Intersentia | Fiscale Handboeken
Handboek registratierechten
Andere titels in de reeks Fiscale Handboeken:
A. Peeters T. Wustenberghs
Het Handboek registratierechten geeft een beknopt maar duidelijk en gestructureerd overzicht van de registratierechten in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het boek wordt telkens verwezen naar de toepasselijke wettelijke bepalingen, de voornaamste rechtsleer, rechtspraak en administratieve aanschrijvingen. Het boek wordt op diverse universiteiten en hogescholen gebruikt als handboek, maar biedt ook de beroepsmensen zoals accountants, boekhouders, notarissen en advocaten een bruikbare handleiding. Dit boek geeft de lezer niet alleen een beter inzicht in de materie van registratierechten, maar stelt hem ook in staat om een probleem te situeren en een mogelijke oplossing te vinden.
> Handboek btw > Handboek douane en internationale handel > Handboek fiscale procedure btw > Handboek fiscale procedure inkomstenbelastingen > Handboek internationaal en Europees belastingrecht > Handboek personenbelasting > Handboek successierechten > Handboek vennootschapsbelasting
Registratie rechten Astrid Peeters en Tim Wustenberghs
Handboek registratierechten Tweede editie
I S B N 978-94-000-0680-5
www.intersentia.be
Intersentia Handboek registratierechten 2de editie.indd 1
9
789400 006805
21/04/16 20:59
HANDBOEK REGISTRATIERECHTEN
Fiscale Handboeken
HANDBOEK R EGISTR ATIER ECHTEN
Astrid Peeters Tim Wustenberghs
Geactualiseerd tot 1 januari 2016
Tweede editie
Antwerpen – Cambridge
Handboek registratierechten. Tweede editie Astrid Peeters en Tim Wustenberghs Š
2016 Intersentia Antwerpen – Cambridge www.intersentia.be
ISBN 978-94-000-0680-5 D/2016/7849/54 NUR 826
Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
VOORWOORD De registratierechten zijn één van de oudste belastingen in ons land en gaan terug tot het Ancien Régime. Hoewel de Franse revolutionaire wetgever bij wet van 19 december 1790 praktisch alle bestaande indirecte belastingen ten behoeve van de Kroon uit het Ancien Régime had afgeschaft, was hij nadien verplicht vele van die belastingen, onder weglating van alle feodale elementen en enigszins gemoderniseerd, weer in te voeren. De heffingen die tijdens het Ancien Régime werden geheven krachtens leenrechtelijke gebruiken of op grond van koninklijke ordonnanties bij de overgang van goederen onder de levenden alsook bij het sluiten van rechtshandelingen, werden onder de nieuwe benaming “registratierechten” opnieuw ingevoerd door de organieke wet van 22 frimaire jaar VII (12 december 1798). Deze organieke wet is in ons land van kracht gebleven tot bij de uitvaardiging van het Wetboek Registratierechten van 30 november 1939 en is nadien en tot op vandaag het voorwerp van talrijke wijzigingen. De draagwijdte van de registratierechten wordt vaak onderschat. Daarbij wordt dikwijls onvoldoende stilgestaan bij de financiële consequenties van courante rechtshandelingen zoals het verkopen of verdelen van onroerend goed, het vestigen of overdragen van zakelijke rechten op onroerend goed, schenkingen, inbrengen in of herstructureringen van vennootschappen en de onttrekking van onroerend goed aan een vennootschap. Over de registratierechten zijn in het verleden zeer diepgaande en uitgebreide werken geschreven. Vermelden we het basiswerk inzake registratierechten van F. Werdefroy en de bijdrage van M. Donnay over deze aangelegenheid in het Répertoire notarial. Kortere, meer op synthese gerichte overzichten over deze materie zijn echter nauwelijks te vinden. Met dit boek wordt getracht hieraan te verhelpen, door een iets beknopter doch daarom niet minder volledig overzicht te bieden van de registratierechten in het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Aan de hand van een doorzichtige structuur en in een heldere stijl worden de belangrijkste leerstukken en problemen inzake registratierechten nauwgezet besproken. Het wetenschappelijk gehalte van het werk is voldoende gewaarborgd door te verwijzen naar de relevante toepasselijke wetsbepalingen en naar de voornaamste rechtsleer, rechtspraak en administratieve aanschrijvingen die over de besproken onderdelen zijn gepubliceerd.
Intersentia
v
Handboek registratierechten
Dit handboek wordt als studieboek gebruikt aan verscheidene Vlaamse universiteiten en hogescholen. Het biedt studenten een bruikbaar en volledig referentiekader op het vlak van de registratierechten. Doch ook voor practici, actief in de sector van het notariaat, de advocatuur, het bedrijfsleven en de juridische adviesverlening, is dit handboek ongetwijfeld een nuttig instrument. Het is de wens van de auteurs om, rekening houdend met het opzet van het boek, bij elke actualisatie één of meerdere hoofdstukken nog verder uit te werken, zodat dit werk gestaag kan uitgroeien tot een allesomvattend – doch daarom niet minder op synthese gericht – handboek. Het Handboek registratierechten is van de hand van Tim Wustenberghs, professor fiscaal recht aan de Universiteit Antwerpen en advocaat-vennoot bij Laga, en Astrid Peeters, docente registratie- en successierechten aan de Karel de GroteHogeschool en eveneens advocate bij Laga.
Prof. dr. Bruno Peeters Gewoon hoogleraar Faculteit Rechten Universiteit Antwerpen
vi
Intersentia
INHOUD Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v I.
Vooraf: registratierechten zijn grotendeels gewestelijke belastingen . . . . 1
II.
Kenmerken en toepassingsgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
1. 2. 3. 4. 5.
Formaliteitsbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Belasting op het rechtsverkeer onder de levenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Indirecte belasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Contantbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Gewestelijke belasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
III. Registratieverplichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 1. 2.
3.
4.
5.
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Registratieverplichting wegens de aard van de akte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Akten van notarissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Akten van gerechtsdeurwaarders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Vonnissen en arresten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Registratieverplichting wegens het voorwerp van de akte . . . . . . . . . . . . . 3.1. Akten houdende overdracht of aanwijzing in eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen . . . . . . 3.2. Akten houdende verhuring, onder verhuring of overdracht van huur van in België gelegen onroerende goederen . . . . . . . . . . . 3.3. Processen-verbaal van openbare verkopingen van lichamelijke roerende voorwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. Akten houdende inbreng in een Belgische vennootschap met rechtspersoonlijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5. Verrichtingen bedoeld in artikel 11 WBTW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6. Protesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Registratieverplichting omwille van een latere gebeurtenis . . . . . . . . . . . . 4.1. Aanhechting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Neerlegging onder de minuten van de notaris . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3. Hypothecaire registers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Registratie van verklaringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
11 12 12 12 13 14 14 17 19 19 20 20 20 21 21 22 22
vii
Handboek registratierechten
IV.
De registratieformaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
1. 2.
(Vooraf)betaling van de rechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Termijnen voor de aanbieding ter registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Wijze van berekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Termijnen wat betreft akten, verplicht te registreren omwille van hun vorm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Termijnen wat betreft akten, verplicht te registreren omwille van hun voorwerp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4. Termijnen wat betreft verklaringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Personen verplicht tot aanbieding ter registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Notarissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Gerechtsdeurwaarders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. Griffiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. Bestuursoverheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5. Partijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Personen gehouden tot betaling van de rechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1. Openbare ambtenaren en officieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Partijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats van de registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De registratie concreet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gevolgen van de registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Sancties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1. Boete wegens niet-tijdige registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2. Boete wegens niet-tijdige consignatie inzake notariÍle testamenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3. Boete wegens aanhechting of neerlegging onder de minuten zonder voorafgaande registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4. Boete wegens niet-tijdige registratie van vonnissen of arresten . . 8.5. Boete wegens niet-tijdige betaling van de registratierechten verschuldigd op vonnissen of arresten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6. Gedeeltelijke kwijtschelding van de boetes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.
4.
5. 6. 7. 8.
23 25 25 26 27 29 29 29 30 30 30 30 31 31 32 33 34 38 39 39 40 41 41 41 41
V.
Grondbeginselen in verband met de heffing van de registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
1.
Akte die strekt tot titel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Het aanbieden van een akte ter registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Vereisten opdat een akte geldt als titel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.1. Handtekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.2. Het geschrift als bewijs van een getarifeerde rechtshandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.3. De bedoeling een titel te verstrekken . . . . . . . . . . . . . . . . .
viii
43 44 44 45 46 46
Intersentia
Inhoud
1.3.
2.
3.
4.
5.
Bijzondere situaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 1.3.1. Aanbod en aanvaarding in twee afzonderlijke geschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 1.3.2. Titel onder handtekening van derden . . . . . . . . . . . . . . . . 49 1.3.3. Verkrijging door een handelsvennootschap in oprichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Volmaakte, niet geveinsde rechtshandeling die geen fiscaal misbruik uitmaakt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 2.1. Rechtshandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 2.2. Volmaakte rechtshandeling; invloed van de nietigheid . . . . . . . . . 51 2.2.1. Niet-bestaande of onvolmaakte rechtshandelingen . . . . 51 2.2.2. Nietige rechtshandelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 2.3. Niet geveinsde overeenkomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 2.3.1. Verkeerd gekwalificeerde overeenkomst . . . . . . . . . . . . . . 53 2.3.2. Geveinsde overeenkomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 2.3.3. Prijsbewimpeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 2.3.4. Onvolledige akten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 2.4. Rechtshandeling die geen fiscaal misbruik uitmaakt . . . . . . . . . . . 56 Actuele rechtshandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 3.1. Rechtshandeling onder opschortende voorwaarden: bepaling en kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 3.2. Opschortende voorwaarde versus verwante begrippen . . . . . . . . . 68 3.3. Goedkeuring door de openbare overheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 3.4. De vervulling van de opschortende voorwaarde . . . . . . . . . . . . . . . 71 3.5. Bedingen van aanwas of terugvalling – tontine . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Afhankelijke en onafhankelijke beschikkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 4.1. Afhankelijke beschikkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 4.2. Onafhankelijke beschikkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Non bis in idem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 5.1. Verschillende geschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 5.2. Bekrachtiging, uitvoering, bevestiging, aanvulling of voltrekking van een geregistreerde vroegere akte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 5.3. Hermaakte rechtshandelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
VI. Soorten registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 1. 2.
3.
Algemeen vast recht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Specifieke vaste rechten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Protesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Open brieven van adeldom en vergunning tot naamsverandering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Minnelijke ontbinding van een koopovereenkomst . . . . . . . . . . . . Evenredige rechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
81 82 82 82 83 83 ix
Handboek registratierechten
VII. De evenredige rechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 1.
Overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 1.1. Vooraf: het verkooprecht is een gewestmaterie . . . . . . . . . . . . . . . . 85 1.2. Principes en voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 1.2.1. Overdragende overeenkomst onder bezwarende titel . . . 86 1.2.2. Overdracht van eigendom of vruchtgebruik. . . . . . . . . . . 88 1.2.3. Overdracht van onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . 88 1.2.4. Gelijkstelling met een door artikel 44 Br.W.Reg. c.q. artikel 2.9.1.0.1 VCF geviseerde overeenkomst . . . . . . . . 89 1.3. Heffingsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 1.3.1. De overeengekomen waarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 A. De prijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 B. De lasten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 C. De overeengekomen waarde bij ruil, inbreng en andere overdragende overeenkomsten . . . . . . . . . . . 94 1.3.2. De verkoopwaarde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 1.3.3. Forfaitaire waarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 A. Vruchtgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 B. Blote eigendom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 C. Vervreemding van de blote eigendom met voorbehoud van vruchtgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 D. Vereniging van vruchtgebruik met blote eigendom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 1.4. Verlaagde tarieven en vrijstellingen in Brussel en Vlaanderen . . . 98 1.4.1. Klein onroerend bezit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 A. Verkopen aan bouwmaatschappijen tot nut van het algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 B. Verkopen aan met regeringspremie begunstigde kopers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 1.4.2. Begunstiging van de concentratie van landgoederen . . . 99 1.4.3. Ruimtelijke ordening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 1.4.4. De handel in onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 A. De verkopen aan handelaars in onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 B. De verkopen met commandverklaring . . . . . . . . . . 102 C. Herveiling wegens rouwkoop of prijsverhoging . . 104 D. Wederverkoop binnen korte tijd . . . . . . . . . . . . . . . 105 1.4.5. De verkrijgingen door bepaalde openbare organismen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
x
Intersentia
Inhoud
2.
3.
Verminderingen en vrijstellingen van de Vlaamse registratiebelasting op de overdrachten ten bezwarende titel van onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Vermindering van het tarief voor kleine landeigendommen, bescheiden woningen en bouwgronden voor bescheiden woningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. De vermindering van de belastbare grondslag (het abattement, het bij-abattement en het renovatieabattement) . . . . . . . . . 2.2.1. Gewoon abattement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C. Sancties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.2. Het bij-abattement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C. Sancties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.3. Renovatieabattement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C. Sancties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. De meeneembaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.1. Opzet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.2. De “keten van verrichtingen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.3. Berekening van de meeneembare rechten . . . . . . . . . . . . 2.3.4. De meeneembaarheid kan nooit de rechten op de nieuwe aankoop overschrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.5. Voorwaarden voor de toepassing van de meeneembaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.6. Meeneembaarheid en btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Verkoop van de eerste woning onder het btw-stelsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Aankoop van de nieuwe woning onder het btw-stelsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.7. Sancties bij het niet-naleven van voorwaarden of bij het afleggen van onjuiste verklaringen . . . . . . . . . . . . . . 2.4. Minnelijke ontbinding koopovereenkomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.5. Vrijstelling voor brownfields . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De Brusselse registratierechten op de overdrachten te bezwarenden titel van onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Het algemeen tarief van het mutatierecht, de gunstregeling voor bescheiden woningen en kleine landeigendommen en het tarief voor verkopingen aan beroepsverkopers . . . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
107
108 112 112 112 113 115 117 117 118 120 120 120 121 123 124 124 124 125 126 127 129 129 130 132 133 135 137
138
xi
Handboek registratierechten
3.2.
4.
5.
6.
7.
xii
De vermindering van de heffingsgrondslag (het abattement) . . . 3.2.1. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.2. Voorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. De negatieve eigendomsvereiste . . . . . . . . . . . . . . . . B. De verplichting tot vestiging en behoud van de hoofdverblijfplaats in het aangekochte goed . . . . . 3.2.3. Sancties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. De wijzigingen aan de teruggaafregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen. . . . . . . . 4.1. Vooraf: de openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen zijn een federale materie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Begrip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3. Bijzondere oorzaak van eisbaarheid van het evenredig recht . . . 4.4. Heffingsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.5. Tarief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.6. Vrijstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Huurovereenkomsten van in België gelegen onroerende goederen . . . . . 5.1. Vooraf: het recht van verhuring is een federale materie . . . . . . . . 5.2. Begrippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.3. Heffingsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.4. Vrijstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vestiging en overdracht van hypotheek, inpandgeving van een handelszaak en landbouwvoorrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1. Vooraf: het recht verschuldigd op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed is een gewestmaterie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2. Begrippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3. De kenmerken van de gewaarborgde verbintenis . . . . . . . . . . . . . 6.4. Maatstaf van heffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.5. Vrijstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De verdelingen en de met verdeling gelijk staande afstanden van in België gelegen onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1. Vooraf: het verdelingsrecht / verdeelrecht is een gewestmaterie . 7.2. Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3. Belastbare rechtshandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.1. Het voorafbestaan van een onverdeeldheid . . . . . . . . . . A. Gemene rechten op eenzelfde zaak of boedel . . . . B. Rechten van dezelfde aard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C. Gemene rechten op grond van dezelfde titel . . . . . 7.3.2. Overeenkomst onder bezwarende titel . . . . . . . . . . . . . . 7.3.3. Onroerende verrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3.4. Verrichting tussen deelgenoten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
138 138 139 140 142 143 144 144 144 145 145 146 146 147 148 148 148 149 151 153
153 153 154 156 157 157 157 157 159 159 160 164 164 165 165 166
Intersentia
Inhoud
7.4.
8.
Heffingsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.1. Einde van de onverdeeldheid of niet . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4.2. De overeengekomen waarde en de verkoopwaarde . . . . 7.4.3. Afhankelijke en onafhankelijke bepalingen . . . . . . . . . . 7.5. Tariefverlaging voor onroerende goederen gelegen in het Vlaamse Gewest in geval van echtscheiding of beëindiging van wettelijke samenwoning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.5.1. Verdelingen of afstanden in het kader van een echtscheiding of beëindiging wettelijke samenwoning tot 31 december 2014 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Eerste abattement: echtscheiding of verbreking van de wettelijke samenwoning . . . . . . . . . . . . . . . . B. Tweede abattement: kinderen van de ex-echtgenoten of de voormalige wettelijke samenwoners . . C. Verdeling van de abattementen over verschillende onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D. Formaliteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.5.2. Verdelingen of afstanden in het kader van een echtscheiding of beëindiging wettelijke samenwoning vanaf 1 januari 2015. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.6. Verrichtingen die niet onderworpen zijn aan het evenredige verdelingsrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.6.1. Verkrijging van een onverdeeld part door een derde-verkrijger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.6.2. Uitvoering van bedingen van aangroei of terugvalling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.7. Tijdelijke vrijstelling voor brownfields . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vennootschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1. Vooraf: het inbrengrecht is een federale materie . . . . . . . . . . . . . . 8.2. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3. Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.1. Voor inbreng vatbare goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.2. Inbreng in een vennootschap met rechtspersoonlijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.3. Vergoeding door toekenning van maatschappelijke rechten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.4. Inbreng in een Belgische vennootschap. . . . . . . . . . . . . . 8.4. Gemengde inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5. Andere verrichtingen die aan het inbrengrecht onderworpen worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5.1. Verhoging van het maatschappelijk kapitaal zonder nieuwe inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5.2. Overbrenging van de zetel naar België . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
166 167 167 168
168
168 169 170 170 171
171 172 173 174 174 174 174 175 177 177 179 180 181 181 183 183 183 xiii
Handboek registratierechten
8.6.
9.
xiv
Vrijstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.1. Inbreng van algemeenheid of van bedrijfstakken door een vennootschap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Inbreng door een vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . B. Inbreng door een Belgische vennootschap of een vennootschap gevestigd binnen de Europese Unie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C. Inbreng van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfstak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D. Vergoeding door maatschappelijke rechten . . . . . . 8.6.2. Omzetting van vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.3. Wijziging van het doel van de vennootschap . . . . . . . . . 8.6.4. De overbrenging van de zetel in sommige gevallen. . . . 8.6.5. Nieuwe inbreng in een beursgenoteerde vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.6. Fusie à l’anglaise . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.7. Bijzondere vennootschappen van algemeen belang en beleggingsvennootschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.8. Vennootschappen van economisch belang . . . . . . . . . . . 8.7. Heffingsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.7.1. Inbreng van geldsommen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.7.2. Inbreng in natura . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Zuivere inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Gemengde inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.7.3. Andere inbrengen dan in geld of in natura . . . . . . . . . . . 8.8. Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verkrijging door vennoten van onroerende goederen voortkomend van de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.1. Vooraf: de onttrekking van onroerende goederen aan een vennootschap betreft in principe een gewestmaterie. . . . . . . . . . . 9.2. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.3. Toepassingsgebied van de artikelen 2.9.1.0.4-2.9.1.0.5 VCF c.q. de artikelen 129-130 W.Reg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.4. Toepasselijk tarief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.4.1. Algemene regel voor personen- en kapitaalvennootschappen: verkooprecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.4.2. Uitzonderingen voor personenvennootschappen . . . . . A. Afgifte door de vereffenaar aan alle vennoten samen (art. 2.9.1.0.4, lid 3 VCF c.q. art. 129, lid 2 Br.W.Reg.) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Toepassing van artikel 2.9.1.0.4, lid 2 VCF c.q. artikel 129, lid 3 Br.W.Reg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
184 184 185
186 186 188 189 189 189 190 190 191 192 193 193 194 194 195 199 200 201 201 202 205 210 210 212
212 215
Intersentia
Inhoud
9.5.
10.
Bespreking van de uitzonderingen voor personenvennootschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.5.1. Afgifte door de vereffenaar aan alle vennoten samen (art. 2.9.1.0.4, lid 3 VCF c.q. art. 129, lid 2 Br.W.Reg.) . . 9.5.2. Verkrijging door de inbrengende vennoot (art. 2.9.1.0.4, lid 2, 1° VCF c.q. art. 129, lid 3, 1° Br.W.Reg.) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.5.3. Verkrijging door de vennoot die reeds deel uitmaakte van de vennootschap toen deze het onroerend goed tegen betaling van het verkooprecht verkreeg (art. 2.9.1.0.4, lid 2, 2° VCF c.q. art. 129, lid 3, 2° Br.W.Reg.) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.5.4. Bijzondere toepassingsgevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Ononderbroken aandeelhouderschap . . . . . . . . . . . B. De verkrijging door erfgenamen of legatarissen . . C. De terugtrekking van een vennoot . . . . . . . . . . . . . D. Het overlijden van de vennoot en het beding van aanwas. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E. De verkrijging na fusie of splitsing . . . . . . . . . . . . . F. De verkrijging n.a.v. de vereniging van alle aandelen in één hand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . G. De verkrijging na omzetting van de vennootschap in een andere rechtsvorm . . . . . . . . . . . . . . . . 9.6. Regeling voor kapitaalvennootschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.6.1. Toepassing van artikel 2.9.1.0.5 VCF c.q. artikel 130 Br.W.Reg.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.6.2. Bijzondere toepassingsgevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Fusie of splitsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. De verkrijging n.a.v. de vereniging van alle aandelen in één hand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C. De verkrijging na omzetting van de vennootschap in een andere rechtsvorm . . . . . . . . . . . . . . . . 9.7. Quid bij afstand/overdracht van onverdeelde aandelen in een onroerend goed aan de vennoten? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.8. Vennootschappen en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schenkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.1. Vooraf: schenkingsrechten zijn een gewestmaterie . . . . . . . . . . . . 10.2. Begrip en verplichting tot registreren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2.1. Handgift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2.2. Onrechtstreekse schenking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intersentia
225 225
227
233 238 238 239 244 245 248 251 252 253 253 254 254 255 257 257 260 262 262 262 263 263
xv
Handboek registratierechten
11.
xvi
10.3. Toepassingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.3.1. Schenking onder de levenden van tegenwoordige goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.3.2. Kosteloze verrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.3.3. Verarming van de schenker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.4. Heffingsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.4.1. Verkoopwaarde, zonder aftrek van de lasten . . . . . . . . . 10.4.2. Bijzondere regels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Openbare effecten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Forfaitaire waardering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.5. Tarief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.5.1. Algemene regeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.5.2. Bijzondere regimes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Schenking van onroerende goederen (Vlaams Gewest) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Schenking van bouwgronden (Vlaams Gewest) . . C. Schenking van woningen (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D. Schenking van roerende goederen (Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) . . . . . . . . . . . . . . . E. Schenking van onroerend goed met last bestaande uit geld, rente of pensioen (Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) . . . . . . . . . . . . . 10.6. Verminderingen en vrijstellingen (Vlaams Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.6.1. Vermindering wegens kinderlast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.6.2. Tariefverlaging ten bate van bepaalde rechtspersonen . 10.6.3. Schenking van een onderneming of van aandelen van een onderneming (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.6.4. Vrijstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Schenking van een familiale onderneming of vennootschap (Vlaams Gewest) . . . . . . . . . . . . . . . . B. Andere vrijstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vonnissen en arresten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.1. Vooraf: het recht verschuldigd op vonnissen en arresten is deels een federale bevoegdheid en deels een gewestmaterie . . . . . 11.2. Veroordelingsrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.2.1. Bijzondere aard van het veroordelingsrecht . . . . . . . . . . 11.2.2. Toepassingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. Rechterlijke uitspraak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Een geschilzaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C. Hoven en rechtbanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
264 264 265 265 266 266 267 267 267 268 268 274 274 276 278 279
280 281 281 281
282 283 283 291 291 291 292 292 293 293 294 294
Intersentia
Inhoud
11.3.
D. Veroordeling, vereffening of rangregeling . . . . . . . E. Sommen en roerende waarden . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.2.3. Heffingsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.2.4. Non bis in idem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titelrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.3.1. Toepassingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.3.2. Bijzonderheden in verband met artikelen 2.8.6.0.2, 2.9.6.0.6, 2.10.6.0.4 VCF c.q. artikel 147 Br.W.Reg. . . . . A. Gerechtelijke tenietdoening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Tenietgedane overeenkomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
295 296 296 298 299 300 301 301 302
VIII. Aanslagjaar, betaaltermijn en aanslagtermijn (Vlaams Gewest) . . . . . 303 IX. Verplichtingen met het oog op het verzekeren van het heffen van de rechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305 1. 2. 3. 4.
5.
Vermeldingen op te nemen in bepaalde akten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorschriften betreffende het uitreiken van uitgiften . . . . . . . . . . . . . . . . Repertorium van de akten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderzoek en controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1. Vlaams Gewest (VLABEL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Federale overheid en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . . . . . Verplichtingen opgelegd aan openbare ambtenaren ter verzekering van de invordering van de registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
305 306 306 306 306 309 310
X.
Bewijs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
1. 2.
Bewijslast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bewijsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Proces-verbaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Wettelijk vermoeden van artikel 3.17.0.0.4 VCF c.q. artikel 187 W.Reg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Wettelijk vermoeden van artikel 3.17.0.0.5 VCF c.q. artikel 188 W.Reg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4. Controleschatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4.1. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4.2. Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4.3. Gevolgen van de controleschatting . . . . . . . . . . . . . . . . .
313 313 314 314 315 315 315 316 316
XI. Sancties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Intersentia
xvii
Handboek registratierechten
XII. Teruggave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321 1.
2.
Gevallen waarin ontheffing of teruggave kan worden verkregen . . . . . . 1.1. Onregelmatig geheven rechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Niet vermelde omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3. Vals verklaarde of vernietigde akte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4. Minnelijke ontbinding koopovereenkomst (Vlaanderen) . . . . . . 1.5. Ontbinding of herroeping van de akte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.6. Nietigverklaring door hogere overheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.7. Beursgenoteerde vennootschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.8. Vernietiging van een vonnis of arrest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.9. Wederverkoop binnen korte tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.10. Bouwmaatschappijen tot nut van het algemeen . . . . . . . . . . . . . . . 1.11. Klein onroerend bezit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.12. Kind, verwekt bij schenking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Modaliteiten van de teruggave. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
321 321 321 321 322 322 323 323 323 323 324 324 324 324
XIII. Vervolgingen en gedingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327 1.
2.
Administratieve procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Administratieve procedure wat betreft de registratiebelastingen die door VLABEL worden geĂŻnd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Administratieve procedure wat betreft de registratierechten die door de federale overheid geĂŻnd worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gerechtelijke procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
327 327 327 329
XIV. Verjaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331 1. 2.
3.
Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331 Verjaringstermijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331 2.1. Invordering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331 2.1.1. Invordering van registratiebelastingen door VLABEL . . 331 2.1.2. Invordering van registratierechten door de federale overheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 332 2.2. Teruggave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333 Stuiting van de verjaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333 3.1. Invordering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333 3.2. Teruggave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 334
Trefwoordenregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335
xviii
Intersentia
I. VOOR AF: REGISTR ATIERECHTEN ZIJN GROTENDEELS GEWESTELIJKE BELASTINGEN Net als de meeste andere belastingen, waren de registratierechten oorspronkelijk federale belastingen. Hierin is verandering gekomen sedert de derde staatshervorming in 1988-1989. Stelselmatig werden de bevoegdheden inzake registratierechten overgeheveld naar de gewesten. Zo werd het mutatierecht dat van toepassing is bij de overdracht onder bezwarende titel van onroerende goederen, sinds de bijzondere wet van 16 januari 1989 opgenomen in de lijst van de zogenaamde gewestelijke belastingen. De andere registratierechten bleven tot dan echter nog onaangeroerd. De overheveling van de bevoegdheid aan de gewesten m.b.t. het onroerend verkooprecht was initieel ook slechts partieel. De federale overheid bleef immers bevoegd voor het vaststellen van de belastbare grondslag, zij het mits akkoord van de gewestregeringen (art. 4, § 4 bijzondere wet 16 januari 1989). De gewesten waren enkel bevoegd voor de vaststelling van de aanslagvoeten en het invoeren van vrijstellingen van zodra de opbrengst van deze registratierechten volledig aan de gewesten werd toegewezen (art. 4, § 3 bijzondere wet 16 januari 1989). Concreet betekende dit dat de gewesten, tot op dat ogenblik, enkel opcentiemen op deze registratierechten konden heffen of er kortingen op toestaan, en dan nog enkel op voorwaarde dat die kortingen het bedrag van het aandeel van deze gewesten in bedoelde belastingen niet overschreden (art. 4, § 5 bijzondere wet 16 januari 1989). Terecht werd er in deze context dan ook gesproken van een oneigenlijke fiscale bevoegdheid voor de gewesten. De bevoegdheden van de gewesten en gemeenschappen in fiscalibus werden ingevolge de wet van 31 juli 20011 (n.a.v. de Lambermont-akkoorden) aanzienlijk uitgebreid. Een aantal aangelegenheden werden hierdoor echte gewestbelastingen. Het gaat in het bijzonder om de registratierechten op (i) de overdracht onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen, (ii) de vestiging van een hypotheek op in België gelegen onroerende goederen, (iii) de verdelingen in verband met in België gelegen onroerende goederen en (iv) de schenkingen onder levenden. Doordat het gaat om volwaardige gewestbelastingen betekent één en 1
BS 3 augustus 2001.
Intersentia
1
Handboek registratierechten
ander dat de gewesten in principe exclusief bevoegd zijn om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen te bepalen. De grote uitzondering op deze overhevelingsoefening bleef het recht van verhuring en het inbrengrecht (tenzij het gaat om een inbreng door een natuurlijke persoon van een woning in een Belgische vennootschap). Deze wijzigingen zijn in werking getreden op 1 januari 2002. Tot voor kort werden de ‘gewestelijke’ registratierechten vooralsnog geïnd door de federale overheid. Met ingang van 1 januari 2015 is ook hierin verandering gekomen. In het Vlaamse Gewest geschiedt de inning voortaan door de Vlaamse Belastingdienst (“VLABEL”). Binnen dit kader werden de Vlaamse registratierechten uit het Vlaamse Wetboek Registratierechten (d.i. het oorspronkelijke federaal Wetboek Registratierechten waarin de Vlaamse decreetgever wat betreft de materies die naar de Gewesten werden overgeheveld stelselmatig wijzigingen heeft aangebracht) gehaald en opgenomen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (hierna: Vlaamse Codex Fiscaliteit of VCF). Het Wetboek Registratierechten wordt hierdoor opgeheven voor de vier gewestelijke registratierechten, met uitzondering evenwel van een aantal bepalingen die behouden blijven (cf. art. 5.0.0.0.1, lid 1, 5° VCF2). Bij de nieuwe Codex past het een aantal voorafgaande opmerkingen te formuleren. Allereerst is er de hernummering van de oude wetsartikelen uit het Vlaamse Wetboek Registratierechten. Deze lijkt op het eerste gezicht een zeer complex gegeven. Nochtans zit er een duidelijke structuur en logica in de Vlaamse Codex Fiscaliteit en het Besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit. Titel 1 omvat de definities,
2
2
Art. 5.0.0.0.1, lid 1, 5° VCF bepaalt dat wordt opgeheven: het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, zoals van toepassing voor wat betreft het Vlaamse Gewest voor de belastingen, vermeld in art. 3, 6°, 7° en 8°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de fi nanciering van de gemeenschappen en de gewesten, het laatst gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2014, met uitzondering van art. 1, art. 2 (met uitzondering van het derde lid, de woorden “alsook de voorschriften die voor de juiste heffing van de verschuldigde rechten nodig zijn), art. 2bis tot en met art. 8bis, art. 9, eerste en tweede lid, art. 10, tweede lid, art. 11, tweede en derde lid, art. 13, art. 19, art. 211, art. 212,1°, art. 23 tot en met art. 34, 3[art. 35, eerste en vijfde lid (als die leden geen betrekking hebben op de registratiebelasting), art. 35, tweede en derde lid]3, art. 36 tot en met art. 39, art. 41, 2° en 3°, art. 41bis, art. 43 (als het geen betrekking heeft op schenkbelasting, verkooprecht of verdeelrecht), art. 75, tweede lid, tweede zin, art. 77 tot en met art. 84, art. 88, art. 94, art. 103, art. 115 tot en met art. 119, art. 121 (als het geen betrekking heeft op verkooprecht), art. 122, art. 123, art. 124, art. 128, art. 142 tot en met art. 145, art. 158, art. 159, 9° en 14°, art. 160, art. 161, 1°bis, 3° (als het geen betrekking heeft op verkooprecht), 4° (als het geen betrekking heeft op verkooprecht), 5°, 10°, 12° en 13°, art. 162 tot en met art. 165, art. 166 (als het geen betrekking heeft op de openbare verkoping van onroerende goederen), art. 170, tweede lid, art. 173, 3°, 4°, 5° en 6°, art. 176 tot en met art. 180, art. 184, art. 184bis (als het geen betrekking heeft op schenkbelasting, verkooprecht of verdeelrecht), art. 206, tweede lid, art. 206bis, derde lid, art. 207bis, tweede lid, art. 209, eerste lid, 5°, art. 210, tweede lid, art. 226 tot en met art. 236, art. 237 tot en met art. 287, art. 290, art. 301, art. 302 tot en met art. 304. Intersentia
I. Vooraf: registratierechten zijn grotendeels gewestelijke belastingen
Titel 2 de materieelrechtelijke bepalingen, Titel 3 de procedureregels en Titel 4 tot en met 7 de wijzigings- en overgangsbepalingen. De opbouw van een artikelnummer is steeds als volgt gestructureerd: “titel – hoofdstuk (in functie van de soort registratiebelasting) – afdeling (i.e. het belastbaar voorwerp, de tarieven, de verminderingen, de vrijstelling en de wijze van heffing) – onderafdeling – artikelvolgnummer”. Om de oude wetsartikelen uit het Vlaamse Wetboek Registratierechten terug te vinden in de VCF, kan een beroep worden gedaan op de beschikbare concordantietabellen. De opname in de VCF heeft hier en daar ook geleid tot enkele taalkundige herformuleringen. Aldus spreekt men in het Vlaamse Gewest voortaan van “registratiebelasting” i.p.v. registratierecht, “schenkbelasting” i.p.v. schenkingsrecht en “verdeelrecht” i.p.v. verdelingsrecht. Bovendien spreekt men in Vlaanderen niet langer over de ontvanger van de registratierechten maar wel over het bevoegd personeelslid. De taalkundige herformuleringen hebben evenwel niet de bedoeling om de draagwijdte van de bepalingen aan te passen. Dit impliceert dat bestaande administratieve commentaren (cf. Repertorium RJ), circulaires, administratieve beslissingen en rechtspraak die handelen over deze evenredige rechten nog steeds relevant zijn voor zover VLABEL hier niet van afwijkt. Wat betreft de federale registratierechten, blijft de bestaande terminologie uit het federale Wetboek Registratierechten behouden. Omwille van het leescomfort hebben we ervoor geopteerd om voor elk van de gewestelijke registratierechten de oude terminologie te hanteren wanneer deze van het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gezamenlijk worden behandeld; daarentegen wordt de terminologie zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest gebruikt wanneer deze rechten afzonderlijk worden behandeld. Wanneer hierna dus meer in het algemeen wordt verwezen naar de “registratierechten”, worden eveneens de registratiebelastingen van toepassing in het Vlaamse Gewest bedoeld. Het Vlaamse Gewest is bevoegd om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen te bepalen voor vier Vlaamse registratiebelastingen, te weten de schenkbelasting, het verkooprecht, het verdeelrecht en het recht op hypotheekvestiging. Daarnaast is het uiteraard ook bevoegd om de administratieve procedureregels vast te leggen voor de belastingen waarvan het de dienst verzekert. Dit maakt dat de procedureregels in de VCF op vele vlakken zullen afwijken van de proceduregels voorzien in het (federaal) Wetboek Registratierechten (zowel wat betreft het recht op teruggave (ontheffing), de verjaringstermijnen, de aanslagprocedure etc.). Het is evenzeer belangrijk te weten welke materies een federale bevoegdheid zijn gebleven: – het vaststellen van de belastbare materie (i.e. welke akten zijn principieel onderworpen aan registratierechten?);
Intersentia
3
Handboek registratierechten
– de registratieverplichting (i.e. voor welke akten geldt er een verplichting tot aanbieding aan de registratieformaliteit?) en de daarvoor toepasselijke termijnen; – de algemene heffingsregels (zoals vervat in art. 10 t.e.m. 18 W.Reg.) wat betreft de registratierechten die door de federale overheid geïnd worden; – de inning van en de proceduregels inzake de evenredige rechten waarvoor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (en het Waalse Gewest) bevoegd is om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen te bepalen; – de federale evenredige rechten: • het recht verschuldigd bij de openbare verkoop van lichamelijke roerende goederen (zie VII.4); • het recht van verhuring (zie VII.5); • het recht verschuldigd bij de overdracht van een hypotheek op in België gelegen onroerende goederen, bij de vestiging en overdracht van hypotheken op andere goederen dan in België gelegen onroerende goederen en bij de vestiging en overdracht van andere zekerheden, bv. inpandgeving van een handelszaak (zie VII.6); • het inbrengrecht (zie VII.8); • het veroordelingsrecht (zie VII.11); – het algemeen vast recht (zie VI.1) op: • de rechtshandelingen die uitdrukkelijk worden getarifeerd met het algemeen vast recht, i.e. de gevallen opgesomd door artikel 159 W.Reg.; • de rechtshandelingen die niet specifiek getarifeerd worden met een evenredig recht (cf. art. 11 W.Reg.); • de rechtshandelingen waarvan de toepassing van het in principe verschuldigde federale evenredige recht zou leiden tot een verschuldigd bedrag aan registratierechten dat lager is dan € 50 (ex art. 167 W.Reg.: minimumheffing); – een aantal specifieke vaste rechten (zie VI.2). Ofschoon de Vlaamse registratiebelastingen op het eerste gezicht in grote mate door de VCF worden beheerst, mag het duidelijk zijn dat het federale Wetboek Registratierechten ook in Vlaanderen belangrijk blijft. Het federale Wetboek Registratierechten blijft immers tal van aspecten c.q. materies regelen. Voor een volledig overzicht van de Vlaamse registratiebelastingen dienen dus zowel de VCF als de behouden federale bepalingen van het Wetboek der Registratierechten geraadpleegd te worden. Bovendien blijft het federale Wetboek der Registratierechten in Vlaanderen ook uitermate belangrijk voor de registratierechten verschuldigd op de rechtshandelingen waarvoor VLABEL niet bevoegd is. Al naargelang het geval zal hierna dan ook verwezen worden naar het Wetboek der Registratierechten of W.Reg. (voor de materies die een federale bevoegdheid zijn of voor de enkele bepalingen die behouden bleven in het kader van de vier Vlaamse registratiebelastingen) en de VCF. Schematisch kan een en ander als volgt worden weergegeven:
4
Intersentia
Belastbare materie
Registratieverplichting en -termijnen
Intersentia behalve deze die door VLABEL geïnd worden
Evenredige registratierechten
Federale overheid (W.Reg.)
– Bij wijze van minimumheffing indien het evenredig recht minder zou bedragen dan € 50 (art. 167 W.Reg.)
– Niet uitdrukkelijk getarifeerde rechtshandelingen (art. 11 W.Reg.)
– Wanneer uitdrukkelijk bepaald (art. 159 W.Reg.)
Algemeen vast recht
Specifieke vaste rechten
– Recht op de vestiging van een hypotheek op een in Vlaanderen gelegen onroerend goed
– Verdeelrecht
– Schenkingsrecht
– Verkooprecht
4 (evenredige) registratiebelastingen:
Geen algemeen vast recht bij wijze van minimumheffing in het kader van de 4 registratiebelastingen
beperkt tot de akten waarop principieel 1 van de 4 evenredige registratiebelastingen verschuldigd zou zijn en zoals uitdrukkelijk voorzien in de VCF (bv. bij minnelijke ontbinding van een verkoopovereenkomst m.b.t. een in het Vlaamse Gewest gelegen onroerend goed)
Specifieke vaste rechten
VLABEL (VCF en W.Reg.)
I. Vooraf: registratierechten zijn grotendeels gewestelijke belastingen
5
Handboek registratierechten
Brussel en WalloniĂŤ hebben tot op heden nog niet te kennen gegeven de dienst te willen overnemen. Voor deze gewesten blijft de federale overheid dus nog steeds de inning en invordering waarnemen. De opbrengst wordt weliswaar doorgestort naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest. Voor de materies die een bevoegdheid zijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt hierna (uitsluitend) naar het Br.W.Reg. verwezen.
6
Intersentia
II. KENMERKEN EN TOEPASSINGSGEBIED De registratierechten kennen hun verre voorlopers in het leenroerig tijdperk en in het Ancien Régime. Na de Franse Revolutie werd de materie vervat in de wet van 22 Frimaire jaar VII, die in onze streken van toepassing werd vanaf de aanhechting bij de Franse republiek in 1795. Na herhaalde wijzigingen werd de wetgeving gecodificeerd bij KB nr. 64 van 30 november 19393, bekrachtigd door de wet van 16 juni 1947.4 Deze codificatie had tot doel een grondige vereenvoudiging door te voeren, die later trouwens nog werd voortgezet, onder meer in de wetten van 23 december 1958 en 22 december 1989.5 Overeenkomstig artikel 1 W.Reg. is de registratie een formaliteit bestaande in het afschrijven, ontleden of vermelden van een akte of van een geschrift, door de ontvanger der registratie in een hiertoe bestemd register of op elke andere informatiedrager bepaald door de koning. Registratierechten zijn een vorm van indirecte belastingen. Ze worden gevestigd op het rechtsverkeer onder levenden, ter gelegenheid van de registratieformaliteit waaraan bepaalde akten of geschriften verplicht onderworpen zijn of ook vrijwillig onderworpen kunnen worden. Overzicht van de kenmerken: – formaliteitsbelasting; – belasting op het rechtsverkeer onder de levenden; – indirecte belasting; – contantbelasting; – gewestelijke belasting.
3 4 5
BS 1 december 1939. BS 14 augustus 1947. Zie voor een uitgebreid historisch overzicht F. Werdefroy, Registratierechten 2004-2005, Mechelen, Kluwer, 2005, 12, nr. 15 e.v.; R. Deblauwe en P. Janssens (eds.), “Tweehonderd jaar Frimairewet. De registratie- en successierechten in Vlaanderen, België en Europa”, TFR 1999 (Bijzonder colloquiumnummer), 120 p.
Intersentia
7
Handboek registratierechten
1.
FOR MALITEITSBELASTING
In principe wordt de belasting geheven naar aanleiding van de aanbieding ter registratie van een akte of verklaring. De registratie gebeurt concreet door het repertoriëren met de hand van de akte of het geschrift dat wordt aangeboden, in een dagelijks afgesloten register met verwijzing naar een losbladige analyse van de verrichting of naar een neergelegd afschrift van de akte. Bij koninklijk besluit kunnen voor de registratieformaliteit meer moderne informatiedragers worden ingeschakeld (art. 1, eerste lid W. Reg.). Men zal er dan wel voor moeten zorgen dat op het vlak van zekerheid, van vaste datum van de registratie en van de onveranderlijkheid van de geregistreerde akten dezelfde waarborgen geboden worden als door de huidige formaliteit. Sinds een aantal jaren is het mogelijk om de heffing van de registratierechten los te koppelen van de registratieformaliteit. Overeenkomstig artikel 8bis W.Reg. kan de koning bepaalde categorieën van de in de artikelen 19, 1e en 6e, 26 en 29 bedoelde akten vrijstellen van de registratieformaliteit. Uiteraard brengt deze vrijstelling niet de ontheffing mee van de op deze akten toepasselijke rechten. De koning kan tevens de betalingsmodaliteiten regelen en de termijnen waarbinnen de rechten dienen te worden betaald. Hij kan eveneens de neerlegging voorschrijven van een afschrift van de akten en aanvullende regels vaststellen om de juiste heffing van de belasting te verzekeren. Er werd tot op heden nog slechts eenmaal toepassing gemaakt van deze mogelijkheid. Protestakten worden immers vrijgesteld van de registratieformaliteit. De betaling van het verschuldigde recht geldt als registratie van de protestakte.6
2.
BELASTING OP HET R ECHTSVERKEER ONDER DE LEVENDEN
Het feit dat het materiële voorwerp van de registratieformaliteit de instrumenterende akte (het geschrift) is, wil niet zeggen dat dit instrumentum het werkelijke voorwerp van de belasting uitmaakt. De belasting treft immers niet het geschrift maar wel de rechtshandeling die erin vermeld wordt. Voor de heffing van het recht moet dan ook rekening gehouden worden met de werkelijk gesloten overeenkomst. Bij valsheid of onvolledigheid van de akte kan de belastbare stof ook buiten de akte worden opgespoord (art. 3.4.7.0.6 en 3.18.0.0.14 VCF c.q. art. 203 en 204 W.Reg.). De registratierechten onderscheiden zich hierin van het zegelrecht, waar het scriptum wel het rechtstreekse voorwerp van de belasting uitmaakt. 6
8
KB 24 november 1998, BS 12 december 1998. Intersentia
II. Kenmerken en toepassingsgebied
Op het principe dat niet het geschrift maar wel een rechtshandeling het voorwerp uitmaakt van de belasting, bestaan er wel een aantal uitzonderingen: – ten eerste is er het algemeen vast recht (dat € 50 bedraagt). Dit recht maakt, wat betreft de registratierechten die door de federale overheid worden geïnd, in principe de vergoeding uit voor de registratie als formaliteit, ongeacht de inhoud van de akte; – ten tweede is er het veroordelingsrecht van 3%, dat ook moet worden beschouwd als een vergoeding voor de door de overheid bewezen diensten. De rechtshandelingen die het voorwerp uitmaken van de evenredige registratierechten, zijn de rechtshandelingen onder de levenden die door de wet uitdrukkelijk worden getarifeerd. Rechtshandelingen die niet uitdrukkelijk getarifeerd zijn, kunnen enkel het algemeen vast recht verschuldigd maken, dat dan geldt als het salaris van de registratieformaliteit. Er bestaat evenwel geen algemene registratieverplichting. De wetgever bepaalt welke akten of overeenkomsten ter registratie moeten worden aangeboden. Voor de andere is de registratie facultatief. Het registratierecht sluit nauw aan bij het gemeen recht, gelet op het voorwerp van de belasting. Men heeft de registratierechten soms voorgesteld als het getarifeerd burgerlijk recht.7 De concepten en de juridische disciplines van het privaatrecht worden door de fiscale wetgever overgenomen voor de tarifering, de organisatie en de afbakening van het toepassingsgebied van de registratierechten, behoudens wanneer de fiscale wet daar zelf van afwijkt.
3.
INDIR ECTE BELASTING
De registratierechten zijn indirecte belastingen, gelet op het feit dat ze worden geheven op alleenstaande en toevallige handelingen. Ze onderscheiden zich dus van de directe belastingen, die als aanknopingspunt een voortdurende of permanente toestand hebben.
4.
CONTANTBELASTING
Anders dan de directe belastingen, die periodiek en door middel van inkohiering worden gevestigd, moeten de registratierechten in principe dadelijk worden betaald bij de uitvoering van de registratieformaliteit (art. 5 W.Reg.). Zoals gezegd, kan de Koning hier wel in afwijkingen voorzien (art. 8bis W.Reg.).
7
F. Werdefroy, o.c., p. 5, nr. 3.
Intersentia
9
Handboek registratierechten
Dit algemene kenmerk is niet meer van toepassing wat de Vlaamse registratiebelastingen betreft die middels inkohiering worden geĂŻnd (zie infra IV.1).
5.
GEWESTELIJKE BELASTING
We verwijzen naar de uiteenzetting onder titel I, waar wordt aangegeven welke evolutie er heeft plaatsgevonden inzake de regionalisering van de registratierechten.
10
Intersentia
III. REGISTR ATIEVERPLICHTING 1.
OVER ZICHT
Er bestaat geen algemene verplichting om akten ter registratie aan te bieden. De registratieverplichting bestaat enkel voor die akten waarvoor de wet het voorschrijft (zie art. 19, 26 en 29 W.Reg.). Men maakt doorgaans het volgende onderscheid8: – sommige akten moeten worden geregistreerd omwille van hun aard: akten van notarissen, gerechtsdeurwaarders en bepaalde vonnissen en arresten (art. 19, 1° W.Reg.); – andere akten moeten worden geregistreerd omwille van hun voorwerp: • de akten houdende overdracht of aanwijzing van in België gelegen onroerende goederen (art. 19, 2° W.Reg.); • de akten houdende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur betreffende in België gelegen onroerende goederen (art. 19, 3° W.Reg.); • de processen-verbaal van openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen (art. 19, 4° W.Reg.); • de akten houdende inbreng van goederen in vennootschappen met rechtspersoonlijkheid waarvan hetzij de zetel der werkelijke leiding in België, hetzij de statutaire zetel in België en de zetel der werkelijke leiding buiten het grondgebied van de EEG is gevestigd (art. 19, 5° W.Reg.); – een laatste groep akten ten slotte moet verplicht worden geregistreerd ingevolge een later feit: • geen akte of geschrift mag aan een krachtens artikel 19, 1° verplichtend te registreren akte, andere dan een vonnis of arrest, worden gehecht of onder de minuten van een notaris worden neergelegd zonder tevoren geregistreerd te zijn (art. 26 W.Reg.); • geen overschrijving, inschrijving, doorhaling of randvermelding hetzij in de registers van de hypotheekbewaarders, hetzij in de registers voor de inschrijving van het landbouwvoorrecht mag plaatshebben krachtens niet vooraf geregistreerde akten (art. 29 W.Reg.). Naast de registratieplicht met betrekking tot akten bestaat er soms ook de verplichting om door middel van verklaringen bepaalde mondelinge overeen-
8
F. Werdefroy, o.c., p. 89-90, nr. 127.
Intersentia
11
Handboek registratierechten
komsten of feiten te registreren. Die verplicht te registreren verklaringen betreffen: – de overeenkomsten waarbij eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen wordt overgedragen of aangewezen; – de vervulling van een opschortende voorwaarde die de heffing van een recht heeft geschorst; – de vereniging van de grond of het erf met de opstal in de gevallen voorzien door de artikelen 74 en 75 W.Reg.; – de inbreng van goederen in een vennootschap met rechtspersoonlijkheid waarvan hetzij de zetel van werkelijke leiding in België, hetzij de statutaire zetel in België en de zetel der werkelijke leiding buiten het grondgebied van de lidstaten van de EEG gevestigd is. Het weze opgemerkt dat enkel originele akten ter registratie dienen te worden aangeboden. Hierop bestaat evenwel een uitzondering. Voor akten van (onder)verhuring en huuroverdracht van onroerende goederen die uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting, bestaat immers de wettelijke mogelijkheid om een “kopie” van de akte ter registratie aan te bieden (desgevallend per post, fax of e-mail). Een en ander blijkt uit de circulaire van 9 mei 2007 (nr. 10/2007 (AFZ 6/2007)).9
2.
R EGISTR ATIEVERPLICHTING WEGENS DE AAR D VAN DE AKTE
2.1. AKTEN VAN NOTAR ISSEN Alle door Belgische notarissen bij de uitoefening van hun ambt opgemaakte akten moeten in principe ter registratie worden aangeboden. Zelfs wanneer deze akten nietig zijn, moeten ze worden geregistreerd, op voorwaarde dat ze werden ondertekend door de notaris.10
2.2. AKTEN VAN GER ECHTSDEURWAAR DERS Alle door de Belgische gerechtsdeurwaarders bij de uitoefening van hun ambt opgemaakte exploten en processen-verbaal moeten in principe ter registratie worden aangeboden.
9 10
12
Zie ook C.B., “Registratie van kopie”, Fiscoloog 2007, nr. 1073, p. 4-7. A. Cuvelier en M. Donnay, “Droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe” in Rép.Not., XV, Le droit fiscal, Livre I, Brussel, Larcier, 1990, 216, nr. 227. Intersentia
III. Registratieverplichting
2.3. VONNISSEN EN AR R ESTEN Enkel de vonnissen en arresten van Belgische hoven en rechtbanken die aanleiding kunnen geven tot de heffing van een evenredig recht, moeten ter registratie worden aangeboden (art. 19, 1° W.Reg.). •
Belgische hoven en rechtbanken
Het gaat om alle gewone rechtbanken (vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, hof van beroep) ongeacht hun bevoegdheid (ook de arbeidsrechtbanken en arbeidshoven, de rechtbanken van koophandel en de militaire rechtbanken worden bedoeld). Worden niet bedoeld: – de administratieve gerechten; – de disciplinaire rechtsmachten; – de scheidsgerechten. Wordt er evenwel een exequatur verleend voor hun beslissingen, dan moeten ze wel worden geregistreerd (art. 148 W.Reg.); – de buitenlandse hoven en rechtbanken. Wordt er een exequatur verleend, dan moeten deze gerechtelijke beslissingen eveneens worden geregistreerd, behoudens wanneer een verdragsrechtelijke bepaling in een vrijstelling voorziet.11 •
Vonnissen of arresten die aanleiding kunnen geven tot de heffing van het evenredig recht
Het betreft: – de vonnissen en arresten die een veroordeling, een vereffening of een rangregeling bevatten van sommen of roerende waarden, mits deze het veroordelingsrecht opeisbaar maken (art. 142, 144 en 145 W.Reg.); – de vonnissen en arresten die tot bewijs strekken van een overeenkomst waarbij eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen overgedragen of aangewezen wordt (art. 146 en 147 W.Reg.).
11
Art. 148 W.Reg. (art. 2.8.1.0.2., § 2; art. 2.9.1.0.6., § 2; art. 2.10.1.0.2., § 2 VCF); zie o.m. Executieverdrag van 27 september 1968 wat betreft Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland; Toetredingsverdrag van 9 oktober 1978 wat betreft Denemarken, Ierland, Verenigd Koninkrijk; Toetredingsverdrag van 25 oktober wat betreft Griekenland.
Intersentia
13
Handboek registratierechten
3.
R EGISTR ATIEVERPLICHTING WEGENS HET VOORWERP VAN DE AKTE
3.1. AKTEN HOUDENDE OVER DR ACHT OF AANWIJZING IN EIGENDOM OF VRUCHTGEBRUIK VAN IN BELGIË GELEGEN ONROER ENDE GOEDER EN De akten die op grond van deze bepaling verplicht te registreren zijn, betreffen vooral onderhandse akten, administratieve akten en buitenlands verleden akten; de andere akten zijn immers uit zichzelf aan de formaliteit onderworpen. Er moet opgemerkt worden dat de overeenkomsten houdende overdracht of aanwijzing van eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen ook geregistreerd moeten worden als er geen akte van bestaat. In dat geval moet een verklaring worden ingediend (art. 31, 1° W.Reg.). •
Aanwijzende of overdragende akten
De overdragende akte is deze die, ongeacht haar benaming, juridisch een zakelijk recht van de ene titularis op de andere doet overgaan.12 Het betreft bijvoorbeeld een verkoop, een schenking, ruil, inbetalinggeving, de vestiging van een recht van vruchtgebruik, de inbreng van onroerende goederen in een Belgische of een vreemde vennootschap, een huwelijkscontract met gemeenmaking van bepaalde onroerende goederen. Als overdragende akte wordt ook beschouwd een verkoop zonder onmiddellijke overdracht van eigendom, hetzij omdat partijen deze overdracht hebben uitgesteld, hetzij omdat het verkochte goed slechts door zijn soort bepaald is.13 De aanwijzende akte heeft ingevolge een of andere fictie juridisch geen overdragend effect, hoewel in feite de akte overdracht van goederen tot gevolg heeft.14 Typevoorbeeld van een aanwijzende akte is de verdeling of de overdracht van onverdeelde delen tussen mede-eigenaars.15 Daarnaast worden ook als eigendomaanwijzende akten beschouwd (i) de regelmatige aanwijzing van lastgever of command (art. 2.9.6.0.1, lid 1, 1° VCF; art. 159, 1° W.Reg.) en (ii) een dading voor zover zij betrekking heeft op de goede-
12 13 14 15
14
A. Cuvelier en M. Donnay, o.c., in Rép.Not., XV, Livre I, p. 224, nr. 249 e.v.; F. Werdefroy, o.c., p. 101 e.v., nr. 141 e.v. Gent 20 juni 1958, T.Not. 1958, 215 met advies Adv. Gen. Matthys; Antwerpen 28 april 1986, Rec.gén.enr.not. 1988, nr. 23.577; Luik 4 december 1990, Rec.gén.enr.not. 1994, nr. 24.375. Genin, E. en A., Commentaar op het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, Brussel, F. Van Buggenhout, 1951, 216, nr. 472. De Wulf, C. en De Decker, H., Het opstellen van notariële akten, II, Antwerpen, 1994, 875; Kluyskens, A., Beginselen van burgerlijk recht, II, De erfenissen, Antwerpen, 1944, 331. Intersentia
III. Registratieverplichting
ren die het voorwerp uitmaken van het geschil en voor zover de dading wijzigingen aanbrengt in de schijnbare eigendom.16 De omzetting van erfelijk vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot in een rente of in eigendom (art. 745quater en 745quinquies BW) wordt in het fiscaal recht eveneens als een aanwijzende handeling beschouwd (art. 2.10.1.0.1, 3° VCF; art. 109, 3° W.Reg.). Het overdragend of aanwijzend karakter van de akte moet bepaald worden volgens de beginselen van het burgerlijk recht: – zo worden noch als overdragend noch als aanwijzend beschouwd: de louter uitdovende akten, zoals bijvoorbeeld de afstand van vruchtgebruik.17 De zuivere en eenvoudige verwerping van nalatenschap18 alsook de afstand van verjaring door de bezitter van een onroerend goed betreffen enkel de vaststelling van een weigering tot verkrijgen. De akten die het bestaan van deze handelingen vaststellen, moeten niet verplicht worden geregistreerd; – de subrogatie die door de rechter wordt uitgesproken ten voordele van de pachter wiens recht van voorkoop werd miskend, is niet het gevolg van een aanwijzende of overdragende akte maar betreft de uitoefening van een door de wet toegekend recht. Het evenredig recht is bijgevolg niet verschuldigd19; – de akten van bevestiging of bekrachtiging van een vroegere akte voegen niets toe aan de vroegere titel en zijn dus evenmin overdragend of aanwijzend; – een beding van onverdeeldheid bevestigt eveneens enkel de bestaande toestand; – de akte waarbij de vervulling van een voorwaarde wordt vastgesteld, is geen titel van eigendomsoverdracht of -aanwijzing. De titel is inderdaad niet gelegen in deze akte, maar wel in de vroegere overeenkomst; – de akte houdende overdracht van een eenzijdige verkoopbelofte of van een recht van voorkoop betreft slechts de overdracht van een roerende schuldvordering en niet van het onroerend goed in kwestie; – de vaststelling van een verkrijging door natrekking ten slotte betreft enkel de overgang van een onroerend goed krachtens de wet en niet door overeenkomst. Het betreft dus evenmin een overdragende of aanwijzende akte, zodat er geen sprake is van een registratieverplichting.
16 17
18
19
Genin, E. en A., o.c., 700, nr. 1656. Indien de afstand werd gedaan met begift igingsoogmerk, zal de Administratie de akte evenwel als een overdragende akte beschouwen en zal ze het recht van art. 131 W.Reg. (schenkingsrecht) vorderen (Besl. 9 november 1993, Rec.gén.enr.not., nr. 24559). De verwerping van de nalatenschap zal evenwel als een overdragende handeling worden beschouwd wanneer ze gebeurt in het voordeel van één of meer van de erfgenamen of duidelijk met begift igingsoogmerk (F. Werdefroy, o.c., p. 1388, nr. 1130). X, noot onder de wet van 1 februari 1963, Rec.gén.enr.not. 1963, nr. 20.600.
Intersentia
15
Handboek registratierechten
Zo zal de verkrijging door de eigenaar van de grond van de opstallen op het einde van een contract van erfpacht of opstal niet als een verkrijging ingevolge overeenkomst worden beschouwd. Voorbehoud moet wel worden gemaakt wanneer de Administratie kan aantonen dat het geen louter uitdovende verkrijging betreft. Zo kan de Administratie de verkrijging door de eigenaar van de grond als een overdragende verkrijging beschouwen wanneer een contract van erfpacht wordt beëindigd voor het verstrijken van de minimumduur van 27 jaar20 of wanneer voor de opstallen een vergoeding wordt betaald, daar waar bij de sluiting van het contract was afgesproken dat geen vergoeding verschuldigd zou zijn.21 •
Eigendom of vruchtgebruik
Het betreft, naast het eigenlijke eigendomsrecht (volle of blote) en het recht van vruchtgebruik, ook het recht van gebruik en bewoning en de erfdienstbaarheden.22 Het gaat evenwel niet om: – het recht van erfpacht of opstal (dat expliciet gelijkgesteld wordt met verhuringen, art. 83 W.Reg.); – de hypotheken en onroerende voorrechten (zakelijke zekerheden, art. 2.11.4.0.1 VCF; art. 87 W.Reg.). •
Belgische onroerende goederen
Het gemeen recht voor de bepaling van wat een onroerend goed is, wordt in dezen niet helemaal gevolgd. Artikel 1.1.0.0.2, lid 10 VCF c.q. artikel 21/2 W.Reg. bepaalt immers dat de onroerende goederen door bestemming niet als onroerende goederen kunnen worden beschouwd. Het burgerlijk recht kent twee soorten van onroerende goederen door bestemming. Zo zijn er enerzijds de voorwerpen die de eigenaar van een erf voor de dienst en de exploitatie van dat erf daarop geplaatst heeft (art. 524, lid 1 BW) en anderzijds de voorwerpen die de eigenaar blijvend aan het erf verbonden heeft (art. 524, laatste lid BW). Enkel de eerste categorie (de lichamelijke roerende voorwerpen die aangewend worden tot de dienst en de exploitatie van onroerende goederen) worden voor doeleinden van de registratierechten als onroerende goederen door bestemming – en dus niet als onroerende goederen – beschouwd. Deze uitsluiting is er gekomen omdat deze goederen in de regel onder toepassing van de btw vallen. Een en ander betekent ook dat de tweede categorie (ook wel eens de onroerende goederen door incorporatie genoemd) wel aan de evenredige registratierechten onderworpen blijft. Reden hiervoor is dat 20 21 22
16
Voor meer details: M. Ghyselen, “Enkele actuele problemen in verband met registratie- en successierechten”, T.Not., Notariële actualiteit, nr. 10, (p. 95), p. 114. Besl. 20 september 1995, Rec.gén.enr.not., nr. 24567. Verslag aan de Koning bij art. 19, 2e W.Reg.; Genin, E. en A., o.c., p. 181, nr. 379. Intersentia
III. Registratieverplichting
deze onroerende goederen moeilijk te onderscheiden zijn van de onroerende goederen uit hun aard. De onroerende goederen, bedoeld in artikel 19, 2° W.Reg. en in de VCF, zijn dus enkel23: – de onroerende goederen uit hun aard (de grond, ondergrond, gebouwen en beplantingen). Indien deze goederen het voorwerp uitmaken van een vervroegde roerendmaking, zijn ze in principe niet aan de registratieverplichting onderworpen, tenzij dan in toepassing van de artikelen 74 en 75 W.Reg.; – de goederen onroerend door incorporatie, dit wil zeggen de lichamelijke roerende voorwerpen die geacht worden onroerend te zijn omdat ze door de eigenaar blijvend aan het erf werden verbonden (art. 524, laatste lid BW); – de goederen die onroerend zijn door het voorwerp waarop ze betrekking hebben (art. 526 BW), maar dan alleen in zoverre het vorderingsrechten betreft in verband met actuele verbintenissen tot overdracht van onroerende goederen. Men denke hier bijvoorbeeld aan een vordering tot levering van een onroerend goed waarvan de eigendomsoverdracht nog niet plaatsvond ingevolge een bijzonder beding van uitgestelde eigendomsoverdracht. Wanneer het daarentegen gaat om vorderingsrechten die voorwaardelijke, eventuele of betwiste rechten tot voorwerp hebben, geldt er geen registratieverplichting. Dit is zo wat betreft rechtsvorderingen die strekken tot het opeisen van onroerende goederen, met name alle akten tot overdracht of aanwijzing van rechtsvorderingen die strekken tot vernietiging, ontbinding of herroeping van rechtshandelingen met betrekking tot een onroerend goed. Dit is ook zo wat betreft de verkoop van een eventueel vruchtgebruik, de overdracht van een recht op wederinkoop en de wederverkoop vóór de vervulling van de voorwaarde van een onder opschortende voorwaarde verkregen onroerend goed.
3.2. AKTEN HOUDENDE VER HUR ING, ONDERVER HUR ING OF OVER DR ACHT VAN HUUR VAN IN BELGIË GELEGEN ONROER ENDE GOEDER EN Voor zover van een contract houdende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van in België gelegen onroerende goederen een geschrift werd opgemaakt, dient dit verplicht te worden geregistreerd (art. 19, 3° W.Reg.). Huur van goederen is een wederkerig contract onder bezwarende titel waarbij de ene partij zich verbindt om een andere het genot van een zaak te doen hebben gedurende een zekere tijd, en tegen een bepaalde prijs, die de laatstgenoemde zich verbindt te betalen (art. 1709 BW). 23
Werdefroy, F., o.c., p. 107 e.v., nr. 146 e.v.
Intersentia
17
Handboek registratierechten
Onderverhuring is een nieuwe verhuring, waardoor de eerste huurder zelf de zaak geheel of gedeeltelijk in huur geeft aan een derde. Er ontstaat geen rechtstreekse juridische band tussen de hoofdverhuurder en de onderhuurder. In dit geval bestaan er m.a.w. twee huurovereenkomsten. Bij overdracht van huur draagt de huurder zijn huurrechten over aan een derde, die de oorspronkelijke overeenkomst voortzet als rechtstreekse huurder. De overnemer komt in de plaats van de overdrager, doch deze blijft in principe eveneens gehouden tot zijn verplichtingen jegens de verhuurder.24 In deze hypothese komt er geen tweede huurovereenkomst tot stand. Overeenkomstig het tweede lid van artikel 83 W.Reg. worden contracten tot vestiging van erfpacht of opstalrecht en overdrachten daarvan gelijkgesteld met huurcontracten en huuroverdrachten. Enkel de contracten met betrekking tot in België gelegen onroerende goederen worden bedoeld. Zonder belang is evenwel: – de aard van de verhuring (woninghuur, handelshuur, landpacht)25; – de uitgebreidheid van het verleende genot. Zo is de verhuring van een muur om er aanplakbiljetten op aan te brengen, de verhuring van een onroerend goed.26 Worden niet bedoeld: – contracten van bruiklening: dit contract is immers kosteloos (art. 1876 BW); – vergunningen27; – de verhuring van brandkasten, in huur gegeven door personen, verenigingen, gemeenschappen of vennootschappen die gewoonlijk brandkasten verhuren. Deze goederen worden in dezen niet als onroerende goederen beschouwd in de zin van artikel 19, 3° W.Reg. (art. 212, 1° W.Reg.); – de verhuring van lichamelijke roerende voorwerpen aangewend tot de dienst en de exploitatie van onroerende goederen. Deze goederen worden immers ook niet beschouwd als onroerende goederen (art. 215, 2° W.Reg.); – huurkoop28: het gaat in wezen om een koopovereenkomst met uitgestelde eigendomsoverdracht; – een vonnis of een arrest dat geldt als titel van een huur, overdracht van huur of onderhuur.29
24 25 26 27 28 29
18
Pauwels, C., “Overdracht van huur en onderhuur” in Herbots, J., Merchiers, Y. (eds.), Woninghuur en nieuw algemeen huurrecht, Brugge, die Keure, 1991, (155) 157, nr. 229. Besl. 12 augustus 1996, Rec.gén.enr.not. 1997, nr. 24.706. F. Werdefroy, o.c., p. 110, nr. 147; Genin, E. en A., o.c., p. 228, nr. 507. E. en A. Genin, o.c., p. 211 e.v., nrs. 458 tot 460. F. Werdefroy, o.c., p. 114, nr. 150. A. Cuvelier en M. Donnay, o.c., in Rép.Not., XV, Livre I, p. 229, nr. 262. Intersentia
III. Registratieverplichting
3.3. PROCESSEN-VER BAAL VAN OPENBAR E VER KOPINGEN VAN LICHAMELIJK E ROER ENDE VOORWER PEN Zijn verplicht te registreren: de processen-verbaal van openbare verkoping van lichamelijke roerende voorwerpen (art. 19, 4° W.Reg.). De processen-verbaal die hier worden bedoeld, zijn die van notarissen, gerechtsdeurwaarders en ambtenaren van de Staat, de provinciën, de gemeenten en de openbare instellingen, in zoverre de openbare verkoop hun toebehorende roerende goederen tot voorwerp heeft (art. 226 W.Reg.). De registratieverplichting geldt zelfs indien de toewijzing geschiedt onder opschortende voorwaarde of indien de koper een rechtspersoon is die voor de aankoop de goedkeuring behoeft van een hogere overheid (art. 231 W.Reg.). Onder de registratieverplichting van artikel 19, 4° W.Reg. vallen niet de openbare verkopen van de in artikel 235 W.Reg. opgesomde goederen, tenzij wanneer hiervan een proces-verbaal werd opgemaakt door een notaris of een gerechtsdeurwaarder. Het betreft: – de openbare verkoping van landbouwproducten in instellingen waar de koopwaren uitsluitend openbaar bij opbod of bij afbod verkocht worden op bepaalde dagen en uren, die op bestendige wijze in de lokalen aangeplakt zijn; – de openbare verkoping van eetwaren en van afgesneden bloemen in de voornoemde instellingen of op de markten; – de openbare verkoping van voorwerpen die in de openbare kassen van lening in pand werden gegeven; – de openbare verkoping van zee- en binnenschepen.
3.4. AKTEN HOUDENDE INBR ENG IN EEN BELGISCHE VENNOOTSCHAP MET R ECHTSPERSOONLIJKHEID Er bestaat een verplichting tot aanbieding ter registratie wat betreft akten houdende inbreng van goederen in Belgische vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (art. 19, 5° W.Reg.). Opdat er een registratieverplichting zou bestaan, is vereist dat het gaat om een inbreng in: – een vennootschap met rechtspersoonlijkheid (dus niet in geval van inbreng in een SHV, THV, een commerciële of burgerlijke maatschap)30; 30
Br. Peeters en T. Wustenberghs, “Kapitaalvorming van vennootschappen. Registratierechten en BTW” in Fiscale Praktijkstudies, nr. 22, Diegem, Ced.Samsom, 2001, 60, nr. 73 en 81, nr. 103.
Intersentia
19
Handboek registratierechten
– een Belgische vennootschap, dit wil zeggen een vennootschap waarvan de werkelijke zetel in België gevestigd is of waarvan de statutaire zetel in België gelegen is terwijl de werkelijke zetel gelegen is buiten het grondgebied van de lidstaten van de EU.
3.5. VER R ICHTINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 11 WBTW Tot voor kort bestond er een verplichting om akten houdende vaststelling van een verrichting als bedoeld in artikel 11 WBTW ter registratie aan te bieden (art. 19, 7° W.Reg.). De verplichting om dergelijke verrichtingen te registreren werd ingevoerd door KB van 12 december 199631 maar werd door de wet van 22 december 199832 met ingang van 1 april 1999 alweer afgeschaft.
3.6. PROTESTEN Het oude artikel 19, 6° W.Reg. werd afgeschaft. Sinds de wet van 3 juni 199733 zijn enkel de gerechtsdeurwaarders bevoegd om protesten wegens niet-acceptatie of wegens niet-betaling op te maken. Zij zijn verplicht uiterlijk de eerste werkdag na de dagtekening van het protest een eensluidend verklaard afschrift hiervan over te maken aan de Nationale Bank van België, die optreedt als centrale depositaris. Als zodanig is de gerechtsdeurwaarder voortaan dan ook ontslagen van de verplichting tot aanbieding ter registratie. Gelet op de centralisatie van de protestakten bij de Nationale Bank van België en op haar verplichting om de op deze protesten verschuldigde registratierechten te betalen (art. 35, 2° W.Reg.), werd in uitvoering van artikel 8bis W.Reg. ook de verplichting in hoofde van de centrale depositaris (lees: de Nationale Bank van België) om de protesten ter registratie aan te bieden, opgeheven (zie boven II.1). Een en ander is gebeurd bij KB van 24 november 1998.34
4.
R EGISTR ATIEVERPLICHTING OMWILLE VAN EEN LATER E GEBEURTENIS
Sommige akten die niet vermeld zijn in artikel 19, 1° t.e.m. 5°, moeten toch worden geregistreerd omwille van het latere gebruik dat ervan wordt gemaakt. 31 32 33 34
20
BS 31 december 1996. BS 15 januari 1999. BS 19 juli 1997. BS 12 december 1998. Zie uitvoeriger: Aanschrijving nr. 17 van 31 augustus 1999, Rec.gén.enr. not. 2000, nr. 24.991. Intersentia
III. Registratieverplichting
4.1. AANHECHTING Overeenkomstig artikel 26 W.Reg. mag geen akte of geschrift aan een van de krachtens artikel 19, 1° verplichtend te registreren akten, andere dan een vonnis of arrest, worden gehecht of onder de minuten van een notaris worden neergelegd zonder tevoren geregistreerd te zijn. Het begrip aanhechting moet in zijn juridische betekenis begrepen worden: het gaat om de aanhechting door een openbare ambtenaar die tot gevolg heeft dat een afzonderlijke akte of geschrift blijvend met de authentieke akte wordt verbonden, zodanig dat beide voortaan slechts één juridisch geheel uitmaken. De materiële aanhechting als zodanig volstaat enkel wanneer de aanhechting wordt voorgeschreven door een wets- of reglementsbepaling. In alle andere gevallen moet de wil tot aanhechting normaal blijken uit de vermelding van de toegevoegde akte in de authentieke akte en de verklaring door de openbare ambtenaar dat ze daaraan gehecht zal blijven.35 De akte moet enkel vooraf geregistreerd worden indien ze wordt aangehecht aan een akte van een notaris of gerechtsdeurwaarder die zelf verplichtend te registreren is (m.a.w. die zelf niet vrijgesteld is van de registratieverplichting). De notarissen en de gerechtsdeurwaarders mogen de aangehechte akte ook tegelijk met de authentieke akte ter registratie aanbieden (art. 26, tweede lid W.Reg.). Bepaalde akten moeten niet vooraf worden geregistreerd: het betreft in België verleden gerechtelijke akten en akten van de burgerlijke stand (art. 26, vierde lid W.Reg.).
4.2. NEER LEGGING ONDER DE MINUTEN VAN DE NOTAR IS Daar waar bij aanhechting de aangehechte akte bijzaak is, is bij de neerlegging de neergelegde akte de hoofdzaak. Neerlegging onder de minuten betekent overhandiging van de neergelegde stukken aan de notaris in deze hoedanigheid met verzoek ze blijvend onder zijn minuten te bewaren.36 Bijvoorbeeld: neerlegging van een gelegaliseerd afschrift van het verslag van de aandeelhoudersvergadering die tot verplaatsing van de zetel van de (buitenlandse) vennootschap naar België heeft besloten. In bepaalde landen vereist een dergelijke zetelverplaatsing inderdaad niet de tussenkomst van 35 36
A. Cuvelier en M. Donnay, o.c., in Rép.Not., XV, Livre I, p. 237, nr. 284; E. en A. Genin, o.c., p. 237, nr. 538. F. Werdefroy, o.c., p. 132, nr. 173.
Intersentia
21
Handboek registratierechten
een notaris. Op basis van het neergelegde stuk kan de Belgische notaris desgewenst bij authentieke akte de gecoördineerde tekst van de statuten van de geïmmigreerde vennootschap opmaken. Ook hier mag de notaris de neer te leggen akte samen met de akte van neerlegging laten registreren (art. 26, tweede lid W.Reg.). Bepaalde akten moeten niet vooraf worden geregistreerd: het betreft eveneens de in België verleden gerechtelijke akten en de akten van de burgerlijke stand (art. 26, vierde lid, 1° W.Reg. c.q. art. 3.12.3.0.6, laatste lid VCF).
4.3. HYPOTHECAIR E R EGISTERS Overeenkomstig artikel 29 W.Reg. moet een akte in principe geregistreerd geweest zijn opdat ze het voorwerp zou kunnen uitmaken van een hypothecaire formaliteit (overschrijving, inschrijving, doorhaling of kantmelding in de registers van de hypotheekbewaarder of in de registers van het landbouwvoorrecht). Een belangrijke uitzondering hierop wordt geformuleerd in artikel 173, 1° W.Reg. c.q. artikel 3.12.3.0.5, § 2, 1° VCF: expedities van akten van Belgische notarissen mogen wel aan de hypothecaire formaliteiten worden onderworpen zonder vooraf geregistreerd te zijn.
5.
R EGISTR ATIE VAN VERKLARINGEN
In sommige gevallen bestaat de verplichting tot het aanbieden van een verklaring.37 Deze verplichting geldt: – wanneer een overeenkomst, bedoeld in artikel 19, 2° of 5° W.Reg., niet bij een akte is vastgesteld (lees dus: in geval van een mondelinge overeenkomst); – wanneer de voorwaarde die de heffing van een evenredig recht overeenkomstig artikel 16 W.Reg. of overeenkomstig de artikelen 2.8.7.0.2, § 2, lid 1; 2.9.7.0.2., § 2, lid 1; 2.10.7.0.2, § 2, lid 1; 2.11.7.0.2, § 2, lid 1 VCF heeft geschorst, wordt vervuld; – in de in de artikelen 74 en 75 W.Reg. of artikel 2.9.1.0.2 VCF bedoelde gevallen (zie verder VI.1.1.4). De betrokken verklaring moet door de contracterende partijen of door één van hen in dubbel worden opgemaakt, waarvan een exemplaar op het registratiekantoor zal worden bewaard. 37
22
Art. 31 W.Reg. c.q. art. 2.8.1.0.1, 2.9.1.0.1, 2.10.1.0.1, 2.11.1.0.1 VCF. Intersentia