Postbus 138 3990 DC Houten Voorveste 2 3992 DC Houten Tel. 030 6346040 Fax. 030 6346041 www.nvdo.nl info@nvdo.nl
NVDO Onderhoudskompas
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
NVDO Onderhoudskompas Visie, Trends en Ontwikkelingen in de Nederlandse Onderhoudsmarkt De toekomst van onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020
Editie 2012
Visie, Trends en Ontwikkelingen in de Nederlandse Onderhoudsmarkt Editie 2012
00_cover.indd 1
11/1/11 10:49 AM 20-11-12 09:43
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Uw koers door het Onderhoudskompas 2012
7
Verantwoording NVDO Onderhoudskompas 2011
8
1
Het Kompas: Trends en ontwikkelingen binnen de Nederlandse onderhoudssector
11
2
Feiten en cijfers van de Nederlandse onderhoudsmarkt
19
3
Conclusie feiten en cijfers van de Nederlandse onderhoudssector
27
4
Onderzoek ING Economisch Bureau
28 33
5
De toekomst van het onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector
Interview met Cees ‘t Hart, boegbeeld topsector Agri&Food
34
5.1
De Food, Beverage & Farma-sector in Nederland
36
5.2
Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector
38
5.3
De kernonzekerheden voor onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector
39
5.4
Het scenarioframe
43 44
6
Vier toekomstscenario’s
6.1
Het ‘leven in de brouwerij’-scenario
45
6.2
Het ‘neusje van de zalm’-scenario
49
6.3
Het ‘bittere pil’-scenario
53
6.4
Het ‘op eieren lopen’-scenario
57
7 Strategievorming
63
7.1
Opties voor bedrijven en afdelingen met een focus op efficiency
63
7.2
Opties voor bedrijven en afdelingen met een focus op kennis & innovatie
65
7.3
Opties voor bedrijven en afdelingen met een focus op de klant
68
7.4
Opties voor de NVDO als branchevereniging
70
Bijlage 1: De zes NVDO Onderhoudssectoren
73
Bijlage 2: Toelichting benadering omvang en werkgelegenheid
74
Bijlage 3: Belangrijkste trends Food, Beverage & Farma
75
Bijlage 4: Typen onderhoudsbedrijven, een samenvatting
76
Bijlage 5: Verklarende woordenlijst
80
Bijlage 6: Overzicht interviewpartners en klankbordgroeporganisaties
83
Bijlage 7: Literatuurlijst
84
INHOUDSOPGAVE
00a_inhoudsopgave.indd 3
3
21-11-12 15:53
COLOFON Het NVDO Onderhoudskompas
Redactie:
Uitgever:
2012 is een uitgave van de
Marie-Claire Aerts, Ernst &
Industrielinqs pers en platform
NVDO, de Nederlandse
Young Advisory - Performance
Postbus 12936
Vereniging voor Doelmatig
Improvement
1100 AX Amsterdam
Onderhoud
Ellen den Broeder-Ooijevaar,
Tel. 020 3122088
Postbus 138
NVDO Verenigings Manager
Fax 020 3122080
3990 DC Houten
Mark Oosterveer,
www.industrielinqs.nl
Voorveste 2
Industrielinqs pers en platform
specials@industrielinqs.nl
3992 DC Houten
Elise Quaden,
Tel. 030 6346040
Industrielinqs pers en platform
Fax. 030 6346041
David van Baarle,
www.nvdo.nl
Industrielinqs pers en platform
Eerste druk 2012 ISBN 978-90-78889-04-5
info@nvdo.nl Illustraties: Maxime van Amersfoort
4
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de NVDO.
INHOUDSOPGAVE
00a_inhoudsopgave.indd 4
21-11-12 15:53
Voorwoord Voor u ligt de derde editie van het NVDO Onderhoudskompas met daarin opgenomen het Visiedocument Food, Beverage & Farma. Dit Visiedocument bevat vier scenario’s voor de toekomst van het onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020. Het zijn extreme toekomstbeelden die een idee geven van de richting waarin de sector zich kan ontwikkelen. Het denken in scenario’s is belangrijk om bestuurders en ondernemers van asset owners, dienstverleners, toeleveranciers en adviseurs binnen de onderhoudssector na te laten denken over hoe zij op de juiste wijze in kunnen spelen op kansen en bedreigingen. Omdat de werkelijkheid in 2020 niet in één beeld vast te leggen is, bieden de scenario’s houvast bij het ontwikkelen en beoordelen van stra tegie en het anticiperen op veranderingen. Het succes van de topsector agenda Agrofood hangt mede af van het maatschappelijk draagvlak. De huidige stand van de maatschappelijke waardering van de topsector Agrofood kan verbeterd worden door te werken aan de knelpunten tussen sector en maatschappij in een open dialoog met alle stakeholders. De werkstroom maatschappelijke waardering van de topsector Agrofood zal zich daarom gaan richten op inventarisatie van issues die zich op dit gebied afspelen. Ik meen dat met het voorliggende Visiedocument de NVDO een van de stakeholders is geworden. Dit Visiedocument, samen met het NVDO Onderhoudskompas, bied ik u met trots aan en vermeld daarbij dat het ING Economisch Bureau een coördine rende bijdrage heeft geleverd aan de feiten en cijfers in hoofdstuk 1, Het Kompas. De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is de eerste en grootste Europese branchevereniging die door middel van belangenbehartiging, kennisoverdracht en netwerken, ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van beheer en onderhoud betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren. Het faciliteren van kennisontwikkeling, kennisuitwisseling en kennisoverdracht is een van de belangrijkste doelstellingen van de NVDO. Met dit Onderhoudskompas geeft de NVDO een duidelijke richting voor het ontwikkelen van kennis over de Nederlandse onderhoudssector. De waarde van het Onderhoudskompas is meervoudig. Ten eerste bieden de resultaten belanghebbenden een goede kijk in de keuken van de brede en pluriforme markt van beheer en onderhoud. Vervolgens gaat het in op relevante markt ontwikkelingen en trends. Bovendien vormt dit kompas een leidraad voor
VOORWOORD
00b_voorwoord.indd 5
5
20-11-12 09:48
bedrijven die een beter beeld willen krijgen van de markt waarin zij actief zijn om zo de groeikansen die hierin opgesloten liggen, nog beter te benutten. In de presentatie van de verschillende strategische opties voor onderhoudsbe drijven en –afdelingen is, zoals gebruikelijk in het NVDO Onderhoudskompas, gebruikgemaakt van de analogie van het type onderhoudsbedrijf of –afdeling, uitgaande van drie focusgebieden. Dat zijn efficiency, kennis & innovatie en de klant. De markt voor beheer en onderhoud is een brede markt, die een dwarsdoorsnede vormt van een groot aantal sectoren en branches. Om u een goed beeld te geven van marktkansen en strategische opties, hebben we ervoor gekozen de onderhoudsmarkt per sector en thema in kaart te brengen en gebruik te maken van scenarioplanning, zoals dat deze editie voor de sectoren Food, Beverage & Farma een waardevolle visie heeft opgeleverd. Tijdens het onderzoekstraject hebben fantastisch veel vertegenwoordigers uit de onderhoudssector met veel inzet en enthousiasme meegewerkt aan het opstellen van de toekomstscenario’s. Ook de enquête, die in het kader van dit onderzoek is uitgezet, mocht wederom op een bovengemiddelde respons rekenen. Dat zou niet mogelijk geweest zijn zonder de buitengewone inzet van velen. Ik wil dan ook alle personen die op enigerlei wijze aan deze derde editie van het NVDO Onderhoudskompas hebben bijgedragen, hartelijk danken voor hun inzet. De resultaten van hun inspanningen zijn terug te vinden in deze publicatie. Ik ben er zeker van dat de boodschap u zal inspireren om uw visie op de toekomst vorm te geven en om te zetten in een effectieve strategie.
Bas P. Kimpel Voorzitter NVDO
6
VOORWOORD
00b_voorwoord.indd 6
20-11-12 09:48
Uw koers door het NVDO Onderhoudskompas 2012 Het werk en de omgeving van een Nederlandse onderhoudsprofessional veranderen continu. Ook dit jaar brengt de NVDO deze veranderende omgeving van de onderhoudssector in kaart. In hoofdstuk 1 - Het Kompas leest u de tien belangrijkste trends die op de Nederlandse onderhoudsmarkt afkomen. Deze trends zijn af te leiden uit marktontwikkelingen en keiharde cijfers. Indicatoren die veel te betekenen hebben, want hoe doorstaat de onderhoudsmarkt de zware economische tijden? Krimpt de sector en welke gevolgen heeft dit voor de profielen van de mensen die in het onderhoud werken? Kijk in hoofdstuk 2 voor de coördinaten van de onderhoudssector en lees aansluitend de conclusie. Het ING Economisch Bureau heeft significant bijgedragen aan het Onderhoudskompas, met name door het aanleveren van gegevens. Bovendien heeft het ING Economisch Bureau zelf een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de economie op onderhoudswerkzaamheden. U leest de uitkomsten van dit onderzoek in hoofdstuk 4. Na de feitelijke analyse van trends en indicatoren volgt een blik op de toekomst. Voor de sector Food Beverage & Farma wordt met vier extreme scenario’s gekeken wat de toekomst kan brengen. Het Visiedocument wordt geopend met een interview met Cees ‘t Hart, boegbeeld van de topsector Agrofood. In het Visiedocument dat volgt, vindt u een toelichting op de Nederlandse Food, Beverage & Farma-sector anno 2012, gevolgd door de beschrijving van de vier toekomstscenario’s anno 2020. Met die scenario’s kunt u uw koers bepalen voor de toekomst. Het laatste deel biedt u namelijk de strategische opties die uw organisatie en de NVDO handvatten geven bij het maken van strategische keuzes.
UW KOERS DOOR HET NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2012
00b_voorwoord.indd 7
7
20-11-12 09:48
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Verantwoording NVDO Onderhoudskompas 2011
In het Onderhoudskompas 2011 werd een aantal aanbevelingen gedaan waarmee de NVDO zich kan onderscheiden als branchevereniging. Inmiddels zijn er diverse stappen gezet om aan die aanbevelingen gevolg te geven. Daarmee blijft de NVDO een strategische rol spelen in de professionalisering van de onderhoudsmarkt.
Stimuleren innovatie Citaat: Europa’s grootste onderhoudsplatform, de NVDO, zou een prominent loket kunnen lanceren dat met materiaalkunde wordt ingericht. Dit was voor de vereniging aanleiding tot het inrichten van het NVDO Platform Materiaalkunde. Bij het ter perse gaan van deze editie van het NVDO Onderhoudskompas, was het genoemde platform in oprichting. Mate-
riaalkunde is een interdisciplinair vakgebied dat zich bezighoudt met het verband tussen de samenstelling en structuur van materialen aan de ene kant en hun eigenschappen aan de andere kant. In het verlengde daarvan houdt materiaalkunde zich bezig met het ontwikkelen van nieuwe, vernieuwde, sterkere of duurzamere materialen. Materiaalkunde onderscheidt zich ruwweg in een theoretisch en een praktisch deel. De theoretische materiaal-‘wetenschap’ houdt zich bezig met de relatie tussen de structuur van een materiaal en de eigenschappen die daaruit voortvloeien, terwijl de praktische kant, de materiaal-‘technologie’, deze kennis toepast door de structuur van materialen zodanig aan te passen, dat er een materiaal ontworpen wordt met gewenste eigenschappen. Naast de structuur en de
8 VERANTWOORDING NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2011
00b_voorwoord.indd 8
20-11-12 09:48
eigenschappen van materialen houdt de materiaalkunde zich ook bezig met de productie ervan en de prestaties van materialen wanneer ze eenmaal zijn toegepast. Het NVDO Platform Materiaalkunde stimuleert innovatie en richt zich op samenwerking met collega-platforms binnen het vakgebied.
Arbeidsmarkt Citaat: De NVDO kan een belangrijke toegevoegde waarde leveren aan de verbetering van het imago van het technische beroep. Samen met haar leden draagt de NVDO hieraan dagelijks bij. Zo is er speciaal voor potentiële nieuwe jonge collega’s een facebookpagina ingericht. Het programma van de NVDO Maintenance Academy voorziet in scholing op Technician-niveau en het verenigingsinitiatief Landelijke Dag van het Onderhoud draagt significant bij aan het verbeteren van het imago. Het regelmatig delen van best practices is daar onderdeel van.
Lobby richting politiek Citaat: Zo kan de NVDO ervoor kiezen om te lobbyen voor een overheidsbeleid dat nadrukkelijker is gericht op het handhaven of zelfs verbeteren van de randvoorwaarden voor vestiging en daarmee haar bijdrage leveren aan het behoud van de procesindustrie in Nederland. In de lobby richting de politiek beveelt het NVDO Onderhoudskompas aan de samenwerking te kiezen met andere brancheverenigingen die een vergelijkbare doelstelling hebben. De NVDO neemt deze aanbeveling van harte over en trekt dan ook gezamenlijk op in de vraagstukken rondom Duurzame Huisvesting, Veilig Werken en Conditiemeting. In enkele gevallen wordt daarbij samengewerkt met de lagere overheden, zoals gemeenten en waterschappen. In
andere gevallen wordt samengewerkt met bijvoorbeeld Rijkswaterstaat of de Rijksgebouwendienst.
Samenwerking Citaat: De NVDO kan een belangrijke rol vervullen als promotor van samenwerking. Speerpunt van de vereniging is samenwerken met anderen. Zo is in vervolg op het NVDO Onderhoudskompas 2010 de samenwerking met het ING Economisch Bureau geconcretiseerd. Samenwerking uit zich ook in de twee jaar durende Safety Campagne, waarin naast TNO diverse andere branchegenoten participeren. Daarnaast is de NVDO deelnemer in het brede overleg ten aanzien van de veiligheid bij BRZO-bedrijven en is daartoe een afstudeeropdracht geformuleerd. Er is nauwe samenwerking met diverse collega-verenigingen, soms op evenementniveau, soms op strategisch niveau. Samenwerking tussen Kringen en Secties wordt gestimuleerd en onderlinge samenwerking tussen leden wordt gefaciliteerd middels zogenaamde Ronde Tafel Meetings. Maar ook intern binnen de vereniging is de aanbeveling in het NVDO Onderhoudskompas overgenomen. Zo is voorzichtig begonnen met cross-sectierale samenwerking. Een mooi voorbeeld daarvan is de ontbijtsessie waarin de Sectie Onroerend Goed leerde van de Procesindustrie. Een ander mooi voorbeeld is het drieluik ‘Ketenintegratie’ waarin Infra van de Procesindustrie leert en andersom.
Coördineren samenwerking onderhoudspartijen Citaat: Door toenemende druk op de infrastructurele capaciteit en beschikbaarheid, wordt samenwerking t.b.v. de planning en uitvoering van beheer en onderhoud steeds belangrijker.
VERANTWOORDING NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2011
00b_voorwoord.indd 9
9
20-11-12 09:48
De NVDO is de verbindende schakel tussen de verschillende bedrijven. De vereniging treedt in deze op de voorgrond middels het in kaart brengen van kengetallen, trends en ontwikkelingen. Dat doet zij middels het Onderhoudskompas en/of het formuleren van visie, al dan niet gepubliceerd in Visiedocumenten. De NVDO heeft een faciliterende functie in het samenbrengen van bedrijven in dezelfde branche en het samenbrengen van bedrijven
uit verschillende branches. Daarbij vormt de NVDO middels haar Kring-, Sectie- en landelijke bijeenkomsten de verbindende schakel in het uitwisselen van kennis en ervaring. De NVDO zet zich in als het gaat om wet- en regelgeving door te participeren in verschillenden NEN-commissies. In 2011 was de NVDO medeoprichter van het platform IB (inspectiebranche) en de speciale website uitvraag.nl
10 VERANTWOORDING NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2011
00b_voorwoord.indd 10
20-11-12 09:49
Het Kompas
De belangrijkste trends & ontwikkelingen en feiten & cijfers van de Nederlandse onderhoudsmarkt
HET KOMPAS
01_kompas.indd 11
11
20-11-12 09:50
1. Het Kompas – de Nederlandse onderhoudssector anno 2012 Trends binnen de Nederlandse onderhoudssector Het werk en de omgeving van een Nederlandse onderhoudsprofessional verandert continu. Ook dit jaar brengt de NVDO deze veranderende omgeving van de onderhoudssector in kaart. Tabel 1 geeft een overzicht van de tien belangrijkste trends die op de Nederlandse onderhoudsmarkt afkomen. In de tabel is met pijlen aangegeven of de trend qua relevantie, in vergelijking met vorig jaar, is toegenomen, afgenomen of gelijk is gebleven. Dit is gebaseerd op de waarde die de onderhoudsprofessional geeft aan de trend.
1. Schaarste aan technisch geschoold personeel l Evenals voorgaande jaren blijkt ook dit jaar de groeiende schaarste aan personeel de grootste zorg van onderhoudsbedrijven. De schaarste wordt enerzijds veroorzaakt door het afvloeien van een groot aantal werknemers door de vergrijzing. Anderzijds leidt de afnemende belangstelling van jongeren voor technische beroepen tot een lagere instroom van onderhoudstalenten.
De tien belangrijkste trends binnen de onderhoudssector anno 2012 Plaats 2012 (2011)
l
l
l l l
l
l
Schaarste aan technisch geschoold personeel Behoefte aan uitbesteding Afhankelijkheid van technologie en kennis Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance Invloed van aandeelhouders en financiers Verandering in arbeidscultuur Juridisering van de maatschappij Invloed van conjuncturele ontwikkelingen Aandacht voor de prijs en beschikbaarheid van energie Aandacht voor duurzaamheid
l
(1) (3) (2) (5) (-) (6) (9) (7) (-) (10)
l
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
l
l
Legenda: In belang toegenomen In belang afgenomen Gelijk gewaardeerd l
l
Tabel 1: De top tien van trends binnen de onderhoudssector anno 2012
12
HET KOMPAS
01_kompas.indd 12
20-11-12 09:50
Het is voor onderhoudsbedrijven van belang de nu aanwezige kennis goed te borgen en over te dragen aan de nieuwe generatie. Tussen 2000 en 2011 is de gemiddelde leeftijd van de beroepsbevolking gestegen van 38,3 naar 41,2 jaar.1 Van de werkzame beroepsbevolking nam het aantal mensen onder de 35 jaar af met een half miljoen. Tegelijkertijd verdubbelde het aantal werkzame personen tussen 55 en 65 jaar van 534.000 naar 1,1 miljoen.2
2. Behoefte aan uitbesteding
l
Een kleinere en oudere beroepsbevolking heeft ook gevolgen voor de aanwas van nieuw onderhoudstalent. Sterker nog; dan zal de technische sector moeten concurreren met andere vakgebieden om de gunst van jongeren. De afnemende belangstelling van deze jongeren voor technische beroepen heeft in de afgelopen jaren geleid tot een daling van het aantal bèta- en techniekstudenten. Het kabinet heeft het bedrijfsleven via de negen topsectoren gevraagd om een masterplan Bèta en Technologie op te stellen. De aanpak van het kabinet bestaat uit zes stappen en bouwt voort op de plannen van de topsectoren om talent aan zich te binden. Voor de realisatie dienen de topsectoren, het onderwijs en de overheid zich de komende tien jaar te verplichten tot de uitvoering van het plan.
Hoewel de Suto benchmark naar voren bracht dat het Nederlandse bedrijfsleven er de afgelopen decennia steeds in geslaagd is meer met minder mensen te produceren, blijkt er nog een geweldig verbeterpotentieel aanwezig. Op macro-economisch perspectief lag altijd de focus op het uitbouwen van het BNP, momenteel circa 260 miljard euro. Als echter alle bedrijven de productiviteit van onderhoudsmonteurs op het gemiddelde van de benchmark zouden brengen, dan zouden personeelskosten met 20 procent verlagen. Voor kengetallen omtrent uitbesteding in de Nederlandse onderhoudsmarkt, zie het hoofdstuk feiten en cijfers van de Nederlandse onderhoudsmarkt.
3. Afhankelijkheid van technologie en kennis
l
In 2012 wordt de trend ‘behoefte aan uitbesteding’ wederom belangrijker gewaardeerd door de onderhoudsprofessional dan vorig jaar. De afgelopen drie jaar heeft de NVDO Sectie Uitbesteden en Toeleveren van Onderhoud (Suto) in drie stappen het concurrentie- en innovatievermogen van
de Nederlandse industrie onderzocht. Dit onderzoek sluit aan op het NVDO Onderhoudskompas welke per sector de toekomstvisie hiervan weergeeft. Uit het eerste deel van het onderzoek kwam naar voren dat de strategie die bedrijven hanteren, steeds sterker afhangt van de economische omgeving waarin deze opereren. In dit kader blijken onderhoudsorganisaties steeds meer prijs-, proces- danwel innovatiegedreven te opereren. Uit de maturityscan van het onderzoek blijkt dat bedrijven uit verschillende sectoren op verschillende competenties inzetten om hun toekomstperspectief zeker te stellen.3
Ontwikkelingen op het vlak van automatisering en informatietechnologie beïnvloeden het onderhoudswerk sterk. Ze kunnen bijdragen aan een hogere arbeidsproductiviteit, Hands on Tool Time en aan het
HET KOMPAS
01_kompas.indd 13
13
20-11-12 09:50
Toenemende automatisering verandert de kwalificatie-eisen die aan de onderhoudsprofessional worden gesteld. Het integreren en verbinden van de verschillende beheer- en regelsystemen is onderdeel van deze ontwikkeling. Van de kleinste sensor tot de grootste datasystemen; alle onderdelen moeten met elkaar in verbinding staan. Gevraagde kwalificaties van onderhoudspersoneel veranderen door deze ontwikkeling. Steeds vaker is voor onderhoud aan installaties verregaande IT-kennis vereist, hetgeen de aantrekkingskracht voor jongeren vergroot. Redenen voor de afname van het belang van deze trend voor de onderhoudsprofessionals kunnen gevonden worden in een eventuele afname van de kennisintensivering of het verplaatsen van de meest kennisintensieve processen uit Nederland.
l
4. Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance Wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteit, veiligheid, energiegebruik en afvalverwerking is de afgelopen jaren steeds verder aangescherpt en het einde van deze ontwikkeling is nog niet in zicht. De ontwikkeling van (nieuwe) regelgeving en normenkaders heeft grote gevolgen voor de onderhoudssector in termen van producten, diensten
14
en werkprocessen. ‘Fouten’ zijn steeds minder toelaatbaar en de onderhoudsprofessional moet van alle veiligheidsprocedures en –wetten op de hoogte zijn. Daarnaast is het van belang transparant te communiceren over compliance, binnen en tussen de bedrijven in de keten richting zowel afnemers, samenwerkingspartners als overige stakeholders. Tevens is een trend zichtbaar waarbij het toezicht op de aangescherpte regelgeving verplaatst van extern naar intern. Deze ontwikkeling staat naast andere relevante ontwikkelingen centraal in het Visiedocument ‘Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020’, welke verderop in dit NVDO Onderhoudskompas 2012 te vinden is. Voor veel asset owners zijn certificaten een geschikt middel om zich ervan te verzekeren dat de toeleverancier of dienstverlener de wetten en regels op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieu naleeft. Deze kwalificaties zijn voor partijen een eis om zaken te kunnen doen. Het is dus voor onderhoudsbedrijven noodzakelijk om de benodigde stappen te ondernemen om aan alle certificeringnormen te voldoen.
5. Invloed van aandeelhouders en financiers
l
verlichten van de schaarste aan technisch personeel. Daarnaast bieden deze systemen een schat aan data, op basis waarvan toestandsafhankelijk onderhoud mogelijk wordt gemaakt en onderhoud nauwkeuriger kan worden gepland. Hiertegenover staat wel de toenemende afhankelijkheid van gespecialiseerde medewerkers.
Binnen veel organisaties oefenen aandeelhouders en financiers een groeiende invloed uit op de bedrijfsvoering en de strategische beslissingen die in het kader hiervan worden genomen. De focus ligt hierdoor sterker op winst en het behalen van rendement. De hoogte en locatie van investeringen wordt hier direct door beïnvloed. Onderhoud kampt nog vaak met het ‘kosten-imago’.
HET KOMPAS
01_kompas.indd 14
20-11-12 09:50
Met een duidelijke business case kan het belang van onderhoud, of de kosten van het uitstellen ervan, helder worden weergegeven.
Het wordt belangrijker de bijdrage van onderhoud aan winst en bedrijfscontinuĂŻteit aan te tonen. Uit de praktijk:
Onderhoud van de banen op ’s lands grootste luchthaven staat altijd onder druk. Het vliegverkeer is intensief, de geluidsnormen streng, het weer onvoorspelbaar en de veiligheid cruciaal. Preventief baanonderhoud komt eigenlijk nooit uit. Maar toch is het gelukt door onderhoud
in kleine stukjes te knippen. Op basis van inventarisatie werd het idee verder uitgewerkt: elke periode van twee tot vier uur dat een baan om wat voor reden buiten gebruik was, werd geturfd. De uitkomst was opvallend. De uitkomst gaf kansen die de conventionele onderhoudsmethode een nieuw elan gaven waarbij normaal onderhoud gecomprimeerd en gefragmenteerd werd in een heleboel kleine stukjes. Naast rekening te houden met wind en vliegbewegingen, moest ook rekening gehouden worden met het effect van temperatuur op bijvoorbeeld asfalt of kunststofcoatings. Standaardisering van werkmethodieken was absolute noodzaak en vooral als het gaat om veiligheidsmaatregelen. Het spreekt voor zich dat
HET KOMPAS
01_kompas.indd 15
15
20-11-12 09:50
in de gehele traject de toeleveranciers nauw betrokken zijn geweest. Het gehele concept prikkelt tot innovatief denken. Met het nooit meer buiten gebruik stellen van start- en landingsbanen, leidt deze onderhouds-methodiek tot de verhoging van commerciële vlieguren.
6. Verandering in arbeidscultuur l
Onderhoudsorganisaties, in het bijzonder dienstverleners, moeten steeds meer aandacht besteden aan het managen van risico’s en aansprakelijkheid. Op het moment dat er fouten worden gemaakt schromen burgers en bedrijven niet de gang naar de rechter te maken. Binnen de onderhoudssector betekent dit dat de onderhoudspartij steeds vaker juridisch aansprakelijk wordt gesteld wanneer een geleverde dienst niet voldoet. Om deze risico’s af te dekken en de aansprakelijkheid zo helder mogelijk te bepalen, worden onderhoudscontracten
16
8. Invloed van conjuncturele ontwikkelingen
l
7. Juridisering maatschappij
l
De arbeidscultuur binnen de onderhoudssector verandert als gevolg van verschillende ontwikkelingen. Om dit te faciliteren, geven steeds meer organisaties een invulling aan het Nieuwe Werken. De nieuwe generatie werknemers is meer gericht op zelfontplooiing en -ontwikkeling gedurende hun carrière dan de huidige generatie. Parttime werken wordt steeds belangrijker, waarbij het welvaartsniveau ook een rol speelt. Daarnaast is de diversiteit van de culturele achtergronden van onderhoudswerknemers sterk toegenomen. Tenslotte hebben werknemers minder behoefte aan een dienstverband voor het leven, maar willen zij graag keuzevrijheid en zelfstandigheid. Het groeiende aantal zelfstandigen past ook in deze ontwikkeling.
steeds gedetailleerder vormgegeven. Daarnaast kennen aanbestedingen van onderhoud, bijvoorbeeld in de infrasector, in toenemende mate een juridische component. Bedrijven werkzaam in de onderhoudssector dienen steeds meer juridische kennis in huis te hebben om hier goed mee om te kunnen gaan. Een grote driver van deze ontwikkeling is te vinden in de (sociale) media die een steeds belangrijkere positie inneemt in de maatschappij. Door de commercialisering van de journalistiek en de razendsnelle opkomst van (sociale) media liggen organisaties en hun bestuurders steeds vaker onder vuur. Er hebben zich recentelijk een aantal voorbeelden van incidenten voorgedaan bij organisaties, waarbij de rol van de massamedia in de presentatie van de affaires van beslissende invloed zijn geweest. De media nemen steeds vaker de taak van sociale sturing over. Het implementeren van een (sociale) media-strategie kan de organisatie voordelen opleveren op het gebied van reputatie, het aantrekken van geschikt personeel en marketing.
De huidige economische situatie heeft zijn weerslag op de onderhoudsbranche. De mate van en de manier waarop verschillen per sector. Een groot deel van de asset owners moet kosten besparen en het onderhoudsbudget zal hierbij niet worden overgeslagen. Tegelijkertijd is er weinig geld beschikbaar voor investeringen in het vervangen van bestaande installaties. Hierdoor neemt het belang van beheer en onderhoud alleen maar toe en zal er in het bijzonder veel aandacht zijn voor levensduurverlengend onderhoud. Daarnaast zullen er sectoren zijn die minder worden geraakt door
HET KOMPAS
01_kompas.indd 16
20-11-12 09:50
9. Aandacht voor de prijs en beschikbaarheid van energie
l
economische tegenslag, bijvoorbeeld Food, Beverage & Farma of sectoren waarin de afgelopen jaren bewust anti-cyclisch werd geïnvesteerd, zoals de infrasector. Wanneer de bijdrage van het onderhoud in het bedrijfsresultaat duidelijk kan worden gemaakt, zal dit een positieve bedrage leveren aan de onderhoudsomvang.
Energie is de motor van de economie en de toenemende aandacht voor prijs en beschikbaarheid is merkbaar in de hele maatschappij. De industrie is per definitie energie-intensief en wordt daardoor sterk beïnvloed door het energievraagstuk. Zo is energiezuinigheid een belangrijk criterium bij aanbestedingen van onderhoudswerk.
Het voortdurend stijgen van de olieprijzen en schommelingen in de leveringszekerheid hebben ook directe gevolgen voor de kosten van onderhoud. Met het ontwikkelen van efficiënte onderhoudsmethodieken, bijvoorbeeld onderhoud op afstand en online monitoring, worden zowel de afhankelijkheid van energie, als de prijs die wordt betaald voor energie gereduceerd. Een hoger rendement uit energiekosten halen; ook dat valt onder de verbetering van de energievoorziening. Een bekend voorbeeld waarbij onderhoud een groot effect heeft op de energie-efficiency is onderhoud aan persluchtinstallaties. Ongemerkt kunnen lekken ontstaan in de persluchtinstallatie waardoor compressoren vaker aan zullen slaan om het systeem op druk te houden. Opsporen, verhelpen en voorkomen van
HET KOMPAS
01_kompas.indd 17
17
20-11-12 09:50
lekkages zorgt in sommige gevallen voor een besparing van tientallen procenten op de energiekosten voor perslucht. Het kabinet speelt op deze trend in doordat het energie als een van de negen topsectoren heeft aangewezen. In het innovatiecontract is voor 2020 een aantal concrete doelen afgestemd op het gebied van gereduceerde CO2-uitstoot, gebruik van hernieuwbare energie en energiebesparing. Er zijn zeven deelthema’s geïdentificeerd, voorbeelden hiervan zijn energiebesparing in de gebouwde omgeving en in de industrie en bio-energie.
10. Aandacht voor duurzaamheid l Ondanks de economisch ongunstige tijden staat duurzaamheid nog steeds op de agenda. Meer bedrijven, ook die in de onderhoudssector, integreren aandacht voor duurzaam ondernemen in hun bedrijfsvoering. Structureel worden de ecologische footprint, de CO2-uitstoot of het energie- of waterverbruik verminderd. De aandacht voor duurzaamheid komt grotendeels voort uit kostenbesparing en in mindere mate uit milieuoverwegingen. Met de stijgende grondstofprijzen wordt het financieel interessant om het gebruik te verminderen.
Binnen contracten en processen worden prestatieafspraken gemaakt over bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk van het onderhoud. Ook onderhoudsbedrijven richten zich op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zij worden hierin deels gestuurd door opdrachtgevers die steeds meer eisen stellen aan de verduurzaming van onderhoudsprocessen. Efficiënte onderhoudsmethoden en een helder beleid voor het verwerken van afval zijn voorbeelden van eisen waaraan onderhoudsbedrijven moeten voldoen om een opdracht binnen te halen. Daarnaast wordt binnen bestaande contracten en processen steeds sterker gestuurd op duurzaamheid en worden prestatieafspraken gemaakt over bijvoorbeeld het energieverbruik bij het uitvoeren van onderhoud. Deze ontwikkeling staat centraal in het Visiedocument ‘Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020’.
1 Bron: CBS Statline (februari 2012), tabel ‘Werkzame beroepsbevolking; vergrijzing per bedrijfstak SBI ’93’. 2 Bron: CBS Statline (april 2012), tabel ‘Beroepsbevolking; geslacht en leeftijd’. 3 NVDO (2012), Survey Sectie Uitbesteden en Toeleveren van Onderhoud.
18
HET KOMPAS
01_kompas.indd 18
20-11-12 09:50
2. Feiten en cijfers van de Nederlandse onderhoudsmarkt Hoe doorstaat de onderhoudsmarkt de zware economische tijden? Krimpt de sector en welke gevolgen heeft dit voor de profielen van de mensen die in het onderhoud werken? Met het Onderhoudskompas wil de NVDO deze vragen, en meer, behandelen en de antwoorden onderbouwen met feiten en cijfers. Omdat de Nederlandse onderhoudsmarkt horizontaal door de verschillende sectoren heen loopt, zijn kengetallen over de breedte van de industrie vrijwel niet beschikbaar. Toch is deze cijfermatige informatie onmisbaar voor het onderstrepen van het belang van de onderhoudssector. In samenwerking met het ING Economisch Bureau zijn de belangrijkste kengetallen in kaart gebracht door gegevens per sector te analyseren en samen te voegen. De omzet- en werkgelegenheidscijfers zijn ten opzichte van vorig jaar vrijwel ongewij-
zigd. Ook geeft deze derde editie van het NVDO Onderhoudskompas voor de andere kengetallen een voorzichtig beeld van de ontwikkeling die uit het onderzoek over de jaren 2010, 2011 en 2012 kan worden geconstateerd.
In dit gedeelte van het NVDO Onderhoudskompas, genaamd ‘Het Kompas’, worden de belangrijkste feiten en cijfers van de Nederlandse onderhoudssector in kaart gebracht. In ‘Het Kompas’ worden vier rollen onderscheiden: de asset owners, de dienstverleners, de adviseurs en de toeleveranciers. Een aantal kengetallen is uitgesplitst naar deze rolverdeling en geeft hiermee inzicht in meer bedrijfsspecifieke ontwikkelingen.
FEITEN & CIJFERS
02_F&C.indd 19
19
20-11-12 09:55
Omvang en werkgelegenheid
Benadering van omvang
(in miljarden euro’s) • De Nederlandse onderhoudsmarkt heeft een omvang van tussen de 30 en 35 milProcesindustrie 8,3 jard euro.1 Dit is ongeveer 4 procent van Infra 5,9 het Bruto Binnenlands Product (BBP). Onroerend goed 5,9 • De procesindustrie heeft het grootste aanManufacturing 4,5 deel, Fleet, Food, Beverage en Farma zijn Fleet 3,0 Food, Beverage & Farma 2,9 qua omvang de kleinste sectoren. Totaal 30,5 miljard euro • De totale sector biedt werkgelegenheid aan zo’n 260.000 tot 300.000 onderhoudsprofessionals. Daarmee is ongeveer 4 procent van de werkzame bevolking in Nederland Tabel 2: Benadering van de omvang van de Nederlandse onderhoudssector actief in de onderhoudssector.
Groei onderhoudsmarkt • Evenals voorgaande jaren verwacht meer dende groeiende vraag, vanuit de opkomende dan 70 procent van de bedrijven dat de Neeconomieën, naar productie(capaciteit) in derlandse onderhoudsmarkt in de komende deze sector kan hier een belangrijke reden jaren zal groeien. voor zijn. • Ten opzichte van voorgaande jaren is het aan- • Van de sector Onroerend Goed wordt duidetal bedrijven dat groei verwacht wel afgeno- lijk minder groei verwacht dan in voorgaande men van 79 procent in 2010 en 2011 tot 73 jaren, zoals te zien is in tabel 3. Het ING Ecoprocent in 2012. Het ongunstige economische nomisch Bureau verwachtte voor 2012 een klimaat zal hierbij van invloed zijn. krimp van de bouwproductie van 2 procent. • Procesindustrie is de sector waarin opnieuw Voornaamste reden is de vastgelopen woningde meeste groei wordt verwacht. De aanhou- markt.
Totaal Totaal 2010 2011
Procesindustrie 36% 33% Infra 24% 21% Onroerend Goed 21% 20% Food, Beverage & Farma nvt 15% Manufacturing 15% 8% Fleet 4% 3%
Totaal Adviseur Asset Dienst 2012 owner verlener
Toeleverancier
37% 27% 43% 45% 43% 22% 30% 16% 17% 29% 16% 23% 16% 10% 0% 13% 14% 7% 21% 0% 8% 5% 14% 5% 14% 4% 2% 5% 2% 14%
Tabel 3: Verwachte groei per perspectief in de verschillende onderhoudssectoren
20
02_F&C.indd 20
FEITEN & CIJFERS
20-11-12 09:55
Opleiding • Het overgrote deel van de werknemers binnen de onderhoudssector is technisch geschoold. • Een mbo-profiel komt het meest voor, waarbij de meeste onderhoudsprofessionals een mbo-opleiding op niveau 3, 4 hebben gevolgd. • Vmbo- en wo-profielen komen het minst voor. • Hbo’ers en wo’ers zijn voornamelijk werkzaam Fig. 1: Verdeling opleidingsniveau bij adviseurs, terwijl mbo’ers met niveau 3 en 4 sterk vertegenwoordigd zijn bij de asset owners.
Fig. 2: Gemiddeld opleidingsniveau
Binden van personeel • 30 procent van de onderhoudsbedrijven ver- jaar. Ook meisjes tonen zich steeds enthouwacht in de toekomst problemen met het siaster voor techniek. Bij de TU Eindhoven vinden van voldoende technisch geschoold steeg het aantal vrouwelijke inschrijvingen personeel. met 37 procent. Een eventuele subsidie voor • Dit is minder dan voorgaande jaren, toen technische studies zal deze trend voortzetten. dit ongeveer 35 procent was. • De meeste problemen worden verwacht op mbo niveau 3 en 4 en op hbo-niveau, zoals te zien is in figuur 3. • De achterliggende reden voor de afname van verwachte problemen, zou kunnen zijn dat de vraag naar technisch geschoold personeel in de nabije toekomst af zal nemen, ingegeven door een ongunstig economisch klimaat. Tegelijkertijd groeien technische studies in Nederland in populariteit. Bij de drie techni- Fig. 3: Het niveau waarop bedrijven problemen verwachten met het binden van personeel sche universiteiten hebben zich voor komend jaar meer studenten ingeschreven dan vorig
FEITEN & CIJFERS
02_F&C.indd 21
21
20-11-12 09:55
Kwalificatie-eisen personeel • Iets meer dan de helft van de onderhoudspartijen verwacht dat de kwalificatie-eisen voor technisch geschoold personeel in de komende jaren zullen veranderen. • Hiervoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen, zoals de toenemende complexiteit
van installaties, maar ook een veranderend dienstenaanbod van de onderhoudsbedrijven, waarbij data-analyse en communicatie een steeds grotere rol spelen.
Samenwerking • Om de problemen op de technische arbeids- onderhoudspartijen aan open te staan voor markt het hoofd te bieden staat 34 procent samenwerking met onderwijsinstellingen van de bedrijven open voor samenwerking en kenniscentra om de aansluiting tussen met collega-bedrijven. het onderwijs en het bedrijfsleven te verbe• Dit aantal is ten opzichte van 2010 en 2011 teren. gedaald, toen respectievelijk 49 procent en • Wel is er opnieuw sprake van een daling in 44 procent van de bedrijven openstond voor het aantal onderhoudspartijen dat opensamenwerking. staat voor deze samenwerking, aangezien • Ondanks de aanhoudende economische in 2010 en 2011 nog respectievelijk 89 en crisis geeft nog ruim 80 procent van de 84 procent hiervoor openstond.
Stageplaatsen • Evenals voorgaande jaren bieden asset • Studenten worden bij het vinden van een owners en dienstverleners de meeste stage- stage vaak ondersteund vanuit de opleiding. plaatsen aan en adviseurs relatief minder. Daarnaast zijn er bemiddelingsbureaus die • Het aantal bedrijven dat geen enkele stage- zich specifiek richten op stages in de techniplaats aanbiedt, is in 2012 afgenomen. In sche sector. Door het reeds bestaande gebrek 2011 had bijna de helft van de adviseurs aan personeel is het voor bedrijven soms lasgeen stagiaires, terwijl dit nu nog voor 30 tig om genoeg tijd en personeel vrij te maken procent geldt. voor de begeleiding van de student. • Het is waarschijnlijk dat deze groep verant- • De overheid stimuleert een leven lang leren, woordelijk is voor de stijging van het aantal ook op de werkvloer. De Rijksoverheid heeft bedrijven dat één stageplaats aanbiedt. De in 2010 25 miljoen euro meer uitgegeven groep onderhoudspartijen die ruimte biedt aan subsidies en fiscale regelingen voor aan vijf of meer stagiaires is gelijk gebleven. bedrijven die leerwerkplekken en stage-
22
02_F&C.indd 22
FEITEN & CIJFERS
20-11-12 09:55
plaatsen beschikbaar stellen, in totaal 489 miljoen euro. Daarnaast verstrekt de overheid studiefinanciering en tegemoetkomingen in de schoolkosten. • De NVDO verwacht de ontwikkeling omtrent het belang van stages en praktijkervaring in het NVDO Onderhoudskompas 2013 op te nemen. Fig. 4: Gemiddeld aantal aangeboden stageplaatsen per bedrijf per jaar
Leeftijdsopbouw • De gemiddelde leeftijd van werknemers in de onderhoudssector ligt nog steeds tussen de 35 en 55 jaar. Zoals weergegeven in figuur 5 is 45 procent 45 jaar of ouder. • Met name asset owners en toeleveranciers hebben moeite jong personeel aan zich te binden. Dienstverleners hebben rela- Fig. 5: Gemiddelde leeftijd medewerkers onderhoudsbedrijven tief jonge werknemers, terwijl adviseurs werknemers van alle leeftijdscategorieën in dienst hebben.
Fig. 6: Leeftijdsopbouw
Vrouwelijke werknemers • Er zijn nog steeds veel minder vrouwen dan mannen werkzaam in de onderhoudssector. Een derde van de onderhoudsbedrijven heeft minder dan 5 procent vrouwen in dienst en 16 procent heeft helemaal geen vrouwelijke werknemers. • Ten opzichte van voorgaande jaren treedt hierin weinig verandering op. Fig. 7: Percentage vrouwelijke medewerkers
FEITEN & CIJFERS
02_F&C.indd 23
23
20-11-12 09:55
Arbeidsmigranten • Het aandeel arbeidsmigranten blijft grotendeels stabiel en neemt bij sommige bedrijven af. • Ruim de helft van de onderhoudspartijen maakt geen gebruik van arbeidsmigranten. Fig. 8: Percentage arbeidsmigranten in technische functies
Allochtone medewerkers • Allochtone Nederlanders hebben een ster- • Bij dienstverleners en toeleveranciers is het kere aanwezigheid dan arbeidsmigranten; aandeel allochtone Nederlanders relatief bij een kwart van de onderhoudsbedrijven groter dan bij asset owners en adviseurs. vervullen ze meer dan 10 procent van de technische functies. • Een derde van de onderhoudspartijen geeft aan helemaal geen allochtone Nederlanders in dienst te hebben. Daar staat tegenover dat 11 procent van de onderhoudspartijen, voornamelijk adviseurs, meer dan 75 procent van de technische functies vervult met allochtone Nederlanders. Fig. 9: Percentage allochtone Nederlanders in technische functies
Flexibele arbeidskrachten • De inzet van flexibele arbeidskrachten blijft in vergelijking met voorgaande jaren stabiel. 35 procent van de onderhoudsbedrijven geeft aan meer dan 10 procent van de technische functies te vervullen met flexibele arbeidskrachten. • Hierbij wordt ongeveer evenveel gebruik gemaakt van de verschillende typen flexi- Fig. 10: Percentage flexibele arbeidskrachten bele arbeidskrachten, namelijk werknemers met een tijdelijk contract, uitzendkrachten Het aantal tijdelijke contracten is in en zelfstandigen. de afgelopen jaren licht afgenomen • Het aandeel tijdelijke contracten is in de ten gunste van de uitzendkrachten en afgelopen jaren licht afgenomen ten gunste zelfstandigen. van uitzendkrachten en zelfstandigen.
24
02_F&C.indd 24
FEITEN & CIJFERS
20-11-12 09:55
Het Nieuwe Werken • Sinds 2010 is er een lichte stijging te zien van het aantal onderhoudsbedrijven dat gebruik maakt van flexibele werkvormen. • Dit heeft zowel betrekking op het zogenaamde flexwerken als op parttime werken of een combinatie hiervan. • Desondanks geeft nog steeds 38 procent van de bedrijven aan helemaal geen gebruik Fig. 11: Percentuele verdeling gebruik flexibele werkvormen te maken van flex- en/of parttime werken, bijvoorbeeld omdat het productieproces dit niet zou toestaan.
Arbeidsproductiviteit (Arbeidsproductiviteit wordt hier berekend (HoTT). Met het meten van de Hands on op basis van het aantal facturabele uren als Tool Time wordt inzicht verkregen in de percentage van het aantal totaal beschiktijdsbesteding van onderhoudsmonteurs. bare uren.) De afgelopen jaren is de HoTT verbeterd, • Bij 59 procent van de onderhoudsbedrijven van 42 procent in 2008 naar 49 procent in ligt de arbeidsproductiviteit hoger dan 75 2011.2 procent. • Ten opzichte van voorgaande jaren is hier een lichte verbetering zichtbaar. • Opnieuw laten bedrijven waar een focus ligt op het verantwoorden van de gewerkte uren, zoals adviseurs en dienstverleners, een hogere arbeidsproductiviteit zien dan asset owners en toeleveranciers. • Een begrip dat vaak wordt gebruikt in de Fig. 12: Arbeidsproductiviteit in de onderhoudssector onderhoudsmarkt, als het arbeidsproductiviteit betreft, is de Hands on Tool Time
FEITEN & CIJFERS
02_F&C.indd 25
25
20-11-12 09:55
Ziekteverzuim • Ziekteverzuim heeft een negatief effect op de gemiddelde arbeidsproductiviteit. • Iets minder dan de helft van de organisaties heeft een ziekteverzuim van 3 procent of minder, hetgeen vergelijkbaar is met 2011. • Het aantal bedrijven met meer dan 7 procent ziekteverzuim is ten opzichte van voorgaande jaren wel licht gestegen. Fig. 13: Ziekteverzuim bij onderhoudsbedrijven
Uitbesteding • Hoewel de uitbestedingcijfers binnen de • Uit onderzoek blijkt dat de vijf meest uitbeNederlandse onderhoudssector van subsec- stede activiteiten ICT, (Industrieel) Ondertor tot subsector sterk verschillen, ligt het houd, Afvalbeheer, Telecommunicatie en gemiddelde uitbestedingspercentage in de Logistiek zijn. Als topic staat Risicomanagesector rond de 55 procent.3 ment het hoogst op de agenda bij supply • De verwachting is dat dit percentage stijgt, chain, met name in de retail en industrie is vooral in andere sectoren dan Procesindus dit zichtbaar. trie, waar het uitbestedingspatroon stabiliseert rond de 70 procent.
1 Zie bijlage 2 voor meer achtergrond bij deze benadering. 2 Profion benchmark Hands on Tooltime 2011. 3 NVDO (2012), Survey Sectie Uitbesteden en Toeleveren van Onderhoud.
26
02_F&C.indd 26
FEITEN & CIJFERS
20-11-12 09:55
3. Conclusie feiten en cijfers van de Nederlandse onderhoudssector De vergrijzing en ontgroening zorgen voor problemen op de technische arbeidsmarkt. De feiten en cijfers van deze editie van het NVDO Onderhoudskompas onderstrepen deze huidige situatie. Maar liefst 45 procent van de werknemers in de Nederlandse onderhoudssector is 45 jaar of ouder en slechts 8 procent is jonger dan 35 jaar. Iets minder dan een derde van de onderhoudsbedrijven verwacht problemen in de toekomst met het binden van voldoende geschikt personeel. Dit percentage is ten opzichte van vorige jaren echter wel afgenomen. De meeste problemen worden, zoals eerder vermeld, verwacht op mbo-niveau 3 en 4 en op hbo-niveau. Op het gebied van diversiteit is er nog een slag te winnen voor de Nederlandse onderhoudssector. Het aandeel vrouwelijke medewerkers blijft laag; 16 procent van de onderhoudsbedrijven heeft helemaal geen vrouwelijke werknemers en een derde heeft minder dan 5 procent vrouwen in dienst. Ook het aantal arbeidsmigranten en allochtone Nederlanders die werkzaam zijn binnen de sector is vrijwel stabiel gebleven in de afgelopen drie jaar. De Nederlandse onderhoudsmarkt blijft een interessante groeisector; ondanks een lichte daling ten opzichte van vorige jaren, verwacht nog steeds 73 procent dat deze sector de komende jaren zal groeien. Een voorwaarde voor deze groei is het vinden, binden en boeien van geschikt technisch personeel. Een mogelijkheid om dit te doen is door het faciliteren van het Nieuwe Werken en/of parttime werken. Steeds meer onderhoudsbedrijven pakken dit op; er is dan ook een stijging te zien in het gebruik hiervan. Er blijft uiteraard een gedeelte van de sector waarvoor geldt dat het lastig is om de flexibiliteit te verhogen, omdat het productieproces dit niet altijd toestaat. Een andere oplossing kan worden gevonden in het inzetten van flexibele arbeidskrachten. Meer dan een derde van de onderhoudsbedrijven geeft aan meer dan 10 procent van de technische functies te vervullen met flexibele arbeidskrachten. Het aandeel tijdelijke contracten is in de afgelopen jaren licht afgenomen ten gunste van de uitzendkrachten en de zelfstandigen. Om succesvol te blijven zal de onderhoudssector moeten blijven investeren in opleiding en ontwikkeling van personeel. Dit is cruciaal om in te spelen op de snel veranderende kwalificatie-eisen, maar tevens om de concurrentie aan te gaan met andere sectoren die putten uit dezelfde kleine poel van technisch geschoold personeel. Een andere mogelijkheid is juist samenwerking met concurrenten alsmede kennisinstellingen om de aanwas van nieuw technisch talent te stimuleren. Sinds 2010 is er een afname van het aantal onderhoudspartijen dat openstaat voor een dergelijke samenwerking. Wellicht keren bedrijven zich in deze ongunstige economische tijden meer naar binnen. De NVDO bevordert openheid en samenwerking binnen de sector.
CONCLUSIE FEITEN EN CIJFERS VAN DE NEDERLANDSE ONDERHOUDSSECTOR
03_Conclusie.indd 27
27
20-11-12 09:59
4. Onderzoek ING Economisch Bureau Onlangs voerde het ING Economisch Bureau onderzoek uit onder 360 leden van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. Met deze peiling heeft het ING Economisch Bureau uit willen zoeken welke invloed de toestand van de economie heeft op het onderhoud aan de assets van het Neder-
landse bedrijfsleven. De verrassende conclusie was dat zowel in tijden van krimp als groei onderhoud vaak geen prioriteit krijgt. De toekomst ziet er echter rooskleurig uit, als het aan de onderhoudsbedrijven zelf ligt. Voor 2012 verwacht een meerderheid van de bedrijven een omzetstijging.
Ondernemers kiezen zowel in economisch goede als slechte tijden ervoor om onderhoud van assets uit te stellen. Uitstel van onderhoud gebeurt vaker bij onderhoud van onroerend goed dan bij andere kapitaalgoederen. Een verklaring is dat onderhoud aan het bedrijfspand niet direct het productieproces in gevaar brengt terwijl bij uitstel van
onderhoud aan machines of transportmiddelen dit risico wel bestaat. Het uitstellen van onderhoud kost bedrijven per saldo uiteindelijk wel extra geld. Steeds vaker wordt predictief onderhoud gepleegd waarbij onderdelen pas vervangen worden nadat de noodzaak hiervan uit meetresultaten blijkt en dus niet op basis van het aantal draaiuren.
Economische tegenwind De Nederlandse economie krimpt dit jaar door teruglopende binnenlandse bestedingen. Koopkrachtdalingen door oplopende werkloosheid en bezuinigingen zetten de consumptie onder druk. De economische problemen in de eurozone hebben ook hun uitwerking op de Nederlandse economie. De export biedt hierdoor onvoldoende tegenwicht omdat het bij veel handelspartners ook minder gaat. Bedrijfsinvesteringen staan daarbij onder druk door de lage economische groei. Voor 2012 verwacht ING Economisch Bureau een krimp van de Nederlandse economie van 0,6 procent en voor 2013 een beperkte groei van 0,2 procent.
28
Fig. 14 Productieontwikkeling sectoren (% j.o.j.), 2011-2013
Bron: CBS, Ramingen ING Economisch Bureau
ONDERZOEK ING ECONOMISCH BUREAU
04_feiten&cijfers.indd 28
20-11-12 10:01
Infra en onroerend goed laten grootste krimp zien Van de in dit onderzoek beschreven sectoren zijn het vooral de infra- en de onroerendgoedsector die onder druk staan (figuur 14). In beide sectoren verwachten we voor dit jaar een volumekrimp van meer dan 5 procent. Gemeenten moeten bezuinigen doordat zij minder inkomsten krijgen door een korting op het Gemeentefonds. Daarnaast vallen de opbrengsten uit het grondbedrijf tegen waardoor ook minder middelen beschikbaar zijn. Zij moeten hierdoor bezuinigen en snijden op hun budget (voor het onderhoud) van infrastructuur. De onroerendgoedmarkt gaat gebukt onder de vastgelopen woningmarkt waardoor minder nieuwbouwwoningen
gebouwd worden. De maakindustrie en de transportsector laten dit jaar naar verwachting een lichte krimp zien. De aanhoudende crisis in Europa en de effecten die dit heeft op de mondiale economie hebben ertoe geleid dat de groeimotor voor deze sectoren, de export, hapert. Ook de afkoeling van de Aziatische economie en de terugval in groei in de VS doen de industrie en transportsector geen goed. De foodindustrie is daarbij relatief ongevoelig voor economische tegenwind waardoor de productie in 2012 stabiel blijft. De procesindustrie liet in 2011 een kleine groei zien door een hoge energieproductie vanwege het toen relatief warme weer.
Economisch vertraging treft ook onderhoudsmarkt De economische tegenwind heeft ook zijn uitwerking op de onderhoudsmarkt. Doordat machines minder draaien, is er geringer onderhoud benodigd. Ook heeft het eigen personeel in bijvoorbeeld de maak- en procesindustrie het minder druk met de productie waardoor zij meer tijd zelf aan onderhoud besteden en in beperktere mate onderhoudsdiensten van externen hoeven in te huren. Daarnaast zorgt een economische crisis ervoor dat bedrijven moeten bezuinigen en ook noodgedwongen minder uitgeven aan onderhoud.
Fig. 15 Bedrijven stellen onderhoud uit als het economisch slecht gaat
Bron: NVDO
Procesindustrie en onroerend goed meest gevoelig voor recessie Uit een enquĂŞte onder leden van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) geeft van de ruim 360 respondenten bijna 60 procent aan dat bedrijven
inderdaad onderhoud uitstellen als het economisch minder gaat. Vooral in de onroerendgoedsector en de procesindustrie is dit percentage met bijna 70 procent hoog. Een
ONDERZOEK ING ECONOMISCH BUREAU
04_feiten&cijfers.indd 29
29
20-11-12 10:01
mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat uitstel van onderhoud op onroerend goed niet (direct) het productieproces van bedrijven in gevaar brengt waardoor bij bezuinigingen snel voor dit middel gekozen wordt. De grote mate van uitstel van onderhoud
in de procesindustrie kan verklaard worden doordat niet zo zeer op onderhoud wordt bezuinigd maar vooral wel op het aantal modificaties van machines. Door onderhoudsbedrijven wordt dit echter vaak ook gezien als onderhoudswerk.
Economische groei zorgt soms ook voor uitstel van onderhoud Ook economische hoogtijdagen kunnen een negatief effect hebben op de vraag naar onderhoudswerkzaamheden. Doordat er dan een tekort kan zijn aan kapitaalgoederen wordt het onderhoud hieraan uitgesteld, want het kost dan productie als machines worden stilgelegd. Over het algemeen is dit effect veel kleiner dan uitstel van onderhoud bij een recessie zoals hierboven beschreven. 20 procent van de respondenten geeft aan dat bedrijven onderhoud uitstellen als het economisch goed gaat (figuur 16). In de fleetsector is dit percentage het hoogst met bijna 30 procent. Binnen deze sector zijn de verschillen echter groot. Zo gaat een binnenvaartschip slechts ĂŠĂŠn keer in de vijf jaar voor groot onderhoud naar de werf.
30
Groot onderhoud bij trucks is daarentegen veel frequenter. Fig. 16 Bedrijven stellen onderhoud uit als het economisch goed gaat
Bron: NVDO
ONDERZOEK ING ECONOMISCH BUREAU
04_feiten&cijfers.indd 30
20-11-12 10:01
Uitstel leidt uiteindelijk tot extra kosten Het uitstellen van onderhoud wordt in een laagconjunctuur dus gedreven door kostenbesparingen, doordat kapitaalgoederen minder productie draaien en minder modificaties worden uitgevoerd. Tijdens hoogconjunctuur wordt onderhoud vooral uitgesteld doordat er vanwege hoge bezettingsgraad geen tijd voor is. Uit de enquête blijkt dat uitstel uiteindelijk leidt tot extra hoge kosten. Onderdelen kunnen bijvoorbeeld hersteld worden als er een onderhoudsbeurt op het juiste moment is, terwijl deze vervangen moeten worden bij het te lang uitstellen van onderhoud. Meer dan 80 procent van de geënquêteerden geeft dan ook aan dat
het uitstellen van onderhoud uiteindelijk per saldo geld kost (figuur 17). Fig. 17 Het uitstellen van onderhoud leidt uiteindelijk (per saldo) tot hogere onderhoudskosten
Bron: NVDO
Predictief onderhoud maakt onderhoudsmarkt minder conjunctuurgevoelig Steeds meer bedrijven stappen over van preventief op predictief onderhoud (condition monitoring). Er wordt daarbij geen onderhoud gepleegd op basis van het aantal draaiuren of op basis van een budget. Bij predictief onderhoud gaat het om ‘meten is
weten’. Onderdelen worden vervangen als uit metingen blijkt dat het daadwerkelijk aan vervanging toe is. Meetgegevens zijn hierbij essentieel. Vaak zijn er bij oudere machines nog weinig sensoren ingebouwd waardoor dit niet mogelijk is.
ONDERZOEK ING ECONOMISCH BUREAU
04_feiten&cijfers.indd 31
31
20-11-12 10:01
Meeste onderhoudsbedrijven verwachten omzetstijging in 2012 Voor 2012 verwacht een meerderheid van de onderhoudsbedrijven een omzetstijging. Vooral de verwachting bij bedrijven actief in de infra, fleet en food beverage and farma is hoog (figuur 18). Dit is opmerkelijk omdat het economisch klimaat in 2012 juist is verslechterd en dit dus juist tot minder onderhoud zou moeten leiden. Daarentegen hebben verschillende sectoren al een periode van krimp achter de rug waardoor onderhoud al enkele jaren is uitgesteld en deze latente vraag nu in ‘een periode dat het even wat rustiger is’ toch moet worden uitgevoerd.
Fig. 18 Verwachte omzetontwikkeling voor 2012 voor onderhoudsbedrijven
Bron: NVDO
Onderzoeksverantwoording In dit onderzoek is gebruik gemaakt van vragen uit een enquête die verspreid is onder de leden van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) met uiteindelijk 360 respondenten. Voor de
32
bedrijfsindelingen is gebruikt gemaakt van de volgende opdeling: infra, fleet, manufacturing, food, beverage & farma en onroerend goed. Wij danken de NVDO en haar leden voor hun medewerking aan deze enquête.
ONDERZOEK ING ECONOMISCH BUREAU
04_feiten&cijfers.indd 32
20-11-12 10:01
Visiedocument
Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 33
33
22-11-12 08:49
Topsector Agri&Food pakt door Interview met Cees ‘t Hart, boegbeeld van de topsector Agri&Food
Cees ’t Hart is niet voor niets verkozen tot boegbeeld van het topteam Agri&Food. De chief executive officer van Royal FrieslandCampina heeft een heldere visie op de de Nederlandse voedingsmiddelensector. ‘Nederland kan helpen om belangrijke problemen in de wereld op te lossen. We zijn tenslotte het tweede grootste exportland en één van de grootste exporteurs van kennis.’ Volgens ’t Hart staat de wereld op een kantelpunt. Voormalige ontwikkelingslanden zoals Brazilië, Rusland, India en China worden steeds welvarender met een bevolkingsexplosie als gevolg. De vraag naar consumentenproducten en luxe voedingsmiddelen groeit navenant. ’t Hart: ‘Daarmee neemt de druk op grondstoffen, schoon water en voedingsmiddelen toe. De ontwikkelde landen echter lopen tegen
Voedingsmiddelenland De sector Agri&Food staat aan de wereldtop. Twaalf van de veertig wereldwijd grootste foodbedrijven hebben een vestiging of belangrijke Research & Development-activiteit in Nederland. Ons land is de nummer één Agri&Foodinnovatieregio met internationaal toonaangevende kennisinstellingen. Wij zijn, na de Verenigde Staten, de tweede exporteur van agro- en foodproducten ter wereld.
34
welvaartsmaatschappijspecifieke problemen op: obesitas, hart- en vaatziekten. Er is een duidelijke relatie tussen voedingspatronen en gezondheid en de voedingssector ziet het niet alleen als zijn plicht, maar ook als een kans om consumenten gezonde voedingsmiddelen voor te zetten. Voedingsmiddelen die bijdragen aan een gezonde levensstijl hebben immers meer toegevoegde waarde en daarmee een hoger exportpotentieel.’
Kan de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie de wereldvoedselproblemen oplossen? ‘We zullen er alles aan moeten doen om het probleem niet groter te maken. Om de dreigende schaarste van grond- en hulpstoffen het hoofd te bieden, zullen we meer moeten produceren met minder grondstoffen. Dat kan onder meer door te innoveren op totale systemen en meer uit grondstoffen te halen. Bij FrieslandCampina noemen we dat ook wel ‘van gras tot glas’. Voor de zuivelindustrie geldt al dat die keten behoorlijk is geoptimaliseerd, maar dat zou voor heel veel industrieën kunnen gelden. Door de keten optimaal af te stemmen, voorkom je verlies en kun je afvalstromen zoveel mogelijk beperken. Verduurzaming is in onze ogen dan ook geen keuze, maar een noodzaak om tekort aan voedingstoffen te voorkomen en de aantasting van de leefomgeving te beperken. Bovendien is efficiency een must om concurrerend te blijven in de markt waarop de voedingssector acteert.’
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 34
22-11-12 08:49
Wat is daarvoor nodig? ‘Om de productiesystemen te moderniseren en de efficiëntie te verbeteren, is een combinatie van kennis, ervaringsdeskundigheid en technologie nodig, waar veel landen niet of niet voldoende over beschikken. De Nederlandse kennis en het ondernemerschap kunnen hier een uitkomst bieden. Daarnaast ligt er ook een kans in het inzetten van Nederlandse expertise van bedrijven en kennisinstellingen bij het creëren van ketenoplossingen. Dat is een duurzame vorm van ontwikkelingssamenwerking in landen met onderontwikkelde landbouw- en voedselproductie. Juist deze combinatie kan de opmaat zijn voor structurele verbetering.’
Maar de keten is groter dan alleen Agri&Food ‘De topsector Agri&Food zoekt actief samenwerking met andere topsectoren. De mate waarin de innovatiethema’s zijn gekoppeld aan technische processen is vraagafhankelijk. Er zijn cross-overs met andere top-
sectoren, waarbij soms de ene dan weer de andere sector leidend is. Dat we moeten samenwerken, lijkt me duidelijk.’
Geldt dat ook voor de onderhoudssector? ‘Onderhoud speelt een belangrijke rol in de voedingsmiddelenindustrie. Vooral kwesties rondom productveiligheid, maar ook bij veiligheid in het algemeen. Veel incidenten uit het verleden hadden te maken met verkeerd onderhoud of te weinig hygiënische kennis bij onderhoudsbedrijven. Veiligheid heeft dan ook aandacht in de verschillende topsectoren, bijvoorbeeld als het gaat om het optimaliseren van controlesystemen en voedselveiligheid. Kennis en communicatie spelen daarbij een belangrijke rol. De onderhoudsmarkt zal een actieve rol moeten vervullen en op thema’s als resource efficiency in de keten, voedselveiligheid of duurzame maaktechnologie samenwerking moeten aangaan met industrie, kennisinstellingen en overheid.’
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 35
35
22-11-12 08:49
5. De toekomst van het onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector Dit Visiedocument bevat vier scenario’s voor de toekomst van het onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020. Het zijn extreme toekomstbeelden die een idee geven van de richting waarin de sector zich kan ontwikkelen. Het denken in scenario’s is belangrijk om bestuurders en ondernemers van asset owners, dienstverleners, toeleveranciers en adviseurs binnen de onderhoudssector na te laten denken over hoe zij op de juiste wijze in kunnen spelen op kansen en bedreigingen. Omdat
de werkelijkheid in 2020 niet in één beeld vast te leggen is, bieden de scenario’s houvast bij het ontwikkelen en beoordelen van strategie en het anticiperen op veranderingen.
Wat treft u aan in dit Visiedocument? Deel 1: een toelichting op de Nederlandse Food, Beverage & Farma-sector anno 2012 Deel 2: de beschrijving van de vier toekomstscenario’s anno 2020 Deel 3: de strategische opties die uw organisatie en de NVDO handvatten geven bij het maken van strategische keuzes
5.1 De Food, Beverage & Farma-sector in Nederland De Food, Beverage & Farma-sector, zoals gedefinieerd in dit Visiedocument, bevat een aantal verschillende deelsegmenten. Deze deelsegmenten zijn: voedingsmiddelen en dranken (waaronder ook veevoer, zuivel en alcoholische dranken), tabaksproducten en farmaceutische grondstoffen en -producten. Daarnaast wordt in dit Visiedocument een gedeelte van de Agrofoodsector beschouwd als onderdeel van de voedingsindustrie, namelijk de verwerkings- en levensmiddelenindustrie (zoals deze gedefinieerd is in het kader van het topsectorenbeleid van de overheid). De Agrofood-sector is een van de negen topsectoren die in 2011 zijn aangewezen door
36
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 36
22-11-12 08:49
het kabinet. De overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen investeren gericht in deze sectoren om de al sterke positie verder uit te bouwen. Voor elke sector zijn de kansen en knelpunten in kaart gebracht, op basis waarvan een innovatiecontract is afgestemd tussen de overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen.1 Deze initiatieven zullen een positieve invloed hebben op de gehele voedsel- en drankenindustrie. Voor de onderhoudsmarkt is het belangrijk dat zij aansluiting vindt bij het topsectorenbeleid om het vakgebied zo op de kaart te zetten. Onderhoud levert een substantiële bijdrage aan het bedrijfsresultaat van Food, Beverage & Farma-bedrijven. Hoewel het een uitdaging is dit in harde cijfers uit te drukken, moeten bedrijven, actief in beheer en onderhoud, ervoor zorgen dat zowel de overheid als de top in het bedrijfsleven hiervan is doordrongen.
Deelsegmenten binnen de scope van dit Visiedocument: ‘Food, Beverage & Farma in Nederland’ •V oedingsmiddelenindustrie (inclusief verwerkings- en levensmiddelenindustrie Agrofood-sector) • Farmaceutische industrie • Drankenindustrie • Tabaksindustrie
Omvang De verschillende deelsegmenten van de Food, Beverage & Farma-sector vertegenwoordigen gezamenlijk een omzetwaarde van 70,6 miljard euro, zoals te zien is in tabel 4. De vervaardiging van voedingsmiddelen levert de grootste bijdrage met een jaaromzet van 55,1 miljard euro. De dranken- en tabaksindustrie zijn elk goed voor ongeveer 4,5 miljard euro en de farma-
ceutische industrie zet meer dan 6 miljard euro om.2 In totaal zijn ongeveer 150.000 mensen werkzaam binnen de sector Food, Beverage & Farma, waarvan het overgrote deel binnen de voedsel- en drankenindus trie.3 Op basis van deze cijfers kan worden geconcludeerd dat de voedingsmiddelenindustrie van de drie hier behandelde sectoren Food, Beverage & Farma, de grootste bijdrage levert aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid.
Deelsegment Omzet (in miljarden euro’s) Voedingsmiddelen 55,1 Farmaceutische industrie 6,4 Drankenindustrie 4,7 Tabaksindustrie 4,4 Totaal 70,6 miljard euro Tabel 4: Omzet van de deelsegmenten van het Visiedocument ‘Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in Nederland’
Investeringen Met jaarlijks ongeveer 1,2 miljard euro aan investeringen in materiële vaste activa is de voedingsmiddelenindustrie een van de grootste investeerders binnen de Nederlandse industrie.4 Aan het begin van 2012 verwachtten bedrijven in de voedingssector, ondanks de economisch minder gunstige tijden, dat de investeringen in 2012 met 14 procent zullen toenemen. Ook de drankenindustrie en farmaceutische industrie voorspelden een groei van de investeringen van respectievelijk 25 procent en 9 procent. De tabakssector voorzag een afname van de investeringen.5 Deze cijfers zijn terug te vinden in tabel 5. Voor alle industrieën geldt dat het op peil houden van de investeringen, ook ten opzichte van concurrerende landen, van groot belang is om de Food, Beverage & Farma-sector voor Nederland te behouden.
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 37
37
22-11-12 08:49
Deelsegment
Investeringen 2010
Verwachte percentuele groei
(in miljoenen euro’s)
investeringen 2012 t.o.v 2011
Voedingsmiddelen 1.159,7 Farmaceutische industrie 168,1 Drankenindustrie 113,5 Tabaksindustrie 69,9 Totaal 1.510,2 miljard euro
14% 9% 25% -24% -
Tabel 5: Investeringen per deelsegment in 2010 en verwachte groei investeringen
Deelsegmenten De verschillende deelsegmenten kennen elk hun eigen dynamiek. Binnen de farmaceutische industrie staat het patiëntenbelang al sinds het thalidomideschandaal7 in de jaren ’50 voorop. De aandacht voor voedselveiligheid en -kwaliteit binnen de segmenten Food en Beverage is veel later ontstaan, maar dit onderwerp is bezig met een inhaalslag. Dit is onder andere een gevolg van verscherpte wetten en regels op het gebied van voedselveiligheid en de kwetsbaar wordende positie van voedselproducenten door juridisering van de maatschappij.
Hoewel de dynamiek en ketenafhankelijkheid tussen de deelsegmenten verschilt, zijn er op het gebied van beheer en onderhoud veel overeenkomsten te vinden. Binnen de voedsel- en drankenindustrie is de keten in hoofdlijnen opgebouwd uit toeleveranciers, producenten, retailers en consumenten (als eindgebruiker van het product). De afgelopen jaren is de positie van retailers sterker geworden en zij beïnvloeden, en in sommige gevallen dicteren, het productaanbod voor de consument. Voor de farmaceutische industrie geldt dat de keten bestaat
38
uit toeleveranciers, producenten en uiteindelijk de patiënten (als eindgebruiker van het product). De schakel tussen de producent en de patiënt kan vervuld worden door drogisterijen voor generieke medicijnen of door huisartsen/ziekenhuizen/apothekers voor zowel generieke medicijnen als specialties. De overheid en zorgverzekeraars oefenen extra druk uit op deze sector in de vorm van het Geneesmiddelen Vergoedingssysteem (GVS). Ondanks bovenstaande verschillen, zijn er binnen de deelsegmenten, specifiek op het gebied van het uitvoeren van beheer en onderhoud, veel overeenkomsten.
5.2 Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector behelst onder andere het beheer van en onderhoud rondom de fabricageomgeving van stukproductie van goederen en producteenheden binnen de segmenten voedingsmiddelen, agrofood, dranken, genotsmiddelen en farma. Voorbeelden hiervan zijn onderhoud aan technische installaties, leidingen en pompen, maar ook het beheer van een complete vullijn voor bijvoorbeeld een farmaceutisch preparaat. Deze onderhoudswerkzaamheden zijn erop gericht de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de productiefacili-
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 38
22-11-12 08:49
teiten te optimaliseren en de veiligheid van het product voor de consument te garanderen. Hiermee draagt onderhoud bij aan de bedrijfsdoelstellingen op het gebied van veiligheid, kwaliteit, milieu en reputatie. Er is een beweging zichtbaar van correctief naar preventief onderhoud. De farmaceutische industrie en de tabaksproducenten zijn hier halverwege de jaren ’90 mee begonnen en zijn verder dan de voedsel- en drankenindustrie, die zich hier pas sinds een paar jaar op richt. De toenemende aandacht voor asset management leidt ertoe dat asset owners in kaart brengen welke onderdelen van het productieproces zeer kritisch en welke onderdelen minder kritisch zijn. Voor elk type installatie worden in toenemende mate risicoanalyses uitgevoerd in het kader van een risicogestuurd onderhoudsconcept. Het doel van deze strategie is het optimaal en kosteneffectief beheersen van de geïdentificeerde risico’s. Hierdoor kan het voorkomen dat, na een dergelijke analyse, wordt besloten op bepaalde installaties een ander type onderhoud uit te voeren. Binnen het algehele asset management vallen verschillende onderhoudsmethodieken. Methodieken zoals Total Productive Maintenance (TPM), Value Based Maintenance (VBM) en Reliability Centered Maintenance (RCM) maken binnen het beheer en onderhoud voor de Food, Beverage & Farma-sector een sterke opmars. TPM wordt voornamelijk gedreven door kwaliteitsverbetering en kostenbesparingen. Onderhoud wordt hierbij geïntegreerd in de productie en zo ontstaan er functioneel verantwoordelijken die de Overall Equipment Effectiveness (OEE) van productie-installaties verbeteren. Binnen de VBM-methodiek wordt de invloed van onderhoud op de algehele bedrijfsvoering in kaart
gebracht en de bijdrage aan de bedrijfsdoelstellingen duidelijk gemaakt. Dit is een antwoord op het ‘kosten-imago’ waar de onderhoudsorganisatie in veel gevallen mee kampt. RCM is gebaseerd op het beperken van risico’s door slimmere inzet van onderhoud. In welke mate risico’s kunnen worden vermeden, wordt bepaald door multidisciplinaire teams bestaande uit gebruikers, productiemanagers, maintenance managers en maintenance engineers. Deze en andere onderhoudsmethodieken zullen in de komende jaren vaker worden ingezet. Binnen alle toekomstscenario’s wordt verwacht dat onderhoud, meer dan in de huidige situatie, onderdeel wordt van asset management. Er zijn echter wel nuances aan te brengen per toekomstscenario. Bovendien zijn er andere onzekerheden die grote invloed hebben op de uit te voeren beheer- en onderhoudswerkzaamheden.
5.3 De kernonzekerheden voor onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector Scenarioplanning maakt een onderscheid tussen invloedrijke, maar voorspelbare ontwikkelingen en kernonzekerheden. Kernonzekerheden zijn ontwikkelingen die veel impact hebben op de sector en organisaties, maar waar een organisatie geen invloed op kan uitoefenen.
Economisch rendement van duurzaam ondernemen De eerste kernonzekerheid betreft het rendement op investeringen in de verduurzaming van productieprocessen en producten. Met andere woorden: loont investeren in duurzaam ondernemen of loont dit niet? De concurrentie op kostprijs krijgt meer
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 39
39
22-11-12 08:49
en meer invloed op de bedrijfsvoering en de keuzes die hierin worden gemaakt. De druk op de kostprijs wordt zowel veroorzaakt door de voorkeuren van de eindgebruiker, als door het gedrag van de andere partijen in de keten en van de overheid. Beslissingen worden in de regel genomen vanuit het oogpunt van kostenbesparing en ook voor investeringen op het gebied van duurzaam ondernemen geldt dat zij economisch renderend moeten zijn en anders niet zullen worden uitgevoerd. Hierbij bestaat duurzaam ondernemen uit een breed scala aan onderwerpen, zoals het reduceren op thema’s als verspilling, verdroging, afval, verzuring, broeikaseffect, als ook het verbeteren van mensen- en dierenwelzijn.
Definitie duurzaam ondernemen De VN-commissie Brundlandt, die in 1987 het rapport ‘Our Common Future’ uitbracht definieerde duurzame ontwikkeling. Als deze definitie wordt toegepast op duurzaam ondernemen, krijgt deze de volgende vorm: ‘Bedrijfsvoering die aansluit op de behoefte van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’
40
Bedrijven maken te allen tijde een kostenbatenanalyse ten aanzien van verschillende duurzaamheidsthema’s. Voorbeelden hiervan zijn budgetten voor innovatie gericht op duurzame technieken, de inkoop van duurzame energie en beleid met betrekking tot overwerk van werknemers. De uitkomst van deze kosten-batenanalyses wordt beïnvloed door meerdere factoren. Zo kan door een scherpe stijging van grondstof- en energieprijzen het ontwikkelen van alternatieven voor olie en gas financieel aantrekkelijk worden. Ook wet- en regelgeving kan bepalend zijn in het verduurzamen van werkwijzen binnen bedrijven, zeker in combinatie met een strikte inspectie en krachtige strafmaatregelen.Daarnaast is het vermogen om duurzaam te produceren sterk afhankelijk van de andere partijen in de keten. De zwakste schakel is bepalend voor het niveau waarop duurzaam kan worden geproduceerd.
5.3.1 Verdieping kernonzekerheid Food & Beverage-sector De verduurzamingstendens is zichtbaar in verschillende sectoren. Echter, in de Food & Beverage-sector staat het thema bovenaan de ondernemersagenda. Een belangrijke reden hiervoor is dat de consument zeer dicht bij het eindproduct staat, veel product-
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 40
22-11-12 08:49
informatie ter beschikking heeft en daarmee haar invloed kan laten gelden. Hierin wordt de consument ondersteund door een grote groep NGO’s die zich met de inzet van velerlei soorten media hard maken voor het verduurzamen van de productie en het aanbod van voedsel en dranken. De voedsel- en drankenindustrie ligt al jaren onder een vergrootglas als het gaat om thema’s als voedselveiligheid, dierenwelzijn en klimaatverandering en dit zal de komende jaren voortduren.
5.3.2 Verdieping kernonzekerheid Farma-sector Ook voor de farmaceutische industrie geldt dat de patiënt dicht bij het eindproduct staat. Deze connectie is door de tussenkomst van artsen en zorgverzekeraars minder direct, maar nog steeds vele malen sterker dan in andere industrieën. Daarnaast worden farmaceutische producenten ook nauwlettend in de gaten gehouden als het gaat om patiëntveilig-
heid, productkwaliteit en energiezuinigheid.
Uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu De tweede kernonzekerheid heeft betrekking op de invulling van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu. Waar voorheen voornamelijk de overheid verantwoordelijk was voor de inspectie en controle van bedrijfsprocessen, komen deze functies steeds meer bij de bedrijven zelf te liggen. De overheid treedt op bepaalde gebieden terug, met name vanwege een gebrek aan financiële middelen. Op de lange termijn streeft de overheid naar intern toezicht waarbij instellingen of bedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor het garanderen van veiligheid en kwaliteit. Echter, als gevolg van bijvoorbeeld een incident, is het denkbaar dat de overheid reactief de uitvoering van toezicht weer zelf ter hand zal nemen.
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 41
41
22-11-12 08:49
inventarisatie, een nieuwe activiteit. Tot op heden is er voornamelijk sprake van een externe toezichthouder. Elke verschuiving op deze as zal van grote invloed zijn op de Food- en Beverage-sector en de taken van de onderhoudsprofessional. Dit zal terug te lezen zijn in de toekomstscenario’s.
5.3.4 Verdieping kernonzekerheid Farma-sector
Deze ontwikkeling richting intern toezicht is zichtbaar binnen meerdere sectoren, maar is specifiek relevant voor de Food, Beverage & Farma-sector, omdat er wordt gesproken over toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu. Deze significante onderwerpen zijn direct te koppelen aan belangrijke thema’s als voedselveiligheid en patiëntenveiligheid. De Europese regering zal intern toezicht binnen deze sector pas volledig doorvoeren als de kwaliteit en veiligheid van voedsel, dranken en medicijnen in alle EU-lidstaten een bepaald minimumniveau heeft bereikt. Waar en door wie toezicht wordt uitgevoerd, beïnvloedt het traceren, verifiëren en documenteren van onderhoudswerkzaamheden en het profiel van de onderhoudsmedewerker. In een situatie van intern toezicht komen aansprakelijkheidsgevolgen voor de (slechte) kwaliteit van de geleverde prestaties en diensten steeds duidelijker bij het (onderhouds)bedrijf te liggen. Juridische aansprakelijkheid ligt echter wel nog steeds volledig bij de asset owner.
5.3.3 Verdieping kernonzekerheid Food & Beverage-sector
In de farmaceutische industrie zijn ontwikkelde interne kwaliteitssystemen, door druk van overheden en inspecteurs, al lange tijd gemeengoed. Hoewel binnen Farma anno 2012, naast een interne toezichtsfunctie, nog steeds sprake is van externe toezichthouders, zal de impact van een verschuiving richting intern toezicht op de farmaceutische industrie minder drastische veranderingen tot gevolg hebben. Naast de genoemde kernonzekerheden is de combinatie van vergrijzing en ontgroening van technisch personeel een andere belangrijke ontwikkeling. Deze trend heeft impact op de gehele technische sector en dus ook op de Food, Beverage & Farma-sector. Het is van groot belang dat bedrijven hierop inspelen om ook in de toekomst voldoende technisch personeel aan te kunnen trekken. In het Kompas (zie pagina 11) wordt hier uitgebreid bij stilgestaan. Daarnaast heeft de NVDO in het Onderhoudskompas van 2010 een apart Visiedocument (‘Technische Arbeidsmarkt’) aan dit onderwerp gewijd. Voor een totaaloverzicht van de belangrijkste trends binnen de Food, Beverage & Farma-sector, zie bijlage 3.
Voor veel asset owners in de voedsel- en drankenindustrie is het opzetten van interne kwaliteitssystemen, op basis van risico
42
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 42
22-11-12 08:49
5.4 Het scenarioframe
ondernemen’ bevindt zich op de X-as, waarIn figuur 14 zijn de extreme waarden van bij ‘duurzaam ondernemen loont’ tegenover de bovenstaande kernonzekerheden op ‘duurzaam ondernemen loont niet’ staat. ‘De twee assen tegen elkaar afgezet. Hierdoor uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligontstaat het scenarioframe, dat de uit- heid en milieu’ staat op de Y-as, met intern gangspunten van de vier scenario’s toont. toezicht en extern toezicht als de twee ‘Het economisch rendement van duurzaam meest extreme waarden.
‘Het neusje van de zalm’
‘Leven in de brouwerij’
Strategie ‘De bittere pil’
‘Op eieren lopen’
Duurzaam ondernemen loont
Duurzaam ondernemen loont niet
Intern toezicht
Extern toezicht Fig. 19 Scenarioframe ’Onderhoud binnen de Nederlandse Food, Beverage & Farma-sector in 2020’
1 Website rijksoverheid – Ondernemersklimaat en innovatie: investeren in topsectoren (2012) 2 CBS Statline (2011), tabel ‘Industrie; arbeids- en financiële gegevens, per branche, SBI 2008 (2009)’ 3 CBS Statline (2010), tabel ‘Arbeidsrekeningen; beloning en arbeidsvolume van werknemers, bedrijfstak’ 4 CBS Statline (2011), tabel, ‘Investeringen in materiële vaste activa’ 5 CBS Statline (2011), tabel ‘Investeringen door bedrijven in de industrie; verwachtingen en motieven’ 7 In 1956 is het eerste geval van schade door thalidomide aangetroffen bij een baby. Het innemen van thalidomide bleek achteraf een verband te hebben met ernstige afwijkingen bij pasgeborenen.
ONDERHOUD BINNEN DE FOOD, BEVERAGE & FARMA-SECTOR
05_visie kopie.indd 43
43
22-11-12 08:49
6. Vier toekomstscenario’s Met het bespreken van de kernonzekerheden zijn de uitgangspunten voor de vier scenario’s duidelijk. In dit deel van het Visiedocument worden de vier toekomstbeelden beschreven. De scenario’s zijn allemaal even
goed denkbaar en zijn bedoeld als hulpmiddel bij het maken van strategische keuzes. Tabel 6 geeft een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de scenario’s en kan bij het lezen als referentie worden gebruikt.
Leven in de brouwerij
Het neusje van de zalm
De bittere pil
Op eieren lopen
Loont niet
Loont
Loont niet
Loont
Uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu
Intern
Intern
Extern
Extern
Macro-omgeving
Regeldruk
Laag
Gemiddeld
Hoog
Hoog
Economische ontwikkeling
Krimp
Groei
Krimp
Stabiel
Houding eindgebruiker (consument / patiënt)
Overwegend passief
Zeer betrokken
Zeer onverschillig
Kritisch en activistisch
Mate van transparantie / openbaarmaking
Gemiddeld
Hoog
Laag
Hoog
Bedrijfsomgeving
‘Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020’
Verschuiving productielocatie
Stabiel
Stabiel
Verplaatsing productie uit NL
Regionalisering, terugkeer productie naar NL
Innovatiegraad
Gemiddeld
Hoog
Laag
Hoog
• Capaciteit • Gemiddeld Schaarste • Kennis • Laag op de arbeidsmarkt
• Laag • Laag
• Gemiddeld • Hoog
• Gemiddeld • Hoog
Ketensamenwerking
Beperkt
Zeer goed
Beperkt
Goed
Verschuiving onderhoudswerkzaamheden
Administratief Toezichtfunctie en en meedenken toezichtfunctie
Juridisch
Totaaloplossingen en total cost of ownership
Impact aansprakelijkheid
Gemiddeld
Laag
Hoog
Hoog
Rol onderhoudspartij
Preferred supplier
Business partner
Efficiëntie
Ontzorgen
Focus onderhoud
Vergroten betrouwbaarheid
Kwaliteit en flexibiliteit
Levensduurverlengend
Integraliteit met bedrijfsstrategie
Onderhoudsomgeving
Economisch rendement van duurzaam ondernemen
Tabel 6: De belangrijkste verschillen tussen de scenario’s op een rij
44
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 44
21-11-12 15:54
6.1 Het ‘leven in de brouwerij’-scenario
Duurzaam ondernemen loont niet en uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu ligt grotendeels bij de bedrijven. Het ‘leven in de brouwerij’-scenario in het kort • Door zware bezuinigingen, economische stagnatie en protectionistische maatregelen van andere Europese landen is de bedrijvigheid in Nederland tot een dieptepunt gedaald • De Nederlandse overheid treedt terug en introduceert marktwerking waar mogelijk • Het uitvoeren van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu wordt verlegd van de overheid naar de bedrijven • Uit kostenoverwegingen en toenemende druk van tussenpersonen ontstaan ‘gedwongen partnerships’ tussen de partijen in de keten • Het bedrijfsleven is van groot belang bij het verzorgen van technisch onderwijs en probeert met bedrijfsscholen en samenwerkingsverbanden de schaarste te verlichten en de instroom te verhogen
wordt gezegd dat dit te strikt is geweest in zware economische tijden. Een aantal lidstaten, zoals Italië en Oostenrijk, overweegt af te zien van de euro. Naast Europa ervaren ook jongvolwassen markten als China en Brazilië moeilijkheden. De lage mondiale economische activiteit zorgt er wel voor dat de druk op grondstofprijzen iets wordt verlicht. De olieprijs is na een aantal jaar van groei weer terug op het niveau van 2013. Doordat veel landen in zwaar weer verkeren, proberen overheden hun nationale economieën te beschermen. Dit betekent dat lokale aanwezigheid voor sectoren als de voedsel- en drankenindustrie, maar ook de tabaks- en farmaceutische industrie steeds belangrijker wordt. Als je als producent iets wilt verkopen, dan moet je ervoor zorgen dat je goede contacten hebt met overheden van dat land.
Macro-omgeving Het is 2020. Nederland bevindt zich in een situatie van aanhoudende economische stagnatie. De zware bezuinigingsronde van 2017 heeft de overheidsbegroting op orde gebracht, maar de economische activiteit is hierdoor wel sterk teruggelopen. Niet alleen Nederland kampt met een lage economische activiteit; in heel Europa is sprake van stagnatie of zelfs krimp. Er zijn veel wijzende vingers naar het Europese beleid, waarvan
Een rechts-liberale coalitie in Nederland introduceert marktwerking waar dit kan en wil zoveel mogelijk belemmeringen wegne-
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 45
45
21-11-12 15:54
men. De focus ligt op het verkleinen van de overheid. Een maatregel is dat bestaande wet- en regelgeving niet verder wordt aangescherpt en er meer wordt vertrouwd op zelfregulering: ‘We hoeven niet meer het beste jongetje van de EU-klas te zijn.’ Als gevolg van de terugtredende overheid wordt het ambtenarenkorps fors gereduceerd. Het uitvoeren van toezicht op verschillende sectoren wordt verlegd naar de bedrijven. Binnen de infrasector valt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van wegen en bruggen steeds vaker onder private partijen. Dit voorbeeld wordt gekopieerd naar andere sectoren, zoals de zorgsector en de voedsel- en farmaceutische industrie.
Fig. 22 R&D-budget als % van omzet binnen de
sector
Fig. 23 Uitgaven aan duurzame artikelen als % van totale boodschappen
Fig. 24 Aantal externe inspecties bij farmaceutische productiefaciliteiten
De overheid treedt op alle gebieden steeds verder terug. De eindgebruiker is verdeeld. De meerderheid van de consumenten en patiënten laat zich bij de aanschaf van Food, Beverage & Farma-producten leiden door de prijs. Er is echter ook een kleine groep afnemers die zich bekommert om het duurzame karakter van voedingsmiddelen en medicijnen en de kwaliteit en veiligheid van zowel producten als productieprocessen. Deze ‘happy few’ stellen hoge eisen aan de producten die zij aanschaffen. Ook proberen zij misstanden met behulp van de media aan de kaak te stellen. Een selecte groep bedrijven speelt hierop in, maar deze groep wordt steeds kleiner.
Bedrijfsomgeving Concurrentie vindt grotendeels plaats op basis van de kostprijs. Tussenpersonen zoals zorgverzekeraars en retailers verhogen de druk op de marge nog verder. Er ontstaan ‘gedwongen partnerships’ binnen de Food, Beverage & Farma-sector, hoofdzakelijk gericht op het besparen van kosten
46
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 46
21-11-12 15:54
n
door middel van schaaleffecten. Hoewel er weinig ruimte is voor andere initiatieven, zijn er toch bedrijven die zich willen onderscheiden op basis van innovatie. Een aantal producenten innoveert op het gebied van duurzaamheid. Zo heeft een samenwerkingsverband van soepen- en sauzenproducenten door middel van verbeteringen in het productieproces hun waterverbruik met 30 procent weten te verminderen. Daarnaast zijn er ondernemingen die zich steeds meer specialiseren in nichemarkten, zoals de steeds groter wordende groep ouderen die specifieke wensen heeft voor voeding en medicatie. Eenvoudig te openen medicijnverpakkingen en gemakkelijk te verteren hamburgers zijn hier een voorbeeld van. Het aantal bedrijven dat in deze innovaties kan volgen is zeer beperkt, omdat hier bij de meeste partijen geen budget of prioriteit voor is. Voor de farmaceutische industrie geldt echter dat R&D-budgetten nog aanzienlijk hoger liggen dan die van de voedselindustrie.
Bij de meeste organisaties is er geen geld of prioriteit voor innovatie. Als uitvloeisel van de terugtredende overheid worden bedrijven nauw betrokken bij het onderwijs, ook binnen de techni
p n r n n
sche sector. In onder andere Groningen, Enschede en Amsterdam zijn bedrijven geclusterd om voor de levensmiddelenindustrie een eigen technische vakopleiding te verzorgen. Na voltooiing hiervan kunnen leerlingen gegarandeerd aan de slag bij één van de deelnemende organisaties. Door toenemende globalisering is er in Nederland slechts nog een ‘handjevol’ farmaceutische bedrijven overgebleven. In samenwerking met de plaatselijke mbo-scholen verzorgen zij cursussen gericht op de techniek in de farmaceutische industrie. Het succes hiervan is te verklaren door een toegenomen samenwerking binnen bedrijven tussen het management, HR en de technische afdeling. Wekelijks vergaderen deze drie partijen om het schaarsteprobleem integraal aan te pakken en methodieken te bedenken ten behoeve van kennisbehoud. Hoewel de instroom van nieuw technisch personeel positief wordt beïnvloed, biedt het geen oplossing voor de kloof tussen aanbod en vraag op de Nederlandse arbeidsmarkt. De uitstroom van technische werknemers, voornamelijk door de vergrijzing, trekt een zware wissel op de toch al beperkte innovatieve kracht van veel bedrijven.
De ontwikkeling van onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector Het management van organisaties houdt de hand op de knip, er is weinig ruimte voor grote investeringen. Er worden daarom weinig nieuwe installaties aangeschaft, maar er is wel veel aandacht voor het onderhouden van bestaande objecten. Kosteneffectief onderhoud wordt ingezet om de levensduur van installaties te verlengen en onderhoudsbudgetten worden op basis van risico’s onderbouwd en goedgekeurd. De onderhoudsstrategie wordt per installatie bepaald en er wordt een kosten-batenanalyse uit-
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 47
47
21-11-12 15:54
gevoerd. Doel hierbij is de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, benutting, productiviteit en eco-efficiëntie, ofwel de rentabiliteit en winstgevendheid te vergroten. Maintenance managers werken samen met Finance, Productie en Kwaliteitsmanagement, waarbij onderhoud wordt gekoppeld aan het gehele concept van Continuous Reliability Improvement (CRI). In dit kader worden machinefabrikanten regelmatig uitgenodigd om mee te denken en hun kennis en inzichten te delen. Sommige asset owners gaan zelfs verder en zetten cross-sectorale platforms op om te leren van onderhoudspraktijken uit bijvoorbeeld de vliegtuigindustrie en zorgsector. Bij het uitbesteden van onderhoud wordt er steeds meer variabiliteit in de contracten aangebracht. Het ‘Pay per Unit–Maintenance’model is een ware trend, waarbij onderhoudswerkzaamheden direct gekoppeld worden aan de asset performance. Voor bulkproductie van voedsel en tabak komt er meer nadruk te liggen op de uptime van installaties en bestaan er contracten waarbij de onderhoudspartij wordt betaald per aantal producten dat wordt geproduceerd. Voor onderhoud aan de productielijnen voor farmaceutische specialties wordt de nadruk gelegd op het besparen van kosten. Onderhoudsbedrijven worden gestimuleerd efficiënter te werken dan de vastgestelde kostprijs, waarbij ze het verschil als bonus krijgen uitgekeerd.
Er bestaan contracten waarbij de onderhoudspartij wordt betaald per aantal producten dat wordt geproduceerd. De onderhoudstaak verandert doordat bedrijven meer en meer verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu. De farmaceutische indu-
48
strie heeft hier een voorsprong in, doordat zij reeds over zeer professionele kwaliteitbeheersingsafdelingen en -systemen beschikt. Een onderhoudsmonteur moet niet alleen het onderhoud aan een vullijn uit kunnen voeren, hij of zij moet daarnaast ook op precieze wijze vast kunnen leggen met wie, wanneer en met welke hulpmiddelen het onderhoud is uitgevoerd. Er wordt weliswaar weinig van de onderhoudsbudgetten afgehaald, er komt ook niets bij en dit betekent dat een onderhoudsprofessional naast het onderhoud ook de documentatie hiervan binnen hetzelfde budget moet doen. De Hands on Tool Time (HoTT) is in de afgelopen jaren steeds meer onder druk komen te staan. Onderhoudsprofessionals besteden steeds meer tijd aan procesvereisten in plaats van aan het daadwerkelijke sleutelen aan bijvoorbeeld een doseerinstallatie. Interne onderhoudsmanagers krijgen steeds meer de rol van procesmanager. Door het interne toezicht komen er veel vertrouwelijke productiedata beschikbaar. Door het toepassen van data-analyse is op grote schaal root cause analysis mogelijk. Betrouwbaarheid van dienstverleners is belangrijker dan ooit. In veel gevallen wordt er gewerkt met preferred suppliers.
Uitdagingen in het ‘leven in de brouwerij’-scenario Toenemende koppeling van onderhoud aan de asset performance • Druk op Hands on Tool Time door verandering in het takenpakket van de onderhoudsprofessional • Opvangen van uitstroom van kennis over en ervaring in onderhoud • Waarborgen van de betrouwbaarheid van onderhouds- en productiedata
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 48
21-11-12 15:54
6.2 Het ‘neusje van de zalm’-scenario
Duurzaam ondernemen loont en uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu ligt grotendeels bij de bedrijven.
financiële crisis heeft politiek en maatschappij doen inzien dat een kortetermijnfocus op alleen het maximaliseren van de aandeelhouderswaarde niet houdbaar is.
Het ‘neusje van de zalm’-scenario in het kort • Een verminderde kortetermijnfocus bij overheid en maatschappij is de basis voor stabiele economische groei • De terugtredende overheid legt de uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu grotendeels bij de bedrijven neer • Druk vanuit Brussel en hoge energieen grondstofprijzen geven een impuls aan het duurzaamheidsbeleid van bedrijven • Een groot aantal samenwerkingsverbanden leidt tot innovatie op alle gebieden: product, proces, verpakking, logistiek • Door een goed gewaarborgde voedselen patiëntveiligheid is het imago van de voedsel- en farmaceutische indus trie positief
Macro-omgeving Het gaat Nederland voor de wind. Daadkrachtig optreden van de EU, onder leiding van een betrokken Duitsland, heeft ervoor gezorgd dat landen als Griekenland, Spanje en Ierland weer gezonde overheidsfinanciën hebben. Drastische hervormingstrajecten hebben hun vruchten afgeworpen. Ook in Nederland moest worden bezuinigd en met calvinistische discipline is het begrotingstekort omgezet in een overschot en is de staatsschuld teruggebracht. De economie groeit sinds een aantal jaar weer, zij het met kleine stapjes. De
Met calvinistische discipline is het begrotingstekort omgezet in een overschot en ook de staatsschuld is gereduceerd. De huidige coalitie heeft een stabiele balans gevonden tussen actief overheidsingrijpen en zelfredzaamheid van de burger. Het ambtenarenapparaat is sterk geslonken, maar door een gericht en succesvol topsectorenbeleid is de overheid in staat binnen enkele sectoren een actieve en betrokken partner te zijn. De overheid is, vanwege het belang van de sector, nauw betrokken bij de voedsel- en drankensector. Hiernaast heeft de Nederlandse ‘Big Pharma’ zich in de afgelopen jaar onderscheiden op het gebied van de biotechnologie, resulterend in een groeiend
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 49
49
21-11-12 15:54
aantal patenten. In Leiden is een regionaal farma-excellence cluster ontstaan. De overheid is in haar rol zowel voorschrijvend als kaderstellend. Er wordt wet- en regelgeving ontwikkeld op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieu. De uitvoering van toezicht op deze wetten en regels wordt meer en meer verplaatst naar bedrijven. De voornaamste oorzaak is de terugtredende overheid, welke streeft naar intern toezicht. Dit werd lange tijd bemoeilijkt doordat Brussel het risico ontoelaatbaar achtte. Hoewel nog niet alle lidstaten het minimumniveau hebben bereikt, geeft de EU een aantal lidstaten waaronder Nederland, bij wijze van testfase, de mogelijkheid om toezicht grotendeels te internationaliseren. Uiteindelijk blijft de overheid verantwoordelijk voor het stempel van goedkeuring, maar in het voortraject worden de activiteiten uitgevoerd door de bedrijven zelf of door andere private certificerende instellingen. Om de kwaliteit en veiligheid te kunnen blijven garanderen sluit de overheid convenanten af met (groepen) bedrijven, waarin minimumeisen voor kwaliteits- en risicobeheerssystemen zijn vastgelegd.
De EU staat Nederland toe om, bij wijze van testfase, het toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu grotendeels te internaliseren.
Fig. 25 R&D-budget als % van omzet binnen de
sector
50
Fig. 26 Uitgaven aan duurzame artikelen als % van totale boodschappen
Fig. 27 Aantal externe inspecties bij farmaceutische productiefaciliteiten
Openbaarmaking van informatie speelt een sleutelrol. Niet alleen de overheid, maar ook bedrijven zijn zelf verplicht om relevante informatie over producten en productieprocessen te publiceren. Een deel van de verantwoordelijkheid wordt hiermee ook bij de eindgebruiker neergelegd. Van zowel consumenten als patiënten wordt verwacht dat zij zichzelf actief informeren over de producten die zij aanschaffen en tot zich nemen. Het internet en andere media worden hierbij ingezet. Op de website van de Autoriteit Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Milieu (AVVM – een samenvoeging van de Voedselen Warenautoriteit en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) is voor elke apotheek, supermarkt, internetwinkel of restaurant te vinden waar hun producten vandaan komen en of er eventuele onregelmatigheden zijn aangetroffen. Gebruikers en bezoekers
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 50
21-11-12 15:54
kunnen op deze website ook hun reviews achterlaten.
Bedrijfsomgeving Europa heeft zich de afgelopen jaren zwaar ingespannen om de doelstellingen voor CO2-reductie in 2020 te halen. Met 18 procent minder uitstoot ten opzichte van basisjaar 2005 is deze doelstelling net niet gehaald, maar grote stappen zijn gezet. Strenge wet- en regelgeving zijn hiervan de aanjager geweest. Daarnaast is het door de immer stijgende olie- en gasprijzen, met een record olieprijs in februari 2019 van 200 dollar per vat, steeds aantrekkelijker om alternatieve bronnen van energie te ontwikkelen. In 2020 is het voldoen aan wet- en regelgeving op het gebied van het terugdringen van verspilling en het beperken van de ecologische voetafdruk een vanzelfsprekendheid, omdat het financieel de enige optie is om te overleven. Een voorbeeld hiervan is het combineren van transportcapaciteit, waarbij een frisdrankenfabrikant en een farmaceutisch bedrijf jaarlijks 20.000 kilometer minder rijden doordat zij hun producten gezamenlijk vervoeren. De Nederlandse innovatiegraad is hoger dan ooit. Bijna 50 procent van de bedrijven binnen de sector realiseert technologische innovaties. Ten opzichte van de voedingsmiddelenindustrie loopt de farmaceutische sector hierin voorop, zoals inherent is aan het karakter van de industrie. Een groot deel van de omzet van bedrijven wordt gerealiseerd met producten die de laatste drie jaar zijn geĂŻntroduceerd. Mede door het topsectorenbeleid is de gouden driehoek (overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen) versterkt, waarbij het zwaartepunt voor innovatie duidelijk bij de bedrijven ligt.
Door een nieuw systeem voor het bewaken van het intellectuele eigendom voor levensmiddelen en de afnemende macht van de retailers komen de opbrengsten van innovatie steeds vaker bij de innoverende partij terecht. Ook binnen de productieketen verbinden producenten, leveranciers en machinefabrikanten zich aan projecten gericht op proces-, product- en verpakkingsinnovatie. Om bijvoorbeeld het gebruik van water bij de productie van zuivelproducten te verminderen, is gedetailleerde kennis van het productieproces noodzakelijk. 37 procent van alle voedsel- en drankwaren wordt via internet aangeschaft en producenten doen steeds meer aan direct sales. Hiermee is de dwingende macht van de traditionele retailers sterk afgenomen. Een groot deel van deze internetwinkels verkoopt alleen producten met certificaten die de duurzaamheid garanderen. Ook medicijnen, met name generieke, worden voor een substantieel deel via online-apotheken afgenomen. De levenscyclus van producten wordt alsmaar korter en dit versterkt de noodzaak tot innovatie. Bedrijven die niet innoveren, blijven achter. Ook omdat partners in de keten dan minder bereid zijn tot samenwerking.
Mede door het topsectorenbeleid is de gouden driehoek van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen versterkt. Het imago dat de maatschappij van de Nederlandse Food, Beverage & Farma-sector heeft is zeer positief. De kwaliteit van de producten is hoogstaand en de voedselveiligheid in Nederland was niet eerder zo gewaarborgd. De vraag vanuit het buitenland naar Nederlandse producten is mede
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 51
51
21-11-12 15:54
De ontwikkeling van onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector
houdswerkzaamheden. De onderhoudsmonteur wordt steeds meer een administratieve techneut. Alle documentatie leidt tot een enorme verzameling van data over het onderhouds- en productieproces. Steeds meer organisaties zijn in staat om de interne kwaliteitssystemen te koppelen aan onderhoudsinformatiesystemen (OIS). Dit geeft inzicht in slijtagepatronen en de meest voorkomende storingen; onderhoud kan op deze manier ver vooruit worden gepland en in veel gevallen ook op afstand worden uitgevoerd. Onderhoudsbedrijven die zich specialiseren in het bewaken en monitoren van interne kwaliteit kunnen zich onderscheiden van hun concurrenten.
De toename van wet- en regelgeving en de verschuiving van het toezicht van extern naar intern heeft grote gevolgen voor het beheer en onderhoud binnen de sector. Dit geldt met name voor de voedsel- en drankenindustrie. Met het instellen van interne kwaliteitssystemen komen er nieuwe verplichtingen voor het traceren, verifiĂŤren en documenteren van de verrichte onder-
Door de eisen voor openbaarmaking is transparantie binnen onderhoudspartijen cruciaal. Er moet precies aangegeven worden welk type food grade smeermiddel is gebruikt om de schrootmolen van een bierbrouwerij te smeren. Ook het aandeel van onderhoudswerkzaamheden in de ecologische voetafdruk moet gedetailleerd kunnen
hierdoor zeer hoog. Ook maakt het goede imago het voor bedrijven in deze industrie makkelijker om personeel aan te trekken, ook omdat de arbeidsvoorwaarden zeer aantrekkelijk zijn. Onderwijsinstellingen en bedrijven hebben nauw contact over de aansluiting van opleidingen op het onderwijs. Op verschillende onderwijsniveaus zijn stages voor technische studies verplicht om de link met de praktijk te bewerkstelligen. Technici geven wekelijks gastcolleges en hun enthousiasme inspireert jongeren.
52
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 52
21-11-12 15:54
worden berekend en verklaard. Het voldoen aan de verschillende certificaten van de inspecterende instellingen is een must voor onderhoudsbedrijven om aan het werk te blijven. Dit loopt uiteen van ISO-normen, tot meer specifieke regels als de Good Manufacturing Practices voor Food & Farma en de richtlijn voor het gebruik van biociden bij het onderhoud aan en het reinigen van installaties.
Het aandeel van onderhoudswerkzaamheden in de ecologische voetafdruk moet tot op de centiliter kunnen worden berekend en verklaard.
Uitdagingen in het ‘neusje van de zalm’-scenario • Druk op het voldoen aan hogere eisen op het gebied van transparantie en de verantwoording van onderhoudswerkzaamheden • Optimaliseren, bewaken en monitoren van interne kwaliteitssystemen • Continue innovatie vraagt om hoogwaardige en flexibele dienstverlening • Hoge grondstof- en energieprijzen vragen om bewust gebruik hiervan binnen het onderhoudsproces
6.3 Het ‘bittere pil’-scenario De vraag naar kwalitatief hoogstaand onderhoud wordt versterkt door de continue innovatie en de invloed daarvan op het productieproces. De kortere levenscyclus van producten leidt tot een toename van flexibele productiefaciliteiten. In deze flexibele productieomgevingen kunnen verschillende installaties als Lego-blokken op verscheidene manieren met elkaar worden verbonden om zo meerdere, wisselende productieprocessen te faciliteren. Onderhoud aan deze installaties vereist eenzelfde flexibiliteit. Om hier goed mee om te kunnen gaan, wordt de beheer- en onderhoudsorganisatie geïntegreerd in de productieorganisatie. Waar onderhoud is uitbesteed, betekent dit dat externe partijen op hoog niveau meedenken met de klant en niet alleen gericht zijn op instandhouding van de bestaande productiefaciliteiten. In sommige gevallen worden onderhoudsmonteurs van derde partijen volledig opgenomen in de bedrijfsstructuur en gedragen zij zich volgens de geldende normen en waarden. Wederzijds vertrouwen is de sleutel tot succes.
Duurzaam ondernemen loont niet en uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu ligt bij de overheid. Het ‘bittere pil’-scenario in het kort • Zware economische omstandigheden leiden tot een hevige concurrentie op basis van kostprijs • Een reeks incidenten leidt tot uitvoering van extern toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu • Het Nederlandse vestigingsklimaat is verslechterd; delen van de voedsel- en drankenindustrie en de farmaceutische industrie verdwijnen uit ons land • Lage innovatiegraad; door kostenbesparingen wordt vooral gekeken naar automatisering • Hoge werkeloosheid leidt tot laag gekwalificeerde omgeschoolde ‘techneuten’
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 53
53
21-11-12 15:54
Macro-omgeving Het zijn zware tijden in Europa. De economie schommelt sinds de hevige crisis van 2013 tussen stilstand en recessie en het afgelopen jaar was er vooral sprake van economische krimp. In veel sectoren wordt hevig geconcurreerd op kostprijs. De toch al krappe marges staan extra onder druk. De overheidsfinanciën leiden onder de slechte economische omstandigheden en er zal ook dit jaar een begrotingstekort zijn. Nederland is één van de lidstaten die de onlangs bijgestelde norm van 5 procent van het BBP in 2020 niet zal halen. De euro staat daardoor zwaar onder druk en er zijn geluiden dat de ‘val van de euro’ dichtbij is. De linkse coalitie in Nederland probeert door middel van forse bezuinigingen in een aantal sectoren, waaronder de industriële sector, grip te houden op de financiën.
denten had een dodelijke afloop, waarbij ook kinderen het slachtoffer waren. De bedrijven, verantwoordelijk voor het melkschandaal en de besmette bètablokkers, hebben hun deuren moeten sluiten op last van de inspectie. De overheid heeft het toezicht op de wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieu bijna volledig naar zich toe getrokken. Echter, door de begrotingstekorten van de afgelopen jaren heeft de overheid maar beperkt beschikking over mensen en financiële middelen om dit toezicht naar behoren uit te voeren. In de praktijk betekent dit vooral dat de frequentie van de inspecties zeer laag is.
Door een aantal incidenten met dodelijke afloop ligt de levensmiddelen- en farmaceutische industrie onder een vergrootglas. De eindgebruikers van Food, Beverage & Farma-producten maken zich vooral zorgen om hun portemonnee. Kiloknallers vinden gretig aftrek bij alle lagen van de bevolking en zorgverzekeraars hebben de vergoedingen voor gepatenteerde specialties sterk beperkt. Private labels en huismerken heersen in de supermarktschappen; een ontwikkeling die wordt gedreven door de retailers die hierop een hogere marge kunnen verdienen. Consumenten en patiënten staan behoorlijk onverschillig tegenover de kwaliteit en veiligheid van het product en de productieprocessen. Ook voor het milieu en het verkleinen van de ecologische voetafdruk is weinig aandacht. Duurzaamheid is een ware hype gebleken en is slechts nog in trek bij de ‘grachtengordel’.
Door ernstige incidenten binnen de levensmiddelen- en farmaceutische sector ligt deze nu onder een vergrootglas. Een aantal inci-
54
Kiloknallers vinden gretig aftrek en zorgverzekeraars sturen sterk op het gebruik van generieke medicijnen.
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 54
21-11-12 15:54
Fig. 28 R&D-budget als % van omzet binnen de
sector
lagere kosten van hoogopgeleid personeel, is het voordeliger in deze landen te produceren. Bovendien is de vraag naar specialties in deze markten groter dan in WestEuropa. De voedsel- en drankenindustrie blijft meer lokaal aanwezig, waarbij de hoge kwaliteit van de haven van Rotterdam logistieke - en transportkosten laag houdt en verplaatsing dus minder noodzakelijk is. Toch wordt ook binnen Food en Beverage voor producten met een lange houdbaarheid zoveel mogelijk geprobeerd deze centraal te produceren om te profiteren van schaalvergroting.
Bedrijfsomgeving
Fig. 29 Uitgaven aan duurzame artikelen als % van totale boodschappen
Fig. 30 Aantal externe inspecties bij farmaceutische productiefaciliteiten
Door de ongunstige economische omstandigheden is het vestigingsklimaat verslechterd. Wegens de hevige concurrentie op kosten en het aflopen van patenten, verplaatsen veel farmaceutische bedrijven de productie van organische geneesmiddelen naar de snelgroeiende economieën zoals China en Brazilië. Vanwege zowel het kleine volume en de hoge toegevoegde waarde van het product, als vanwege de relatief
De sterke concurrentie op kostprijs raakt vrijwel alle bedrijven. De druk komt zowel van de eindgebruiker als van de tussenpersonen, zoals retailers en zorgverzekeraars. Producenten zijn dus in een vacuüm beland. Om te overleven is in de gehele keten sprake van kortetermijnvisie en alle partijen vallen terug op ‘proven methods’. Kostenreductie-programma’s in de voedsel- en drankenindustrie die in veel gevallen mondiaal worden uitgerold, laten geen ruimte voor R&D-uitgaven. De farmaceutische industrie is voor haar voortbestaan meer afhankelijk van uitgaven aan onderzoek naar nieuwe medicijnen, waardoor de R&Dbudgetten in deze sector stabieler blijven. De kostenfocus heeft als aanjager gewerkt voor een aantal grote vernieuwingen op het gebied van automatisering. Bedrijven willen hun afhankelijkheid van mensen verminderen om zo kosten te besparen en het risico op menselijke fouten te verminderen. Deze automatisering heeft wel tot gevolg dat een bedrijf steeds sterker afhankelijk is van de techniek en leunt op een beperkt aantal mensen.
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 55
55
21-11-12 15:54
door aantrekkelijk. Technisch geschoold personeel vanuit andere industrieën laat zich omscholen om als zij-instromer aan de slag te kunnen. Dit zorgt enerzijds voor een verlichting van de kwantitatieve schaarste, maar anderzijds neemt de kwalitatieve schaarste alleen maar verder toe. Een gebrek aan kwalitatief goed personeel is één van de belangrijkste oorzaken van de verscheidene incidenten die hebben plaatsgevonden. De kwaliteit van het onderwijs speelt hierbij een cruciale rol. Het bedrijfsleven wordt nauwelijks betrokken bij de praktische invulling van het onderwijs, waardoor de aansluiting tussen opleiding en praktijk slecht is. Uit benchmarkgegevens blijkt dat bedrijven in de technische sector al een aantal jaar steeds minder stageplaatsen aanbieden.
De ontwikkeling van onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector
De sector is zeer gesloten. Bedrijven zijn terughoudend in het delen van kennis en informatie omdat ze niets prijs willen geven aan hun concurrenten. Om deze reden is het Food Innovation Platform dat in 2015 opgericht is om Nederlandse innovaties te lanceren, onlangs ontbonden.
Er is sprake van kortetermijndenken in de hele keten. Het ongunstige bedrijfsklimaat en de hoge automatiseringsgraad leiden tot een dieptepunt in het werkloosheidscijfer dat nu op 21 procent ligt. De voedsel- en drankenindustrie is echter nog altijd een industrie met voldoende werkgelegenheid en daar-
56
Vanwege de druk op kosten staan alle investeringen onder druk en dit raakt uiteraard ook het onderhoud. Door overcapaciteit binnen veel productiefaciliteiten (voornamelijk binnen farmaceutische fabrieken) en beperkte budgetten voor het vervangen van installaties, komt de focus van het onderhoud op levensduurverlenging te liggen (en in sommige gevallen wordt een sterfhuisconstructie toegepast). In de voedselindustrie zijn productielijnen met regelmaat dubbel uitgevoerd om betrouwbaarheid te garanderen. Waar asset owners voorheen sommige onderdelen van deze lijnen zonder onderhoud lieten lopen totdat ze aan vervanging toe waren, wordt nu ook hier gepoogd met minimaal onderhoud een maximale levensduur te bereiken. Een aantal innovatieve interne en externe onderhoudsorganisaties ziet het als uit-
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 56
21-11-12 15:54
daging om het management van de asset owners te overtuigen dat er in deze zware tijden kansen liggen om te investeren in de betrouwbaarheid van installaties. Als een installatie onverwacht stil komt te liggen, zijn dit kostbare verliezen. Door middel van uitgewerkte business cases dringt door dat een proactieve onderhoudsstrategie een verbeterde concurrentiepositie kan opleveren. Het is voor dienstverleners een kans om in het kader van beheer en onderhoud onderscheidend te zijn op het gebied van Reliability Centered Maintenance (RCM).
De focus ligt op levensduurverlengend onderhoud en er komt meer aandacht voor Reliability Centered Maintenance. Prijs is de belangrijkste factor bij het uitbesteden van onderhoud. Onderhoudsbedrijven die hun kosten laag weten te houden door efficiënt gebruik te maken van mensen en materialen hebben een voorsprong op hun concurrenten. Vooral voor de onderhoudspartijen in het midden- en kleinbedrijf valt hier een slag te maken. De onderhoudswereld is gefragmenteerd en bij een shutdown is het zelfs mogelijk dat er meer dan 200 verschillende externe partijen werkzaamheden uitvoeren. Producenten proberen hun aansprakelijkheid te minimaliseren door risico’s weg te leggen bij deze andere partijen in de keten. In uitgebreide contracten wordt zeer gedetailleerd beschreven wie de verantwoordelijkheid draagt voor welke taken. Ook worden maatregelen bepaald in het geval er iets mis gaat. Bedrijven die leveren aan de eindgebruiker willen de aansprakelijkheid bij de producent neerleggen, waardoor het risico vaker bij de leveranciers ligt. Voor onderhoudsbedrijven is het noodzakelijk voldoende juridische kennis in huis te hebben om goed met deze situatie om te gaan.
Uitdagingen in het ‘bittere pil’scenario • De sterke focus op kostprijs vraagt om onderhoudsbedrijven die een grote efficiëntieslag kunnen maken • Groeiende technologische afhankelijkheid door automatisering • Noodzaak om verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid duidelijk te specificeren in contracten • Kortetermijndenken doorbreken en het belang van beheer en onderhoud kwantificeren
6.4 Het ‘op eieren lopen’-scenario
Het ‘op eieren lopen’-scenario in het kort • De actieve overheid probeert duurzaam ondernemen te stimuleren • Na een aantal incidenten ligt de uitvoering van het toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu weer volledig bij de overheid • Een betrokken en kritische consument of patiënt dwingt een zeer hoge voedsel- en patiëntveiligheid af • Er is sprake van regionalisering; lokale en verse producten zijn in trek. In sommige gevallen worden productiefaciliteiten terug naar Nederland verplaatst • Zorgverzekeraars en retailers fungeren als vertegenwoordigers van de eindgebruikers en leggen eisen op aan de producenten
Duurzaam ondernemen loont en uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu ligt bij de overheid. VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 57
57
21-11-12 15:54
Macro-omgeving Nederland is op de weg terug. Na een aantal slechte en grillige jaren trekt de economie weer aan en er is sprake van een bescheiden groei. De overheid voelt zich verantwoordelijk voor het herstel van de bedrijvigheid en wil hierin een actieve rol spelen. Door de reactieve maatregelen op de financiële crisis, is er de afgelopen jaren weinig aandacht geweest voor de klimaatcrisis. Doelstellingen voor CO2-reductie die in Europees verband zijn afgesproken, zijn niet gehaald. Toch liggen er ver uitgewerkte overheidsplannen om te conformeren aan het nieuwe broeikasgastarget voor 2030. Door middel van subsidies en fiscale stimulering probeert het kabinet bedrijven extrinsiek te motiveren om duurzaam te ondernemen. Een voorbeeld hiervan is een nieuw statiegeldsysteem, waar ook alle glas- en kartonproducten onder vallen. Een ander instrument is het herzien en aanscherpen van de duurzaamheidsnormen en –regels; een proces waar het bedrijfsleven door middel van rondetafelsessies inspraak in heeft. Met het aantrekken van de mondiale economie stijgt de consumptie wereldwijd, wat leidt tot een scherpe stijging van de grondstofprijzen. Dit is voor bedrijven een extra reden om op zoek te gaan naar meer duurzame vormen van productie, waarbij het terugdringen van verspilling van materialen centraal staat.
Een sterke stijging van de grondstofprijzen is voor bedrijven een extra reden om op zoek te gaan naar meer duurzame vormen van productie.
58
Hoewel in 2017 voorzichtig is geprobeerd de uitvoering van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu op de levensmiddelensector en de farmaceutische industrie meer intern bij de bedrijven te leggen, is Nederland door de Europese Unie teruggefloten. Brussel is geen voorstander van deze ontwikkeling en staat niet toe dat de overheid deze taak uit handen geeft. Dit besluit is door het huidige kabinet positief ontvangen, zeker na de schandalen die zich in 2018 en 2019 hebben voorgedaan met dioxine-eieren en het gebruik van te hoge doses antibiotica voor pluimvee. Inspecties vinden plaats op zeer regelmatige basis en het is voor bedrijven zo goed als onmogelijk om de grenzen van het toelaatbare op te zoeken. De eindgebruiker is betrokken, kritisch en in sommige gevallen zelfs agressief te noemen. Hoewel er uiteraard ook naar de prijs wordt gekeken, maken mensen zich vooral zorgen over de kwaliteit en veiligheid van levensmiddelen en farmaceutische producten en
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 58
21-11-12 15:54
is gekomen dan zal de leverancier deze rekening bij de onderhoudspartij neerleggen.
de productieprocessen binnen deze sectoren. De verkoop van sigaretten daalt jaarlijks en inmiddels zijn alle tabaksfabrikanten uit Nederland vertrokken. Consumenten en patiĂŤnten schromen niet om de gang naar de rechter te maken als iets hen niet bevalt. Als zij op deze manier niet worden gehoord, proberen zij via goed georganiseerde demonstratieve acties productiefaciliteiten stil te leggen. Zowel bedrijven als de overheid moeten hiervoor voortdurend op hun hoede zijn. Ook tussen partijen in de keten onderling is veel aandacht voor aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid; iedere schakel moet in staat zijn om zijn ecologische voetafdruk te verklaren. Als een farmaceutisch producent zijn foliumzuurtabletten uit het schap van de drogist moet halen omdat het gebruikte tarwezetmeel niet in orde is, dan krijgt de leverancier van het tarwezetmeel de rekening gepresenteerd. Als het tarwezetmeel besmet is geraakt door afvalwater dat tijdens het plegen van onderhoud op de verkeerde plaats terecht
Fig. 31 R&D-budget als % van omzet binnen de
sector
Fig. 32 Uitgaven aan duurzame artikelen als % van totale boodschappen
Fig. 33 Aantal externe inspecties bij farmaceutische productiefaciliteiten
Bedrijfsomgeving Duurzaam ondernemen als speerpunt levert voor bedrijven geen concurrentievoordeel meer op. Mede door de aangescherpte wet- en regelgeving en de hoge grondstofprijzen, staat de uitvoering van het duur-
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 59
59
21-11-12 15:54
zaamheidsbeleid hoog op de strategische agenda. Tussenpersonen, zoals het Verbond van Zorgverzekeraars en de Vereniging van Detailhandelaren, nemen een duidelijke positie in tussen de producenten en de eindgebruikers. Zij werpen zich op als belangenvertegenwoordigers van consumenten en patiënten en bundelen de wensen van deze groepen. Innovatie is hoofdzakelijk gestuurd door de gebruikerswensen. In de zoektocht naar nieuwe, verbeterde productieprocessen en producten gaan bedrijven voornamelijk de samenwerking aan met kennisinstellingen. Dat biedt meer onafhankelijkheid en minder risico dan het aangaan van samenwerkingsverbanden met ketenpartners. Sinds een aantal jaar steekt de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) hier namelijk in veel gevallen een stokje voor.
Tussenpersonen zoals het Verbond van Zorgverzekeraars en de Vereniging van Detailhandelaren nemen een duidelijke positie in tussen de producenten en eindgebruikers. Binnen de voedselindustrie is een grote vraag naar verse en gemaksproducten, zoals luxe kant-en-klaarmaaltijden en yoghurt in verpakkingen waarbij geen lepel nodig is voor consumptie. In combinatie met de vraag naar versheid kiest de consument steeds vaker voor regionale producten, bijvoorbeeld van een klein familiebedrijf in de Betuwe dat limonadesiroop produceert. Veel kleinere bedrijven, maar ook enkele grotere, spelen hierop in door hun productie te regionaliseren en ook door productiecapaciteit die in het verleden naar lagelonenlanden is verplaatst weer terug te halen naar Nederland. Productiebedrijven
60
worden flexibeler en sneller in het leveren van een grote variatie aan producten. Ook beschikken deze organisaties over een fijnmazig logistiek netwerk waardoor ze elke dag verse producten kunnen leveren. Nederlandse bedrijven lopen hierin voorop. In het kader van de kernindustrie Levensmiddelen, een voortzetting van het topsectorenbeleid onder een andere naam, gaan Nederlandse ondernemers uit de voedselen drankenindustrie steeds vaker naar ontwikkelingslanden om kennis over het opzetten van voedselmarkten te exporteren. Voor de Nederlandse ‘Big Pharma’ geldt dat er veel concurrentie is met opkomende economieën. Een aantal concerns heeft daarom besloten productiefaciliteiten te verplaatsen van West-Europa naar landen als China en Brazilië.
De ontwikkeling van onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector De aandacht van het hogere management voor beheer en onderhoud neemt toe. Uit onderzoek blijkt dat er bij 40 procent van de asset owners binnen de Food, Beverage & Farma-sector iemand met een technische achtergrond in het management zit. Bedrijven voelen de druk om duurzaam te produceren en verspilling te verminderen en zien onderhoud hierbij als een instrument waarin kan en moet worden geïnvesteerd. Met
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 60
21-11-12 15:54
bij meer om totaaloplossingen, zoals een ruimte die constant op 4 graden Celsius wordt gehouden met een luchtdruk van 1050 hPa. Dit doel is belangrijker dan de manier waarop dit wordt gerealiseerd of het in eigendom hebben van de hiervoor benodigde installaties. In 2017 heeft één van de grootste voedselfabrikanten het ‘Sustainable Outsourcing Spectrum’ in het leven geroepen. Binnen dit concept wordt kritisch naar alle (interna-
een bedrijfskundige blik wordt onderhoud steeds verder geïntegreerd in de algehele bedrijfsstrategie. Onderhoudsmedewerkers worden al bij het ontwerpstadium van een installatie of productieproces ingeschakeld om de effecten van onderhoud in de ontwerpeisen mee te nemen. Door het toepassen van een risk-based benadering, wordt de onderhoudsfunctie niet meer als een kostenpost gezien, maar als een investering. Risico’s hebben dan voornamelijk betrekking op het in stand houden van de productiekwaliteit en algehele reputatie en het voldoen aan veiligheids- en milieueisen. Organisaties kijken op grote schaal naar de total cost of ownership van hun installaties en betrekken de onderhoudspartij hier actief bij. Bij het uitbesteden van onderhoud zijn de eisen en voorwaarden sterk veranderd. Waar voorheen bijna exclusief naar prijs werd gekeken, worden onderhoudspartijen nu vooral beoordeeld op hun vermogen om te ‘ontzorgen’. Zaken als energie- en watervoorziening worden bijna geheel bij externe partijen gelegd. Asset owners vragen hier-
tionale) dienstverleners gekeken en is een aantal criteria op het gebied van People, Planet en Profit opgesteld, waaraan hun partners dienen te voldoen. Gebruik van groene energiebronnen, het compenseren van overwerk en aandacht voor ontwikkelingsprojecten zijn hier een selectie van. Dit betekent voor onderhoudspartijen een omschakeling in hun beleid. Een aantal is al vroeg op dit concept meegelift en is nu in staat om het in te zetten als marketingen recruitmenttool en onderhoudsprofessionals aan zich te binden.
Uitdagingen in het ‘op eieren lopen’-scenario • Regionalisering leidt tot een fragmentatie van onderhoudswerkzaamheden en een flexibele onderhoudsaanpak • Gevoed door de kritische eindgebruiker, eist de producent transparantie omtrent onderhoudsprocessen en de ecologische voetafdruk • Asset owners zoeken totaaloplossingen en zijn het meest geïnteresseerd in solution providers • Door het scherpe toezicht stelt de productie zeer hoge eisen aan onderhoudsprofessionals
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 61
61
21-11-12 15:54
62
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S
06_toekomstscenario.indd 62
21-11-12 15:54
7. Strategievorming De beschreven scenario’s geven een heldere indruk van de krachten die richting 2020 op onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector inwerken. In dit hoofdstuk wordt een aantal strategische opties besproken die onderhoudsbedrijven- en afdelingen in kunnen zetten om in dit krachtenveld te floreren (alinea 7.1, 7.2 en 7.3). Deze opties bieden onderhoudspartijen concrete aanknopingspunten bij het maken van strategische keuzes. Ook wordt op een aantal opties voor de NVDO ingegaan (alinea 7.4). Zoals gebruikelijk in het NVDO Onderhoudskompas, wordt bij de presentatie van de verschillende strategische opties gebruikgemaakt van de analogie van het type onderhoudsbedrijf- of afdeling. Hierbij wordt uitgegaan van drie focusgebieden, te weten efficiency, kennis & innovatie en de klant. Voor een toelichting op deze indeling verwijzen wij u graag naar bijlage 4. Met het koppelen van de strategische opties aan de gepresenteerde scenario’s, ontstaat inzicht in de relevantie of het toekomstpotentieel van elke optie. Deze relevantie van een bepaalde optie in een specifiek scenario wordt uitgedrukt op een schaal van 0 tot 3, waarbij 3 staat voor maximaal en 0 voor minimaal toekomstpotentieel. Dit is zichtbaar in tabel 7, 8 en 9.
Uw strategische focus als startpunt Voor het maken van een keuze voor één van de focusgebieden; efficiency, kennis & innovatie of de klant, is het voor u als ondernemer of manager van groot belang om te weten waar de sterke en zwakke punten van uw bedrijf of afdeling en de behoeften van (interne) klanten liggen. Het profiel van uw huidige bedrijf of afdeling dient namelijk als belangrijk startpunt voor het bepalen welke strategische opties, die in deze paragraaf worden genoemd, relevant zijn voor uw bedrijf. Op basis van de primaire bedrijfsoriëntatie en bijbehorende strategische focus kunt u namelijk na gaan denken over strategische opties die bij het bedrijf of afdelingen passen en die een goede uitwerking hebben in de geschetste toekomstscenario’s.
7.1 Opties voor bedrijven en afdelingen met een focus op efficiency Doorbreken van kortetermijndenken Onderhoud wordt in veel gevallen als kostenpost gezien en niet als investering of als bijdrage aan de bedrijfsdoelstellingen. Zeker in tijden van economische druk heerst het kortetermijndenken bij management, waardoor onderhoud wordt uitgesteld of budgetten sterk worden gereduceerd. Onderhoudsbedrijven en -afdelingen kunnen deze beeldvorming bij de asset owners positief beïnvloeden door de positieve bijdrage van onderhoud aan het bedrijfsresultaat te
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 63
63
22-11-12 08:50
kwantificeren met behulp van uitgewerkte business cases. Een andere methode om de impact van onderhoud duidelijk te maken is het uitvoeren van sensitiviteitsanalyses.
Vergroten juridische kennis In een aantal toekomstscenario’s worden risico’s en aansprakelijkheden verlegd binnen de keten. Door toenemende behoefte aan transparantie vanuit de maatschappij, leggen eindproducenten eisen op aan leveranciers en dienstverleners. Voor onderhoudsbedrijven betekent dit een shift in het aangaan van klantrelaties en het onderhandelen van voorwaarden. Het is van groot belang dat zij over voldoende juridische kennis beschikken om als volwaardig partner aan tafel te kunnen zitten bij contractonderhandelingen. Daarnaast moeten zij in staat zijn de grenzen van hun verantwoordelijkheid adequaat te kunnen verdedigen in geval van misstanden.
64
Innoveren op het gebied van duurzame (onderhouds)technieken en het terugdringen van verspilling Het terugdringen van verspilling van grondstoffen en energie is een krachtig instrument om kosten te besparen. Asset owners en dienstverleners die op dit gebied excelleren en praktisch toepasbare innovaties kunnen ontwikkelen, onderscheiden zich hiermee van hun concurrenten. Dit toont zich voornamelijk in toekomstscenario’s waar de overheid, tussenpersonen en eindgebruikers hoge eisen stellen aan de duurzaamheid van productie- en onderhoudsprocessen.
Ontwikkelen van innovatieve verdienmodellen Binnen de huidige onderhoudsmarkt liggen de prijs of kosten van beheer- en onderhoudswerkzaamheden via contracten vaak grotendeels vast. Binnen een aantal toekomstscenario’s is het aannemelijk dat asset
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 64
22-11-12 08:50
owners gaan experimenteren met het variabel maken van deze prijs of kosten. De vergoeding voor verrichte onderhoudswerkzaamheden wordt gekoppeld aan het niveau van de geleverde prestaties. Onderhoudsbedrijven kunnen een proactieve functie nemen in het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen, waarbij bijvoorbeeld het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd in een fabriek, welke bezit is van de betreffende onderhoudspartij of van een joint venture met een bedrijf dat productiepersoneel levert.
efficiëntieprogramma’s van productie- en onderhoudsprocessen inzetten om succesvolle kostenbesparingsprogramma’s te ondersteunen. Het is van belang welke incentive er wordt gecreëerd voor de partij die verantwoordelijk is voor de besparing. In de farmaceutische industrie is het bijvoorbeeld niet gebruikelijk dat installaties worden uitbesteed, maar ook hier kunnen onderhoudsbedrijven afspreken dat een in het eerste jaar behaalde kostenbesparing aan de onder-
Meedenken met de klant over kostenbesparingsprogramma’s
Specialiseren in integrale onderhoudsmethodieken
Economisch ongunstige tijden zullen een impuls geven aan het reorganiseren van productie- en onderhoudsafdelingen. Externe onderhoudspartijen kunnen hierbij effectief meedenken en hun ervaringen met eerdere
Sinds ruim tien jaar introduceren steeds meer asset owners integrale onderhoudsmethodieken zoals Total Productive Maintenance (TPM), Value Based Maintenance (VBM) en Reliability Centered Maintenance (RCM). Het is een grote uitdaging voor met name dienstverleners en leveranciers om voldoende kennis en ervaring op dit gebied te werven en niet alleen op operationeel niveau een bijdrage te leveren. Het is een optie voor onderhoudspartijen om zich volledig te specialiseren op specifieke onderhoudstechnieken, zoals preventief onderhoud, kostengedreven onderhoud op afstand of onderhoud gericht op levensduurverlenging. Asset owners hebben specialistische kennis over dergelijke technieken vaak niet in huis, terwijl dit wel significante efficiëntieslagen in het onderhoudsproces kan opleveren.
houdspartij zal worden uitgekeerd.
7.2 Opties voor bedrijven en afdelingen met een focus op kennis & innovatie Faciliteren en organiseren interne toezichtsfunctie Voor veel bedrijven binnen de voedsel- en drankenindustrie zal de overgang naar intern toezicht nieuwe taken en verant-
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 65
65
22-11-12 08:50
Leven in de brouwerij
Het neusje van de zalm
De bittere pil
Op eieren lopen
kortetermijndenken
2
1
3
1
7
Vergroten juridische kennis
1
1
3
3
8
1
3
2
2
8
3
2
1
2
8
3
1
3
2
9
3
3
3
3
12
Totale relevantie opties
Doorbreken van
Innoveren op het gebied van duurzaam ondernemen en terugdringen van verspilling Ontwikkelen van innovatieve verdienmodellen Meedenken met klant over kostenbesparingsprogramma’s
Specialiseren in integrale onderhoudsmethodieken
0 = geen relevantie, 3 = maximale relevantie
Tabel 7: Opties en hun relevantie in de scenario’s voor bedrijven met een focus op efficiency
woordelijkheden met zich meebrengen. De farmaceutische industrie heeft hier al meer ervaring mee. Onderhoudspartijen kunnen asset owners helpen bij deze transitie door zich te specialiseren in het proces van het uitvoeren van intern toezicht (het verzamelen van data, deze op integere wijze verwerken, in de juiste vorm documenteren en het openbaar maken van de resultaten). Daarnaast zullen onderhoudsbedrijven en
66
-afdelingen een werkmethode moeten ontwikkelen om kwalitatief hoogstaand intern toezicht te garanderen. Bedrijven dienen hun werknemers op te leiden om dit toezicht goed uit te voeren. Bijkomend zijn ook de praktische zaken, zoals de beschikking over bijvoorbeeld een tablet om tijdens onderhoudswerkzaamheden gelijktijdig te documenteren. Asset owners, maar ook dienstverleners en
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 66
22-11-12 08:50
toeleveranciers zullen moeten nadenken over hoe zij de extra werkzaamheden die met de uitvoering van intern toezicht ontstaan willen verdelen over de verschillende typen werknemers. Het onderscheid tussen overhead en directe onderhoudswerkzaamheden moet hiervoor goed in kaart worden gebracht, ook om de invloed op de Hands on Tool Time te kunnen meten.
Optreden als kennisprovider Voor veel asset owners wordt het steeds lastiger om alle kennis over productie, beheer, onderhoud en wet- en regelgeving in huis te hebben. Dienstverleners kunnen hierop inspelen door te investeren in specialistische kennis zoals de werking van GxP-eisen. Zij kunnen deze kennis inzetten bij meerdere asset owners, waardoor de investering zich sneller zal terugbetalen.
Investeren in IT De rol van IT en automatisering binnen de onderhoudsmarkt zal in de toekomst groeien. Het is in het belang van alle soorten en typen bedrijven dat zij hierin investeren. Onder-
houdsinformatiesystemen geven inzicht in de meest voorkomende storingen, waardoor onderhoud beter kan worden gepland en op een hoger niveau kan worden gebracht. Het bijhouden van het gebruik van grondstoffen en energie is nodig om de ecologische voetafdruk van onderhoud te beheren. Daarnaast kan automatisering de afhankelijkheid van mensen verkleinen en hiermee de schaarste aan technisch geschoold personeel verlichten. De afhankelijkheid van een kleinere groep technici neemt hierdoor echter wel toe. Hiernaast kan IT het uitvoeren van intern toezicht faciliteren door het verzamelen, traceren en verifiĂŤren van data over verrichte onderhoudswerkzaamheden.
Investeren in opleidingen Om mee te gaan met innovaties op het gebied van productie, beheer en onderhoud is het voor bedrijven noodzakelijk om te investeren in het opleiden van het eigen personeel. Dit kan door daadwerkelijk eigen opleidingen te starten, zoals levensmiddelentechnologie, of door dit in samenwerking met een aantal zakelijke partners te ver-
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 67
67
22-11-12 08:50
De bittere pil
Op eieren lopen
0
3
6
Optreden als kennisprovider
3
3
1
2
9
Investeren in IT
3
2
3
1
9
Investeren in eigen opleidingen
3
1
3
2
9
3
3
3
3
12
de zalm
3
Het neusje van
0
brouwerij
interne toezichtsfunctie
Leven in de
Totale relevantie opties
Faciliteren en organiseren
Inspelen op ontgroening en vergrijzing
0 = geen relevantie, 3 = maximale relevantie
Tabel 8: Opties en hun relevantie in de scenario’s voor bedrijven met een focus op kennis & innovatie
zorgen, maar ook met brancheverenigingen. De kwalitatieve kloof van starters op de technische arbeidsmarkt kan hierdoor verkleind worden. Een andere optie is om partnerships aan te gaan met bestaande regionale opleidingscentra en door middel van baangaranties jongeren te binden aan het bedrijf. Trainingen op het gebied van (eerstelijns) onderhoud voor het eigen personeel zijn hierbij cruciaal.
Inspelen op ontgroening en vergrijzing Ook onderhoudsbedrijven in de Food, Beverage & Farma-sector worden getroffen door de schaarste aan technisch geschoold personeel. Enerzijds moet het kennisverlies als gevolg van de vergrijzing worden opgevangen, anderzijds zullen bedrijven veel aandacht moeten besteden aan het afnemende aantal jongeren dat bij hen wil werken. Onderhoudspartijen kunnen door samenwerkingsverbanden met opleidings-
68
instellingen, maar ook door middel van het geven van gastcolleges nauw betrokken zijn bij het enthousiasmeren van jongeren voor een studie en een baan in de technische sector. Mede doordat het eindproduct van de Food, Beverage & Farma-sector zo een nadrukkelijke rol speelt in de maatschappij, kan een creatieve inzet van sociale media dit versnellen. Investeren in en het ontwikkelen van systemen voor kennisborging en het instellen van heldere overdrachtsvoorwaarden kan het vertrek van veel oudere werknemers verzachten.
7.3 Opties voor bedrijven en afdelingen met een focus op de klant Instellen op flexibele, veranderlijke productie- en onderhoudsomgeving In concurrentie met de opkomende economieĂŤn en de lagelonenlanden zal productie, en dus ook onderhoud in Nederland in som-
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 68
22-11-12 08:50
De bittere pil
Op eieren lopen
1
3
9
Optreden als solution provider
2
2
2
3
9
Investeren in klantrelatie
2
3
2
3
10
van de zalm
3
Het neusje
2
brouwerij
en onderhoudsomgeving
Leven in de
Totale relevantie opties
Instellen op flexibele, veranderlijke productie-
0 = geen relevantie, 3 = maximale relevantie
Tabel 9: Opties en hun relevantie in de scenario’s voor bedrijven met een focus op de klant
mige scenario’s steeds minder gericht zijn op bulkproducten. Hierbij komt dat de consument in een aantal toekomstscenario’s een hoge vraag uitoefent op verse en lokale producten. Met een grotere variatie in producten, snellere wisselingen in productielijnen en hogere omzetsnelheden wordt de productie- en onderhoudsomgeving steeds veranderlijker. Dit vereist een hoge mate van flexibiliteit van de onderhoudspartij en bijvoorbeeld meer specialisten voor procesbeheersing.
Optreden als solution provider Klanten vragen steeds meer om een totaaloplossing, waarbij zij zelf niet noodzakelijk betrokken willen zijn bij het specificeren van onderdelen van die oplossing. Onderhoudsbedrijven kunnen optreden als solution provider door op strategisch niveau mee te denken met de klant. Om een stap verder te gaan, kunnen zij hun kennis zo ver specialiseren dat externe onderhoudspartijen worden geïntegreerd in de organisatie van de
asset owner. Dit is nauw verbonden met de integratie van onderhoud met de algehele bedrijfsvoering, waar de Total Productive Maintenance (TPM)-methodiek een voorbeeld van is.
Investeren in de klantrelatie Dienstverleners zullen in hun klantrelaties moeten investeren. Het opbouwen van vertrouwen is de basis om als preferred supplier te worden aangewezen. In de scenario’s waarin er sprake is van intern toezicht komt hierdoor veel vertrouwelijke informatie en data beschikbaar. Via uitgebreide contracten wordt al veel vastgelegd, maar nog steeds zullen dienstverleners moeten bewijzen dat ze een betrouwbare partner zijn in het gebruik van deze data. Met het verlengen van de traditionele terugverdientijd van investeringen in bijvoorbeeld innovaties, wordt ook een handreiking gedaan.
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 69
69
22-11-12 08:50
7.4 Opties voor de NVDO als branchevereniging
Ondersteunen overgang naar nieuwe verdienmodellen
Naast de hiervoor beschreven strategische opties voor onderhoudsbedrijven en –afdelingen binnen de Food, Beverage & Farmasector is ook een aantal opties te formuleren voor de NVDO als branchevereniging. Op basis van de verschillende toekomstscenario’s dient de NVDO zich voortdurend af te vragen hoe zij haar leden zo goed mogelijk kan ondersteunen in het realiseren van hun doelstellingen.
De kosten en prijs die voor onderhoud worden gesteld zullen in de toekomst een groter variabel karakter hebben. Hierbij zal de nadruk steeds vaker liggen op het bieden van totaaloplossingen door de onderhoudspartij. De NVDO kan haar leden ondersteunen in deze overgang door voorlichting te geven over de verschillende nieuwe beloningsstructuren, innovatieve verdienmodellen en door best practices te delen.
Verzorgen van een audit-opleiding
Begeleiden bij ontwerpen intern toezicht
Als er sprake is van intern toezicht, wordt dit deels uitgevoerd door private certificerende instellingen. Dienstverleners en adviseurs werkzaam in de onderhoudssector kunnen zich hier ook in gaan specialiseren. De NVDO kan dit faciliteren door zelf een audit-opleiding te verzorgen of samenwerkingsverbanden aan te gaan met kennisinstellingen die deze opleidingen geven.
De overgang naar intern toezicht brengt voor onderhoudsbedrijven grote veranderingen met zich mee. Kwaliteitsbewaking zal in de dagelijkse werkzaamheden moeten worden ingebouwd. De NVDO kan bedrijven helpen bij het ontwerp van deze nieuwe concepten en organisatie. Dit kan door middel van het delen van best practices, het opzetten van een kennisplatform en het organiseren van een congres omtrent dit onderwerp.
70
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 70
22-11-12 08:50
Vergroten van juridische kennis van de leden In meerdere scenario’s wordt de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid steeds verder weggelegd in de keten. Dit gebeurt grotendeels middels gedetailleerde uitbestedingscontracten waarvoor steeds meer juridische kennis vereist is. De NVDO met haar verschillende Secties, kan haar leden helpen bij het vergroten van hun juridische kennis door middel van kennisdeling in de vorm van publicaties, workshops over hoe je een contract opstelt en andere vormen van voorlichting.
Begeleiden bij het verwerken van data over onderhoudsproces In de scenario’s waarin sprake is van intern toezicht zullen meer en meer data over het productie- en onderhoudsproces worden verzameld. Het is voor onderhoudsbedrijven een uitdaging om op integere wijze met deze data om te gaan en dit tegelijkertijd te kunnen inzetten bij het verbeteren van het onderhoudsproces en daarmee de klantrelatie. Door het geven van workshops en het organiseren van rondetafelbijeenkomsten kan de NVDO haar leden faciliteren in het optimaal gebruikmaken van deze productieen onderhoudsdata.
Ondersteunen bij voldoen aan duurzaamheidseisen bij uitbesteding Het uitbesteden van onderhoudswerk gaat vaak op basis van een puntensysteem. In een aantal toekomstscenario’s zal op het gebied van duurzame onderhoudstechnieken en het uitvoeren van een algeheel duurzaam beleid punten worden toegekend. Van onderhoudspartijen wordt verlangd dat zij beschikken over de meest recente duurzaamheidscertificaten. Voor de grotere organisaties is dit over het algemeen geen probleem, maar voor bedrijven uit het mkb
en voor zelfstandigen zijn dit grote investeringen. De NVDO kan deze groep professionals helpen bij het doorlopen van dergelijke certificeringstrajecten en voorlichting geven over de meest relevante ontwikkelingen binnen de Food, Beverage & Farma-sector. Hiernaast zou de NVDO kansen moeten najagen om kennis omtrent risicomanagement te vergroten en verbreden. Daarbij helpt een actieve promotie van de nieuwe ISO-normen voor asset management.
Ontwikkelen van methodiek/model om toegevoegde waarde onderhoud te kwantificeren Van onderhoudsbedrijven en -afdelingen wordt steeds meer een commerciële instelling verwacht, waarbij zij in staat moeten zijn de bijdrage van onderhoud aan het bedrijfsresultaat te kwantificeren. De NVDO zou hierin kunnen ondersteunen door een algemene methodiek of zelfs model te ontwikkelen dat met de juiste input de Return On Investment (ROI) en het resultaat op een investering in onderhoud kan weergeven.
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 71
71
22-11-12 08:50
72
STRATEGIEVORMING
07_Strategievorming.indd 72
22-11-12 08:50
Bijlage 1: De zes NVDO Onderhoudssectoren Onderhoud is een wezenlijk onderdeel van alle sectoren in Nederland en vormt een dwars doorsnede van alle bedrijfskolommen. De NVDO heeft de Nederlandse onderhoudsmarkt onderverdeeld in zes sectoren, die hieronder nader worden toegelicht:
Onroerend goed Al het gebouwgebonden onderhoud aan seriematige woningbouw, utiliteitsbouw en indus trieel onroerend goed (zoals bedrijfs- en fabriekshallen).
Infra Onderhoud aan weg, water, rail en andere infrastructurele werken, zoals havens en lucht havens. Maar ook aan infrastructuur zoals (electriciteits)kabels en buizennetwerken.
Fleet Onderhoud aan rij- (exclusief personenauto’s), vaar- en vliegtuigen actief in het professio nele vervoer over land (inclusief spoor), water en door de lucht.
Procesindustrie Onderhoud aan en rond (continue) productieprocessen van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen (bijvoorbeeld: chemie, olieraffinage, hoogovens en papierfabricage). Energieprodu cerende bedrijven worden hier ook toe gerekend.
Manufacturing Onderhoud rondom de fabricageomgeving van (discrete) stukproductie van goederen en producteenheden (met uitzondering van het segment voedingsmiddelen (inclusief dranken industrie) en farma).
Food, Beverage & Farma Onderhoud rondom de fabricageomgeving van stukproductie van goederen en producteen heden binnen het segment voedingsmiddelen (inclusief drankenindustrie), tabak en farma.
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 73
73
21-11-12 15:55
Bijlage 2: Toelichting benadering omvang en werkgelegenheid Zoals reeds beschreven in deel 1 van dit NVDO Onderhoudskompas strekt de Nederlandse onderhoudssector zich uit over een groot aantal verschillende sectoren. De sector vormt een dwarsdoorsnede binnen vrijwel alle bedrijfskolommen in Nederland. Mede vanwege dit sectoroverstijgende karakter wordt door statistische instanties als het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijwel geen data over de Nederlandse onderhoudssector geregistreerd.
Benadering van de omvang en werkgelegenheid Om toch inzicht te krijgen in de kerncijfers van de Nederlandse onderhoudssector heeft de NVDO in samenwerking met het ING Economisch Bureau een benadering van de omvang en de werkgelegenheid van de onderhoudssector opgesteld. In deze benadering is de totale omvang van de onderhoudsmarkt tussen de 30 en 35 miljard euro, wat gelijk staat aan een aandeel van circa 4 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). De sector biedt daarnaast werkgelegenheid aan ongeveer 4 procent van de werkzame beroepsbevolking, wat gelijk staat aan 260.000 tot 300.000 onderhoudsprofessionals.
74
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 74
21-11-12 15:55
Bijlage 3: Belangrijkste trends Food, Beverage & Farma Bij de ontwikkeling van het Visiedocument ‘Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farmasector in 2020’ kwamen de volgende trends als belangrijkste naar voren voor deze sector.
Belangrijkste trends voor onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector 1
Toenemende wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieu
2
Focus van toezicht op kwaliteit, veiligheid en milieu verschuift van extern naar intern
3
Het terugdringen van verspilling als onderscheidende factor binnen het bedrijfsleven neemt toe
4
Verplaatsing van productiefaciliteiten voor niet-geografisch gebonden producten
5
Toenemende concurrentie op basis van kostprijs binnen de sector
6
Toenemende globalisering van markt voor productiefactoren
7
Groeiend consumentenbewustzijn op het gebied van maatschappelijk verantwoorde producten en productieprocessen
8
Toenemende druk van consument op prijs van producten
9
Groeiende positieve invloed van nieuwe technologieën op het onderhoud
10
Toenemende automatisering binnen productie en onderhoud
11
Groeiende kloof tussen aanbod van en vraag naar technisch geschoold personeel
12
Toenemende partnering in de gehele keten
13
Veranderende voorwaarden en eisen voor de uitbesteding van onderhoud
14
Toenemende integratie van onderhoud in de bedrijfsvoering
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 75
75
21-11-12 15:55
Bijlage 4: Typen onderhoudsbedrijven, een samenvatting Aangezien er in de eerste editie van het NVDO Onderhoudskompas (november 2010) reeds uitgebreid is stilgestaan bij drie strategische bedrijfstypen voor onderhoudsbedrijven of -afdelingen (focus op efficiency, kennis & innovatie of de klant), volgt in deze editie een korte samenvatting van deze theorie in de vorm van deze bijlage. In het Visiedocument van dit Onderhoudskompas wordt ingegaan op strategische opties voor onderhoudsbedrijven en –afdelingen binnen drie focusgebieden, namelijk efficiency, kennis & innovatie en de klant. Om de kansen en opties in dit NVDO Onderhoudskompas goed te kunnen interpreteren, is het voor onderhoudsbedrijven en –afdelingen van groot belang vast te stellen in welk van deze focusgebieden hun onderscheidend vermogen ligt. Welke strategische focus past bij u? In deze bijlage wordt nader ingegaan op de achtergrond van de drie strategische focus gebieden of ‘bedrijfsmodellen’ voor onderhoudsbedrijven. Aan de hand van deze materie dagen wij u uit om het profiel van uw onderhoudsbedrijf verder aan te scherpen. U zult ondervinden dat, wanneer u gekozen heeft voor één van deze onderscheidende bedrijfsmo dellen, de keuze uit kansen en strategische opties eenvoudiger wordt. U bent dan namelijk in staat om te kiezen voor kansen die aansluiten bij uw kernvaardigheden en uw bedrijf optimaal voor te bereiden op de toekomst. Afhankelijk van de sterke en zwakke punten van uw bedrijf en de behoeften van uw klanten, liggen sommige modellen meer voor de hand dan andere. Succesvolle bedrijven begrijpen dat het, naast het bouwen aan een duurzame relatie, om focus gaat. Onderhoudsbedrijven kunnen een concurrentievoordeel en een bovengemiddeld rendement realiseren door een keuze te maken voor een van de klantbehoeften en hierin te excelleren. Op het gebied van de andere klantbehoeften is marktconform presteren afdoende. Als onderhoudsbedrijf moet u zichzelf daarom voortdurend de vraag stellen of u wilt focussen op een efficiënt onderhoudsproces en een lage(re) kostprijs, op onderscheidende productkennis of op het bieden van een totaaloplossing voor uw klant. De verschillende strategische focusgebieden worden hieronder nader uitgewerkt.
Focus op efficiency Onderhoudsbedrijven die zich toeleggen op het efficiënt organiseren van het onderhouds proces proberen hun klanten de producten en dienstverlening tegen een zo scherp moge lijke prijs/kwaliteitverhouding te leveren. De nadruk van deze capaciteitsbedrijven, zoals ze ook wel genoemd worden, ligt op het zo efficiënt mogelijk leveren van onderhoudsca paciteit, waardoor ze in staat zijn een laag kostenniveau te realiseren. Onderhoudsbedrij
76
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 76
21-11-12 15:55
ven die zich richten op operational excellence zijn in alle onderhoudssegmenten te vinden. Vaak richten ze zich op grootschalige onderhoudstrajecten, waar een efficiënte planning en organisatie het meeste effect hebben. In sectoren als infrastructuur en in mindere mate de procesindustrie, waarin onderhoud voornamelijk op basis van prestatiecontracten wordt aanbesteed, ligt er veel toegevoegde waarde in een focus op efficiency. De werkzaamheden van op efficiency gefocuste bedrijven kunnen over het algemeen wor den getypeerd als snel, slagvaardig en flexibel. Succesvolle capaciteitsbedrijven sturen op de efficiency en productiviteit van hun medewerkers. De efficiency wordt hierbij verbe terd, doordat deze bedrijven over het algemeen werken met een beperkte dienstenrange en gestandaardiseerde logistieke processen en werkprocessen. Dit type onderhoudsbedrijf richt zich bijvoorbeeld nadrukkelijk op het verhogen van de Hands on Tool Time (HoTT). Capaciteitsbedrijven zijn in staat kosten sterk te beheersen door gebruik te maken van schaalvoordelen bij inkoop en te investeren in optimale voorraadmanagement- en supply chain oplossingen. Capaciteitsbedrijven die zich richten op het onderhoudsproces werken vaak in onderaanneming voor andere onderhouds(management)bedrijven en opereren veelal reactief, waarbij ze door hun goede netwerk snel en flexibel opdrachten kunnen aan nemen en inplannen.
Wanneer u de onderstaande vragen allen positief beantwoordt, is uw organisatie waarschijnlijk ingericht om onderhoudscapaciteit efficiënt te leveren • Heeft u de meest kritieke bedrijfsprocessen en (operationele) kostenposten in uw orga nisatie geïdentificeerd en geoptimaliseerd? • Weet u welke stappen u moet nemen om op basis van prijs de concurrentie aan te kunnen? • Hanteert uw organisatie een adequaat planningssysteem ten behoeve van de optimale inzet van uw onderhoudsmede werkers?
• Bedraagt het aantal indirecte medewerkers per onderhoudsmedewerker minder dan een kwart? • Zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van uw medewerkers helder vastgelegd en werkt u met ‘handboeken’ in uw organisatie? • Stuurt u uw onderneming op kritieke suc cesfactoren, zoals productiviteit? • Voert u regelmatig effectiviteitsmetingen uit in uw organisatie?
Focus op kennis en innovatie Onderhoudsbedrijven die zich richten op het leveren van kennis en innovatie proberen hun oplossingen voortdurend te verbeteren en streven daarvoor naar een voortdurende aanscherping van hun productkennis binnen het segment waarin ze actief zijn. Onder houdsbedrijven met een focus op kennis van het product staan over het algemeen open voor nieuwe ideeën en proberen voortdurend vernieuwende oplossingen naar de markt te brengen. Om dit te kunnen bereiken, wordt innovatie gestimuleerd en worden fouten nauwgezet geanalyseerd. Specialisten bouwen hun organisaties rondom expertise.
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 77
77
21-11-12 15:55
Het belangrijkste kapitaal binnen deze bedrijven is de medewerkers. Het opleiden van deze onderhoudsmedewerkers staat dan ook centraal en er ligt veel autonomie op de werkvloer. Het draait bij productspecialisten om kennisontwikkeling in de diepte in plaats van de breedte. Centrale begrippen in productspecialistische onderhoudsbedrijven zijn maatwerk, flexibiliteit en klantgerichtheid. Onderhoudsbedrijven die zich richten op kennis en innovatie zijn vaak nauw gelieerd aan de Original Equipment Manufacturer (OEM). In veel gevallen zijn deze bedrijven after sales afdelingen van de OEM of de Value-Added Reseller (VAR), maar er kan ook sprake zijn van geautoriseerde onderhoudsbedrijven.
Wanneer u de onderstaande vragen allen beantwoordt met ‘ja’, is uw bedrijf sterk gericht op kennis en innovatie. • Is uw organisatie ingericht rondom het voortdurend verbeteren van productkennis? • Speelt onderzoek en ontwikkeling een belangrijke rol binnen uw organisatie? • Doet u ten opzichte van uw concurrentie veel aan productontwikkeling en product verbetering?
• Is de mate van structurele kennisoverdracht tussen medewerkers hoog te noemen? • Loopt uw organisatie voorop in het aanbie den van nieuwe diensten op de markt? • Is technische knowhow de belangrijkste kernvaardigheid van uw organisatie? • Stuurt u uw onderneming op kritische suc cesfactoren?
Focus op de klant Het derde bedrijfsmodel dat door onderhoudsbedrijven kan worden gebruikt voor het opbouwen van concurrentievoordeel is een focus op de bedrijfsvoering van de klant. Binnen dit bedrijfsmodel zijn techniek en efficiency secundair aan het realiseren van een totaalop lossing waar de klant om vraagt. Door mensen en kennis van het productieproces van klan ten en materialen bijeen te brengen, zijn klantintieme bedrijven in staat om op efficiënte wijze superieure oplossingen te realiseren. Voor zeer specialistische vraagstukken worden productspecialisten erbij betrokken. Diensten die deze bedrijven zelf niet efficiënt genoeg kunnen uitvoeren worden uitbesteed aan capaciteitsbedrijven. Klantintieme bedrijven ver kopen niet wat de markt wenst, maar richten zich op het bieden van een totaaloplossing voor het probleem van de klant, waarbij de kracht van deze bedrijven voortkomt uit een combinatie van een ongeëvenaarde kennis van de klantomgeving met veel expertise van het totale onderhoud- en productieproces van de klant. Een focus op klantintimiteit brengt met zich mee dat klantintieme bedrijven binnen vrijwel alle segmenten van de onderhoudsmarkt actief zijn. Het zijn bedrijven die hun kennis in de volle breedte ontwikkelen. Uitgangspunt van deze bedrijven is het aangaan van een lange termijnrelatie met hun klanten en er wordt door deze bedrijven dan ook veel geïnvesteerd
78
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 78
21-11-12 15:55
om de klantverwachting voortdurend te blijven overtreffen. Omdat klantintieme bedrijven sturen op klantloyaliteit zullen ze proberen zoveel mogelijk feedback van de klanten te ont vangen over hun functioneren. Veelal werken klantintieme bedrijven met accountmanagers en trainen zij de communicatieve vaardigheden van hun mensen nadrukkelijk.
Wanneer u de onderstaande vragen allen beantwoordt met ‘ja’, is uw bedrijf sterk gericht op ontzorging van de klant. • Werkt uw organisatie voornamelijk klantge richt? • Focust uw bedrijf zich continu op het ont wikkelen van totaaloplossingen voor de individuele klant? • Doet u regelmatig onderzoek naar de behoeften van uw klanten en past u uw dienstverlening hier continu op aan? • Is klanttevredenheid de belangrijkste maatstaaf bij het inrichten van uw onder
houdsproces? • Is de houding van uw bedrijf ten aanzien van externe samenwerking erg open? • Huurt u met regelmaat andere onderhouds bedrijven in om een totaaloplossing te kun nen bieden aan uw klant? • Hebben uw medewerkers met een operati oneel contact met de klant een grote mate van beslissingsbevoegdheid?
Hoe maakt u een keuze? Om een keuze te kunnen maken voor een bedrijfsmodel dat voor uw organisatie geschikt is, is het van belang om nauw aan te sluiten bij het profiel van het management van het bedrijf of de afdeling. Een bedrijfsmodel dat te ver af ligt van de sterke punten van een bedrijf of de kwaliteiten van het management, is gedoemd te mislukken. Aan de andere kant geldt ook dat een nieuw bedrijfsmodel dat te algemeen van aard is, zorgt voor onvoldoende onderscheidend vermogen om bovengemiddeld succes te boeken. Voor onderhoudsbedrij ven is het van belang om helder te krijgen waar op het moment de sterke punten van het bedrijfsmodel liggen, omdat het bij de organisatieverandering belangrijk is om voort te bouwen op de sterke punten van de onderneming. Om de kernvaardigheden van uw organisatie helder te krijgen is het belangrijk om te ana lyseren waarom bepaalde klantgroepen zaken met uw organisatie doen. Is dat omdat deze klanten graag zaken doen met u als persoon, of omdat uw organisatie altijd een oplossing voor het probleem van de klant weet te vinden? Wordt uw organisatie door klanten bena derd vanwege de scherpe prijs, of omdat uw organisatie voorop loopt in de toepassing van nieuwe technieken? Daarnaast is het ook van belang om te kijken naar de rol die u als ondernemer of directie vervult. Heeft u of uw directie een (externe) verkooporiëntatie of juist een technische oriëntatie, stuurt u graag op cijfers en bent u gericht op de planning en het proces in uw bedrijf? In het eerste geval biedt het een goede basis voor het ontwik kelen van een specialistisch bedrijf, terwijl een sterke planningsoriëntatie basis verschaft om processen te optimaliseren om tegen scherpere tarieven te opereren.
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 79
79
21-11-12 15:55
Bijlage 5: Verklarende woordenlijst Asset management Asset management omvat de organisatie en alle taken die nodig zijn om de fysieke bedrijfs middelen gedurende hun levensduur op kostenefficiënte wijze te beheren en te onderhou den en zo in te kunnen zetten ter ondersteuning van het realiseren van de bedrijfsdoelstel lingen.
Capaciteitsbedrijven Wanneer bedrijven zich nadrukkelijk richten op het zo efficiënt mogelijk leveren van onder houdscapaciteit spreken we ook wel van capaciteitsbedrijven.
Continuous Reliability Improvement (CRI) CRI is gericht op het verbeteren van de totale betrouwbaarheid van alle productiefactoren die bij het onderhoudsproces worden ingezet.
Flexibele arbeidskrachten De term ‘flexibele arbeidskrachten’ wordt binnen dit NVDO Onderhoudskompas gebruikt als verzamelnaam voor arbeidskrachten met een tijdelijk dienstverband zoals uitzendkrachten en andere flexwerkers, waaronder zelfstandigen.
Good Manufacturing Practices (GMP) GMP is een kwaliteitsborgingsysteem dat onder andere in de levensmiddelen- en farmaceu tische industrie wordt gebruikt. Om de kwaliteit van het eindproduct te garanderen wordt nauwkeurig vastgelegd hoe en onder welke omstandigheden een product wordt gemaakt.
Hands on Tool Time (HoTT) HoTT staat voor ‘Hands on Tool Time’ en betreft een indicator voor de tijd dat een mede werker met een bepaald gereedschap/bepaalde installatie bezig is. HoTT is daarmee een indicator voor de tijd dat een onderhoudsmedewerker daadwerkelijk productief is. Hierbij gelden activiteiten als wachten op vergunningen of het halen van materialen als indirect productief en worden niet meegeteld in de directe productiviteit. HoTT speelt een belangrijke rol in de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, met name binnen de context van prestatiecontracten. Daarnaast heeft het verhogen van de HoTT ook een maatschappelijk belang, aangezien een betere HoTT een (beperkende) dem pende werking heeft op het verwachte tekort aan goed opgeleide onderhoudsprofessionals dat de komende jaren zal ontstaan.
80
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 80
21-11-12 15:55
Onderhoud Onderhoud is overal. Het speelt een rol in elke sector, op elke werkplek, van iedere werk nemer. In de Europese standaard EN 13306 is onderhoud gedefinieerd als ‘(the) combina tion of all technical, administrative, and managerial action during the life cycle of an item intended to retain it in, or restore it to, a state in which it can perform the required function’. (Vrije vertaling: alle werkzaamheden die nodig zijn om een object veilig en zonder falen te gebruiken voor het uitvoeren van de vereiste functie.) Het kan hierbij gaan om kantoorge bouwen en installaties maar ook om transportmiddelen of petrochemische installaties.
Original Equipment Manufacturer Een Original Equipment Manufacturer is een bedrijf dat producten levert aan een merkle verancier. Deze merkleverancier verwerkt deze producten als zijnde een eigen fabricaat.
Reliability Centered Maintenance (RCM) RCM wordt gezien als de best practice voor het opstellen en optimaliseren van het preven tieve onderhoudsprogramma van een technisch (deel)systeem met als doel een zo hoog mogelijke beschikbaarheid tegen zo laag mogelijke kosten te realiseren, rekening houdend met de eisen die vooraf aan het systeem gesteld worden. RCM heeft niet als doel om het optreden van storingen te voorkomen, maar om de gevolgen van die storingen binnen de grenzen te houden die vooraf als acceptabel worden gesteld.
Overall Equipment Effectiveness (OEE) De Overall Equipment Effectiveness geeft een indicatie van de daadwerkelijke benuttings graad van installaties. De invloed van storingen en stilstanden wordt hierin meegewo gen, evenals de gerealiseerde snelheid en eventuele kwaliteitsverliezen. Het meten van de OEE wordt voornamelijk ingezet als hulpmiddel bij verbeterprogramma’s zoals World Class Manufacturing and Total Productive Maintenance.
Preferred suppliers Preferred suppliers zijn toeleveranciers of dienstverleners waarbij de relatie met deze par tijen wordt gekenmerkt door een zekere mate van exclusiviteit.
Specialties Binnen de farmaceutische industrie wordt onderscheid gemaakt tussen gepatenteerde medicijnen, zogeheten specialties, en niet-gepatenteerde medicijnen, die ook wel als bulk worden beschreven.
Total Cost of Ownership (TCO) TCO staat voor Total Cost of Ownership en omvat de totale eigendomskosten van een kapitaalgoed, bijvoorbeeld een kantoorgebouw. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de acquisitiekosten zoals initiële aanschafprijs, maar wordt er ook gekeken naar kosten als rente, afschrijving, onderhoud, beheer en dergelijke. Daarmee is TCO een zuivere manier om ‘zelf doen’ te vergelijken met ‘uitbesteden’.
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 81
81
21-11-12 15:55
Total Productive Maintenance (TPM) TPM is een onderhoudsfilosofie ontworpen om onderhoud aan installaties te integreren in het productieproces. Het doel van een TPM-programma is om de verliezen gebonden aan onderhoud aan objecten te elimineren of, met andere woorden, de installaties zo lang mogelijk door te laten produceren zonder ongeplande downtime.
Value Added Reseller Een Value Added Reseller voegt enkele nieuwe kenmerken toe aan een bestaand product om dit vervolgens door te verkopen, meestal aan eindgebruikers.
Value Based Maintenance Value Based Maintenance richt zich op het zichtbaar maken van de bijdrage van onderhoud aan het bedrijfsresultaat.
82
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 82
21-11-12 15:55
Bijlage 6: Overzicht interviewpartners en klankbordgroeporganisaties Voor de totstandkoming van het Onderhoudskompas is gesproken met vertegenwoordigers van de volgende organisaties: ‘Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020’ Klankbordgroep • • • • • • • •
Ecolab H.J. Heinz Company Heineken IJssel Technologie MSD NVDO Royal FrieslandCampina Traduco
Interviews • • • • • • • • • •
Abbott Laboratories Cargill ING Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Stork Tebodin/Philip Morris International TNO TOP B.V. Unilever
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 83
83
21-11-12 15:55
Bijlage 7: Literatuurlijst CBS (2008), ‘Bedrijfsleven; arbeids- en financiële gegevens, per branche’. CBS (2009) ‘Financiën van alle ondernemingen; niet-financiële sector naar activiteit’. CBS (2009), ‘Waarde onroerende zaken’. CBS Statline (2010), tabel ‘Arbeidsrekeningen; beloning en arbeidsvolume van werknemers, bedrijfstak’. CBS Statline (april 2012), tabel ‘Beroepsbevolking; geslacht en leeftijd’. CBS Statline (2011), tabel ‘Industrie; arbeids- en financiële gegevens, per branche, SBI 2008’. CBS Statline (2011), tabel ‘Investeringen door bedrijven in de industrie; verwachtingen en motieven’. CBS Statline (2011), tabel, ‘Investeringen in materiële vaste activa’. CBS Statline (februari 2012), tabel ‘Werkzame beroepsbevolking; vergrijzing per bedrijfstak SBI ’93’. NVDO (2012), Survey Sectie Uitbesteden en Toeleveren van Onderhoud. Profion Benchmark Hands on Tool Time (2011). Website Rijksoverheid – Ondernemersklimaat en innovatie: investeren in topsectoren (2012).
84
BIJLAGE
08_Bijlages.indd 84
21-11-12 15:55