ik ben de manier waarop je moet sterven

normaal de vijand van het spirituele inzicht in de religieuze tradities, beschouwd als een mogelijkheid om te proeven van zuiver bewustzijn. Op het moment van esthetisch

* Kathleen Raine, Collectedpoems, Counterpoint Press (2001).

239


Dat uit elkaar vallen kan ook uitgelokt, opgeroepen of

in de droomtoestand. Bewustzijn vernauwt zijn aandacht,

gekoesterd worden in meditatie of gebed; en evenzeer door

en als gevolg daarvan wordt vorm helderder omlijnd en

een gesprek of een passage in een boek, door woorden die

gediversifieerd ten koste van de oneindige mogelijkheden

bezield en doordrenkr zijn met de stilte ervan. Of het wordt

die in zuiver bewustzijn zelf liggen opgeslagen: "Ten slotte

versneld door een vraag als 'Ben je je bewust?', 'Wat is de

ziet de Man het wegsterven en vervagen in her licht van

aard van degene die je "ik'' noemt?' of 'Wat is de aard van

alledag."

het kennen waarmee je je eigen ervaring kent?' Op verge­ lijkbare wijze kan de geest gewoon spontaan zijn bron van

Het "licht van alledag" is de volledige verschijning van de

onbegrensd bewustzijn binnengetrokken worden door de

waaktoestand, waarin bewustzijns ogenschijnlijke over het

stille aanwezigheid van een vriend die zijn ware natuur

hoofd zien, negeren of vergeten van zijn eigen wezen en de

heeft herkend zonder de behoefte te hebben om erover re

daaropvolgende verdeling van zichzelf in een innerlijk zelf,

praten.

bestaande uit geese, dat kent, en een buitenwereld, bestaande

De geest kan ook bevrijd worden van zijn beperkingen

de waaktoestand vervaagc bewustzijns kennen van zijn

uit materie, dat gekend wordt, op zijn overtuigendst is. In door de stille of explosieve kracht van een kunstwerk waar­

eigen eeuwige wezen omdat dat overschaduwd wordt door

van de schepping bewust of onbewust bezield is met de her­

de glans van de waaktoestand. Bewusrzijn valt in slaap ten

kenning of intu"itie van de geest van zijn wezenlijke aard.

aanzien van zijn eigen werkelijkheid ten behoeve van zijn

Zo'n werk draagt de handtekening van zijn oorsprong, die

schepping.

her vrijuit ter beschikking stelt aan iedereen die ogen heeft om mee te zien en oren om mee te horen. Laat ik volstaan

De waaktoestand is als "een slaap en een vergeten" waarin

met te zeggen dat de geest talloze aanwijzingen ontvangt

de veelheid en diversiteit van de objectieve ervaring het

ten aanzien van de bron van de vrede en het geluk waar hij

bewustzijn lijkt te verhullen dat zijn enige werkelijkheid

naar verlangt, ook al worden die aanwijzingen in afWezig­

vormt. Bewustzijn lijkt zichzelf weliswaar te verliezen in

heid van de juiste begeleiding meestal niet opgemerkt.

zijn eigen creativiceit, maar dat vergeten is geen vergissing. Het is het voertuig van de manifestatie, de activiteit van het scheppen, zoals een actrice zichzelf client te verliezen in de figuur die ze speelt om haar rol volledig re kunnen spelen.

Wordsworth gaat verder met zijn poetische beschrijving van

Als bewusczijn zichzelf eenmaal verloren is in zijn eigen

de geboorte van de eindige geest uit onbegrensd bewustzijn:

creativiteit en de vorm van de 'Ziel' of het afzonderlijke zelf

"de Jongeling, die elke dag verder van het Oosten moet

heeft aangenomen, moet het een grote reis gaan onder­

reizen, is nog steeds de priester der Natuur". Het Oosten is

nemen om zijn verloren vrijheid en geluk weer terug te

de lichcbron, onbegrensd bewustzijn. We bevinden ons nu

winnen. Die reis wordt weliswaar ondernomen door het


afzonderlijke zelf, maar vereist uiteindelijk wel hec verlies van zijn afzonderlijke idenciteit. Het vereisc de dood van juisc dat zelf dat op zoek gaac naar vrijheid en geluk. HOOFDSTUK

15

De manifestatie is bewustzijns opofferen van zichzelf, maar cegelijkertijd ook zijn viering van zichzelf. Hetzelfde proces van zelfopoffering en viering vindt plaats in de microkosmos van het atelier van de kunstenaar, waarbij de kunstenaar

Het gedeelde medium

van

de geest

zichzelf volledig moet overgeven om te kunnen uiten wat er in hem of haar leeft. Iedere kunscenaar zal dat proces herkennen in de woorden van de soefimyscicus en -dichcer Hafiz: "Ik was een verborgen schat en verlangde ernaar gekend te warden." Dat verlangen leeft in de harten van alle mensen en zec een scheppingsproces in gang dat sinds de dageraad van de mensheid heeft plaatsgevonden in groc足 ten, ateliers, theaters en concertzalen.

D

e toescanden van waken, dromen en diepe slaap zijn dac alleen vanuic hec perspectief van een ogenschijnlijke

enciteit in een van die toescanden. Vanuic bet perspectief

van bewustzijn zelf, hec enige ware perspeccief, gaat hec altijd om dezelfde coestand, waarbij hec een spectrum van zijn oneindige mogelijkheden waarneemt in de vorm van verschillende toescanden maar zelf nooit een toestand binnen足 gaac, zoals een scherm zich alcijd in dezelfde toescand bevindt, ongeachc de films die erop afgespeeld worden. Omdat de wetten der natuur losser zijn in de droom足 toestand dan in de waaktoestand, in aansluiting op de mace van relatieve oncspanning van bewusrzijn, zijn gebeurtenis足 sen die vanuir her gezichrspunt van de waaktoestand als magisch beschouwd zouden worden heel goed mogelijk in onze dromen. Bewustzijn kan zichzelf bijvoorbeeld in een droom her ene moment lokaliseren in en als een lichaam op scraat in New York en het volgende moment in Parijs zijn in en als een ander lichaam.

243


Zo is er, vanwege het feit dat alle eindige geesten zich

Eindige geesten zijn lokalisaties binnen een enkelvoudig

binnen hetzelfde veld van oneindig bewustzijn bevinden en

veld van oneindig bewustzijn, zonder duidelijke grenzen

dat iedere eindige geest geen duidelijke begrenzing kent,

ertussen, of tussen toestanden binnen een geest. Als geesten

ook communicatie mogelijk tussen zowel geesten als toe­

bezield worden door dezelfde vibratiefrequentie ervaren ze

standen binnen een geest. Telepathie, synchroniciteit en

een gemeenschappelijke wereld. Als een geest geen specifieke

intui'tie zijn allemaal voorbeelden van her feit dat de normale

frequentie met een andere geest deelc, is de ervaring als

grenzen van de waaktoestand zich kunnen oprekken en de

gevolg daarvan particulier.

grenzen tussen eindige geesten in overeenkomstige mate losser kunnen worden.

Op her diepste niveau zijn alle geesten met elkaar verbon­ den omdat ze zich allemaal in hetzelfde veld van oneindig

Zulke ervaringen zijn pijnlijke onwelgevalligheden onder

bewustzijn bevinden, en bepalen de verschillende maten van

het materialistische paradigma, maar ze _komen te vaak voor

verbondenheid die we met elkaar of met dieren, objecten en

om van de hand te kunnen worden gewezen. Ze zijn alleen

de natuur voelen de maten waarin onze geesten openstaan

vreemd vanuit het materialistische gezichtspunc, dat het

voor dat gedeelde medium. Liefde is her woord dat we

bewijs afkomstig van de zintuigen in de waaktoestand

gebruiken als dat medium dat we met andere mensen en

beschouwt als de ultieme beslisser over wat werkelijk is en

dieren delen voelen. Diezelfde ervaring wordt schoonheid

wat niet. Sterker nog, Einstein schijnt gezegd re hebben dat

genoemd in relatie tot objecten.

her gezonde verstand een verzameling vooroordelen is die je rond je achttiende verwerft. Vanuit het gezichtspunt van het alleen-maar-bewustzijn­

Het lichaam is een verschijning van de geest, die zelf een

paradigma, waarin iedere ervaring gezien wordt als een

modulatie, inkleuring of conditionering is van oneindig

samentrekking en ontspanning van bewustzijn in de vorm

bewustzijn. De dood van her lichaam gaat dus gepaard met

van de eindige geest, is er niets abnormaals aan zulke ver­

her uit elkaar vallen of ontrafeld worden van een specifieke

schijnselen. Nee, je kunt er juist op wachten. In dat model

geestesconfiguratie. Niets wijst er echter op dat de onder­

is het nier vreemder dat er communicatie op afstand tussen

liggende geestesvormen en -energieen, die voorheen samen­

geesren mogelijk is, dan dat objecten met elkaar verbonden

trokken om als het lichaam te kunnen verschijnen, niet in

zijn in de fysieke ruimte. De fysieke ruimte die objecten

een lossere configuratie zouden kunnen blijven bestaan als

met elkaar lijkt te verbinden is een vage weerspiegeling op

het lichaam verdwijnt.

her niveau van de geest van het ware medium waarin iedere ervaring verschijnt en waarmee her in verbinding staat:

De desintegratie van een draaikolk laat rimpelingen achter

bewustzijn.

in de rivier waarin hij zich bevond lang nadat de draaikolk

245


zijn specifieke vorm is kwijtgeraakt, en die rimpelingen kunnen weer de basis vormen voor het ontstaan van een

dat wil zeggen, niet alleen zijn innerlijke maar ook zijn uiterlijke ervaring.

nieuwe draaikolk een stukje verderop.* Op dezelfde manier kunnen de geestesvormen of -energieen die samen waren

Op die manier kan dat wat als gedachten en gevoelens

gesmolten om een lichaam te vormen gedurende een !even in

binnen ons aanwezig was in de waaktoestand ooze buiten­

bewustzijn aanwezig blijven nadat het lichaam is verdwenen,

wereld warden in de droomroestand. lemand die bijvoor­

en niets wijst erop dat die resten "een stukje verderop" niet

beeld angstig is aangelegd in de waaktoestand kan in de

weer kunnen samensmelten en verschijnen in de vorm van

droomtoestand achtervolgd warden door een tijger. De

een nieuw lichaam, en dus in een ander !even.

tijger is dan een uiterlijke manif�statie in de droomtoestand

van de angst die in die persoon aanwezig was in de waak­

Oat 'nieuwe lichaam' - dat een nieuwe verschijningsvorm van de geest is - zal sporen dragen van de vormen die in het vroegere lichaarn aanwezig waren, al is het alleen maar

toestand. De waaktoestand vormt slechts een smal segment van de

omdac de energieen die vrijkwamen toen dat lichaam desin­

activiteit van de geest, en door middel van die activiceit

tegreerde nodig zijn om het volgende lichaam de formeren.

brengc bewustzijn een segment van zijn oneindige moge­

Dae fenomeen geeft aanleiding tot een re'incarnatiecheorie die strookt met het alleen-maar-bewustzijnsmodel, zonder concessies te doen aan het idee van een re'i'ncarnerende enti­

lijkheden tot ogenschijnlijk leven. Als bewustzijn zich onc­ spant verwijdt zijn aandachtsveld zich, en als gevolg daar­ van krijgt het toegang tot een breder segment van zijn eigen

teit of een re!ncarnerend zelf.

oneindige veld van mogelijkheden. Of we dat bredere veld

Hetzelfde model verklaart ook waarom elementen van de

noemen, of veranderde bewustzijnstoestanden, gedrogeerde

van de geest nu her collectieve of persoonlijk onbewuste waaktoestand in gewijzigde vorm aanwezig blijven in de

toestanden, uittredingservaringen of bijna-doodervaringen,

droomtoestand. We weten allemaal dat de emotionele en

de geese behelst duidelijk veel meer clan war normaal toe­

psychologische

gankelijk is cijdens de waak- en droomtoestanden.

resten

van

de waaktoestand

aanwezig

blijven in bewusrzijn als de waakroestand zelf en zijn wereld verdwijnen in de slaap, en dat ze de basis vormen van de droom die vervolgens verschijnt. Die resten smelten in de droomtoestand samen om niet alleen de figuur van hec gedroomde subject te vormen, maar ook zijn omgeving,

Geen van die geesrestoestanden, hoe gewoon of buitenge­ woon ook, vindt echcer ooit plaats buiten bewustzijn. Ook is het niet helemaal juisc om te zeggen dat ze plaatsvinden binnen bewustzijn, alsof een geestestoestand een ding ZOU zijn en bewustzijn een ander ding. Alle geestestoestanden zijn modu/,aties van de altijd aanwezige, onderliggende

Dit bceld is ontlcend aan Bernardo Kasuup.

247


werkelijkheid of oorspronkelijke natuur van de geest, zuiver

Denk eens aan de situatie dat iemands naam op het puntje

bewustzijn zelf.

van je tong ligt. 'Op het puntje van mijn tong' betekent 'ik

Alles wat er is bestaat in en als een modulatie van bewust­

dat moment de naam van die vriendin? Als we hem kennen,

zijn, ook al verschijnt niet alles wat er is altijd in het smalle

moet hij zich in bewustzijn bevinden, de enige 'plek' waar

aandachtsveld van de geest in de waaktoestand. Zelfs als ik

welke kennis of ervaring dan ook zich kan bevinden. De

weet het, maar ik weet het op dit moment niet'. Waar is op

nu je aandacht zou vestigen op de tintelende gewaar­

reden dat we het gevoel hebben dat we het niet weten is dat

wording in de zolen van je voeten, zou het lijken alsof je je

de geest in de waaktoestand op dat moment geen toegang

plotseling bewust werd van die gewaarwording. Die ervaring

heeft tot die informatie. Die bevindt zich in bewustzijn,

was in feite al in bewustzijn aanwezig maar leek, vanwege

maar buiten het begrensde kompas van de geest in de waak­

het feit dat je aandachc uitsluitend op deze woorden gericht

toestand.

was, door hen overschaduwd te worden. Hoe harder we bovendien proberen te denken aan de naam De tintelende gewaarwording was al de hele tijd in bewust­

van onze vriendin, dat wil zeggen, hoe meer we ons erop

zijn aanwezig, maar niet in het smalle aandachtsveld van de

concentreren, hoe meer hij ons ontgaat, tot we aanvoelen

geese in de waaktoestand tot het moment dat hij erop werd

dat we onze aandacht moeten ontspannen in plaats van

gewezen. Op dat moment verschoof de aandacht naar de

concentreren om ons de naam te kunnen herinneren. We

gewaarwording, waardoor die waarneembaar werd. De

hebben het gevoel dat de naam er is, maar dat we er geen

ervaring was er de hele tijd, maar werd tot die tijd niet

toegang toe hebben, en dat gevoel is juist. De naam is aan­

gekend, zoals een lantaren in een donkere kamer objecten

wezig, net buiten dat kleine stukje van het bewustzijnsveld

zichtbaar maakt die al aanwezig waren maar daarv66r niet

dat onder de aandacht is gekomen in de vorm van de geest

gezien werden. Op die manier brengt het richten van de

in de waaktoestand. Als de geese in de waaktoestand zich

aandacht ieder moment een segment van het volledige

ontspant verbreedt zich het aandachtsveld, waardoor een

bewustzijnsveld in beeld door alle andere mogelijkheden

grocer segment van het bewustzijnsveld de ruimte krijgt om

uit te sluiren. Bewustzijn verschijnt in de vorm van aan­

binnen zijn kompas te vallen. En ja hoor, zodra de geese

dacht juist met het doel om zijn veld van oneindige

zich ontspant of minder strak gericht raakt, worden er

mogelijkheden terug te brengen tot een enkele actualiteit.

inhouden ervaren die voorheen buiten zijn sfeer vielen ' ... Sophie!' De naam Sophie komt niet ergens buiten bewustzijn

Dit mechanisme is verantwoordelijk voor het fenomeen

vandaan. Hij bevindt zich altijd in bewustzijn, de enige

van het geheugen binnen het alleen-maar-bewustzijnsmodel.

plaats waar iets kan zijn. Hij beweegt zich ook niet van een

249


bewustzijnssegment - het onbewuste - naar een ander - de

daarom behoudt het ogenschijnlijk massieve object de

geest in de waaktoestand. De naam blijft steeds op dezelfde

trillingseigenschappen van het veld waaruit her tevoor­

plaats, de enige plaats waar hij kan zijn, de plaatsloze plaats

schijn komt en brengt het die tot uitdrukking. Het is een

van bewustzijn. Als de geest de samentrekking van zichzelf

soort stempelafdruk in de waaktoestand die afkomstig is uit

ontspant gaat hij meer van her veld van oneindig bewust­

het grotere veld van de geest.

zijn bevatten, net zoals een ballon die wordt opgeblazen steeds meer toegang krijgt tot de ruimte waarin hij uitzet.

Oat is misschien wel het best merkbaar als we naar muziek

Als gevolg daarvan wordt dat wat zich voorheen

luisteren, waarbij de vorm van de muziek- het geluid- een

geest leek te bevinden nu

buiten de

erbinnen ervaren.

rechtstreekse transmissie is van het veld van de geese waar­ uit het afkomscig is. Maar hetzelfde geldt voor objecten die

De geest conceptualiseert die ervaring als herinnering en

in een massievere, concretere vorm verschijnen, zoals mate­

heeft het idee dat tijd de ogenschijnlijke afstand vormt tussen

riele kunstwerken. Een kunstwerk richt vanuit het bredere,

de naam die niet gekend werd en de naam die nu wel gekend

gedeelde medium van de geest de aandacht van de waaktoe­

wordt. Zowel de voorheen onbekende naam als de naam

stand op kennis die er normaal ontoegankelijk voor is, en

die daarna gekend wordt verschijnen echter in

hetzelfde dimensieloze bewustzijn voor wie iedere ervaring nu plaats­

maakt die op die manier beschikbaar

vindt. Het bestaan van tijd wordt dus niet bevesrigd door

Carl Jung noemde dat gedeelde veld van de geest het

herinneringen; herinneringen, in de vorm van gedachten,

'collectieve onderbewuste', een wat misleidende term

aan

de mensheid.

creeren de illusie van tijd. Het is de activiteit van bewust­

omdat hij impliceert dat de inhoud van dat veld buiten

zijn, in de vorm van de ogenschijnlijke uitdijing en inkrim­

bewustzijn Hgt, wat niet het geval is. Het is veeleer zo dat

ping van de geest, die dat wat eeuwig aanwezig is er doet

het collectieve bewustzijnsveld zich voor her grootste deel

uitzien als een opeenvolging van gebeurtenissen in de tijd.

buiten het kompas van de geest in de waaktoestand bevindt en zichzelf aan de individuele geest bekendmaakt door middel van dromen, beelden, intu'ities enzovoorts.

Een fysiek object is een ervaring van de geest- zien, horen,

De inhoud van dat bredere, gedeelde medium van de geese

voelen, proeven en ruiken - geen object dat uit materie

is van iedereen, dac wil zeggen, van her bewustzijn dat alle

bescaac. Orn een object te kunnen ervaren, vervalt oneindig

eindige geesten bezielt, maar om zich als een object van

bewustzijn tot een subject-objectrelatie en ervaart her hec

kennis of ervaring te kunnen manifesteren moet hij gefil­

ogenschijnlijke object vanuit het beperkte perspectief van

terd worden met behulp van het prisma van een

een subject. In die zin is een object een kristallisatie van het

geest. Shakespeare beschrijft dat proces: "Als de verbeelding

bredere medium van de geest waarin her verschijnt, en

de vormen van dingen baart die we niet kennen, zet de pen

specifieke


van de dichter ze om in gedaanten en verleent hij een vluchtig niers een plek om te wonen en een naam."* ledere eindige geese brengt een segment van oneindig bewustzijn, "een vluchtig niers", tot actualisatie en geeft daarmee de anders onkenbare, vormloze werkelijkheid ervan een lokale naam

dingen" noemde. Ik herkende het bredere veld van de geest dat ik met de schaal of pot deelde en waarvan mijn lichaam en hun vormen als her ware gedeeltelijke representaties vormden. Ja, iets aan her visuele beeld van de schaal of pot zelf - waarvan mijn enige ervaring een waarneming in en

en vorm.

van de geest was - was in staat om mijn geest uit de objec­

Her is de funcrie van een kunstenaar om kennis naar het

subtiele lagen binnen zijn eigen veld heen op zijn minst een

tieve aspecren van de ervaring weg te trekken en door

veld van de geesr in de waaktoestand te halen die afkomstig is uit het bredere medium van de geese waarin hij zich bevindc, maar waar hij onder normale omstandigheden geen onmiddellijke toegang toe heeft. Her resulcaat is een kunsrwerk dat de mensheid inspireert tot een leven van liefde, schoonheid en begrip. In die zin is een kunstenaar een functie en niet een persoon. Het is de functie binnen de mensheid die ertoe client om her evenwicht te herscellen waar afgescheidenheid, wanhoop, conflict en vijandigheid hec licht van liefde en begrip dat in het hart van ieder van ons leeft onzichtbaar hebben gemaakt. Kunst is herinnering. Ik herkende dat voor het eerst toen ik als keramisch kunste­ naar overal rer wereld musea bezocht en hun collecties van vroeg aardewerk bekeek. Lang voordar ik mijn ervaring kon rationaliseren zoals ik dat nu doe voelde ik vaak een geheim­ zinnige vertrouwdheid met een bepaalde schaal of pot, een soort diepe, instinctieve intimiteit die zichzelf tot uitdruk­ king bracht in simplistische bewoordingen als 'Ik ken degene die die schaal gemaakt heeft', 'Ik heb die schaal zelf gemaakt' of 'Die zijn mijn vrienden'. lk ervoer wac de Franse dichter Rene Char "de vriendschap van geschapen *

William Shakespeare, Em Midzomernachtsdroom

(c. 1597).

stukje terug te halen naar zijn vormloze bron en essentie. Zo bezien wordc zo'n object als het ware doorzichcig en maakt hec voor je intieme ervaring het bredere veld van de geese beschikbaar waar hec een cijdgebonden, lokale uit­ drukking van vormc, en waarbij op een bepaald moment de eindige geese oplosc in de bron van zuiver bewustzijn waar­ uic hij voortkomc. Oat ogenschijnlijke samenvloeien van het veld van de waarnemer met hec veld van hec waar­ genomene is de ervaring die bekendstaat als schoonheid. In feice gaat her niet om een samenvloeien van twee velden, maar om het verdwijnen van ogenschijnlijke verschillen binnen hec in werkelijkheid ondeelbare veld van hun gedeelde continuum. Oat is de functie en de kracht van kunsc, de kracht die sommige objecten hebben om de aan­ dacht ce verleggen van het eindige

naar

het oneindige. Op

die manier is de schoonheidservaring een communicatie van de waarheid, een binnendringen van de werkelijkheid in de wereld der schijngestalten. Dezelfde ervaring kan gevoeld warden tussen mensen en bij dieren, alleen wordt het in dat geval liefde in plaats van schoonheid genoemd. Alleen in het smalle bewustzijns­ segment van de waaktoestand lijken geesten, en daardoor

:i.53


mensen, los van elkaar te staan. Maar als geesten werkelijk

leerlingen van informatie voorziet. Oorspronkelijk had de

los van elkaar zouden staan, zou de ervaring van liefde, of

term een diepere en subtielere betekenis die aangaf dat het

zelfs vriendschap, niet mogelijk zijn. Liefde is de ervaring

delen van ons zijn het voertuig is van die verdwijning. In

van onze gedeelde werkelijkheid. Het is geen toeval dat

bet Nieuwe Testament wordt hetzelfde inzicht tot uitdruk­

mensen liefde waardevoller vinden dan alle andere dingen.

king gebracht door Matthetis: "Want als er twee of drie in Mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik te midden van hen." In

Een persoon is geen object dat bestaat uit materie; een

die samenkomst wordt de gedeelde essentie van iedere geest

persoon is een activiteit van de geest, een ervaringsveld. Een

uitvergroot en straalt die als de ervaring van liefde.

persoon, in de gebruikelijke zin van het woord, is hoe die activiteit eruitziet vanuit het perspectief van een andere

Op het niveau van de waaktoesfand lijken onze lichamen

eindige geest, hoe het object er vanuit het perspectief van

en geesten los van elkaar te staan, net als de figuren in een

een subject uitziet. Van binnen heeft niemand van ons de

film. Maar zoals de figuren in een film modulaties zijn van

ervaring dat hij of zij een massief, duidelijk omlijnd object

hetzelfde ondeelbare scherm, zijn onze geesten in de waak­

is. We kennen onszelf eerder als een kennis- of ervarings­

toestand en de lichamen die erin verschijnen energecische

veld dat binnen zichzelf vibreert in de vorm van alles wat

uitvloeisels die afkomstig zijn van hetzelfde ondeelbare

we denken, voelen, gewaarworden en waarnemen, maar dat

geestesveld, wiens aard oneindig bewustzijn is.

nooit werkelijk condenseert tot een massief, permanent object of zelf Oat kennis- of ervaringsveld neigt altijd naar de verdwij­

Een vraag die vaak gesteld wordt nadat iemand met deze

ning van zijn beperkingen, de verdwijning van iedere kracht

benadering heeft kennisgemaakt, is: '.A.ls alles in hetzelfde

die het zou kunnen vangen, onderdrukken of beperken.

bewustzijn verschijnt, en ik in wezen dat bewustzijn hen,

Hee verlangen naar vrijheid, liefde, vrede en geluk dat opge­

waarom ben ik me clan niet bewust van de gedachten en

slagen ligt in de harten van alle ogenschijnlijk afzonderlijke

gevoelens van alle andere mensen?'

zelven is alleen maar her verlangen naar de verdwijning ervan. Vriendschap is zowel een katalysator voor als een uit­

Iedere eindige geese ervaart weliswaar alleen zijn eigen

drukking van dac verdwijnen.

inhoud, maar tegelijkertijd bevindt hij zich in her gedeelde

De term 'satsang' - afkomstig van de Sanskrietwoorden sat,

doorsnede of gedeeltelijke afbeelding vormt. Iedere eindige

war 'zijn' betekent, en sangha, 'gemeenschap' - is door de hedendaagse neo-advaita-beweging gedevalueerd tot een

geest maakt een segment van de mogelijkheden van onein­ dig bewustzijn accueel. In die zin kan iedere geest beschouwd

term die betrekking heeft op een lezing waarin een spreker

worden als een sfeer of veld dat tevoorschijn komt in een

medium van oneindig bewustzijn, waarvan hij een dwars­

255


gedeelde, van zichzelf bewusre ruimre en fixeerr hij de

die we op dir momenr hebben en de herinnering aan de

mogelijkheden die daar ongemanifesreerd in aanwezig zijn.

vakantie van vorig jaar. Op dezelfde manier kun je ervan

Als twee sferen elkaar overlappen delen ze bet overlappende

kunnen overlappen mer andere geesten waarmee we nauwe

uitgaan dat grore delen van onze ervaring behoorlijk gedeelte van hun inhoud met elkaar; her gedeelte van iedere

conracten onderhouden, bijvoorbeeld familie, vrienden en

sfeer dat niet overlapt met het andere is alleen eigen aan die

buren; in mindere mate met mensen waar we niet mee in

sfeer en wordt ervaren als de eigen specifieke inhoud ervan.

contact staan, bijvoorbeeld iemand die aan de andere kant

Daarom kunnen alle geesten zich binnen hetzelfde bewust­

van de wereld woont; en helemaal niet met wezens waar we

zijnsveld bevinden en kunnen ze een deel van hun inhoud

totaal geen contact mee hebben, zoals een kikker of een

- dat war we de wereld noemen - met elkaar delen en een

slak.

ander deel - dat wil zeggen, gedachten en gevoelens - niet. Echter, zoals het ogenschijnlijke gebrek aan samenhang Zoals iedere gedachte, gewaarwording ·en waarneming die

Cussen de elementen die in een enkele geese verschijnen de

we hebben het product is van een enkele geest, zo wijst

samenhang van de geese als geheel nier in de weg staat, zo

niets erop dat iedere geest zelf niet het product is van een

bewijst of impliceerr her feit dat sommige geesten hun

enkel bewustzijn. Met andere woorden, zoals er juist een

inhoud niet met elkaar delen - bijvoorbeeld twee mensen

samenhang tussen al onze eigen gedachten, gewaarwor­

die in verschillende delen van de wereld wonen - of her feit

dingen en waarnemingen bestaar omdat ze allemaal een

dat twee mensen die zich dicht bij elkaar bevinden elkaars

dezelfde eindige geest zijn, zo is het niet onre­

gedachten niet kunnen kennen, nier dar de uiteindelijke

delijk om ervan uit re gaan dat er een samenhang bestaat

werkelijkheid van al die geesten niet het gedeelde medium

tussen eindige geesten - de ervaring van een gedeelde

van bewustzijn is.

product van

wereld - omdat ze allemaal her product zijn van

hetzelfde

oneindige bewustzijn. Oat wil zeggen, aan her feit dat

Alles war de eindige geese behelst is bewustzijn, maar

bewusczijn gedeeld wordt door alle geesren kan onze erva­

bewustzijn behelst veel meer dan de eindige geest. Dar

ring van een gedeelde wereld toegeschreven warden. De

wordt vaak niet goed begrepen in hedendaagse uitingen

wereld wordt gedeeld omdat bewustzijn gedeeld wordt!

van non-dualiteit, die her non-duale inzicht aanzien voor

Bovendien besraat er weliswaar een verband Cussen bepaalde

'mijn' eindige geest bestaat; het is een vorm van krank­

solipsisme. Solipsisme is her idee dat alleen de inhoud van inhouden van onze eigen geesten - er bestaat bijvoorbeeld

zinnigheid.

een duidelijk verband tussen de gedachte 'War is twee plus

ingezien dat alleen

Binnen

her

non-duale

perspectief

wordt

bewustzijn bestaat, en dat alles verschijnt

twee?' en her antwoord 'Vier'- maar besraat er geen verband

in, gekend wordr door en uiteindelijk bestaat uit dat

tussen andere, vergelijkbare inhouden, zoals de gedachte

bewusrzijn.

257


Het alleen-maar-bewustzijnsmodel sluit een ogenschijn­

geest die de vormen aanneemt van denken, voelen, gewaar­

lijke veelheid en diversiteit aan geesten dus niet uit, maar

worden, zien, horen, aanraken, proeven en ruiken. Als ik

herkent dat die ogenschijnlijke veelheid en diversiteit be­

"de ervaring van andere mensen" zeg wil ik daarmee niet

wustzijn zelf niet werkelijk verveelvoudigt of diversifieert.

suggereren dat mensen ervaringen

Op precies dezelfde manier is iedere eindige geest in staat

ervaringen! Alleen bewustzijn 'heeft' ervaringen. Alleen

tot het hebben van een veelheid en diversiteit aan gedachten

bewustzijn is ervaringen. Die vibrerende ervaringsvelden

en waarnemingen zonder dat dat zijn enkelvoudige, ondeel­

bevinden zich allemaal binnen het enkelvoudige, dimensie­

hebben.

Mensen

zijn

bare stacus in de weg staat. Met andere woorden, een ogen­

loze veld van zuiver bewustzijn, als talloze wolken die zich

schijnlijke veelheid en diversiteit aan geesten is dat alleen

binnen dezelfde lege hemel bevinden. Het enige dat in de

maar vanuit het beperkte en uiteindelijk bedrieglijke per­

wolken aanwezig is, is de hemd zelf In die zin geven de

spectief van een van die ogenschijnlijke geesten. Zoals de

wolken de hemel een tijdelijke naam en vorm.

gedachte of waarneming die iedere geest van ons nu ervaart slechts een fractie vormt van het totaal aan mogelijkheden

De reden waarom we allemaal dezelfde wereld met elkaar lijken

die binnen die enkelvoudige, ondeelbare geest bestaan,

zo

te delen is niet dat er een wereld 'buiten ons' is die door ontel­

vormt iedere eindige geest zelf slechts een fractie van het

bare geesten gekend wordt, maar dat iedere geest van ons zich

totaal

aan

mogelijkheden die binnen enkelvoudig, ondeel­

baar bewustzijn bestaan.

bevindt in, bezield wordt door en een modulatie is van hetzelf de oneindige bewustzijn. Er is inderdaad een wereld die ieder

van ons met alle anderen deelt, maar die wereld bestaat niet uit materie; het is een vibratie van de geest, en alles wat de geest behelst is oneindig, ondeelbaar bewustzijn. Denk niet dat objecten en mensen uit materie bestaan en zich zogenaarnd buiten het bewustzijnsveld bevinden, maar

Juist omdat de wereld verschijnt in en bestaat uit oneindig,

weet en voel in plaats daarvan dat alles war ervaren wordt

ondeelbaar bewustzijn lijkt het vanuit het perspectief van

een vibrerend geestesveld is, dat zelf een modulatie vormt

iedere eindige geest om dezelfde wereld te gaan. Het is ook

van zuiver kennen of bewustzijn zelf. Dat vibrerende geestes­

dezelfde wereld, want alle eindige geesten zijn weerspiege­

veld verschijnt in de vorm van objecten en mensen aan de

lingen van hetzelfde bewustzijn. Het feit dat het om het­

buitenkant, en gedachten, gevoelens en beelden aan de

zelfde bewustzijn gaat dat in en als iedere geest straalt is ver­

binnenkant, indusief de verschijning van ons eigen lichaarn.

antwoordelijk voor de overtuiging dat we allemaal dezelfde wereld met elkaar delen. Op dezelfde manier voelen alle

Je kunt daar redelijkerwijs uit afleiden dat de ervaring van

figuren in een nachtelijke droom dat ze dezelfde wereld met

andere mensen op dezelfde manier verschijnt als die van

elkaar delen, want ze zijn allemaal gecreeerd door dezelfde

jezelf, dat wil zeggen, als een enkelvoudig veld van vibrerende

dromende geest.

2 59


De gelijkheid van de wereld is de gelijkheid van bewustzijn. De wereld die we met elkaar delen is het bewustzijn dat we met elkaar delen. De oneindigheid van het universum is de oneindigheid van bewustzijn. Iedere eindige geest heeft het gevoel dat de wereld veel groter is dan hijzelf, en dat gevoel is juist. De wereld behefst ook meer dan een individuele geese, maar dat wil nog niet zeggen dat de wereld zich buicen bewustzijn bevindt. Als een geese de oneindigheid van het universum ervaart, ervaart hij een segment van Gods onein­ dige wezen vanuit zijn eigen beperkte perspeccief, en daar­ om voelen we zoveel onczag en verwondering als we oog in oog staan met de natuur. Materialisten gebruiken de intersubjectieve overeenstem­ ming - de overeenstemming dat individuele geesten hun ervaring van dezelfde wereld met elkaar delen - als bewijs dat er een wereld bescaat die onafhankelijk van bewustzijn is en zich buiten bewustzijn bevindt. Oat is echter slechts een incerpretatie. Die intersubjectieve overeenstemming kan ook gebruikt worden om het cegenovergestelde te

beweren, namelijk dat de overeenkomst tussen ieders ervaring van de wereld een onvermijdelijk gevolg is van de gedeelde aard van onze geesten op het diepste niveau. Je zou naar voren kunnen brengen dat het niet mogelijk is om een keuze te maken tussen die twee tegengestelde beweringen die beide hetzelfde bewijs - onze wereld die we

niemand die ooit ervaren of zou die ooit ervaren kunnen worden. Het materialistische gezichtspunt gaat uit van de werkelijkheid van dat wat nooit ervaren wordt - materie en ontkent dat wat als enige altijd ervaren wordt - bewust­ zijn zelf. Dae is het tragische en de absurditeit van het materialistische perspectief waaraan de mensheid lijdt. Hee rweede gezichtspunt - het gezichtspunt dat niet alleen spiritueel is maar ook hec werkelijk wetenschappelijke gezichtspunt vormt - strookt met onze eigen ervaring en zou daarom het materialistische standpunt moeten over­ troeven, dat niets meer clan een overtuiging blijkt te zijn en, in die zin, gewoon een volksreligie. Daarom zou het materialiscische perspectief uit onze hedendaagse wereld­ beschouwing gesneden moeten worden met Ockhams scheermes en zouden de natuurwetten als gevolg daarvan *

opgewaardeerd moeten worden tot wetten die betrekking hebben op de onrwikkeling van de geest in plaats van op het gedrag van materie. Onze cultuur is eeuwenlang gedomineerd geweest door de materialistische kijk op de werkelijkheid. Ik hoef de ver­ woestende effecten van die kijk hier niet uit de doeken te doen: de mate waarin er sprake is van lijden en conflict in de maatschappij spreekt voor zich. Als de rnensheid over vijfhonderd jaar nog steeds bescaat, zullen mensen hopelijk

met elkaar delen - voor hun gelijk aanvoeren. Er bestaat echter een verschil cussen de twee beweringen. Her materi­ alistische perspectief is niet gegrondvest in de ervaring. Het vereist een abstracte redeneertrant die uitgaat van het bestaan van een werkelijkheid buiten bewustzijn, ook al heeft

260

*

Een probleemoplossingsprincipe dat toegeschreven wordt aan William ofOckham (c. 1287-1347), een Engelse filosoof en theoloog. Hee principe kan als volgt omschreven warden: 'Als hypothesen strijdig met elkaar zijn, moet er voor de hypothese met de minste aannamen gekozen warden.'

261


op dezelfde rnanier terugkijken op deze periode van

Een cultuur die gebaseerd is op een aanname zal zichzelf

rnaterialisrne als we nu terugkijken op de theorieen van een

uireindelijk onvermijdelijk vernietigen, want de onwetend­

platte aarde en een geocentrisch universum die onze wereld­

heid die er de kern

cultuur eeuwenlang gedornineerd hebben. Als de rnensheid

lijkheid

over vijfhonderd jaar niet rneer bestaat, clan zal dat hoogst­

tegen zichzelf, hun planeet en elkaar opzetten.

waarschijnlijk zijn orndat het materialisrne de boventoon is blijven voeren. De mensheid kan her materialistische paradigma niet over­ leven. Als onze soort, en talloze andere, wil overleven, moeten we het materiemodel vervangen door her alleen­ maar-bewustzijnsmodel. Als we een model willen baseren op onze ervaring, dan moeten we beginnen op vaste grond, dat wil zeggen, moeten we beginnen bij onze ervaring. Als we een paradigma willen grondvesten op een overtuiging, dan zal die overtuiging ieder aspect van dat paradigma be'invloeden en zal alles war emit voortkomt gewoon een verlengstuk vormen van de fundamentele aanname die erin vervat z1t. De ervaring client de ultieme werkelijkheidstest te zijn, en daarom client de ultieme wetenschap de wetenschap van de ervaring zelf te zijn. Alles wat de ervaring behelst is de geest, en alles wat de geest behelst is bewustzijn. De ultieme wetenschap moet dus de wetenschap van bewustzijn zijn. De werenschap van bewustzijn is bewusrzijns kennis van zichzelf. Bewustzijns kennis van zichzelf - de enige kennis die re alien tijde en onder alle omstandigheden onverander­ lijk blijft en daarom absolute kennis of de waarheid is moer de fundering en bron van alle relacieve kennis vormen.

-

van

vormt - het negeren van de werke­

zal vroeg of laat de kop opsteken en mensen


HOOFDSTUK

16

De herinnering aan onze eeuwigheid

G

ewoonlijk geloven we dat de ervaring plaacsvindc in de tijd, en 'nu' is de naarn die we aan het moment in de

tijd geven waarop een ervaring zich voordoet. In die zin

wordt de cijd beschouwd als een lijn die zich oneindig ver uitscrekt naar een verleden en een toekomsc, en wordc hec nu beschouwd als een punt dat zich langzaarn langs die lijn beweegt. We geloven bijvoorbeeld dat hec oncbijt van morgen op een bepaald moment in de toekomsc zal bestaan, en dac we lang­ zaam langs een tijdlijn naar die gebeurtenis toe bewegen. Op dezelfde manier denken we dac het ontbijt van gisteren op een moment in hec verleden heeft plaatsgevonden dac gescheiden wordt van hec

nu

door een steeds verder coene­

mende cijdsduur. Als we nog verder teruggaan geloven we <lac er een moment in hec verre verleden is geweest waarop we geboren zijn en dat we langs die eeuwigdurende tijdslijn voorcschrijden naar een moment in de toekomst waarop we zullen verdwijnen of sterven.


Laten we dat model eens aan een kritisch ervaringsonder­ zoek onderwerpen, want bijna alles wat we denken en voelen, en bijna alle activiteiren en relaties die daaruit voortvloeien, zijn gebaseerd op dat tijdsmodel. Laten we eerst eens aan een gebeurtenis denken die in her verleden heeft plaarsge­ vonden. Die gedachte is weliswaar een gedachte aan het verleden, maar die vindt desalniettemin nu plaats, in her heden. Probeer nu dus eens· niet aan her verleden te denken, maar het daadwerkelijk te ervaren. Orn dat te kunnen doen moeten we uit her nu stappen en naar de plek toegaan die we 'het verleden' noemen. Probeer daadwerkelijk naar het tijdstip te gaan waarop je gisteren ontbeten hebt, niet naar de gedachte eraan of hec beeld ervan - die vinden allebei nu plaats - maar de daadwerkelijke ervaring ervan. Denk nu aan een cijdstip in de coekomst waarop hec ontbijt van morgen zal plaacsvinden. De gedachte vindt nu plaats, maar probeer dat tijdstip eens daadwerkelijk te ervaren. Orn dat te kunnen doen moeten we het nu verlaten en naar die plek in de toekomst coegaan. Zie op die manier, niet alleen filosofisch maar als ervaring, dat die twee tijden, het verleden en de toekomst, nooir echt worden ervaren. Het zijn concepten die weliswaar essencieel zijn voor praktische doeleinden, maar die niets te maken hebben met de erva­ ring die je nu hebt. Ga naar de ervaring van het nu. Hoe lang duurt de ervaring van het nu? Zelfs de vraag stellen hoe lang het nu duurt is aannemen dar tijd besraat, maar die kan nooit in de erva­ ring gevonden worden. lets wat een tijdsduur heeft moet een begin en een eind hebben. Is de ervaring van her nu iets

2.66

wat op een bepaald moment begonnen is en op een ander moment zal ophouden? Heb je ooit het begin van het nu ervaren? Zo ja, wanneer begon het dan en war ging eraan vooraf? Orn her begin van iets te kunnen ervaren moeten we v66r her verschijnen ervan al aanwezig zijn. Oat wil zeg­ gen, we kunnen alleen beweren dat het een begin had als we er getuige van zijn geweest dat her ontsrond. Heb je, analoog hieraan, ooit het einde van het nu ervaren, en zo ja, wat kwam er clan na? Hoeveel 'nu's' heh je ooit ervaren? Hoeveel nu's zijn er bij­ voorbeeld vandaag geweest? Bestaan er ralloze nu's, of is her 'altijd' hetzelfde nu? Komt her nu uit een ver verleden en beweegt het zich voort in de richting van een verre toekomst? Zo ja, hoe snel gaat het dan? Als we geen daadwerkelijke ervaring van een verleden of een toekomst hebben, hoe legi­ tiem is dan het geloof dat her nu een moment is dat zich van het verleden naar de toekomst beweegt? Een moment heeft een tijdsduur, en iets wac een cijdsduur heeft bestaat voort in de tijd. Maar er bestaat geen tijd waarin het nu kan voort­ duren. Het nu is geen moment in de tijd. Dit nu is her enige nu dac er is, en her gaat nergens heen. Zie dat bet altijd nu is. Maar war betekent dan her woord 'altijd'? Het betekent dat bet eeuwig in de tijd voortduurt. Zeggen dat her nu er altijd is betekent dat het nu eeuwig voortduurc, door heel het verleden en de coekomst heen, zonder dat we ooir werkelijk een verleden of coekomst erva­ ren. Er bestaat geen 'huidig moment', want er bestaat geen tijd waarbinnen her nu een moment kan zijn. Als we het erover eens zijn dat de ervaring de toetssteen van de werke-


lijkheid client te zijn, dan hebben we niet het recht om te

eigenlijk bewusrzijn toebehoort. De tijd wordc datgene war

zeggen dat het altijd nu is, want er bestaat geen tijd waarin

de ervaring bevat, en bewustzijn wordt gereduceerd tot een

het nu kan voortduren. Het is niet altijd nu; het is eeuwig

te verwaarlozen klein tijdsfragment genaarnd het nu. Het

nu.

nu is dus een spoor in de ogenschijnlijke tijd van de aanwe­ zigheid van bewustzijn. In die zin is her de toegangspoort

Eeuwig betekent niet dat het altijd in de tijd voortduurt.

waar de eindige geest doorheen moet op zijn weg terug naar

Het berekent zonder begin of eind en daarom helemaal

de werkelijkheid, en dezelfde toegangspoort waar bewust­

buiten de tijd. Sterker nog, er is geen tijd waarin het nu zou

zijn doorheen gaat als het de tijd en zijn inhoud vanuit de

kunnen bestaan of voortduren. Het eeuwige nu is geen

eeuwigheid naar een ogenschijnlijk bestaan brengt. De

buitengewone, esoterische of metafysische dimensie waar

inhoud van bewustzijn verschijr{c dus altijd in de tijd, maar

niemand van ons onder normale omstandigheden coegang

komt voort uit en oncstaat binnen de eeuwigheid. William

toe heeft. Het is het nu waarin iedere ervaring plaatsvindt -

Blake verwees naar dat inzicht toen hij zei: "De eeuwigheid

niec her altijd voortdurende nu, maar die nu, het gewone,

is verliefd op de voortbrengselen van de tijd."

enige, altijd aanwezige nu. De tijd bevat her nu niet. Het nu bevat de ervaring, inclusief alle gedachcen aan de tijd, maar ervaart zelf nooic enige tijd. Her nu is de eeuwigheid. Denk nu nog eens aan de drie toestanden van waken, Merk op dat ik er hen als het nu er is (en het nu is er 'alcijd').

dromen en slapen: die doen zich niec na elkaar voor, want

Met andere woorden, het eeuwige nu is de zetel van bewust­

er is geen tijd waarin ze zich kunnen voordoen. De waak-,

zijn. Als we naar de ervaring van het nu 'toegaan', en dan naar de ervaring van je bewust zijn 'toegaan', gaan we 'naar'

in dit, hec enige nu dat er is. Ze zijn als hec ware boven op

droom- en diepe-slaaptoestanden warden altijd nu ervaren,

dezelfde ervaring 'toe'. Hee nu is 'ik hen'. Als het nu er is,

elkaar gestapeld, hoewel zelfs die formulering een concessie

ben ik er; als ik er hen, is her nu er. Hee nu is bewusczijn.

is aan een ruimtelijke ervaringsdimensie die later geen

Het denken kan bewustzijn niet kennen, oak al bestaat het

opgeld meer zal doen.

eruic, en als gevolg daarvan legt het zijn eigen beperkingen aan bewustzijn op en denkt dan dat bewustzijn tijd­

In de diepe slaap is geen eindige geest aanwezig - dat wil

gebonden is. Tijd is dus hoe de eeuwigheid eruitziet als ze

zeggen, geen denk- en waarnemingsactiviteit - en daarom

weerspiegeld wordt door de beperkingen van het denken.

oak geen ervaring van tijd of ruimte. In de diepe slaap is alleen maar sprake van de van zichzelf bewuste aanwezig­

Met andere woorden, het denken weec niet van het bestaan

heid van bewustzijn, dat zijn eigen van nature vredige,

van bewustzijn en stdt zich daarom in plaats van bewust­

onvoorwaardelijk vervulde bescaan tegelijkertijd is en kent.

zijn de cijd voor en kent de tijd de werkelijkheid toe die

268


Oat dimensieloze veld vibreert binnen zichzelf en neemt

perspecrief van het alleen-maar-bewustzijnsmodel is het

de vorm aan van de geest, dat wil zeggen, neemt de gedaante

bewustzijn zelf dat de vorm van de geest aanneemt, dat wil

van de droom- en waaktoestanden aan. In die zin kleurt het

zeggen, van het denken en waarnemen, waarbij iedere

*

zichzelf in met zijn eigen activiteit en verleent het daarmee

modaliteit zijn eigen beperkingen op bewustzijn projecteert

zijn eigen dimensieloze aanwezigheid de schijn van dimen­

en bewustzijn aan zichzelf doet verschijnen als tijd en ruimte.

sies, dat wil zeggen, het verschijnen van tijd en ruimte. Vanuir dar perspectief is de diepe slaap geen roesrand die Zoals een film en een documentaire op een scherm ver­

iemand binnengaat; her is gewoon bewustzijn bevrijd van

schijnen en her tweedimensionale scherm de uiterlijke

de activiteit van de geese. Als concessie aan het geloof in her

gedaante van drie dimensies verleent zonder het scherm

bestaan van objecten zouden we kunnen zeggen dat de diepe

zelf ooit werkelijk te verplaatsen of te veranderen, zo ver­

slaap de toestand van objectloos bewustzijn is. In feite gaat

schijnen de droom- en waaktoestanden .'binnen' het altijd

niemand ooit een toestand van waken, dromen of diepe

aanwezige, dimensieloze veld van zuiver bewustzijn zonder

slaap binnen, of gaat iemand daar doorheen. Zo'n persoon

het ooit te verplaatsen of re veranderen. In feire wordt de

die door een roestand heengaat besraar gewoon niet. Iedere

diepe slaap alleen gezien als een beperkte toestand vanuit

geestestoestand is een zelfinkleuring van bewustzijn; nergens

het gezichtspunt van de waak- of de droomroesrand.

oncstaat een andere entireir clan bewustzijn zelf.

Omdat het denken gelooft dar tijd en ruimte eigenscbap­

Met andere woorden, de geese legt bewusczijn zijn eigen

pen zijn van een objectieve werkelijkheid die onafhankelijk

beperkingen op en denkt dac objectloos bewusczijn een coe­

van de geesr is, srelt het zich voor dar tijd en ruimre (en alle

stand van diepe slaap is die plaatsvindt in de tijd. In de

gebeurtenissen en objecten die ze bevarten) in de diepe slaap

diepe slaap worden tijd en ruimte echter helemaal niet

blijven bestaan, en dat de geest en zijn wezen - bewustzijn -

ervaren. En dat is niet voor niets zo! De diepe slaap vindt

verdwijnen. Die overtuiging is een onvermijdelijk bij­

niet in de tijd of ruimte plaats die lijken te bestaan vanuit

verschijnsel van de overtuiging dat het lichaam uit materie

bet perspectief van de droom- en waaktoestanden.

bestaat en dat de geesr er een afgeleide van is. Vanuit bet De reden dat we her heerlijk vinden om in slaap re vallen is •

Natuurlijk is er geen sprake van 'binnen' bij iers wac geen dimensies

in feite dat ons diepste wezen van zuiver bewustzijn in de

heefi: - scerker nog, 'ices' wat geen dimensies heefc is geen ding -

slaap bevrijd wordt van zijn geescelijke acriviteit en clan zijn

maar dat inzicht kan niet in taal warden uitgedrukt, dus moeten we ons revredenstdlen met woorden die we langzaamaan zijn gaan gebruiken om de gebeurtenissen en objecten van tijd en ruimte mee te beschrijven zonder ons gebonden ce voelcn aan hun impliciere beperkingen.

270

eigen van nature vredige en onvoorwaardelijk vervulde bestaan kenc, de ervaring die bekendstaat als vrede of geluk.


ledere ervaring vindt plaats in het eeuwige nu, het enige nu

neemt de vorm

dat er is, en dat nu gaat nergens heen. Het nu waarin je

heid tevoorschijn te halen en de ruimte uit het oneindige.

aan

van de geest om de tijd uit de eeuwig足

ervaring van dit moment plaatsvindt is hetzelfde nu waarin iedere ervaring die je ooit gehad hebt heeft plaatsgevonden.

Van bewustzijn wordt gezegd dat het zowel eeuwig als

Ja, ook je geboorte heeft in dat nu plaatsgevonden, maar

oneindig is, als concessie aan de tweelingmodaliteiten van

dat nu is niet ontstaan bij je geboorte, en je dood 'zal' nu

de geest, bet denken en de waarneming. Gedachten lijken in

plaatsvinden, maar dat nu zal niet ophouden te bestaan als je sterft. Zoals T.S. Eliot schrijft in Vier Kwartetten:*

de tijd te verschijnen, waarnemingen in de ruimte. Vanuit het perspectief van het denken en de waarneming - dat wil zeggen, vanuit het perspectief van de eindige geesr - zijn

Of zeggen dat het eind aan het begin voorafgaat,

tijd en ruimte de containers waaiin de ervaring plaatsvindt.

en dat her eind en het begin er altijd waren

In die zin vormen tijd en ruimte de twee meest subtiele en

voor het begin en na het eind.

doorzichtige objecten. Ze bootsen de vorm van bewustzijn

En alles altijd nu is.

in de eindige geest na door de doorzichtige eigenschappen van bewustzijn te delen.

Stel je een roman voor die bestaat uit het levensverhaal van een vrouw van honderd jaar. De tijd die voor de vrouw in

Orn een wereld te kunnen manifesteren moet de eeuwige,

de roman lijkt te bestaan is tegelijkertijd aanwezig in de

oneindige aard van bewustzijn gedevalueerd warden tot cijd

vorm van het volledige boek. De geest heeft echter slechts

en ruimte, zodat zich gedachten en waarnemingen kunnen

woord voor woord toegang cot her verhaal. Het is daarom

voordoen. Het denken en de waarneming halen de eeuwig足

de geest die zijn eigen beperkingen aan de roman oplegt en

heid en het oneindige uit hun zijn naar een ogenschijnlijk

de tijd creeert uit wat in feite tegelijkertijd aanwezig is.

bestaan toe. De eeuwigheid baart de tijd binnen zichzelf; het oneindige ontvouwt de ruimte binnen zichzelf Nergens

De tijd die ervaren wordt zit niet in het boek; die zit in de

houdt bewustzijn echter ooit op dimensieloos bewustzijn te

geese. Het is de geest! De geest legt zijn eigen beperk.ingen

zijn. Vanuit het puncloze gezichtspunt van bewustzijn is het

op aan de eeuwigheid en doet de eeuwigheid eruitzien op

eeuwig en oneindig.

een manier die overeenkomt met die beperk.ingen. De tijd wordt gecreeerd in de geest; de geest wordt niet gecreeerd

Hee is onmogelijk om aan het nu te denken, want het den足

in de tijd. In die zin is de tijd hoe de eeuwigheid eruitziet

ken legt zijn eigen beperk.ingen op

vanuit het beperkce perspectief van de geest. Bewustzijn zelf

aan

alles wac hec denkc.

Dus als de geese aan her nu denkc, stelt hij zich een fractie van een moment voor dat ingeklemd zit tussen het verleden en de toekomst. Orn dezelfde reden is het niet echt moge足

*

Uit 'Burt Narron', Four

272

Quartets (1935).

lijk om op een samenhangende manier over deze dingen te

273


Iedere ervaring vindt plaats in het eeuwige nu, het enige nu

neemt de vorm aan van de geese om de tijd uit de eeuwig­

dat er is, en dat nu gaat nergens heen. Het nu waarin je

heid cevoorschijn te halen en de ruimte uit het oneindige.

ervaring van dit moment plaatsvindt is hetzelfde nu waarin iedere ervaring die je ooit gehad hebt heeft plaatsgevonden.

Van bewustzijn wordt gezegd dat her zowel eeuwig als

Ja, oak je geboorte heeft in dat nu plaarsgevonden, maar

oneindig is, als concessie aan de tweelingmodaliteiten van

dat nu is niet ontsraan bij je geboorte, en je dood 'zal' nu

de geest, het denken en de waarneming. Gedachten lijken in

plaatsvinden, maar dat nu zal niet ophouden re bescaan als je sterft. Zoals T.S. Eliot schrijft in Vier Kwartetten:*

de tijd te verschijnen, waarnemingen in de ruimce. Vanuit het perspectief van het denken en de waarneming - dat wil zeggen, vanuit het perspectief van de eindige geese - zijn

Of zeggen dat het eind aan her begin voorafgaat,

rijd en ruimce de containers waaiin de ervaring plaatsvindt.

en dat her eind en het begin er altijd waren

In die zin vormen tijd en ruimte de twee meest subtiele en

voor her begin en na her eind.

doorzichtige objecten. Ze bootsen de vorm van bewustzijn

En alles altijd nu is.

in de eindige geese na door de doorzichcige eigenschappen van bewusczijn te delen.

Stel je een roman voor die bestaat uit het levensverhaal van een vrouw van honderd jaar. De tijd die voor de vrouw in

Orn een wereld te kunnen manifesceren moet de eeuwige,

de roman lijkt te bestaan is tegelijkertijd aanwezig in de

oneindige aard van bewusczijn gedevalueerd warden tot tijd

vorm van het volledige boek. De geest heeft echter slechts

en ruimte, zodat zich gedachcen en waarnemingen kunnen

woord voor woord toegang tot her verhaal. Hee is daarom

voordoen. Hee denken en de waarneming halen de eeuwig­

de geese die zijn eigen beperkingen aan de roman oplegt en

heid en het oneindige uit hun zijn naar een ogenschijnlijk

de tijd creeert uit war in feite tegelijkertijd aanwezig is.

bestaan toe. De eeuwigheid baarc de tijd binnen zichzelf;

De tijd die ervaren wordt zit niet in het boek; die zit in de

houdt bewusczijn echter ooit op dimensieloos bewustzijn te

geese. Het is de geest! De geest legt zijn eigen beperkingen

zijn. Vanuit het puntloze gezichtspune van bewustzijn is het

op aan de eeuwigheid en doet de eeuwigheid eruiczien op

eeuwig en oneindig.

het oneindige ontvouwt de ruimte binnen zichzel£ Nergens

een manier die overeenkomt met die beperkingen. De cijd wordt gecreeerd in de geese; de geese wordc niet gecreeerd

Hee is onmogelijk om aan het nu ce denken, want het den­

in de tijd. In die zin is de tijd hoe de eeuwigheid eruicziec

ken legt zijn eigen beperkingen op aan alles wat her denkt.

vanuit het beperkte perspectief van de geese. Bewustzijn zelf

Dus als de geest aan het nu denkt, stelr hij zich een fractie van een moment voor dat ingeklemd zit tussen her verleden en de toekomst. Orn dezelfde reden is het niet echt moge­

*

Uic 'Bure Norton', Four

272

Quartets (1935).

lijk om op een sarnenhangende manier over deze dingen te

273


schrijven. We kunnen alleen maar hopen, door over die ideeen na te denken en te schrijven, dat een paar woorden in de geest de herinnering zullen oproepen aan zijn eeuwig­ heid, en dat de geur van die herinnering hem zal toetrekken naar een nieuwe en richtingloze richting.

In feite kruisen ze elkaar niet; ze vormen hetzelfde 'punt'. Ze vormen zelfs geen punt, maar we kunnen niet nadenken, laat staan praten over iets wat geen dimensies heeft. Laten we het hier en nu dus maar beschouwen als een oneindig klein punt dat niet gelokaliseerd is in de tijd of ruimte waarin de ervaring plaatsvindt.

Er wordt vanuit gegaan dat iedere ervaring plaatsvindt in de ruimte. De ruimte wordt dus beschouwd als her medium waarin de geese gelokaliseerd is. 'Hier' wordt beschouwd als het specifieke punt in de ruimte van wa_aruit de rest van de ruimte en haar inhoud gekend of gezien warden. Alles wat niet 'hier' is, wordt gezien als 'daar'. Maar ervaren we ooit echt de plek die we 'daar' noemen?

nu

plaatsvindt. Het is

onmogelijk om 'hier' te verlaten en naar 'daar' te gaan. 'Daar' is altijd een concept, nooit een ervaring. Ruimte is de afscand tussen het 'hier'-punt en het 'daar'-punt, of tussen twee 'daar'-punten. Maar alleen hier wordt ervaren. Hoeveel afstand kan er bestaan tussen dat wat ervaren wordt en dat wat niet ervaren wordt? Zie op die manier dat de ruimte zelf een concept is en nooic een ervaring. Merk op dat het op iedere plek waar de ervaring gekend wordt hier is. In die zin is hier de 'plaats' waar de ervaring plaatsvindt, maar die plaats bevindt zich niet in de ruimte. Hier is de plaats waar ik altijd hen. Het is de plaats waar bewustzijn zich bevindt. Merk op dat overal waar het hier is, het oak alrijd nu is. Hee hier en nu kruisen elkaar altijd.

274

plaats in in de geese van de dromer, en de levensduur die in de droom lijkt voor te komen neemt slechts een ogenblik van de cijd in de waaktoestand in beslag. Op dezelfde manier zijn de tijd en ruimte die in de waaktoestand lijken te bestaan eeuwig, oneindig bewustzijn dat via het prisma van het denken en de waarneming weerspiegeld wordt. In werkelijkheid vindt de ervaring niet in tijd en ruimte plaats,

De ervaring van 'daar' vindt hier plaats, zoals de ervaring van het verleden of de toekomst

Het landschap waar we 's nachts van dromen neemt geen

maar bewustzijn moet wel het uiterlijk van tijd en ruimte aannemen - het moet vervallen tot de eindige geest - wil er sprake kunnen zijn van ervaring. Het woord 'oneindig' betekent niet eindeloos uitgestrekt in alle richtingen. Oneindig betekent 'niet eindig', dat wil zeg­ gen, zonder begrensde eigenschappen. Het betekent zonder dimensies, dat wil zeggen, niet in de ruimte, zoals eeuwig niet in de tijd betekenc. Het oneindige is geen buiten­ gewoon, mystiek gebied waar niemand van ons toegang toe heeft. Het oneindige is de plaatsloze plaats, dimensieloos bewusrzijn, waar iedere ervaring plaatsvindt; we ervaren die 'altijd'. Als het oneindige weerspiegeld wordt door het prisma van de waarneming, dan verschijnt het als ruimte, net zoals de eeuwigheid, weerspiegeld door het prisma van het denken, verschijnt als tijd. Het zijn de beperkingen van

275


onze eigen geest die eeuwig, oneindig bewustzijn de aan­

buiten bewustzijn vandaan komen, noch kan hij ergens

schijn geven van tijd en ruimte.

buiten bewustzijn heen. Een film gaat niet door het scherm heen; hij is het scherm. Alles wat een film behelst is het scherm. De film is een zelf­

Gewoonlijk geloven en voelen we dat we iedere periode van

modulatie van het scherm. De drie toestanden van waken,

vierentwintig uur door de drie toestanden van waken,

dromen en slapen gaan niet door eeuwig, oneindig bewust­

dromen en slapen heengaan. De enige reden waarom we

zijn heen; het zijn zelfinkleuringen van eeuwig, oneindig

geloven en voelen dat we door die toestanden heengaan is

bewustzijn. Alleen vanuit het perspectief van de waak- en

dat we onze wezenlijke aard van eeuwig, oneindig bewust­

droomtoestanden wordt de diepe slaap beschouwd als een

zijn zijn vergeten, over her hoofd hebben gezien of ge­

derde toestand die bestaat in de tijd en ruimte die, vanuit

negeerd hebben. Eeuwig, oneindig bewustzijn gaat nooit

het perspectief van die twee toestanden, op zichzelf als echt

door welke toestand dan ook heen; alle toestanden gaan

worden gezien.

door bewustzijn heen. In feite zijn we onze wezenlijke aard oneindig bewustzijn niet vergeten, noch

Stel jezelf eens twee tienerjongens voor die op de bank naar

hebben we hem over het hoofd gezien of genegeerd, wane

van eeuwig,

de televisie zitten te kijken. Hun moeder komt binnen en

we zijn niet iets anders dan bewustzijn dat bewustzijn kan

vraagt aan de eerste zoon 'Waar kijk je naar?' Hij zegt

kennen of vergeten. We zijn bewustzijn zelf. Bewustzijn

'Breaking Bad! Een uur later komt ze weer binnen en vraagt

zelf lijkt zicb te hebben verhuld door de vorm van de geest

ze aan de eerste zoon 'Waar kijk je naar?' Deze keer zegt hij

aan te nemen en zichzelf daarmee in te kleuren met zijn

'The Simpsons! Een uur later komt ze nog een keer binnen.

eigen activiteit en aan zichzelf te verschijnen als de objectieve

Het programma is afgelopen en de tv staat uit, en de moeder

ervarmg.

vraagt aan de eerste zoon 'Waar kijk je naar?' Hij zegt 'Nergens naar!'

In feite is het niet helemaal juist om te zeggen dat alle toe­ standen door bewustzijn heengaan, ook al vormt dat een

De moeder stelt dezelfde reeks vragen aan de tweede zoon.

gerechtvaardigde concessie, in de vroege fasen van dit

Ze komt tijdens Breaking Bad binnen en zegt 'Waar kijk je

onderzoek, aan de geest die gelooft in het onafhankelijke

naar?' Hij zegt 'Ik zie bet scherm!' Een uur later komt ze

bestaan van objecten en toestanden. Zeggen dat alle

weer binnen: 'Waar kijk je naar?' 'Ik zie bet scherm!' Ze

toestanden door bewustzijn heengaan suggereert dat een

komt een uur later binnen en de tv staat uit: 'Waar kijk je

toestand ergens buiten bewustzijn vandaan komt, door

naar?' 'Ik zie het scberm!'

bewustzijn heengaat en weer vertrekt, als een trein die door een station been rijdt. Een ervaring of toestand kan nergens


De eerste jongen denkt dat hij tijdens Breaking Bad en

slaap ervaren wordt is nice iets wat 's nachts slechts drie of

The Simpsons een veelheid en diversiteit aan objecten ziet,

vier uur voor ons beschikbaar is. Hij is continu beschik­

en als de programma's afgelopen zijn denkt hij daarom dat

baar. Iedereen kan nu in slaap vallen en als gevolg daa.rvan

hij een derde toestand van hec scherm ziet: niets. Het 'niecs'

de vrede van onze ware natuur ervaren. Zelfs als we nu diep

dat hij na de twee programma's dehkt te zien bescaat alleen

verdriecig zouden zijn, of ons in een emotionele achtbaan

in relatie tot de ogenschijnlijke veelheid en diversiteic aan

zouden bevinden, zou dat allemaal verdwijnen als we in

dingen die hij dacht te zien tijdens die programma's. De

slaap zouden vallen, en we zouden clan onmiddellijk de

tweede zoon legt tijdens de twee programma's niec iets op

vrede en vervulling ervaren van onze ware natuur.

aan het scherm, en daarom heeft hij ook niet het gevoel dat hij niets ziet als de

cv

uitstaat. Al die tijd ziec hij gewoon

heczelfde scherm.

Die vrede en vervulling vormen geen nieuwe ervaring die tot ons komt als we in slaap vallen. Het is slechts het voelbaar worden van de vrede die alcijd op de achtergrond van iedere

Als we denken dat de waak- en droomtoestanden bestaan

ervaring aanwezig is, maar meestal verduiscerd wordt door

uit een veelheid en diversiceit aan ahonderlijke objecten en

hec geraas van de objeccieve ervaring. Meditacie is de kunsc

zelven, zullen we de diepe slaap beschouwen als een blanco,

om in slaap ce vallen terwijl je wakker blijft. Daarmee krijg je

leeg niets. Maar als we tijdens de waaktoescand begrijpen

toegang tot de vrede die eeuwig aanwezig is op de achter­

en voelen dat wat een veelheid en diversiceit aan objecten

grond van iedere ervaring, ongeacht de inhoud ervan. Je

lijkt te zijn in feice het enkelvoudige, ondeelbare, eeuwige

hoeft de film niet uic te zetten om het scherm ce kunnen zien.

scherm van bewustzijn is, dan zullen we de diepe slaap geen 'niets' meer opleggen. De diepe slaap zal ervaren worden als de 'ontkleuring', maar niet de afwezigheid van bewustzijn. De waak- en droomtoestanden zijn een zelfinkleuring van

We gaan nooit ergens heen. We gaan niec door ervaringen

bewusczijn; in de diepe slaap blijft bewustzijn volledig

heen; ervaringen zijn een zelfinkleuring van de eeuwige,

wakker maar houdt het op met zichzelf in te kleuren met de

oneindige aanwezigheid van bewusczijn. Die aanwezigheid

activiteit van de geest. Als onze ervaring van de 'iecsheid'

van bewusczijn wordc nooit bezoedeld of schade toege­

van de waaktoescand verdwijnt, neemc de 'nietsheid' van de

bracht of bewogen door de ervaring. Die bevindt zich altijd

diepe slaap in gelijke mace a£

in dezelfde stralende oertoescand.

De diepe slaap is geen nieuwe ervaring die we hebben als

Er bestaan geestestoescanden, maar geen bewustzijns- of

we in slaap vallen. Hee is gewoon het zichtbaar warden van

gewaarzijnstoestanden. Bewustzijn bevindt zich altijd in

de altijd aanwezige achtergrond van iedere ervaring. Het is

dezelfde toestand. De zogenaamde toestanden van waken

de ontkleuring van bewustzijn. De vrede die in de diepe

en dromen vormen zelfinkleuringen van de altijd aan-

279


wezige, van nature vredige aanwezigheid van bewustzijn. Die van nature vredige aanwezigbeid van bewustzijn is in gelijke mate beschikbaar voor alle mensen, te alien tijde,

toestand. Begrijp en voel dat er nooit iets met je gebeurt. Je bevindt je nog steeds in dezelfde oenoestand waarin je je bevond op de dag dat je werd geboren, en de dag v66r je

onder alle omstandigheden.

geboorte, want jij, bewustzijn, bent nooit geboren. Je bevindt

Natuurlijk is dat slecbts bij wijze van spreken. Bewustzijn is

dag nadat je gestorven bent, want jij, bewustzijn, sterft nooit.

niet beschikbaar voor en wordt niet gekend door mensen. Bewusczijn is te alien tijde beschikbaar voor zicbzelf, ook al verbult het zichzelf soms met zijn eigen activiteit. Bewustzijn valt 's avonds niet in slaap. Bewustzijn weet niets van de slaap; het is altijd volkomen wakker. Bij de slaap, of welke andere toestand clan ook, gaat bewustzijn

je nu in dezelfde oertoestand waarin je je zult bevinden op de

Met dat inzicbc hebben we niet !anger het gevoel dat we onszelf moeren verdedigen regen welke ervaring dan ook of dar we ons op welke manier clan ook uit bet leven terug moeten trekken. We zijn veilig, waar we ook heengaan. We worden niet geraakt door de ervaring, en toch raken we iedere ervaring op innige wijze aan.

geen nieuwe toestand binnen. Bewustzijn gaat nooit door enige toestand been. Wat bet denken als de slaap beschouwt is niet meer clan de verwijdering van gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen uit de altijd aanwezige, volkomen wakkere,

van

nature vredige, onvoorwaardelijk

vervulde achtergrond van bewustzijn. Het denken beschouwt de slaap als de afwezigheid van bewustzijn, maar in feire gaat bet om het bewustzijn van afwezigheid. Bewustzijn bevindt zich altijd in dezelfde oer足 roestand; er gebeurt nooit iets mee. Bij de slaap houdt bewustzijn op om zichzelf in ce kleuren als de activiteit van de geese en maakt het zicb aan zichzelf kenbaar, en als gevolg daarvan proeven we clan van de vrede van onze ware naruur. Bewustzijn herkent zichzelf. Daarom verheugen we

We gaan nooit ergens heen. Een stroom beelden, gewaar足 wordingen en waarnemingen gaat door ons heen; wij gaan niet door hen been. We gaan niet door rijd en ruimte heen. Tijd en ruimte gaan als her ware door ons heen. Als we reizen ervaren we een reeks gedachten, gewaar足 wordingen en waarnemingen, maar her bewusrzijnsveld waarin die gedachten, gewaarwordingen en waarnemingen zich bewegen of, nauwkeuriger gezegd, waarvan ze een zelf足 inkleuring zijn, gaat nooit ergens heen. De naam die we dat veld meesral geven is 'hier en nu'.

ons ook op de slaap!

Hee nu van dat veld wordt gefilterd door her denken en

Bewustzijn, de werkelijkheid van iedere ervaring, bevindt

veld wordr gefilcerd door het prisma van de waarneming en

zich altijd in dezelfde ondeelbare, onverwoestbare, stralende

2.80

lijkt clan een moment in de tijd te zijn. Hee hier van dat lijkt dan een plek in de ruimte te zijn. Maar het nu dat een


moment in de tijd lijkt te zijn, en het hier dat een plek in

Het scherm maakt nooit de reis mee die de figuur in de film

de ruimte lijkt te zijn, kijkt uit op de eeuwigheid en het

onderneemt, ook al heeft de reis alleen betrekking op het

oneindige. Het ware nu, het enige nu, is het eeuwige nu.

scherm. Alles wat de verschijning van tijd en ruimte behelst

En het ware hier, de plaats waarin de ervaring plaatsvindt,

is oneindig, eeuwig bewustzijn, maar eeuwig, oneindig

is de dimensieloze aanwezigheid van bewustzijn. Die gaat

bewustzijn verschijnc nooit in tijd en ruimte. Hier en nu is

nooit ergens heen.

her punt waarop oneindig, eeuwig bewustzijn en de eindige geest elkaar kruisen.

Een van de redenen waarom we van reizen houden is dat de aandacht, in contrast met de beweging die met reizen

Daarom krijgen we, naarmate we ouder warden, steeds

gepaard gaat, weer gevestigd wordt op dat element van ons­

meer het gevoel dat we niet ouder warden. De overtuiging

zelf dat nooit ergens heengaat. De veranderingen bena­

dat we ouder warden lijkt onze ervaring te weerspreken dat

drukken het onveranderlijke. Het gevoel van diepe vrede

we altijd dezelfde persoon zijn. Naarmate de dood dichter­

dat vaak aan een reis gekoppeld is, is de vrede van onze

bij komt krijgen we steeds meer het gevoel: 'Wat vreemd.

onveranderlijke aanwezigheid. We vinden het alleen al fijn

Ik heb het gevoel dat ik altijd dezelfde persoon ben. Ik ben

om allerlei plaatsen te bezoeken omdat we dan steeds weer

dezelfde persoon die ik was toen ik een meisje of jongetje

kunnen proeven van de herkenning dat we nooit ergens

van vijf was. Ik word niet echt ouder. Wat ik toen was is wat

heengaan, en omdat we dan de vrede voelen die met die

ik nu ben.' Die intu'itie is een van de talloze manieren waar­

herkenning gepaard gaar.

op de waarheid de geest binnendringt en vult met een spoorrje werkelijkheid, de herinnering aan onze eeuwig­

Ik ga nooit ergens heen. Ik ben alcijd op dezelfde plek van

heid, ook al zal het denken het in de meeste gevallen bijna

'ik ben', de plaacsloze plaats die 'hier' genoemd wordt, en

onmiddellijk van de hand wijzen.

de tijdloze tijd die 'nu' genoemd wordt. Zoals ons wezen van altijd aanwezig, onbegrensd bewustzijn in de geest

Zoals Balyani zei: "Hij is nu zoals Hij toen was.'' Ons van

straalt als het weten 'ik ben', zo verschijnt dat wecen in de

zichzelf bewuste wezen bevindt zich altijd in dezelfde oer­

tijd als nu en in de ruimte als hier. En zoals het weten 'ik

toestand. Op een bepaald punt wordt die intultie onze

ben' een toegangspoort is waar de eindige geest doorheen

geleefde en gevoelde ervaring en gaat ze gepaard met een

lijkt te moeten gaan op de weg terug naar zijn wezenlijke,

bevrijding van de doodsangst en het gevoel van gemis die zo

onherleidbare werkelijkheid van zuiver bewustzijn, zo is het

karakteristiek zijn voor her afronderlijke zelf of de eindige

hier en nu een baken dat licht geeft te midden van alle erva­

geest. Het brengt dus de vrede en vervulling met zich mee

ringen, een geheime deur waar de geest doorheen gaat op

die eigen zijn aan het kennen van ons eigen zijn zoals het is,

weg van de tijd naar de eeuwigheid en van de ruimte naar

het kennen van onszelf in onszelf, als onszel£

het oneindige.

282


Wat ik in wezen ben is eeuwig aanwezig. Ik ben niet ergens

zichtig, als plastic. V isualiseer een vel doorzichtig papier en

vandaan gekomen. Ik ga nergens heen. Er wordt nooit iets

teken daar je ervaring van die moment op. Stel je voor dat

aan mij coegevoegd, noch wordt er ooit iets van me weg­

je op de een of andere manier tekens zou kunnen plaacsen

gehaald. Geen enkele ervaring maakt me ooit grocer of

die de huidige ervaring van denken, voelen, gewaarworden,

kleiner. Ik ben volledig, vervuld, heel, volmaakt. Wat ik in

zien, horen, verbeelden, proeven, ruiken en herinneren

wezen ben bevindt zich altijd in dezelfde oercoestand. Ik

zouden overbrengen: je tekening ziet er dan uit als een mini

ben nooit beschadigd, besmeurd of ouder geworden door

Jackson Pollock.

mijn ervaringen. Ik ben niet geboren en sterf niet. Leg die tekening nu aan de kant en neem een volgend De vredesbron die uit dat inzicht opborrelt is de vrede die

doorzichcig vel. Teken de ervaririg die gisceren plaatsvond

ieder begrip overstijgt. Hij komt niet voort uit de geest. Hij

en leg die naast het eerste vel: nog een mini Jackson Pollock.

komt voort uit de achtergrond van de geest, maar over­ . stroomt de geest in toenemende mate met zijn aanwezig­

Pak een derde vel, teken de ervaring die de dag daarvoor

heid en keert de geest geleidelijk in de richting van zichzelf.

voor, en de dag daarvoor, en de dag daarvoor ... en leg die

plaatsvond en leg die naast het tweede vel. En de dag daar­ vellen in een lange lijn neer, waarbij ieder vel een dag in je leven verregenwoordigt.

Als her nu heczelfde eeuwige 'moment' is voor alle mensen

Ieder vel bevat een tekening van de inhoud van je ervaring

en her denken her vervolgens uitbreidc of oncvouwc als de

gedurende die dag. Ze liggen in volgorde naast elkaar en

tijd, zou her dan oak zo kunnen zijn dat het hier dezelfde

vertegenwoordigen de tijdlijn van je leven. De tekeningen

'plaats' is voor alle mensen en dat het alleen ogenschijnlijk

die je vroegste ervaringen vertegenwoordigen bevatten

gediversifieerd wordt tot een veelheid aan afwnderlijke

maar een paar lijnen en punten die op de doorzichtige

plaatsen door de activiteit van de waarneming?

pagina ronddrijven, en ze worden steeds complexer naar­

Stel je voor dat je je ervaring van die moment op een sruk

en andere keren zijn ze kleurrijker en licht.

mate je ouder wordt. Soms zijn ze danker en volgetekend, papier zou moeten cekenen. Vergeet niet dat de ervaring alles is wat je kent, en dat iedere ervaring bestaat uit geese:

Merk op dat her nu

denken, voelen, verbeelden, herinneren, horen, zien, aan­

ervaringen die in de cekeningen werden weergegeven plaacs­

raken, enzovoorts.

vonden, en dar we alrijd maar een nu ervaren. Het is daar­

was

op het moment dat ieder van de

om niet juist om de tekeningen op volgorde naast elkaar te van de geese is doorzichrig

leggen. Neem dus al je rekeningen en leg ze boven op

bewusczijn, dus is het scuk papier waarop je tekent door-

elkaar. Samen vormen ze een stapel tekeningen, elk ervan

De achrergrond en her

wezen


op een doorzichtig vel, die iedere dag - of, zouden we

Druk je boek nu in elkaar zodat de hele inhoud ervan

kunnen zeggen, ieder moment - van je leven vertegenwoor­

plaatsvindt op een enkel doorzichtig vel, waarbij alle teke­

digen. Iedere ervaring vindt plaats in

en dus

ningen in elkaar opgaan en zo een dicht opeengepakt en

warden de tekeningen niec in volgorde neergelegd, maar

gelaagd beeld vormen dat iedere ervaring bevat die je ooit

hetzelfde nu,

parellel aan elkaar op elkaar gestapeld, als in een boek.

in je leven gehad hebe. Er is nu sprake van talloze doorz.ich­ tige vellen, een per stoel, die ieder de volledige inhoud van

Het is waar dat we, als gevolg van de beperkingen van de

ieders leven vertegenwoordigen.

geest, steeds slechts een pagina tegelijk kunnen lezen om toegang te krijgen tot het verhaal van ons leven dat tegeli jker­

ln werkelijkheid bestaan de stoelen, de kamer, het gebouw

tijd aanwezig is in het eeuwige nu. Vanuit het perspectief

en de wereld zelf allemaal uit geese en zouden daarom deel

van de geese lijkt het dus alsof de gebeurtenissen in ons

moeten uitmaken van de cekeningen op de doorzichtige

leven in de tijd plaatsvinden. Maar in feite is het de geese

vellen, maar ik wil de analogie niet tot in het oneindige

die het eeuwige nu ontvouwt en er doet uitzien als de tijd.

doorvoeren. Laten we dus maar bij dat beeld van de talloze doorzichtige vellen blijven, elk ervan gelegen op de stoel

Seel je nu voor dat je in een kamer vol mensen zit, en dat

waarop de persoon zit.

iedereen op een stoel zit. Merk op dat het lichaam in de geese wordt ervaren - en daardoor deel uitmaakt van het

Merk op dat het nu waarin ieders ervaring plaatsvindt

boek met tekeningen. Visualiseer dus dat er geen lichamen

heczelfde nu is. Haal dus al die vellen papier van de stoelen

op stoelen zitten, maar dat er op iedere stoel een boek zit en

en plaats ze boven op elkaar, waarmee je aangeeft dat de

dat ieder boek bestaat uit talloze doorzichtige vellen met

levens die de tekeningen weergeven allemaal in hetzelfde nu

tekeningen die een moment in het leven van die persoon

plaacsvinden. Nu hebben we dus weer een enkel boek,

vertegenwoordigen.

alleen bevat iedere pagina in hec boek deze keer de hele inhoud van iemands leven, zoals we eerder een boek hadden

Merk op dat het vel waarop iedere tekening gemaakc is

voor het leven van ieder individu.

doorzichcig is, leeg, en dat daardoor niets het ene vel van kleurrijke tekeningen, maar de vellen kunnen niet van elkaar

De doorzichcige pagina's van die boek zijn leeg en bezitcen geen eigen objectiviteit, en daarom is er niets wat de door­

onderscheiden warden. De achtergrond van bewustzijn is

zichcige pagina's waarop ieders leven getekend is van elkaar

het andere onderscheidt. Er is weliswaar sprake van talloze

altijd dezelfde niet te onderscheiden, ondeelbare, ruimte­

onderscheidt. Druk ook dit boek in elkaar: ieders leven

achtige, van zichzelf bewusce aanwezigheid waarin iedere

vindt plaats in hetzelfde nu, dus de cekeningen van ieder­

ervaring verschijnt.

een bevinden zich op hetzelfde vel papier. Nu hebben we

2.86


een enkel vel doorzichcig papier waarop de hele inhoud van ieders leven gecekend is.

waarneming. Orn de inhoud van dat uiterst kleine puntje kenbaar te ma.ken moet het gekend warden door middel van het voertuig van de geese. Het denken en de waar足

Merk op dac alcijd als het nu is, her ook hier is, dac wil

neming vormen de geese; door middel van her denken

zeggen, dat her nu en het hier altijd samenvallen. Zou je

wordt dat punt grocer en verschijne het als de tijd, en door

ooic het gevoel kunnen hebben dat her nu is zonder

middel

cegelijkertijd het gevoel ce hebben dat het hier is? Het

de ruimce. Tijd en ruimte komen uit dat dimensieloze

eeuwige moment waarop dat ene vel zich bevindt is dus ook

pumje tevoorschijn door middel van de voertuigen van het

dezelfde plek 'hier' waarop ieders ervaringen plaacsvinden.

denken en de waarneming.

van

de waarneming wordc dac punt uicvergroot tot

Nu hoeven we nog maar een stap te zecten. In die dimensieloze aanwezigheid van bewustzijn vloeien al De hele inhoud van ieders leven staat nu op een enkel vel

onze ervaringen samen tot ze niet meer van elkaar te onder足

doorzichcig papier geeekend, en het is een weergave van het

scheiden zijn, maar naarmate het denken en de waarneming

hier en nu. Hier is echter geen plaats in de ruimte en nu is

uit dat uiterst kleine puntje tevoorschijn komen, neemt de

geen moment in de cijd, en daarom bezitten geen van beide

diversiteit toe en gaat die zich vercakken. Ze baart zichzelf

enige dimensie. Neem in gedachten dus dat doorzicheige

en breidt zich uit als een boom die zich vertakt, waarbij

vel waarop de hele inhoud van ieders leven getekend is, en

iedere ta.k meer diversiceie, meer complexiteit en daardoor

verklein her cot een uiterst klein puntje.

ogenschijnlijke afgescheidenheid voortbrengt.

Ik ga niet verder dan "een uiterst klein puntje" omdat we

Hee resulcaat van dac proces is de ervaring die ieder van

ons niet iets zonder dimensies kunnen voorscellen of erover

ons nu heeft. Iedere persoon en ieder dier is tevoorschijn

na kunnen denken. Maar begrijp alsjeblieft dat dac uicerst

gekomen uic die uitersc geconcentreerde kern van een

kleine puntje dimensieloos bewustzijn vertegenwoordigt,

enkel dimensieloos bewustzijn. Ieder van ons is in die

waarin de inhoud van ieders leven samengeperst is. Oat

zin

puntje is her 'hier en nu', de plaatsloze plaats en tijdloze tijd

afgescheiden is door middel van de caleidoscoop van het

waar'in' de ervaring plaatsvindt.

denken en de waarneming. Zoals relatief gesproken ieder

dezelfde

persoon die ogenschijnlijk gediversifieerd en

van onze eindige geesten in de vorm verschijnt van ontel足 Wat doet dat niec-gelokaliseerde, tijdloze puntje waarin

bare gedachcen en waarnemingen zonder ooit op te houden

iedere ervaring opgeslagen ligt grater warden en lijken te

een incegraal geheel ce vormen, zo is iedere persoon een

verschijnen als eijd en ruimte waarin een ogenschijnlijke

gedachte in de geese van oneindig bewustzijn, wiens onein足

veelheid en diversiteit aan objecten en anderen lijke te

dige en ondeelbare aard nooit hinder ondervindt van zijn

beseaan? Oat is de activieeit van de geese: her denken en de

ogenschijnlijke veelheid en diversiteit.

288


De conventionele interpretatie van re1ncarnatie maakc de four dat ze uitgaat van hec bestaan van de rijd, en toch is die aanname gebaseerd op een incu'itie die hout snijdt. We HOOFDSTUK

re'incarneren niet in de tijd, maar al onze geesten en alle

17

geesten van hen die v66r ons hebben geleefd zijn geboren uie een enkele geese, waarvan

ze

een uiebreiding vormen.

De droom van bewustzijn

We zijn leccerlijk elkaar. leder van ons is de buieenkant of objeceivaeie van de enige geest die er is: eeuwig, oneindig bewusezijn. We zijn allemaal spiegels van heezelfde bewust­ zijn. Zoals Primo Levi schreef:* ... denk aan de eijd voordae de was hardde, eoen iedereen als een zegel was.

S

eel je een vrouw voor die Mary heee en in New York woont. Op een nacht valt Mary in slaap en droome ze

dat ze Jane is die door de straten van Landen loopt. In die

Ieder van ons draagt de afdruk

analogie scaat Mary's geese voor bewustzijn. Relatief gespro­

van een vriend die je onderweg ontmoee hebe;

ken is Mary's geese oneindig, dac wil zeggen, alle dromen die

in ieder zie het spoor van ieder.

mogelijk zijn liggen er latent in opgeslagen. Ze zou kunnen dromen dat ze Sophie in Amsterdam is, Katie in Miinchen of Chloe in Rome, maar vanavond droomt Mary dac ze Jane in Londen is. Slapend in haar bed in New York kan Mary Landen niec bezoeken. Mary's geese is weliswaar van nature oneindig, maar ze moet uit eigen vrije wil haar onbegrensde geese de vorm laeen aannemen van Jane's beperkte geese om de scraten van Londen tegelijkercijd tot !even te brengen en re kennen. Daarmee realiseerc ze een van de mogelijkheden die in haar aanwezig zijn.

*

Uit 'To my Friends', The Mirror Maker, Schocken Books (1998).


Amsterdam, Berlijn, Tokio, Wenen en Rome bestaan allemaal latent in de geest van Mary, maar om een van die steden te kunnen ervaren moet ze alle andere mogelijk­ heden opgeven. Haar oneindige geest moet terugvallen tot de eindige geest van Jane, want alleen door middel van en als de eindige geest van Jane kan Mary de veelheid en diver­ siteit van Landen kennen. Voor Mary is het manifesteren van de straten van Londen dus een soort offer. Ze moet het kennen van haar eigen onbeperkte geest zoals die is verge­ cen of over her hoofd zien en uit vrije wil toestaan dat ze zichzelf beperkc om zo Jane te kunnen 'worden'. Vanuit her perspectief van Mary vinden zowel Jane als de straten van Landen binnen haar eigen geese plaats. Echter, vanuit her gezichcspunt van Jane vinden haar eigen gedach­

kennen, net zoals Mary het voertuig van Jane's geese nodig heefc om de scraten van Landen ce kunnen waarnemen. Oneindig bewustzijn heeft bee voercuig van het a.&.onder­ lijke zelf of de eindige geese nodig om het vormloze poten­ rieel dat in zichzelf opgeslagen ligc in een vorm cc gieren. Hee verschil tussen Mary, slapend in New York, en bewust­ zijn is dat Mary maar een droom tegelijk kan hebben - ze moet Sophie in Amsterdam zijn, Katie in Miinchen of Chloe in Rome - terwijl bewustzijn ontelbare dromen tegelijker­ tijd kan hebben. ledere geest is een droom in de oneindige geese van bewustzijn. In die zin is iedere geese het voertuig aan

de hand waarvan bewustzijn een segment van zijn

oneindige potentieel realiseert.

cen en gevoelens plaats binnen haar geest, en vindt de wereld die ze ziet - de stracen van Londen - buiten haar geest plaats.

De geese van Mary vormt altijd een ondeelbaar geheel.

Orn de straten van Londen te kunnen kennen moet Mary

bestaat verdelen haar enkelvoudige geest ooit werkelijk in

de wereld binnen zichzelf dromen en dan iemand in die wereld worden, vanuit wier gezichcspunt ze nu in staat is die wereld te zien. Op dezelfde manier bevat bewustzijn de wereld binnen zichzelf en wordt het tegelijkertijd een a.&.onderlijk er varingssubjecc in die wereld, vanuit wiens

Geen van de figuren of objecten waar haar droom uit een veelheid en diversiteit

aan

objecten en figuren. Op

dezelfde manier is oneindig bewustzijn alles wat onze eindige geesten behelzen, en niets wat binnen de ervarings­ droom in iedere geese plaatsvindt deelc oneindig, ondeel­ baar bewustzijn ooit op in een dualiteit aan objeccen en

gezichtspunt het die wereld nu lijkt te zien of te kennen.

zelven.

Hee oneindige kan niet iecs kennen wat eindig is; daarom

Jane ervaart echter een veelheid en diversiteit aan objecten

kan bewustzijn uit zichzelf geen veelheid en diversiteit aan objeccen, anderen of de wereld kennen. Oneindig bewust­ zijn heeft een voercuig nodig, een mechanisme aan de hand waarvan het een veelheid en diversiteit aan objecten kan

en anderen die helemaal buiten haarzelf lijkt te bescaan. Op basis van wat haar zincuigen haar venellen denkt Jane: 'Het kennen of het bewustzijn waarmee ik de wereld ken bevindt zich in mijn brein.' Ze merkt dat de straten van Londen

293


verdwijnen als ze haar ogen dichtdoet en dat ze weer

verschijnen als ze haar ogen opendoet, en haar gezonde

verstand concludeert daaruit dat datgene wat de straten van

Londen ziet zich vlak achter haar ogen moet bevinden. Op

zich niec in de cijd en ruimte bevindt waarin Jane's ervaring

lijkt te verschijnen,

zo

bevindt bewustzijn zich niet in, noch

heeft het te maken met de beperkingen van de tijd en ruimte

die echt lijken vanuit het perspectief van de geest in de

dezelfde manier verdwijnt het verkeerslawaai als ze haar

waaktoestand.

opendoet, wat haar ervan overtuigt dat datgene wat het

Zoals Mary in slaap moet vallen ten aanzien van de werke­

oren dichtdoet, en verschijnt hec weer als ze haar oren

verkeer hoort zich achter haar oren bevindc. Door op die

lijkheid van haar eigen oneindige geest, en die dus moet

elkaar te plakken, concludeert Jane dat haar geese zich in

en kennen, zo moet bewustzijn in slaap vallen ten aanzien

manier de informatie die haar zintuigen haar geven aan

negeren, om de straten van Londen ce kunnen manifesteren

haar hoofd bevindt.

van de werkelijkheid van zijn eigen oneindige geest om de

Jane zet die redenering voort en merkt dat haar gevoelens

vanuit wier gezichcspunt het de eindige ervaring kan

warden en alleen bij haar horen, wat aanleiding geeft om te

veelheid en diversiteit aan objecten die bestaan uit dood,

en licharnelijke gewaarwordingen niet door anderen gekend

veronderstellen en te voelen dat haar kernidemiceit een

amalgaam is van haar geese en haar lichaam. Ze concludeerc

daaruic dat alles wat met haar lichaam gebeurt ook met

haar gebeurt. Als het lichaam oud en ziek wordt, heeft ze

vorm van al onze eindige geesten te kunnen aannemen,

kennen. De wereld, door de eindige geest gezien als een

log materiaal genaamd 'macerie', lijkt tot leven te komen als

bewustzijn de werkelijkheid van zichzelf negeerc, en houdt

op ogenschijnlijk te bestaan als bewustzijn weer wakker

wordt ten aanzien van zichzelf of zichzelf weer herkent. Als

hec gevoel dac zij oud en ziek wordc; als hec lichaam sterft

Mary in slaap valt, wordt Jane wakker, en als Mary wakker

Jane gelooft dat het kennen waarmee ze haar ervaring kent

Orn Jane's eindige ervaring te kunnen kennen moet Mary

haar lichaam. Het kennen waarmee Jane haar ervaring kent

vergeten of negeren, ook al is alles wat Mary ooit kent, zelfs

en verdwijnt, gelooft ze dat zij ook zal sterven en verdwijnen.

zich bevindt in en de beperkingen en bestemming deelt van

bevindt zich echter niet in haar lichaam. Het bevindt zich in Mary's geest in New York! Op dezelfde manier bevindc het kennen waarmee ieder

wordt, valt Jane in slaap.

de oneindige aard van haar eigen geest over hec hoofd zien,

in de vorm van Jane's geest, haar eigen ondeelbare geest. Op vergelijkbare wijze moet bewustzijn zijn eigen aard over het

ons onze huidige ervaring

hoofd lijken te zien, lijken te vergecen of lijken te negeren

zijn - eigenlijk niet eens 'in bewustzijn', want 'iets' zonder

de wereld in feite zijn ervaring van zichzelf, zij het dat die

van

kent zich niet in ons lichaam. Het bevindt zich in bewust­

dimensies heeft geen binnenkant. Het is onbegrensd

bewustzijn dat zich nergens bevindt! En zoals Mary's geest

2 94

om de wereld ce kunnen kennen, ook al is zijn ervaring van

gezien wordt door de lens van de eindige geest.

2 95


Dae is echcer niet hoe de dingen vanuic hee gezichespune van

'Materie is de naarn die ze geeft aan her spul waar haar

Jane lijken ee zijn. In werkelijkheid - dae wil zeggen, vanuit

objeceieve ervaring - de wereld, objeceen en anderen - uit

Mary's gezichtspunt - beseaat weliswaar alleen Mary's eigen

bestaae. Vanuit her gezichtspunt van Jane is haar ervaring

ondeelbare geese, maar vanuit het gezichtspunt van Jane

dus verdeeld in twee subseaneies: geese aan de ene kant en

lijkt de ervaring verdeeld te zijn in een veelheid en diversi­

materie aan de andere kant.

teie aan afzonderlijke objecten en zelven die buieen haar geese bestaan, en gedachten en gevoelens die binnen haar

Bovendien zijn, vanuit Jane's gezichtspunt, haar lichaarn en

geese beseaan. Jane legt de beperkingen van wat ze als haar

de geese die zich er volgens haar in bevindt, duidelijk her

eigen geese beschouwt op aan haar ervaring en ziet alles

product van de wereld waarin ze leeft. Daarom lijkt het

door de vervormende lens ervan. Op dezelfde manier lege

haar heel redelijk om te conclud�ren dat haar geese een bij­

de eindige geese zijn eigen beperkingen op aan de werkelijk­

product van materie is. Hee bewijs dat haar zintuigen haar

heid en ziet hij er een weerspiegeling van .die beperkingen in

leveren lijkt die overtuiging te ondersceunen, en de meeste

die hij ten onrechee aanziee voor de werkelijkheid zelf,

mensen in haar droomwereld bevescigen haar ervaring. Ze

terwijl de werkelijkheid al die tijd alleen maar de oneindige,

ziet het feit over het hoofd dac een brein een ervaring in de

ondeelbare werkelijkheid van bewusezijn zelf behelst.

geese is - een gedachce, gewaarwording of waarneming- en dus een belangrijke aanwijzing mist ten aanzien van de aard

Als ik zeg dat de geese zijn eigen beperkingen

aan

de werke­

van haar geese en de wereld die hij lijkt te ervaren.

lijkheid oplegt, bedoel ik daar niet mee dat die beperkingen ergens buicen bewustzijn vandaan komen. Zo'n plek bestaat

Op dezelfde manier lijkt de ervaring vanuit het gezichts­

niet! Hee is bewusrzijn zelf dat vrijwillig de vorm van de

punt van her ahonderlijke zelf of ego opgesplitst te zijn in

eindige geese aanneemr om zo de manifestatie vanuit her

twee kernsubstanties: materie wordt beschouwd als alles

zijn tot leven te wekken. De geese lijkt dus weliswaar de

wat buiten de geese bescaat, en de geese zelf wordc gezien als

werkelijkheid te fragmenreren en diversifieren, zoals een

een afgeleide daarvan. Met andere woorden, materie wordt

beeld het scherm waarop her verschijnr lijkc re fragmenteren

als primair beschouwd en de geese als secundair, in tegen­

en diversifieren, maar hij vormt zelf een manifestatie van

stelling tot wat onze ervaring ons vercelt.

die werkelijkheid. We zouden daarom kunnen zeggen dac de werkelijkheid zichzelf met behulp van zijn eigen activi­

Het feit dar alle dingen die ooit over de wereld of het

teit verhult en zich tegelijkercijd volledig tot uitdrukking

lichaam gekend kunnen worden verschijnselen in de geese

brengt als die activiteit.

zijn, en dat de enige substantie die in de geese aanwezig is

'Geese' is de naarn die Jane aan her spul geeft waaruit haar

zien van de wezenlijke aard van zijn ervaring. De geese is

subjectieve ervaring- haar gedachten en gevoelens- bestaat.

echter zo gehypnotiseerd geraakt door zijn eigen creativiteit,

bewustzijn is, biedt de geese een sterke aanwijzing ten aan­


en her geheugenverlies dat daaruit voortvloeit is zo ernstig,

Het ogenschijnlijke zelf van Jane is het ware en enige zelf

dat hij die aanwijzing niet opmerkt en voortdurend beweert

van Mary. Wat Jane als 'ik' beschouwt is gewoon een denk­

dat er een substantie genaarnd rnaterie bestaat die hij nooit

beeldige begrenzing van het ware en enige 'ik' van Mary.

ervaren heeft in plaats van de enige werkelijkheid van zijn

Jane's ogenschijnlijk eindige zelf of wezen is Mary's on­

hele ervaring, bewustzijn zelf.

eindige wezen - het enige wezen dat werkdijk bestaat waaraan een denkbeeldige begrenzing is toegevoegd. Maar die begrenzing is geen vergissing, tenzij ze aanleiding geeft tot de ovenuiging en het gevoel van een afzonderlijke en

Wie is Jane? Jane is geen zelf, persoon of entiteit op zichzelf.

onafhankelijk bestaande entiteit.

Ze is een ogenschijnlijke begrenzing van Mary's geest, rnaar alleen rnaar ogenschijnlijk vanuit haar eigen bedrieglijke en

Die afzonderlijke en onafhankelijk bestaande ent1te1t

uiteindelijk onwerkelijke gezichrspunc. Vanuit Jane's gezichts­

genaamd 'ik' is niet echt in die zin dat zij nooit werkelijk op

punt is ze een zelf, een persoon, een entiteit, een lichaarn.

zichzelf staat. Net als aan alle illusies kan er echter toch

Maar dat is niet rneer dan een overtuiging! Jane denkt dat

werkelijkheid aan toegekend worden. De werkelijkheid van

ze gedachten heeft, terwijl ze in feite een gedachte is! Ze is

het water in een luchtspiegeling is licht, zoals de werkelijk­

een gedachte en een daarbij horend gevoel dat de ware

heid van een landschap in een film het scherm is. De werke­

identiteit

lijkheid van Jane's eindige geese is Mary's oneindige geest.

van

Mary een begrenzing oplegr.

Jane is een proces, geen entiteit. Ze is her voertuig met Dat betekem niet dat Jane onecht is of niet bestaat. Het

behulp waarvan Mary in staat is de wereld re rnanifesteren

betekent alleen rnaar dat ze een ogenschijnlijke rnaar

en te kennen.

onechte begrenzing vorrnt van de enige die werkelijk bestaat: Mary. Vanuit het gezichtspunt van Mary is Jane

Het ego, het afzonderlijke zelf of de eindige geese is het

geen afzonderlijk zelf of afzonderlijke persoon. Vanuic

proces aan de hand waarvan bewustzijn een segment van

Mary's gezichtspunt bestaan er geen objecten of zelven,

zijn oneindige mogelijkheden manifesteert. Als proces is

geen echce din gen in haar droorn, geen entiteiten met een

het ego geen vergissing of probleem; het is het mechanisme

eigen onafhankelijk bestaan dat gedefinieerd kan worden

van de schepping. Maar als entiteit vormt het we! een pro­

met behulp

zelfstandige naamwoorden. Er is slechts

bleem. De overtuiging dat we afzonderlijke, onafhankelijke

sprake van de activiteit van haar eigen geest, die het best

entiteiten zijn is het fundamentele uitgangspunt waarop

beschreven kan worden met behulp van werkwoorden. In

onze hele wereldcultuur gebaseerd is.

van

de nieuwe taal van de non-dualiteit bestaan geen zelfstandige naarnwoorden. Alles wordt begrepen als de activiteit van

Dae afzonderlijke zelf of ego gelooft en voelt dat het zelf

bewustzijn.

een fragment is. Omdat her een fragment is heeft her altijd

299


het gevoel dat hec onvolledig is en daarom vervuld moec

de wereld hoe Gods oneindige geest eruitziet vanuit hec

warden; dat hec kwecsbaar is en daarom bescherming nodig

perspectief van een afzonderlijk ervaringssubject. Materie is

heeft. Hee a&.onderlijke zelf is altijd ongelukkig en bang,

bewustzijn dat weerkaacsc wordt door het prisma van de

en al zijn acciviteiten en relaties zijn erop gericht om het

eindige geest.

ongemak van dat onbehagen of lijden te verlichten. Het geloof in afgescheidenheid is dus de uiteindelijke oorzaak

Laten we ons nu eens voorstellen dat Jane in Mary's droom

van de onvrede die we binnen onszelf ervaren en van de

Peter, Clare en John uicnodigc om te komen eten. De geest

conflicten die we ervaren tussen individuen, gemeenschap­

van Mary neemc de vorm aan van het hele etentje: het huis,

pen en landen.

de kamer, her uirzicht, het eten, en Jane, Peter, Clare en John. De vier vrienden beginnen te praten over hun ervaring. Er staat een schaal met fruit midden op cafel, en ze verge­ lijken met elkaar wat ze waarnemen. Ze geven allemaal aan

Jane merkt dat iedereen op straat in Londen dezelfde wereld

dat er zes appels en ache sinaasappels in een witte schaal

lijkt te ervaren als zij, en ze concludeerc daaruit dat iedereen

liggen. Ze zijn her met elkaar eens dat iedere geese onder

een deel van dezelfde wereld ziet. Tegelijkertijd merkt ze

hen weliswaar duidelijk losstaat van de andere geesten -

dat iedereen weliswaar toegang lijkt te hebben tot dezelfde

geen van hen weet wat de anderen denken of voelen - maar

wereld, maar ook zijn eigen gedachten en gevoelens heeft.

dat ze toch allemaal dezelfde schaal met fruit zien en hun

Die lijken in hun geese plaats te vinden, in hun hoofd.

ervaring accuraat kunnen beschrijven en bevestigen. Dat

Jane beseft niet dat wat ze als de werkelijkheid waar ieder­

zijn een gedeelde wereld is die bescaat uit materie.

beschouwen ze als voldoende bewijs dat er buiten bewust­ een het over eens is beschouwt, de wereld die ze met alle andere mensen deelt, een weerspiegeling is van de beper­

Waarom zien Jane, Peter, Clare en John hetzelfde object?

kingen van haar eigen geest. Op dezelfde manier weer­

Omdat dat object op zichzelf bestaat, buiten en onafhanke­

spiegelt de wereld die ieder van onze eindige geesten kent

lijk van bewusrzijn? Nee! Het komt doordat ieder van hun

en ervaart de beperkingen van de geesc waarmee ze gekend

eindige geesten zich bevindt in, bezield wordt door en

wordt. Echter, zoals Jane's wereld een onbetwijfelbare

bestaat uit Mary's enkelvoudige geese. Hee is de enkel­

werkelijkheid bezit - Mary's geest - zo bezit ook de wereld

voudigheid van Mary's geese - de bron waar ieder van hun

die we waarnemen in de waaktoestand een zekere werke­

ogenschijnlijk afzonderlijke geesten uit voortkomt - die

lijkheid. De wereld die we waarnemen is echt, maar de

iedere geest in scaat stelt om dezelfde wereld te zien. Op

werkelijkheid ervan is oneindig bewustzijn.

Oneindig

dezelfde manier is de reden dat we allemaal dezelfde wereld

bewustzijn, gefilterd door de beperkingen van de geest,

zien te danken aan het feit dat ieder van onze eindige

verschijnt aan zichzelf als de wereld. In religieuze termen is

geesten zich bevindt binnen en bezield wordt door het-

300

301


zelfde bewustzijn. Het is die gelijkheid van bewustzijn die

wereld buieen de geese van Mary, op dezelfde manier als de

de ogenschijnlijke gelijkheid van de wereld veroorzaakt.

wereld die ieder van ons nu ziet geen bewijs vormt voor her beseaan van een wereld buieen bewustzijn die uit materie

Jane, Peter, Clare en John beseffen niet dat het kennen

bestaae. Integendeel, hetzelfde bewijs kan evenzeer gebruike

waarmee ze hun ervaring kennen vah Mary is. Het is Mary!

worden als indicatie dat de wereld die we delen, en die we

hetzelfde

zien door de verschillende facetten van onze eindige geese,

kennen. De fruitschaal ligt als mogelijkheid in Mary's geese

oneindig bewusttijn als enige bron heeft. Hoe je een keuze

opgeslagen. Ieder van hun eindige geesten brengt een

kunt maken

gedeeltelijke blik op dae ongemanifesteerde potentieel tot

Ockhams scheermes als het bewijs van onze ervaring onder­

leven, dae er vanuit hun beperkte perspectief uitziet als een

steum het alleen-maar-bewustzijnsmodel.

Ze kennen hun ervaring allemaal met behulp van

tussen

die

twee

mogelijkheden?

Zowel

enkel object in de wereld die ze met elkaar delen. Het is waar dat Peter, Clare en John in Mary's droom niet hun

Als Jane 'Ik zie de fruitschaal' zegt, verwijst ze naar het 'ik'

eigen subjectieve ervaring hebben - die heeft Jane alleen

dat ziet of kem, en ze denkt dat dat 'ik' onderdeel uitmaakt

maar - maar ik trek de metafoor door naar de normale

van en verblijft in haar lichaam. Maar het 'ik' in Peter, het

waaktoeseand, waarin het redelijk is om ervanuit te gaan

'ik' in Clare en het 'ik' in John - het kennen waarmee ieder

dat de andere mensen die we tegenkomen hun eigen erva­

van hen zijn of haar ervaring kent - is herzelfde 'ik', het­

ringen hebben.

zelfde kennen, het kennen van Mary. Dat enkelvoudige kennende 'ik' heeft zichzelf opgesplitst in de vorm van hun

Zoals de veelheid en diversiceit aan gedachten en beelden

vier eindige geesten.

die in Jane's eindige geese verschijnen haar geest nooit frag­ menteren en de wezenlijke homogeniteit ervan nooit verde­

Als Jane, Peter, Clare en John de gedachte 'ik' zouden na­

len, zo verdeelt de ogenschijnlijke veelheid en diversiteit

lopen en zichzelf de vraag zouden stellen: 'Wae is de funda­

aan eindige geesten die in oneindig bewustzijn verschijnen

mentele aard van hee kennen waarmee ik mijn ervaringen

oneindig bewustzijn in feite nooir in talloze geesten, noch is

ken?', zouden hun geesten allemaal terug of naar binnen

de uniciteit ervan ooit in het geding. Ahonderlijke geesten

gaan reizen, naar de bron van hun kennen. Door dac re

zijn dat alleen maar vanuit het beperkte en uiteindelijk

doen zou hun geese geleidelijk aan bevrijd worden van zijn

bedrieglijke perspectief van een van die geescen.

beperkingen en op een bepaald punt Mary's enkelvoudige, ondeelbare, oneindige geese blijken ee zijn. Zoals een lang­ zaam vervagend beeld alleen maar uie scherm blijkt ee bestaan, zo blijke de geest die zijn eigen aard onderzoekt

De enkelvoudigheid van de fruicschaal in de door Jane, Peter,

alleen maar uit oneindig bewustzijn re bestaan. De eindige

Clare en John gedeelde wereld vormt geen bewijs voor een

geese wordt niet oneindig bewustzijn. Hij wordt bevrijd van

302


zijn beperkingen en blijkt als gevolg daarvan het oneindige

len gezien wordt, za1 niet iets zijn wat zich buiten bewust­

bewustzijn te zijn dat hij altijd en uitsluitend is.

zijn bevindt. Noch bevindt het zich

in bewustzijn. Het is

bewustzijn! Alleen een eindige geest kan een eindig object, een eindige ander of eindige wereld kennen; alleen oneindig bewustzijn

Het is waar dat de wereld die Jane, Peter, Clare en John

kan oneindig bewustzijn kennen. Dus als Jane, Peter, Clare

waarnemen zich buiten hun eindige geesten bevindt, maar

en John de aard van hun eigen geest willen kennen, moet

die wereld bevindt zich niet buicen Mary's geese. In feite

elk van hun geesten op zoek gaan naar zijn bron en zichzelf

bestaat de 'buiten'wereld die ieder van hen waarneemt uit

daarbij bevrijden van iedere beperking. Jane, Peter, Clare en

precies heczelfde spul waar hun 'innerlijke' gedachten en

John zijn echter geen ahonderlijke entiteiten die een geest

gevoelens uit bestaan. Vanuit het gezichtspunt van de vier

hebben. Er is maar een oneindige geese - die van Mary - die

vrienden lijkt de ervaring weliswaar verdeeld te zijn in geese

over het vermogen beschikt om binnen zichzelf verschei­

aan de binnenkant en materie aan de buitenkant, waarbij

dene eindige geesten te huisvesten die ailemaal de wereld

de binnenkant een afgeleide lijkt ce zijn van de buitenkant,

- Mary's geest - zien vanuit hun eigen beperkte gezichts­

maar in werkelijkheid bestaat zowel hun innerlijke als hun

punt. In feite

hebben die geesten geen gezichtspunt; ze zijn

uiterlijke ervaring uit dezelfde ondeelbare substantie. Er

een gezichtspunt. Het zijn tijdelijke lokalisaties aan de

bestaat maar een werkelijkheid - Mary's geese - en alle

hand waarvan Mary's oneindige geest in scaat is zichzelf te

ogenschijnlijke dingen zijn daar modulaties van.

kennen als het tafelgezelschap, wals al ooze eindige geesten een gezichtspunt vormen aan de hand waarvan bewustzijn

Er bestaat alleen maar bewustzijn, dat zichzelf moduleert

zichzelf kent als de wereld.

tot alle ervaringsvormen. Iedere wereld is een facet of dwars­

Oneindig bewustzijn is in staat om talloze tijdelijke, lokale

ondeelbare werkelijkheid van iedere ervaring. De lokalisatie

gezichtspunten binnen zichzelf te huisvesten die ieder voor

van een tijdelijke geest of tijdelijk gezichtspunt verwerke­

zich betrekking hebben op een individuele, eindige geese.

lijkc een stukje van dat potentieel.

doorsnede van bewustzijns eigen oneindige potentieel, de

De structuur of configuratie van iedere geest zal de ervaring ervan bepalen: als oneindig bewustzijn de vorm aanneemc

Laten we ons eens voorstellen dat Jane en Peter in Mary's

van een menselijke geese, dan za1 zo'n geest de wereld waar­

droom een relatie hebben. Als ze elkaar over de cafel heen

nemen die we allemaal kennen, of. beter gezegd, de vorm

aankijken voelen ze dus een grote liefde voor elkaar. Wat is

van die wereld aannemen. Als het de vorm of configuratie

dat voor een gevoel? Het is de intui'tie dat ze op het diepste

van de geese van een hond, een walvis, een spreeuw of een

niveau een zijn. Liefde is de ervaring van ons gedeelde

spin aanneemt, zal het eruitzien of verschijnen als de wereld

wezen die tot de eindige geest doordringt. Jane en Peter

die daarbij hoort. Maar de wereld die in ieder van die geval-

hebben gelijk: de cwee eindige geesten waarmee hun


ervaringen gekend worden en waaruit ze bestaan,

heeft

inderdaad een gemeenschappelijke bron. Beide geesten zijn facetten of lokalisaties van Mary's enkelvoudige geest.

kortstondige moment coegang verschaffen tot zijn eigen werkelijkheid. Momenten van intense angst, verwonde­ ring, ontzag, hartzeer, vreugde, verdriet of liefde vormen

Hun twee geesten staan in feite nooit los van elkaar. De ogenschijnlijke afscheiding tussen twee geesten is alleen maar echt vanuit het beperkte perspectief van een van die geesten. De ondeelbaarheid van oneindig bewustzijn is niet

allemaal ervaringen die in ieder geval potentieel in staat zijn om de normale subject-objectrelacie re doorbreken of op te lossen en de diepere, gedeelde werkelijkheid re onthullen die aan zowel subject als object ten grondslag ligr.

alleen verantwoordelijk voor het feit dat ze het eens zijn over

Er bestaat echter een zachtere manier waarop die herken­

ring van liefde of vriendschap. Zoals de wereld die we delen

heden beschikbaar voor iedereen. Het is jezelf gewoon de

de waarneming van de fruitschaal, rnaar ook voor de erva­

een bewijs aan de buitenkant is voor de eenheid van bewust­ zijn,

w

is liefde het bewijs ervoor aan de binnenkant.

druk in het hart. Her is de ervaring van ons gedeelde wezen. Op dezelfde manier is de gedachte 'ik ben' Gods hand­ tekening in de geese. Het weten 'ik ben' is her gedeelde licht van oneindig, ondeelbaar bewustzijn dar opgebroken wordt aan

zelven of

geesren. Daarom hebben de spirituele tradities het

vraag stellen 'Wie of wat is zich bewust van mijn ervaring?' Met die vraag wordt het kennen dat normaal van zichzelf

In religieuze taal vormr her gevoel van liefde Gods voeraf­

in een ogenschijnlijke veelheid en diversiteit

ning uitgelokt kan warden, en die is onder alle omstandig­

weggeleid wordt naar de ervaringsobjecten - gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen - weer teruggeleid naar zichzelf. De geest onderzoekt dan zijn eigen wezenlijke aard, in plaars van zijn inhoud. Oat is meditatie, zelfonderzoek of gebed. Her is alsof Jane zichzelf zou afvragen 'War is de aard van het kennen waarmee ik mijn ervaring ken?'

over

twee wegen, de weg van de liefde en de weg van de kennis. Door middel van de weg van de liefde of devorie worden alle gevoelens teruggevoerd naar hun bron van liefde; door middel van de weg der kennis wordc iedere ervaring terug­ gevoerd naar zijn bron in oneindig bewustzijn. De twee wegen vormen toegangspoorten tot hetzelfde gevoelsinzicht.

AJs de geese zijn eigen werkelijkheid op die manier onder­ zoekt, herkent hij dat zijn wezenlijke, onherleidbare, onge­ conditioneerde aard gewoon je bewust zijn of bewustzijn zelf is. 'Ik' is de naam die de geese

aan

die eenvoudige

ervaring van je bewust zijn of bewustzijn zelf geeft, en als gevolg van die herkenning gaan we net zo sterk 'ik hen

bewustzijn' voelen als we voorheen het gevoel 'ik ben her

lichaam' hadden. De wezenlijke, onherleidbare, ongecondi­ Het leven van alledag zit vol ervaringen die de normale werking van de geese tot stilstand brengen en de geese in dat

306

tioneerde aard van de geest blijkt dan bewustzijn zelf re zijn. De eindige geese van Jane blijkt dan Mary's oneindige geest re zijn.


Vanuit het gezichtspunt van de geest in de waaktoestand is

heil anders moet zoeken, zo diepgaand is ze door haar cul­

bewustzijn een fenomeen dat lijkt te verschijnen en te ver­

tuur gecondirioneerd om te geloven dat geluk aan objecten

dwijnen. Maar vanuit het gezichtspunt van bewustzijn zelf

ontleend kan worden.

- en bewustzijn is het enige dat bewustzijn kent - ervaart het zichzelf als altijd aanwezig en zonder enige beperking.

Maar die intui:tie is sterk genoeg om Jane's ogen te openen

Het ervaart op geen enkele manier zijn eigen verschijning,

voor een andere mogelijkheid, en op een dag, als reactie

evolutie of verdwijning. Het ervaart zelf nooit dat het

daarop, ontmoet Jane haar vriendin Clare in een cafe. Clare

geboren wordt, oud wordt of sterft. Vanuit Jane's gezichts­

zegt tegen haar: 'Jane, jouw lijden wordt niet veroorzaakt

punt lijkt haar geest echter onderdeel uit te maken van haar

door een gebrek aan objecten en relaties. Het is te wijten

lichaam en de beperkingen en bestemming ervan te delen.

aan het feit dat je bent vergeten of over het hoofd hebt

Samen met alle andere mensen in haar wereld is ze volledig

gezien wat je wezenlijk bent. Je bent jezelf kwijtgeraakt in

gehypnotiseerd door de beperkingen die haar eigen geest

de ervaring.' Jane kijkt haar verbaasd aan en antwoordt:

aan haar ervaringen oplegt, en als zich op een dag niet iets

'Maar ik lijd heel erg.'

zou voordoen zou ze daar verder nooit bij srilstaan. 'War bedoel je met het woord "ik"?', vraagt Clare. Jane Jane lijdt echter, en haar onbehagen maakt dat ze onophou­

begint haar gedachten, gevoelens en gewaarwordingen te

delijk streeft naar geluk. In feite is haar hele leven gericht

beschrijven, maar Clare wijst haar erop dat die voortdurend

op het verdwijnen van haar onbehagen door het verwerven

komen en gaan en daarom niet kunnen zijn wat ze wezen­

van objecten, verdovende middelen, activiteiten, geestes­

lijk is. 'Wat je wezenlijk bent moet altijd bij je zijn,' zegt ze.

gesteldheden en relaties. Ze gaat van het ene object naar het

'Welk element van jezelf blijft aanwezig tijdens al je veran­

andere, van de ene relatie naar de andere, in de hoop dat

derende ervaringen?'

die een eind zullen maken aan haar lijden. En inderdaad, als ze het object verwerft, een vriend of vriendin ontmoet

Jane sluit haar ogen, en ze begint te voelen dat haar

of opgaat in seksuele intimiteit komt er kortstondig een

aandacht steeds dieper in haar wegzakt, door alle lagen van

eind aan haar lijden. Als gevolg daarvan gelooft Jane dat ze

veranderende gedachren en gevoelens heen, door alle

steeds gelukkiger zou worden naarmate ze meer objecten

gewaarwordingen

zou verwerven of meer relaties zou hebben.

ervaring van het lichaam uir besraat, en ze negeert alles war

en

waarnemingen

heen

waar

haar

komt en gaat totdat ze niet meer verder kan. Ze zwijgt een Jane is steeds meer bezig met het zoeken naar vervulling in

tijdje. 'Ik hen er alleen maar,' zegt ze ten slotte.

objecten, middelen en relaries, maar niets werkt. Ze voelt weliswaar aan dat geen van die objecten of relaties haar ooit

'En hoe weet je dat je er bent?,' vraagt Clare. Na nog een

werkelijk zullen vervullen, maar ze weet niet waar ze haar

lange stilte antwoordt Jane: 'Oat spreekt voor zich. Ik

weet


dat ik er ben omdat ik me ervan bewust ben dat ik er ben.' Clare houdt zich in en reageert niet. Ze weet dat Jane de diepst mogelijke ervaring heeft, het simpele kennen van haar eigen zijn, ongemoduleerd of ongeconditioneerd door de veranderlijke eigenschappen van de ervaring. Na wat een eeuwigheid lijkt opent Jane haar ogen en glimlacht ze naar Clare. Het is een blik die bezield wordt door de onverstoorbare vrede van haar wezenlijke zijn, en Clare voelt de zegenrijke kracht ervan. Ze glimlacht zonder iets te zeggen terug naar Jane, en als hun ogen elkaar ont­ moeten worden ze beiden geraakt door een herkenning van iets oerouds. En op dat moment wordt Mary wakker.

het gezichtspunt van Jane, is wakker zijn vanuit het gezichts­ punt van Mary. Mary moet denken aan wat ze in de Bhagavad Gita heeft gelezen: 'Wat slaap is voor oneindig bewustzijn, is wakker zijn voor de eindige geest; wat slaap is voor de eindige geese, is wakker zijn voor oneindig bewustzijn.' Mary realiseert zich: 'Mijn geese is onbeperkt. Mijn geest heeft nooit de beperkingen van Jane's eindige geese aange­ nomen. Jane was slechts een voei:tuig

aan

de hand waarvan

ik in staat was om Londen waar te nemen. Maar het kennen waarmee Jane haar ervaring kende is

mijn

kennen! Er

bestaat geen echte Jane, geen echte eindige geest. Jane's eindige geese is mijn oneindige geest! Ik ben het "ik" van Jane, het enige "ik" dat er is. Jane dacht dat ze aan zelf­ onderzoek deed door haar ervaring terug te leiden naar zijn diepste werkelijkheid. Maar er is geen Jane. War vanuit

Terwijl ze daar midden in de nacht in haar bed ligt beseft Mary: 'Alleen als Jane's geest kon ik geloven en voelen dat de mensen en de objecten in de straten van Londen iets buiten mezelf waren, dat ze los van mij sronden, dat ze uit iets anders dan mijzelf bestonden dat materie genoemd wordt. Maar ik ben nooit echt Jane's geest geworden. Ik heh nooit werkelijk iets buiten mijzelf ervaren. Orn de straten van Londen te kunnen ervaren moest ik mezelf negeren, vergeten of over het hoofd zien; om wakker re kunnen worden als Jane's waaktoestand moest ik in slaap vallen.' Wat slaap is vanuit het gezichespunt van Mary, is wakker zijn vanuit het gezichtspunt van Jane. Wat slaap is vanuit

310

Jane's gezichtspunt een proces van meditatie of zelfonder­ zoek is, is vanuit mijn gezichtspunt het proces aan de hand waarvan ik mezelf aan mezelf kenbaar maak en naakt en alleen achterblijf.' Mary denkt op die manier over haar ervaring na, maar valt al snel weer in slaap. In feite vale ze niet in slaap; ze biedt haar geese gewoon de ruimte om weer de vorm van Jane aan te nemen. Als Jane haar aandacht naar buiten, op objecten richt, of naar binnen, op gedachten en gevoelens, dan zullen de eindige objeceen die ze tegenkomt zich voordoen als een onvermijdelijke tegenhanger van de eindige geest waarmee ze gekend worden, want een eindige geest kan alleen een

3n


eindig object kennen. In Jane's geest bevindt zich echter

'ik'-gedachte is dezelfde weg waarop Mary moet reizen om

een poort die geen toegang geeft tot objecren, of ze nu

als Jane de straten van Londen te kunnen ervaren. AJs Mary

uiterlijk of innerlijk van aard zijn. Het is de poort waar de

iets anders dan zichzelf wil ervaren, moet ze haar eigen

naam 'ik' of 'ik ben' boven geschreven staat.

oneindige aard over her hoofd zien, want haar oneindige aard kan alleen zichzelf kennen: oneindig bewustzijn kan

Jane herinnert zich het beeld van de woorden Ken

Uzelf

alleen oneindig bewustzijn kennen.

zoals die boven de ingang van de tempel van Apollo in

zichzelfricht,

AJs bewustzijn wil dat er sprake is van manifestatie, dan

dat wil zeggen, op het weten 'ik' of 'ik ben', dan zal hij,

Delphi gekerfd staan. AJs Jane's geest zich op

moet her het kennen van zijn eigen oneindige wezen over

zonder het noodzakelijkerwijs onmiddellijk te beseffen,

her hoofd zien, vergeten of neg�ren. AJs Mary de straten

zijn weg terug vinden naar zijn oorsprong, dat wil zeggen,

van Landen wil kennen, moet ze zich afwenden van het

Mary's geest. AJs Jane zichzelf de vraagt stelt: 'Wat is de

kennen van haar eigen wezen en zichzelf lokaliseren in en

aard van her kennen waarmee ik mijn ervaring ken?' of

als Jane's lichaam. Door middel van Jane's lichaam kan ze

'Wie ben ik?' of'Waar komen mijn gedachten en gevoelens

dan de straten van Landen waarnemen. De 'ik'-gedachce is

vandaan?', dan zal haar geest zijn aandacht afwenden van

de toegangspoort waar Mary, oneindig bewustzijn, door­

de objecten die hij kent en richten op her kennen waarmee

heen gaat om Jane, de eindige geest, te worden, en door

hij die objecten kent, dat wil zeggen, op de aard van zich­

diezelfde poort gaat Jane de andere kant op om de vrede

zelf.

van haar ware natuur te kunnen ervaren.

'Ik' is de naam die de geest aan zichzelf geeft. 'Ik' is het

Her 'ik' in Jane's geest is de aanwijzing voor Mary. In feite

wezen van de geest. Her is dat dee! van Jane's geest dat altijd

is Jane's 'ik' Mary! Maar als Mary's oneindige geest eenmaal

hetzelfde blijft, onder alle omstandigheden en in alle staten.

de vorm van Jane's eindige geest heeft aangenomen, geeft

Met andere woorden, 'ik' is de aanwijzing in Jane's geest

her weten 'ik' of 'ik ben' Jane een aanwijzing ten aanzien

voor zijn wezenlijke aard; her is de aanwezigheid van Mary

van haar wezenlijke, onherleidbare aard. Op dezelfde

in Jane's geest. AJs Jane de gedachte'ik' oppakt en volgt, in

manier is het 'ik' dat ieder van ons nu voelt de aanwijzing

plaats van haar geest in de richting van de objectieve

voor oneindig bewustzijn in onze geest. Her is her spoor

ervaring te sturen, dan zal haar geest zichzelf terug naar

van Gods oneindige aanwezigheid die in de eindige geest

Mary's geese leiden.

straalt. AJs de eindige geest het 'ik'

waar

zijn ervaring om

draait onderzoekt, zal dat onderzoek de eindige geest mee­ Net als Ariadne's gouden draad is de 'ik'-gedachte de weg

nemen op een richtingloze reis, een wegloze weg waarop hij

waarop Jane's geesr reist op de weg rerug naar Mary's geese,

geleidelijk aan - of af en roe plorseling - bevrijd wordt van

dat wil zeggen, op de weg terug naar zijn ware natuur. De

zijn beperkingen en onthuld wordt als oneindig bewustzijn.

312

313


Als hee ons duidelijk is dae hee zelf dae we wezenlijk zijn

daarmee samenhangen, die voorheen gebaseerd waren op

niee hee lichaam maar oneindig bewustzijn eoebehoort,

de overtuiging dat 'ik' - het kennen waarmee onze ervaring

berekenr dae nog niee dat

gekend wordt, en waaruit ze bestaat - tijdelijk en eindig is.

we

ophouden de wereld en

anderen re ervaren vanuie hee perspectief van her lichaam. Bewustzijn blijft de vorm van een lichaam aannemen en als

In de christelijke tradirie staae dit bekend als de Gedaanre­

een eindige geest verschijnen. Mary blijft dromen dat ze

verandering. Het is de overschaduwing van iedere ervaring

Jane is, macu nu droomt ze helder. Ze ziet en kenr alles als

door her licht van zuiver kennen, of, in religieuze termen,

zichzelf. Als de eindige geest eenmaal heeft herkend dat het

door Gods oneindige wezen. Op den duur wordt die

kennen wacumee hij zijn ervaring kent oneindig bewustzijn

herkenning weerspiegeld en uitgedrukt in de afwezigheid

toebehoort, conditioneert die herkenning even diepgaand

van angst, gemis of beperking e'n, als gevolg daarvan, de

de manier waarop we ons verhouden tot de ervaring. In

aanwezigheid van liefde, mededogen, rechtvaardigheid,

feite herkent oneindig bewustzijn alle.en maar zichzelf,

gelijkheid en humor.

want oneindig bewusrzijn is het enige bewustzijn dat er is. Het is niet Jane die herkent dat ze Mary is. Er is geen Jane. Het is Mary die herkene dat ze Mary is. De eindige geese kan oneindig bewusezijn niet herkennen, want er is op de eerste plaats al helemaal geen sprake van een eindige geese die op zichzelf staat. Hee licht van de maan kan de zon niet verlichten omdat echt maanlicht niet bestaat. Her liche van de maan is al afkomstig van de zon. Er is alleen maar onein­ dig bewustzijn dat zich verhult in de vorm van de eindige geest en zich vervolgens weer onthult. Daarom zei Balyani: "Ik kende mijn Heer door mijn Heer." Na die herkenning blijven we objecten, anderen en de wereld ervaren vanuit het gezichtspunt van een afzonderlijk ervaringssubject, maar die worden allemaal gekend, gezien en gevoeld als ons eigenste zelf. Maya blijft, maar onwe­ eendheid gaat. Als gevolg van die herkenning is er sprake van een geleidelijke zuivering of herorientatie van de gedachten en gevoelens en de activiteiten en relaeies die

315


HOOFDSTUK

De zoektocht

H

18

naar

geluk

et lichaam verschijnt in de geest als een reeks gewaar­ wordingen en waarnemingen, en de geest is een

bewustzijnsrrilling. In die zin is her lichaam niet iets srevigs

dat uit materie bestaat, maar een condensatie of lokalisatie van en in bewustzijn. Orn die condensatie of lokalisatie teweeg te brengen moet de onbegrensde, ruimteachtige

zigheid van bewustzijn

aanwe

binnen zichzelf samentrekken of samenvouwen. Die samen­ trekking is een activiteit van bewustzijn, en het onderhouden ervan verge energie. De samentrekking van bewustzijn tot een eindige geese oefem een spanning op zichzelf uit die altijd cot ontspanning gebracht wil worden, wals her indrukken van een rubberen bal een onvermijdelijke spanning oproept die altijd wil uitzetten of ontspannen tot zijn oorspronkelijke neutrale toescand. Die samentrekking van bewustzijn wordc gevoeld als de lijdenservaring, en de onverbiddelijke kracht in de richting van de natuurlijke toestand van evenwicht wordt gevoeld als het verlangen naar vrijheid, vrede en geluk.


Het verlangen naar geluk is dus gewoon het verlangen van de

maar zelfs in dar ogenschijnlijke vergeten of verhullen van

geest om bevrijd te worden van zijn beperkingen en terugge­

zichzelf behoudt het de herinnering

bracht te worden cot zijn van nature oncspannen, vredige

spronkelijke natuur. Die herinnering, die zichzelf tot uir­

coescand van eeuwig, onbegrensd bewustzijn. De zoekcocht

drukk.ing brengt als her verlangen naar geluk, vormt de

aan

zijn eigen oor­

naar verlichting is niets anders dan een verfijning van het

trekkrachr van onze oorspronkelijke natuur en dringt tot

verlangen naar geluk. Hij vormt een aanwijzing dat de zoek­

alle ervaringsvormen door. Het is een uitdrukking van de

tochr bewust in plaats van simpelweg instinctief is geworden.

aangeboren en onverbiddelijke kracht die in bewusrzijn zelf aanwezig is om steeds weer opnieuw rerug re keren

Alie mensen behouden de herinnering aan hun eigen

naar zijn oorspronkelijke, ongeconditioneerde, van nature

eeuwigheid binnen zichzelf, en daarom is iedereen zonder

vredige en onvoorwaardelijk vervi.ilde aard. Daarom zet dat

uitzondering gedreven om meer dan war dan ook vrijheid,

verlangen naar geluk alle andere verlangens in de schaduw.

vrede, geluk en liefde te zoeken. Zoals het scherm nog

Geluk vinden is het ultieme doe! van het menselijk bestaan.

steeds zichtbaar is in her beeld, en van de echo van de Big Bang wordt gezegd dar hij nag steeds in her universum waarneembaar is in de vorm van kosmische achtergrond­ straling, zo is de oorspronkelijke aard van bewustzijn - vrede,

In feite is bet niet de mens die naar geluk verlangt. De mense­

geluk en vrijheid - waarneembaar in alle activiteiten van de

lijke ervaring is een geestesstroom - een ervaringssprectrum

geese. De intu'itie van geluk is de echo van onze ware natuur

dat loopt van de onderbewuste toestanden

die in de eindige geese weergalmt.

rieve en persoonlijke 'onderbewustzijn' tot de helderder

Iedere druppel water is een tijdelijke naam en vorm van de

waaktoestand. Iedere geese is een pulserende energiestroom

oceaan. Iedere druppel is weliswaar uniek in termen van

aan de hand waarvan en waarin bewusrzijn een segment

van

het collec­

omlijnde en scherper te onderscheiden vormen

van

de

naam en vorm, maar bevat wel de wezenlijke smaak van de

van zijn oneindige mogelijkheden realiseert en dus een

oceaan. Op dezelfde manier vormt ieder ervaringsmoment

gedeeltelijke actualisatie van zichzelf vormt. De individuele

een tijdelijke inkleuring van bewustzijn. Ieder moment is

geese is her middel met behulp waarvan bewustzijn een

uniek op zichzelf maar bevat dezelfde wezenlijke smaak.

afzonderlijk ervaringssubject lijkt te worden, vanuit wiens

Het verlangen naar geluk dat in de harten van alle ogen­

perspectief her in staat is de objectieve ervaring te kennen.

schijnlijk afzonderlijke zelven leeft, is het verlangen om die

In die zin is dualiteit her mechanisme van de schepping.

ene smaak re proeven. Voor die gedeelcelijke acrualisatie van bewustzijn moet Bewusczijn lijkt zichzelf re vergeten of over het hoofd te

echter een ruil plaarsvinden: bewustzijn moet ermee

zien om de vorm van de manifestatie aan te kunnen nemen,

instemmen zichzelf re begrenzen om zo een segment van


zijn oneindige potentieel te kunnen realiseren. Door dat te

haar eigen verbeeldingswereld. Het is de rrekkrachr die

doen staar het zijn naamloze, vormloze wezen toe om een

onze ware naruur van volkomen vrij en van nature vervuld

naam en een vorm aan te nemen. Door dat toe te staan,

bewustzijn uitoefent op de beperkingen van de eindige

verschijnt her zijn als bestaan. Orn de manifestatie uit het

geest. Vanuit het gezichrspunt van het individu wordt die

zijn naar bescaan te brengen, trekt her oneindige samen tot

trekkracht als verlangen gevoeld. Dar wordt echrer gezegd

her eindige. De spanning die door die samentrekking in het

als concessie aan her ogenschijnlijke individu vanuit wiens

leven geroepen wordr, is het verlangen naar geluk.

bedrieglijke gezichtspunt het een eigen ona.fhankelijk

Vanuit het gezichtspunt van het individu is geluk iets waar

zo' n afzonderlijk zelf, en is er nooit sprake van dat zo' n zelf

het omwille van zichzelf naar verlangt. Het individu beseft

terugkeert naar zijn ware natuur.

bestaan lijkt te leiden. In werkelijkheid ontsraat er nooit

·

niet dat her verlangen naar geluk gewoon een gelijkwaar­ dige en tegengestelde kracht is die de spanningen probeert te verkleinen of op re lossen die horen bi;' her begrenzen van

Omdat bet scherm overal in de film aanwezig is kan het nooit als een specifiek object in de film verschijnen en lijkt

het bewustzijn waaraan het zijn ogenschijnlijke bestaan

het er, vanuit her gezichtspunr van een figuur in de film, in

ondeenr. Het individu doer niers. Het heeft zelfs geen eigen

te verdwijnen en daardoor afwezig te zijn. Op dezelfde

status. Het is een activiteit, geen entiteit.

manier kan bewustzijn, omdat her in iedere ervaring zo intiem en homogeen aanwezig is, nooit een specifiek object

Het volledige bestaan van het ogenschijnlijk afzonderlijke

van de ervaring worden en lijkt het daarom, vanuit het

zelf of de eindige geese en de wereld die hij waarneemt is

gezicbtspunt van het ogenschijnlijk afzonderlijke zelf of de

een spel in en van bewustzijn. Bewustzijn zelf ademt de

eindige geese vanuit wiens perspectief de ervaring gekend

wereld tot ogenscbijnlijk !even ten koste van zijn eigen aan­

wordt, afwezig te zijn.

geboren geluk. Door dat te doen lijkt het

zo

volkomen

samen te vloeien met ieder aspect van zijn schepping dat

Bewustzijn lijkt alleen maar afurezig te zijn omdat het zo

het zichzelf erin verliest, en daarna eist het dat geluk weer

volledig aanwezig is in alle aspecten van zijn schepping dar

op als het zijn zelfopgelegde beperkingen oplost en naar

her er niet van onderscheiden kan worden. Vanuit zijn

zichzelf terugkeert. Hee is alsof bewustzijn her afzonderlijke

eigen gezichtspunr is er niers anders in bewustzijn aanwezig

zelf bij het uitademen uit zichzelf naar buiten ademt, en dat

dan bewustzijn zelf, en kan er daarom geen sprake van zijn

dat onmiddellijk gevolgd wordt door de nacuurlijke impuls

dat her ooit zijn eigen afurezigheid zal ervaren. Bewustzijn

om in te ademen.

lijkt nergens te zijn omdar bet overal is. Het lijkt niers te zijn omdat bet alles is.

Hee verlangen naar geluk is de zwaartekracht die onze ware natuur op zichzelf uitoefent als ze zichzelf is kwijtgeraakt in

320

321


Als bewustzijn zichzelf eenmaal ogenschijnlijk verhuld heeft door uit vrije wil de beperkingen van het lichaam aan re nemen, lijkt het zichzelf af te snijden van het kennen van zijn eigen aangeboren vrede en geluk. Daarom voelr her ogenschijnlijk afzonderlijke zelf een wond in de kern van zijn wezen, heeft het het gevoel dat er iets ontbreekt of

persoon of leer die alleen maar tot doe! heeft her oplossen van de eindige geese in zijn oneindige bron te bewerkstelli­ gen, en kan op vele verschillende tijdschalen plaarsvinden: aan het eind van iedere gedachte of waarneming, aan het eind van iedere dag en aan het eind van ieder !even.

verloren is geraakt. Daarom heeft John Bunyan gezegd dat God de ziel binnengaat door een wond. Die wond zet de zoektocht naar geluk in gang die de meest pregnante eigen­ schap vormt van het afzonderlijke zelf. Het afzonderlijke zelf is geen entiteir; het is de activiteitvan die zoekrocht. Her afzonderlijke zelf vo'elt die wond niet; het is die wond. Her is niet het zelf dat naar God toegaat; het is God die het zelf aantrekt. De beweging van het zelf richting geluk wordt verlangen genoemd; de trekkracht die geluk op het zelf uitoefent wordt genade genoemd. Zoals de zesriende-eeuwse ltaliaanse monnik besefte: "Heer, Gij zijt de liefde waarmee ik U liefheb." Als her individu beseft dat zijn hele ervaring altijd de neiging heeft om terug te keren naar zijn oorspronkelijke toesrand, clan beseft her ook dat het niers doer. Zijn of haar verlangen naar geluk is gewoon zijn of haar reactie op Gods uitnodiging om terug re keren. De genade van de onvermij­ delijke trekkracht van bewustzijn oefent die krachr op zich­ zelf uit als bewustzijn zijn ware namur lijkt te zijn vergeten of over het hoofd lijkt te hebben gezien. De herhaalde impuls om naar zijn natuurlijke toestand terug te keren kan in her leven van het afzonderlijke zelf of de eindige geest in gang gezet worden door een object,

322

Lang voordat ik in staat was dit helder onder woorden te brengen had ik er mijn eerste voorgevoel al van, zoals bij de meeste mensen her geval is, ook al wordt dat voorgevoel vaak over her hoofd gezien bij gebrek aan de juiste begelei­ ding. Een paar jaar na de crisis op school, beschreven in hoofdsruk 5, woonde ik aan de rand van Bodmin Moor in Zuidwesc-Engeland, als leerling van een van de grond­ leggers van de keramiekbeweging in de tweede helft van de twintigste eeuw. Michael Cardew was een oude zenmeester: enerzijds nors en opvliegend, anderzijds warrnhartig en vriendelijk. In combinacie met een meedogenloos en scherp­ zinnig intellect maakte hem dat tot een ontwapenend en geducht figuur die voor een jonge, idealistische man die buiten de parameters waar zijn opleiding hem tot dan toe op had voorbereid op zoek was naar betekenis een bedwel­ mende en onweerstaanbare uitnodiging vormde. Oaar moest ik echter wel een prijs voor betalen: her leven aan de rand van Bodmin Moor was eenzaam en spartaans misschien we! onverdraaglijk zonder de troost van een vriendin. Maar ik had een vriendin. Elke vrijdag na her avondeten liep ik een mijl of zo de laan naar het dorp in en belde ik haar op vanuit de telefooncel die op een driehoekje gras aan een kruispum stond van de weg die door de hei

323


liep. Die vrijdagavond liep ik, zoals ik al zo vaak had

afwezigheid van welk object, welke toestand of welke rela­

gedaan, naar de telefooncel, die voor mij een toevluchts­

tie dan ook is, maar het vergeten, negeren of over het hoofd

oord vormde. Alles wat ik wilde weten lag vervat in haar

zien van onze wezenlijke aard van altijd aanwezig en onbe­

begroeting. Daarna hoorde ik niets meer.

grensd bewustzijn wiens kern bestaat uit vrede en geluk. Maar in de praktijk hebben de meesten van ons veel van

Zelfs toen ik de heuvel weer afliep voelde ik al a(lll dat het

zulke initiaties in de vorm van mislukte relaties, misere,

dilemma waar ik een paar jaar eerder op school mee gecon­

desillusie of teleurstelling nodig om tot dat besef te komen.

fronteerd was nu een nieuwe dirnensie had aangenomen en spoedig heftiger zou worden. De vraag welk aspect van de kennis van de geest te vertrouwen .was, was niet langer gewoon interessant; hij had me in zijn greep. Dit ging niec

Zoals een spin een web vanuit zichzelf spim en vervolgens

langer alleen maar over kennis; het ging over geluk. Ik

als schepsel in dat web leeft waaruit ze zich nu moec zien te

voelde de vraag in rnijn lichaam branden voordat hij in

bevrijden, zo stelt bewustzijn zich de wereld binnen zichzelf

mijn geest gerationaliseerd werd. Hee zou nog jaren duren

voor en identificeert het zich vervolgens met een van de

voordat ik besefte dat de zoektocht naar inzicht in mijn

lichamen in die wereld. Vanuit het perspectief van dat

bestudering van de vedamische leer, naar schoonheid in

lichaam lijkt het de wereld dan te kennen. Bewustzijn lijkt

mijn atelier als kunstenaar en naar geluk en liefde in incieme

een innerlijk zelf te worden dat bestaat uit een geest die in

relaties dezelfde zoektocht was.

een buitenwereld bestaande uit materie leeft.

Oat branden zette een diepgaand onderzoek in gang naar

Voordat de spin haar web spint, bevindc her zich als moge­

de aard van het geluk, de bron ervan en de manier waarop

lijkheid in haar. Op het moment dat ze haar web spint,

het bereikt zou kunnen worden. Als iemand of iets de ene

wordt ze een spin die in dat web leeft, dac zich nu buiten

keer een bron van geluk kan zijn en de andere keer een

haar lijkc re bevinden en los van haar lijkt te staan. De spin

bron van lijden, wie of wat is dan betrouwbaar genoeg om

is teruggebracht tot een fragment, en het web dat hij heeft

je verlangen naar geluk op te richten? Zonder het te besef­

gebaard lijkt haar gastheer te zijn. Het web en de spin zijn

fen was me in dat korte telefoontje het grootste geschenk

van plaats gewisseld.

ten deel gevallen dat je ooit kunt ontvangen: het intense verlangen om de aard van blijvend, onvoorwaardelijk geluk

Op dezelfde manier bevindc de wereld zich als mogelijk­

en de bron daarvan te vinden.

heid in bewusczijn. Bewustzijn brengt de wereld binnen zichzelf voort en treedc, door zijn ware natuur re vergeten,

In theorie heh je maar een

zo' n

ervaring nodig om te

zijn cigen verbeeldingswereld binnen in de vorm van een

begrijpen dat de oorzaak van de wond in je hart niet de

afronderlijk zelf vanuit wiens perspectief die wereld gekend

325


kan worden. Dae geheugenverlies is

zo

diep dat het afzon­

derlijke subject er nu vanuit gaat dat de wereld, die besraat uit macerie waarin het subject lijkt te leven, hec primaire gegeven is en dat zijn eigen wezenlijke aard - bewustzijn daar dientengevolge een bijproducr van is.

keft is

in beide gevallen dezelfde. Op dezelfde manier vormen her oneindige 'ik' van bewustzijn dat de wereld binnen zichzelf voortbrengt en het persoonlijke 'ik' dat in die wereld lijkt te leven hetzelfde 'ik'. Daarom zei Ramana Maharshi: "Als bet 'ik' bevrijd is van bet 'ik', blijft alleen 'ik' nog over." Als bewustzijn uit vrije wil het kennen van zijn eigen eeuwige, oneindige wezen heeft opgegeven en de vorm en daarmee de beperkingen van het lichaam heeft aangenomen, lijkt bet een gevangene van zichzelf ce zijn geworden. De gevangenis waarin het zichzelflijkr re hebben opgesloten is het lichaam, en door dar re doen lijkt het de beperkingen en de besrem­ ming ervan aangenomen te hebben. aan

die ogenscbijnlijke opdeling

kunnen daar geen reden voor geven. Iedere reden zou op zichzelf een onderdeel vormen van de manifestatie en in die zin van de objectieve wereld waar we een oorzaak voor zoeken. We kunnen hoogsrens zeggen dat het gewoon een overvloeien van zichzelf in de manifestatie is, een opof­

De spin die het web spint en de spin die in het web

Voorafgaand

Waarom zou bewustzijn zoiets uit vrije wil doen? We

fering van zijn eigen inherente vrede en vrijheid, een liefdes­ impuls waarin zuiver bewustzijn of Gods oneindige wezen zichzelf zonder enige reden in een vorm giec en vervolgens, omdat het merkr dat her binrten zijn eigen schepping gevangenzir, aan de terugreis begint. Zoals Hafiz zegt: "Het is een liefdesimpuls ter wille van de schoonheid." Alie ogenschijnlijk afzonderlijke zelven hebben het gevoel dat ze over een vrije wil beschikken en dac die vrijheid hun geboorterecht is, en dat is niet voor niets zo. In de harten van alle ogenschijnlijk afzonderlijke zelven leeft de herinne­ ring

aan

onze eeuwigheid, het verlangen naar vrijheid,

geluk, vrede of liefde, en die vlam kan onmogelijk volledig geblust warden. De vrije wil die ieder van ons voelt is een echo van de vrijheid van oneindig bewusnijn, de vrijheid

van

zicbzelf

door middel van het negeren van zijn eigen oneindige werkelijkheid, is er slechts sprake van oneindig bewustzijn dat alleen zicbzelf is, kent en liefheeft. Zelfs

tijdem

dat

van Gods oneindige wezen. De uitoefening van die vrije wil in het screven naar geluk, vrede of liefde is een impuls die door niets anders bevredigd kan warden dan de absolute waarheid en onvoorwaardelijke liefde.

ogenschijnlijke vergeten is er nag steeds slechts sprake van oneindig bewustzijn. Oat oneindige bewusczijn neemt de vorm aan van gedachcen, beelden en gevoelens aan de 'binnen'kant en zintuiglijke waarnemingen aan de 'buiten' kant, zonder dat her ooit ophoudt alleen maar zichzelf te zijn of te kennen. Er is geen andere substantie in de erva­ ring

326

aanwezig.

Door de beperkingen van bet lichaam aan te nemen lijkc bewustzijn een fragment ce warden en heeft bet in die zin bet gevoel van bet geheel afgescheiden, onvolledig, gebrekkig en alleen re zijn. Als gevolg daarvan bevindr die


bewustzijn-in-het-lichaam-entiteit- her ego of afLonderlijke zelf - zich in een onophoudelijke toescand van verlangen en probeert ze het gevoel van gemis, onvolledigheid en een­ zaamheid op te heffen door middel van het verkrijgen van objecren,

middelen,

activiteiten,

geestestoestanden

en

relaties. Door de bestemming van her lichaam ogenschijnlijk te delen lijkt bewustzijn een tijdelijke enriteit te warden die onderhevig is aan geboorte, verandering, veroudering en dood. Daarom leeft de bewustzijn-in-het-lichaam-entiteit met een diepe angst voor verdwijning en dood en probeert ze die angst bijna onophoudelijk te onderdrukken met emotionele verdedigingsmechanismen en weersrand. Verlangen en angst, of zoeken en weerstand, zijn dus de twee kernactiviteiten waar her ego, het anonderlijke zelf of de bewustzijn-in-het-lichaam-entiteit om draait. In feice is het ego geen entiteit met een eigen onafhankelijk bestaan; het is de activiteit van verlangen en angst. Her leven van de meeste mensen wordt, zonder dat ze het beseffen, bijna volledig gedomineerd door die twee existentiele gevoelens. Die liggen voor her grootste gedeelte onopgemerkt onder de drempel van de geest in de waaktoestand en be!nvloeden onbewust de meeste van hun gedachren en emoties en de activiteiten en relaties die emit voortvloeien. In feice zijn de meeste mensen hun hele !even bezig met voorkomen dat ze het ongemak van dat existentiele gemis en die existentiele angst ooit volledig onder ogen moeten zien; het is een acrivireit die bijna alle tijd opslokt en mensen in verschillende gradaties van intensiteit bezig-

32.8

houdt met allerlei activiteiten, middelen en relaties. Die vermijdingsstracegieen werken tot op zekere hoogce, ook al dringen dat existenride gemis en die existentiele angst zelfs in de meesc succesvolle !evens vanuit de onbekende diepten van de geese door tot de ervaring van alledag. Ze brengen ons in verwarring met irrarionele gedachten en onwelkome gevoelens die vervolgens uitgeleefd worden in onze activi­ teiten en relaties. Een leven leven dat gebaseerd is' op de aanname van zo'n ego of zelf is !even in onwetendheid - of, binnen de christelijke traditie, in zonde - een leven waarin de werke­ lijkheid van de ervaring genegeerd of onrkend wordt. Zo'n leven brengt die onwetendheid in de kern ervan voort, houdt haar in stand en communiceert haar; vandaar de huidige roescand van onze wereldcultuur, die bijna volledig gedomineerd wordt door de illusie van afgescheidenheid. De geese/materie-verdeling die de kern van die illusie vormt is het belangrijkste kenmerk van het materialisme en het fundarnent waarop alle conflict en onwelbevinden ge­ baseerd is. Alles wat de geese hoeft te doen om zijn eigen werkelijkheid te kennen is niet langer uitsluitend gefascineerd te zijn door de objectieve elementen van zijn ervaring - gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen - en zichzelf in plaats daarvan vragen te stellen over de aard van het kennen waarmee hij die ervaring kent. Orn de ancwoorden op die vragen te vinden moet de geese zijn kennen of aan­ dacht afWenden van de objectieve kennis die hij bezit en haar richten op zichzelf, dat wil zeggen, op het kennen waarmee hij die kennis kent.

32.9


Als dac kennen zijn aandacht op zichzelf richt in plaats van

te zijn, brengt die herinnering zichzelf tot uitdrukking als

op welk eindig object of eindige toestand dan ook, dan

een verlangen naar waarheid, geluk, vrede, liefde of schoon­

komt het daar geen enkele beperking tegen. Het vindt dan

heid. Die verlangens vormen allemaal facetten van een

geen eindige geese, geen beperkt bewustzijn. Het vindt zijn

enkel verlangen: het verlangen van de geest om bevrijd te

eigen aard: de oorspronkelijke geese. Zelfs zeggen dac het

worden van de beperkingen die hij zichzelf heeft opgelegd.

"de oorspronkelijke geese vindc" is een concessie aan ons convemionele caalgebruik en suggereert dat een subject een

*

object vindt of kem. Dae vinden is meer een herkenning, een bevrijding van de eindige geest van zijn zelfopgelegde

Kortgeleden maakte ik op een middag een wandeling met

beperkingen die zijn oorspronkelijke natuur - zuiver

mijn vriend Bernardo Kastrup door de scracen van Amster­

bewustzijn - blootlegt.

dam, waarbij we, zoals hij hec formuleerde, een aspect van

In die herkenning wordt niets nieuws gevonden; er vallen

komen op mijn rondgang langs non-dualiteicsbijeen­

alleen lagen van verduistering weg. Het wordt een herken­

komsten. We liepen over een kermis waar groepen tieners

ning genoemd omdat het niet iets nieuws is dat wordt

in cabines aan hec bungecjumpen waren; zaten een tijdje in

de scad leerden kennen dat ik normaal niet zou tegen­

gekend; het is veeleer iets wat vergeten was en nu herinnerd

een kerk waarin een mis werd opgedragen; stopten om wat

wordt. Het is een openbaring. Het woord 'openbaring'

te drinken op een terrasje; liepen door de rosse buurt; en

komt van het Latijnse woord revelare [Eng. revelation -vert.],

brachten een bezoek aan een van de beruchte 'head shops'

dat 'blootleggen' betekent. Het is een blootleggen van dat

van

Amsterdam alvorens terug te keren naar ons hotel.

wac daarv66r verduisterd was door het eindige denken en de eindige waarneming. Op dat tijdloze moment - tijdloos

Terwijl we liepen vie! het me op dat bijna iedereen die we

omdat de tijd oplost als de beperkingen van de geest weg­

tegenkwamen op de een of andere manier bezig leek te zijn

vallen - verliest de ogenschijnlijk eindige geese zijn eindig­

met het verlichten van het onbehagen van het existentiele

heid en houdt hij daarmee op geest te zijn. Hij wordt bloot­

gemis en de exiscentiele angst die als een wond in de barren

gelegd als zuiver bewustzijn - leeg, doorzichtig, dimensie­

van bijna alle mensen aanwezig is. Terwijl de tieners zich in

loos, objeccloos, grenzeloos, non-duaa1, van zichzelf bewust

vrije val vanuit de hoogte naar beneden stortten, voelden ze de doodsangst vanuit de veiligheid van hun cabine en de

ZIJil.

immense bevrijding van dat gevoel als ze uiceindelijk tot De herinnering aan onze eeuwige aard - de oorspronkelijke

stilstand kwamen. In die initiatierite die

geest of zuiver bewustzijn - blijft levend in alle mensen,

opgelegd proefden ze van de verschrikking van de dood en

onder alle omstandigheden en in iedere situatie, hoe

overleefden ze die, en als gevolg daarvan voelden ze een

onzichtbaar

paar ogenblikken de vreugde van hun eigen ongeconditio-

330

ze

soms ook mag zijn. Als

ze

onzichcbaar lijkt

ze

zichzelf hadden

331


neerde bestaan voordat de gecondicioneerde geest zijn strategieen van ontkenning en vermijding weer liet gelden en de vrede en vervulling verduisterde die eraan ten grond­ slag liggen. In die ontsnapping aan de dood werd de existen­ ciele angst van de cieners bloocgelegd en volledig gevoeld, en met hec overleven van de beproeving proefden ze even van dat element in henzelf, hun essentie, dat dieper ligt dan het ego. Hee enige doel van de sprong, de ontsnapping aan de dood en de blootstelling aan de angst, was om op kunstma­ tige wijze de smaak van hun eigen eeuwigheid op te roepen. Bij het opdragen van de mis waren mensen op vergelijkbare wijze bezig om bevrijd te worden van de beperkingen van het ego. Door alles wat ze hadden over te geven aan een hogere macht bevrijdden ze zich als het ware van de last van het ego met zijn mechaniek van verlangen, angst, neurose, conflict, verwarring, rwijfel en onrust en stelden ze zichzelf in staat van hun conditioneringsvrije essentie te proeven in al zijn onschuld, zuiverheid en vrede. In plaats van het ego te laten verdwijnen in zijn bron, vergroten zulke aanbid­ dingspraktijken de gebruikelijke beperkingen ervan, halen ze het uit zijn toestand van zelfverkramping en vercrouwen ze het toe aan Gods oneindige wezen, waarin het rust en vrede vindc. In de woorden van Jesaia: "Gij zult hen in vol­ maakce vrede houden wier geese gericht is op U." Op de klinkers buicen hec cafe brengen de eerste paar slok­ jes koud bier de acciviceit van de geese waarmee het ego zichzelf definieert en in stand houdt tot rust. Terwijl de acciviceit van de geese tot rust komt, dijc de geese uic en begint hij terug te zakken in zijn bron van zuiver bewust­ zijn. Zelfs een paar stapjes in die richcing zijn al voldoende

332

om de geese van een dee!

van

zijn onrust te bevrijden, en

terwijl hij met een paar nieuwe slokjes nog verder uitdijt wordt hij steeds verder bevrijd van de verkramping waaraan het ego zijn identiteit ondeent. Hee biedt de geese de geur of zelfs de volledige smaak van zijn eigen wezenlijke aard van vrede en vrijheid. Als de persoon rondkijkt naar de activiteit op de scraten van Amsterdam, doer hij dat nu als toeschouwer en niet als deelnemer. Een paar minucen lang scelc de ontspanning van de gees.t hem in staat om geruige te zijn van zijn ervaring, en niet meer de medeplichcige, en als gevolg daarvan ervaart hij de innerlijke vrede en vervul­ ling van zijn ware natuur. Door van een meter afstand naar een bijna naakce jonge vrouw te scaren, slechts van haar gescheiden door een raam van glas, wordt het gevoel van gemis, ontoereikendheid en incompetentie dat in de kern van het a&onderlijke zelf of ego leeft blootgelegd en vergroot door de belofte van zijn onmiddellijke en willekeurige bevrediging. De vervulling van zijn verlangen daarna laat de man de bewegingen der inrimiteic nabootsen zonder ooit de prijs van openheid en kwetsbaarheid te hoeven betalen, en maakt cegelijkertijd tijdelijk een eind aan het onbehagen dat eigen is aan zijn verlangen, waarbij de mate van bevrediging die ervaren wordc evenredig is aan de intensiteit van het verlangen dat is opgeroepen. Die blootlegging en vluchtige oplossing van het gevoel van gemis dat in de kern van het ego leeft bevrijdt de geese tijdelijk van zijn beperkingen en laat hem als het ware in zijn bron duiken en proeven van zijn onbegrensde en ongecondicioneerde aard, die de man ervaart als vrede en geluk.

333


In de head shop wordt een uitgebreid assortiment aan geest­

steekt tijdens de normale activiteiten van de naar buiten

verruimende middelen aangeboden, die allemaal beloven

gerichte of objectzoekende geest, weer terugkeert naar

dat ze de geest zullen ontspannen en verruimen tot voorbij

dezelfde objectieve ervaring. Hij of zij hoopt daardoor weer

de gevangenis waarin hij zichzelf heeft opgesloten, en dat ze

dezelfde bevrediging te ervaren in een steeds hardnekkiger

de geest als gevolg daarvan zullen laten proeven van zijn

cydus van verlangen, verslaving en wanhoop, en heeft dan

oorspronkelijke, ongeconditioneerde en van nature vrije

steeds een ietsje scerkere dosis van het object nodig om het

aard. Terwijl de geest omspant en verruimt reist hij terug of

gewenste resultaat te bereiken.

naar binnen met behulp van het ruimere medium van zijn eigen veld en heeft hij ervaringen die niet beschikbaar zijn

In cegenstelling tot de tantrabeoefenaar, die zijn of haar ver­

in de waaktoestand. Die ervaringen geven de geest een aan­

langen opgewekt laat warden m�ar dan naar binnen leidt

wijzing voor zijn eigen onbegrensde mogelijkheden, waar­

om vervulling ce vinden in de bron ervan, in plaats van het

van zijn ervaring in de waaktoestand slechts de smalste

object, het middel of de toestand in de buitenwereld na te

variant is. Als de nauwe aandacht van de waaktoestand tot

jagen, raakt de zoekende geest steeds meer verslaafd aan de

ontspanning komt, wordt het onderscheid cussen de objec­

objectieve ervaring waarin de kortstondige ervaringen van

ten en zelven die hij ervaart steeds minder helder ornlijnd

vrede en geluk leken te huizen.

en wordt het gedeelde veld waarin ze verschijnen en waar­ van ze slechts modulaties vormen steeds duidelijker. De

De eindige geese probeert zichzelf altijd op te lossen of te

onderliggende eenheid van alle objecten en zelven begint

verruimen, te bevrijden van zijn beperkingen en terug te

voor zichzelf te spreken. Echter, aangetrokken door de rela­

keren naar zijn oorspronkelijke, ongeconditioneerde aard,

tieve vrijheid die de geese ervaart terwijl hij hec ruimere

en daarmee ce proeven van de vrede, het geluk en de vrij­

medium van zijn eigen mogelijkheden onderzoekt en toch

heid die daar verblijven en gewoon liggen te wachten om

slechts zelden of nooit een glimp opvangt van de absolute

herkend te worden.

vrijheid van zijn eigen aard, raakt hij verslaafd aan zulke toestanden en keert hij er steeds opnieuw weer naar terug,

De wezenlijke, onherleidbare kern van de geest - de absolute

verleid door hun belofte van vrijheid en tegelijkertijd

waarheid van de ervaring die in ieder van ons straalt als de

gebonden

ervaring van je bewust zijn, het weten 'ik hen' of het gevoel

aan

hun beperkingen.

van liefde, en die op uiteenlopende wijze gekend wordt als In al die gevallen schrijft de persoon in kwestie de vrede,

'ik', bewustzijn, gewaarzijn of Gods oneindige wezen - is

het geluk en de vrijheid die hij of zij korte tijd ervaren heeft

dat aspect van de geest dat er niet uic verwijderd kan worden

ten onrechre toe aan het verkrijgen van het object, de acti­

en dat alle wezens met elkaar delen. Sterker nog, her wordr

viteit, het middel, de geesrestoesrand of de relatie, waar­

door heel her bestaan gedeeld.

door hij of zij, als het onderliggende lijden weer de kop op

334

335


Het is in gelijke mate beschikbaar voor alle mensen, te alien tijde en onder alle omstandigheden, en vormt het funda­ ment van vrede binnen individuen, gezinnen, gemeen­ schappen en landen. In die zin moet het wel her fundament van onze beschaving vormen. Een beschaving op welke andere vorm van kennis dan ook baseren is een huis bouwen op het drijfzand van een geloof dat lokaal en tijdgebonden is, en dat kan nooit de basis vormen voor ware gemeen­

Nawoord door Bernardo Kastrup

schapszin, colerantie en harmonie. Alles wat de geest nodig heeft is dat hij in de garen krijgt dat de kern van zijn bestaan gedeeld worc:lt met hec bestaan van alle wezens en dingen, en dat hij leeft naar die herken­ ning op alle gebieden van het !even.

0

nder Ruperts zachte maar besliste leiding heb je zojuist de onderliggende aard van de werkelijkheid onder­

wcht aan de hand van de primaire - en roch de meest ver­ onachtzaamde - kennisweg die ons

ter

beschikking staat:

introspectie. Ruperts meesterschap over de introspectie, en zijn vaardigheid om ons met hem mee te nemen in zijn onderzoek naar de basis van Zelf en Wereld, lacen zien wat onze culturele indocrrinacie met veel moeite voor ons ver­ borgen heeft weten te houden: dat er in feite geen verschil Cussen beide bestaat. Zelf en Wereld zijn een, een condusie die net zozeer tegen ons dominante culturele verhaal indruist als dat hij voor zichzelf spreekr bij heldere introspectie. Hoe kan er zo'n dissonantie bestaan tussen het basisuit­ gangspunt van onze cultuur en de rechtstreekse intro­ spectieve ervaring? Zelfs als dit boek erin geslaagd is je te helpen om werkelijk

re

begrijpen dat de Wereld een prikke­

ling van her Zelf is - in Ruperts woorden "een beweging van de geest" - die net zomin losstaat van het Zelf als dat

337


rimpelingen losstaan van water, kan de krachc van her dominance culturele verhaal nog steeds een gevoel van onbehagen ceweegbrengen dar Jang aanwezig blijfc. 'Is her aannemelijk dac onze hele culruur her zo bij het verkeerde eind kan hebben?', zou je jezelf kunnen afvragen. In die korce Nawoord wil ik je proberen te lacen zien dat dat, door een onevenwichtigheid in de kennisbenadering van ooze

van de wereld die Arisroreles zich had voorgesteld. Dankzij empirische observacies zoals die van Galileo hebben we de Wereld nu goed genoeg leren kennen om een mens op de maan te zetten en robots op Mars, en zelfs een ruimtesonde op een komeet te lacen landen. Door de Wereld empirisch re observeren kunnen we tijdens

cultuur, niet alleen aannemelijk, maar te verwachten is.

het observeren patronen en regelmacigheden oncdekken.

Kijk, we kunnen via drie aparte wegen kennis vergaren: de

observatie gedroeg en te voorspellen hoe hij zich in de toe­

empirische observatie, rationeel denken en introspectie. Empirische observatie bestaat uic de deelverzameling van ooze ervaringen die we associeren met de vijf zinruigen. In die zin bestaat empirische observatie, als we de Wereld definieren als alles wat we kunnen zien, horen, voelen, proeven en ruiken, uit her rechtsrreeks kennen van de Wereld. Merk op dat de Wereld, als we hem zo definieren, gewoon een groep ervaringen is die war eigenschappen betrefc re vergelijken is met bijvoorbeeld de persoonlijke verbeelding. Toch verschilt hij van de persoonlijke verbeel­ ding omdat hij collectief in plaats van idiosyncratisch van aard is: we lijken tenslotte allemaal dezelfde Wereld met elkaar re delen. Empirische observacie van die collectieve Wereld is dus een kennisweg die haaks staat op de verbeel­ ding, zoals de geschiedenis pijnlijk laat zien. Aristoteles bijvoorbeeld stelde zich voor dat zwaardere objeccen sneller op de grond vielen dan lichcere objeccen I, een idee dat bijna twee millennia heefc voorcgeleefd. Pas toen Galileo besloot om empirisch te observeren of dat werkelijk her geval is - door zoals bekend twee kanonskogels van verschillend gewichc van de scheve toren van Pisa ce laten vallen kwamen we tot her inzicht dat de Wereld in feice verschilt

Maar om daar uit af te Leiden ho� de Wereld zich v66r die komst zal gedragen, moeten we die patronen en regelmacig­ heden modelleren in de vorm die we de 'wetten der nacuur' zijn gaan noemen. En dan komt de tweede kennisweg in het spel: rationed denken stelt ons in staat om niet-geob­ serveerde - en zelfs niet-observeerbare - aspecten van de Wereld uit de geobserveerde aspecten af re leiden. Hee stelt ons in staat de puncjes met elkaar te verbinden en de gren­ zen van onze kennis door te trekken tot buiten datgene war rechcscreeks door middel van de vijf zintuigen bevat kan worden. Racioneel denken stelt ons bijvoorbeeld in staac om te wecen welk bouwkundig oncwerp stevig overeind blijfc staan en welk telefoonontwerp betrouwbaar in de communicatie is zonder elke mogelijke variant te hoeven uitproberen. Rationed denken scelc ons eveneens in staat verklaringen zoals de Big Bang en de menselijke evolutie ce bedenken, ook al kunnen we die geen van beide empirisch observeren. Rationed denken verschaft ons her sjabloon waarmee

zowel

verklarings-

als

voorspellingsmodellen

geweven worden. De derde en laatste kennisweg is nacuurlijk die van de introspectie. Door middel van incrospectie richcen we onze

339


aandacht niet meer op de Wereld, maar op de kenner van de

als de enige kenniswegen. De Wereld wordt tenslotre, zoals

Wereld en op her proces van het kennen. We vragen ons af:

hierboven aangegeven, gedefinieerd als de subgroep van

wie of wat is het die kent? Hoe weet het wat het weet? Zoals

ervaringen die we met elkaar delen, in tegenstelling tot

Rupert zegt: "Wat kent mijn ervaring of is zich er bewust

onze persoonlijke hersenspinsels. Orn de Wereld op de juiste

van?" Kennis heeft alleen betekenis voor zover die vragen

wijze te kunnen beoordelen moet de wetenschap idio­

beantwoord worden. Kennis is tenslotte als roestand van de

syncratische verslagen juist terzijde leggen en zich richten

kenner en uitkomsr van het proces

op ervaringen die consequent door meerdere individuen

van

her kennen onder­

geschikt aan beide. Alles wat we denken te weten aan de

gedeeld worden.

hand van de andere twee wegen - empirische observatie en rationed denken - wordt dus uiteindelijk bepaald door

Maar al is de wetenschappelijke methode innerlijk consis­

introspectie. Alie informatie die we uit observatie en den­

tent, ze is ook onvolledig omdar ze ware introspectie terzijde

ken afleiden heeft alleen berekenis voor zover we de aard

schuift. In die zin is ze ongeschikt om de fundamentele

van de kenner begrijpen en weten hoe hij of zij weer.

vragen over de aard van de kenner en het proces van her

Zonder dat begrip zijn de natuurlijke patronen die door

kennen te beantwoorden. Correct opgevat modelleert de

middel van observarie en denken waarneembaar zijn te

wetenschap slechts de patronen en regelmatigheden van de

vergelijken met rimpelingen zonder water, choreogra£een

Wereld zonder enig inzicht te verschaffen in de onderlig­

zonder dansers, draaiingen zonder tollen. Ze beschrijven

gende aard ervan. Ze vertelt ons niet wat de Wereld is, maar

een lege mal wiens werkelijke substantie slechts door

slechts hoe hij zich gedraagt. Ze karakteriseert de choreo­

middel van introspectie gevuld kan warden.

grafie zonder iets te zeggen over de danser. Ze voorspelt de rimpelingen zonder iers te zeggen over her water. Ze

En daar ligt nu her probleem. lntrospectie vraagt om een

beschrijft de draaiing zonder iets te zeggen over de tol. In

imieme betrokkenheid op het subject van de ervaring, en

Ruperts woorden: "De meeste mensen geloven dat de

niet op de objecten ervan. Maar de wetenschap - wier

wetenschap langzaam maar zeker roewerkt naar inzicht in

waarden en merhodieken ons belangrijkste culrurele verhaal

de fundamentele werkelijkheid van her universum. Echter,

de afgelopen twee eeuwen bepaald hebben - moet subjecti­

tenzij bewustzijn zelf het richtpunt wordr van wetenschap­

viteit juist uir de weg gaan. Zoals Rupert uitlegt: "In haar

pelijke interesse zullen onderzoekers over duizend jaar nag

zoekrocht naar de absolute waarheid wijst de werenschap

steeds bezig zijn met zoeken naar de fundamemele werke­

de subjeccieve ervaring af op grand van het feit dar ze per­

lijkheid van her universum."

soonlijk is en daardoor niet bevestigd kan worden door iemand anders clan de persoon die de ervaring heeft." Dat

Dar moge zo zijn, maar voor de meeste werenschappers

is volkomen terecht voor zover je - zoals de wetenschap

lijkr her moeilijk om de beperkingen die eigen zijn aan hun

doet - empirische observatie en rationed denken verkiest

mechode onder ogen te zien. Als iemand die vroeger zelf

340

341


wetenschap heeft bedreven baseer ik die bewering op mijn eigen persoonlijke ervaring. Wetenschappers neigen er van nature naar te geloven dat

ze

onthullen wat de Wereld is,

niec slechcs hoe hij zich gedraagt. lets anders geloven zou afdoen aan veel van de romantische allure die wetenschap­ pers om re beginnen al heeft laten kiezen voor hun beroep. Bovendien erkennen ze dat het - op psychologisch niveau - moeilijk is om wecenschap te bedrijven zonder op zijn rninst te beschikken over een werkhypothese voor het incer­

preceren van de patronen en regelmatigheden die door middel van experimencen ontdekt zijn. De natuurkundige Andrei Linde van de universiteit van Stanford, beroemd om zijn theorieen over kosmische inflatie, heeft dac her best uitgelegd: Lacen we niec vergecen dac onze kennis van de wereld niec bij macerie beginc, maar bij waarnemingen ... Later komen we erachcer dat onze waarnemingen gehoorzamen aan bepaalde wetcen die heel goed ge­

War oorspronkelijk dus slechcs een werkmodel was om de interpretatie van wecenschappelijke observaties mogelijk te maken, is nu verhard cot her dogma

van

een maceriele

wereld buicen de geese. Die ondoordachce sprong werd ingegeven door de psychologische behoefte orn een vacuum op re vullen: wetenschappers konden niec werken zonder een manier om over de Wereld re denken in terrnen van de onderliggende werkelijkheid ervan. Terwijl ze abscracte karakteriseringen

van

de

choreografie

conscrueerden,

hadden ze behoefte aan een mariier om de danser te visua­ liseren. En beschouwden ze vervolgens, omdat werkelijke incrospectie nooit deel had uicgemaakt van hun beroeps­ matige vaardigheden, de Wereld zoals die zich aandiende. Tot op de dag van vandaag betalen we de prijs voor zo' n luie blunder. Sterker nog, als wecenschappers zouden weten wat jij nu weet nadat je die boek hebe gelezen, zouden ze zeker wat zorgvuldiger over de dingen nagedacht hebben. In en op zichzelf zou de blunder om wetenschap met mate­

formuleerd kunnen worden als we aannemen dat er een

rialisme re associeren waarschijnlijk niec zoveel consequen­

onderliggende werkelijkheid aan ten grondslag ligt die

ties hebben gehad. Maar sarnen met een cweede blunder

buiten onze waarneming valt. Dae model van een materiele wereld die aan nacuurkundige wetten gehoorzaamt is zo succesvol dat we ons startpunc al snel vergeten en zeggen dac materie de enige werke­ lijkheid vormt en waarnemingen alleen helpen om die te beschrijven. Die aanname is bijna nee zo natuurlijk (en misschien wel nee zo onjuisc) als onze vroegere aanname dat ruimte slechts een wiskundig hulpmiddel is voor her beschrijven van materie.2

heefc hij ertoe geleid dat onze cultuur alle legitieme wegen naar werkelijk inzicht afwijst. Die tweede blunder is dat onze cultuur de wetenschap - een onvolledige methode verheven heeft tot de ultieme waarheidsbepaler, in plaats van een pragmatische benadering voor het produceren van technologie en her uicdenken van filosofie. Kijk, omdac we de neiging hebben om wat werkt re lacen sarnenvallen met wat waar is - een vergissing die snel door­ zien wordt als je kijkt naar theorieen die in de prakcijk werken maar in feite niet waar zijn, zoals de mechanica van

342

343


Newton en de optica van Fourier - beschouwen we her

beschreef als "het wonder van de geschiktheid van de taal

technologische succes van de wetenschap als bewijs dac ze

der wiskunde voor het formuleren van de wetten der

inzichc verschaft in de onderliggende aard van de werkelijk­

natuur". lnderdaad, de wiskundige methoden en resultaten

heid. Dae is ce vergelijken met geloven dac een kind van vijf

die puur als abstractie in de verbeelding ontstaan blijken

dat compucerspellecjes speelc heel goed begrijpt hoe de

concrete aspecten van de Wereld keer op keer precies te

onderliggende aard van de compurerhardware en -software

beschrijven. Niec-Euclidische geometrieen, waarvan de

in elkaar zit. Door effecciviteic met inzicht re verwarren

axioma's aannemen dat de ruimte gekromd is, zijn bijvoor­

beweert

beeld in een tijd - de vroege negentiende eeuw - ontwik­

onze

maatschappij dat de

wetenschappelijke

rnethode de besce manier is om uit te vinden wat de Wereld

keld waarin iedereen 'wise' dat de ruimte plat was. Die

is, en niet slechts hoe hij zich gedraagt. Daarorn zitten we

niet-Euclidische geometrieen w�en dus weliswaar in wis­

nu opgezadeld met een piloot met een oog die een vliegtuig

kundig opzicht bewezen, maar werden toch als fantasieen

dat overvol geladen is met de zware bagage van het materi­

beschouwd, als modellen van gefantaseerde dingen wier

alisme naar de waarheid moet laten vliegen. De bagage is zo

validiteit alleen in de hoofden van wiskundigen huisde.

zwaar dat je je moet afvragen of we zelfs rnaar van de grond

Binnen slechts enkele tiencallen jaren kwam Einstein er

zullen komen, laat staan de weg zullen vinden.

echcer achter dat de ruimte in werkelijkheid gekromd is,

De nadruk van de wetenschap op empirische observatie en

Niet-Euclidische geometrieen bleken toen de Wereld zelf

een feit dat door empirische observaties bevestigd werd. rationeel denken, ten koste van ware introspectie, vormt hec

met griezelige precisie en accuratesse te beschrijven.4

gebrek aan evenwichc in de benadering van onze culcuur

Hun validiteit suekt zich dus tot ver buiten de hoofden der

van kennis waar ik aan het begin van die Nawoord aan heb

wiskundigen uit.

gerefereerd. Maar als kernoorzaak van het probleem is dat gebrek aan evenwicht tevens de meest voor de hand liggen­

Waarom en hoe volkomen abscracte creaties van het

de plek om het probleem te repareren. Sterker nog, weer

rationele denken - uicsluitend gebaseerd op axiomacische

enige heldere introspectie aan de wetenschap toevoegen

intu'ities - de scruccuur en dynamiek van de Wereld in het

kan een verreikend domino-effect ceweegbrengen door ce

algemeen blijken te beschrijven blijfc tot op de dag van

lacen zien hoe zowel empirische observatie als rationeel denken

vandaag een diep rnysterie, in ieder geval onder bet materi­

zelfaangeven dat Zelfen Wereld een zijn. Laat me war meer

aliscische paradigma.5 In de woorden van Wigner: "Je kunt

vertellen over deze misschien verrassende bewering.

moeilijk aan de indruk ontkomen dat we hier met een wonder geconfromeerd worden dat in al zijn frappancheid

In een beroemd arcikel uic i960, getiteld 'De onredelijke

heel goed re vergelijken is met hec wonder dat de rnense­

effecciviteit van wiskunde in de natuurwecenschappen'3,

lijke geese duizend argumenten aan elkaar kan rijgen zonder

besprak de bekende natuurkundige Eugene Wigner wat hij

zichzelf cegen ce spreken." Hee "wonder" (Wigner gebruikt

344

345


dat woord cwaalf keer in zijn artikel) komt misschien wel het duidelijksc cot uiting in de kwantummechanica, waarin - zoals weergegeven in de beroemde vermaning 'Mond houden en rekenen!' - alleen de wiskunde goed begrepen wordt, niet de echte Wereld die hij zo accuraat beschrijft.

dat ze beweerde dat de natuurlijke getallen zelf archecypisch zijn. 8 Dan - en dat is hec cruciale punt - laat hetfeit dat die

archetypen zich tot in de Wereld uitstrekken duidelijk zien dat de wereld zelf mentaal is en samenvalt met het Zelf. Zelfs bescheiden introspeccie volstaat om dac te zien. Als de geese en de waarnemingsobjecten niet los van elkaar staan, clan

Het is verleidelijk om te proberen onszelf aan onze eigen

moecen die objeccen zich natuurlijk op een manier gedragen

veters omhoog te trekken en gewoon maar ce verklaren dat

die overeenstemt met de psychologische archecypen van de

de axioma's van de logica en wiskunde toepasbaar dienen te

geese. Waarnemingsobjecten moe�en uitdrukkingen zijn van

zijn op de Wereld in het algemeen. Maar als we niet in de

archetypische patronen zoals gedachten en emoties dat ook

valkuil van de cirkelredenatie willen vallen, kunnen we niet

zijn, opdat de wereld - zoals hij is - consistent is met onze

volhouden dat de validiteit van de logica zich tot buiten de

logica en wiskunde. De ogenschijnlijke griezeligheid van

grenzen van ons denken uitstrekt. Anders zou de wereld net

Wigners 'wonder' smelt dus weg als boter in de zon in het

zo goed absurd kunnen zijn.6 Vanuit dezelfde redenering hebben we onder het postulaat dat Zelf en Wereld los van elkaar staan geen reden om te denken dat de Wereld zou moeten voldoen aan abstracte wiskundige waarheden die mensen uitgedacht hebben. Waarom ook? Toch weten we uit ervaring dat de wereld dat wel degelijk doet, iets wac de

licht van het non-duale gezichtspunt dat hier door Rupert verwoord is. Hee zogenaamde mysterie blijkt op basis van introspectie slechts een artefact van het verwarde materialis­ tische paradigma ce zijn. Oat onze cultuur als geheel die nog niet begrepen heeft weerspiegelt de betreurenswaardige toe­ stand van ons collectieve vermogen tot reflectie.

materialistische manier van denken - terechc - verbijstert. Anderzijds, op basis van het non-duale gezichtspunt zoals dat verwoord is in dit boek, is de overeenkomst tussen de intuYtieve fundamenten van het rationele denken - zoals weerspiegeld in de axioma's van de logica en wiskunde - en de manier waarop de Wereld werkt volkomen natuurlijk. Sterker nog, die zou niet anders kunnen zijn. Kijk, dat we de uitgangspunten van de logica en wiskunde als vanzelfspre­ kende waarheden beschouwen verraadt hun archetypische

aard in de Jungiaanse betekenis: het zijn onherleidbare psy­ chologische sjablonen op basis waarvan het denken zich ontvouwt.7 Marie-Louise von Franz is zelfs zo ver gegaan

Niet alleen de empirische validiteit van het rationele denken laat zien dat er sprake is van eenheid van Zelf en Wereld; empirische observaties wijzen eveneens op die eenheid, nog rechtstreekser zelfs. Ja, de belangrijkste implicatie van de veronderstelde afgescheidenheid cussen Zelf en Wereld is dat de eigenschappen van de Wereld niet afhankelijk zouden moeten zijn van observatie; dat wil zeggen, een waarnemingsobject zou alle eigenschappen moeten hebben die het heeft - gewicht, omvang, vorm, kleur enzovoorts ongeacht of en hoe het verschijnt op het scherm van de waarneming. Maar dac heeft wel statistische implicaties die rechtstreeks getest kunnen worden.9 Op basis hiervan

347


hebben Groblacher en anderen empirisch aangetoond dat

Een andere implicatie van de veronderstelde afgescheiden­

de eigenschappen van de wereld wel degelijk afhankelijk zijn

heid tussen Zelf en Wereld is dat onze keuzen de Wereld

van observatie.10 Orn hun resultaten in overeenstemming te

alleen kunnen beYnvloeden - door middel van onze licha­

brengen met het materialisme zouden ze een kwellende her­

melijke handelingen - in het heden. Er wordt gezegd dat ze

definitie nodig hebben van wat we 'objectiviteit' noemen.

geen invloed kunnen hebben op het verleden. In die zin

En omdat onze cultuur objectiviteit is gaan associeren met

moet het deel van ons verhaal dat overeenkomt met het

de werkelijkheid zelf, heeft de wetenschappelijke pers zich

verleden onveranderlijk zijn. Stel dat tegenover het gebied

genoodzaakt gevoeld om over die studie te rapporteren

van de geest, waarin we ieder moment een bedacht verhaal

onder de kop: "Kwantumfysica zegt vaarwel tegen de werke­ lijkheid".11

in zijn geheel kunnen verander<:n. In de geest is het hele verhaal altijd vatbaar voor keuze en ontvankelijk voor her­ ziening. Nu blijkt dat Kim en anderen empirisch hebben

Andere statistische implicaties van de veronderstelde afge­

aangetoond dat observatie niet alleen de fysische eigen­

scheidenheid tussen Zelf en Wereldl2 zijn eveneens experi­

schappen bepaalt die op een bepaald moment geobserveerd

mented getest. Daarmee is empirisch aangetoond dat de

warden, maar daar achterafook hun geschiedenis mee in over­

eigenschappen van fysische systemen niet eens bestaan voor­ dat ze geobserveerd worden.13 In zijn commentaar op die

moment gecreeerd wordt om in overeenstemming te

eenstemming brengt.18 Oat suggereerr dat het verleden ieder

resultaten heeft de beroemde natuurkundige Anton Zeilinger

kunnen zijn met het heden, wat doet denken aan her idee

gezegd dat "het geen zin heeft am aan te nemen dat wat we

dat de Wereld een plooibaar mentaal vertelsel is.

ten aanzien van een systeem meten enige [onafhankelijke] werkelijkheid bezit.14 Ten slotte hebben Ma en anderen

Al in 2005 had de beroemde natuurkundige en astronoom

nogmaals aangetoond, in 2013, dat geen enkele naief objec­

Richard Conn Henry van de John Hopkins-universiteit

tieve kijk op de Wereld waar kan zijn in het licht van empi­

genoeg gezien: hij schreef een essay voor her tijdschrift

rische observaties.15

Nature waarin hij beweerde dat "het universum volkomen mentaal is" .19 Zoals we hebben gezien wordt zijn bewering

Critici hebben de studies die hierboven genoemd warden

sindsdien op een overweldigende manier bevestigd. Toch

nauwkeurig onderzocht om mogelijke lacunes te vinden,

weigeren veel natuurkundigen dit onder ogen te zien. Ze

hoe onwaarschijnlijk dat ook moge zijn. In een paging die

postuleren allerlei onbewijsbare, onzichtbare entiteiten en

mogelijke lacunes aan re pakken en te dichten hebben

proberen kwellende wiskundige acrobaciek re ontwikkelen

Nederlandse onderzoekers een nag strakker gecontroleerde

am het bewijs te omzeilen. In de woorden van Conn Henry:

test uitgevoerd, die de eerdere conclusies nogmaals beves­

"Er zijn serieuze [theoretische] pogingen gedaan om een

tigde.16 Dit onderzoek werd door Nature News beschouwd

materide wereld te behouden - maar ze brengen geen nieuwe

als "de strengste test tot nu toe".17

fysica voort en dienen alleen maar om een illusie in stand te

349


houden."20 De illusie waar hij naar verwees was naruurlijk

Noten

die van een Wereld buiten de geest; een Wereld die losstaat van het Zel£ Het onvermogen van veel natuurkundigen om onder ogen te zien wat observaties ons verrellen weer­ spiegelt, nogmaals, een gebrek aan introspectie. Het samen­

Aristoteles, Physica.

2

van bet Science and Spiritual Quest prograrnma van het

teren als je niet naar binnen kunt kijken om het te zien en

Center for Theology and the Natural Sciences, Berkeley,

in plaats daarvan vast komt te zitten in hoe de dingen er op

California, 3

maar bescheiden introspectie, in en uit zichzelf wijzen op

4

E. and Lewis, G., 'The Space­

rican Academy ofArts and Sciences

5

In

(1912).

201 5 bracht PBS een documentaire uit in de NOVA-serie

getiteld 'The Great Math Mystery: ls math invented by

Nawoord heh ik geprobeerd de verraderlijke effecten van

humans, or is it the language of the universe?', die op vele

dat gebrek te markeren en je zo het grote belang van dit

verrassende manieren liet zien waar wiskundig dcnkcn over­

boek te helpen herkennen. Door op meesterlijke wijze de

ccnkomt met de Wereld.

inrrospectie weer naar de culturele dialoog terug re brengen

6

Voor een nog steviger betoog, zie: Albert,

H., Treatise on

Critical Reason (Princeton University Press, 1985).

aan. En nu je dit boek gelezen hebt, bevind je je in een bevoorrechte positie die de balans der dingen kan doen

Zic bijvoorbeeld: Wilson,

of Mechanics and Electromagnetics', Proceedings ofthe Ame­

in de manier waarop onze culruur zich verhoudt tot de

overhellen ten gunste van de waarheid. En dat is hard nodig

(1960).

Time Manifold of Relativity. The Non-Euclidean Geometry

wijzen dus in dezelfde richting. Het gebrek aan introspectie

pakt Rupert de kernoorzaak van onze hachelijke positie

Wigner, E., 'The Unreasonable Effectiveness of Mathe­

Applied Mathematics

een eenheid van Zelf en Wereld. Alie drie de kenniswegen

werkelijkheid weerhoudt ons ervan om dat re zien. Met dit

1998.

matics in the Natural Sciences', Communications in Pure and

Samengevat kunnen we zeggen dat her rationele denken en empirische observaties, als ze gedragen worden door zelfs

Linde, A., 'Universe, Life, Consciousness', ecn lczing die gehoudcn werd voor de natuurkunde en kosmologie-groep

vallen van Zelf en Wereld is inderdaad moeilijk te accep­

het eerste gezicht uitzien.

bij het nawoord

7

Een analogie

kan behulpzaam zijn om uit te leggen wat

psychologische archetypen zijn: als de geese een crillend

ook.

oppervlak zou zijn, clan zouden de archecypen re vergelijken zijn met de beperkingen die de natuurlijke trillingswijzen

Bernardo Kastrup

van bet oppervlak bepalen. Voor een verdere uitwerking, zie:

september 2016

Jung, C., The Archetypes and the Collective Uncomcious (Routledge,

8

Franz, M.-L. von, Number and Time (Northwestern Univer­ sity Press,

35 0

1991).

1974).

351


9

Leggett, A., 'Nonlocal hidden-variable theories and quan­ tum mechanics: An incompatibility theorem', Foundatiom of

Physics (2003). IO

Groblacher, S. et al., realism', Nature

II

'An experimental test of non-local

(2007).

Cartwright, J., 'Quantum physics says goodbye to reality',

!OP Physics World (2007).

12

Bell, J., 'On the Einstein Podolsky Rosen paradox', Physics

(19 64). 13

Lapkiewicz, R. et al., 'Experimental non-classicality of an indivisible

quantum

system',

Nature

(20n);

alsmede

Manning, A.G. et al., 'Wheeler's delayed-choice gedanken experiment with a single atom', Nature Physics (1015).

14. Ananthaswamy, A., 'Quantum magic trick shows reality is what you make it', New Scientist (20n). 15

Ma,

X.-S. et al., 'Quantum erasure with causally disconnec­

ted choice', Proceedings ofthe National Academy of Sciences of

the USA (2013).

16

Hensen, B. et al., 'Experimental loophole-free violation of a Bell inequality using entangled electron spins separated by I.3

17

km', arXiv:1508.05949 [quant-ph} {2015).

Merali, Z., 'Quantum "spookiness" passes toughest cest yet',

Nature News (2015). 18

Kim, Y.-H. et al.,

'A delayed choice quantum eraser', Physical

Review Letters (2000). 19

Conn Henry, R., 'The mental universe', Nature

20 Ibid.www.rupertspira.com

352

(2005).


Eerder verschenen bij uitgeverij Samsara

Adams, Robert- Stilte van het hart, dee! 1 Adams, Robert- Stilte van het hart, deel¡2 Adyashanti- Dansende leegte Adyashanti- Wire meditatie Adyashami- Het einde van je wereld Adyashanti

-

Genade

Adyashanti- De weg van bevrijding Adyashami-jezus, de mysticus Adyashanti- Ontwaken, het zalje maar gebeuren Amberchele, J.C. - Opengebroken Bailey, Darryl

-

De illusie voorbij

Bailey, Darryl-Naakte essentie Balsekar, Ramesh- Er was eem ... Balsekar, Ramesh- Nou en? Balsekar, Ramesh- Vrede en harmanie in het dagelijks Leven Bancroft, Anne- 'Woorden van Boeddha Beintema, Rita-Jnana yoga in de praktijk Bernie, Jon -Alledaagre vrijheid Bodian, Stephan- Ontwaak Bongers, Sally-Alledaagre verlichting Boogaard, Han v.d. I Wei Wu Wei- Leven zonder tranen Boogaard, Han v.d.- Dat wat Is Byrom, Thomas- Het hart van bewustzijn Caraway, Morgan- Een aangename ontgoocheling Chayat, Sherry/Tanahashi, Kaz- Cirkel het zen pemeelwerk van Kazuaki Tanahashi

355


Cohen, Alan -Bent u net zo gelukkig als uw hond?

Klein, Jean- lk Ben

Cohen, Alan - Wijsheid uit het hart

Koehoorn, Jan -Zelfonr.krzoek

Crowley, Gary- Vim hier naar hier

Krishnamurti, U.G. -De denkbeeldige geest

Deldeo, Jan van -Zelftealisatie, is dit nu alks?

Krishnamurti, U.G. - De moed om te zijn wieje bent

Delden, Jan van - Terug van nooit weggewee;t

Lake, Gina-Het mechanisme van verlangen

Odden, Jan van - Vele wegen, iin thuis

Lammers van Toorenburg, Wendy- Hoogbegaafd, nou in?

Dych, William -Anthony de Mello, een bloemlezing

Lammers van Toorenburg, Wendy- Werkboek Hoogbegaafd

Foster, Jeff- Leven zonr.kr middelpunt

Laurentius, Hans

Foster, Jeff-Em buitengewone afwezigheid

Lawry, Kalyani -Sailor Bob Adamson, !even en leer

Foudraine, Jan -Metanoia

Liquorman, Wayne -Never mind

-

Rozengeur en prikkeldraad

Gangaji- Vrijheid i11 overgave

Liquorman, Wayne -Hallo lieve mensen

Gieles, Lenne - Thuis

Lott, Joey/Fish- Verlichting, em mythel

Gill, Nathan -Helderheid

Lucille, Francis -Eeuwigheid NU/

¡

Glassman, Bernie- Oneindige cirkel

Luirwieler, Olerce-De levensdroom

Goode, Greg- Leven als gewaarzijn

McKenna, Jed- Spirituele verlichting? Va;g-eet het maar!

Greven, John

-

Ein

McKenna, Jed- Spiritueel /ncorrecu Verlichting

Hamill, Sam/Lao Tse- Tao Te Tsjing

McKenna, Jed-Spirituele Oorlogvoering

Harding, Douglas - Open voor r.k bron

McKenna, Jed-Notities

Harris, Sam-De vrije wi/

McKenna, Jed-jed's McKenna's theorie

Harrison, Steven-Zeek geen antwoord

McKenna, Jed -Spel umr.kr einr.k

van

a/Jes

Harrison, Steven- Het gelukkige kind

McKenna, Jed-Droomstaat

Harrison, Sreven-Ein-zijn in relaties

Mello, Anthony de-Bew ustzijn

Hartong, Leo - Ontwaken in r.k droom

Mello, Anthony de-De weg van stilte

Heyboer, Anton-De filosojie van een oorspronkelijke geest

Mello, Anthony de- De herontr.kkking van het !even

Heyboer, Anton - The philosophy of an original mind

Mooji-Adem van het absolute

Hillig, Chuck- Verlichting voor beginners

Mooji- Weidser dan de hemel, grootser dan de ruimte

Hillig, Chuck-Parels voor de ziel

Morinaga, Soko - Van leer/ing tot meester

Inzicht, vingers wijzend naar de maan

Nisargadatta Maharaj-In woord en beeld

Joncheere, Zoe- Leven als God

Nisargadatta Maharaj

Jourdain, Stephen/Farcet, Gilles

-

Zomaar verlicht

Norquist, Steven

-

-

Dat wat ik ben

De waarheid over verlichting

Katz, Jerry-Non-Dua/iteit

Oever, Jan van den -lk weet niet wie ik ben

Keers, Wolter- Vrij zin j

Oever, Jan van den

Keers, Wolter -Jnana Yoga

Parsons, Tony-Zoals het is

Kicken, Patrick & Smit, Paul

-

Praten over bewusrzijn

Kiloby, Scott- Liefr.ks sti//e revo/utie

-

Oeverloos

Parsons, Tony-Niemand hier Parsons, Tony-M'emand daar

357


Parsons, Tony-Alks en Niets

Unmani Liza Hyde - Ik ben het /even zelf

Parsons, Tony- Het upen geheim

Vanloo, Babcth - Kunst

Parsons, Tony- Over vrijheid geproken

Vingerwijzingen-Artike/en uit tienjaar lnZicht

Pearce, Joseph Chilton - De barst in het kusmisch ei

Waite, Dennis -Een introductie tot advaita

=

Leven

=

l&.nst

Prendergast, John - De heilige spiegel

Watts, Alan - W&rd wat je bent

Raaijma.kers, Annerte- Vulledig vrij

Wei Wu Wei - Onwerelds wijs

Ramana Maharshi-/n wuurd en beeld

W henary, Roy- De structut1r van zijn

Ram Tzu - Wie mekt zal niet vinde,n

Zuijderhoudt, C.B. -Meester Eckhart versus advaita

Rigter, Bob - Zen tijd Rood, Linda - Het ja-gevuel Rossum, Jan van-Je bent niet watje denkt Schoonderwoerd, Simon - Een christen up satsang Schreuder, Esther -CuBrA aan de gracht Segal, Suzanne -Aanvaring met het uneindige Sengtsan- Oorspronkelijke Geest ShanciMayi- Ons hart weet a/ks Shapiro, Isaac- Het gebeurt vanzelf Shapiro, Rarni- Open geheimen Smit, Alexander- Kennendheid Smit, Alexander - Geschenk van het Absolute Smit, Paul-Alles over Niets (buek met 2 dvd's) Smit, Paul -Non-d11aliteit vuor managers Smit, Paul- Verlichting vuor fuie mensen Smit, Paul- Verlichting in de /iefde Smit, Paul- uitZuomen Spira, Rupert- De helderheid der dingen Spira, Rupert -�t mt is liefde Sterren, Paul van der- Verlichting in een Lege verpakking Sterren, Paul van der- Over het brein, nun-dttaliteit en vrije wil Sterren, Paul van der- Gedachten over het ondenkbare Sylvester, Richard- Geen zelf, geen ander Tachagata, Florian- Zijn Tetteroo, Tosca-Alles uver edelsteentherapie Tollifson, Joan - Ontwaken in het al/edaagse Tollifson, Joan -Niets om je aan vast te houdm

359


.samsarabooks.com

www


BEWUSTZIJN ALS ENIGE WERKELIJKHEID Dit boek maakt de lezer bewust van het feit dat we onze gewaarwordingen en waarnemingen aanzien voor de werkelijkheid, en dat de zintuigen en het denken daarbij fungeren als prisma's, aan de .hand waarvan de eenheid van

het bestaan uiteen lijkt te vallen in tien ďż˝ uizend dingen.

Maar de auteur laat de lezer ontdekken dat bewustzijn de fundamentele, onderliggende werkelijkheid vormt van de ogenschijnlijke dualiteit van geest en materie. En dat het vergeten of negeren van die werkelijkheid de diepste oorzaak is van onze dagelijkse existentiele onrust. HBewustzijn als enige werkelijkheid is natuurlijk onderhevig oon en het product van de conditionering van de cultuur en tool woorin het is geschreven. Het is echter mijn hoop dot de geconditioneerde vorm ervan zal bijdrage tot he/derheid en niet tot mystincatie en verdunning van het kerninzicht dot het hart vormt van de eeuwige n/osofle. lk hoop het non-dua/e inzicht uit de kast van dogma en esoterisme te ha/en en het zodonig te herformuleren dot het toegankelijk is voor degenen die op zoek zijn naor inzicht, vrede, vervulling en vriendschap zonder grenzen." -

Rupert Spira

Isbn 978 94 91111748


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.