11 minute read
HOOGLERAAR IRA HELSLOOT TIJDENS NVRDTALK OVER VEILIGHEID
from GRAM december 2021
by NVRD
HOOGLERAAR IRA HELSLOOT TIJDENS NVRDTALK OVER VEILIGHEID ‘PAK GEEN NIET-BESTAANDE PROBLEMEN AAN’
Veiligheidsperikelen bij de afvalzameling? Vooral niet in een spagaat schieten, stelt hoogleraar Ira Helsloot. De slogan ‘We werken veilig of we werken niet’ kan weg, want dat past niet bij het echte risico denken. "Het beste bij veiligheid is af en toe ook onveiligheid te accepteren."
Advertisement
TEKST: COEN TEEUW, VICO KOK, INGE VAN LEEUWEN EN BRAM VAN ROON
Het ‘teenslipperincident’ in Maastricht geldt nog altijd als een spraakmakende veiligheidscasus. In 2006 besteedde de gemeente het ophalen van oudpapier uit aan een privaat bedrijf. Hierbij werd bedongen dat het daar vrijwilligers voor zou inzetten (veelal leden van verenigingen, die daar een vergoeding voor kregen), wat de gemeente een besparing van jaarlijks 100 duizend euro opleverde. De vrijwilligers liepen met de kraakperswagen mee, om het oudpapier in de achterlader te deponeren. In juni 2013 gaat het mis. Twee studentes op teenslippers proberen in de achterlader de papierberg plat te trappen, als de pers vast dreigt te lopen, en eindigen met botbreuken in het ziekenhuis. De gemeente besluit per direct met vrijwilligers te stoppen en laat de inza-
Foto Flip Franssen, ANP
meling door de eigen reinigingsdienst overnemen. Tijd om het incident eerst goed te gaan onderzoeken, neemt de gemeente niet. De verenigingen zetten de gemeenteraad onder druk en uiteindelijk draait de gemeente haar besluit weer terug, maar neemt de kosten op zich om alle vrijwilligers te trainen en van veiligheidskleding te voorzien. Met de kosten voor het gemeentepersoneel (70 duizend euro) komt het totale kostenplaatje op 130 duizend euro. Anno 2021 lijkt er weinig veranderd. In juni maakte ROVA bekend na zestig jaar in Steenwijk te stoppen met de huis-aan-huisinzameling van oudpapier met achterladers door vrijwilligers. De overweging hierbij is dat men vrijwilligers niet langer wil blootstellen aan de risico’s die met deze inzamelwijze gepaard gaan. Inwoners protesteren, want ze vinden dat scholen en verenigingen de dupe worden en inkomsten gaan missen.
Met de twee voorbeelden wil hoogleraar Besturen van veiligheid Ira Helsloot van de Nijmeegse Radboud Universiteit laten zien hoe ondoordacht organisaties kunnen reageren als het om veiligheid gaat. “Hier moet direct iets gebeuren, zegt men dan. We kunnen het niet maken om niets te doen. Maar is dat wel zo? In Maastricht hadden de studenten gewoon de veiligheidsinstructies genegeerd. Voor de gemeente werd het een dure grap.”
‘Als elke losse stoeptegel een crisis wordt…’ luidt de prikkelende titel van Helsloots NVRDtalk medio november. ‘Exotische’ risico’s, zoals hij ze noemt – hoe klein ook en hoe zelden ze ook voorkomen – halen juist de pers, “maar de context wordt er niet bij verteld, bijvoorbeeld dat het om een uniek incident gaat. Ook volksvertegenwoordigers slaan alarm. Bestuurders hebben geen keus, want ze vinden dat ze daadkrachtig over moeten komen. Dus worden nieuwe regels opgetuigd om herhalingen te voorkomen, want het bestaande beleid heeft gefaald”, vat Helsloot de ‘crisiscirkel’ samen.
OVERREACTIE
Helsloot ziet dat bestuurders disproportioneel met risico’s en incidenten om kunnen gaan, terwijl ze in hun onderbuik voelen dat er iets niet klopt. Ook vrezen bestuurders, vaak onterecht, dat ze wettelijk aansprakelijk zijn voor wat er is gebeurd. “Dus reageren ze snel en zonder na te denken. Je ziet dan een overreactie: het probleem wordt veel breder getrokken dan het in feite is. Veiligheid op de eerste plaats, redeneert men. Terwijl er geen enkele indicatie is dat er structureel veiligheidsrisico’s zijn. Maar de betrokkenheid van vrijwilligers bij onze samenleving – een groot goed – wordt de nek omgedraaid. Ook wordt gedacht dat de samenleving eist, dat de overheid actie onderneemt. De doorsnee Nederlander zou geen risico’s accepteren. Mijn onderzoek spreekt dat tegen. Het is een feit dat burgers pech accepteren. Ze denken daar nuchter over en weten dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Risico’s zijn onvermijdelijk.”
In de arbocatalogus van de afvalbranche staat de slogan ‘We werken veilig of we werken niet’ centraal’. Deze kreet is op menige bedrijfswebsite terug te vinden. “Het klinkt ontzettend goed, maar eigenlijk moeten we hier snel vanaf”, zegt Helsloot. “De slogan past niet bij het echte risicodenken. Hij suggereert namelijk dat je ook aan moet geven wanneer het dan voldoende veilig is. In de praktijk geldt juist dat geen enkel risico tot nul is te reduceren. Er kan altijd iets gebeuren. Dit soort kreten roept op dat bij elk miniem incident iedereen kan zeggen: zie je wel dat jullie niet veilig werken, dus jullie moeten er wat aan doen.” Terwijl de afvalsector volgens Helsloot laat zien, dat de veilige manier van werken die de branche erop nahoudt, werknemers aantoonbaar beschermt. “Zo’n slogan kan juist tot onwerkbare veiligheidsprocedures leiden en daardoor een ongewenst effect sorteren. Bedrijven investeren dan in het wegnemen van weinig relevante risico’s, terwijl ze dat geld beter in echt arbobeleid kunnen steken om de gezondheid van werknemers te verbeteren.”
DRUK
Bij het zeventigtal deelnemers aan de NVRDtalk, vooral afvalprofessionals bij gemeenten en publieke afvalbedrijven, roept Helsloots betoog herkenning op. Probeer echter maar eens een bestuurder, die onder grote politieke druk staat, zover te krijgen om niets te doen. Hoe krijg je zoiets voor elkaar, luidt de prangende vraag? Een bevredigend antwoord is er volgens Helsloot niet. “Het is moeilijk om uit zo’n stramien van direct moeten ingrijpen te komen, vooral niet op het moment suprême. Ook als ingrijpen eigenlijk helemaal niet nodig is. Er zijn wel een paar dingen die je kunt doen. Een ervan is vooraf transparant te zijn over hoe je tot veiligheidsregels gekomen bent en door aan te geven er alles aan te zullen doen dat werken voldoende veilig is. Stel duidelijk dat je accepteert dat er zo nu en dan risico’s zijn, maar dat je incidenten goed zult analyseren. Zo schets je op voorhand een ander perspectief en ben je minder kwetsbaar. Al kan het dan toch voorkomen dat je weer in zo’n cirkel terechtkomt. Zorg in elk geval dat de context duidelijk is, als het om een exotisch risico gaat. Laat dat door experts beargumenteren. Ik voorzie dat bestuurders daar zeker mee geholpen zijn. Ook al zal het geen honderd procent zekerheid bieden dat bestuurders niet in de crisiscirkel stappen, zo wijst de praktijk uit. Er zijn echter ook praktijkvoorbeelden genoeg waarin ambtenaren op die manier juist het verschil hebben kunnen maken.”
Gezien de hoeveelheid veiligheidsincidenten staat de afvalinzamelbranche er kwantitatief gezien niet best op, merkt een vragensteller op. De afgelopen twintig jaar zijn er zelfs dodelijke ongevallen geweest. Op veiligheidsvlak is het dan ook nodig er continu een schepje bovenop te doen. Helsloot is het daar zonder meer mee eens. “Grote risico’s moet je onverminderd aanpakken. Aan de andere kant moet je kleine risico’s accepteren. Regels zijn alleen functioneel als ze de echte risico’s ondervangen. Concentreer je daarop en pak geen niet-bestaande problemen aan.”
Foto Crisislab.nl
HOE DOEN ZIJ DAT?
DEZE KEER: BEDRIJFSVOERING IN TIJDEN VAN CORONA
Paul Marinissen, directeur Zeeuwse Reinigingsdienst (ZRD). Contact: pmarinissen@zrd.nl.
WAT WAREN VOOR JULLIE DE BELANGRIJKSTE GEVOLGEN VAN CORONA?
Wij moesten in het begin voor al onze gemeenten continuïteitsplannen maken, dat was veel werk. Gemeenten wilden precies weten wat we af zouden gaan schalen in onze dienstverlening, en in welke volgorde, als het nodig mocht zijn. Dus bijvoorbeeld eerst de inzameling van oud papier stopzetten, dan de milieustraten sluiten enzovoort. In de praktijk is dat allemaal niet nodig geweest, gelukkig, maar de gemeenten wilden van ons wel zo’n plan.
Het inzetten van verkeersregelaars bij de milieustraten was ook een klus, en een dure. Dat kostte ons zo’n 10.000 euro per week, dat moeten de gemeenten uiteindelijk betalen natuurlijk. In het begin stonden de files tot ver buiten de hekken, soms zelfs tot in de binnenstad van Goes. Nu is het wat rustiger gelukkig. Ik hoop en verwacht niet dat we dat nog een keer gaan meemaken. Iedereen is nu wel klaar met klussen en opruimen, mag ik hopen.
Omdat ik ook zitting heb in het Zeeuwse crisisbeheersteam besefte ik al vroeg dat corona iets ernstigs was, dat niet zomaar over zou waaien. Ik heb al heel snel schermen aan laten brengen in onze vrachtauto’s en op de bureaus. Omdat ik er zo snel bij was, kon dat toen nog tegen een redelijke prijs.
TEKST: HETTY DEKKERS
WELKE AANPASSINGEN DIE JULLIE GEDAAN HEBBEN, ZIJN BLIJVEND?
Het thuiswerken, dat houden we erin. Onze kantoormedewerkers, zoals boekhouders en dames van het klantencontactcentrum, werken nu meerdere dagen per week thuis en daar zijn ze heel blij mee. Voorheen was dat ondenkbaar, nu hebben we dankzij corona ontdekt dat dat prima werkt. Zelf doe ik ook veel meer met vergaderen via Teams, dat scheelt enorm veel reistijd. Af en toe binnenlopen op kantoor is natuurlijk ook fijn, het is nu een mooie mix van thuiswerken en op kantoor aanwezig zijn.
HEEFT CORONA NOG MEER POSITIEFS GEBRACHT?
Het belangrijkste vind ik dat onze sector als cruciaal is benoemd. Men erkent en beseft nu dat we een essentieel onderdeel van de samenleving zijn. Bij onze buren, in Vlaanderen, zijn de milieustraten een tijdje gesloten geweest, dat had enorme gevolgen. Het afval lag daar op straat, in de sloten en weilanden. Ik ben heel blij dat bij ons de milieustraten niet verplicht gesloten werden, daar heb ik ook hard op aangedrongen. Als je afval niet mag ophalen of innemen, dan wordt het een puinbak.
TIPS VOOR ANDERE GEMEENTEN OF REINIGINGSDIENSTEN?
Zorg dat je goed in contact blijft met je medewerkers, en beloon ze af en toe. Wij voerden al heel snel een digitale coronaupdate in, die alle medewerkers konden raadplegen via hun smartphone. Na elke persconferentie willen je mensen weten wat dat voor hen betekent, zorg dat ze meteen geïnformeerd zijn. Wij stuurden ze meteen de nieuwste maatregelen, met duidelijke uitleg. We bedankten al onze medewerkers ook regelmatig met een attentie, zoals een bosje tulpen, een chocoladepakket. Dat stuurden we op naar hun thuisadres, zodat ze weten dat je aan ze denkt, en dat ze goed bij de les blijven. Zorg dat je iedereen goed op de hoogte houdt.
Walter Brouwer, directeur Avri. Contact: wbrouwer@avri.nl
WAT WAREN VOOR JULLIE DE BELANGRIJKSTE GEVOLGEN VAN CORONA?
Wij waren er heel vroeg bij. Begin maart, nog vóór de eerste persconferentie, heb ik mijn beleidsteam al bij elkaar geroepen voor een draaiboek. Wat te doen bij uitval van personeel, wat schalen we als eerste af. Ik was net op vakantie geweest naar Oostenrijk en begreep door de situatie daar dat corona iets heel groots ging worden.
Een van onze eerste maatregelen was dat we al ons kantoorpersoneel naar huis hebben gestuurd. Ik wilde niet het risico lopen dat zij onze chauffeurs en beladers zouden aansteken, die mensen konden we niet missen. We hebben toch een paar uitbraken gehad, de eerste paar keer heb ik een commercieel bureau ingeschakeld om onze mensen hier op het bedrijf te laten testen. De GGD kon het toen nog niet aan.
De spannendste week was in december. Toen waren er toch flink wat chauffeurs uitgevallen door corona en toen kwam er ook nog eens sneeuwval bij. We hadden al meer afval in te zamelen dan normaal en dan moet je ook nog eens ploegen samenstellen voor de gladheidbestrijding. Toen hebben we één ronde gft-inzameling overgeslagen. Maar uiteindelijk is het toch allemaal gelukt. Daar ben ik wel heel erg trots op, iedereen heeft zeer hard gewerkt.
WELKE AANPASSINGEN DIE JULLIE GEDAAN HEBBEN, ZIJN BLIJVEND?
Het kantoorpersoneel heeft geleerd hoe digitaal te werken, daar blijft wel wat van hangen. Ze hoeven niet meer altijd op kantoor te zijn. Zelf ben ik voorstander van persoonlijk contact, maar even een vergaderingetje via Teams is soms toch ook wel eens handig.
Wat we ook hebben geleerd, is dat onze milieustraten erg toe zijn aan modernisering en vervanging. We moesten heel veel verkeersregelaars inzetten om de lange rijen in goede banen te leiden. Met betere indelingen en routes op de milieustraten zelf, stroomt het verkeer ook makkelijker door.
HEEFT CORONA NOG MEER POSITIEFS GEBRACHT?
Je merkte dat corona sterk verbroederde. Collega’s van de buitendienst boden spontaan aan om bijplaatsingen op te ruimen, of die ene vergeten container te legen die was blijven staan. Dat gevoel van verbroedering is gebleven, iedereen helpt elkaar nu wat makkelijker. De sfeer is nu meer van ‘dat lossen we samen op’. Een ander positief effect is dat we als sector nu veel meer waardering krijgen. We zijn erkend als een vitale beroepsgroep, gelukkig. Als het afval niet opgeruimd wordt, krijg je Napolitaanse toestanden, dat wil niemand hebben.
TIPS VOOR ANDERE GEMEENTEN OF REINIGINGSDIENSTEN?
Ik ben destijds best wel streng geweest, maar dat was ook nodig. Ik wilde bijvoorbeeld geen grote groepen mensen meer over de vloer, zoals excursies. Ik moest wel, om de mensen op de wagens te beschermen.
Wat je nu wel merkt, is dat iedereen 'coronamoe' begint te worden. Ons personeel heeft nog een feestje tegoed, als we dat weer moeten afgelasten, dan is dat wel zuur. Maar je moet toch alert blijven.