8 minute read
DE LEDEN CENTRAAL
from GRAM december 2021
by NVRD
TEKST: HETTY DEKKERS
Advertisement
In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door de leden. Deze keer aan het woord: Paul de Groot, beleidsmedewerker afval & groen, gemeente Borne.
WAT HOUDT JE FUNCTIE IN?
Mijn functie is best wisselend. Ik maak beleid, maar ik sta ook met bewoners te praten die klachten hebben over een boom, die schadelijk zou zijn voor hun zonnepanelen. Vorig jaar hebben wij diftar ingevoerd, dat proces heb ik van A tot Z begeleid. Dat betekent veel vergaderen, beleidsplannen schrijven, praten met de wethouder. Maar ik ga ook over bewonersparticipatie, zwerfafval, kapvergunningen, noem het maar op.
WAT BETEKENT DE NVRD VOOR JOU?
Ik zit pas op deze functie sinds 2018, daarvoor was ik beleidsmedewerker groen. Afval kwam er dus bij en ik heb heel veel aan de NVRD gehad. Ik ben in het begin vooral veel naar kennis- en themabijeenkomsten gegaan, daar stak ik veel van op. Al is de ene bijeenkomst natuurlijk interessanter dan de andere. Verder lees ik GRAM goed, vaak digitaal, hou ik de nieuwsbrieven bij en haal ik informatie van de website.
VOLDOET HET LIDMAATSCHAP AAN JE VERWACHTINGEN?
Moeilijke vraag, ik vind van wel. Ik vind het heel goed dat de NVRD al die kennis bundelt.
WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE?
De hele discussie over de kwaliteit van de afvalstromen boeit mij wel. Ik ben benieuwd hoe het op langere termijn zal gaan met de vervuiling van bijvoorbeeld pmd. Hier in Twente gaat het daar vaak over. Wat betreft groen, daar ben ik benieuwd naar de invasieve exoten, zoals de eikenprocessierups, springbalsemien, rivierkreeften. Hier in Twente is het allemaal nog wel te doen, maar hoe gaat zich dat in de toekomst ontwikkelen? Ik las ergens dat er begin vorige eeuw ook al eens een plaag was van eikenprocessierupsen, die is toen vanzelf over gegaan.
WAT VIND JE HET LEUKSTE/MOOISTE AAN JE WERK?
Vanuit de groensector vind ik het vooral fijn als ik mee kan helpen de leefomgeving een beetje mooier te maken. Door meer groen te planten, een park te herinrichten samen met bewoners. Je laat iets moois achter, dat vind ik belangrijk. Als het gaat om afval, dan vind ik het vooral leuk om een proces van begin tot eind mee te maken. De voorbereidingen, het politieke proces, de plaatsing van de containers. Mooi als je zo’n proces als invoering van diftar helemaal mag begeleiden, tot en met de invoering.
WAAR STOOR JE JE AAN?
Het bekende nimby-verschijnsel, ‘not in my backyard’. Men wil geen ondergrondse container voor de deur, geen boom of juist wel. Als gemeente sta je voor het algemeen belang, veel bewoners zien dat niet en denken alleen aan het ik-belang. Krijgen ze hun zin niet, dan klimmen ze meteen in de pen voor een klacht, een brief aan de krant of de wethouder. Dat nimby-effect kost veel energie, vind ik.
WELKE TIP WIL JE DE LEZERS VAN GRAM MEEGEVEN?
Zorg voor maatwerk, in de ene wijk ligt het toch net weer iets anders dan in de andere wijk. En maak gebruik van lokale kennis. Wij hebben een afvalcoach, die werkt voor Twente Milieu, en die kent iedereen in het dorp. Deze man regelt van alles met de bewoners en voorziet ons van belangrijke informatie.
Paul de Groot, gemeente Borne.
Om restafval terug te dringen, is er in Ede, Veenendaal en Renkum een aantal jaar geleden een gedifferentieerd tarief ingevoerd (diftar). Oftewel: hoe meer restafval je weggooit, des te meer je betaalt. ACV is verantwoordelijk voor de inzameling van het huishoudelijk afval in deze gemeenten. Om deze nieuwe aanpak te laten slagen zijn er in deze gemeenten meerdere pilots gestart. Henk van Beek is als adviseur beleid en projecten bij ACV betrokken bij deze pilots. “Dankzij de positieve benadering van onze Schone Buurt Coaches hebben we boa’s eigenlijk nooit nodig.”
TEKST: EVELINE VAN HAMBURG, TAPPAN COMMUNICATIE
“I n Ede zijn we in 2018 begonnen met het neerzetten van afgesloten GFE-zuilen bij hoogbouwcomplexen,” vertelt Van Beek. “Bewoners uit de hoogbouw moeten deze zuilen zelf aanvragen. Dit kan alleen als ze voldoende handtekeningen verzamelen van complexgenoten die de zuil ook willen gebruiken. Vervolgens kijken we of de aanvraag aan een aantal voorwaarden voldoet. Bijvoorbeeld hoeveel huishoudens in het complex zich willen aansluiten. Als dit voldoende is, dan plaatsen we de zuil.” In Ede staan nu 210 zuilen, in Veenendaal zo’n 200 en Renkum heeft er inmiddels 21. In die laatste gemeente wordt dit aantal jaarlijks uitgebreid.
DREMPEL
Het aanvragen van de zuil is dus een behoorlijke drempel. Maar juist die drempel zorgt ervoor dat gebruikers verantwoordelijk met die zuil omgaan, weet Van Beek. “Het voordeel van deze methode is dat we van elke zuil een contactpersoon hebben. En dat alleen inwoners die hebben ingestemd om mee te doen toegang hebben tot de zuil. Zij krijgen een geregistreerde pas om de zuil te openen. We zien dat gebruikers goed met de zuil omgaan en dat er weinig vervuiling zoals plastic in belandt. De afspraak is namelijk dat als bewoners er te veel vervuiling in gooien, we de zuil weghalen.”
CONTAINER ZONDER DEKSEL
In de zuil staat een container van 240 liter zonder deksel van de firma Kliko WTS uit Veenendaal. De chauffeur van de vuilnisauto ziet bij inzameling dus direct of er vervuiling in de container zit. Als dit zo is, dan maakt hij hier een melding van en gaat de inhoud met het restafval mee. De contactpersoon van de zuil krijgt dan een e-mail. Hier staat in dat er vervuiling is aangetroffen, en of de contactpersoon het juiste gebruik van de container nog eens onder de aandacht wil brengen bij de andere bewoners. Van Beek: “Het is maar enkele keren voorgekomen, en door de snelle communicatie ook zo weer opgelost. Door deze manier van werken hebben we nog nooit een GFE-zuil hoeven weghalen.”
BUURTCOACHES
Deze persoonlijke, directe aanpak komt ook terug in de werkwijze van de Schone Buurt Coach. Dit zijn medewerkers van ACV die veel op straat te vinden zijn. “Ze gaan achter meldingen aan, verzorgen hand- en spandiensten om de buurt schoon te houden en zijn de eerste contactpersoon van ACV voor bewoners. Omdat ze zo zichtbaar zijn, is het heel laagdrempelig om ze aan te spreken,” legt Van Beek uit. “Buurtcoaches krijgen ook een melding als een container is vervuild. Doordat ze zien welk adres gestort heeft, kunnen ze heel gericht reageren. Door bijvoorbeeld even aan te bellen en nogmaals uit te leggen hoe het werkt. Hierdoor hebben we de boa’s eigenlijk nooit nodig. Een positieve benadering zorgt voor positief gedrag.”
RESTAFVAL- EN PAPIERCONTAINERS OMWISSELEN
Sinds de invoering van diftar haalt ACV in de drie gemeenten gemiddeld 120 kilo restafval per persoon per jaar op. Dat komt al in de buurt van de doelstelling van 100 kilo per persoon. Door de daling van het aantal kilo’s restafval bleef er in Veenendaal flink wat ruimte over in de ondergrondse restafvalcontainers. Van Beek: “In eerste instantie hebben we een aantal containers met een afdekplaat afgesloten. Later hebben we deze kans gebruikt om extra capaciteit voor oud papier en karton te realiseren. Inmiddels hebben we zo’n 50 ondergrondse containers omgewisseld.” Het plaatsen van papiercontainers was een goede zet: ze werden direct goed gebruikt, merkten ze bij ACV. “We hadden een paar centrumlocaties die al snel de hoeveelheid aangeboden oud papier niet meer aankonden,” vertelt Van Beek. “Toen moesten we de containers wel vier keer per week legen. We hebben toen
een aantal extra containers in de omgeving vervangen voor papiercontainers, zodat de capaciteit van de papiercontainers beter werd verdeeld. Ook in Ede voeren we nu dezelfde strategie uit. Daar hebben we onlangs een stuk of drie restafvalcontainers omgewisseld door containers voor oud papier. Als de politiek het wil, gaan we het ook in Ede verder uitrollen.”
In een gemeente waar het weggooien van restafval wordt ontmoedigd, is de kans groot dat mensen andere soorten containers gebruiken voor hun huisvuil. Daar speelt ACV slim op in. “De zuilen voor papier zien er echt anders uit en hebben een sleuf waar je geen zak met restafval doorheen krijgt. Hierdoor kunnen inwoners ze ook niet per abuis aanzien voor de oude restafvalcontainer en zo voor vervuiling zorgen,” legt Van Beek uit. “Het grootste issue bij de papiercontainers is dat mensen hun karton niet goed klein maken en daardoor verstoppingen veroorzaken. Dit pakken we aan door middel van communicatie op de gemeentelijke kanalen en de ACV-app.”
PMD-PERSCONTAINERS VOOR HOOGBOUWCOMPLEXEN
Niet elke pilot is zo’n groot succes. In een andere pilot in Ede werden er perscontainers voor PMD-afval bij twee grote hoogbouwcomplexen geplaatst. Uit de evaluatie bleek dat de meeste bewoners de perscontainers fijn vonden in gebruik. Ook scheelde het een hoop losse PMD-zakken op straat op de dag van inzameling. Toch is ACV gestopt met de pilot en hebben ze de perscontainers weggehaald, vertelt Van Beek. “Ons grootste issue was dat het legen van de container erg onpraktisch was en te veel maatwerk kostte. De containers stonden namelijk in de gezamenlijke hal van de complexen. Hier moest de chauffeur dan naar binnen en
de container omwisselen. Ook stank en lekvocht gaven problemen.” De succesfactor van een perscontainer verschilt echt per complex, locatie en manier van inzamelen, weet Van Beek. “Ik zou het andere gemeenten dus ook aanraden om het gewoon uit te proberen in een pilot. Pas dan kun je zeggen of het werkt of niet. Bij ons bleek het achteraf niet praktisch genoeg.”
HENK VAN BEEK, ACV: ″De succesfactor van een
De pilot waarbij afgesloten afgesloten GFE-zuilen zijn geplaatst bij hoogbouwcomplexen in Ede, Veenendaal en Renkum is een groot succes.