9 minute read

ONDERZOEK NAAR STAND

ONDERZOEK NAAR STAND VAN ZAKEN ONKRUIDBEHEERSING

De NVRD start samen met een aantal leden een landelijk onderzoek naar de huidige stand van zaken van onkruidbeheer in Nederland. Het verkrijgen van inzicht in, ervaringen en ontwikkelin gen van onkruidbeheersing heeft als doel van elkaar te leren, de onkruidbeheersing te verbeteren alsook input te leveren en aanbevelingen te doen voor de toekomstige aanpak van onkruidbe heersing in zowel uitvoering als beleid.

Advertisement

Sinds april 2016 is het bestrijden van onkruid op verharding met chemische middelen (glyfosaat) verboden. Ondanks dat een aantal organisaties al langere tijd zonder dit middel werkten, gold dat voor de meerderheid niet, waardoor het verbod grote invloed heeft op de onkruidbestrijding in Nederland. Sinds het verbod zijn gemeenten, reinigingsdiensten en aannemers hard op zoek gegaan naar effectieve alternatieve methoden om toe te passen. De ontwikkelingen in thermische en mechanische technieken gaan snel, maar de ultieme oplossing is er nog lang niet.

ZONDER CHEMISCHE MIDDELEN

Waar voorheen grote resultaten bereikt werden door louter het gebruik van glyfosaat, moet effectiviteit tegenwoordig gezocht worden in een op elkaar aansluitend pakket van maatregelen. Ron Frederiks is manager operations bij Dar, waar men al tien jaar ervaring heeft in onkruidbeheersing zonder chemie en geeft aan dat ‘de kunst is om een pakket van methoden samen te stellen die op elkaar aansluiten, die elkaars effect versterken op het juiste moment.’ Daarnaast vertelt hij: “Als geen glyfosaat gebruikt wordt, kan er niet meer gesproken worden van onkruidbestrijding, maar slechts nog van onkruidbeheersing.” Het standaardiseren van de term ‘beheersen’ in plaats van ‘bestrijden’ is volgens hem belangrijk om niet-reële verwachtingen te voorkomen. De chemievrije beheersingsmethoden van onkruid leiden daarnaast tot een aantal neveneffecten die vaak tot hogere (beheer)kosTEKST: MAX NARINX BEELD: HOLLANDSE HOOGTE ten leiden. Wortelopdrukken blijven groeien waardoor het onkruid sneller terugkeert en intensievere beheersing nodig is. Daarnaast leidt het mechanisch beheersen, door bijvoorbeeld borstelen, tot schade aan de verharding.

GROEISEIZOEN

Daarbij komt dat het groeiseizoen van onkruid steeds langer wordt door het opwarmende klimaat. Wouter Hoefkens, manager BOR bij ACV daarover: “Feit is dat het aanbod van onkruid vroeger in het jaar ontstaat, en tot later in het seizoen aanwezig blijft. Daar moeten we op anticiperen”. Zelfs de winterstop van het groeiseizoen is, afhankelijk van de temperatuur, geen zekerheid meer. Hoefkens: “Afgelopen winter hebben we zowel in de beplanting als ook op de verharding gezien dat door de zachte omstandigheden het onkruid aanwezig bleef. De hogere omgevingstemperatuur en de lage celspanning in het onkruid zorgden er voor dat op verharding onze heetwater-methode geen effect had. Handmatig maaien en schoffelen uiteraard wel, maar dat pakt het wortelpakket niet aan.” Als je de klimaatvoorspellingen – hogere temperaturen en periodiek heftigere neerslag (en dit beïnvloedt de heetwatermethode nadelig) – er op naslaat is het aannemelijk dat deze trend zal doorzetten. Door het verbod op glyfosaat, neveneffecten en trends en ontwikkelingen mag aangenomen worden dat het de afgelopen jaren uitdagender geworden is om binnen de bestaande budgetten dezelfde beeldniveaus te realiseren. Dat kan spanningen opleveren tussen uitvoerders en opdrachtgevers. En dat levert vragen op. Moeten bijvoorbeeld de budgetten of de verwachtingen van beeldkwaliteit worden bijgesteld? Of kunnen beheerders nog veel van elkaar leren?

LANDELIJK ONDERZOEK

Om meer grip te krijgen op de onkruidbeheersing op verharding start de NVRD, op initiatief van Meerlanden en de gemeente Haarlemmermeer, samen met andere leden een landelijk onderzoek naar de huidige stand van zaken van onkruidbeheer in Nederland. Dus zowel technische als beleidsmatige ontwikkelingen worden onderzocht. Er wordt niet alleen aandacht besteed aan best practices, ervaringen en ontwikkelingen, maar ook aan de neveneffecten van chemievrije beheersing en trends zoals klimaatverandering. Chemievrije beheersingsmethoden van onkruid leiden vaak tot hogere kosten.

Nascheidingsinstallatie AVR.

RALPH VEELENTURF, GEMEENTE LEIDEN:

“NASCHEIDING HEEFT SUBSTANTIEEL HOGERE OPBRENGST HERBRUIKBAAR PMD”

Van bronscheiding naar nascheiding van pmd-afval. Onder meer Leiden heeft die stap in 2019 gezet. De eerste resultaten lijken positief uit te pakken. Zo is er bijna een verviervoudiging van de hoeveelheid herbruikbaar pmd-materiaal, vertelt Beheerder Inzameling en Reiniging Ralph Veelenturf. “Het is in ieder geval belangrijk om kritische burgers goed mee te nemen in de reden van de overstap.”

Zo rond 2009 begon de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval (later pmd-afval) goed op gang te komen. Leiden koos destijds voor centrale inzameling via in eerste instantie 16 bovengrondse containers. Thuiscontainers of plastic zakken aan huis bewaren was zeker in de zeer dichtbebouwde en -bevolkte historische binnenstad van Leiden namelijk erg lastig – zowel in het ophalen als in het bewaren ervan (weinig tuinen). Het aanbod was al snel dusdanig groot dat de containers viertot vijfmaal per week geleegd moesten worden. Om die logistieke operatie te beperken, werd geïnvesteerd in ondergrondse perscontainers, die ongeveer viermaal zoveel capaciteit hebben. Ook de invoer hiervan ging in de binnenstad al lastig. De bovengrondse containers werden bij de invoering van nascheiding omgebouwd voor de inzameling van papier en restafval, zodat deze investering niet verloren ging. TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: AVR, TIJMEN KIELEN

SUCCES NOOPT TOT ALTERNATIEF

Het succes van de inzameling van pmd bleef echter groeien. Op een gegeven moment werden ook de ondergrondse perscontainers al bijna dagelijks geleegd. Omdat Leiden wel nadrukkelijk kiest voor het volgen van de VANG-doelstellingen bij scheiden van pmd-afval, begon de gemeente in 2017 te kijken naar andere alternatieven. Bovendien zou een jaar later het gemeentelijk afvalbeleidsplan ook aflopen. “We gingen dus goed nadenken over het afvalbeleid voor de vier jaar na 2018”, vertelt Ralph Veelenturf. “We hebben voor papier en voor glas elk zo’n 150 containers staan. Wilden we een vergelijkbare afdoende dekkingsgraad krijgen voor pmd via bronscheiding, dan moesten er misschien wel 120-140 ondergrondse perscontainers bijkomen.” Dat leek een zware opgave in een zo verstedelijkt gebied als Leiden, met weinig openbare ruimte. Dit kernprobleem stond nog los van de investeringen. Ondergrondse perscontainers zijn drie tot vier keer zo duur als de 10.000 euro die een bovengrondse container kost. “Dan zit je al gauw aan een bedrag van vier tot 5,5 miljoen euro. Beheer en onderhoud zit daar nog niet bij.”

AVR BEGINT MET NASCHEIDING

Investeren in zo’n infrastructuur betekent ook je vastleggen voor een periode van 10 jaar. Dan gooi je het roer niet zo snel tussentijds om. Laat nou net in die periode Afvalenergiebedrijf AVR willen beginnen met een installatie voor nascheiding. Leiden was al klant van AVR voor restafval, dat dan ook bij de gemeente aanklopte. Veelenturf: “In 2009 stond de techniek nog in de kinderschoenen, in 2018 had het zich al op andere plekken bewezen als een goed alternatief voor bronscheiding. AVR was al met gemeenten zoals Utrecht, Den Haag en Rotterdam in gesprek. Maar er was nog capaciteit over. Dat was een gat waar wij als Leiden in konden springen. Dat deden we ook. Het werd nu namelijk een realistisch scenario.” Fysiek is Leiden in januari 2019 overgegaan op nascheiding. Daar is wel een heel traject aan vooraf gegaan. Zo zijn er verschillende scenario’s met de gemeenteraad besproken – bronscheiding, nascheiding en een hybride variant (nascheiding voor de binnenstad, bronscheiding daarbuiten). Verder is er een expert meeting georganiseerd waarbij de raad van diverse deskundigen uit het werkveld uitleg kregen over mogelijkheden van de scheidingsvarianten. “De Raad koos voor volledige nascheiding, omdat Leiden met zo’n 130.000 inwoners qua kostenefficiency toch een maatje te klein is voor twee vormen van afvalscheiding. Dat is vervolgens via allerlei communicatie – in de krant, inspraakavonden – naar buiten gebracht. Rondom de overstap hebben we burgers die kritisch tegenover nascheiding stonden in drie sessies meegenomen om hen te laten zien hoe AVR dit doet. Dat heeft veel van hen toch duidelijk gemaakt dat dit een goed alternatief kan zijn.”

OPBRENGST NASCHEIDING GROTER

Na ruim een jaar is duidelijk dat de opbrengst van te hergebruiken pmd substantieel groter is dan bij bronscheiding. Veelenturf heeft het over een factor drie tot vier. Zo werd er 293 ton pmd ingezameld in 2018, via bronscheiding. Dat is circa 2,3 kilo per inwoner. In 2019 werd er ruim duizend ton pmd via nascheiding verzameld, 8,1 kilo per inwoner. “De opbrengst is een stuk hoger via nascheiding en het pmd voldoet aan dezelfde kwaliteitseisen als brongescheiden materiaal”, vertelt Veelenturf. “Over het verschil in kosten kan ik minder zeggen. Ik ken de business case van AVR niet. Zowel bij bronals nascheiding worden de kosten in principe door het Afvalfonds gedekt. Een groot voordeel is wel dat het gebruiksgemak voor burgers veel groter is.” Er was vooraf wel vrees dat mensen vooral zouden onthouden dat Leiden ging nascheiden en wellicht meer dan alleen pmdafval weer bij het restafval zouden gooien. Glas, papier en andere stromen. Daarom heeft de gemeente dan ook extra gecommuniceerd dat de andere afvalstromen op dezelfde wijze blijven verlopen. Ook is er gemonitord, waaruit geen nadelige gevolgen voor de andere afvalstromen naar voren kwamen.

POSITIEVE LEERPUNTEN

Veelenturf stelt dat Leiden eigenlijk alleen positieve leerpunten kan halen uit de overstap naar nascheiding voor pmd-afval. “Achteraf hebben we er goed aan gedaan om excursies naar AVR te organiseren voor kritische burgers. Dat betekent nog niet dat iedereen het ermee eens is, maar je hebt er dan als gemeente wel alles aan gedaan om transparant en open te zijn. Ik zou andere gemeentes dan ook zeker aanraden zo’n voorlichtingstrip te organiseren naar AVR, of naar het toenemend aantal andere aanbieders dat inmiddels ook nascheiding aanbiedt. Dat loont echt de moeite.” Overigens, meent Veelenturf, blijft het net zo belangrijk om als gemeente - en andere overheden - de focus te leggen op het voorkomen dat afvalstromen ontstaan. “We zijn nu veel bezig met ‘end-of-pipe oplossingen. We willen als Leiden inwoners stimuleren om minder verpakkingsmateriaal te ‘produceren’.” Gelukkig zijn er positieve ontwikkelingen, ziet Veelenturf, zoals een akkoord met de verpakkingsindustrie om meer recyclaat in te zetten, toenemend verbod op eenmalig plastic. Ook het uitbreiden van statiegeld zou goed zijn. ”Ingrijpen aan het begin van het traject, daar maatschappelijke veranderingen teweeg brengen, is eigenlijk nog belangrijker dan aan het einde van de pijp werken met bron- of nascheiding.”

“WE ZIJN NU VEEL BEZIG MET ‘END-OF-PIPE OPLOSSINGEN. WE WILLEN ALS LEIDEN INWONERS STIMULEREN OM MINDER VERPAKKINGSMATERIAAL TE ‘PRODUCEREN’.”

KAN HET OOK MAKKELIJKER IN DE MILIEUSTRAAT? JA! EN SLIMMER!

MILIEUSTRAAT

MANAGEMENT

Wij bieden slimme oplossingen voor milieustraat-transacties. Van toegangsvalidatie, betalingen tot rapportages. voor milieustraat-transacties.

Benieuwd, en ook slimmer worden in afval?

Bel of mail ons voor informatie of een vrijblijvende

afspraak: 0513 43 43 33 / info@dvlmilieu.nl.

This article is from: