15 minute read

HOE DOEN ZIJN DAT VERDUURZAMEN VAN HET WAGENPARK

HOE DOEN ZIJ DAT?

VERDUURZAMEN VAN HET WAGENPARK

Advertisement

Lennart Driessen, fleetmanager Twente Milieu. Contact: l.driessen@twentemilieu.nl

HOE GROOT IS JULLIE WAGENPARK EN WELK DEEL IS AL VERDUURZAAMD?

In totaal hebben we zo’n 230 eenheden, waaronder zo’n 70 grote inzamelvoertuigen. We hebben tot nu toe negen elektrische auto’s rijden, dat zijn personenwagens, en we mengen onze diesel deels bij met HVO-brandstof, dat is diesel die gemaakt is van plantaardige oliën en restafval. Nog dit jaar gaan we de eerste elektrische vrachtauto’s voor afvalinzameling aanschaffen en een aantal elektrische bestelbussen.

WAT ZIJN DE PLANNEN VOOR DE TOEKOMST?

In 2019 tekenden we, net als veel andere afvalinzamelaars en gemeenten, het convenant ‘Duurzame Voertuigen en Brandstoffen in de reinigingsbranche’. Onze doelstelling is dat we vanaf 2030 uitsluitend nog voertuigen aanschaffen die geen uitstoot leveren. Wat er uit de uitlaat komt, moet schoon zijn. Uiteraard gaan we in stapjes naar die doelstelling toe. Eerst richten we ons op biogas voor de grotere inzamelvoertuigen. Dat biogas is gemaakt uit het gft-afval dat wij inzamelen bij inwoners en door Twence verwerkt wordt. Daarmee rijden we grotendeels CO2-neutraal, maar nog niet emissieloos. Uit die uitlaat komen nog altijd gassen vrij. Tegelijkertijd zetten we stappen met volledig elektrische wagens op batterijen. We krijgen dit najaar de eerste twee elektrische inzamelvoertuigen (zijladers), vrachtwagens dus. We gaan kijken hoe dat werkt, en ondertussen volgen we alle ontwikkelingen op de voet. Als de komende jaren mocht blijken dat waterstof ook een goed alternatief is, dan zou het kunnen dat we onze koers een beetje in die richting verleggen. Wij houden in principe alle opties open.

WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE HINDERNISSEN, WAAR LOOP JE TEGENAAN?

Wat ons nu vooral bezighoudt, is de inzetbaarheid van die twee elektrische inzamelvoertuigen. Berekeningen tonen aan dat ze een hele dag hun werk kunnen doen, zonder tussentijds laden, maar we moeten dat uiteraard ondervinden in de praktijk. Wellicht moeten we onze inzamelroutes verder optimaliseren of aanpassen, dat gaan we zien. Een ander aandachtspunt is: is er voldoende energie aanwezig om de voertuigen te laden? De ontwikkelingen gaan natuurlijk razendsnel, maar voor nu moeten we ons vooral op dat soort zaken focussen.

TEKST HETTY DEKKERS

IS EMISSIELOOS TRANSPORT HAALBAAR IN DE TOEKOMST?

Ik ben er van overtuigd dat dat kan. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de komende jaren, kunnen we in theorie in 2037 volledig emissieloos rijden.

TIPS VOOR ANDERE AFVALINZAMELAARS OF GEMEENTEN?

Doe het stap voor stap en kijk steeds hoe het gaat, zodat je kunt schakelen. En zorg dat je iedereen binnen je bedrijf mee krijgt, van planner tot chauffeur. Als je per se de eerste wil zijn met een groot aantal elektrische vrachtwagens bijvoorbeeld, en ze doen het niet naar wens, dan heb je een groot probleem. Bij ons staat betrouwbaarheid en bedrijfszekerheid voorop: de wagens moeten hun werk goed doen. Je kunt immers niet zeggen ‘we zamelen maar een weekje niet in’ als er iets aan die wagen moet gebeuren.

Gerrit Griffioen, materieelbeheerder gemeente Groningen. Contact: gerrit.griffioen@groningen.nl

HOE GROOT IS JULLIE WAGENPARK EN WELK DEEL IS AL VERDUURZAAMD?

Ons wagenpark bestaat in totaal uit zo’n 600 voertuigen en machines. Ongeveer 15 procent daarvan is al verduurzaamd, dat wil zeggen elektrisch aangedreven. Een deel daarvan, vooral personenauto’s en lichtere bestelwagens, rijdt op batterij, een ander deel op waterstof. Zo hebben we drie vrachtwagens, twee onkruidborstelmachines en vijf zwaardere bestelbussen die elektrisch op waterstof rijden. Overigens wekken we die waterstof in Groningen zelf op, via zonneparken op een oude vuilstort. Het is dus uiterst groene en emissieloze energie.

WAT ZIJN DE PLANNEN VOOR DE TOEKOMST?

Eind dit jaar willen we 35 eenheden op elektrisch waterstof plus 20 eenheden op elektrisch batterij hebben rijden. Als een voertuig vervangen moet worden, omdat het technisch afgeschreven is, maken we de keuze voor batterij of waterstof. Voor voertuigen die veel lading mee moeten nemen, of die veel energie gebruiken vanwege kraantjes en dergelijke, kiezen wij doorgaans voor waterstof. Onder meer omdat de inzet flexibeler is, je hoeft niet na een bepaald aantal kilometers bij te laden. Batterijen nemen ook veel ruimte en gewicht in beslag, waardoor je laadvermogen vermindert.

Maar wát je ook kiest, het gaat om onze doelstelling en die is in 2035 het hele wagenpark emissievrij. Tien jaar eerder, in 2025, willen we al vrijwel alle eenheden (95 procent) die in de binnenstad werken emissievrij hebben.

WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE HINDERNISSEN, WAAR LOOP JE TEGENAAN?

Financiën uiteraard, het gaat om hogere investeringen. Dat wordt voor een deel gecompenseerd door langere afschrijftermijnen. Elektrische voertuigen zijn minder slijtagegevoelig en hebben daardoor ook lagere onderhoudskosten. De duurzame voertuigen die we al in gebruik hebben werken goed, en de ontwikkelingen gaan door. Als overheid heb je een voorbeeldfunctie, vinden wij, je moet daarom niet alleen naar de kosten kijken.

IS EMISSIELOOS TRANSPORT HAALBAAR IN DE TOEKOMST?

Absoluut. De vraag is niet of het haalbaar is, maar of we onze verantwoordelijkheid willen nemen om het te doen. We zullen wel moeten. We hebben deze aardbol te leen en we hebben al zoveel verpest. Die schade kunnen we niet repareren, wel verzachten.

TIPS VOOR ANDERE GEMEENTEN?

Laat je niet leiden door zaken als kosten en onwil, maar denk in mogelijkheden en aan wat het oplevert voor de toekomst. Het maakt ook niet uit of je voor waterstof of batterij kiest, dat zou geen competitie moeten zijn, het gaat om het doel en dat is emissievrij transport. Dat doel moeten we hand in hand samen oppakken.

Huub Vervoorn, adjunct-directeur Circulus-Berkel. Contact: huub.vervoorn@circulus-berkel.nl

HOE GROOT IS JULLIE WAGENPARK EN WELK DEEL IS AL VERDUURZAAMD?

Wij hebben 187 voertuigen in totaal. Het grootste deel van ons dieselwagenpark rijdt al op HVO-brandstof, wat een CO2-reductie oplevert van 80 procent. Daarnaast hebben we 46 voertuigen op batterijelektrisch. Het grootste deel daarvan zijn personenwagens en bestelbussen. We hadden al één elektrische vrachtwagen, deze zomer zijn er twee grote afvalinzamelvoertuigen bijgekomen.

″ WE KOPEN VANAF NU AL GEEN ZWARE DIESELVOERTUIGEN MEER ″

WAT ZIJN DE PLANNEN VOOR DE TOEKOMST?

Wij hebben net als veel andere gemeenten en inzamelbedrijven het convenant ‘Duurzame Voertuigen en Brandstoffen in de reinigingsbranche’ getekend, dus we willen volledig verduurzaamd zijn in 2030. We kopen vanaf nu al geen zware dieselvoertuigen meer en we schaffen elk jaar enkele grote voertuigen aan die elektrisch rijden.

WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE HINDERNISSEN, WAAR LOOP JE TEGENAAN?

Wij hebben jarenlang gedacht dat de exploitatiekosten het grootste probleem zouden zijn, maar we merken nu dat ook de elektrische de voertuigen al bijna kostenneutraal ingezet kunnen worden. De laadinfrastructuur is nu ons grootste aandachtspunt. We zijn druk in gesprek

met de regionale energieleverancier, om te bekijken hoe we dat varkentje gaan wassen. Het veranderen van een netwerk is zomaar niet gedaan, dat zijn langdurige processen. We hebben de gedachte losgelaten dat we alleen op eigen terrein moeten kunnen laden, we kijken nu naar combinatiemogelijkheden in de openbare ruimte of met andere bedrijven.

IS EMISSIELOOS TRANSPORT HAALBAAR IN DE TOEKOMST?

Jazeker, we denken zelf in 2030 al zo goed als emissieloos te zijn. Onze wagenparkbeheerder Oscar Faber en ik vinden dat wij als overheidsbedrijf een maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen. Als ons soort bedrijven het niet doet, wie doet het dan wel. Wij zijn van en voor de gemeenschap, wij moeten daar het voortouw in nemen. Overigens kijken we ook naar waterstof, het hoeft niet per se batterij-elektrisch te zijn. Vooral voor smalspoorvoertuigen, die in krappe binnensteden zwaar werk moeten doen, kon waterstof best eens een oplossing zijn. Die voertuigen zijn minder geschikt voor grote, zware batterijen.

TIPS VOOR ANDERE AFVALINZAMELAARS OF GEMEENTEN?

Het belangrijkste is de mindset, je moet het gewoon willen doen. Zorg dat je je mensen mee krijgt, zodat iedereen in een positieve flow komt. Er zijn zeker hobbels te nemen en zelfs als het niet helemaal lukt, in 2030 emissievrij, dan heb je toch veel bereikt. Sluit je aan bij het convenant, als je dat nog niet gedaan hebt, en ga er voor.

Je hart ben jij

Wij zijn er voor je hart. Kijk wat we samen kunnen doen op hartstichting.nl

De oplossing

De afvalbranche vraagt om nieuwe innovatieve oplossingen. Daarom heeft Opzet vanuit jarenlange ervaring een geheel nieuw CMS ontwikkeld. Daarmee kunt u al uw diensten aanbieden en beheren vanuit uw eigen website. Uw online dienstverlening wordt hierdoor veel eenvoudiger.

Hoe? Voor al uw afvalcommunicatie bouwen wij een website en app op maat. Met een goed design en ongekende mogelijkheden die u veel werk uit handen nemen. Alle functies zijn via één softwarepakket te koppelen aan elk ERP systeem. Zo kunt u online moeiteloos méér doen.

De website wordt geheel WCAG drempelvrij en volledig AVG proof, conform overheidsrichtlijnen gebouwd.

De software is het resultaat van 25 jaar ervaring. Ruim 3 miljoen huishoudens maken via 28 regionale bedrijven gebruik van onze afvalkalenders en software. Stop met worstelen Stop met worstelen Start met glimlachen Start met glimlachen

opzet.nl 023 53 88 200 023 53 88 200

AMBITIE CONVENANT DUURZAME REINIGINGSVOERTUIGEN: EMISSIEVRIJ VANAF 2030

In 2019 introduceerde Rijkswaterstaat het convenant ‘duurzame voertuigen en brandstoffen in de reinigingsbranche’. Het convenant is een opgave die voortvloeit uit het Klimaatakkoord. Een aantal NVRD-leden ondertekenden het convenant, dat als hoofddoel heeft: vanaf 1 januari 2030 moeten alle nieuw aan te schaffen reinigingsvoertuigen volledig emissievrij (aan de uitlaat) zijn. Hans Brink en Wilco Fiechter (Rijkswaterstaat) zijn kartrekkers van het convenant. Waar staat het convenant nu, wat zijn de lessons learned en wat zijn de ambities voor de komende jaren?

TEKST: MARTIJN KREGTING

In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voert de afdeling duurzame mobiliteit, energie en klimaat van Rijkswaterstaat delen van het Klimaatakkoord uit, om te zorgen dat verkeer en vervoer in Nederland zero emissie wordt. Bijvoorbeeld door fietsen en auto delen te stimuleren.

In het Klimaatakkoord is met een aantal sectoren, waaronder de afval- en reinigingssector, afgesproken dat er een convenant zou komen. “Het Klimaatakkoord vormt het belangrijkste uitgangspunt van het convenant”, benadrukt Wilco Fiechter, net als Hans Brink adviseur duurzame mobiliteit bij Rijkswaterstaat. “Maar we zijn als Nederland natuurlijk al langer bezig met klimaatverandering en CO2-reductie. Zo werd er vóór het convenant al met partijen in de reinigingsbranche gekeken naar verduurzaming van voertuigen.” Het convenant telt enkele piketpaaltjes richting het einddoel. Vanaf 1 januari 2025, of eerder waar mogelijk, worden reinigingsvoertuigen die nog rijden op fossiele brandstoffen of Drop-in-Fuels (biobrandstoffen zoals HVO) bijvoorbeeld uitgefaseerd. Het uiteindelijke doel is en blijft: volledig emissievrij (aan de uitlaat).

VERDUURZAMING IN DNA

Verduurzaming zit volgens Fiechter in het DNA van de afval- en reinigingssectorsector. Het convenant duurzame reinigingsvoertuigen is dan ook - net als het eerder gelanceerde convenant voor OV-bussen - een koplopersconvenant. “De overheid vervult een voortrekkersrol om maatschappelijke opgaves zoals CO2-reductie op te pakken. We krijgen regelmatig vanuit het bedrijfsleven te horen dat wij vooral zeggen wat bedrijven moeten doen.

Een elektrisch aangedreven zijlader van ROVA, die hiermee sinds begin 2020 op proef rijdt.

Vanuit de reinigingssector kunnen we laten zien dat we zelf ook verduurzamen. Practice what you preach. Gemeentelijke dienstverlening die je overal en elke dag in de praktijk tegen kunt komen.”

Het convenant duurzame reinigingsvoertuigen telt inmiddels een breed pallet aan deelnemers. Naast afval-inzamelaars en reinigers bijvoorbeeld gemeenten die breder aan de slag zijn of willen met duurzaamheid, en voertuigleveranciers. De deelnemers zitten in diverse fasen van verduurzaming, schetst Hans Brink. “Je hebt afval-inzamelaars en reinigers die al voertuigen met een alternatieve aandrijving hebben rondrijden en hier veel praktijkervaring mee opdoen, terwijl andere organisaties nog in het voorportaal staan. Maar elke deelnemer heeft wel dezelfde mindset: toewerken naar zero emissie voertuigen.”

STROOMVERSNELLING

Het afgelopen jaar zijn volgens Brink een aantal zaken in een stroomversnelling geraakt. Bijvoorbeeld de vervanging van en keuzes voor nieuwe voertuigen en het investeringsbeleid op dit gebied. “Er komt steeds meer kennis en ervaring beschikbaar, waardoor dit soort keuzes ook sneller en beter gefundeerd gemaakt kunnen worden. De vragen die wij van deelnemers aan het convenant krijgen, worden steeds concreter en praktischer, ook een duidelijk signaal dat zaken versnellen.”

Zo loopt ondertussen al een aantal projecten en pilots met zero emissie voertuigen, zowel met waterstof als met batterij elektrische-voertuigen. Een voorbeeld is het Europese REVIVE-project, waar ook een aantal Nederlandse partijen aan meedoet. Daarnaast is er een aantal nationaal gesubsidieerde projecten vanuit de regeling DKTI (Demonstratie Klimaat technologieën en -innovaties in transport, zie bijvoorbeeld het artikel ‘Eerste resultaten met zero emissie-voertuigen afvalsector positief’ in GRAM, augustus 2020).

LESSONS LEARNED

“We hebben TNO gevraagd om uit relevante DKTI-projecten de lessons learned op te halen”, vertelt Fiechter, “zodat we die met alle convenantpartners en de hele sector kunnen delen. Wat kan er al, waar zitten nog knelpunten en barrières in het opschalen? Denk aan de laadinfrastructuur, of het kostenplaatje van alternatieve aandrijving.”

Beide adviseurs zetten alle verzamelde kennis zoveel mogelijk om in concrete handvatten voor de convenantdeelnemers. Enkele voorbeelden:

• Hoe maak je een plan van aanpak voor verduurzaming van het wagenpark? Daarvoor is nu een handreiking opgesteld; • Welke rol spelen transitiebrandstoffen? De vragen die leven onder de convenantdeelnemers zijn via een kennisdelingsbijeenkomst, waarin een gemeente en brandstoffenexpert ervaringen deelden, verwerkt in een memo voor de leden; • Hoe zit het met laadinfrastructuur? Brink en Fiechter nemen die mee in de taakgroep logistieke laadinfrastructuur (onderdeel van de nationale agenda laadinfrastructuur) om zo ook vanuit dit kanaal deelnemers gericht van kennis te kunnen voorzien.

TRANSITIEFASE

Biobrandstoffen zoals HVO worden zoals eerder aangegeven ook wel transitiebrandstoffen genoemd. HVO is een Drop-in Fuel die nu al op grotere schaal mogelijk is, maar vormt volgens Brink en Fiechter vooral een overgang naar echte alternatieve vormen van aandrijving die zero-emissie zijn, zonder CO2 en bijvoorbeeld NOx. “Vanaf 1 januari 2030 zijn de nieuw aan te schaffen reinigingsvoertuigen waarvoor ondertekenende partijen direct verantwoordelijk zijn, volledig emissievrij, of zoveel eerder als mogelijk.”

Fiechter snapt dat deze transitie niet van vandaag op morgen te realiseren is. “Je kunt wel als koploper op waterstof of elektrisch willen rijden. Maar als er in de buurt geen waterstof te verkrijgen is of voldoende laadpunten mogelijk zijn, houdt het op. Wat helpt, is koplopers zoeken in sectoren waarvan de voertuigen een vaste route hebben en terugkeren naar hetzelfde punt. Zoals OV-bussen, vuilnis- en reinigingswagens. Als aanbieder van waterstof of laadstations weet je dan dat je altijd vaste klandizie hebt. Dat maakt dit soort sectoren tot aantrekkelijke klant.”

NULMETING

Beide adviseurs werken samen met de RVO (Rijksdienst Voor ondernemend Nederland) aan een nulmeting, om dat naast de ambities uit het convenant te leggen. RVO gebruikt hiervoor informatie over grote vuilnis- en reinigingswagens (N3) uit de kentekenregistratie van de RDW. “We willen weten hoe het wagenpark is opgebouwd, welke percentages rijden op traditionele brandstoffen en met alternatieve aandrijving”, vertelt Brink. “Maar ook: wat is de leeftijd van het wagenpark, zodat we kunnen zien wanneer er een grote verschuiving te verwachten is.”

Een uitdaging is hierbij wel dat er landelijk geen onderscheid te maken is in traditionele brandstoffen, blends en 100 procent HVO. Brink: “Misschien kunnen we gegevens hierover gaan ophalen bij afval- en reinigingsbedrijven zelf, maar het zal nog wel wat slagen vergen om dit mogelijk te maken.”

Mede op basis van de nulmeting is een eerste versie van een monitor uitgebracht. Die wordt de komende tijd verdiept om zo de ontwikkeling van duurzame voertuigen in de sector te blijven volgen.

Het convenant 'duurzame voertuigen en brandstoffen in de reinigingsbranche’ is op twee momenten ondertekend. Op de foto het tweede tekenmoment in oktober 2019, tijdens de Nationale conferentie Duurzame Mobiliteit.

Convenantdeelnemers kunnen zo ook benchmarken: waar staan zij ten opzichte van de branche, ten opzichte van de andere convenantdeelnemers.

ZERO EMISSIE-ZONES

Steeds meer steden werken toe naar zero emissie-zones. Een geplande zone is ook voor een gemeente een stimulans om sneller het eigen wagenpark te verduurzamen, stelt Fiechter. “Wanneer je als gemeente wil dat ondernemers duurzame voertuigen inzetten in binnensteden, dan moet je het goede voorbeeld geven. Bijvoorbeeld door zelf zero emissie-voertuigen in te zetten voor afvalinzameling en reiniging.”

Met gemeenten met zero emissie-zones - niet allemaal deelnemer aan het convenant - willen Fiechter en Brink het gesprek aangaan. Om hen te helpen met het vernieuwen van hun wagenpark. Maar ook om met een goed verhaal over de noodzaak hiervoor richting burger en lokale ondernemer te komen. Fiechter: “Dat is bij uitstek een rol van de overheid. Collega’s van de afdeling duurzame mobiliteit helpen gemeenten ook met de uitrol van die zero emissie-zones.”

AMBITIES VOOR TOEKOMST

Vooruitkijkend, hopen beide adviseurs in de afval- en reinigingssector op eenzelfde ontwikkeling als bij OV-bussen. Zo is er een vergelijkbaar aantal voertuigen - 5.000 OV-bussen, 6.000 voertuigen bij de afval- en reinigingssector. Er rijden inmiddels ruim 1.200 zero emissie OV-bussen rond, schetst Fiechter.

Het convenant telt nu 21 deelnemers. Er is ruimte voor meer, dus Fiechter en Brink roepen alle leden van de NVRD op om deel te nemen aan het convenant. Fiechter: “We mikken op een officieel tekenmoment half november. Daar willen we dan alle nieuwe deelnemers een podium geven om hun ambities toe te lichten. Maar aanmelden kan natuurlijk al vanaf nu.”

OVER HET CONVENANT

Meer weten over of meedoen met het convenant? Neem contact op met Wilco Fiechter (wilco.fiechter@rws.nl) of Hans Brink (hans.brink@rws.nl). Of kijk hier voor informatie over het Convenant Duurzame Voertuigen en Brandstoffen in de Reinigingsbranche: https://rwsduurzamemobiliteit.nl/publicaties/convenantpresentatie-duurzame-voertuigen/

Meer weten over het Europese Revive-project en DKTI-projecten: REVIVE: https://h2revive.eu/ DKTI: https://rwsduurzamemobiliteit.nl/publicaties/ convenant-presentatie-duurzame-voertuigen/

VAN HUISAANSLUITING TOT EN MET ASSETMANEGEMENT…

Geen reinigings- of beheerprobleem is ons te groot. Krapte op de arbeidsmarkt, onderbezetting op de afdeling, te veel zaken die snel een oplossing vergen. Iedere beheerder van natte infrastructuur loopt wel eens tegen deze zaken op. Wij helpen u graag met kwalitatieve en snelle oplossingen. Of het nu gaat om huisaansluitingen, uitwerken van maatregelplannen of het maken van lange termijnplannen, vandervalk+degroot beheerst de hele keten van dienstverlening in het reinigen en onderhouden van natte infrastructuur. Of het nu om reinigen van straatkolken gaat, rioleringen, waterzuiveringsinstallaties of verkeerstunnels, met 11 vestigingen in Nederland zijn wij nooit ver weg.

INTERESSE IN ONZE VOLLEDIGE SERVICE? Maak eens een afspraak met een van onze specialisten om te bespreken hoe we u van dienst kunnen zijn.

ABC-Westland 231, 2685 DC Poeldijk • postbus 62, 2685 ZH Poeldijk • tel. 0174-247474 • www.valkdegroot.nl • info@valkdegroot.nl

This article is from: