10 minute read
AANPAK ROTTERDAM INZAMELEN GFE-AFVAL 34 BRANCHENIEUWS 35 CLOSEUP
from GRAM augustus 2021
by NVRD
ROTTERDAM PAKT INZAMELEN GFE-AFVAL GROOTS AAN
Vanaf 1 januari 2024 is het voor alle gemeenten verplicht om organisch afval gescheiden in te zamelen en te verwerken. In een stad als Rotterdam met heel veel hoogbouw is dat best een uitdaging. Anderhalf jaar geleden startte de gemeente Rotterdam met de voorbereidingen om ook hoogbouwbewoners hun groente-, fruit- en etensresten (gfe) apart te laten weggooien. Een traject waarbij niet alleen werd nagedacht over de uitvoering, maar ook over gedragsbeïnvloeding, communicatie en participatie.
Advertisement
TEKST: MIRANDA SPEK BEELD: GEMEENTE ROTTERDAM
Van de bijna 300 kilo restafval die elke Rotterdammer jaarlijks weggooit, bestaat ongeveer een derde uit groente-, fruit- en etensresten. Als dit afval goed gescheiden wordt, is het niet alleen makkelijker te recyclen, maar ook beter voor het milieu en de leefomgeving. Maar hoe pak je dit aan bij woningen waar geen plek is voor eigen containers, zoals bij flats, portiekwoningen en appartementen? “Dat is een flinke opgave”, antwoordt projectleider Sigrid Schuurmann. “Ongeveer 75 procent van de Rotterdammers woont in hoogbouw. We hebben het dus over 220.000 huishoudens en dat is een hoop gfe-afval. Afval waarvan we weten dat mensen niet staan te springen om dat te scheiden, omdat het wordt geassocieerd met vliegjes, vieze luchtjes en ongedierte. Dus toen we anderhalf jaar geleden startten met de
De gfe-container is een licht verdiepte 140 liter minicontainer die iets naar voren staat zodat hij voor iedereen toegankelijk is. Foto Nico te Laak.
voorbereidingen hebben we ook heel goed gekeken naar de communicatie richting bewoners. Naast het landelijke VANG hoogbouwonderzoek waaraan Rotterdam heeft meegedaan, hebben we bijvoorbeeld ook een eigen social marketingonderzoek laten uitvoeren om dieper in te zoomen op de bezwaren, vooroordelen en behoeften van Rotterdammers. We hebben gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak. Elke wijk is anders en heeft zijn eigen (gedrags)kenmerken. Daarom sluiten we zoveel mogelijk aan bij lokale kanalen, ondernemers en buurtinitiatieven, zodat onze boodschap echt overkomt bij bewoners.”
UNIEKE ROTTERDAMSE CONTAINER
Maar het begon natuurlijk allemaal met een zoektocht naar de juiste gfe-container. Na een uitgebreide marktverkenning bleek er geen container te zijn die voldeed aan de eisen van de gemeente, zoals een voor iedereen bereikbare inwerpopening en een vormgeving die past bij de ‘Rotterdamse Stijl’, waarin ook andere containers en straatmeubilair is ontworpen. Dus kreeg het Rotterdamse ontwerpbureau gericht op productontwikkeling Spark design & innovation de opdracht om samen met de gemeente een unieke Rotterdamse gfe-container te ontwerpen.
“Een mooie opdracht en een bijzondere samenwerking”, is de eerste gedachte die bij ontwerper Eric Verberkmoes oppopt. “Voor ons was stap één om zoveel mogelijk kennis en inzicht te krijgen in afvalscheiding. We zijn bijvoorbeeld een dag meegelopen met de inzamelaars van Stadsbeheer. Ook hebben we iedereen met verstand van zaken lid gemaakt van het projectteam. Daarna volgde het proces van ‘wat moeten we echt oplossen en wat zijn bijzaken’. De inwerphoogte was echt een heel kritisch punt. Samen zijn we op zoek gegaan naar de beste oplossing en dat was een licht verdiepte 140 liter minicontainer die iets naar voren staat. Of je nu in een rolstoel zit, klein bent of juist heel lang; iedereen kan er heel makkelijk iets ingooien.” Ook de bediening van de klep en de grootte van de inwerpopening waren punten van aandacht. Spark hield bij het ontwerp niet alleen rekening met het gebruiksgemak voor de Rotterdammer, maar ook voor de inzamelaar, monteur en schoonmaker.
TESTOPSTELLINGEN
“Onze testopstellingen gaven heel veel inzicht”, legt Eric uit. “Zo konden we steeds in kleine stapjes onderdelen uitproberen, aanpassen en optimaliseren. De klep blijft bijvoorbeeld openstaan en is met de hand weer dicht te doen, maar als iemand hem open laat staan, gaat hij naar een paar seconden automatisch dicht. Voorbijgangers kunnen er zo dus geen blikjes of ander afval ingooien. Ook de inwerpopening hebben we klein gehouden waardoor er geen grote vuilniszakken inpassen. Er kan ook geen vuil tussen de behuizing en de minicontainer terechtkomen, waardoor het schoon blijft voor iedereen. In the end lag er een definitief ontwerp op tafel dat niet alleen een schets was van ‘een mooie buitenkant’ maar ook van een haalbaar realistisch product qua kostprijs. Dat gaf de gemeente Rotterdam veel grip op hun aanbesteding.” Sigrid beaamt dat. “De kwaliteit van het organisch afval is heel belangrijk. Dus een gfe-container is echt alleen maar voor groente-, fruit- en etensresten. Ik denk dat we erin geslaagd zijn om een gebruiksvriendelijke én mooie container te ontwikkelen, waar iedereen heel blij mee is. Een bevredigend eindresultaat van een lang traject en een bijzondere samenwerking!”
WEL/NIET-LIJST
Rotterdam pakt het inzamelen van gfe-afval groots aan. Toch realiseert Sigrid zich dat het succes voor het grootste deel afhangt van het gedrag van de Rotterdammers. “Ik hoop dat zoveel mogelijk bewoners zullen aanhaken en het scheiden van gfe-afval als iets normaals en nuttigs gaan zien. Als een ‘sport’ misschien wel. Ze mogen er best veel ingooien zoals broodresten, pasta, rijst, vis- en vleesbotjes, eierschalen, koeken, snoep. Maar aan de andere kant luistert het ook heel nauw. Want kaasresten mogen er wel in, maar de kaaskorsten weer niet, omdat die vaak plastic bevatten. Daarom ontvangt iedereen een wel/niet-lijst. Ook is het heel belangrijk dat mensen alleen maar biologisch afbreekbare of papieren zakjes gebruiken. Of geen zakje natuurlijk. Ik snap dat deze gedragsverandering tijd nodig heeft, maar ik weet zeker dat het ons gaat lukken!”
NIET IN EEN KEER
In heel Rotterdam zijn duizenden nieuwe gfe-containers nodig. Het is onmogelijk om die allemaal in een keer te plaatsen en daarom gaat het in fasen. Op 15 juli 2021 startte fase 1 en kregen de gebieden Hoek van Holland en Pernis als eerste de unieke Rotterdamse gfe-containers. In augustus volgt Blijdorp en een deel van Bergpolder en in het najaar vier wijken in Prins Alexander. Alle hoogbouwbewoners van deze wijken ontvangen een startpakket. Daarin zit een folder met heldere uitleg, een tag om de container te openen, een wel/niet-lijst en een bon om een aanrechtbakje en een rolletje biologisch afbreekbare zakjes op te halen. Na elke plaatsing start er een campagne in de wijk waarin lokale ondernemers zoals de bakker, slager en bloemist op posters de bewoners motiveren om, net als zijzelf, gfe-afval te gaan scheiden. Ook is er een informatief filmpje opgenomen met wethouder Bert Wijbenga (Handhaving, Buitenruimte, Integratie en Samenleven) waarin het hele proces van het afval inzamelen tot het recyclen naar een eindproduct in beeld is gebracht. De gemeente hoopt op deze manier alle Rotterdammers over de drempel te helpen om hun groente-, fruit- en etensresten te gaan scheiden. Alles is natuurlijk nieuw en daarom wordt fase 1 over een aantal maanden geëvalueerd met een onderzoek onder bewoners. Ook het (in eerste instantie) wekelijks ledigen en het schoonhouden van de containers wordt goed gemonitord. De uitkomsten daarvan komen weer van pas voor de volgende fasen. Er gaan enkele jaren overheen voordat alle gfe-containers overal in Rotterdam staan.
BRANCHE NIEUWS
VIERDE MATRASRECYCLINGFABRIEK RETOURMATRAS
Vorige maand werd de nieuwe matrasrecyclingfabriek van RetourMatras in Etten-Leur geopend. Deze fabriek is tot stand gekomen door de samenwerking tussen RetourMatras, IKEA, Renewi en Ikano Industry. Met de totale recyclingcapaciteit zijn de partijen samen in staat om alle afgedankte matrassen in Nederland – jaarlijks 1,5 miljoen – te recyclen tot herbruikbare grondstoffen. Een belangrijke stap richting een circulaire economie. Dit jaar volgt ook de uitbreiding in Lelystad met een fabriek waar een nieuwe recyclingtechniek wordt toegepast; het schuim van afgedankte matrassen wordt volledig gerecycled tot een grondstof voor nieuw schuim. Zo werken de vier partijen samen aan een volledig circulair matras.
Voor meer informatie: www.retourmatras.nl
NIEUWE SCHEIDER ZET AFGEDANKTE APPARATEN OM IN PLASTICS
Coolrec, dochteronderneming van Renewi en Europees marktleider in WEEE-recycling, heeft €0,5 miljoen geïnvesteerd in een elektrostatisch scheider om meer soorten hoogwaardige secundaire grondstoffen te genereren. Half juni werd op locatie in Waalwijk de machine in gebruik genomen. De machine verwerkt jaarlijks ongeveer 6.000 ton gemengd afgedankte elektrische apparaten (WEEE) en zet deze om in kunststof flakes met een zuiverheid van maar liefst 98%.
De machine is opgebouwd in twee fasen; de eerste bestaat uit een macro-onzuiverheidsscheider om gemengde afvalstromen, zoals papier, houtvezels of stukjes rubber te verwijderen uit de op te schonen kunststofstromen. Het tweede proces sorteert kunststoffen per type op basis van de elektromagnetische lading, om uiteindelijk verschillende soorten secundaire grondstoffen (zoals ABS en HIPS kunststof flakes) te produceren voor gebruik in nieuwe producten. Deze prestatie maakt de secundaire granulaten bijna even goed als primaire grondstoffen, en stelt Coolrec in staat om het sorteren, verwerken en creëren van hoogwaardige gerecyclede materialen nog verder te verbeteren.
AGENDA
14 t/m 17 september
Agrotechniek Holland en Groentechniek Holland
Biddinghuizen
16 september + 4 november
Webinars ter voorbereiding op het
Gemeentelijk Grondstoffencongres 24 maart 2022
12 t/m 15 oktober
Pollutec, Lyon
25 november
Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte, CROW
Groet elkaar met heel je hart
Nederland is tijdelijk een anderhalve meter maatschappij. Een knuffel, hand of boks zit er voorlopig niet in. Daarom leggen wij de hand op ons hart als groet. En groeten we je, op gepaste afstand, met heel ons hart.
#hartegroet
Je hart ben jij. Wij zijn er voor je hart.
CLOSE-UP
VDM VERZORGT BEWIJS DAT AFVALINZAMELAAR VOLDOET AAN P90-NORM
VDM is al zes jaar een betrouwbare partner voor de afvalbranche bij verbeteren van kwaliteit van dataregistraties, vaststellen en verbeteren van processen en digitaliseren van werkzaamheden. Roland van der Meijden (oprichter VDM-groep: VDM-Management en VDM-Software) bundelt nu zijn expertise met die van Richard Schwind - IoT-expert en voormalig directeur en oprichter van Mic-odata (nu onderdeel van Wastevision). Samen willen zij de afvalbranche innovatieve ICT-oplossingen bieden. Twee concrete voorbeelden zijn de ConnectieHUB – een platform dat losse toepassingen koppelt om zo het beste uit elk systeem te halen – en een product om P90-proof te worden.
Gemeenten en inwoners stellen steeds meer eisen aan de afvalinzameling. Dat maakt het voor de afvalinzamelaars nodig om bedrijfsprocessen goed vast te leggen en te ondersteunen met ICT-infrastructuur en systemen. Digitalisering en grip op datakwaliteit is een must om te kunnen voldoen aan de eisen. “Om afvalinzamelaars nog beter in deze ontwikkeling te ondersteunen, werken we op dit moment aan twee concrete producten”, vertelt Richard Schwind.
CONNECTIEHUB
Het eerste product is ConnectieHUB. Er is een beperkt aantal ERP-systemen voor de afvalsector. Dit zijn alles-in-één systemen waar je in kunt plannen, factureren, meldingen kunt vastleggen, etc. “Naast het probleem van vendor lock-in, zijn deze systemen in onze ogen ook te beperkt in functionaliteit”, meent Van der Meijden. “Het is alsof je een brief schrijft in Excel in plaats van Word. Het kan, maar het is niet optimaal.”
Roland van der Meijden (VDM-groep, links op de foto) bundelt zijn expertise met die van IoT-expert Richard Schwind om de afvalbranche innovatieve ICT-oplossingen te bieden. Bijvoorbeeld een product om P90-proof te worden. Van der Meijden en Schwindt geloven juist in het gebruiken en koppelen van de beste toepassingen voor specifieke functies. Steeds meer inzamelaars herkennen dit voordeel ook, maar zien op tegen het koppelen van alle losse systemen. Van der Meijden: “Wij kunnen die systemen koppelen en managen via onze connectieHUB. Vergelijk het met brievenbussen en een postbode. Je hebt een postbode nodig om alle informatie op een gestandaardiseerde manier naar de juiste brievenbussen te brengen. De connectieHUB is die postbode die de logistiek verzorgt.”
Het maakt voor een bedrijf niet uit of de systemen on-premise staan of in de cloud, de connectieHUB verbindt beide omgevingen. Verder maakt het platform het eenvoudiger om over te stappen op andere of nieuwe systemen, zodat vendor lock-in wordt beperkt. “Dit bewezen concept gaan we dit jaar groots uitrollen”, kondigt Schwind aan.
P90-PROOF
Daarnaast willen de twee ondernemers afvalinzamelaars helpen P90-proof te worden, de norm die per leeftijdscategorie bepaalt hoeveel containers iemand mag verslepen. Van der Meijden hierover: “Het is lastig om in te schatten hoeveel containers er precies worden aangeboden en daar je planning op aan te passen met het beschikbare personeel. Dat maakt het een uitdaging om te weten of je aan de norm voldoet.”
Reden om een systeem te ontwikkelen dat meet hoeveel containers er op een route worden aangeboden, wat wordt gematched aan de route en de leeftijd van de medewerkers op deze route. Het systeem verzamelt alle data op een AVG-proof manier.
Met de beschikbare data is te voorspellen hoeveel containers op een route in een bepaalde periode aangeboden worden. Dat kan in een planning gematcht worden met de medewerkers. “Je bent zo in control én bewijst dat je voldoet aan de P90-norm”, schetst Van der Meijden. “We willen met geïnteresseerde inzamelaars een pilot starten en dit dan snel op de markt brengen.”