Uw vennootschap en de fiscus (vijfde editie)

Page 1

Intersentia Fiscale Topics

Om het meest voordelige fiscale stelsel te genieten, moet een goede bedrijfsleider deze opties kennen, al was het maar om met (meer) kennis van zaken zijn beleid in te schatten en beter geïnformeerd een discussie aan te gaan met zijn accountant en belastingconsulent, om onaangename fiscale en financiële verrassingen te voorkomen. Deel I is opgebouwd uit een aantal actuele thema’s waarmee elke vennootschap te maken krijgt. In deel II worden de basisregels van de vennootschapsbelasting uiteengezet. Recente fiscale wetgeving heeft – nog maar eens – duidelijk bewezen dat er heel snel gereageerd moet worden op nieuwe fiscale maatregelen en dat hiermee deskundig moet worden omgegaan bij het nemen van beleidsbeslissingen en hun impact op de onderneming, de bedrijfsleiders, de aandeelhouders enz. De auteurs geven de lezer de nodige adviezen ter zake.

Uw vennootschap en de fiscus

Dit boek bevat een overzicht van de belangrijkste punten inzake de hervorming van de vennootschapsbelasting en andere belangrijke beslissingen uit het zomerakkoord 2017 gerelateerd aan topics uit het boek.

T. Tack P. Gillemon B. Peeters C. Van Biervliet F. Vandenberghe

Dit handboek geeft de lezer op een toegankelijke manier inzicht in de verschillende aspecten van de ondernemingsfiscaliteit en onderzoekt welke de impact van de fiscaliteit is op de beleidsbeslissingen die iedere ondernemer moet nemen. Via begrijpelijke voorbeelden, heldere adviezen en praktische tips tonen de auteurs aan welke mogelijkheden er bestaan om belastingen te besparen via overzichtelijke structuren en diverse mogelijkheden.

Uw vennootschap en de fiscus Tina Tack Pieter Gillemon Bart Peeters Carl Van Biervliet Filip Vandenberghe

Uw vennootschap en de fiscus Vijfde editie

ISBN 978-94-000-0830-4

www.intersentia.be

Intersentia - Uw vennootschap en de fiscus - drukklaar.indd 1

9

789400

008304

12/09/17 23:49


UW VENNOOTSCHAP EN DE FISCUS



UW VENNOOTSCHAP EN DE FISCUS

Tina Tack Pieter Gillemon Bart Peeters Carl Van Biervliet Filip Vandenberghe

Vijfde editie

Antwerpen – Cambridge


Uw vennootschap en de fiscus. Vijfde editie Tina Tack, Pieter Gillemon, Bart Peeters, Carl Van Biervliet en Filip Vandenberghe

Š

2017 Intersentia Antwerpen – Cambridge www.intersentia.be

ISBN 978-94-000-0830-4 D/2017/7849/100 NUR 163 / 783

Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.


VOORWOORD In het verleden was fiscale planning vooral een zaak van grote bedrijven, die een beroep konden doen op specialisten om te onderzoeken hoe zij de belastingdruk konden verlagen. Vandaag ervaren ook kmo’s de noodzaak om rekening te houden met de fiscaliteit en de parafiscaliteit in hun bedrijfsvoering. Nu de concurrentie alsmaar scherper wordt, kan een bedrijfsleider het zich niet langer veroorloven om beslissingen te nemen op het vlak van investeringen, financiering, tewerkstelling enz. zonder de fiscale gevolgen van zijn keuze voor ogen te houden. Zijn beleid zal efficiënter zijn als hij rekening kan houden met alle aspecten, onder meer ook met het fiscale aspect. Recente fiscale wetgeving heeft – nog maar eens – duidelijk bewezen dat er heel snel gereageerd moet worden op nieuwe fiscale maatregelen en dat hiermee deskundig moet worden omgegaan bij het nemen van beleidsbeslissingen en de impact ervan op de onderneming, de bedrijfsleiders, de aandeelhouders enz. De auteurs hebben hiermee in deze nieuwe versie duidelijk rekening gehouden om de lezer van dit boek de nodige adviezen ter zake te geven. De vijfde editie van dit boek bevat eveneens een overzicht van de belangrijkste punten inzake de hervorming van de vennootschapsbelasting en andere belangrijke beslissingen uit het zomerakkoord 2017 gerelateerd aan topics uit dit boek. De praktijk wijst uit dat veel bedrijfsleiders de fiscaliteit met een vrij grote gelatenheid ondergaan omdat zij niet voldoende vertrouwd zijn met de materie en de mogelijkheden. In werkelijkheid is de fiscaliteit een instrument dat kan worden gehanteerd in het voordeel van het bedrijf. De vennootschapsstructuur staat centraal in dit instrumentarium. Deel I wil duidelijk maken dat er wel degelijk keuzemogelijkheden bestaan en dat zij allemaal verschillende fiscale gevolgen hebben. De diverse voorbeelden maken het mogelijk om de fiscale kostprijs of het belastingvoordeel te vergelijken. Het geheel werd gegroepeerd rond een aantal thema’s die in elke vennootschap wel eens aan de orde komen: keuze van de vennootschapsvorm, specifieke stimuli voor starters, investeringen, kopen of leasen, onroerend goed, extralegale pensioenvorming, fiscaalvriendelijke “bezoldigingen” en/of winstuitkeringen, opvolging en overdracht van een bedrijf enz.

Intersentia

v


Voorwoord

In deel II worden de basisregels van de vennootschapsbelasting uiteengezet. Voor wie niet vertrouwd is met fiscale wetgeving, is lectuur van deel II aan te raden; het laat u toe om deel I met inzicht en kennis van de gebruikelijke terminologie te benaderen. Vanuit bedrijfsoogpunt volgen de auteurs nauwgezet de recente fiscale wetgeving op. Evaluatie, optimalisatie en informatieverspreiding naar de bedrijfswereld zijn hun belangrijkste opdrachten. Hebt u opmerkingen, vragen of suggesties in verband met dit boek, dan kunt u steeds contact opnemen met de redactie per e-mail via mail@intersentia.be.

Tina Tack Professor Fiscaal Recht KU Leuven (campus Brussel) – Fiscale Hogeschool 15 augustus 20171

1

vi

Het boek werd geschreven in het licht van de wetgeving in de mate dat die bekend was vóór het ter perse gaan van dit boek (15 augustus 2017). Gezien de snelheid en de onduidelijkheid waarmee in dit land fiscale wetten worden gewijzigd, dient men rekening te houden met wijzigingen die nadien van toepassing kunnen zijn. Intersentia


INHOUD Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v

DEEL I. BELEIDSBESLISSINGEN EN FISCALITEIT IN DE KMO Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap Filip Vandenberghe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.

2. 3. 4. 5.

Beschermen van het privépatrimonium tegen ondernemingsrisico’s . . . . . 3 1.1. De eenmanszaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.2. De vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Structureren van een samenwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Beschermen van de continuïteit van het bedrijf bij overlijden . . . . . . . . . . . 5 Verschillend belastingregime . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Nadelen verbonden aan de vennootschapsvorm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

Hoofdstuk II. Omvorming van een eenpersoonszaak in een vennootschap Filip Vandenberghe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 1.

2.

Verkoop van de onderneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Fiscale gevolgen voor de eenpersoonszaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Fiscale gevolgen voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inbreng in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Belastingvrije inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.1. Fiscale gevolgen voor de eenpersoonszaak . . . . . . . . . . . . . . 2.1.2. Fiscale gevolgen voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Belastbare inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.1. Fiscale gevolgen voor de eenpersoonszaak . . . . . . . . . . . . . . 2.2.2. Fiscale gevolgen voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Intersentia

20 20 23 23 24 24 25 25 26 26 26 26 26 27 vii


Inhoud

3.

4.

Cijfermatige vergelijking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Eerste veronderstelling: verkoop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. Tweede veronderstelling: belastingvrije inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. Derde veronderstelling: belastbare inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5. Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

28 28 29 30 31 32 32

Hoofdstuk III. Maatregelen voor startende ondernemingen Filip Vandenberghe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 1. 2. 3. 4.

viii

Tax shelter voor startende ondernemingen (aandelen) . . . . . . . . . . . . . . . . Vrijstelling van de verplichting om bedrijfsvoorheffing door te storten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Crowdfunding (leningen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Andere maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1. Horeca & flexi-jobs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.1. Invoering van flexi-jobs in de horeca: bezoldigingen afkomstig uit flexi-jobs worden volledig vrijgesteld . . . . . . 4.1.2. De werknemer die reeds voltijds tewerkgesteld is in de horeca krijgt een verhoging van het aantal overuren. Deze worden opgetrokken van 180 naar 360 overuren zonder bijkomende fiscale of parafiscale lasten (m.a.w. bruto = netto) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.3. Verdere verhoging goedkope overuren voor voltijdse werknemers (art. 154bis WIB 1992) en dit voor de eerste 130 of 180 overuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.4. Tegen 33% belastbare bezoldigingen van gelegenheidsmedewerkers in de horeca . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Verhoging nominaal bedrag maaltijdcheques. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3. Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4. Invoering van steunzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.1. Welke investeringen komen in aanmerking? . . . . . . . . . . . . 4.4.2. Welke bezoldigingen komen in aanmerking? . . . . . . . . . . . 4.4.3. Kunnen ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid genieten van de steunmaatregel? . . . . . . . . . 4.4.4. Wat moet er verstaan worden onder het begrip “aanvang van de investering”? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.5. Hoeveel bedraagt de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.6. Zijn er beperkingen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

35 47 49 53 53 53

56

57 57 58 58 59 63 65 65 66 66 66

Intersentia


Inhoud

4.4.7.

Kan deze maatregel gecombineerd worden met andere vrijstellingsregelingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.8. Wanneer wordt deze vrijstellingsregeling definitief? . . . . . 4.4.9. Hoe moet deze gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting worden verwerkt in de aangifte bedrijfsvoorheffing? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.10. Hoe moet een eventuele terugname van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting worden verwerkt in de aangifte bedrijfsvoorheffing? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.5. Optrekken van de werkbonus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.6. Verlenging van de innovatiepremie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

67 67

68

69 69 70

Hoofdstuk IV. Financiering met eigen of vreemde middelen Bart Peeters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 1. 2.

3.

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Financiering met eigen middelen – Fiscale behandeling van de kapitaalvergoeding of dividenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Verlaagde roerende voorheffing: permanente maatregel (VVPRbis) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Verlaagde roerende voorheffing: overgangsmaatregel inzake liquidatieboni . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3 Nieuwe permanente maatregel: de liquidatiereserve (VVPRter?) . . . Financiering met vreemde middelen: fiscale gevolgen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Vereisten ten aanzien van de lening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Mate van aftrekbaarheid van de interesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.1. De overeenkomstig de marktrente geldende rentevoet. . . . 3.2.2. Interesten betaald aan buitenlandse schuldeisers gevestigd in een belasting paradijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.3. Interesten betaald aan verbonden vennootschappen . . . . . 3.2.4. Interesten betaald aan aandeelhouders, sommige bedrijfsleiders, vereffenaars en personen met een gelijkaardige functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

73 74 75 78 80 84 84 85 85 86 87

88

Hoofdstuk V. Investeringen Filip Vandenberghe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 1. 2.

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Afschrijvingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92

Intersentia

ix


Inhoud

2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6.

3.

4. 5.

Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Uitsluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Basis waarop afgeschreven wordt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 Begintijdstip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Percentages . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Hoe kunt u afschrijven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 2.6.1. Lineair . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 2.6.2. Degressief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 2.7. Beperking van de afschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 2.8. Afschrijvingsexcedent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 3.1. Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 3.2. Welke investeringen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 3.3. Uitgesloten investeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 3.4. Soorten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 3.4.1. Algemeen: verschil tussen eenmalige en gespreide investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 3.4.2. Eenmalige gewone investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 3.4.3. Verhoogde eenmalige investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . 112 3.4.4. Vaste eenmalige investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 3.4.5. Gewone gespreide investeringsaftrek. . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 3.4.6. Verhoogde gespreide investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . 115 3.4.7. Verhoogde gespreide investeringsaftrek voor hoogtechnologische producten (vanaf aj. 2017) . . . . . . . . . . . . . 115 3.4.8. Belastingkrediet onderzoek en ontwikkeling. . . . . . . . . . . 116 3.5. Percentages van de investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 3.6. Administratieve verplichtingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 3.7. Wat in geval van onvoldoende winst?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 3.8. De investering wordt verkocht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 Investeringsreserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 Btw op investeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120

Hoofdstuk VI. Leasen of kopen? Bart Peeters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123 1. 2.

x

Definitie van leasing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fiscale behandeling van roerende leasing in de inkomstenbelastingen . . 2.1. Het contract voldoet aan de definitie van de boekhoudwetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Het contract beantwoordt niet aan de normen van de boekhoudwetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Sale-and-leasebackverrichtingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

123 124 125 126 126

Intersentia


Inhoud

3. 4. 5.

Behandeling van roerende leasing op btw-vlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 Fiscale behandeling van aankoop met financiering . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128 Vergelijking tussen leasing en financiering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128

Hoofdstuk VII. Onroerend goed Filip Vandenberghe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 1.

2.

3.

4.

Aankoop van een onroerend goed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Fiscale gevolgen voor de koper-vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1.1. Afschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1.2. Financieringskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1.3. Onderhouds- en herstellingskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1.4. Verbeteringswerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Inkomstenbelastingen wat betreft de verkoper . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3. Onroerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.5. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.6. Formaliteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inbreng van een onroerend goed in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Formaliteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Huur van onroerend goed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Fiscale gevolgen voor de vennootschap-huurder . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.1. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2. Financieringskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Inkomstenbelastingen wat betreft de eigenaar-verhuurder . . . . . . 3.3. Onroerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Recht van erfpacht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1. Fiscale gevolgen voor de vennootschap-erfpachter . . . . . . . . . . . . . 4.1.1. Afschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.2. Financieringskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.3. Onderhouds- en herstellingswerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1.4. Verbouwingswerken of kosten voor de oprichting van gebouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Inkomstenbelastingen wat betreft de erfverpachter . . . . . . . . . . . . . 4.3. Onroerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.5. Registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.6. Formaliteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Intersentia

132 132 132 133 135 135 135 136 136 137 137 138 138 138 139 140 140 140 141 141 142 143 143 143 145 145 148 148 148 148 149 149 151 151 xi


Inhoud

5.

6.

7.

8.

xii

Recht van opstal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1. Fiscale gevolgen voor de vennootschap-opstalnemer . . . . . . . . . . . 5.1.1. Afschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.2. Financieringslast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.3. Onderhouds- en herstellingswerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.4. Verbouwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2. Inkomstenbelastingen wat betreft de opstalgever. . . . . . . . . . . . . . . 5.2.1. Het kadastraal inkomen van de grond is gevestigd op naam van de opstalgever, het kadastraal inkomen van het gebouw op naam van de opstalnemer (meest courante situatie). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2.2. Het kadastraal inkomen van grond en gebouw werden beide op naam van de opstalnemer gevestigd . . . 5.3. Fiscale gevolgen bij de beëindiging van het contract . . . . . . . . . . . . 5.4. Onroerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.5. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.6. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.7. Formaliteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vruchtgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1. Fiscale gevolgen voor de vennootschap-vruchtgebruiker . . . . . . . . 6.1.1. Afschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1.2. Financieringskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1.3. Onderhouds- en herstellingskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2. Fiscale gevolgen voor de verkoper van het vruchtgebruik . . . . . . . 6.3. Onroerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.4. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.5. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.6. Formaliteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verkoop op lijfrente . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1. Inkomstenbelastingen wat betreft de vennootschap-koper . . . . . . 7.1.1. Afschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1.2. Financieringskosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1.3. Onderhouds- en herstellingswerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1.4. Bouw- of verbouwingswerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2. Inkomstenbelastingen wat betreft de verkoper . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3. Onroerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.5. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.6. Formaliteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onroerende leasing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1. Inkomstenbelastingen wat betreft de vennootschap-leasingnemer . . 8.1.1. Full pay out-leasingcontract of financiële leasing . . . . . . . 8.1.2. Afschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

151 152 152 152 153 153 153

153 154 155 156 156 156 157 157 159 159 159 159 160 160 160 160 161 161 162 162 163 163 163 163 164 164 164 165 165 166 166 167

Intersentia


Inhoud

8.1.3. 8.1.4. 8.1.5. 8.1.6.

9.

Financieringslasten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhouds- en herstellingswerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vergoeding betaald bij het lichten van de optie . . . . . . . . . Non full pay out-leasingcontract of operationele leasing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2. Onroerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kosteloze beschikking over onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

167 167 167 167 168 168 169 169

Hoofdstuk VIII. Voorraadwaardering en voorraadsystemen Tina Tack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171 1. 2. 3. 4. 5.

Geïndividualiseerde waarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FIFO-methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LIFO-methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Methode van de gewogen gemiddelde prijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vergelijking FIFO-LIFO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

172 172 173 173 174

Hoofdstuk IX. Bedrijfsliquiditeiten fiscaalvriendelijk beleggen Bart Peeters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177 1.

2.

3.

Interesten of inkomsten uit niet-risicodragend kapitaal . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Forfaitaire buitenlandse belasting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3. Vennootschapsbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dividenden of inkomsten uit risicodragend kapitaal . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Forfaitaire buitenlandse belasting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Vennootschapsbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meerwaarden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

177 178 179 181 181 182 183 183 184

Hoofdstuk X. Hoe fiscaalvriendelijk mezelf “bezoldigen”? Carl Van Biervliet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1. Een bezoldiging uit de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. De meest gekende en miskende: de bezoldiging . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Wat is een bezoldiging? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

189 191 191 191

Intersentia

xiii


Inhoud

2.

3.

xiv

1.2.1. Een bezoldiging van een werknemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.2. Een bezoldiging van een bedrijfsleider . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3. Bezoldiging in de praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3.1. Hoeveel nettobezoldiging komt in handen van de bedrijfsleider?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3.2. En toch nog verplichte voorafbetalingen . . . . . . . . . . . . . . 1.3.3. Attractiebeginsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3.4. Het kostenforfait . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3.5. Belastingvrije sommen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3.6. Aftrekposten die alleen kunnen bij een beroepsinkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3.7. Vrij aanvullend pensioen, groepsverzekering, gewaarborgd inkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4. Bezoldiging in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4.1. Bezoldiging is een aftrekbare kost . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4.2. Belastbaarheid als geheime commissielonen . . . . . . . . . . . 1.4.3. Verplichte inhouding bedrijfsvoorheffing. . . . . . . . . . . . . . 1.4.4. Verlaagd tarief in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitbetaling eigen kosten van de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Eigen kosten van de werkgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.1. Per definitie geen mogelijkheid om iets “uit” de vennootschap te halen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.2. Miskende eigen kosten van de werkgever . . . . . . . . . . . . . . 2.2.3. Spelbreker: de btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.4. Forfaitaire onkostenvergoedingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Eigen kosten van de werkgever in de vennootschap . . . . . . . . . . . . 2.3.1. Kosten zijn kosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.2. Terugbetalingen verplaatsingen met eigen voertuig: een wiskundige beperking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.3. Gevolgen van de uitkering van een vergoeding voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voordelen van alle aard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Voordeel van alle aard is een bezoldiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. Voordelen van alle aard en hun bruikbaarheid. . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3.1. Voordeel uit het persoonlijk gebruik van een voertuig. . . 3.3.2. Kosteloze beschikking over onroerende goederen . . . . . . 3.3.3. Maaltijdcheques . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3.4. Terbeschikkingstelling pc en internetaansluiting . . . . . . . 3.3.5. Terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets . . . . . . . . . . . 3.4. Gevolgen voor de bedrijfsleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

191 192 193 193 195 196 196 197 199 199 200 200 201 202 202 204 204 204 204 204 205 205 206 206 206 207 207 207 207 208 208 210 213 214 214 215

Intersentia


Inhoud

4.

5.

6.

3.5. Vennootschap versus de voordelen van alle aard . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.1. Voordelen van alle aard m.b.t. terbeschikkingstelling personenwagens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.2. Loonfiche . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.3. Gevolgen voor de vennootschap van voordelen van alle aard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.4. De bijzondere aanslag geheime commissielonen . . . . . . . . Gewoon opnemen van geld uit de vennootschap: de negatieve rekening-courant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Opname rekening-courant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3. Opname van geld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.1. Ongeacht in welke vorm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.2. Gevolgen voor de bedrijfsleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4. Debetstand rekening-courant in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . 4.4.1. Financiële toestand van de onderneming . . . . . . . . . . . . . . 4.4.2. Invloed voor de vennootschap van de handelingen van de bedrijfsleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De uitkering van een dividend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2. Wat is een dividend? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2.1. Volgens de fiscale wet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2.2. Geherkwalificeerde interest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.3. Dividend: een eenvoudig en bruikbaar alternatief . . . . . . . . . . . . . . 5.4. Dividend in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.4.1. Eigen vermogen van de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . 5.4.2. Verplicht opstellen van een aangifte inzake de inhouding van roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.4.3. Kapitaalinbreng vanaf 1 juli 2013 in een kmo is onderworpen aan een lagere roerende voorheffing . . . . . . 5.4.4. De liquidatiebonus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.4.5. Fiscale gevolgen voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . Kapitaalvermindering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1. Onbekend en onbemind . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2. Wettelijk minimumkapitaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3. Kapitaalvermindering in de praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.1. Waarom overgaan tot een kapitaalvermindering?. . . . . . . 6.3.2. Algemene vergadering neemt de beslissing . . . . . . . . . . . . 6.3.3. Bijzondere bescherming van schuldeisers niet uit het oog verliezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.4. Gevolgen voor de aandeelhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Intersentia

215 215 219 220 226 230 230 230 230 230 231 234 234 234 235 235 235 235 236 237 238 238 238 239 241 246 249 249 250 250 250 250 250 250

xv


Inhoud

7.

8.

9.

xvi

6.4. Kapitaalvermindering in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.4.1. Kapitaal in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.4.2. Samenstelling kapitaal goed onderzoeken . . . . . . . . . . . . . 6.4.3. Regelmatige beslissing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.4.4. Interesten betaald om in te schrijven op een kapitaalverhoging… en erna . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.4.5. Gevolgen voor de vennootschap zelf . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een goed verkopen aan de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1. Wat is nu precies een verkoop aan de vennootschap? . . . . . . . . . . . 7.1.1. Verkoop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1.2. Quasi-inbreng . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2. Verkoop in de praktijk vanuit het standpunt van de natuurlijke persoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.1. Verkoop van privé-eigendommen: niet belastbaar!. . . . . . 7.2.2. Belastbaar als divers inkomen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.3. Verkoop van onroerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.4. Verkoop van roerende goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.5. Verkoop van een goodwill . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2.6. Andere gevolgen voor de bedrijfsleider . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3. De vennootschap versus de verkoop door de bedrijfsleider . . . . . . De aandelen van uw vennootschap verkopen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2. Overdracht van aandelen in de praktijk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.1. Waarom overgaan tot de verkoop van de aandelen? . . . . . 8.2.2. Verschil tussen een zaak verkopen en de aandelen van een vennootschap verkopen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.3. Verkoop aan het buitenland kan belastbaar zijn in de personenbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.4. Verkoop aandelen belastbaar als speculatieve inkomsten of beroepsinkomsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.5. Het definitieve “advies” van de Rulingcommissie inzake interne meerwaarden – maart 2011 . . . . . . . . . . . . 8.3. De vennootschap en de overdracht van haar aandelen . . . . . . . . . . 8.3.1. Er wijzigt in beginsel heel weinig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.2. Fiscale gevolgen voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . Verhuring van roerende goederen aan uw vennootschap . . . . . . . . . . . . . 9.1. Verhuring van roerende goederen in de praktijk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.1.1. Roerende verhuring fiscaal gunstig belast . . . . . . . . . . . . . 9.1.2. In te houden roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.1.3. Btw-belastingplicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.1.4. Gevolgen voor de bedrijfsleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

251 251 251 252 252 252 254 254 254 254 254 254 255 256 256 256 256 257 257 257 257 257 258 258 258 260 261 261 261 263 263 263 263 264 264

Intersentia


Inhoud

9.2. Gevolgen voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.2.1. Aftrekbaar als kost . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9.2.2. Andere gevolgen voor de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . 9.2.3. Geen inhouding van roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . 10. Inkoop van eigen aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2. Inkoop van eigen aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2.1. Omschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2.2. Beperkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.3. Inkoop van eigen aandelen in de praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.4. Inkoop van eigen aandelen in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . 10.4.1. Fiscaal principe inzake eigen aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . 10.4.2. Tijdstip van belastbaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.4.3. Invloed van een verkrijging van aandelen op het kapitaal van de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.4.4. Gevolgen voor de vennootschap van de inkoop van eigen aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11. Interesten krijgen uit uw vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.2. Interesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.2.1. Wat zijn interesten precies? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.2.2. Leningsovereenkomst: niet verplicht, wel handig . . . . . . . 11.2.3. Hoe ontstaat de lening? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.3. Interesten in de praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.3.1. Waarom interesten toekennen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.3.2. Gevolgen voor de bedrijfsleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.4. Interesten in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.4.1. Rentegevend voorschot: herkwalificatie tot dividend . . . . 11.4.2. Interest wordt dividend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.4.3. Fiscale gevolgen: aangifte in de roerende voorheffing/ meldingsplicht en bijzondere heffing . . . . . . . . . . . . . . . . . .

266 266 266 266 267 267 267 267 267 268 268 268 269 269 271 271 271 271 271 272 272 272 272 273 273 273 274 276

Hoofdstuk XI. Aanvullende pensioenvorming voor de bedrijfsleider Pieter Gillemon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277 1.

2.

Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Eerste, tweede en derde pensioenpijler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Verschillende types pensioenplannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fiscaliteit van opbouw in de tweede pijler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Directe versus latere belastingheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Parafiscale aspecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Belastingvrijstelling in hoofde van de bedrijfsleider . . . . . . . . . . . .

Intersentia

277 277 278 280 280 280 281 xvii


Inhoud

3.

2.4. Fiscale aftrek van de ondernemingsbijdragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.5. Belastingvermindering voor persoonlijke bijdragen . . . . . . . . . . . . 2.6. Ondernemingsbijdrage versus persoonlijke bijdrage . . . . . . . . . . . . 2.7. Overdracht van reserves . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fiscaliteit van de uitkeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Wanneer wordt het aanvullend pensioen uitbetaald? . . . . . . . . . . . 3.2. RIZIV-inhouding en solidariteitsbijdrage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. Progressieve en vlakke belastingtarieven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. In welke omstandigheden worden kapitalen belast tegen een vlak tarief? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4.1. Collectieve pensioentoezegging en externe IPT . . . . . . . . 3.4.2. Interne IPT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4.3. VAPZ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5. Successierechten (erfbelasting) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.1. Basisvoorbeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.2. Voorbeeld met winstdeelname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.3. Voorbeeld met winstdeelname en met successierechten op de helft van het kapitaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6. Vastgoedfinanciering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

282 286 287 287 288 288 289 290 291 291 291 292 293 293 294 294 295

Hoofdstuk XII. Holding Carl Van Biervliet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299 1. 2. 3.

4. 5. 6.

xviii

Wat is een holding?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mogelijke beweegredenen om een holdingvennootschap op te richten of aan te houden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Is de holding een btw-belasting plichtige?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Passieve holding geen en actieve holding wel btw-belastingplichtige . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Tabelvormige vergelijking holding als btw-belastingplichtige . . . . 3.3. Is de holding die optreedt als bestuurder, zaakvoerder … een btw-belastingplichtige of niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. De mogelijkheid tot oprichting van een btw-eenheid . . . . . . . . . . . De holding als kmo-vennootschap? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Komt een holding in aanmerking voor de tax shelter voor startende ondernemingen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De uitkering van een dividend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1. Wat is een dividend? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2. Geherkwalificeerde interest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3. Soorten dividenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.4. VVPRbis-dividenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.5. Liquidatiereserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

299 300 301 301 301 302 303 305 306 306 306 306 307 308 309

Intersentia


Inhoud

6.6. De bijzondere liquidatiereserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.7. Uitkering van de (bijzondere) liquidatiereserve – uiteindelijke heffing 27,27%, 24,55% of 13,64% . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7. Fiscale mogelijkheden van de holding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1. DBI-aftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.2. Meerwaarden op aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.3. Minderwaarden op aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.4. Notionele interestaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.5. Thin capitalisation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.6. Fairness tax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8. Holding versus interne meerwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9. Schenken van een holding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10. Aanvullende pensioenen in de holding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

310 311 313 313 314 314 314 314 315 315 317 319

Hoofdstuk XIII. Overname van een bedrijf Carl Van Biervliet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321 1.

2.

3.

Mogelijke scenario’s en hun fiscale gevolgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Overname in persoonlijke naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Overname door de werkvennootschap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3. Overname via een holding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Financiering van overname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Onttrekken van liquiditeiten aan de overgenomen onderneming zelf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Extralegaal pensioenplan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Verkoop van de activa van de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aankoop van aandelen versus aankoop van activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Inkomstenbelastingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.1. In het kader van de asset deal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.2. In het kader van de share deal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. Btw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5. Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

321 321 322 323 323 324 324 325 325 326 329 329 332 335 335 336

Hoofdstuk XIV. Opvolging en voortbestaan van een bedrijf Carl Van Biervliet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337 1. 2.

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Versnippering van aandelen tegengaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Oorzaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Oplossingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Intersentia

337 338 338 338 xix


Inhoud

3.

4.

2.3. Commanditaire vennootschap op aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4. Certificering van aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.5. Holdingvennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.6. Splitsing exploitatievennootschap – patrimoniumvennootschap . Vermijden van belasting bij overdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Successierechten/erfbelasting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Schenkingsrechten/schenkbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. Zonder successierechten/erfbelasting of schenkingsrechten/ schenkbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3.1. Overdracht van aandelen aan toonder . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3.2. Overdracht van aandelen op naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. Andere aandachtspunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4.1. Wettelijke reserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4.2. Schenking van de blote eigendom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

339 339 341 341 342 342 345 346 346 347 348 348 348 349

Hoofdstuk XV. Overdracht van een bedrijf Carl Van Biervliet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 351 1. 2.

3.

4.

xx

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De onderneming is een eenpersoonszaak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Voortzettingsstelsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.1. Inkomstenbelastingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.2. Btw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.3. Registratierechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Inbreng in de vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Verkoop aan derden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De onderneming heeft de vorm van een vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. De eigenaar-verkoper van de aandelen is een particulier . . . . . . . . 3.1.1. Principieel niet belastbaar in inkomstenbelasting. . . . . . . 3.1.2. Uitzonderingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.3. Belangrijke deelneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.4. Btw en registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. De eigenaar-verkoper van de aandelen is een vennootschap . . . . . 3.3. De aandelen worden verkocht aan of ingebracht in een buitenlandse holding of aan een persoon of vennootschap in een fiscaal paradijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

351 352 352 352 353 353 353 354 354 354 354 354 355 356 356

357 357

Intersentia


Inhoud

Hoofdstuk XVI. De vereffening van de vennootschap Filip Vandenberghe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 359 DEEL II. DE VENNOOTSCHAPSBELASTING Tina Tack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 367 Hoofdstuk I. Het zomerakkoord 2017 doorgelicht Carl Van Biervliet en Tina Tack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 369 1.

2.

Eerste fase: 2018 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Maatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Compenserende maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tweede fase: 2020 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Wijzigingen in de spaar- en beleggingsfiscaliteit . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Allerlei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

370 370 372 374 374 376 377

Hoofdstuk II. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 379 1. 2. 3.

4. 5.

Wie is belastbaar in de vennootschapsbelasting? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Welke inkomsten zijn belastbaar voor aanslagjaar 2017? . . . . . . . . . . . . . Tarief van de vennootschapsbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1. Basistarief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Verminderd basistarief voor “kmo”-vennootschappen . . . . . . . . . . 3.3. Uitgesloten van het verminderd basistarief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4. Het begrip “kleine vennootschap” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4.1. De criteria van artikel 15 W.Venn. – definitie “kleine vennootschap” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4.2. Analyse van het nieuwe artikel 15 W.Venn. . . . . . . . . . . . . 3.5. Het begrip “microvennootschap” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.1. De criteria van artikel 15/1 W.Venn. – definitie “microvennootschap” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.2. De gunstmaatregelen voor kleine vennootschappen conform artikel 15 W.Venn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.3. Gunstmaatregelen voor startende ondernemingen . . . . . Wat is een bijzondere aanslag? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Welke inkomsten worden aan de vennootschapsbelasting onderworpen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Intersentia

379 380 380 380 381 381 382 382 386 391 391 392 393 394 395

xxi


Inhoud

Hoofdstuk III. De gereserveerde winst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 397 1. 2.

De belastbare gereserveerde winst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De vrijgestelde gereserveerde winst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Waardeverminderingen op handelsvorderingen . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Voorzieningen voor risico’s en kosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Vrijgestelde meerwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.1. Uitgedrukte maar niet verwezenlijkte meerwaarden . . . . 2.3.2. Monetaire meerwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.3. Meerwaarden op aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.4. Inbrengmeerwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.5. Verwezenlijkte meerwaarden op immateriële en materiële vaste activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.6. Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.7. Meerwaarden op binnenschepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.8. Meerwaarden op zeeschepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3.9. Meerwaarden op personenwagens en wagens voor dubbel gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4. De investeringsreserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.5. Tax shelter erkende audiovisuele werken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.6. Tax shelter erkende podiumwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.7. Reserve voor innovatie-inkomsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.8. Winst voortvloeiend uit de homologatie van een reorganisatieplan en uit de vaststelling van een minnelijk akkoord . . . . . . . . 2.9. Andere vrijgestelde bestanddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.9.1. Ontvangen kapitaalsubsidies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.9.2. Disconto op vorderingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.9.3. Kosten die fiscaal aftrekbaar zijn a rato van 120% . . . . . .

397 411 412 413 414 415 416 416 418 418 422 422 422 422 423 425 425 426 426 426 426 428 428

Hoofdstuk IV. De verworpen uitgaven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 433 1.

2. 3. 4.

xxii

Niet-aftrekbare belastingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Niet-aftrekbare belastingen (code 1201) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies (code 1202) . . . Geldboeten en straffen (code 1203) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De niet-aftrekbare pensioenen en pensioenbijdragen (code 1204) . . . . . . De niet-aftrekbare autokosten (code 1205) en autokosten ten belope van een gedeelte van het voordeel van alle aard (code 1206) . . . . . . . . . . 4.1. Wetgeving vóór fiscale aftrekbeperking in functie van de CO2-uitstoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

434 434 435 436 437 440 440

Intersentia


Inhoud

5.

6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.

4.2. Fiscale aftrekbeperking in functie van de CO2-uitstoot . . . . . . . . . . 4.2.1. Regeling voor de periode 1 april 2007 t.e.m. 31 maart 2008 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.2. Regeling vanaf 1 april 2008 t.e.m. 31 december 2009 . . . . 4.2.3. Regeling vanaf 1 januari 2010 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.4. Regeling vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2016 . . . . . 4.2.5. Regeling vanaf 1 januari 2017 tot …?. . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3 Voorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4. Overzicht aftrekbeperking autokosten (Venn.B.) . . . . . . . . . . . . . . . 4.5. Tabel aftrekbeperking autokosten in functie van de CO2-uitstoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.6. Voorbeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Niet-aftrekbare receptiekosten, kosten voor relatiegeschenken (code 1207) en restaurantkosten (code 1208) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1. Receptiekosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2. Relatiegeschenken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.3. Restaurantkosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kosten voor niet-specifieke beroepskledij (code 1209). . . . . . . . . . . . . . . . Overdreven interesten (code 1210) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Interesten met betrekking tot een gedeelte van bepaalde leningen (code 1211) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Abnormale of goedgunstige voordelen (code 1212) . . . . . . . . . . . . . . . . . . Sociale voordelen (code 1214) en voordelen uit maaltijd-, sport-, cultuur- of ecocheques (code 1215) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Liberaliteiten (code 1216) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Waardeverminderingen en minder waarden op aandelen (code 1217) . . Terugnemingen van vroegere vrijstellingen (code 1218) . . . . . . . . . . . . . . Werknemersparticipaties (code 1219) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vergoeding ontbrekende coupon (code 1220) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kosten tax shelter erkende werken (code 1232) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gewestelijke premies en kapitaal- en interestsubsidies (code 1222). . . . . Niet-aftrekbare betalingen naar bepaalde staten (code 1223) . . . . . . . . . . Niet-verantwoorde kosten (code 1225) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Terugneming van aftrek voor innovatie-inkomsten in geval van spreiding van de historische kosten (code 1230) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Terugneming van aftrek voor innovatie-inkomsten ingevolge niet-herbelegging in kwalificerende uitgaven (code 1231) . . . . . . . . . . . . . Positieve correcties in toepassing van het DiamantStelsel (codes 1226 t.e.m. 1229) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Andere verworpen uitgaven (code 1239) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Intersentia

442 442 443 443 445 446 449 451 452 453 455 455 456 456 456 456 457 458 460 464 465 466 467 467 467 468 468 470 471 471 471 472

xxiii


Inhoud

Hoofdstuk V. Uitgekeerde dividenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 473 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

8.

Gewone dividenden (code 1301) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 474 Verkrijging van eigen aandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 475 Overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot . . . . . . . . . . . . . . . . 477 Verdeling van het maatschappelijk vermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 477 Vrijgestelde dividenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 483 Vrijstelling roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 484 Lagere roerende voorheffing (VVPRbis) op dividenden die uitgekeerd worden aan “nieuwe aandelen op naam” naar aanleiding van “nieuwe inbrengen in geld” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 484 7.1. Doelstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 484 7.2. (Verlaagd) tarief van de roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . . . . 485 7.3. Voorwaarden voor het verlaagd tarief van de RV . . . . . . . . . . . . . . . 488 7.4. Vergelijking VVPRbis versus VVPRter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 491 7.5. Vergelijking wachttermijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 492 Overzicht van de tarieven van de roerende voorheffing . . . . . . . . . . . . . . 494

Hoofdstuk VI. Fiscale aftrekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 497 1.

2.

3.

xxiv

Derde bewerking: vrijgestelde winsten uit landen met verdrag en niet-belastbare bestanddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Buitenlandse winsten uit landen met verdrag. . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Niet-belastbare bestanddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.1. Vrijgestelde giften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.2. Vrijstelling voor aanvullend personeel . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.3. Vrijstelling bijkomend personeel kmo . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.4. 140% aftrek voor stagiairs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vierde bewerking: definitief belaste inkomsten (DBI) en vrijgestelde roerende inkomsten (VRI) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Definitief belaste inkomsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.1. Welke inkomsten komen in aanmerking voor de DBI-aftrek? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.2. Voorwaarden voor de aftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.3. Berekeningsgrondslag DBI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.4. Mate van aftrek van DBI en VRI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1.5. Overdraagbaarheid van de DBI-overschotten . . . . . . . . . . 2.1.6. Antimisbruikbepaling DBI vanaf 1 januari 2017 . . . . . . . 2.2. Vrijgestelde roerende inkomsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vijfde bewerking: aftrek van octrooi-inkomsten (vanaf aj. 2008) . . . . . . 3.1. Aftrek voor octrooi-inkomsten (code 1434) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

498 498 499 499 500 501 502 503 504 504 504 506 507 509 510 510 511 511

Intersentia


Inhoud

4.

5. 6.

3.1.1. Geviseerde rechten en inkomsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.1.2. Berekening van de aftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2. Nieuw stelsel van “vrijgestelde innovatie-inkomsten” (vanaf aanslagjaar 2016 voor boekjaren die ten vroegste op 1 juli 2016 afsluiten) of aftrek voor innovatie-inkomsten (code 1439) . . . . . . . 3.2.1. De krachtlijnen van de nieuwe aftrek: . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.2. Inwerkingtreding: 1 juli 2016 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.3. Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3. Loont R&D in België? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Zesde bewerking: aftrek voor risicokapitaal (notionele interestaftrek) van het belastbaar tijdperk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2. Toepassingsgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3. Berekeningsgrondslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.1. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.2. Analyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4. Correcties op het bedrag van het eigen vermogen . . . . . . . . . . . . . . 4.5. Toepasselijke rentevoet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.6. Overdraagbaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.7. Keuze: investeringsreserve versus notionele interestaftrek? . . . . . 4.8. Antimisbruikbepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.9. Compenserende maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.10. Afschaffing inbrengrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.11. Inwerkingtreding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.12. Efficiënte toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.13. Keuze door kleine vennootschappen: notionele interestaftrek, investeringsaftrek en investeringsreserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.14. Voorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Zevende bewerking: aftrek van de vorige fiscale verliezen . . . . . . . . . . . . Achtste bewerking: de investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1. Kwalificeerbare investeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2. Uitgesloten activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3. Eenmalige investeringsaftrek (bepaald percentage op de aanschaffingswaarde) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.1. De gewone eenmalige investeringsaft rek . . . . . . . . . . . . . . 6.3.2. De eenmalige investeringsaftrek voor herbruikbare verpakkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3.3. De eenmalige verhoogde investeringsaft rek . . . . . . . . . . . . 6.4. De gespreide investeringsaftrek (bepaald percentage op de afschrijvingen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.4.1. De gewone gespreide investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . 6.4.2. Verhoogde gespreide investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . .

Intersentia

511 514

515 515 516 516 517 517 517 518 519 519 519 520 523 523 528 528 529 530 530 530 531 533 535 538 538 538 539 539 540 541 543 543 544

xxv


Inhoud

6.5. 6.6. 6.7. 6.8.

7.

Investeringsaftrek voor aj. 2018 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Overdracht van de vrijstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verlies overdracht investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervreemding van de activabestanddelen en de investeringsaftrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.9. Algemeen aftrekverbod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Negende bewerking: Aftrek voor risicokapitaal dat werd overgedragen van de vorige belastbare tijdperken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

544 546 547 547 548 548

Hoofdstuk VII. Algemeen aftrekverbod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549 1. 2.

Bestanddelen van het fiscaal resultaat waarop er een aftrekverbod is . . . 549 Verlies van fiscale aftrekken bij wijziging van de controle van een vennootschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 550

Hoofdstuk VIII. Berekening van de vennootschapsbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 551 1.

2.

3.

Berekening van de belasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.1. Verschillende fasen van de berekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2. Van de basisbelasting tot de effectief verschuldigde of terugvorderbare belasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3. Voorbeeld inzake belastingberekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.4. Een aantal opmerkingen bij de belastingberekening . . . . . . . . . . . . 1.4.1. De bijzondere aanslag geheime commissielonen . . . . . . . . 1.4.2. De “fairness tax” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het belastingkrediet voor octrooien en R&D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Welke activa? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3. Eenmalig of gespreid belastingkrediet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4. Overdraagbaar en terugbetaalbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geen vermeerdering wegens ontoereikende voorafbetalingen voor kleine vennootschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

553 553 555 556 559 559 563 565 565 566 566 568 569

Hoofdstuk IX. Overzicht kmo-voordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 571 1. 2. 3.

xxvi

Kmo – Artikel 215, tweede en derde lid WIB 1992 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 571 Kleine vennootschap – Artikel 15, §§ 1 tot 6 W.Venn. . . . . . . . . . . . . . . . 571 Kmo – Maximum 11 werknemers op 31 december 1997 of indien opgericht na 31 december 1997: referentietijdstip 31 december van het jaar van de oprichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 572

Intersentia


Inhoud

Hoofdstuk X. Overzicht van de investeringsverplichtingen in de vennootschapsbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 573 Hoofdstuk XI. Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 577 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Definitie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoe aanvragen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Termijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inwerkingtreding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Autonome Rulingdienst vanaf 1 januari 2005 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Contactpunt regularisaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bemiddeling: aanvraag kan worden ingediend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

577 577 578 578 578 579 579

Hoofdstuk XII. Fiscale eindejaarsplanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 581 Hoofdstuk XIII. De antirechtsmisbruikbepaling (federale tekst) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 583

Intersentia

xxvii



DEEL I BELEIDSBESLISSINGEN ENÂ FISCALITEIT IN DE KMO



HOOFDSTUK I KEUZE VAN DE ONDERNEMINGSVOR M: EENPERSOONSZAAK OF VENNOOTSCHAP Filip Vandenberghe* Bij het starten van een onderneming moet men een aantal keuzes maken. De belangrijkste beslissing is waarschijnlijk bepalen in welke vorm men de exploitatie zal uitoefenen. Zal men een vennootschap oprichten en zo ja, welke? Of zal men het bedrijf als eenpersoonszaak runnen? De keuze zal afhankelijk zijn van de opties die men neemt op juridisch en fiscaal vlak. We behandelen de diverse motieven één na één. Toch willen we beklemtonen dat een vennootschapsvorm in de eerste plaats burgerrechtelijk of handelsrechtelijk geïnspireerd moet zijn. Er moet uiteraard ook rekening gehouden worden met de algemene antimisbruikbepaling van artikel 344, § 1 WIB 1992, waardoor het gebruik van een vennootschap moet verantwoord worden door andere dan louter fiscale motieven (bv. het beperken van persoonlijke aansprakelijkheid).

1.

BESCHER MEN VAN HET PRIVÉPATRIMONIUM TEGEN ONDER NEMINGSRISICO’S

Ondernemen brengt onvermijdelijk risico’s met zich mee. Weliswaar denkt niemand graag aan een slechte afloop wanneer men een zaak opstart, maar toch zal men ook rekening moeten houden met tegenslag. Het ondernemingsrisico wordt mee bepaald door de bedrijfstak waarin men werkzaam is, door de conjunctuurtrend, door de persoon van de ondernemer zelf, door de klantgebondenheid, de omvang van de noodzakelijke investeringen en de externe middelen die daarvoor moeten worden aangetrokken, maar ook door nog heel wat andere factoren.

*

Adviseur FOD Financiën.

Intersentia

3


Filip Vandenberghe

1.1. DE EENMANSZAAK De eenmanszaak kunnen we omschrijven als “het geheel van bestanddelen die worden samengebracht en aangewend om een onderneming te voeren en cliënteel aan te trekken en te behouden”. De eenpersoonszaak is belastbaar in de personenbelasting op de winst, in overeenstemming met artikel 24 WIB 1992. Het is zonder twijfel de eenvoudigste en goedkoopste bedrijfsvorm. Een belangrijk voordeel is ongetwijfeld dat men als zaakvoerder alleen aan zichzelf verantwoording verschuldigd is. De winst komt geheel hem of haar toe, de ondernemer kan zeer snel inspelen op een wijzigende marktsituatie en de juridische en boekhoudkundige verplichtingen zijn tot een minimum beperkt. Echter, er zijn ook nadelen aan deze bedrijfsvorm verbonden. Het belangrijkste nadeel van de eenmanszaak bestaat uit het feit dat er geen duidelijke splitsing aanwezig is tussen het privévermogen van de handelaar en het vermogen van zijn handelszaak. De ondernemer staat met zijn hele vermogen, ook zijn privévermogen, garant voor zijn onderneming, hij is dus onbeperkt aansprakelijk. Dat wil zeggen dat bij een faillissement ook het privévermogen van de ondernemer zal worden aangesproken, aangezien het niet gescheiden is van dat van zijn zaak. (Onder bepaalde voorwaarden kan de gezinswoning echter wel tegen een inbeslagname door schuldeisers worden beschermd.)

1.2. DE VENNOOTSCHAP Wanneer men echter voor een vennootschapsvorm kiest waarbij de aansprakelijkheid wordt beperkt, is het privépatrimonium afgescheiden van het vermogen van het bedrijf en bijgevolg beschermd tegenover de schuldeisers van de vennootschap. Bij de oprichting van een dergelijke vennootschap is wel een minimumkapitaal vereist: voor een naamloze vennootschap (nv) bedraagt dat minimumkapitaal 61 500 euro.1 Het bedrag moet van bij de oprichting volledig zijn volgestort. Voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba) en de commanditaire vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) bedraagt het minimumkapitaal slechts 18 550 euro2, waarvan minstens 6 200 euro3 (12 400 euro voor een eenpersoonsvennootschap) bij de oprichting moet zijn volgestort. Bij een faillissement van de vennootschap blijft in principe (behalve bij zware fouten, fraude of oprichtersaansprakelijkheid) het privévermogen onaan1 2 3

4

Art. 439 W.Venn. Art. 214 W.Venn. Voor de s-bvba bedraagt het minimumkapitaal slechts 1 euro. Art. 223 W.Venn. Intersentia


Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap

getast. Het risico is beperkt tot de inbreng van elke aandeelhouder. Onder bepaalde voorwaarden kunnen bestuurders en zaakvoerders echter wel aansprakelijk worden gesteld voor schulden met betrekking tot btw, RSZ en bedrijfsvoorheffing (zie punt 5 hierna – Nadelen verbonden aan de vennootschapsvorm). Een bijkomend voordeel van de vennootschap is dat zij rechtspersoonlijkheid bezit en bijgevolg een aantal rechten en plichten moet nakomen. Er zijn aan de vennootschapsvorm eveneens een aantal aspecten verbonden die minder gunstig zijn in vergelijking met de personenbelasting. Vermits er vaak verschillende partners aanwezig zijn in de vennootschap, is een goede verstandhouding tussen de vennoten noodzakelijk. Dit is geen eenvoudige opgave, want vaak zijn er tegenstrijdige en uiteenlopende belangen. De administratieve verplichtingen bij oprichting en tijdens de uitbating zijn zwaarder en dus duurder dan in de personenbelasting. Zo moet er bij de oprichting een financieel plan opgemaakt worden, er moet een volledige boekhouding bijgehouden worden en een bedrijfsrevisoraal verslag van de inbreng in natura is vereist. De winst moet worden verdeeld onder de verschillende vennoten, hoe groter de onderneming, hoe logger de structuur en hoe minder flexibiliteit om snel te reageren op opportuniteiten…

2.

STRUCTUR ER EN VAN EEN SAMENWERKING

De keuze van de vennootschapsvorm laat eveneens toe om op gestructureerde wijze met anderen samen te werken. Verschillende vennoten of partners kunnen elk hun middelen (geld, knowhow, een bestaand bedrijf of bedrijfsuitrusting enzovoort) samenbrengen in één vennootschap. Voorts is het een duidelijke samenwerkingsvorm tussen twee of meerdere partners die hun afspraken kunnen registreren in de statuten, al dan niet via een authentieke akte, zodat er duidelijkheid bestaat over de verschillende bevoegdheden.

3.

BESCHER MEN VAN DE CONTINUÏTEIT VAN HET BEDRIJF BIJ OVER LIJDEN

De oprichting van een vennootschap zorgt er ook voor dat de onderneming niet verdeeld wordt bij het overlijden van de ondernemer. Zoiets komt de continuïteit van het bedrijf ten goede.

Intersentia

5


Filip Vandenberghe

4.

VERSCHILLEND BELASTINGR EGIME

Een vennootschap en een eenpersoonszaak hebben een verschillend fiscaal regime. Een eenpersoonszaak wordt onderworpen aan de personenbelasting. Deze belasting is progressief. De tarieven schommelen tussen 25% en 50%. Tarief van de personenbelasting voor het aanslagjaar 20174 Belastbaar inkomen 0,01 – 10 860,00

Gecumuleerde belasting

Tarief van de inkomstenschijf

2 715,00

25%

10 860,00 – 12 470,00

3 198,00

30%

12 470,00 – 20 780,00

6 522,50

40%

20 780,00 – 38 080,00

14 307,00

45%

> 38 080,00

50%

In de personenbelasting bereikt men vrij vlug (vanaf een netto belastbaar inkomen van 38 080,00 euro) een marginaal tarief van 50%. Bovendien wordt op de personenbelasting nog een gemeentebelasting van ongeveer 7% geheven, wat de uiteindelijke belasting gemakkelijk op 53,50% van het inkomen brengt. De beroepsinkomsten die in de personenbelasting worden belast, zijn bovendien aan sociale bijdragen onderworpen. Wel kan de personenbelasting worden gemilderd op basis van de burgerlijke stand, personen ten laste en bepaalde fiscale aftrekken of belastingverminderingen (giften, kinderoppas, woonbonus, levensverzekeringen, pensioensparen, onderhoudsuitkeringen, bepaalde investeringen enz.). De inkomsten van een vennootschap worden onderworpen aan de vennootschapsbelasting waarvan het tarief niet progressief is. Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 33%, maar in bepaalde gevallen kan een verminderd basistarief van 24,25% of 31% van toepassing zijn. Daarenboven wordt op de vennootschapsbelasting een aanvullende crisisbijdrage (ACB) van 3% geheven. Er is echter geen gemeentebelasting verschuldigd. De vennootschap betaalt wel een forfaitair bepaalde sociale bijdrage. Verminderd basistarief van de vennootschapsbelasting5 Belastbaar inkomen 0 – 25 000,00 25 000,00 – 90 000,00 90 000,00 – 322 500,00 4 5

6

Tarief 24,25% 31% 34,50%

Art. 130 WIB 1992; wet 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht (BS 30 december 2015). Art. 215, tweede lid WIB 1992, exclusief aanvullende crisisbijdrage van 3%. Intersentia


Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap

Op het basisbedrag, 106% van de verschuldigde personenbelasting (of op het totale belastingbedrag in de vennootschapsbelasting (103%)), moet men normaal voorafbetalingen verrichten. Gebeurt dit niet, dan wordt een belastingvermeerdering toegepast, die voor het aanslagjaar 2017 gelijk is aan 1,125% van de verschuldigde belastingen (aj. 2018: 2,25 %). Naarmate het tarief van de belasting hoger is, zullen die vermeerderingen zwaarder doorwegen of zal de belastingplichtige met een eenpersoonszaak meer financiële middelen beschikbaar moeten houden voor het uitvoeren van voorafbetalingen. De winsten van ondernemers zijn evenwel niet onderworpen aan een belastingvermeerdering wegens ontoereikende voorafbetalingen als zij zich voor het eerst in een zelfstandig beroep vestigen. Dit geldt gedurende de eerste drie jaren van hun activiteit. Het jaar waarin de werkzaamheden aanvangen, telt mee voor een volledig jaar.6 Een vennootschap is ook geen vermeerdering verschuldigd op de vennootschapsbelasting die betrekking heeft op de eerste drie boekjaren vanaf de oprichting7, althans op voorwaarde dat de vennootschap op grond van artikel 15 W.Venn. als een kleine vennootschap kan worden aangemerkt. Voorbeeld: personenbelasting versus vennootschapsbelasting: Vergelijking van de belasting op een netto belastbare bedrijfswinst van 150 000 euro in beide stelsels: Een gehuwde ondernemer met twee kinderen ten laste (> 3 jaar oud) en een echtgenote zonder beroepsinkomsten zal op die winst een personenbelasting betalen van 67 446,72 euro of 44,4% van het inkomen (aanslagjaar 2017). Voldoende voorafbetalingen worden verondersteld en de gemeentelijke opcentiemen bedragen 8%. Totale basisbelasting: Minus: belasting op de belastingvrije sommen Gemeentebelasting 8% op de basisbelasting Totale belasting

6 7

66 499,00 euro – 4 726,00 euro 4 941,88 euro 67 446,72 euro

Art. 164 WIB 1992. Art. 218, § 2 WIB 1992.

Intersentia

7


Filip Vandenberghe

Een vennootschap die ook 150 000 euro winst realiseert, zal de volgende belasting verschuldigd zijn: (a) als de vennootschap het verminderde basistarief kan genieten: 24,25% op de eerste schijf van 25 000 euro 31% op de tweede schijf van 65 000 euro 34,50% op de derde schijf van 60 000 euro Totaal

6 062,50 euro 20 150,00 euro 20 700,00 euro 46 912,50 euro

Aanvullende crisisbijdrage (ACB): 3% op 46 912,50 Totale belasting of 32,21% van het inkomen.

1 407,38 euro 48 319,88 euro

(b) als de vennootschap niet het verminderde basistarief kan genieten: 33% op 150 000 euro 49 500,00 euro Aanvullende crisisbijdrage (ACB): 3% op 49 500 1 485,00 euro Totale belasting 52 132,16 euro of 33,99% van het inkomen. Daarbovenop moet men nog rekening houden met de parafiscaliteit. De in het stelsel van de personenbelasting belaste winsten zullen aanleiding geven tot het heffen van (fiscaal aftrekbare) sociale bijdragen voor zelfstandigen. Zij bedragen voor de inkomsten van het jaar 2016: – 21 % van het nettoberoepsinkomen tot 57 415,67 euro; – 14,36 % van het inkomen tussen 57 415,67 euro en 84 612,53 euro De definitieve sociale bijdragen voor zelfstandigen worden, vanaf 1 januari 2015, berekend op het netto belastbaar beroepsinkomen.8 Elke zelfstandige is verzekerd tegen de zgn. kleine risico’s die geïntegreerd zijn in de trimestriële sociale bijdragen. Vennootschappen moeten jaarlijks een sociale bijdrage (SZ-heffing) van momenteel 347,50 euro of 868,00 euro betalen (vennootschapsbijdrage 2017 op basis van het balanstotaal van 2015 ). Nieuw opgerichte vennootschappen kunnen onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld tijdens de eerste drie jaar. Uit het bovenstaande voorbeeld blijkt duidelijk dat de vennootschapsbelasting gevoelig lager is dan de personenbelasting op dit bedrag van belastbaar inkomen.

8

8

Voorlopige bijdragen zullen normaal nog berekend worden op basis van het netto-beroepsinkomen van drie jaar voordien. Intersentia


Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap

Kan dat verschil ook gelden voor lagere belastbare bedrijfswinsten? Een netto belastbare bedrijfswinst van 60 000 euro (gehuwde ondernemer – echtgenote geen beroepsinkomsten – 2 kinderen ten laste > 3 j.). Voldoende voorafbetalingen worden verondersteld en de gemeentelijke opcentiemen bedragen 8%. a) is in de personenbelasting (aanslagjaar 2017) onderhevig aan een basisbelasting van: 21 784,00 euro Minus: belasting op de belastingvrije sommen – 4 726,00 euro Gemeentebelasting: 8% op basisbelasting 1 365,48 euro Totaal 19 569,63 euro of 34% van het inkomen en is daarenboven onderworpen aan een sociale bijdrage. Deze bijdrage is wel fiscaal aftrekbaar. b) is in de vennootschapsbelasting, tegen het verminderde basistarief, onderworpen aan een belasting van: 15 812,50 + 3% aanvullende crisisbijdrage 16 912,50 euro Vermeerdering wegens gebrek aan voorafbetalingen: 0,00 euro (voldoende voorafbetalingen verondersteld) totaal 16 912,50 euro of 28,19% van het inkomen of ingeval het basistarief (33%) van toepassing is: 19 800,00 + 3% aanvullende crisisbijdrage 20 394,00 euro Totaal 20 394,00 euro of 33,99% van het inkomen. Hier blijkt dus dat de aanslag in de vennootschapsbelasting alleen voordeliger is als het verminderde basistarief van toepassing is. Wanneer men ook rekening houdt met het bedrag van de sociale bijdragen, is de vennootschapsbelasting in elk geval voordeliger. Toch zal men niet steeds de volledige winst van een vennootschap in de vennootschapsbelasting laten belasten. Om het vermin-derde basistarief te kunnen genieten, is het onder meer noodzakelijk dat de bezoldiging uitgekeerd aan een bedrijfsleider ten minste gelijk is aan 36 000 euro of aan het belastbare inkomen van de vennootschap indien dit lager is. Het lagere percentage van de vennootschapsbelasting moet ook worden gerelativeerd wanneer men rekening houdt met eventueel uit te keren winsten die naast de vennootschapsbelasting ook aan een roerende voorheffing van 30%9 (vanaf 1 januari 2017) zijn onderworpen. 9

Art. 269, tweede lid, 2°, b WIB 1992; programmawet van 25 december 2016 (BS 29 december 2016).

Intersentia

9


Filip Vandenberghe

Naast een besparing van sociale bijdragen, bereikt men de meeste fiscale voordelen door het oordeelkundig spreiden van de belastbare inkomsten over de personenbelasting en de vennootschapsbelasting. Men moet proberen om maximaal de voordelen van de personenbelasting (forfaitaire beroepskosten, belastingvrije sommen, aftrekbare bestedingen, belastingverminderingen, belastingkredieten) te benutten. Wat overblijft, wordt belast in de vennootschapsbelasting eventueel tegen het verminderde basistarief. Hier ook zal men proberen de aft rekbare kosten te optimaliseren. Voorbeeld Een eenpersoons-bvba maakt een winst van 100 000 euro vóór winstverdeling. De betrokken bedrijfsleider is gehuwd. Zijn echtgenote heeft geen beroepsinkomsten. Hij heeft twee kinderen (ouder dan 3 jaar) ten laste. (Om het verminderde basistarief te genieten, moet de vennootschap aan de bedrijfsleider minstens 36 000 euro bezoldiging uitkeren die onderworpen is aan de personenbelasting.) Eerste hypothese: winstspreiding Totale winst Bezoldiging aan bedrijfsleider Belastbare winst van de vennootschap Personenbelasting Bezoldigingen Forfaitaire aftrek 3%

Toekenning echtgenoot (huwelijksquotiënt ajr 2017) Verschil Basis belasting man op 24 630,00

100 000,00 euro – 36 000,00 euro 64 000,00 euro

36 000,00 euro – 1 080,00 euro 34 920,00 euro – 10 290,00 euro 24 630,00 euro 8 254,50 euro

Basis belasting echtgenote op 10 290,00 2 572,50 euro Vermindering belasting op belastingvrije som man – 2 958,00 euro Vermindering belasting op belastingvrije som echtgenote – 1 855,00 euro Hoofdsom 6 014,00 euro Gemeentebelasting 8% 481,12 euro Totaal personenbelasting (PB) 6 559,68 euro + sociale bijdragen (21 %) nog bij te voegen (wel fiscaal aftrekbaar) Geen vermeerdering wegens gebrek aan voorafbetaling, aangezien bedrijfsvoorheffing wordt afgehouden op de bezoldiging.

10

Intersentia


Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap

Vennootschapsbelasting 25 000 euro tegen 24,25% 39 000 euro tegen 31,00% Basisbelasting Aanvullende crisisbijdrage (ACB) 3% Vermeerdering wegens gebrek aan voorafbetalingen: (voldoende voorafbetalingen verondersteld) Totaal vennootschapsbelasting (Venn.B.)

6 062,50 euro 12 090,00 euro 18 152,50 euro 544,57 euro 0,00 euro 18 697,07 euro

Totale belasting 25 256,68,21 euro (6 559,68 (PB) + 18 697,07 (Venn.B.)) of 25,25% van het inkomen. Tweede hypothese: alle winst belast in de vennootschapsbelasting Wanneer de 100 000 euro winst belast wordt in de vennootschapsbelasting met gebruik van het basistarief, dan is de belasting gelijk aan: 100 000 tegen 33% 33 000,00 euro Aanvullende crisisbijdrage (ACB) 3% 990,00 euro Vermeerdering bij gebrek aan voorafbetalingen (VA): 0,00 euro (voldoende voorafbetalingen verondersteld) Totaal 33 990,00 euro of 33,99% van de winst. Derde hypothese: alle winsten belast in de personenbelasting Wanneer de totale winst van 100 000 euro uitgekeerd wordt aan de bedrijfsleider als bezoldiging, dan bedraagt de personenbelasting: Basisbelasting man: 38 927,00 euro Basisbelasting echtgenote (huwelijksquotiënt): 2 572,00 euro Vermindering op belastingvrije sommen – 4 726,00 euro Hoofdsom 36 773,50 euro Gemeentebelasting (8%) 2 941,88 euro Totaal 40 286,52 euro of 40,28% van het inkomen en dit zonder rekening te houden met de sociale bijdragen (fiscaal aftrekbaar). Het voorbeeld hierboven toont aan dat een combinatie van de vennootschapsbelasting en de personenbelasting uiteindelijk tot de laagste belastingdruk leidt. Maar in werkelijkheid spelen vaak nog veel andere factoren mee bij het bepalen van de meest interessante keuze.

Intersentia

11


Filip Vandenberghe

Wil dat nu zeggen dat de bedrijfsleider in bovenstaand voorbeeld niet meer bezoldigingen mag opnemen dan 36 000 euro? Zeker niet, maar hij moet altijd de tarieven tussen beide systemen vergelijken. Als hij meer geld uit de vennootschap wil halen, dan zijn er naast de bezoldigingen of dividenden nog diverse andere mogelijkheden beschikbaar (zie ook hfdst. X. Hoe fiscaalvriendelijk mezelf “bezoldigen”?). Het gebruik van de vennootschapsstructuur biedt nog andere mogelijkheden dan de inkomensmix met de laagste aanslagvoet. Zo kan het fiscale resultaat van de vennootschap worden verminderd door het creëren van extra kosten (zoals groepsverzekering of individuele pensioentoezegging). Door bepaalde privé-uitgaven ten laste te leggen van de vennootschap, wordt de belastbare winst ook gedrukt, terwijl het overeenstemmende voordeel van alle aard in hoofde van de genieter dikwijls aan een minder zware belasting wordt onderworpen (bv. bedrijfswagen, internet, verwarming, elektriciteit, huispersoneel).

5.

NADELEN VER BONDEN AAN DE VENNOOTSCHAPSVOR M

Aan elk type van vennootschapsvorm zijn een aantal kosten verbonden die men niet uit het oog mag verliezen. Vooreerst zijn er de eenmalige kosten die ter gelegenheid van de oprichting moeten worden gemaakt. Zij omvatten: – het ereloon en de kosten van de notaris: deze zijn afhankelijk van het onderschreven kapitaal (bij minimum kapitaal ongeveer 1 500 euro); – het ereloon van de accountant en de belastingconsulent; – de inschrijving bij de Kruispuntbank: 83,50 euro voor een vennootschap; – de publicatie in het Belgisch Staatsblad: een vennootschap moet een uittreksel van de oprichtingsakte in het Belgisch Staatsblad publiceren. De kostprijs daarvan bedraagt, vanaf 1 maart 2017, 270,44 euro (op papier) of 218,41 (elektronisch) incl. btw. Deze kosten zijn eenmalig. Als men weet dat een vennootschap meestal jaren standhoudt, zijn ze dus te verwaarlozen. Een vennootschap heeft ook veel meer verplichtingen inzake boekhouding. Bovendien moeten de meeste vennootschappen jaarlijks een jaarrekening opstellen en neerleggen bij de Nationale Bank van België. De kosten daarvan komen elk jaar terug en variëren in functie van de grootte van de vennootschap. Over het algemeen kan men stellen dat de vennootschapsvorm administratief en fiscaal tot meer verplichtingen leidt, zodat de erelonen van de accountant en de belastingconsulent eveneens substantieel hoger zullen zijn dan bij een eenpersoonszaak. 12

Intersentia


Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap

Ten slotte mag men ook niet de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders uit het oog verliezen. Het Wetboek van Vennootschappen bepaalt dat, bij faillissement, de bestuurders of zaakvoerders aansprakelijk kunnen worden gesteld voor een deel of het geheel van de schulden van de vennootschap indien een “kennelijk grove fout” van de bestuurder of zaakvoerder heeft bijgedragen tot het faillissement. In de praktijk bleek het, voor de schuldeisers, zeer moeilijk om dit bewijs te leveren. Daarom werd de aansprakelijkheid verscherpt voor RSZ-schulden, btw-schulden en bedrijfsvoorheffing. Wat betreft RSZ-schulden kunnen zaakvoerders (bestuurders), gewezen zaakvoerders (bestuurders) of feitelijke zaakvoerders (bestuurders) op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement aansprakelijk gesteld worden voor het geheel of een deel van die schulden in de volgende gevallen: – wanneer ze een grove fout hebben begaan die aan de basis van het faillissement ligt; – wanneer ze in de loop van de 5 jaar voorafgaand aan de faillietverklaring reeds betrokken waren bij minstens 2 faillissementen, vereffeningen of soortgelijke operaties waarbij er nog RSZ-schulden te betalen waren. Indien een vennootschap de opeisbare RSZ-bijdragen van twee kwartalen tijdens de voorbije 12 maanden niet betaalt, kan de RSZ de gegevens opvragen van klanten en derden die nog bedragen aan de vennootschap verschuldigd zijn. Als deze gegevens niet (tijdig) overgemaakt worden of onjuiste informatie wordt doorgegeven, kan de zaakvoerder/bestuurder persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de verschuldigde bedragen. Voor schulden op het vlak van bedrijfsvoorheffing en btw is er ook een, weliswaar weerlegbaar, vermoeden van fout indien de vennootschap herhaaldelijk de bedrijfsvoorheffing en/of de btw niet betaalde. Herhaaldelijke niet-betaling betekent: – bij trimestriële aangiften: indien de vennootschap binnen een termijn van 1 jaar 2 trimestriële vervallen schulden niet heeft betaald; – bij maandelijkse aangiften: indien de vennootschap binnen een termijn van 1 jaar 3 maandelijkse vervallen schulden niet heeft betaald. In deze gevallen is de bestuurder/zaakvoerder, van rechtswege, hoofdelijk aansprakelijk voor het betalen van de door de rechtspersoon verschuldigde bedrijfsvoorheffing of btw, tenzij hij/zij bewijst dat de niet-betaling niet het gevolg is van zijn/haar fout.

Intersentia

13


Filip Vandenberghe

De eenmanszaak Voordelen – eenvoudige formaliteiten; – beperkte kosten; – vereenvoudigde boekhouding. Nadelen – geen enkel onderscheid tussen het privévermogen en dat van de onderneming; – de ondernemer draagt alle verliezen; – de winsten bestemd voor de uitbreiding van de zaak zijn onderworpen aan de personenbelasting, die hoger is dan de vennootschapsbelasting.

De vennootschap Voordelen – vaak wordt door verschillende personen kapitaal ingebracht; – aansprakelijkheid beperkt tot het ingebrachte kapitaal; – het faillissement van de onderneming leidt maar zelden tot het faillissement van de vennoten; – voortbestaan van het bedrijf; – verdeling van de inkomsten; – gunstigere aanslagvoet. Nadelen – inbreng van minimumkapitaal; – registratierechten; – complexe werking.

14

Intersentia


Intersentia

18 550 euro

minimum 12 400 euro

18 550 euro

minimum 6 200 euro en minstens een vijfde per aandeel

in geld of in goederen – rapport van de revisor

ja

aandelen op naam

minimumkapitaal

kapitaal dat volstort moet worden

inbreng van kapitaal

financieel plan

aandelen

aandelen op naam

ja

in geld of in goederen – rapport van de revisor

1

2

minimumaantal vennoten

ebvba

bvba

Overzichtstabel

aandelen op naam

ja

in geld of in goederen – rapport van de revisor

1 euro, minstens een vijfde per aandeel

1 euro

1

s-bvba

aandelen op naam

ja

in geld of in goederen – rapport van de revisor

minimum 61 500 euro en minstens een vierde per aandeel

61 500 euro

2

nv

aandelen op naam

ja

in geld of in goederen – rapport van de revisor

minimum 61 500 euro en minstens een vierde per aandeel

61 500 euro

minstens 1 beherende en 1 stille

comm.VA

aandelen op naam

ja

in geld of in goederen – rapport van de revisor

minimum 6 200 euro en minstens een vierde per aandeel

18 550 euro

3

cvba

aandelen op naam

neen

geen wettelijke voorschriften

geen wettelijke voorschriften

geen minimum

3

cvoa

aandelen op naam

neen

in geld, in goederen of arbeid

er is geen minimumkapitaal, maar de vennoten moeten het bedrag inbrengen waartoe ze zich in de statuten verbonden hebben

geen minimum

2

vof

geen

neen

geen minimum

1

eenmanszaak

Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap

15


bvba

ja

authentieke akte

wettelijke en statutaire beperkingen

1 of meerdere zaakvoerders

Overzichtstabel

aandelenregister

16

akte

overdracht van aandelen

beheer

1 of meerdere zaakvoerders

de aandelen zijn overdraagbaar aan vennoten of aan derden volgens statutaire bepalingen

authentieke akte

ja

ebvba

1 of meerdere zaakvoerders

overdracht niet mogelijk aan rechtspersonen

authentieke akte

ja

s-bvba

raad van bestuur met minimum 3 bestuurders en 2 indien er slechts 2 vennoten zijn

de overdraagbaarheid van de aandelen op naam kan worden beperkt in de statuten

vrij overdraagbaar

authentieke akte

ja

nv

de beherende vennoot, de zaakvoerders van de vennootschap moeten vennoten zijn en door de statuten worden aangewezen

vrij overdraagbaar

authentieke akte

ja

comm.VA

een of meerdere bestuurders, al dan niet vennoten, benoemd door de algemene vergadering

de aandelen zijn overdraagbaar aan vennoten of aan derden volgens statutaire bepalingen

authentieke akte

ja

cvba

een of meerdere bestuurders, al dan niet vennoten, benoemd door de algemene vergadering

de aandelen zijn overdraagbaar aan vennoten of aan derden volgens statutaire bepalingen

onderhandse akte

ja

cvoa

vennoten of één of meerdere zaakvoerders

met eenparige stemming van de vennoten vrij overdraagbaar

onderhandse akte

niet vereist

vof

geen aandelen

geen

neen

eenmanszaak

Filip Vandenberghe

Intersentia


bvba

beperkt tot inbreng

dubbele boekhouding

vennootschapsbelasting

Overzichtstabel

aansprakelijkheid

Intersentia

boekhouding

fiscaliteit

vennootschapsbelasting

dubbele boekhouding

beperkt tot inbreng uitz. Rechtspersoon enige vennoot

ebvba

vennootschapsbelasting

dubbele boekhouding

beperkt tot inbreng

s-bvba

vennootschapsbelasting

dubbele boekhouding

beperkt tot inbreng

nv

vennootschapsbelasting

dubbele boekhouding

beperkt tot inbreng enkel voor de stille vennoten

comm.VA

vennootschapsbelasting

dubbele boekhouding

beperkt tot inbreng

cvba

vennootschapsbelasting

vereenvoudigde boekhouding tot max. 500 000Â euro omzet

vennoten hoofdelijk en onbeperkt

cvoa

vennootschapsbelasting

vereenvoudigde boekhouding tot max. 500 000Â euro omzet

vennoten hoofdelijk en onbeperkt

vof

personenbelasting

vereenvoudigde boekhouding tot max. 500 000 euro omzet

hoofdelijk en onbeperkt

eenmanszaak

Hoofdstuk I. Keuze van de ondernemingsvorm: eenpersoonszaak of vennootschap

17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.