De manier waarop de accountant de gepubliceerde cijfers van een onderneming analyseert, wordt op een praktijkgerichte manier benaderd. De interpretatie van de analyse wordt uitvoerig belicht. Naast de traditionele technieken die gebruikt worden om de bekende ratio’s te berekenen, geven de auteurs een duidelijk inzicht in de interpretatie van de cijfers. De cijfers van de bestudeerde onderneming worden voortdurend vergeleken met andere ondernemingen uit de sector en gekaderd in haar ondernemingsgroep. Ook het maatschappelijk jaarverslag komt aan bod: de toegenomen aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen heeft immers ook een impact op de rapportering en de communicatie in het bedrijfsleven.
Docenten die dit handboek verplicht voorschrijven aan hun studenten, bieden wij aanvullend les- en oefenmateriaal. Via www.intersentia.be kunnen zij contact opnemen met de uitgeverij om toegang te krijgen tot het elektronische lesmateriaal. Carine Coppens is hoofdlector en voorzitter van de vakgroep Financieel Management aan de HoGent. Zij heeft jarenlange ervaring met het doceren van financiële opleidingsonderdelen in de opleidingen Bedrijfsmanagement en Bouwmanagement. Haar expertise zet ze ook in voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en voor dienstverlening in de vakgebieden Accountancy en Fiscaliteit. Mieke Kimpe is lector aan de Associatie Antwerpen in de opleiding Bedrijfsmanagement. Daarnaast is zij zelfstandig consultant in de financiële adviesverlening.
ISBN 978-94-000-1133-5
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast 6de editie [druk].indd 1
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast richt zich tot studenten accountancy. Doordat gekozen werd voor een praktijkgerichte benadering, is het boek ook zeer toegankelijk voor niet-accountancystudenten. Professionele gebruikers kunnen hun parate kennis over de materie aan de hand van deze uitgave op een eenvoudige manier bijschaven.
Carine Coppens en Mieke Kimpe
Deze uitgave is een handleiding bij de analyse en interpretatie van de cijfers van de gepubliceerde jaarrekening. Door middel van een in detail uitgewerkte case geven de auteurs de lezer een fundamenteel inzicht in de financiële analyse van de externe rapportering van een onderneming.
Carine Coppens en Mieke Kimpe
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
Zesde editie
8/05/20 11:00
FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST
TOEGEPAST
FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST
MIEKE KIMPE CARINE COPPENS
Zesde editie
Antwerpen – Cambridge
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast, zesde editie Mieke Kimpe en Carine Coppens
© 2020 Intersentia Antwerpen – Cambridge www.intersentia.be
Omslagillustratie: MicroOne / VectorStock
ISBN 978-94-000-1133-5 D/2020/7849/43 NUR 163 / 786
Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
WOORD VOORAF
De jaarrekening is het instrument bij uitstek om als klant, leverancier, bank, concurrent, werknemer of andere externe betrokkene informatie te verkrijgen over de fi nanciĂŤle gezondheid van een onderneming. Toch is een goede interpretatie van de cijfers uit de jaarrekening voor velen geen gemakkelijke opgave. De cijfers worden maar betekenisvol als ze in een juiste context worden geplaatst en als onderlinge verbanden worden gelegd. In dit boek beperken wij ons niet tot een theoretische uiteenzetting over de verschillende analysetechnieken en de wijze waarop ze worden toegepast en geĂŻnterpreteerd. Het boek bevat een volledig uitgewerkte gevallenstudie, gebaseerd op een bestaande Vlaamse onderneming. Aan de hand van de extern beschikbare informatie wordt deze onderneming volledig doorgelicht en vergeleken met de andere ondernemingen uit de sector waarbinnen zij actief is, en dit over een periode van drie jaar. Overzichtelijke grafieken geven goed weer waar de onderneming zich situeert in vergelijking met haar concurrenten. FinanciĂŤle analyse van de jaarrekening toegepast is een werk bedoeld voor studenten uit het hoger onderwijs en voor iedereen die interesse heeft in het beter kunnen lezen en interpreteren van jaarrekeningen. Ten behoeve van docenten uit het hoger onderwijs die het boek verplicht voorschrijven, werden bij elk deel een oefeningenreeks en een presentatie uitgewerkt. Deze oefeningen, de bijbehorende oplossingen en de presentatie kunnen gedownload worden op de website van Intersentia: www.intersentia.be. Mits aanvraag kunnen zij tevens toegang krijgen tot een elektronisch oefenpakket. In deze zesde editie werden de wijzigingen inzake neerleggingsverplichtingen, inhoud en waardering van de posten in de jaarrekening ten gevolge van de nieuwe vennootschapswetgeving opgenomen. Deze wijzigingen zijn van toepassing vanaf 1 mei 2019.
Intersentia
v
FinanciĂŤle analyse van de jaarrekening toegepast
Tot slot wensen wij nog enkele personen en organisaties te bedanken voor hun medewerking. Prof. dr. H. Ooghe bedanken we voor het gebruik van de ratio’s en de erbij behorende interpretatie ontleend aan zijn werken. Ook gaat een woord van dank naar Intersentia voor de informatie uit First.
Carine Coppens en Mieke Kimpe
vi
Intersentia
INHOUD
Woord vooraf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v
HOOFDSTUK 1. INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 HOOFDSTUK 2. NEERLEGGINGSVERPLICHTINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
2.5. 2.6.
Wie moet neerleggen en hoe moet dat gebeuren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Neerleggingskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Termijn van goedkeuring en neerlegging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Andere stukken neer te leggen bij de jaarrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.4.1. Het verslag van de commissaris . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.4.2. Het jaarverslag bij volledig schema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.4.3. Volledige lijst van bestuurders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.4.4. Lijst van experten aan wie een opdracht in verband met de boekhouding toevertrouwd werd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2.4.5. Sociale balans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2.4.6. Andere neer te leggen stukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Gevolgen bij niet- of laattijdige neerlegging van de jaarrekening . . . . . . . . . . . . 11 Jaarrekeningen en statistieken raadplegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
HOOFDSTUK 3. DE JAARREKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 3.1.
De balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1. Activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.1. Oprichtingskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.2. Immateriële vaste activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.3. Materiële vaste activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.4. Financiële vaste activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.5. Vorderingen op meer dan één jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.6. Voorraden en bestellingen in uitvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.7. Vorderingen op ten hoogste één jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
15 18 18 20 21 23 25 26 29 vii
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
3.2.
3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9.
viii
3.1.1.8. Geldbeleggingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.9. Liquide middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1.10. Overlopende rekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2. Passiva . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.1. Inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.2. Herwaarderingsmeerwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.3. Reserves . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.4. Overgedragen winst (verlies) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.5. Kapitaalsubsidies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.6. Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.7. Voorzieningen en uitgestelde belastingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.8. Schulden op meer dan één jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.9. Schulden op ten hoogste één jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2.10. Overlopende rekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De resultatenrekening en de resultaatverwerking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.1. Bedrijfsopbrengsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.2. Bedrijfskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.3. Bedrijfswinst of bedrijfsverlies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.4. Financiële opbrengsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.5. Financiële kosten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.6. Winst (verlies) van het boekjaar voor belastingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.7. Belastingen op het resultaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.8. Resultaatverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verkorte schema’s en microschema’s van de balans en de resultatenrekening . . De toelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De sociale balans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit . . . . . Het jaarverslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het verslag van de commissaris . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorbeeldonderneming: Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.9.1. Situering van de onderneming Naessens Industriebouw NV in haar ondernemingsgroep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.9.2. Situering van de onderneming in haar sector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.9.3. Eerste situering van Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.9.3.1. De balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.9.3.2. De resultatenrekening en de resultaatverwerking . . . . . . . . . . . 3.9.3.3. De toelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.9.3.4. De sociale balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.9.3.5. De waarderingsregels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
29 30 30 31 31 32 33 34 34 35 35 36 37 38 38 40 41 43 43 43 44 44 45 45 49 52 52 53 54 55 56 57 57 63 65 66 66 66
Intersentia
Inhoud
3.9.3.6. Het jaarverslag. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 3.9.2.7. Het verslag van de commissaris . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 HOOFDSTUK 4. HET MAATSCHAPPELIJK JAARVERSLAG OF DUURZAAMHEIDSRAPPORT . . . 69 4.1.
4.2 4.3. 4.4 4.5
GRI G4 Sustainability Reporting Guidelines. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.1. Principes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.2. Informatie op te nemen in het verslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.3. Prestatie-indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.4. Criteria . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GRI Sustainability Reporting Standards . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De GRI G4 versus de GRI Standards. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Integrated reporting (IR). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De wet van 3 september 2017 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
70 70 72 72 72 73 74 75 76
HOOFDSTUK 5. EEN EERSTE SNELLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 5.1.
5.2.
5.3.
Synthese van de jaarrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.1. De herwerkte balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.2. Aandachtspunten bij de herwerkte resultatenrekening en resultaatverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.3. De herwerkte jaarrekening van Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . Horizontale en verticale analyse van de jaarrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2.1. Verticale analyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2.2. Horizontale analyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2.3. Horizontale en verticale analyse bij de onderneming Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een gezonde financiële structuur en financieel evenwicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.3.1. Het bedrijfskapitaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.3.2. De financiële structuur bij Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . . . . . .
77 77 79 81 82 82 82 83 96 96 98
HOOFDSTUK 6. ANALYSE VAN DE CASHFLOW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 6.1. 6.2. 6.3.
Cashflow volgens de directe methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Cashflow volgens de indirecte methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorbeelden: berekening van cashflow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.1. Volgens de directe methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.2. Volgens de indirecte methode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
101 101 106 108 115 ix
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
6.4.
6.3.3. Cashflow en vermogensstromenanalyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.4. Cashflow en vermogensstromenanalyse bij de onderneming Naessens Industriebouw NV. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.5. Het kasstroomoverzicht van de Nationale Bank van België . . . . . . . . . Berekening van de cashflow en de bestanddelen ervan volgens het volledige en het verkorte schema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
117 117 122 123
HOOFDSTUK 7. RATIOANALYSE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 7.1.
7.2.
7.3.
x
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1.1. Betekenis en belang van ratioanalyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1.2. Situering van de onderneming binnen haar sector . . . . . . . . . . . . . . . . . Liquiditeit van de onderneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.1. Liquiditeit en nettobedrijfskapitaal (net working capital) . . . . . . . . . . . 7.2.1.1. Liquiditeit in ruime en enge zin (current en acid ratio) . . . . . 7.2.1.2. Behoefte (+) of overschot (–) aan nettobedrijfskapitaal (nettobedrijfsactiva) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.1.3. Liquiditeitstest in de kapitaalloze vennootschap . . . . . . . . . . . 7.2.2. Componenten van de liquiditeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.2.1. Voorraadrotatie (inventory turnover ratio) . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.2.2. Rotatie van de handelsvorderingen (receivables turnover ratio) en het aantal dagen klantenkrediet . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.2.3. Rotatie van de handelsschulden (payables turnover ratio) en het aantal dagen leverancierskrediet . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.3. Liquiditeit bij de onderneming Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . De financiële structuur en solvabiliteit (capital structure ratio’s of gearing) . . 7.3.1. Solvabiliteitsratio’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.1.1. Schuldgraad en financiële onafhankelijkheid . . . . . . . . . . . . . 7.3.1.2. De zelffinancieringsgraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.1.3. De dekkingsratio’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.1.3.1. Intrestdekkingsratio (interest cover) . . . . . . . . . . . . 7.3.1.3.2. Dekking van het vreemd vermogen door de (potentiële operationele) cashflow . . . . . . . . . . . . . . 7.3.1.4. De gemiddelde kost van het vreemd vermogen . . . . . . . . . . . . 7.3.2. Het begrip kapitaalkost (cost of capital) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.2.1. Definitie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.2.2. Aftrek van risicokapitaal of notionele intrestaftrek . . . . . . . . 7.3.3. Het CAPM-model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.4. Solvabiliteit bij de onderneming Naessens Industriebouw NV . . . . . . .
127 127 129 130 131 131 132 135 135 135 137 138 139 148 148 149 150 151 151 152 153 153 154 155 155 157
Intersentia
Inhoud
7.4.
7.5.
7.6.
7.7.
7.8.
7.3.4.1. De algemene solvabiliteitsratio’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.4.2. De dekkingsratio’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.4.3. De gemiddelde kost van het vreemd vermogen . . . . . . . . . . . . Rendabiliteit van de onderneming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.1. De rendabiliteitsratio’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.1.1. Rendabiliteit van het eigen vermogen (return on equity) en van het totaal vermogen (return on investment) . . . . . . . . 7.4.1.2. Rendabiliteit van de verkopen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.1.3. De rendabiliteit van de bedrijfsactiva . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.1.4. Schema van Du Pont de Nemours . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.2. Enkele ratio’s voor aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.3. Financiële hefboom: betekenis en werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.4. Rendabiliteit bij de onderneming Naessens Industriebouw NV . . . . . . 7.4.4.1. Rendabiliteit van het eigen vermogen en van het totale vermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.4.2. Verkoopmarges . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.4.3. Financial leverage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Toegevoegde waarde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.5.1. Definitie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.5.2. Brutotoegevoegdewaarderatio’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.5.3. Toegevoegde waarde bij de onderneming Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het financieel evenwicht binnen de spanningsdriehoek van liquiditeit, solvabiliteit en rendabiliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.6.1. De relatie tussen liquiditeit, solvabiliteit en rendabiliteit . . . . . . . . . . . . 7.6.2. Het financieel evenwicht bij de onderneming Naessens Industriebouw NV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Berekening van de ratio’s volgens het volledig, het verkort en het microschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.7.1. Liquiditeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.7.2. Solvabiliteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.7.3. Rendabiliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.7.4. Toegevoegde waarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Impact van IFRS op de berekening en interpretatie van liquiditeit, solvabiliteit en rendabiliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.8.1. Liquiditeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.8.2. Solvabiliteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.8.3. Rendabiliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
157 159 161 163 163 163 165 170 172 173 174 177 177 183 190 191 191 192 195 204 204 205 205 206 207 209 212 213 213 214 215
xi
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
7.9.
Andere bronnen voor financiële kengetallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 7.9.1. Companyweb en First (Intersentia) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 7.9.2. Databank Bel-First . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
HOOFDSTUK 8. FINANCIËLE ANALYSE VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING . . . 219 8.1. 8.2. 8.3. 8.4.
8.5.
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Consolidatieplicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De geconsolideerde jaarrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aandachtspunten bij de analyse van de geconsolideerde jaarrekening . . . . . . . 8.4.1. Liquiditeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.2. Solvabiliteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.3. Rentabiliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.4. Toegevoegde waarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Zeer beknopte financiële analyse van de groep Naessens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5.1. Voorstelling van de groep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5.2. Een beknopte financiële analyse van de groep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
219 219 221 230 231 231 232 232 233 233 234
BIBLIOGRAFIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239 BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241 Bijlage 1. Jaarrekening Naessens Industriebouw NV 2018 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242 Bijlage 2. Jaarrekening Naessens Industriebouw NV 2017 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293 Bijlage 3. Ratioanalyse volgens First . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 344
xii
Intersentia
HOOFDSTUK 1
INLEIDING
Belgische kleine en grote ondernemingen hebben ruime publicatieverplichtingen in de vorm van jaarrekeningen, die door heel wat belangengroepen worden geraadpleegd. De ruwe boekhoudkundige data zijn echter omvangrijk en moeten gestructureerd en geanalyseerd worden. Financiële analyse heeft tot doel de financiële toestand van een onderneming zo goed mogelijk vast te stellen en daaruit zo nauwkeurig mogelijke previsies af te leiden voor de toekomstige financiële situatie. In die zin is financiële analyse een instrument om informatie te verstrekken aan verschillende belangengroepen, met name: – leveranciers; – (potentiële) aandeelhouders; – kredietverstrekkers; – klanten; – concurrenten; – beleggers; – personeel; – overheid; – … Deze analyse wordt gebaseerd op: – Externe informatie indien ze de groepen buiten de onderneming moet toelaten de nodige beslissingen te nemen met betrekking tot de onderneming. Hiertoe behoren naast de jaarrekeningen ook niet-boekhoudkundige gegevens zoals bijvoorbeeld aandelenprijzen. – Interne informatie indien ze de leiding en het personeel moet toelaten de toestand van de onderneming te volgen en zich een oordeel over de gang van zaken te vormen. Voorbeelden van interne informatiebronnen zijn budgetten, standaarden, contracten enz. In dit handboek zal de financiële analyse gebaseerd worden op de externe informatie. De belangrijkste externe informatiebron is de jaarrekening, die informatie geeft over het vermogen, het resultaat en de financiële positie van de onderneming.
Intersentia
1
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
De jaarrekening volgens het Belgische boekhoudrecht bestaat uit:
–
de balans. Dit is een overzicht op een bepaald tijdstip van de bezittingen (activa)
–
de resultatenrekening. Dit is een overzicht van de opbrengsten en kosten die gedu-
–
de toelichting. Dit document bevat bijkomende informatie over bepaalde posten
van de onderneming en van de financieringsbronnen ervan (de passiva); rende een bepaalde periode door de onderneming worden gerealiseerd; van de balans en resultatenrekening. Daarnaast bevat het ook informatie over niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen.
De jaarrekening moet voldoen aan regels, ontwikkeld door de wetgever, om het “ware en getrouwe beeld van de onderneming” te verzekeren. De boekhoudpraktijk in België is gebaseerd op de volgende regelgeving: – het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) (23 maart 2019) en het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering ervan (KB WVV); – het Wetboek van economisch recht (WER) (28 februari 2013, gewijzigd door de wet van 15 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht), boek III, titel 3, hoofdstuk 2. ‘De boekhouding van de onderneming’ en het KB tot uitvoering ervan van 21 oktober 2018; – de adviezen en aanbevelingen vastgelegd door de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN)1; – de International Financial Reporting Standards of IFRS-normen, van toepassing op geconsolideerde jaarrekeningen van beursgenoteerde entiteiten of dochters van entiteiten.
1.
2
www.cnc-cbn.be. Intersentia
HOOFDSTUK 2
NEERLEGGINGSVERPLICHTINGEN
2.1. Wie moet neerleggen en hoe moet dat gebeuren? De meeste Belgische ondernemingen waarvan de verantwoordelijkheid van de aandeelhouders of vennoten beperkt is tot hun inbreng in de vennootschap, evenals sommige andere ondernemingen, moeten jaarlijks hun jaarrekening en/of hun geconsolideerde jaarrekening neerleggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank.2 De neerlegging gebeurt langs elektronische weg, volgens technische voorwaarden opgelegd en beschreven door de Nationale Bank van België. Om toegang te krijgen tot deze toepassing wordt gebruikgemaakt van een door de Nationale Bank van België erkend digitaal certificaat. Het gebruik van zo’n digitaal certificaat is noodzakelijk om de authenticiteit en de integriteit van de doorgestuurde gegevens te verzekeren. De volgende Belgische ondernemingen moeten een jaarrekening bij de Balanscentrale neerleggen: De Belgische vennootschappen: – vennootschappen naar Belgisch recht, al dan niet met sociaal oogmerk, opgericht in de vorm van: • een naamloze vennootschap (NV); • een commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA); • een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV en BVBA); • een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CV en CVBA); • een economisch samenwerkingsverband (ESV); – de Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) die ingeschreven zijn in België; – de Europese vennootschap naar Belgisch recht; – de vennootschappen naar Belgisch recht, opgericht in de vorm van: • een vennootschap onder firma (VOF); • een gewone commanditaire vennootschap (CommV); • een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA), al dan niet met sociaal oogmerk, indien zij onder hun onbeperkt aansprakelijke vennoten één of meer rechtspersonen tellen en tegelijk als groot worden beschouwd; 2.
Bron: www.nbb.be.
Intersentia
3
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
Alle hierboven bedoelde vennootschappen moeten hun jaarrekening neerleggen, ongeacht of ze handelsvennootschappen zijn of burgerlijke vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen. – de openbare instellingen die niet werden opgericht in de vorm van een handelsvennootschap, maar die een statutaire opdracht van commerciële, financiële of industriele aard vervullen en bovendien als groot worden beschouwd; – de verzekeringsondernemingen die door de Koning zijn toegelaten overeenkomstig de wetgeving betreffende de verzekeringsondernemingen; – bepaalde instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming (beleggingsfondsen), waarbij de jaarrekening als bijlage bij de jaarrekening van de beherende vennootschap moet worden neergelegd; – de Belgische publiekrechtelijke rechtspersonen die de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen, niettegenstaande elk hiermee strijdig statutair beding. De grootte van de onderneming bepaalt welk model van de jaarrekening moet worden gebruikt bij de neerlegging. In de regel is voor vennootschappen de enkelvoudige jaarrekening de basis voor de beoordeling van de groottecriteria. Voor moedervennootschappen geldt een beoordeling op geconsolideerde basis. Dit laatste geldt uitsluitend voor de moedervennootschap en niet voor de verbonden vennootschappen indien deze zelf geen moedervennootschappen zijn. Sinds de omzetting van de Europese Richtlijn 2013/34/EU in de Belgische wetgeving zijn de drempelwaarden van de omzet en het balanstotaal verhoogd (wet van 18 december 2015): – personeelsbestand 50 FTE; – omzet 9.000.000 EUR; – balanstotaal 4.500.000 EUR. Een vennootschap wordt als groot beschouwd indien zij ofwel twee of drie drempelwaarden overschrijdt, ofwel beursgenoteerd is. De grote vennootschappen moeten het volledig model gebruiken. Een vennootschap is klein indien zij maximaal één van de bovenvermelde drempelwaarden overschrijdt (art. 1:24 WVV). De kleine (niet beursgenoteerde) vennootschappen mogen het verkort model gebruiken.
4
Intersentia
Hoofdstuk 2. Neerleggingsverplichtingen
De microvennootschap is een kleine vennootschap die maximaal één van de volgende drempelwaarden overschrijdt (art. 1:25 WVV): – personeelsbestand 10 FTE; – omzet 700.000 EUR; – balanstotaal 350.000 EUR. De microvennootschappen die geen dochter- of moedervennootschappen zijn, mogen het micromodel gebruiken en ze hoeven enkel een beperkte toelichting (slechts vijf items) op te maken en te publiceren: – een beperkt overzicht met betrekking tot de waarderingsregels; – een staat van de vaste activa; – een overzicht van de rechten en verplichtingen buiten balans; – informatie over de vergoedingen aan de leden van de organen van de vennootschap; – bepaalde informatie over de inkoop van eigen aandelen. Andere mogelijke vrijstellingen die opgenomen werden in de Europese Richtlijn van 14 maart 2012 betreffende de jaarrekening van micro-entiteiten, worden in België nog niet toegestaan. De balans en resultatenrekening blijven in België dus dezelfde als die voor kleine vennootschappen. De microvennootschap is een subcategorie van de kleine vennootschappen. Alle regels voor de kleine vennootschappen gelden voor microvennootschappen, tenzij anders vermeld in artikel 1:25 WVV. De omzet is het bedrag van de verkoop van goederen en de levering van diensten aan derden in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening verminderd met de toegestane kortingen (afslag, ristorno, rabat) en de btw en elke andere met de omzet verbonden belasting (art. 3.90 KB WVV). Wanneer de opbrengsten voor meer dan 50% bestaan uit opbrengsten die niet aan deze omschrijving voldoen, is de omzet het totaal van de bedrijfs- en financiële opbrengsten met uitsluiting van de niet-recurrente opbrengsten (zie CBN-advies 2016/3, 4-5). Het personeelsbestand betreft het gemiddelde personeelsbestand: dit is het gemiddelde aantal werknemers in voltijdse equivalenten (FTE) dat is geregistreerd in de DIMONAdatabank op het einde van elke maand van het boekjaar. Als het boekjaar minder of meer dan 12 maanden telt, wordt het omzetcriterium evenredig aangepast, waarbij elke begonnen maand voor een volle maand wordt geteld. Indien bijvoorbeeld het boekjaar loopt van 15 februari tot en met 31 december, dan omvat het boekjaar 11 begonnen maanden en wordt het aangepaste omzetcriterium als volgt berekend: 11/12 × 9 000 000 EUR = 8 250 000 EUR. Intersentia
5
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
Het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019 maakt een onderscheid tussen kapitaalhoudende en kapitaalloze vennootschappen. Als gevolg hiervan worden door de Nationale Bank zes modellen van de jaarrekening ter beschikking gesteld: – VOL-kap: volledig model voor de kapitaalhoudende vennootschap; – VOL-inb: volledig model voor de kapitaalloze vennootschap; – VKT-kap: verkort model voor de kapitaalhoudende vennootschap; – VKT-inb: verkort model voor de kapitaalloze vennootschap; – MIC-kap: micromodel voor de kapitaalhoudende vennootschap; – MIC-inb: micromodel voor de kapitaalloze vennootschap. Voor vennootschappen die al bestonden vóór 1 mei 2019 worden de bepalingen uit het WVV voor het eerst van toepassing op 1 januari 2020. Deze vennootschappen moeten hun statuten vóór 1 januari 2024 in overeenstemming brengen met de bepalingen van het WVV. Willen zij vóór 1 januari 2020 gebruikmaken van de nieuwe mogelijkheden en opportuniteiten van het nieuwe vennootschapsrecht, dan kunnen zij vrijwillig (via de ‘opt-in’-mogelijkheid) hun statuten aanpassen. In dit geval wordt het WVV van toepassing vanaf de dag van de bekendmaking van de statutenwijziging. Vennootschappen opgericht vóór 1 mei 2019 die niet gekozen hebben voor een ‘opt-in’ vallen onder het nieuwe WVV vanaf 1 januari 2020. Indien het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar, heeft de nieuwe wetgeving dus pas gevolgen voor het boekjaar dat afsluit op 31 december 2020 en de jaarrekening die neergelegd wordt in 2021. Vennootschappen opgericht na 1 mei 2019 zullen onmiddellijk de nieuwe modellen van de jaarrekening openbaarmaken. De volgende Belgische ondernemingen hoeven geen jaarrekening bij de Balanscentrale neer te leggen: – natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefenen; – kleine vennootschappen waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn: vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen; – grote vennootschappen waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, indien geen enkele vennoot een rechtspersoon is; – landbouwvennootschappen; – ziekenhuizen voor zover zij niet de vorm hebben aangenomen van een handelsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een grote of zeer grote vzw; – beroepsfederaties, scholen en instellingen voor hoger onderwijs voor zover ze niet de vorm aangenomen hebben van een andere vzw. In bepaalde gevallen moeten zij aan de Balanscentrale een sociale balans bezorgen.
6
Intersentia
Hoofdstuk 2. Neerleggingsverplichtingen
Bijzonderheden: – Gefuseerde, opgeslorpte of gesplitste vennootschappen moeten een jaarrekening opmaken voor de periode tussen de afsluitingsdatum van het laatste boekjaar waarvoor de jaarrekening is goedgekeurd en de datum vanaf welke de handelingen van de te fuseren, op te slorpen of te splitsen vennootschap geacht worden te zijn verricht voor rekening van de verkrijgende vennootschap. Die jaarrekening moet bovendien aan de aandeelhouders of vennoten van elke verkrijgende vennootschap ter goedkeuring worden voorgelegd. – Ondernemingen in vereffening: de fase waarin een onderneming zich in de vereffeningsprocedure bevindt, bepaalt ook of deze onderneming al dan niet een jaarrekening bij de Nationale Bank moet neerleggen: • op het ogenblik van de invereffeningstelling – hiermee wordt de datum bedoeld van de authentieke akte tot ontbinding van de vennootschap – hoeft er in principe geen jaarrekening te worden opgesteld of openbaar gemaakt; de Commissie voor Boekhoudkundige Normen raadt dit echter wel aan om een duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen de aansprakelijkheid van de bestuurders en die van de vereffenaars; • de vereffenaars moeten tijdens de vereffening jaarlijks een jaarrekening opstellen overeenkomstig artikel 3.1 WVV en deze jaarrekening ook voorleggen aan de algemene vergadering met vermelding van de redenen waarom de vereffening niet kon worden voltooid; deze jaarrekening moet dan, samen met de inventaris, neergelegd worden bij de Nationale Bank binnen dertig dagen na de datum van de algemene vergadering en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar; indien de vereffening in het jaar van de ontbinding reeds definitief wordt afgesloten, hoeft de jaarrekening echter niet meer openbaar gemaakt te worden bij de Nationale Bank; • bij het afsluiten van de vereffening hoeft de jaarrekening niet meer openbaar gemaakt te worden aangezien de verplichting tot openbaarmaking overeenkomstig artikel 2.99 WVV enkel bestaat zolang de vereffening niet is voltooid. Bij neerlegging moet op de eerste bladzijde van de jaarrekening de benaming van de onderneming steeds worden aangevuld met de woorden “in vereffening”. De Belgische verenigingen en stichtingen Verenigingen en stichtingen die meer dan één van de hieronder vermelde criteria overschrijden, moeten een dubbele boekhouding voeren en hun jaarrekening neerleggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank (art. 3.47 en 3.51 KB WVV): – een jaargemiddelde van 5 werknemers; – in totaal 334 500 EUR aan andere dan niet-recurrente ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde; Intersentia
7
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
– in totaal 1 337 000 EUR aan bezittingen; – in totaal 1 337 000 euro EUR schulden. Afhankelijk van hun grootte leggen zij een jaarrekening voor: – in verkorte vorm: kleine VZW’s, IVZW’s en stichtingen; – microschema: micro-VZW’s of micro-IVZW’s en stichtingen; – volledig schema: andere dan kleine/micro-(I)VZW’s en stichtingen. De kleine VZW/stichting is een VZW/stichting die maximaal één van de volgende drempelwaarden overschrijdt (art. 1.28 WVV/art. 1.30 WVV): – jaargemiddelde personeelsbestand: 50; – jaaromzet: 9 000 000 EUR; – balanstotaal: 4 500 000 EUR; De micro-VZW/stichting is een VZW/stichting die maximaal één van de volgende drempelwaarden overschrijdt (art. 1.29 WVV/art. 1.31 WVV): – jaargemiddelde personeelsbestand: 10; – jaaromzet: 700 000; – balanstotaal: 350 000; Verenigingen en stichtingen die maximaal één van de hierboven vermelde criteria overschrijden: – mogen een vereenvoudigde boekhouding voeren (art. III.85, § 2 WER); – moeten de jaarrekening neerleggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank van de zetel van de rechtspersoon (art. 2:7 en art. 2:9, § 1, 8° WVV). Buitenlandse vennootschappen en verenigingen De volgende buitenlandse vennootschappen en verenigingen moeten een jaarrekening neerleggen: – buitenlandse vennootschappen met bijkantoor in België en buitenlandse vennootschappen zonder bijkantoor in België maar waarvan de effecten in België genoteerd zijn; – buitenlandse verenigingen met een centrum van werkzaamheden in België. De geconsolideerde jaarrekening Een geconsolideerde jaarrekening is een jaarrekening, geldig voor een ondernemingsgroep die bestaat uit vennootschappen met de rechtsvorm van een handelsvennootschap naar Belgisch recht en/of openbare instellingen naar Belgisch recht die een statutaire opdracht vervullen van commerciële, financiële of industriële aard.
8
Intersentia
Hoofdstuk 2. Neerleggingsverplichtingen
Iedere onderneming waarop deze wetgeving van toepassing is, moet een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag opstellen, laten controleren en openbaar maken indien zij, alleen of gezamenlijk, één of meer dochterondernemingen controleert en op die wijze het “hoofd” van een ondernemingsgroep vormt. De vennootschapswetgeving voorziet in uitzonderingen op de verplichting tot consolidatie. Sinds 2005 moeten de geconsolideerde jaarrekeningen van de beursgenoteerde bedrijven volgens de internationale boekhoudnormen – IFRS (International Financial Reporting Standards) opgesteld worden. Niet-beursgenoteerde ondernemingen beschikken van hun kant over de mogelijkheid om deze normen te gebruiken om hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen. Er bestaat geen gestandaardiseerd model voor de geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens IFRS, maar voor de niet-beursgenoteerde ondernemingen die een geconsolideerde jaarrekening volgens Belgische norm (BEGAAP) opstellen, wordt een model door de Nationale Bank van België ter beschikking gesteld. Het is niet verplicht om dit model te gebruiken.
2.2. Neerleggingskosten De actuele tarieven voor neerlegging van de jaarrekening van ondernemingen, verenigingen en stichtingen zijn te raadplegen op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be). Zij omvatten: – de openbaarmakingskosten (incl. btw), verschuldigd aan de Nationale Bank (NBB); – de bijdrage in de werkingskosten van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN).
2.3. Termijn van goedkeuring en neerlegging De jaarrekening moet binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering. Verder moet de jaarrekening worden neergelegd bij de Balanscentrale binnen dertig dagen nadat ze is goedgekeurd door de algemene vergadering en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar. Een niet goedgekeurde jaarrekening kan in principe niet worden neergelegd. Uitzonderingen op de regel van goedkeuring door de algemene vergadering: – vennootschap in vereffening: de jaarrekening moet worden neergelegd binnen één maand na datum van voorlegging aan de algemene vergadering (en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar); Intersentia
9
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
– buitenlandse onderneming met een bijkantoor in België: de jaarrekening hoeft niet te worden goedgekeurd voor zover het recht waaronder de vennootschap ressorteert, hier niet in voorziet; – grote openbare instelling die niet in de vorm van een handelsvennootschap werd opgericht maar die een statutaire opdracht vervult van commerciële, financiële of industriële aard; – vennootschap onder firma, gewone commanditaire vennootschap of coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid; – vennootschappen met een geconsolideerde jaarrekening.
2.4. Andere stukken neer te leggen bij de jaarrekening 2.4.1. Het verslag van de commissaris Een onderneming moet een commissaris benoemen indien zij voor het laatst afgesloten boekjaar als groot wordt beschouwd, met hierbij een aantal uitzonderingen voor specifieke categorieën van ondernemingen. Een vereniging of stichting moet eveneens een commissaris benoemen indien zij voor het laatst afgesloten boekjaar meer dan één criterium van een kleine VZW of stichting overschrijdt. Ondernemingen, VZW’s en stichtingen die een commissaris aanstellen – al dan niet omdat ze daartoe wettelijk verplicht zijn – moeten het verslag tegelijk met de jaarrekening neerleggen, in dezelfde taal en op dezelfde drager. 2.4.2. Het jaarverslag bij volledig schema Grote ondernemingen evenals VZW’s, IVZW’s en stichtingen die meer dan één criterium overschrijden, moeten binnen de dertig dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd en ten laatste zeven maanden na afsluiting van het boekjaar hun jaarverslag tegelijk met de jaarrekening neerleggen, in dezelfde taal en op dezelfde drager. Kleine ondernemingen en kleine VZW’s, IVZW’s en stichtingen hoeven geen jaarverslag op te maken en dus evenmin neer te leggen. 2.4.3. Volledige lijst van bestuurders Deze lijst moet voor elke jaarrekening neergelegd worden.
10
Intersentia
Hoofdstuk 2. Neerleggingsverplichtingen
2.4.4. Lijst van experten aan wie een opdracht in verband met de boekhouding toevertrouwd werd Met experten worden bedoeld: – de externe experts-boekhouders, – de revisoren, – de erkende boekhouders of – de erkende boekhouders-fiscalisten aan wie een opdracht i.v.m. de jaarrekening werd toevertrouwd. 2.4.5. Sociale balans Dit onderdeel moet vervolledigd worden door alle Belgische ondernemingen die personeel tewerkstellen. Ook alle niet kleine verenigingen en stichtingen die minstens twintig personen tewerkstellen – voltijdse equivalenten (VTE) – moeten dit onderdeel vervolledigen. 2.4.6. Andere neer te leggen stukken In sommige omstandigheden moeten de bestuurders of zaakvoerders een speciaal verslag opmaken. Meer informatie hierover is beschikbaar op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be).
2.5. Gevolgen bij niet- of laattijdige neerlegging van de jaarrekening Het niet nakomen of niet tijdig nakomen van de neerleggingsverplichting door ondernemingen heeft verschillende gevolgen: – een tarieftoeslag gaande van 120 EUR tot 1 200 EUR; – ambtshalve doorhaling door de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) voor ondernemingen die voor ten minste drie opeenvolgende boekjaren niet hebben voldaan aan de verplichting tot neerlegging van hun jaarrekeningen; – burgerlijke sanctie: de door derden geleden schade wordt, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit de niet-neerlegging van de jaarrekening binnen de wettelijk gestelde termijn. De bewijslast is bijgevolg omgekeerd: de onderneming moet bewijzen dat de niet- of laattijdige neerlegging van haar jaarrekening de door een derde ingeroepen schade niet heeft veroorzaakt;
Intersentia
11
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
– gerechtelijke ontbinding: op vraag van iedere belanghebbende of van het Openbaar Ministerie en behoudens regularisatie van de toestand in de loop van het geding, kan de rechtbank van koophandel in het rechtsgebied waarvan de vennootschap haar maatschappelijke zetel heeft, de ontbinding van een vennootschap uitspreken als ze haar jaarrekening voor drie opeenvolgende boekjaren niet heeft neergelegd. Het niet nakomen of niet tijdig nakomen van de neerleggingsverplichting door verenigingen en stichtingen heeft bovendien nog een aantal specifieke gevolgen: – onontvankelijkheid van gerechtelijke vorderingen: de wet voorziet in de opschorting van iedere vordering, ingesteld door een vereniging of stichting ingeval zij niet voldaan heeft aan haar openbaarmakingsverplichtingen zoals die met betrekking tot de jaarrekeningen. De vordering zal niet ontvankelijk worden verklaard indien de vereniging of stichting niet voldoet aan haar verplichtingen binnen de door de rechter opgelegde termijn; – gerechtelijke ontbinding: op vraag van iedere belanghebbende of van het Openbaar Ministerie en behoudens regularisatie van de toestand in de loop van het geding, kan de rechtbank van eerste aanleg de ontbinding van een vereniging of stichting uitspreken als die vereniging of stichting haar jaarrekening voor drie opeenvolgende boekjaren niet heeft neergelegd; – geen machtiging voor giften: met uitzondering van handgiften, is voor elke gift aan een vereniging of stichting, onder levenden of bij testament, en met een waarde van meer dan 100 000 EUR, een machtiging door de minister van Justitie of zijn vertegenwoordiger vereist. Deze machtiging zal in geen geval verleend worden indien de vereniging haar jaarrekening niet heeft neergelegd, vanaf haar oprichting of althans de laatste drie boekjaren, of indien de stichting haar jaarrekening niet heeft neergelegd. De Balanscentrale is niet bevoegd om overtredingen op te sporen en de voorziene sancties toe te passen. Hiervoor zijn andere instanties bevoegd.
2.6. Jaarrekeningen en statistieken raadplegen Jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen kunnen op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be) gratis geraadpleegd worden. Verder kan een kopie van alle jaarrekeningen die bij de Balanscentrale werden neergelegd in de vorm van een pdf-bestand of op papier aangevraagd worden. Op basis van de NACE-BEL3-codes van de neergelegde jaarrekeningen stelt de Balanscentrale sectorale statistieken op, zodat elke onderneming en vereniging of stichting ge3.
12
NACE staat voor: Nomenclature statistique des Activités économiques dans la Communauté Européenne (Statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap). Intersentia
Hoofdstuk 2. Neerleggingsverplichtingen
situeerd kan worden in haar sector. Deze statistieken zijn gratis online ter beschikking (volgens sector en volgens rechtsvorm). De code maakt deel uit van de Europese NACE-nomenclatuur, gepubliceerd door Eurostat, het bureau voor de statistiek van de Europese Unie. Deze codes beginnen met “PU”, gevolgd door cijfers, en worden toegekend op basis van de toegevoegde waardecreatie van de economische activiteit van een bedrijf. Daarnaast worden nationale uitsplitsingen toegestaan. In België beginnen deze uitsplitsingen met “DE”. De lijst van sectoren en haar uitsplitsingen is te raadplegen op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be). Extract laat toe – op basis van verschillende criteria – informatie uit de jaarrekeningen te halen in een formaat dat bewerkbaar is met de courante office-toepassingen. Zo is het mogelijk om een lijst van ondernemingsnummers op te geven, een reeks postcodes te definiëren enz. De Nationale Bank van België stelt ook het ondernemingsdossier ter beschikking, nl. een overzicht van gegevens uit de gestandaardiseerde jaarrekeningen van een onderneming over drie opeenvolgende boekjaren, aangevuld met een sectorvergelijking. Het ondernemingsdossier bestaat uit zes delen: – de kenmerkende gegevens van de onderneming; – een synthese van de voornaamste bestanddelen van de jaarrekening (inclusief de sociale balans); – de vergelijking van de financiële ratio’s van de onderneming met die van haar economische sector; – het kasstroomoverzicht; – de financiële ratio’s; – de positionering van de onderneming in één van de zes gedefinieerde financiële gezondheidsklassen, in functie van haar synthetische indicator van financiële gezondheid. Bij de vergelijking van de onderneming met haar sector moet rekening gehouden worden met het volgende: – het feit dat er slechts één NACE-BEL-code per onderneming wordt toegekend, houdt een beperking in. Indien een onderneming meerdere activiteiten uitoefent, worden deze activiteiten onder de NACE-BEL-code van de hoofdactiviteit gerangschikt, ook indien zij er niet allemaal mee overeenstemmen; – de toewijzing van de NACE-BEL-codes aan de bedrijven gebeurt in de ondernemingsloketten naar best vermogen, maar is vaak moeilijk toe te kennen op basis van de toegevoegde waarde, tenzij de economische activiteit zeer uitgesproken en eenduidig is;
Intersentia
13
Financiële analyse van de jaarrekening toegepast
– als de hoofdactiviteit van een onderneming veranderd is zonder dat dit tijdig bekend geraakt is bij de Balanscentrale, stemt de toegekende NACE-BEL-code niet meer overeen met de werkelijk uitgeoefende activiteit. Naast de Nationale Bank van België zijn er ook ondernemingen gespecialiseerd in het verstrekken van financiële informatie, al dan niet tegen betaling. Hiervoor wordt verwezen naar het hoofdstuk “Andere bronnen van financiële kengetallen”, achteraan in dit boek.
14
Intersentia