2 minute read

KENNISNETWERK INVASIEVE EXOTEN: BEWUST BEKWAAM GROENBEHEER

Next Article
BRANCHE NIEUWS

BRANCHE NIEUWS

Het is maandagochtend en het groenonderhoud maakt de ronde. Voor vandaag staat als eerst het maaien in het lokale plantsoen op de planning en het bijhouden van de heesters. Bij het snoeien wordt een groeiplaats van de Japanse Duizendknoop meegenomen, waarvan groenafval in de afvalwagen terecht komt. Aan het einde van de dienst wordt het groenafval afgeleverd bij de lokale composteerder. Deze compost wordt lokaal gebruikt als bodemverbeteraar.

Als terreinbeheerder wil je verspreiding van invasieve exoten zoveel mogelijk voorkomen. Bij het proces van compostering worden de plant- en wortelresten van de Japanse Duizendknoop onvoldoende verhit om hun groeikracht te verliezen. Daarom dient het snoeiafval apart te worden afgevoerd. Grondverzet of overmatig snoeien kunnen verspreiding bovendien verder bevorderen. Het verstrekken van juiste en volledige informatie binnen de eigen organisatie, maar ook aan bewoners, is dus enorm belangrijk om als beheerder van de openbare ruimte grip op de situatie te houden. En daarbij speelt ook de afval- en reinigingssector een belangrijke rol.

Advertisement

Huidige Status Van Afvalscheiding Bij Basisscholen

In de bestrijding, beheersing én preventie van invasieve exoten heeft informatievoorziening binnen en buiten de organisatie de hoogste prioriteit. Door menselijk toedoen (handel, toerisme en transport) zijn deze (water)plant- en diersoorten in Nederland terechtgekomen. Als de omstandigheden gunstig genoeg zijn, kan deze zich vervolgens vestigen en verspreiden in de natuur in landelijk en stedelijk gebied. We spreken pas over een invasieve exoot als deze de bestaande soorten verdringt en schade veroorzaakt aan (de gezondheid van) mens en natuur of aan de gebouwde omgeving.

In Europa wordt gewerkt met een zogenaamde Unielijst: soorten die op deze lijst staan mogen niet verhandeld of vervoerd worden, maar moeten worden opgespoord en bestreden. De provincies zijn hier verantwoordelijk voor, dat staat in de Regeling natuurbescherming, met uitzondering van een aantal soorten die bij het Rijk of bij de waterschappen belegd zijn. Er zijn echter ook soorten die (nog) niet op de Unielijst staan, maar waar wel rekening mee gehouden moet worden, zoals de Japanse Duizendknoop. Deze is simpelweg te ver verspreid om bestreden te worden, hier draait het dus echt om beheersing.

Naast de provincies zitten ook gemeenten en andere organisaties zoals bos- en terreinbeheerders en waterschappen met uitdagingen in de praktijk. De aanpak van invasieve exoten komt vaak neer op trial en error. Zo werd de Hemelboom veelvuldig aangeplant, totdat duidelijk werd dat deze inheemse soorten verdringt. Maar ook de inzet van vrijwilligers bij het uitsteken van de Reuzenberenklauw, hoe pak je dat nu het beste aan? En denk bij de Japanse Duizendknoop aan vooruitstrevende technieken als elektrocutie van de wortels, het gebruik van heet water of de inzet van natuurlijke vijanden. Om te voorkomen dat dezelfde praktijkproeven op meerdere plekken worden uitgevoerd, moet deze kennis centraal ontsloten worden.

Alle Informatie Op N Plek

Om te voorkomen dat deze invasieve exoten de optimale groeiomstandigheden behouden, moeten de krachten van betrokken partijen gebundeld worden. De website (www.invasieve-exoten. info) van het Kennisnetwerk Invasieve Exoten, opgericht in 2020, voorziet in gevalideerde kennis uit onderzoek en praktijk, om zo informatie te delen en kosten te besparen. Denk daarbij aan beheersing en bestrijding van gevestigde soorten, of juist aanbevelingen ter preventie van opkomende soorten. Van het ontsluiten van kennis zal het Kennisnetwerk de komende jaren een beweging maken naar het creëren van kennis door het opstellen van een onderzoeksagenda en bijdragen aan onderzoek in de praktijk. Zo kan het vakgebied van invasieve exoten verder geprofessionaliseerd worden. Dit doen we zoveel mogelijk in samenwerking met mensen uit de praktijk, waar het allemaal gebeurt. Zo dragen we allemaal een steentje bij aan een toekomstbestendige openbare ruimte.

TWS

This article is from: