Houd productie veilig en soepel
De Renold Synergy transmissieketting heeft een ongeëvenaarde reputatie in high performance toepassingen.
Dit is zowel gebaseerd op jaren van onderzoek als op ervaringen van ingenieurs wereldwijd.
Voor meer informatie: Belt u gerust 0032 (0) 3 808 5050 of bezoek onze website www. renold.be
Wij hebben een uitgebreide reeks van technische oplossingen. Neem contact op met uw distributeur of stuur een email naar info.benelux@renold.com
• Uitmuntende slijtvastheid
• Hoge weerstand tegen vermoeiing
• Heeft zachte penkoppen, daardoor is de ketting eenvoudig op lengte te maken.
• Is extreem duurzaam en bestand tegen hoge schokbelasting
• Renold Synergy is van binnen optimaal gesmeerd en droog aan de buitenkant
REDACTIONEEL
COLOFON
Uitgave van MYbusinessmedia Holding bv Postbus 58, 7400 AB Deventer www.mybusinessmedia.nl t (0570) 50 43 00
AB biedt vakinformatie voor gebruikers en ontwerpers van aandrijfen besturingscomponenten/systemen en software. We streven ernaar lezers te inspireren en informeren zodat ze hun werk (nog) beter kunnen uitvoeren. Dit willen we bereiken door de combinatie van applicatieartikelen, bedrijfsreportages en interviews op het gebied van de ontwikkeling, modifi catie en het onderhoud van machines, installaties en productielijnen en het vertalen van fundamentele informatie naar praktische toepasbaarheid en door inzicht te geven in ontwikkelingen op het gebied van techniek.
Redactie
Robin Zander t +31 (0)6 22 20 80 34 e-mail: r.zander@mybusinessmedia.nl
Vaste medewerkers
Liam van Koert, Ad Spijkers, Marjolein de Wit-Blok
Uitgever
Arjan Stoeten e-mail: a.stoeten@mybusinessmedia.nl
Advertenties
Dennis Wielheesen, d.wielheesen@mybusinessmedia.nl, +31 (0)6 53 69 24 613
René Wibbelink, r.wibbelink@mybusinessmedia.nl, +31 (0)570 50 43 52
Publishing Services orders.engineering@mybusinessmedia.nl
Advertentieplaatsingen worden uitgevoerd overeenkomstig de ‘Regelen voor het advertentiewezen 1990’.
Vormgeving Bureau OMA, www.bureauoma.nl
Druk
Drukkerij Roelofs, Enschede
Abonnementen
Voor vragen over abonnementen, bezorging en of adreswijzigingen kunt u:
Bellen met: + 31 (0)570 50 43 25
Mailen naar: klantenservice@mybusinessmedia.nl Schrijven naar: MYbusinessmedia Holding bv ab Postbus 58 7400 AB Deventer
Abonnementstarieven
Jaarabonnement Nederland € 195,00* Jaarabonnement Buitenland € 215,00* *Prijzen zijn excl. 9% BTW
Jaarabonnement geldt tot wederopzegging.
Beëindiging van het abonnement kan schriftelijk, per e-mail of telefonisch geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.
Reproductie
Overname van artikelen, tekeningen en foto’s uit ab is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de uitgever.
MYbusinessmedia Holding bv, 2022
‘Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt uitdrukkelijk voorbehouden’.
ISSN 1385-0091
MYbusinessmedia Holding bv legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst. Uw gegevens kunnen door MYbusinessmedia Holding bv, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit melden aan MYbusinessmedia Holding bv, t.a.v. Afdeling Relatiebeheer, postbus 58, 7400 AB Deventer.
Bedankt
Misschien is afhankelijk een te groot woord, maar lastig is het wel. Als je mobieltje nog in de trein ligt, je tot dat besef komt als je op de trap in de hal van het station staat, opzij kijkt en de bewuste trein ziet vertrekken. En dat dan in Duitsland. In Hameln. Op weg naar een congres naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van Lenze. De suggestie van de taxichau eur – het hotel lag nogal een end buiten Hameln – dat de telefoon misschien in mijn tas zat, bleek ijdele hoop. Maar, zei hij, hierna gaat de trein naar Hildesheim en dat is het eindstation. Als de treinbaas dan een laatst rondje door de trein maakt, dan wordt je ‘handy’ vast gevonden. Bedankt Hamelner City Car, want – ja hoor. Zelf kreeg ik niemand aan de lijn toen ik met de telefoon van AT-Aandrijftechniek concullega Paul Quadvlieg mijn eigen nummer belde. Bedankt Paul. Maar mijn vrouw wel – die had ik inmiddels ook gebeld. Ze had iemand van de Deutsche Bahn aan de lijn gekregen, maar waar ik die telefoon kon ophalen ‘war in de Übersetzung verlohren gegangen’. Ik gokte dus op Hildesheim, een uurtje treinen van Hameln. Wellicht kon ik een gaatje in het programma vinden.
Dat hoefde niet. Omdat inmiddels o cieel melding was gemaakt bij de spoorwegen en daar een nummer aan was gehangen, werd mij duidelijk gemaakt dat de telefoon dan misschien wel in Hildesheim mocht liggen, maar ik moest wachten op een o ciële melding. En die had ik niet. Hoe wist ik trouwens dat mijn telefoon daar lag? Omdat mijn vrouw had gebeld en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid enzovoort. Helaas – de DB was onverbiddelijk. Sta je daar zonder event-app met het programma en de sessies waar ik me voor opgegeven had. Gelachen hebben we wel. Leedvermaak vooral. Zo kreeg ik van Marc Vissers van Lenze, uiteraard met brede grijns, een kaartje overhandigd met de QR-code voor de persmap. Bedankt Marc. Die foto meteen 'liken’? Eerst je laptop opstarten zeker? Maar inmiddels kan ik – 16 dagen later – kijken wat ik allemaal telefonisch gemist heb. Weinig eigenlijk. Het was ook wel lekker rustig. Gauw weer met de trein. Bedankt Deutsche Bahn.
ROBIN ZANDEROp
BIJNA SERVO
Niet de hoge dynamiek van servo, maar wel de gewenste snelheid en nauwkeurigheid met een frequentieregelaar.
GOEDE TIJDEN
Hoe servotechniek omsteltijden kan helpen verlagen. Maar welke kies je?
BEZEM NAAR CLOUD
Assemblage- en inpakstations
bij Metabo met een cloudoplossing.
OP HET PUNT VAN BELANG
Piëzo-actuatoren zijn populair voor nanome ternauwkeurigheid bij bewegen en positioneren. Daar hoort wel een adequate regeling bij.
AUTONOMYO
Het autonomyo-exoskelet ondersteunt met mensen met spierdystrofi e bij hun revalidatie en maakt gebruik van zes micromotoren met geïntegreerde koppelsensor.
2
In de zeroCM-servokabel heff en de de inductieve stromen elkaar op dankzij een elektrisch symmetrische layout. En wat heeft dat te maken met EMC?
AANDRIJFNIEUWS
CONTROLLERS
LENZE VIERT
WA·TER·DICHT
UITGELIJND
PRODUCTNIEUWS
koppelen, aandrijven,
SAFETY EVENT
Het Safety Event heeft dit jaar als overkoepelend thema ‘De waarde van safety’.
Kan je met een machine met CE-markering nog wel naar Engeland nu daar UKCA de ‘norm’ is? En die nieuwe Verordening voor Machineproducten? Gaat alle regelgeving op de schop? Kom voor het antwoord op deze en andere vragen op 30 november naar de twaalfde editie van het Safety Event. Meer op pagina 44 en verder. (Foto: Sick)
AANDRIJFNIEUWS
Meer nieuws op www.aandrijvenenbesturen.nl
MOTIONTEQ ONDERDEEL VAN GRONEMAN
Het in 2018 opgerichte Motionteq maakt alweer sinds 1 juli van dit jaar onderdeel uit van Groneman. Laatstgenoemde laat weten dat zij daarom nu de vrijloopkop pelingen van het Italiaanse CTS via leveren. CTS maakt vrijloopkoppelingen met klemrollen en uitvoeringen met asymmetrische klemstukken. De uitvoering met klemrollen heeft een cilindrische buitenring en stervormige binnenringen met daartussen klemrollen en twee rollagers aan beide kanten. De rollagers zorgen voor de centrering zodat de afstand tussen binnen- en buitenring altijd is gegarandeerd. Bij koppeloverdracht worden bij verande ring van de draairichting, de rollen door
een veer naar een te kleine ruimte tussen de binnen- en buitenring gedrukt, zodat ze klemmen. Bij de vrijloopkoppelingen met asymme trische klemstukken bevinden de klemstukken zich in een kooi tussen de cilindrische binnen- en buitenring. In de vrijlooprichting gaan zij zweven. Bij koppeloverdracht gaan ze door sleep contact rechtop staan en klemmen zich tussen de binnen- en buitenring. Groneman ziet de CTS-vrijloopkoppelin gen als aanvulling op de Mayr-koppelin gen en -vrijloopnaven, die deel uitmaken van het productpakket.
www.groneman.nl
MILJOEN ROBOTSVorig jaar zijn volgens de IFR wereldwijd meer dan een half miljoen nieuwe robots geïnstal leerd: 517.385.
Nieuwe testbank bij MH Hydraulics
MEGAWATT In Lommel bouwt ZF Wind Power een 30 MW testbank voor aandrijflijnen van windturbines.
MH Hydraulics in Spijkenisse heeft recent een nieuwe dubbele Bosch Rexroth-testbank voor alle merken hydraulische pompen in gebruik genomen. Op 380/130 kW testbank met een maximale werkdruk van 500 bar zowel pompen voor open als gesloten circuits aan de tand worden gevoeld. met een of het nu om pompen. De testbank, geïnstalleerd door Rexroth, maakt deel uit van de volledig vernieuwde werkplaats van MH Hydraulics en beschikt over een databank en digitale verbinding met de Rexroth-fabrieken. Depompen kunen worden onderworpen aan automatische testcycli, maar het is ook mogelijk handmatige ingestelde tests te doorlopen “Wij van MH Hydraulics zijn heel blij dat onze werkplaats en testbank voldoen aan de modernste technieken. Inmiddels werken we met de testbank en kan ik ook daarin bevestigen dat deze volledig naar verwachting werkt en we erg tevreden zijn in het gebruik!”, aldus Anand Phagoe van MH Hydraulics, dat sinds januari 2020 is gecertificeerd als hét repair center van Rexroth in Nederland. Klanten krijgen na reparaties de Bosch Rexroth fabrieksgarantie. www.boschrexroth.nl www.mhhydraulics.com
Prins Friso Ingenieursprijs
Wie wint de Prins Friso Ingenieursprijs 2023? Dat blijft voorlopig nog een vraag. Maar wie een ingenieur kent die in aanmerking zou kunnen komen, kan hem of haar daarvoor nu nomineren. En jezelf nomineren? Dat gaat niet. Met de uitreiking van de Prins Friso Ingenieursprijs wil het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) excellente ingenieurs en hun werk een podium bieden. De uitreiking heeft plaats tijdens de Dag van de Ingenieur op woens dag 15 maart 2023. Nomineren is mogelijk tot en met 29 november 2022.
Ook zal dit jaar voor de tweede keer, de KIVI Engineering Student Team Award worden uitgereikt. Dit is een aanmoedi gingsprijs voor studententeams en is door KIVI in het leven geroepen om de ingenieurs van morgen een boost geven, te tonen waar studenten in teamverband toe in staat zijn en een grotere bekendheid te bieden aan hun innovatieve projecten.
tinyurl.com/prinsfrisoprijs2023
DELTA ELECTRONICS OP AUTOMOTIVE CAMPUS
Delta Electronics heeft op 19 oktober officieel het nieuwe gebouw op de Automotive Campus in Helmond geopend. Samen met het EMEA-hoofdkantoor in Hoofddorp moet de nieuwe vestiging een belangrijke rol spelen bij de verdere groei van Delta Electro nics in de EMEA-regio, waarbij de focus ligt op industriële automatisering, industriële energievoorziening en oplossingen voor de automobielindustrie. Met een oppervlakte van 4.055 m2 is het nieuwe gebouw ruim drie keer groter dan het vorige pand in Eindho ven. De aanwezigheid op de Automotive Campus, die bekendstaat als een internationale hotspot voor bedrijven in de auto motive, maakt de uitwisseling van informa tie en de ontwikkeling van gezamenlijke R&D-projecten met studenten van lokale onderwijsinstellingen zoals de TU Eindhoven en Fontys Hogeschool mogelijk. Uiteinde lijk zullen er 150 medewerkers in het nieuwe gebouw in Helmond aan de slag gaan. “Alles op de Campus draait om innovatie en technologie. Daarom voelen we ons hier thuis”, aldus Dalip Sharma, president en general manager van Delta Electronics EMEA. “Met de Automotive Campus en Brainport Eindhoven kunnen we profiteren van eerste klas technisch onderwijs en de uitwisseling van kennis tussen bedrijven onderling.
www.delta-emea.com
ROCKWELL NEEMT PANEELBOUWER CUBIC OVER
Rockwell Automation heeft een definitie ve overeenkomst getekend voor de overname van Cubic. Het Deense bedrijf is gespecialiseerd in modulaire systemen voor de elektrische paneelbouw. De overname moet eind 2022 zijn afgerond. Over het boekjaar 2022 dat op 30 september is afgelopen, verwacht Cubic ongeveer USD 75 miljoen aan verkopen te kunnen bijschrijven. "Door ons aan te sluiten bij Rockwell kunnen we onze relaties uitbreiden en onze wereldwijde groei versnellen", aldus Cubic-ceo Jacob Moller Knudsen, "Dit is een perfecte match waarmee we onze klanten in de toekomst de beste oplossingen kunnen bieden."
www.rockwellautomation.com
SERIE
•
•
AANDRIJFNIEUWS
ROI-CALCULATOR MOBIELE ROBOTS
EN COBOTS
Omron heeft een nieuwe ROI-calculator voor collaboratieve en mobiele robots ontwikkeld. In de calculatie worden ook eenvoudige en betaalbare leasemoge lijkheden meegenomen die voor het mkb interessant kunnen zijn. De ROI-cal culator geeft bedrijven die overwegen te investeren in collaboratieve of mobiele robots een snel en eenvoudig overzicht van het rendement op investeringen op basis van werkelijke gegevens. Het stelt gebruikers in staat een schatting te maken van het aantal maanden dat het zal duren voordat een investering kostendekkend is, waarbij rekening wordt gehouden met inflatieen renteaanpassingen afhankelijk van de marktomstandigheden.
Zodra gegevens zijn ingevoerd over de huidige activiteiten en het type en aantal robots is geselecteerd, geeft de ROI-calculator een duidelijk overzicht van de terugverdienperiode, het ROI-percentage en de netto contante waarde (NPV), die de geschatte huidige totale waarde van de toekomstige kasstromen weergeeft.
Een belangrijke beslissing voor de klant is hoe hij een nieuwe investering wil financieren. De ROI-calculator van OMRON geeft twee veelvoorkomende opties: de traditionele Capex-optie met volledige betaling aan het begin en een Opex-optie met leasing, waarbij de betalingen worden gespreid over 3-5 jaar.
tinyurl.com/OMRON-ROI
IGUS EN COMMONPLACE ROBOTICS
Igus heeft de meerderheid van de aande len verworven in Commonplace Robotics, dat is gespecialiseerd in intuïtieve bestu ringssystemen en software, en vermogen selektronica voor robotica. Ze werken al zes jaar intensief samen en hebben onder andere de igus Robot Control ontwikkeld voor de goedkope kunststof robotkinematica van igus. Common place Robotics wil de integratie en bediening van robots zo rendabel en eenvoudig maken dat ze ‘gemeengoed’ worden en overal kunnen worden gebruikt. De eerste producten met een besturingssysteem en eigen vermo genselektronica waren robots voor het onderwijs. Oprichter Christian Meyer benaderde igus in 2016 omdat hij vond dat igus robotkinematica aansloot bij zijn visie. Sindsdien hebben de twee bedrijven gezamenlijk producten ontwikkeld zoals de iRC igus Robot Control en de ReBeL-cobot voor 5828 euro, inclusief het besturingssysteem. Meyer: "We kijken uit naar boeiende technologische projecten met igus. Het RBTX-platform voor lowcost robotica, dat door igus wordt beheerd, brengt dagelijks nieuwe eisen van klanten uit alle sectoren van de industrie naar onze laboratoria. Veel hiervan kan snel worden uitgevoerd, vooral omdat we met deze investering uitbreiden." rbtx.com/en
Gratis downloaden: nieuwe editie Leerboek Trillingsanalyse
Onlangs is de geheel herziene versie verschenen van het Leerboek Trillings analyse van trillingsexpert Arie Mol. Teksten zijn herschreven, hoofdstuk ken zijn toegevoegd en de volgorde van hoofdstukken is gewijzigd. Het boek kan kosteloos worden gedown load op zijn website.
In dit boek wordt getracht jarenlange praktische ervaring in het vakgebied toegankelijk te maken voor geïnteres seerden in het Nederlandse taalge bied: service engineers, studenten,
onderhoud technici en engineers beroepshalve verantwoordelijk voor het hoofdpijn dossier ‘trillingen’. Aan bod komen onder andere: basisbegrippen; trillingmeting en trillinganalyse bij diverse typen machines zoals elektrische machines, pompen, ventilatoren en verbrandingsmotoren; offline en online conditiebewaking; resonantie als bedrijfszekerheid ondermijner #1; op locatie balanceren; lageringproblemen.
Mol wil met dit boek bij te dragen aan een verdere structurering van kennis en kunde bij de steunpilaren van de Nederlandse en Vlaamse procesindus trie, de onderhoudsector, de maakin dustrie en de maritieme wereld: de werkvloer professionals.
www.ariemol.nl
30 PROCENT NEDERLANDSE BANEN DANKZIJ ‘IER’
Uit de laatste editie van een gezamenlijk rapport van het Europees Octrooibureau (EOB) en het Bureau voor Intellectu ele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) blijkt dat bedrijven die intensief gebruik maken van intellectuele eigendomsrechten (IER) zorgen voor 29,7 procent van alle banen in de EU in de periode 2017-2019. Dit betekent dat sectoren die gebruik maken van octrooien, handelsmerken, auteursrechten, geregistreerde ontwerpen of kwekersrechten in die periode goed waren voor direct werk voor meer dan 61 miljoen mensen in de EU. Sectoren die bovengemiddeld gebruik maken van IER zorgen hier voor 28,7 procent van de werkgelegenheid (2,17 miljoen banen) en voor 41,9 procent van het bruto nationaal product. De sectoren die het meest gebruik maken van IER zijn tuinbouw en bloemengroothandel, medische apparatuur, chemische producten, voedingsindustrie en cosmetica (octrooien en handelsmerken). In totaal had elke tiende Europese octrooiaanvraag die in 2019 door een bedrijf of uitvinder uit de EU werd ingediend, betrekking op technologieën die de uitstoot van broeikasgas sen verminderen of voorkomen.
tinyurl.com/IERstudie
’Refurbished’ industriële elektronica
JC-Electronics heeft een kwaliteitskeurmerk voor refurbished industriële elektronica gelanceerd, JCertified, voor drives, HMI's, PLC's en industriële PC's. Allereerst wordt hierbij de elektronica professioneel gereinigd. Vervolgens worden defecten en storingen verholpen en slijtagegevoelige componenten vervangen. Tot slot wordt de elektronica grondig getest. Bij HMI's van Siemens worden ook de behuizing en folie's vervangen. JCertified drives, HMI's, PLC's, en industriële PC's zijn te herkennen aan de sticker op het apparaat. JC-Electronics refurbisht elektroni ca van Siemens, Schneider Electric, ABB, Allen-Bradley, Control Techniques, Fanuc, Lenze en Indramat en geeft twee jaar garantie. “Dit is het moment voor de maakin dustrie om te ontdekken dat refurbished elektronica niet alleen een goedkopere smartphone voor je puber is. Maar dat het ook een betrouwbare en betaalbare oplossing is, waar je productielijn nog jaren mee vooruit kan. krijgen", aldus Caspar Botter, manager Sales & Marketing bij JC-Electronics.
www.jc-electronics.com
BEZOEK GRONEMAN.NLREPORTAGE
Frisia Zout minimaliseert persluchtverbruik
Frisia Zout is al meer dan 25 jaar in Nederland actief in het winnen en produceren van hoogwaardig vacuüm zout. Voor onder andere het transport van het consumentenzout wordt er perslucht gebruikt. De lucht was eerst afkomstig vanuit verschillende locaties, maar sinds februari 2022 kan het bedrijf rekenen op de efficiënte perslucht van Boge, zo liet de compressorfabrikant onlangs weten.
Tekst & beeld: Boge Kompressoren
Het in Harlingen opgerichte bedrijf Frisia Zout is al sinds 1995 actief in de zoutindustrie. Sinds 2000 is het bedrijf onderdeel geworden van de Duitse K+S Groep. Jaarlijks produceert Frisia tot 1,2 miljoen ton zout. Frisia's grootste klant, de chemische industrie, maakt hiermee grondstoffen zoals chloor en natronloog. Het bedrijf produceert ook zout voor consumenten en het wordt gebruikt als strooizout bij lage buitentemperaturen.
Transport
Op een diepte van circa drie kilometer wordt het zout gewonnen en via ondergrondse leidingen naar de productielocatie in Harlingen vervoerd. Daar wordt het opgevangen in een pekelbassin en
vervolgens in meerdere stappen via een zuiverings- en verdampingsproces omgezet naar diverse soorten zout. Om het zout te kunnen transporteren, door middel van blaastransport, wordt er gebruik gemaakt van perslucht. De toevoer van deze perslucht werd voorheen voorzien door een aantal compressoren vanuit verschillende locaties rondom het terrein. In 2021 is er besloten om dit te centraliseren op het eigen terrein en te gaan werken met één persluchtsysteem en één vaste compressor specialist. Hiervoor is Frisia bij Boge terechtgekomen. Na een intensief voortraject, zijn zij samen tot een plan gekomen voor de meest efficiënte perslucht opstelling.
Voor de locatie van de nieuwe installatie
heeft Frisia een compleet nieuwe ruimte op de eerste verdieping van het acculaadstation beschikbaar gesteld. Bijzonder is dat in deze ruimte buitenlucht door middel van inlaatroosters en filters in de ruimte wordt aangezogen. De uitgaande lucht wordt door middel van kanaalwerk naar buiten afgevoerd. Een deel van de opgewekte warmte, afkomstig van de compressoren, wordt gebruikt om de ruimte op temperatuur te houden. Dit gebeurt aan de hand van een zomer- en winterklep in combinatie met een thermostaat.
Opstelling
Eind 2021 is begonnen met de installatie van de persluchtopstelling. De hoofdcom ponenten van deze installatie zijn drie schroefcompressoren en drie adsorptiedro gers. Om te voldoen aan de luchtkwaliteit ISO 8573-1:2010 Klasse 2.2.1. bevat de installatie ook twee actiefkoolstof kolommen, een olie/water afscheider, een buffervat en een aantal extra filters die onder andere vocht en olie uit de perslucht halen. Om de fluctuaties van de luchtverbruikers op de meest efficiënte manier op te vangen, is er de keuze gemaakt om een 90 kW Boge S-4 schroef compressor met frequentieregeling en twee conventionele 110 kW Boge S-4 schroefcompressoren te plaatsen. Met deze drie compressoren heeft Frisia de regie bereik tussen de 2,87 m3/min en 57,76 m3/ min en is er voor gezorgd dat het bedrijf altijd back-up heeft. In februari is de volledige installatie afgerond en zijn beide partijen de testfase ingegaan. Na twee weken testen en wat nodige aanpassingen,
is de installatie daadwerkelijk in gebruik genomen. Inmiddels draait de installatie op volle sterkte.
Efficiënte perslucht
De S-4 compressoren staan volgens de fabrikant bekend om hun efficiënte werking. Het ontwerp van de compressoren is gericht op het verminderen van energieverbruik en geluidsoverlast. Alle componenten zijn van royaal formaat, wat de lage interne drukverliezen en de enorme efficiënte verklaart. Willem Riemersma, projectleider bij Frisia Zout: “Wij houden ons al geruime tijd bezig met verduurzaming. Door de aanschaf van de Boge S-4 compressoren met de bijbehorende regeling wordt het verduurzamen verder doorgevoerd in ons bedrijf. Met de nieuwe Boge-installatie wordt het energieverbruik voor perslucht geminimaliseerd en toekomstbestendigheid gewaarborgd. Daarnaast wordt ook nog eens de persluchtruimte op temperatuur gehouden met de restwarmte van de compressoren zelf.” •
frisiazoutharlingen.nl www.boge.nl
Wereldwijd marktleider
op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing
De installatie heeft twee actiefkoolstof kolommen, een olie/water afscheider, een buffervat en een aantal extra filters die onder andere vocht en olie uit de perslucht halen.
Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieën, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieën: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units.
parker.com
REPORTAGE
Van bezem naar cloud
Metabo optimaliseert verpakkingstations met WeAssist
Van haakse slijpers, boormachines en accuschroevendraaiers tot en met zagen en allerhande stofzuigers – Metabo staat voor kwaliteit ‘made in Germany’ – ontwikkeld ‘door professionals voor professionals’ en wereldwijd op bouwplaatsen en in de industrie gebruikt. ‘Draadloos’ wordt in hoofdletters geschreven. Metabo is ook de drijvende kracht achter het Cordless Alliance System (CAS) gelanceerd – het eerste en grootste multi-merk batterijsysteem ter wereld met meer dan 30 partners.
Tekst & beeld: Werma
Het bedrijf met hoofdkantoor in Nürtingen, Baden-Württemberg, werd bijna 100 jaar geleden opgericht toen Albrecht Schnizler de eerste handboormachine bouwde. De metaalboormachine werd de inspiratie voor het merk Metabo. Inmiddels heeft het bedrijf ongeveer 2.000 mensen in dienst en is behalve een belangrijke speler op het gebied van productietechnologie, maar ook bij de optimalisatie van werkstromen. Metabo vertrouwt op slimme en intelligente oplossingen om moeilijkheden in de processen te identificeren voordat ze ontstaan en om processen permanent te optimaliseren.
Blik op verbetering Tobias Weißhaar werkt sinds 2010 bij Metabo en heeft hier zijn opleiding tot industrieel monteur afgerond. "Na mijn opleiding werkte ik als 'leverancier' en voorzag mijn collega's in de assemblage van ontbrekend materiaal. Daardoor kreeg ik veel inzicht in de processen en de logistiek." Hij werd al snel benoemd tot plaatsvervangend teamleider van de assemblageafdeling, maar besloot toch de schoolbanken weer op te zoeken. Hierna wachtte hem bij Metabo een nieuwe uitdagende functie. Als teamcoördinator in de montage zorgt hij niet alleen voor vlotte processen, maar begeleidt hij sindsdien ook verschillende vebeterprojec ten gericht op proceoptimalisatie. "Dankzij
mijn eigen betrokkenheid bij de assembla ge wist ik al waar in het proces problemen konden ontstaan. Nu kan ik daarop voortbouwen en afzonderlijke processtap pen gericht aanpakken om ze blijvend te optimaliseren."
Assembleren en verpakken Bij Metabo werken meer dan 180 medewerkers in de assemblage. Tobias Weißhaar is verantwoordelijk voor het verpakken van batterijen. Hier worden de machines, inclusief toebehoren, geassembleerd, verpakt en geëtiketteerd, klaar voor verzending naar de eindklant, in overeenstemming met de individuele eisen van de
optimalisatiepotentieel: "We hebben goed uitgeruste montage- en inpakwerkplekken met gemotiveerde en geweldige medewerkers, maar ik merkte dat er altijd langere wacht- en stilstandtijden waren als er materiaal of benodigdheden nodig waren."
Bezem als pragmatische tussenstap Weißhaar besluit: "Hier moet een oplossing komen - en snel." Hij gaat meteen aan de slag, op zoek naar manieren om dit proces te optimaliseren en de stilstandtijden te verkorten. "Mijn basisidee was dat de medewerker direct vanaf zijn stoel een seintje geeft als hij hulp, voorraden of materiaal nodig heeft." Zo werd voorlopig een eenvoudige, pragmatische oplossing gevonden. "We plakten snel een groene kaart aan de ene kant van een bezemsteel en een rode kaart aan de andere kant. Zo konden medewerkers via het stoplichtprincipe eenvoudig aangeven of alles in orde is (groen) of dat ze een probleem hebben of hulp nodig hebben (rood)."
klant. "Op elk van de elf verpakkingswerkplekken wordt de basismachine met de bijbehorende accessoires samengesteld", zegt Weißhaar. "Daartoe ontvangen de medewerkers het benodigde materiaal rechtstreeks van de logistieke specialisten op de werkplek." En juist hier ziet de teamcoördinator al snel een aanzienlijk
"Natuurlijk wisten we dat het gebruik van zo'n bezemsteel slechts een tijdelijke oplossing was", lacht Weißhaar. "We wisten echter meteen zeker dat we het stoplichtprincipe wilden handhaven.” En dus was het bedrijf blij toen WERMA Signaltechnik vroeg of Metabo als lead user wilde optreden bij een nieuwe ontwikkeling op het gebied van procesoptimalisatie. "We kenden WERMA al en vertrouwen al lang
“ik merkte dat er altijd langere wacht- en stilstandtijden waren als er materiaal of benodigdheden nodig waren”
op de producten van de fabrikant van signaalapparatuur. Toen we te horen kregen welke systeemoplossing we intern moesten testen, zeiden we natuurlijk meteen ja", aldus Weißhaar, “WeASSIST is in wezen de perfecte oplossing voor onze eisen."
Overal (van) op de hoogte Toen ging alles heel snel: "We gaven groen licht en slechts twee dagen later arriveerde hier het pakket met alles wat we nodig hadden om te beginnen." Omdat het ‘out of the box’-oplossingen
Metabo-producten zijn te vinden op bouwplaatsen en in industriële installaties over de hele wereld.
zijn, zijn de hardware en software snel inzetbaar. En WeASSIST kan gemakkelijk worden geïntegreerd in bestaande structuren als een retrofit-oplossing. Omdat het een cloud-oplossing is, kan je altijd overal van op de hoogte blijven met welk apparaat dan ook. "Ik kan onmiddellijk zien, door een blik op mijn smartphone, laptop of de pc van de ploegchef, welke werkplek hulp nodig heeft", zegt Weißhaar.
Het bedrijf begon op vier van de elf werkstations met het verpakken van batterijen. Deze eerste implementatie was zo succesvol dat drie andere werkstations al met WeASSIST zijn uitgerust. "De WERMA-oplossing voldeed aan al onze verwachtingen", zegt Weißhaar. "Ik was en ben nog steeds enthousiast – vanaf de eerste minuut. Ik hoop dat we het systeem ook in andere afdelingen en gebieden bij Metabo kunnen gebruiken."
Niet overdreven WeASSIST is een innovatieve plug&play-oplossing voor uitgebreide permanente monitoring van al productie- en logistieke processen: cloud-based, eenvoudig te installeren, snel uit te breiden en breed schaalbaar. Op machines of systemen, in logistieke ruimtes of op handmatige werkplekken – transparant, digitaal en in real time helpt het problemen te identificeren voordat ze ontstaan en om processen voortdurend te optimaliseren.
Weißhaar: "Het is vooral geweldig dat het systeem bestaat uit software en hardware. Je krijgt één pakket en je kunt meteen aan de slag." De technicus is vooral onder de indruk van het feit dat de cloud-gebaseerde oplossing heel eenvoudig en zonder veel moeite kan worden geïnstalleerd. Hij voegt er met een glimlach aan toe: "WERMA overdrijft niet als het adverteert met de slogan 'Procesoptimalisatie in één minuut'. Ik kon nauwelijks geloven hoe snel WeASSIST geïmplementeerd was."
De teamcoördinator is ook tevreden over de uitgebreide analyse- en evaluatiemogelijkheden. Alle relevante gegevens worden duidelijk weergegeven, ongeacht de bron (fabrikant, type en leeftijd van de
REPORTAGE
Assemblage & automatisering
Heeft de medewerker nieuwe onderdelen of ondersteuning nodig, dan is een druk op de knop voldoende.
De software toont in één oogopslag de status van de afzonderlijke werkplekken.
“Het hele systeem is uiterst overzichtelijk en echt heel gemakkelijk te gebruiken”
machines of manuele werkstations). In tegenstelling tot complexe MDC/MES-systemen (MDC: Machine Data Collection – MES: Manufacturing Execution System) of IoT-oplossingen kan je met WeASSIST eenvoudig elk optimalisatiepotentieel identificeren en evalueren: in realtime en vanaf elke locatie.
Onder de indruk
De cloudgebaseerde oplossing van WERMA, geschikt voor retrofit, maakt naar eigen zeggen procesoptimalisatie in één minuut mogelijk: de hardware in werkstations of machines integreren en de softwaretoegang activeren. Configureer vervolgens de hardware, software en individuele dashboards, wijs rollen en gebruikers toe – en klaar. Alle geïntegreerde machines en werkstations rapporteren hun status direct aan de software via een gateway. Zo kunnen problemen meteen worden opgespoord en kunnen processen voortdurend worden geoptimaliseerd door middel van analyses. "Wij zijn echt onder de indruk van de WERMA-oplossing", aldus Tobias Weißhaar."Het hele systeem is uiterst overzichtelijk en echt heel gemakkelijk te gebruiken. Met WeASSIST kunnen de medewerkers precies die gegevens evalueren die ze nodig hebben. "We zijn absoluut tevreden en verheugd dat we als hoofdgebruikers onze ervaringen en suggesties konden inbrengen en zo het hele systeem nog beter konden maken." • www.metabo.com www.werma.com
Beweging is onze passie. Voor de beweging de juiste, meest efficiënte oplossing te vinden, dat is onze opdracht. Wij produceren en leveren producten in de aandrijftechniek; van componenten tot en met mechatronische systemen. Wereldwijd.
Elektromechanische aandrijftechniek –van component tot complete oplossing
Holland Motion Group bestaat uit twee zusterbedrijven: Holland Hydraulics richt zich op de hydraulische aandrijftechniek terwijl Holland Actuators zich vooral bezighoudt met elektromechanische aandrijvingen. Holland Actuators is ruim vier jaar geleden opgericht om invulling te geven aan de toenemende vraag naar elektromechanische oplossingen als alternatief voor hydrauliek. Een schot in de roos omdat de twee zusterbedrijven samen de markt nu breed en goed kunnen bedienen.
Holland Hydraulics is in 1994 opgericht. Anno 2022 heeft het familiebedrijf nog steeds een focus op hydraulische aandrijftechniek voor de industriële, maritieme en offshore markt. Het bedrijf constateerde echter dat de belangstelling voor elektrische aandrijftech niek toenam. Geen onlogische ontwikkeling: elektrische aandrijftechniek biedt immers steeds meer mogelijkheden en is hiermee steeds beter geschikt voor applicaties waar hydrauliek vroeger het alleenrecht had.
Wie de overstap durft te maken van hydrau lisch naar elektrisch, profiteert onder meer van het feit dat elektrische aandrijvingen eenvoudiger zijn te ontwerpen maar ook eenvoudiger aan te sluiten (plug&play), in te stellen en te gebruiken. Daarnaast verbruiken ze vaak minder energie en maken ze minder geluid. Tevens gaan de benodigde compo
nenten langer mee en is het eenvoudiger om gegevens uit de aandrijving te halen ten behoeve van bijvoorbeeld monitoring, kwaliteitscontrole of onderhoud. Tot slot zijn elektrische aandrijvingen compacter omdat er geen hydraulische powerunit nodig is, zijn er geen hydrauliekslangen nodig en is er geen kans op milieuvervuiling door olie.
HOLLAND ACTUATORS
De verschuivende belangstelling was scherp opgemerkt door Holland Hydraulics en alle reden om binnen de Holland Motion Group om Holland Actuators op te richten. Beide bedrijven onderscheiden zich uitsluitend door het type aandrijftechniek. De kennis en knowhow, de kwalitatief hoogwaardige pro ducten en de ervaring om mee te denken in complexe vraagstukken is in beide onderne mingen in de volledige omvang aanwezig.
NIASA
Qua componenten vertegenwoordigt Holland Actuators onder meer het Noord-Spaanse NIASA. Hier betrekt het bedrijf onder meer lineaire eenheden die zich kenmerken door een hoge kwaliteit en een lange levensduur. Hieronder vallen schroefspindels, lineaire actuatoren, stangloze actuatoren en tand wielkasten. Dit partnerschap geeft bovendien
toegang tot de sterke R&D faciliteiten en de complete productievoorzieningen van NIASA. Het Spaanse bedrijf is dan ook een ster in het meedenken met klantvraagstukken en in staat om klantspecifieke producten in eigen huis te vervaardigen. Inclusief testen en certificeringen.
Lourens Derksen is general manager bij Holland Actuators en geeft aan: “Met dit uitgebreide programma van NIASA, richten wij ons vooral op specials en heavy-duty toepassingen tot ongeveer 500 kN. Dit zijn de applicaties waarbij we voorheen hydrauliek zouden toepassen, maar waarvoor we nu zowel hydraulische als elektrische oplossin gen kunnen aanbieden.”
MEDIUM TOEPASSINGEN
Toen de start van Holland Actuators succes vol bleek te zijn, is het assortiment al snel uitgebreid met elektromechanische oplos singen voor de minder zware toepassingen. Hiervoor koos het bedrijf de producten en support van Bosch Rexroth. Lourens Derksen: “We hadden op zich al wel lineaire actuatoren in het programma, maar die waren voor sommige toepassingen echt té robuust. Je wilt dan naar lichtere oplossingen die vaak ook sneller zijn, dynamischer en nauwkeu riger aan te sturen; dan kom je vanzelf op servotechniek uit en daarvan heeft Bosch Rexroth een prachtig programma. Niet alleen met betrekking tot de actuatoren zelf, maar ook ten aanzien van de bijbehorende software. Hiermee kunnen we snel, voor
elke klantapplicatie, enerzijds de actuatoren eenvoudig samenstellen en anderzijds het programmeren en inbedrijfstellen sterk vereenvoudigen.”
EXCELLENT SERVICE PARTNER
De producten van Bosch Rexroth bevallen dermate goed, dat Holland Actuators zich heeft laten opleiden tot ‘Excellent Service Partner’ voor automation en electrification. Dit is onderdeel van het Certified Excellen ce Partnerprogramma dat Bosch Rexroth opzette om haar eigen klanten wereldwijd de beste ondersteuning te kunnen bieden. Naast ‘Service’ omvat het kwalificatieprogramma tevens Training, Solution en Distribution.
Lourens Derksen: “Om CE-Partner Service te mogen worden, moet je een uitgebreid en behoorlijk zwaar certificeringsprogramma doorlopen. Wanneer je hiervoor slaagt, mag je aan de slag als expert die een bewezen deskundig advies en aftersales onder steuning kan bieden voor Bosch Rexroth producten en oplossingen. Klanten van Bosch Rexroth die in onze regio deze ondersteuning nodig hebben, worden automatisch naar ons doorverwezen. Wij zijn gecertificeerd voor elektrische servosystemen, Indradrive geïntegreerde veiligheidstechniek L3/S4 en Indradrive aandrijfoptimalisatie. Holland Actuators voert bijvoorbeeld onderhoud uit aan servomotoren, -drives en -regelaars en kan reparaties en revisies organiseren. Mooi werk, waarmee we onze eigen kennis helemaal up to date houden en bovendien
met bedrijven in aanraking komen die ook tot onze potentiële klantengroep behoren.”
UITBREIDEN
Nu de heavy duty en de ‘medium’ toepas singen zijn afgedekt, kijkt Holland Actuators voor de toekomst richting de markt voor lichtere toepassingen. “Eigenlijk zijn we hier achter de schermen al mee bezig”, geeft Derksen aan. “Dan moet je bijvoorbeeld denken aan 24 V toepassingen voor de mobiele sector. Zeker is in elk geval, dat we Holland Actuators verder zullen laten groeien en hiermee het aanbod vanuit Holland Motion Group steeds verder aanvullen en versterken.
Je merkt overigens dat het intern ook uitstekend is opgepakt. De mensen van beide divisies kijken eigenlijk automatisch naar de beste oplossing voor een specifieke aandrijftoepassing en denken niet eerst in hun ‘eigen straatje’. We hebben de kennis van beide soorten aandrijftechniek in huis wat betekent dat we aan afnemers ook goed kunnen voorrekenen waar de voordelen zitten. De ervaring leert dat sommige klanten bijvoorbeeld aanhikken tegen de investering in een elektrische aandrijving. Wanneer je samen met hen uitrekent wat uiteindelijk de TCO bedraagt, waarin de hogere efficiën tie en de lagere onderhoudsbehoefte van elektrisch wordt meegenomen, kom je al snel op een omslagpunt waarbij elektrisch tóch aantrekkelijker blijkt dan hydraulisch. Met onze experts komen we er altijd uit!”
HOLLAND ACTUATORS B.V. BINNENHAVENSTRAAT 14 7553 GJ HENGELO +31 (0)74 – 30 30 576
INFO@HOLLAND-ACTUATORS.NL WWW.HOLLAND-ACTUATORS.NL
BESTURINGSTECHNIEK
Frequentieregelaar
Bijna servo
Integrated Motion Controller bestuurt beitslijn
Huwa Pipeline Products in Sint-Oedenrode heeft in augustus 2021 een geautomatiseerde beitslijn in gebruik genomen. Op de lijn worden gelaste roestvast stalen onderdelen voor reparatieklemmen gebeitst en gereinigd. Het proces is ontwikkeld in samenwerking met Hellings Machinebouw in Sint-Oedenrode, met ondersteuning door Van Egmond Groep en Danfoss. Tekst: Ad Spijkers | Foto's: Worcflow
Huwa is onderdeel van United Pipeline Products dat in 2010 ontstond door het samengaan van zes bedrijven. Huwa, Romacon en Gekave houden zich bezig met de productie en verkoop van reparatieklemmen voor gas- en waterleidingen buitenshuis. De andere drie BV's binnen de groep leveren complementaire producten. "Wij willen totaalleveranciers zijn op het gebied van koppelen en repareren van leidingen, in zowel gas-, water- als petrochemische industrie. Ook voeren we producten voor leidinginstallaties in de scheepvaart", aldus Twan van Heesch, directeur van de groep.
Lekkages repareren
Veel leidingen liggen jaren in de grond en vele gaan op zeker moment lekken, bijvoorbeeld door
leiding. Er zijn klemmen voor asbestcement, gietijzer, staal of een kunststof, voor water, riolering of gas.
Huwa Pipeline Products maakt onder meer klemmen uit roestvast staal. De onderdelen daarvan worden gelast, maar lassen benadeelt de eigenschappen van het staal. Beitsen is een goede methode om die eigenschappen te herstellen. Hiertoe wordt het metaal een bepaalde tijd ondergedompeld in een bad met salpeterzuur en vervolgens gereinigd. Toen de groep in 2010 het huidige pand betrok, werd een eigen beitslijn in gebruik genomen.
verzakking, graafwerkzaamheden of wortels van bomen. Eén oplossing is de leiding uit de grond halen en vervangen. Een betere en goedkopere methode is om de leiding ter plaatse lekvrij te maken met reparatieklemmen; een soort pleister voor een
Arbo en markt Salpeterzuur is geen fijne vloeistof, weet ook Van Heesch. "Het is geen fijne ruimte om in te werken. Na twee jaar hebben we de ruimte laten verbouwen en een ultrasone spoelbak laten installeren. Daardoor hoefden mijn medewerkers niet meer zo vaak in speciale kleding die ruimte in. Maar je wilt eigenlijk überhaupt niet dat daar mensen werken. Drie jaar geleden besloten we het proces te vervangen. De arbeidsomstandigheden pasten niet meer bij de huidige tijd. Bovendien werd de beitslijn steeds meer de bottleneck in de productie, door krapte op de arbeidsmarkt en het inmiddels gestarte LEAN traject. Wereldwijd groeit het besef dat lekkende leidingen niet gewenst zijn. Daardoor groeien wij, maar moet er steeds meer roestvast staal door die ruimte heen."
Technisch adviseur Mark Saris van United Pipeline Products vult hem aan. "Wij lieten deze automatiseringsslag het liefst door een bedrijf uit de buurt doen.
“...je wilt eigenlijk überhaupt niet dat daar mensen werken. Drie jaar geleden besloten we het proces te vervangen. De arbeidsomstandigheden pasten niet meer bij de huidige tijd”
BESTURINGSTECHNIEK
Hellings Machinebouw is hier op nog geen kilometer afstand gevestigd. We besteden over en weer wel eens wat uit en er zijn ook persoonlijke relaties. We hebben de situatie en mogelijke oplossingen met hen besproken en zijn samen aan de slag gegaan."
Speciale machines
Erwin Dortmans is project engineer bij Hellings Machinebouw. "De technische inhoud van dit project sluit goed aan op de al bekende technieken welke we vaker toepassen voor oplossingen voor de voedingsmiddelenindustrie. Na het verkrijgen van deze opdracht hebben we het systeem doorgerekend. Denk hierbij aan de cyclustijden, de doorlooptijd en de benodigde capaciteit. Voor het positioneringstechnisch deel ben ik in gesprek gegaan met Van Egmond Groep, onze vaste leverancier voor elektrotechnische materialen. Voor elektrische aandrijvingen zijn we gestandaardiseerd op Danfoss frequentieregelaars. Na enig sparren en diepgang wat betreft de technische details zijn we bij Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 met Integrated Motion Controller terecht gekomen."
Het hoofdkantoor van Van Egmond Groep staat in Doetinchem, maar Hellings Machinebouw doet zaken met de vestiging in het nabij gelegen Veghel. Vestigingsmanager Hein Manders: "Wij zijn een elektrotechnische groothandel. We voeren zelf geen installaties uit, maar ondersteunen onze klanten wel met technisch advies en snelle levering. En als dat nodig is, zoals in deze applicatie, halen we de experts van Danfoss er bij."
Beitslijn
De beitslijn is een besloten ruimte met beits- en spoelbaden en een bad dat ultrasoon reinigt. Er zijn vier beitsposities, twee spoelstappen en een ultrasoon bad, met als laatste stap een droger, alles in een lineaire opstelling. De doorlooptijd voor een korf met onderdelen door de beitslijn heen is twee uur. Het beitsproces zelf duurt een uur. De korven met onderdelen worden in en uit een bad getakeld met een portaalkraan met een X-as en een Y-as. Uiteindelijk komen de korven met gebeitste en gereinigde onderdelen uit de droger, waarna een kar de korf op het uitvoerpunt afzet. Vanaf hier worden de klemmen verder samengesteld in de montage. De horizontale en verticale beweging van de kraan wordt frequentiegeregeld. Het gehele proces wordt bestuurd door een Siemens S7-1200 PLC, die onder meer de Danfoss frequentieregelaars aanstuurt. Alle
elektronica is ondergebracht in een compacte schakelkast buiten de beitsruimte.
Bijna servo
William Vermij was als technisch specialist van Van Egmond Groep bij het project betrokken. "Voorheen zou Hellings Machinebouw dit met servotechniek doen, maar in dit geval was frequentieregeling van asynchrone draaistroommotoren een robuustere en
prijstechnisch betere oplossing. De oplossing voldoet aan de eisen en is veel overzichtelijker voor degenen die met de lijn in bedrijf moeten werken. Ook qua service, onderhoud en aanpassing is dit eenvoudiger dan servotechniek."
Louis van der Kaaden is Partner support engineer bij Danfoss. "De drives zijn uitgevoerd met onze Integrated Motion Controller-software. Die biedt niet de hoge dynamiek van een servobeweging, maar wel
De beitslijn is een besloten ruimte met beits- en spoelbaden en een bad dat ultrasoon reinigt. De doorlooptijd voor een korf met onderdelen is twee uur.
De besturingskast van de beitslijn met de Danfoss-frequentiere gelaars met geïnte greerde motion controller.
“Je kunt met Integrated Motion Controller een soortgelijke manier van aansturen als met servo realiseren”
De Integrated Motion Controller software berekent een bewegingsprofiel op basis van gewenste positie en snelheid en stuurt de motoren aan, met een hoge repeterende nauwkeurigheid dankzij terugkoppeling met een encoder.
de gewenste snelheid en nauwkeurigheid voor deze toepassing." Zijn collega, Technical application specialist Michael Kannekens, vult hem aan. "Je kunt met Integrated Motion Controller een soortgelijke manier van aansturen als met servo realiseren. Je geeft de gewenste snelheid en positie op, waarna de drive een bewegingsprofiel berekent en de motoren aanstuurt. Dat doet hij met een hoge repeterende nauwkeurigheid dankzij terugkoppeling met een encoder. Het display op de besturingskast geeft de processtatus weer met de actuele posities." Dortmans keek samen met zijn collega’s ook naar de mechanische aspecten van de beitslijn. Denk hierbij aan de bestandheid tegen beitsdampen en het aandrijfprincipe."
Ervaringen
De installatie is net voor de zomervakantie van 2021 in bedrijf gesteld en draait sinds september 24/7. Softwarematig, met name wat betreft de cyclustijd en het afstemmen van bewegingen, bleek veel werk nodig, zegt Dortmans. "Er waren een aantal uitdagingen. In dit proces hebben we te maken met door elkaar lopende cyclustijden en achtereenvolgende bewegingen. In de voedingsmiddelenindustrie is het proces logischer; dat verloopt via actie-reactie."
Kannekens licht dat nader toe. "In de drive kunnen we snel een bewegingsprofiel berekenen en sturen dat naar de motoren. In principe zijn het lineaire bewegingen, maar we kunnen ook bepaalde profielen
uitvoeren, bijvoorbeeld een mooie S-curve. Je moet natuurlijk rekening houden met de mechanische belasting (traagheid) en met spelingen bij het remmen. De PLC voert de gewenste beweging in in de regelaar en Integrated Motion Controller doet de rest."
Saris besluit: "in het begin hadden we wat aanloopprobleempjes. Sommige problemen moesten we zelf oplossen. Dit is een productiebedrijf, we hebben niet altijd tijd om een diepere oorzaak van problemen te achterhalen. Maar de ondersteuning van Hellings, Van Egmond Groep en Danfoss is top geweest. Als het echt nodig is, staat een engineer van Hellings in luttele minuten in de fabriek." •
hellingsmachinebouw.nl huwa.com www.danfoss.com www.vanegmond.nl
Marc Saris (vlnr) geeft uitleg aan Louis van der Kaaden en Michael Kannekens van Danfoss en en Erwin Dortmans van Hellings.
Stappenmotoren
Nema
De nieuwste
PRECISIEBEURS
Precisiebeurs fundament kenniseconomie
De vraag naar nog nauwkeuriger en kleiner meten, produceren en construeren stijgt al jaren onverminderd. Producten en technologieën worden bovendien steeds complexer en slimmer. Precisietechnologie is dan ook razendsnel uitgegroeid tot dé stabiele basis van vele apparaten en componenten om ons heen.
programma maakt de beurs voor het eerst ook ruimte voor een zogeheten Live Stage. Dit is een open podium op de beursvloer waar topspelers uit de precisietechnologie hun visie op (grote) maatschappelijke uitdagingen presenteren.
Meer dan 325 exposanten Tijdens de Precisiebeurs ontmoeten de bezoekers ruim 325 exposanten. Ze vertegenwoordigen een breed scala aan specialismen, waaronder mechatronica, fijnmechanica, motion-control, fotonica, precisiebewerkingen, optica, meettechnologie, oppervlaktetechnologie en system supply.
Al meer dan 20 jaar is de Precisiebeurs dé plek waar de gehele precisietechnologie waardeketen samenkomt: van mechatronic engineering & systems, metrology, vacuum & clean, micro processing & motion, laser & photonics tot en met production for high precision. Ook dit jaar brengt de Precisiebeurs de hele keten op 16 en 17 november samen om van elkaar te leren en bij te praten over de laatste trends en ontwikkelingen binnen de precisietechnologie.
Programma
Na een schitterende jubileumeditie in 2022 staan ook dit najaar weer nieuw onderdelen op het programma bij de nog altijd groeiende Precisiebeurs. Naast een Big Science-congresprogramma, de uitreiking van verschillende awards en een uitgebreid Young Talent
“Het belang van precisietechnologie als fundament voor de kenniseconomie en onze technologische vooruitgang valt niet te onderschatten”, vat Bart Kooijmans het doel van de beurs samen. “Dat alles lukt alleen dankzij samenwerking in de gehele keten van toeleveranciers, maakbedrijven, kennis- en netwerkinstituten en overheid. Wanneer je mensen bij elkaar brengt ontstaan de mooiste dingen. De Precisiebeurs faciliteert dit al 21 jaar’’. •
KOM LANGS
Precisietechnologie krijgt de komende jaren een nog grotere betekenis voor de industrie en daarom mag op 16 en 17 november een bezoek aan de Precisiebeurs in ‘s-Hertogenbosch niet in uw agenda ontbreken: precisiebeurs.nl/ aanmelden
‘Wanneer je mensen bij elkaar brengt ontstaan de mooiste dingen’
Precies op het punt van belang
Ultranauwkeurige
closed-loop piëzo-positionering
Piëzo-actuatoren zijn populair wanneer nanometernauwkeurigheid is vereist voor bewegen en positioneren. Uiteraard komt daar een regeling aan te pas. De beste prestaties worden gehaald met behulp van feedback van de actuele positie in een gesloten regellus, oftewel closed-loop. De sensor voor positiemeting moet dan wel een orde nauwkeuriger zijn dan de specificatie voor de actuator en idealiter zo dicht mogelijk bij het punt van belang meten. Een oplossing komt van attocube: een interferometer met picometer-resolutie in een geminiaturiseerd en modulair ontwerp.
Hans van EerdenVoor het nauwkeurig meten van verplaatsing is interferometrie een bekend principe, gebaseerd op het golfkarakter van licht: bij interferentie kunnen lichtgolven elkaar versterken of juist uitdoven. Dat verschijnsel is het sterkst bij een coherente lichtbron zoals een laser die één specifieke golflengte uitzendt.
Een laserstraal wordt gesplitst in een referentiestraal die direct op een detector valt en een meetstraal die door het te meten object wordt weerkaatst en vervolgens op de detector valt. De meet- en de referentiestraal vertonen interferentie, waarvan de intensiteit wordt bepaald door hun faseverschil. Verplaatst het te meten object zich dan verandert het faseverschil en dus de intensiteit van de interferentie. Uit de meting van die verandering door een detector valt de verplaatsing af te leiden. De nauwkeurigheid is een fractie van de golflengte van het gebruikte licht (in de orde van honderden nanometers; zichtbaar licht is 400-800 nm) en komt daarmee in de buurt van de 1 nanometer.
Nauwkeurigheid en herhaalbaarheid
High-tech toepassingen vergen soms positionering van meerdere assen met de hoogste nauwkeurigheid en herhaalbaarheid. Een voorbeeld is de assemblage en uitlijning van fiberarrays. Daarvoor wordt een
array op een gestapeld xyz-positioneringssysteem geplaatst voor afzonderlijke bewegingen in de drie richtingen. Uitlijning van het array met behulp van dit positioneringssysteem moet zorgen voor een ideale lichttransmissie door elke fiber. Dat kan worden bepaald door de signaalintensiteit van elke fiberkern (diameter minder dan 100 micrometer) te scannen met een externe probe. Om de intensiteitsverdeling met hoge resolutie te kunnen meten, moet de relatieve beweging tussen probe en fiberkern herhaalbaar zijn binnen 25 nanometer. Om alle fibers in het array te kunnen inspecteren, zijn bovendien zeer nauwkeurige bewegingen over meerdere millimeters nodig.
Verplaatsing meten Interferometrie is hier het aangewezen meetprincipe en daar heeft attocube, de Duitse ontwikkelaar van nanotechnologie voor precisiepositionering, oplossingen voor. Zoals de IDS3010 interferometer met een resolutie van 1 picometer over een bereik tot 5 meter, met een herhaalbaarheid van enkele nanometers. En de ECSx3030 piëzo-actuator met een bereik van 20 millimeter, ontworpen voor industriële toepassingen en voorzien van lineaire lagers voor hoge stabiliteit. Deze actuator heeft een interne
Spiegel
Halfdoorlatende
Coherente lichtbron spiegel
Spiegel Detector
Rechts de schematische weergave van een Fabry-Pérot interferometer waarin laserlicht door fi bers wordt geleid; het fi beruiteinde fungeert hier als halfdoorlatende spiegel en referentie ineen. In de rechterbenedenhoek is te zien dat het meetresultaat varieert met de verplaatsing van het object.
Boven de interferometrische closed-loop regeling van een gestapeld xyz-positioneringssysteem (links, op de voorgrond) met behulp van attocube’s AMC100 positieregelaar (op de achtergrond, wit) en IDS3010 interferometer (rechts, zwart). Het fi berarray en een spiegelblok zijn bovenop het positioneringssysteem gemonteerd. Drie geminiaturiseerde sensorkoppen meten de xyz-verplaatsing dichtbij het punt van belang, oftewel de fi ber-array.
Rechts de schematische opstelling voor real-time positionering in de x-richting, uitbreidbaar in de y- en z-richting. In de rechterbenedenhoek de meting aan het sample, direct bij het punt van belang.
Links schematisch een interferometer in de bekende Michelson-uitvoering (bron: Stannered, wikipedia). Licht uit een coherente bron wordt door een halfdoorlatende spiegel gesplitst in twee stralen, die elk door een spiegel worden gerefl ecteerd en vervolgens op de detector vallen. De ene spiegel fungeert als referentie, de andere zit op het te meten (bewegende) object. De detector meet de interferentie tussen beide lichtstralen.
Verplaatsing
PRECISIETECHNIEK
Piëzo-positionering
Drie opeenvolgende grote stappen, van telkens 1 micrometer, heen en weer, zijn opgelegd volgens het verplaatsingsprofiel in de bovenste grafiek. De onderste vier grafieken tonen de gemeten verplaatsing, met de verticale schaal verdeeld in nanome ters. Vandaar de grote stap (1.000 nanometer) in schaalverdeling van grafiek naar grafiek. De samplefrequentie bedroeg 625 Hz.
Meting van opeenvolgende kleine stappen, van telkens een nanometer. Na negen stappen is een verplaatsing van 8,8 nm gemeten, bij terugkeer resteert een verschil met de uitgangspositie van 0,4 nm.
encoder voor positiebepaling, die afhankelijk van het type (resistief of opto-elektronisch) tot wel 1 nm resolutie en 50 nm herhaalbaarheid biedt. Gebruik van een externe sensor als de IDS3010 maakt echter nog striktere specificaties mogelijk. Bovendien heeft dit als voordeel dat dicht bij het punt van belang kan worden gemeten, waardoor externe invloeden zoals trillingen of thermische fluctuaties de meting minder verstoren. In het geval van uitlijning van een fiberarray bevinden de spiegels voor de meting zich direct onder het array.
Nanometers
Metingen met een testopstelling laten zien wat er mogelijk is aan nauwkeurigheid en herhaalbaarheid. Bij grote stappen is duidelijk een overshoot zichtbaar, als gevolg van het zogeheten stick-slip fenomeen in de actuator. Na enkele seconden is de positie binnen een nanometer stabiel. Bij meting aan opvolgende kleine stappen is die stabiliteit nog duidelijker zichtbaar op de afzonderlijke niveaus. Bijvoorbeeld na een ‘reis’ van 9 nm heen en weer resteert een verschil met de uitgangspositie van 0,4 nm. Conclusie is dat nanometerstappen mogelijk en meetbaar zijn en dat de herhaalbaarheid, ruim gerekend, in de orde van nanometer(s) ligt.
Ook rotatie
Bij het meten van de verplaatsing van grote objecten, zoals wafertafels, met één sensor per richting, kan rotatie van het betreffende object over het hoofd worden gezien. Dat is te ondervangen door er een sensor bij te plaatsen. Met twee sensorkoppen naast elkaar kan niet alleen de verplaatsing in één richting worden gemeten, maar ook de rotatie om een andere as, vaak de verticale. In de scheepvaart spreekt men dan van ‘gieren’ (‘yaw’ in het Engels): het heen en weer roteren van een schip rond zijn staande as. Het gemiddelde signaal van de twee sensoren geeft dan de verplaatsing; extra nauwkeurig vanwege de midde ling. Het verschilsignaal is dan juist een maat voor de rotatie. Testen laten zien dat rotatie tot op het niveau van microradialen (1 μrad = 0,000057°) is te meten. Nanometers en microradialen, daar ligt het belang van closed-loop piëzo-positionering. •
Dit artikel is mede gebaseerd op enkele van attocube’s Application Notes Motion&Sensing.
www.attocube.com
KOM LANGS
Attocube neemt 16 en 17 november deel aan de Precisiebeurs in de Brabanthallen in 's-Hertogenbosch en is te vinden in hal 1, stand 245.
Rotatie van een testobject om de z-as bij een opgelegde grote verplaatsing (1 m) in de y-richting. Blijkbaar is er op microschaal sprake van enig ‘gieren’ (‘yaw’). De rotatie is afgeleid van de meting van verplaatsing in de x-richting met twee sensorkoppen.
Met twee sensorkoppen naast elkaar is niet alleen de verplaatsing in een horizontale richting (hier x) te meten, maar ook de rotatie om de verticale as (‘yaw’). Links zijn de sensorkoppen (sensor heads SH1 en SH2) op de vaste wereld gemonteerd en zit de spiegel op de tafel. Rechts de omgekeerde variant. Beide configuraties hebben hun voors en tegens. Bij vaste sensoren bijvoorbeeld hoeft er geen bekabe ling mee te bewegen, bij vaste spiegels is een groter bereik mogelijk (bepaald door de lengte van de spiegel). Met sensorkop SH3 wordt de verplaatsing in de y-richting gemeten.
Servotechniek en omsteltijden
Efficiënter werken blijft een populair onderwerp en staat bij veel bedrijven dan ook op de agenda voor 2023. Zoals in de afgelopen jaren is aangetoond, zijn verbeteringen mogelijk op diverse vlakken. Servotechniek kan daarbij een rol spelen. Door de inzet van servosystemen kunnen omsteltijden van machines worden teruggebracht en zo productiviteit verbeteren. Maar hoe doe je dat en welk servosysteem is hiervoor geschikt?
Tekst en beeld: MCA linear motion robotics
Omsteltijden verkorten is een veel besproken thema. Met diverse kleine aanpassingen kan de omsteltijd al worden teruggebracht. De eerste besparing ligt voor de hand, maar is belangrijk om te bekijken. Een grote
algemene verspilling is namelijk: wachten. Opgedeeld in geplande en ongeplande wachttijden, kan aan die laatste weinig worden veranderd omdat dit te maken heeft met storingen en controles. De geplande
Het Sigma 7 high-end motionsysteem leent zich voor zowel eenvoudige als heel dynamische toepassingen.
wachttijd is echter wel interessant om onder de loep te nemen. Zo kunnen externe handelingen worden uitgevoerd als de machine loopt, zoals het op voorhand klaarzetten van gereedschap of kan de machine worden schoongemaakt.
Servosystemen
Maar omsteltijden kunnen ook worden verkort door handelingen te automatiseren, bijvoorbeeld met behulp van een servosysteem. Een servosysteem bestaat uit een servomotor met servoregelaar. De positie van de motoras wordt naar de driver teruggekoppeld door middel van een encoder. Hier is het mogelijk om elektrische aandrijvingen op positie te sturen.
Servosystemen worden door veel machinebouwers toegepast en zijn terug te vinden bij eindgebruikers in diverse markten. Denk hierbij aan de medische sector en verpakkings- en foodindustrie. De grootste winst die te behalen valt met de inzet van een servosysteem is dat manuele handelingen en menselijke fouten worden verminderd. Tegelijkertijd komt dit ook de werkveiligheid ten goede.
Voordelen
De voordelen van servogestuurde machines ten opzichte van handmatige handelingen zijn:
1. centrale sturing, waardoor omstellen maar vanuit één plek nodig is in plaats van bediening via elke separate machine. Dit komt tevens de veiligheid op de werkvloer ten goede, doordat er geen fysieke toegang tot de machine nodig is;
2. instellingen van de machines kunnen worden opgeslagen en teruggezet;
3. constante herhaalnauwkeurigheid door het verminderen van handmatige taken;
4. door kortere responstijden wordt er per cyclustijd bespaard. Dit is met name interessant bij machines waar een grote mate van flexibiliteit nodig is en er veelvuldig tussen producten wordt gewisseld. Let wel - dit voordeel is alleen optimaal te benutten met high-end servosystemen.
De Jenaer Ecovario 114D en Sigma 7 van Yaskawa zijn servosystemen, die geschikt zijn voor handelingen waarbij omschakelen tussen verschillende producten of instellingen enkele malen per dag of week voor komt, zoals verpakkings- of bewerkingsmachines. Het
zijn beiden solide systemen, maar wel in een ander prijssegment en ze verschillen in spanningsbereik.
Ecovario 114D
De Ecovario 114 is een tweeassige driver die geschikt is voor stappenmotoren met en zonder encoderterugkoppeling en onder andere kan communiceren via CANopen, EtherCAT en Profinet. De geïntegreerde veiligheidsfunctie Safe Torque Off zorgt voor een veilige afschakeling bij een noodstopsituatie. Via de geïntegreerde PLC-functionaliteit kunnen eenvoudige functies worden geprogrammeerd. De driver is eenvoudig in bedrijf te stellen via eigen engineeringsoftware, zonder tijdrovende programmering en is een financieel interessante optie.
Sigma 7
Het Sigma 7 high-end motionsysteem staat bekend om zijn performance, bijvoorbeeld als het gaat om piekkoppel en dynamiek gekoppeld aan een hoge nauwkeurigheid. Onder andere deze eigenschappen dragen bij aan een grote veelzijdigheid; het Sigma 7 high-end motionsysteem leent zich voor zowel eenvoudige als hel dynamische toepassingen, daarbij geholpen door een breed vermogensbereik voor de motor en de versterker. De veelzijdige toepasbaarheid wordt verder benadrukt door de kleine bouwvorm en geïntegreerde communicatie-interfaces zoals EtherCat, ProfiNet en Mechatrolink III. De veiligheids functie Safe Torque Off is standaard geïmplementeerd in het systeem en voldoet aan de eisen voor SIL3 en PLe. Bovendien is ook integratie van de veiligheidsfuncties Safe Stop 1, Safe Stop 2 en Safely Limited Speed mogelijk. •
KOM LANGS
MCA linear motion robotics neemt 16 en 17 november deel aan de Precisiebeurs in de Brabanthallen in 's-Hertogenbosch en is te vinden in hal 1, stand 219.
De Ecovario 114 is een tweeassige driver die geschikt is voor stappenmotoren met en zonder encoderte rugkoppeling
Halfgeleiderproductie zonder slag of stoot
Bescherming op maat op alle assen
In de halfgeleiderindustrie wordt steeds verder gewerkt aan kleinere, efficiëntere, snellere en goedkoper geproduceerde chips. Hierbij worden ook steeds hogere eisen gesteld aan de handlingsystemen die verantwoordelijk zijn voor het schone en veilige transport van de wafers. In een maatwerktoepassing beschermen tien kleine stootdempers van ACE Stoßdämpfer alle lineaire assen.
Tekst: Robert Timmerberg | Beeld: ACE Stoßdämpfer
Vanwege de grote vraag naar microprocessors en geheugenchips, en productie-uitval bij de productie van wafers, werken veel chipfabrikanten met eigen leveranciers van handlingsystemen. Zij voeren hun ontwerpen veelal uit met hoogwaardige, geteste standaardcomponenten voor aandrijvingen, besturingen en lineaire assen. Om laatstgenoemde lineaire assen optimaal met mechanische machineonderdelen te kunnen beschermen, die ook in een cleanroom kunnen worden gebruikt, is bij ACE Stoßdämpfer GmbH aangeklopt. De stootdemperspecialist biedt namelijk ook maatwerkoplossingen aan – ook conform de eisen van halfgeleiderfabrikanten. Met behulp van speciale software is een
oplossing uitgewerkt, die op de testbank aan de tand is gevoeld. Zo kunnen alle de assen goed worden beschermd en wordt beschadiging tijdens de handling voorkomen.
Drie types
Voor de productie van chips worden uiterst nauwkeurige, wrijvingsloze assen in een handlingsysteem geïnstalleerd. Volgens de fabrikant mogen de X- en Y-as en de centrale as bij een crash slechts met de maximaal toegestane krachten worden belast, om er 100 procent zeker van te zijn dat het systeem niet wordt beschadigd. Daarom moesten de drie assen hier worden uitgerust met drie verschillende types
kleine stootdempers uit het assortiment van ACE:
• voor de Y-as worden vier kleine stoot dempers met M20 schroefdraad gebruikt;
• voor de X-as eveneens vier, maar met M18 schroefdraad;
• voor de centrale as twee met M25 schroefdraad.
De engineers van ACE kregen bovendien informatie over de maximale reactiekracht bij een crash. Bij de Y-as waren de parameters per demper bijvoorbeeld als volgt: massa, m = 95,85 kg en de snelheid, v = 1,08 m/s, en komt daarmee overeen met een kinetische energie van 55,90 Nm. De maximale toegestane reactiekracht voor deze as was 5.700 Nm.
Boorpatroon
Op basis van deze informatie werd op de R&D-afdeling van ACE in een tweede stap het bijbehorende boorpatroon voor de passende types kleine stootdempers gesimuleerd. Men slaagde erin om de energie en snelheid gelijkmatig over de gehele slaglengte van 14 mm te vertragen en daarbij de maximale reactiekracht tot circa 5.300 Nm terug te brengen. ACE kon met behulp van mechanische onderdelen ook voldoen aan de gespecificeerde waarden voor de best mogelijke bescherming van de andere twee assen. In een derde en laatste stap werden de kleine stootdempers, die op basis van de simulatie
op maat werden gemaakt, na uitvoerige tests aan de klant geleverd. De tien kleine stootdempers van ACE beschermen nu alle drie de bewegingsassen van een handlingsysteem dat wordt gebruikt voor de productie van wafers.
Kleine stootdempers van ACE
De drie verschillende kleine stootdempers met schroefdraad in de maten M18 tot M25 in de beschreven toepassing zijn typische voorbeelden van voor de tien productseries van kleine stootdempers van ACE. Daartoe behoren ook dempings- en remelementen van rvsl, die niet alleen voldoen aan de strenge eisen van de halfgeleiderindustrie, maar ook aan de hygiënevoorschriften in de medische technologie en de voedingsmiddelenindustrie. Bepaalde modellen van de compacte, onderhoudsvrije, hydraulische machineonderdelen werken indien nodig ook rechtstreeks in de pneumatische cilinders. Zij verminderen de belasting daar even goed als bij gebruik in miniatuurgeleidingen in handlingapparatuur en in vele andere industriële toepassingen. Innovatieve afdichtingstechnieken en de stootdemperbehuizingen, gemaakt van gelegeerd hogesterktestaal, garanderen hoge standtijden. Naast een assortiment van toebehoren, zoals geleidingspennen, biedt ACE ook stootdempers met speciale schroefdraadmaten, vloeistoffen, andere slaglengtes en in speciale uitvoeringen aan. •
KOM LANGS
ACE Stoßdämpfer, onderdeel van de Stabilus groep, neemt 16 en 17 november deel aan de Precisiebeurs in de Brabanthallen in 's-Hertogenbosch en staat in hal 1, stand 335.
Door middel van simulatie op basis van de snelheid en de impactmassa wordt per as het boorpatroon voor de smooropeningen in de drukhuls van de demper bepaald.
REPORTAGE
Micromotoren voor maximale ondersteuning
exoskelet
Het autonomyo-exoskelet dat volgend jaar beschikbaar moet komen, levert actieve loopondersteuning aan verzwakte spieren en zorgt voor een intuïtieve beweging, die de natuurlijke loopbeweging nabootst. Zes micromotoren drijven de ondersteuning aan. Voor een harmonieuze interactie tussen het exoskelet en de drager is een alles-in-één-componentmotor met een koppelsensor ontwikkeld.
Tekst & beeld: Faulhaber
In de medische wetenschap zijn ruim 800 neuromusculaire afwijkingen bekend, die een uitwerking hebben op de zenuwen en de spieren van patiënten. Soms betreft dit het hele lichaam, soms alleen een deel. Gelukkig zijn de meeste neuromusculaire afwijkingen relatief zeldzaam. Voor patiënten is het gevolg vaak een sterk verminderde mobiliteit. De oorzaken en de prognoses van deze afwijkingen zijn namelijk verschillend, maar één ding hebben ze gemeen: spierzwakte – musculaire dystrofie. En vaak is het verloop progressief.
Enorme impact
Mohamed Bouri, die de onderzoeksgroep voor Rehabilitation and Assistive Robotics (REHAssist) leidt aan de technische universiteit van het Zwitserse Lausanne (EPFL): "Als spierzwakte optreedt in de benen wordt het steeds moeilijker om te lopen. Uiteindelijk kan de patiënt niet meer zonder ondersteuning, zoals krukken. De spieren werken nog wel, maar ze hebben niet voldoende kracht om iemand stabiel overeind te laten blijven of om de benen onafhankelijk te bewegen. Dit heeft natuurlijk een enorme impact op de bewegingsvrijheid en kwaliteit van leven. Het effect is vergelijkbaar met dat van een halfzijdige verlamming na een beroerte. Ons doel was om die beperkingen zoveel
mogelijk te boven te komen met gemotoriseerde ondersteuning, zodat de patiënt nog steeds gebruikmaakt van de aanwezige eigen spierkracht om te bewegen."
Autonomyo
Met ‘gemotoriseerde ondersteuning’ bedoelt de onderzoeksleider een exoskelet, met technologie die geïnspireerd is op het menselijk lichaam. Conventionele exoskeletten helpen mensen met spieraandoeningen om zonder krukken te lopen, maar ze wegen al snel meer dan 40 kilo. Het autonomyo-exoskelet dat is ontwikkeld door de REHAssist-groep is met slechts 25 kilo een stuk lichter. Het werkt samen met het verzwakte, maar deels nog functionele bewegingsapparaat van de patiënt. Autonomyo combineert intensieve training
garanderen. Met behulp van sensoren past het exoskelet zich aan de mogelijkheden van de patiënt aan en biedt het adaptieve bewegingsassistentie om het herstel te verbeteren en te versnellen. Het digitale platform is uitgerust met kunstmatige intelligentietechnologie en geeft patiënten trainingssuggesties op basis van hun vooruitgang.
tijdens het ziekenhuisverblijf met continue revalidatie thuis. Het exoskelet is verbonden met een digitaal trainingsplatform dat artsen in staat stelt patiënten op afstand te volgen en zo een optimale follow-up te
Gebruikers dragen het apparaat als een korset om het middel, met manchetten om de benen. Aan iedere kant ondersteunen drie motoren de beweging door de kracht te leveren die ontbreekt in de spieren. Eén motor buigt en strekt bij de heup, en één bij de knie. De derde motor ondersteunt de adductie en abductie bij het heupgewricht, oftewel de zijwaartse bewegingen ten opzichte van de middellijn van het lichaam. Samen helpen de motoren de patiënt om het evenwicht te bewaren en rechtop te lopen. Autonomyo is recent getest in een klinische studie onder mensen met een loopbeperking, en het skelet doet wat het moet doen: ondersteuning bieden zonder de bewegingsvrijheid te beperken, in harmonie met de bedoelingen van de gebruiker. Hierbij had het geen negatieve uitwerking op de bewegingsruimte van de gewrichten of de loopcadans.
Koppelsensor
Het is absoluut essentieel dat het skelet de
“Ons doel was om die beperkingen zoveel mogelijk te boven te komen met gemotoriseerde ondersteuning”
natuurlijke gang van de gebruiker ondersteunt. Bouri legt uit: "De eerste trigger om van positie te veranderen, dus om te gaan lopen, is een kleine verandering van de beenpositie. Die verandering detecteren wij door gegevens te combineren van een inertiële meeteenheid, acht belastingsensoren in de zolen, en de encoders van de motoren, die werken als positiesensoren van de gewrichten. Al die gegevens helpen om het evenwicht te ondersteunen."
Tijdens het lopen is de interactie tussen het apparaat en de gebruiker van cruciaal belang. Faulhaber heeft een koppelsensor ontwikkeld die deze interactie registreert en zo nauwkeurig de juiste ondersteuningsstrategie kan uitvoeren. Frank Schwenker, onderzoeksleider Advanced Engineering bij Faulhaber, licht het project toe: "We zijn een paar jaar geleden begonnen om een nauwkeurige koppelsensor in een motor te integreren, voor toepassingen als ‘cobotics’ om veilige interactie tussen robots en mensen te bevorderen. Met autonomyo kunnen we dit concept voor het eerst
implementeren in een uitdagende technologie voor loopondersteuning."
Hoge-resolutie meetsysteem
De conventionele technologie voor koppeldetectie maakt gebruik van expansiestrips op de componenten. Die vervormen door de uitgeoefende kracht.
Het zwakke punt is hierbij de lijmverbinding waarmee ze bevestigd zijn. De ontwikkelaars van Advanced Engineering hebben de strips vervangen door een meetsysteem met hoge resolutie. "Hiermee realiseren we een afwijking van minder dan 1,5 procent in het meetbereik van plus/ min 30 Newton-meter," vertelt Schwenker.
"De sensor geeft zo een bijzonder nauwkeurige waarde voor het reactiekoppel in de loopbeweging."
Deze waarde speelt een essentiële rol in de aansturing van het autonomyo-exoskelet, dat natuurlijk ook met talloze andere waarden werkt. Bouri: "Het vereist een bijzonder gedifferentieerde kalibratie van het hele systeem om het skelet goed in te stellen voor individuele patiënten. De
software berekent de signalen voor de aansturing van de aandrijvingen op basis van verschillende parameters en de feedback van de beweging. Met die informatie wordt het soort ondersteuning bepaald, en de hoeveelheid kracht die de motoren moeten leveren."
Aandrijfkracht en ontwikkelingspotentieel Faulhaber levert de zes aandrijvingen in ieder skelet. De centrale component hierin is de 3274 BP4 borstelloze motor met een diameter van 32 millimeter. Van alle verkrijgbare motoren in dit formaat, levert deze motor het meeste vermogen. Een 42 GPT planetaire tandwielkast zorgt voor de overbrenging, met een as die speciaal is ontwikkeld voor deze toepassing. Een magnetische IE3-encoder levert de positiegegevens aan de controller. De koppelsensor is ingebouwd in de tandwielkasten van de vier motoren die de buig- en strekbewegingen ondersteunen.
De vereisten die het skelet stelt aan de aandrijvingen zijn typisch voor micromotoren: zoveel mogelijk kracht in een zo klein
REPORTAGE
Elektrische aandrijftechniek
PROJECT AUTONOMYO
De Zwitserse vereniging tegen neuromusculaire ziekten (ASRIMM) is de oorspronkelijk initiator achter het exoskelet, dat in 2021 heeft geleid tot oprichting van de start-up autonomyo als spin-off van de EPFL. Zij kunnen bouwen op de ondersteuning van het BioRob-laboratorium voor biorobotica (BioRob), dat verbonden is aan de REHAssist-onderzoeksgroep en het laboratorium voor translationele neurale engineering (TNE). Ondersteuning komt van de Zwitserse stichting voor onderzoek naar neuromusculaire Ziekten FSRMM en de Zwitserse multiple sclerose vereniging. De REHAssist-groep werkt samen met de CHUV, het universitair ziekenhuis in Lausanne, om de veiligheid en de voordelen van dergelijke hulpmiddelen voor personen met verschillende soorten aandoeningen in een klinische omgeving te evalueren. Industriële partners zoals Faulhaber ondersteunen het project om innovatieve actuatortechnologieën in te bouwen.
De onderzoeksonderwerpen bij de ontwikkeling van het exoskelet:
• ontwerp van een zeer transparant meervoudig actuatorsysteem dat alle vrijheidsgraden van de gebruiker reproduceert;
• haptische mens-robot interactie die werkt volgens de intentie van de gebruiker;
• instelbare assistentie om de gebruiker naar behoefte te helpen;
• strategie voor evenwichtsverbetering om te voorkomen dat de gebruiker valt;
• compacte, lichte en esthetische mechanische structuur om de gebruikerservaring te verbeteren.
Het exoskelet heeft drie vrijheidsgraden per been, die overeenkomen met de menselijke heupadductie/abductie, heupflexie/extensie en knieflexie/extensie. De actuatoren voor flexie/extensie bevinden zich op afstand van de gewrichten, verbonden via een kabel in combinatie met een planetaire overbrenging. De abductie/adductie-aandrijving wordt overgebracht via een vierstangenstelsel en een kogelomloopspil. Ter hoogte van de enkel bevat het exoskelet een passief kogelgewricht.
en zo licht mogelijk design, met nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en een lange levensduur. Bouri: "Het was niet zo moeilijk om de juiste leverancier te vinden voor onze aandrijvingen. Op basis van onze specificaties waren er maar een paar mogelijke motoren overgebleven als kandidaten. De interfacultaire onderzoeksgroep voor astrofysica van onze universiteit werkt al met Faulhaber en hun aanbeveling was overtuigend. Er was al een goede relatie. Bovendien had Faulhaber al de juiste uitgangspositie om binnen korte tijd een koppelsensor te ontwikkelen. Dat was voor ons project erg belangrijk."
De centrale component in de aandrijving is de 3274 BP4 borstelloze motor.
Aan beide zijden van het exoskelet ondersteunen drie Faulhaber-motoren met geïntegreerde koppelsensor de beweging door de kracht te leveren die ontbreekt in de spieren.
Nog geen serieproduct Voorlopig is de component nog geen serieproduct. De aandrijving wordt alleen nog in kleine hoeveelheden gemaakt voor de universiteit van Lausanne. Schwenker ziet wel veel andere mogelijke toepassingsgebieden: "Koppelmetingen met een hoge resolutie kunnen veel waarde toevoegen voor alle haptische toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan robotondersteuning in operatiekamers, waarbij de chirurg een instrument gebruikt en het apparaat het vermogen en de precisie aanstuurt. De sensor kan ook beschermend werken en het koppel beperken. En het is ideaal voor
Een 42 GPT planetaire tandwielkast zorgt voor de overbrenging, met een as die speciaal is ontwikkeld voor dit exoskelet.
documentatieprocessen in de kwaliteitsbewaking, als er bewijs nodig is van extreem nauwkeurige koppelwaarden." • www.autonomyo.ch www.faulhaber.com
KOM LANGS
Faulhaber neemt 16 en 17 november deel aan de Precisiebeurs in de Brabanthallen in 's-Hertogenbosch en is te vinden in hal 3, stand 510.
Dynamische energietoevoer eenvoudig
voor bewegingen in alle richtingen Eenvoudig ontwerp met e-chains®, chainflex® kabels en componenten van igus®. Kies, bereken en bestel
igus.nl/the-chain
ons: www.igus.nl/news
TECHNIEK
Meerasige controllers
Voor OEM-ers en system integrators
De nieuwe meerassige Parker Motion Controllers bieden de industriële automatiseringsmarkt een combinatie van logica, realtime motion control, veiligheidsfuncties en visualisatie in een volledig schaalbare oplossing. Met de controllers mikt Parker behalve op OEM-ers die bijvoorbeeld verpakkings- of handlingmachines bouwen, ook op system integrators in de voertuig-, textiel-, papier- en voedsel- en drankenindustrie.
De serie, gebaseerd op een ventilatorloze ARM cpu-architectuur bestaat uit de PAC120 en PAC340 als deel van een systeem van I/O-modules om signalen binnen een EtherCAT-netwerk te koppelen. Gekozen is voor het onafhankelijke CODESYS SoftMotion-platform voor snelle en eenvoudige programmering met speciale functies voor motion-control-toepassingen. Alles is geïntegreerd in één gebruikersinterface op basis van de IEC 61131-3- en PLCopen Motion-normen. De modulaire architectuur kan worden uitgebreid met een veiligheidscontroller en veiligheids-I/O-modules om te voldoen aan de vereisten van de machinerichtlijn 2006/42/EC.
PAC120 en PAC340
De PAC120 is ideaal voor toepassingen die flexibele bewegings- en automatiseringsbesturing vereisen en biedt PROFINET I/O- of Ethernet/IP-opties, evenals ‘native Modbus TCP on-board’. Voor wie bezig is met veeleisende, realtime, meerassige toepassingen, biedt de PAC340 een krachtige CODESYS 1,5 GHz quad-core CPU, samen met native PROFINET I/O en on-board Ethernet IP. Zowel PAC120 als PAC340 zijn geschikt voor wereldwijde implementatie met de vereiste certificaten (CE, UL en CCC).
Fabrieksnetwerken
De reeks, geschikt voor DINrail-montage, is ontworpen voor eenvoudige opname in bestaande fabrieksnetwerken. De controllers kunnen standaard overweg met verschillende communicatieprotocollen, inclusief een OPC UA-server, Modbus TCP, EtherCAT en dual LAN-netwerken, samen met extra opties voor Ethernet/IP, Profinet, en Profibus. USB-poorten en een ingebouwde SD-kaartsleuf maken de lokale opslag
van procesgegevens en de uitwisseling van besturingsprogramma's mogelijk.
Opties
Voor de PAC120 en PAC340 zijn verschillende opties beschikbaar als het gaat om geheugencapaciteit, CPU-prestaties, communicatie-opties en CNC-functionaliteit. Hiermee moet het volgens de makers mogelijk zijn om te voldoen aan de vereisten van bijna elk automatiseringsproject als het gaat beweging, synchronisatie of positionering. •
KOM LANGS
Parker neemt 16 en 17 november deel aan de Precisiebeurs in de Brabanthallen in ‘s-Hertogenbosch en is te vinden in hal 1, stand 141.
TECHNIEK
Elektromagnetische compatibiliteit
EMC in het kwadraat
Nieuwe kabelsamenstelling omzeilt de lekstroom status quo
Elektromagnetische compatibiliteit wordt een steeds groter thema binnen de industriële automatisering. Niet zo vreemd, aangezien de dichtheid van potentiële stoorzenders snel toeneemt en er parallel een steeds grotere datastroom loopt die hier last van heeft. Kabelfabrikant LAPP ging daarom terug naar de basis en ontwikkelde een nagenoeg interferentievrije servokabel.
Liam van KoertHet lijkt tegenstrijdig. Een kabel die geen stoorzender is. Geldt dat namelijk niet voor alle kabels? Volgens de EMC-richtlijn1 zijn kabels passieve elementen en wordt met de vinger vooral richting actieve stoorzenders als frequentieregelaars gewezen. Kabels zijn eerder ‘slachtoffer’ dan veroorzaker van elektromagnetische interferentie. Dus waarom zou je je als kabelfabrikant hier dan zo druk over maken en EMC – samen met gelijkstroom – als belangrijkste kerncompetentie benoemen?
euro, en je snapt dat klanten maar wat graag een beroep doen op de unieke kennispositie de we als kabelfabrikant hebben opgebouwd. Bovendien is een marktgroei in dit segment van negen tot tien procent per jaar natuurlijk ook mooi meegenomen.”
Verbindende rol
1 Volgens de EMC-richtlijn
2014/30/EU Artikel 3 wordt elektromagnetische compatibiliteit gedefinieerd als “[...] het vermogen van een apparaat om naar tevredenheid te werken in zijn elektromagnetische omgeving zonder elektromagnetische interferentie (EMI) te veroorzaken, welke onaanvaardbaar zou zijn voor andere apparatuur in deze omgeving.” Kabels zijn passieve componenten en vallen daarom niet onder de EMC-richtlijn 2014/ 30/EU. Wel maken EMC-gerelateerde vereisten voor sommige afgeschermde kabeltypes deel uit van de Europese of nationale kabelontwerpnormen.
40.000 euro per minuut
Georg Stawowy is als chief technology Officer al een klein decennium het technische geweten van LAPP. Voor het duiden van de grote stroom- en signaalthema’s beschouwt hij doorgaans echter een grotere tijdspanne en begint hij het liefst bij het begin. “EMC is met de opkomst van radiotechnologie sinds de Tweede Wereldoorlog een niet te onderschatten thema”, blikt hij terug op de storende geschiedenis van elektromagnetisme. “Met de komst van de TV nam het snel aan belang toe. Toch duurde het tot begin jaren tachtig voordat er normen kwamen die bescherming tegen elektromagnetische interferentie boden. Tegenwoordig is de EMC-richtlijn verplichte kost voor elk elektrotechnisch ontwerp. Dit is maar goed ook. Steeds meer van onze klanten worden geconfronteerd met het belang hiervan. Zo blijkt in 30 procent van de gevallen een storing in een fabriek terug te voeren naar een EMC-probleem. Tel daar bij op dat in sectoren als de automotive de kosten van een minuut stilstand kunnen oplopen tot 40.000
Die unieke kennispositie heeft LAPP deels te danken aan haar ‘passieve rol’ die inherent is aan de technologie die het ontwikkelt. In technisch opzicht betekent dit dat kabels weliswaar passief zijn, maar wel degelijk storingen opnemen en afgeven en invloed hebben op het totale EMC-plaatje. In sociaal opzicht betekent passief eerder neutraal. Het neutrale karakter van hun portfolio maakt dat de kabelfabrikant een graag geziene sparringpartner is in tal van projecten die met potentieel concurrentiegevoelige informatie werken. Kabels zijn overal en LAPP vervult daarom ook in de kennisuitwisseling een verbindende rol. Een mooi voorbeeld hiervan is het project PEPA, waar LAPP, SEW Eurodrive, Danfoss, Block, Magnetec en de Universiteit Darmstad gezamenlijk werken aan toekomstbestendige EMC-oplossingen en die LAPP naast diepere inzichten ook verrassende ‘bijvangst’ opleverde.
Perfecte storm?
Om die nieuwe inzichten te duiden ontkomen we er niet aan eerst wat taaie EMC-theorie te behandelen. Gelukkig heeft LAPP sinds drie jaar Dr. Susanne Krichel, hoofd Innovation & Advanced Technologies binnen haar gelederen. “Er zijn momenteel diverse
samenvallende trends die elektromagnetische compatibiliteit belangrijker maken dan ooit. Op de eerste plaats is er een exponentiele groei van de hoeveelheid data die we als mensheid produceren en de overdracht hiervan. Dat betekent ook dat er steeds meer apparaten, al dan niet bedraad, in een ruimte zijn. De dichtheid van het aantal potentiële stoorzenders – meestal tevens ontvangers – groeit gestaag. Deze apparaten communiceren steeds hoogfrequenter. Enerzijds hebben we het dan over de kloksnelheden van de cpu’s in de diverse regelaars, maar ook nieuwe standaarden als 5G maken dat we met meer frequenties op kortere afstanden te maken hebben. Aangezien hoogfrequent elektromagnetisme meer geïnduceerde effecten tot gevolg heeft door een hogere weerstand, neemt het belang van EMC toe. Tot slot is er een trend om eerder genoemde data met steeds minder energie van A naar B te krijgen. Dat kan in theorie, maar maakt het signaal in de praktijk ook storingsgevoeliger.”
Samengestelde theorie
Elektromagnetische compatibiliteit richt zich volgens Kirchel op drie zaken: de emissiegraad, de bestendigheid tegen straling van buitenaf en de eigen storingsvastheid. Hoe streng de eisen ten aanzien van deze drie punten zijn hangt natuurlijk erg af van de toepassing. Even de wifi in huis kwijt zijn is irritant, maar niet onoverkomelijk. Vervelender wordt het als eigendom of veiligheid in het geding komen. Denk hierbij aan contactloze
PEPA
Het feit dat het simuleren van EMC lastig is en onvoorspelbaar is, wil niet zeggen dat het niet geprobeerd wordt. Het vaststellen, kunnen voorspellen en uiteindelijk reduceren van PE/PA-stromen (PE – beschermingsgeleiders (veiligheidisaarding) /)/ PA – potentiaalvereffeningsgeleiders) in netwerken met veel frequentieregelaars is één van de doelstellingen van project PEPA. Gezamenlijk met SEW Eurodrive, Danfoss, Block, Magnetec en de Technische Universiteit Darmstad werkte LAPP aan nieuwe servokabel die uitgebreid werd getest bij DEKRA. Het blijkt dat een opstelling met een zeroCM-servokabel in een range van 150 kHZ tot 1 MHz zo’n 8 dB minder ruis oplevert dan een standaardkabel. Aangezien we hier met een logaritmische schaalverdeling te maken hebben, is dat een fors verschil. Helemaal bij grotere kabellengtes kan dit het wel of niet realiseren van een toepassing betekenen.
De klassieke status quo: worden de capacitieve eigenschappen verbeterd, dan verslechteren de inductieve eigenschappen.
TECHNIEK
Elektromagnetische compatibiliteit
10 KEER SNELLER STORING OPSPOREN
De praktijk is weerbarstig en hoewel er bij de totstandkoming van de zeroCM servokabel heel wat simulaties zijn uitgevoerd, blijkt het zinvol simuleren van EMC bij een fabrieksvloer te onvoorspelbaar door een te groot aantal variabelen. LAPP biedt haar EMC kennis daarom ook aan als dienst. Ze ontwikkelde daartoe onder andere Etherline Guard voor het doormeten van kabels en zochten de samenwerking met enkele netwerkdiagnose-experts, waaronder het Nederlandse Procentec. LAPP ziet zich niet als storingsdienst maar denkt vooral waarde te kunnen toevoegen bij de inbedrijfname van productielijnen. Enkele zaken die ze veel tegenkomen? Niet afgeschermde patchkabels in een kast met frequentieregelaars. Niet doen. Een managed switched in plaats van een unmanaged switch? Wel doen. Een storing is dan 10 keer sneller opgespoord.
betalingen via NFC of het goed functioneren van een airbag. Machinestilstanden zijn natuurlijk ook geen pretje en hebben dan weer economische gevolgen. Voor het verlagen van de emissiegraad en verhogen van de (eigen)bestendigheid is er helaas geen ‘one size fits all’-oplossing. Natuurlijk gelden er enkele basisprincipes, maar elke bron, overdracht en ontvanger kent zijn eigen kenmerken. Storing door
bliksem werkt anders dan een storing door statische elektriciteit of straling vanuit een hoogspanningsleiding. Hetzelfde geld voor storingseffecten vanuit een f requentieregelaar of een lasrobot. In het ene geval is het hoogfrequent schakelen (pulsmodulatie) de boosdoener, in het andere geval spelen de hoge lasstromen een leidende rol.
Status quo krijgt twist
Hoewel elke storing zijn eigen signatuur heeft – je kan uit een spectraalanalyse een hoop afleiden –zijn ze het gevolg van drie gezamenlijk optredende ongewenste overdrachtsvormen – ook wel koppeling genoemd. Op de eerste plaats is er een capacitief effect. Dit treedt op als er zich een potentiaalverschil opbouwt tussen twee ladingdragers – bijvoorbeeld twee parallelle kabels. Je kan het vergelijken met de werking van een condensator, die kan op- en ontladen. Een tweede component is inductief. Dit is – net als bij een spoel – een stroom die wordt opgewekt door een magnetisch draaiveld. De laatste vorm is straling, waarbij de kabel als antenne fungeert. Natuurlijk is er nog een vierde vorm van koppeling: de galvanische. Maar aange-
De zeroCM kabel, die wel 20 tot 30 procent dikker is dan de klassieke servokabels en vooralsnog alleen voor statische toepassingen verkrijg baar is, is volgens LAPP een bijzondere gamechanger.
Links: De afstanden tussen afzonderlijke fasen ten opzichte van de aarde zijn niet gelijk en resulteert in inductieve stroom in de aarde.
Rechts: In de elektrisch symmetrische servoka bel zijn de afstanden van de drie fasen ten opzichte van de aarde gelijk. Hierdoor heffen de inductiestromen elkaar op.
zien dit de fysieke verbinding van de kabel betreft is deze overdrachtsvorm juist gewenst.
Volgens Stefan Hilsenbeck, senior engineer Advanced Technology bij LAPP, zijn het vooral de capacitieve en de inductieve koppeling die voor problemen zorgen. Gezamenlijk zorgen zij voor lekstromen die niet alleen storingen en potentieel onveilige situaties opleveren, maar ook onnodige slijtage tot gevolg hebben. Hilsenbeck: “Naast machinestilstanden door signaalstoringen, kunnen lekstromen ook het veiligheidscircuit minder veilig maken. Bovendien zorgen ze voor slijtage aan lagers en oxidatie van stalen constructies. Want hoewel er wettelijk geen stromen door geaarde uitwendige constructies mag lopen, meten we in de praktijk geregeld stromen die aanzienlijk hoger zijn dan 1 ampère. Geen veilige situatie dus. “
Om toch enigszins paal en perk te stellen aan lekstromen en tegelijkertijd de data-integriteit voor signaalkabels te verbeteren heeft LAPP al meer dan dertig jaar enkele trucs in de kabelkoffer die ook door andere fabrikanten worden toegepast. Zo helpt de ‘twisted pair’ configuratie bij het voorkomen van inductieve koppeling en verbetert het tegelijkertijd mechanische eigenschappen. Onderling zijn de signaalparen gescheiden door een zogenoemde ‘starguard’ en een combinatie van metaalfolie en een koperen vlechtwerk zorgen voor de welbekende elektrische en magnetische afscherming. Tot zo ver niets nieuws onder de zon.
Elektrisch symmetrische layout
Wie echter verder wil optimaliseren zoals in het geval in project PEPA, ziet zich voor wat betreft stroomvoerende servokabels al snel tot een al dertig jaar geaccepteerde tegenstelling gesteld. Kort door de bocht zou je kunnen stellen dat je zo’n kabel kan optimaliseren voor minimale inductieve óf minimale capacitieve
NIEUWE INZICHTEN AARDING
Sinds 2021 is heeft Profibus een nieuwe norm uitgegeven voor de installatie van Profibus- en Profinet-netwerken. Opvallend hierin is dat stervormig aardingsnetwerken, waarbij alle componenten naar één centraal netwerk aardpunt worden geleid, zijn verruild voor een mesh-vormig aardingsnetwerk. Hierbij wordt rond een installatie een ringleiding voor aarding gelegd waarom alle componenten worden aangesloten. Lekstromen – waarvan de wegen meestal ondoorgrondelijk zijn - leggen hierdoor een aanzienlijk kortere weg. Dit voorkomt vervelende effecten. In een volgende editie van A&B zullen we dieper op de nieuwe aardingsstandaard met een mesh-netwerk ingaan.
lekstromen. Hilsenbeck: “Bij de klassieke en geometrisch symmetrische configuraties was er altijd een doelenconflict. Minimaliseer je de capacitieve lekstromen, dan vergroot je de inductieve lekstromen en vice versa. Afhankelijk van de toepassing koos je het best passende compromis.
Toen ontstond ineens het idee om niet een geometrisch, maar een elektrisch symmetrische layout te kiezen. Hierbij is de afstand van de stroomvoerende fases tot de aarde door torsie voor elke fase gelijk, zodat inductieve stromen elkaar opheffen. De zeroCM-kabel was geboren. Eerst als klein prototype op mijn bureau, later als multi-fysisch model in COMSOL, waar we verschillende varianten konden simuleren. Uiteindelijk werd dit – inmiddels een kleine drie jaar later – de kabel die je hier voor je ziet. “
LAPP noemt de kabel, die wel 20 tot 30 procent dikker is dan de klassieke servokabels en vooralsnog alleen voor statische toepassingen verkrijgbaar is een bijzondere gamechanger, die laat zien hoe terugkeren tot de basis ook na 30 jaar zoete vruchten kan afwerpen. •
lappbenelux.lappgroup.com
De karakteristieken van een klassieke, geome trisch symmetrische en elektrisch symmetri sche servokabel naast elkaar.
SAFETY EVENT
De waarde van safety
Alles op de schop door UKCA en de Verordening voor Machineproducten?
Op 30 november heeft in 1931 Congrescentrum in ’s Hertogenbosch de twaalfde editie van het Safety Event plaats. Dit jaar is het overkoepelende thema ‘De waarde van safety’. Want kan je bijvoorbeeld een machine met CE-markering nog wel naar Engeland nu daar UKCA de ‘norm’ is? En die nieuwe Verordening voor Machineproducten? Gaat dan alles in de Europese Unie ook weer op de schop?
Robin ZanderExperts uit de praktijk gaan die vragen allemaal beantwoorden. Een andere vraag? Ook dit jaar staat een keur aan Safety Doctors gereed om de vragen van de deelnemers te beantwoorden. Wel even van te voren indienen zodat zij het ‘consult’ kunnen voorbereiden. En wat kost dan?
Niets als je een betaald abonnement hebt op een van de vakbladen van MYbusinessmedia, zoals Constructeur, Aandrijven en Besturen, Vraag en Aanbod en Elektro-Data. Voor niet-betalende abonnees bedraagt de toegang 150 euro, maar er zijn verschillende kortingen mogelijk. Ga voor meer informatie naar www.safetyevent.nl.
Waarde van safety
Maar de waarde van safety? Wat betekent dat nu? Het voorkomen van lichamelijk letsel bij de gebruiker van een machine die potentiële risico’s kent? Om te garanderen dat die gebruiker aan het einde van de werkdag veilig naar huis kan gaan? Natuurlijk. Het helpt uiteraard ook bij het voorkomen van mogelijke schade aan omgeving en milieu door calamiteiten die ongevallen met machines mede kunnen veroorzaken. Tel daar mogelijk productieverlies als gevolg van een ongeval bij op en de waarde van machineveiligheid wordt alleen nog maar duidelijker. Alleen dit rechtvaardigt al de investering
die een machinebouwer moet doen om een veilige al dan niet voltooide machine op te leveren. En die van de koper om de medewerkers veilige arbeidsmiddelen ter beschikking te stellen. Maar hoe zit dat met de investeringen in die middelen? Veranderende regelgeving – in binnen- en buitenland, nieuwe normen en richtlijnen en nieuwe technologie?
Inzicht in waarden Dr MIng Yang, universitair docent Safety & Security Science aan de Technische Universiteit Delft (TUD), kijkt in zijn Engels talige openingslezing verder dan de machinerichtlijn en de machinebouw als het om de waarde van safety gaat. Elk jaar zijn we wereldwijd getuige van vele ernstige ongevallen in verschillende sectoren, met bijvoorbeeld dodelijke slachtoffers, gewonden, milieuvervuiling en materiële schade tot gevolg. Veiligheidsbeheer is gericht op het gebruik van interventies om deze ongewenste gebeurtenissen te voorkomen en zo verschillende soorten verlies te vermijden. Beheerders beschikken over verschillende interventies met verschillende veiligheidsprestaties en -kosten; één veiligheidsinterventie kan meerdere functies hebben, zoals het voorkomen van dodelijke ongevallen en de bescherming van het milieu.
Daarom moeten we de waarde van veiligheid kennen wanneer we beslissen over investeringen in interventies. Ter ondersteuning van de besluitvorming over veiligheidsmanagement heeft de Safety & Security Science Group van de Technische Universiteit Delft (TUD) een project uitgevoerd over de waarde van veiligheid om inzicht te krijgen in de waarden die in het kader van veiligheid worden overwogen. De volgende vier onderzoeksvragen zijn beantwoord:
1. Wat zijn de waarden van veiligheid?
2. Welke methoden worden gebruikt om de waarde van veiligheid te meten?
3. Wat zijn de beperkingen van eerder onderzoek? En welke hiaten zijn geïdentificeerd?
4. Wat is de roadmap voor toekomstig veiligheidsmanagement?
In deze presentatie worden de belangrijkste bevindingen van het project besproken en worden mensen uitgenodigd om in de veiligheidspraktijk over te stappen van ‘risk-based’ naar ‘resilience-based’ denken.
EU en CE versus VK en UKCA Maar als we het dan toch vertalen naar ‘de waarde van de Machinerichtlijn’? Denk aan het Verenigd Koninkrijk dat na de Brexit van Conformité Européenne (CE) naar UK
TÜV-GECLASSIFICEERDE VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR PNEUMATISCHE BESTURINGEN
Roy Schep van SMC Nederland legt in de learnshop ‘TÜV-geclassificeerde veiligheidssystemen voor pneumatische besturingen’ uit waarom machineveiligheid belangrijk is binnen pneumatische systemen en hoe een machinebouwer hier mee aan de slag kan. Denk hierbij aan veiligheidsfuncties als veilig ontluchten, veilig stoppen en afsluiten en het voorkomen van een onverwachte start. Roy laat dit met gebruik van gratis software zien. In de software zijn TÜV gecontroleerde pneumatische schema’s, onderdelenlijsten en instructies voor de meest toegepaste veiligheidsfuncties en applicaties opgenomen.
NORDAC PRO SK 500P: DE KRACHTIGE OMVORMER VOOR SCHAKELKASTEN
De veelzijdige
SAFETY
30 november 2022, 1931 Congrescentrum, ‘s-Hertogenbosch
Conformity Assessed (UKCA) is overgestapt?
Hoe zit dat dan met de waarde van de CE-conforme safety-investering als je afnemers aan de andere kant van het Kanaal hebt? En importeren – hoe zit dat?
Paul Hartgers werkt al meer aan kwart eeuw bij PKM, het adviesbureau van de Koninklijke Metaalunie. PKM adviseert mkb metaalbedrijven over diverse onderwerpen, waaronder CE, productveiligheid en productaansprakelijkheid. In zijn plenaire lezing ‘Het Verenigd Koninkrijk uit de EUhoe dat met CE?’ doet hij uit de doeken hoe het zit. Zo is bijvoorbeeld inhoudelijk UKCA nog gelijk aan de CE, maar juridisch vallen deze merken onder andere wetten. In de presentatie wordt op praktische wijze uitgelegd wat de verschillen en overeenkomsten zijn en wat bedrijven die exporteren of importeren voor deze markering moeten doen.
Terug naar de basis
Dit zijn slechts twee van de vier plenaire lezingen – twee andere (stand 25/10/2022)
moeten nog worden bevestigd. Maar ook dit jaar is uiteraard ruimte gereserveerd voor twee series van vier parallelsessies. Hierbij is nadrukkelijk gekozen om met twee van deze zogeheten ‘learnshops’ terug te gaan naar de basis.
In de learnshop ‘Praktische CE-toetsing van machines, voor fabrikanten en gebruikers’ stelt Peter Mesie van Kader zich de vraag: “Een machine is CE-conform als er een CE-markering op zit. En dus een veilig arbeidsmiddel. Toch?” De praktijk, zo blijkt uit zijn ervaring en na drie decennia aanzienlijk weerbarstiger. De learnshop zit vol met allerlei praktische tips voor fabrikanten en gebruikers, om elk van hun kant de CE-conformiteit te toetsen.
Aan de orde komen: ‘goed fabrikantschap’, met onder andere de bepaling van richtlijnen en normen, dossiervorming en een CE-check. ‘goed werkgeverschap’, met onder andere een conformiteitsgesprek, inkoopvoorwaarden, de praktijktoets en risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E).
De onderwerpen worden zonder details, met praktijkvoorbeelden en met handige checklists gepresenteerd.
richtlijnen en normen, de risicobeoordeling en -reductie, het valideren en uiteindelijk het documenteren. Zij besteden hierbij aandacht aan functionele veiligheid en staan stil bij de verschillen tussen de PL- en SIL-norm en hoe je eraan kan voldoen. Al met al is dit een lezing om je basiskennis van machineveiligheid weer eens op te frissen of een goede introductie in de wereld van machineveiligheid.
SIL-norm voor machines
Voor wie SIL geen introductie meer behoeft of meteen wil weten wat dan nu de status is – ga naar de learnshop ‘Wat zijn de wijzigingen in nieuwe EN 62061:2021 – de SIL-norm voor machines’ van Nick de With, senior safety consultant bij Fusacon. April 2021 is de tweede editie van IEC 62061 internationaal aangenomen en op 13 maart 2022 is de norm als EN 62061:2021
TAPPED KEY INTERLOCKS
Vandaag de dag wordt er voor het veilig(er) maken van een installatie nog altijd in eerste instantie gedacht aan de alom bekende elektrische / elektromechanische veiligheidsschakelaar. Een ander, en soms beter , alternatief is het gebruik maken van ‘trapped key interlocks’: een methode waarbij een machine of installatie grotendeels mechanisch beveiligd kan worden.
Hoe werkt een systeem met trapped key interlocks?
Binnen welke SIL / PL-niveaus levels mag een dergelijk systeem worden gebruikt?
- Wat zijn de voordelen en wat zijn de nadelen?
Hoe voorkom je insluiting? Hoe zit dat met ATEX?
Robert van de Ven van Unique Safety Products die de learnshop geeft alavst het volgende weg: ”Kijk verder dan alleen de elektrische energiebronnen!”
SIL en PL
Eugène Martina en Ruud Dofferhoff van Siemens Nederland pakken in hun learnshop.onder de noemer ‘SIL en PL – een introductie’ de begrippen Safety Integrity Lvel en Performance Level nog eens bij de kop. Ze doen aan de hand van een praktijkvoorbeeld van een aankooptraject van een machine. Hioerbij belichten zij de verschillende facetten van machineveiligheid toegelicht. Denk hierbij aan de noodzaak van een veilige machine, de
geharmoniseerd onder de Machinerichtlijn 2006/42/EG. Hierdoor krijgt een machinefabrikant, bij toepassing van de norm voor de veiligheidsfuncties, het vermoeden van overeenstemming met de Richtlijn. De norm bevat een groot aantal wijzigingen op het gebied van zowel de hard- als software-eisen en is er aandacht voor de correcte toepassing van hydraulische en/of pneumatische actuatoren. Tijdens de learnshop zullen de meest belangrijke wijzigingen worden aangeduid en worden een aantal hardnekkige misverstanden over het gebruik van EN 62061 weggenomen.
Van richtlijn naar verordening
En dan is daar natuurlijk ook nog die ‘Verordening voor machineproducten’ die de Machinerichtlijn in de nabije toekomst moet gaan vervangen. Gaat alles uit de
VEILIG WERKEN MET ROBOTS
De learnshop ‘Veilig werken met robots’ wordt een reis langs robots in industriële omgevingen met Erwin Rodenburgh en Wim Buysse van ABB als ervaren gidsen. De ABB Robotics service engineers komen dagelijks bij klanten voor het uitvoeren van technische werkzaamheden aan industriële robots in telkens wisselende omgevingen. Geen enkele installatie is hetzelfde en ook de producten die verwerkt worden kunnen gevaarlijk zijn. De robotarm of besturingskast kan op een moeilijk bereikbare plaats staan of in een omgeving die heel warm of koud is om in te werken. Door het delen van ervaringen willen zij laten zien hoe ABB omgaat met onvoorziene omstandigheden bij eindklanten met betrekking tot machineveiligheid en delen praktische tips om de machineveiligheid te verhogen.
oude richtlijn dan op de schop en moet elk machinebouwer dan weer vanaf nul beginnen? Daar lijkt het niet op. De huidige Machinerichtlijn bestaat inmiddels meer dan 15 jaar en wordt aan de stand der techniek aangepast. Een grote wijziging is wel dat het een verordening wordt. Dit betekent dat in heel de Europese Unie de verordening gelijk is. De lidstaten hoeven de richtlijn niet meer om te zetten naar de nationale wetgeving.
Mar wat is dan die 'stand van de techniek’? Erwin Buisman van Pilz Nederland gaat onder andere daar op in. In zijn learnshop ‘Wat kunt u verwachten van de nieuwe Machinerichtlijn?’ besteedt hij onder andere aandacht aan eisen die worden
gesteld aan cybersecurity-aspecten en eisen voor besturingssystemen die gebruikmaken van kunstmatige intelligentie. Ook worden wijzigingen doorgevoerd aan de eisen die betrekking hebben op functionele veiligheid. Erwin deelt de opvallendste zaken en geeft aan de hand van praktische voorbeelden aan wat dit kan betekenen. Ook in andere learnshops en lezingen zal
KOM!
de komende Verordening aan de orde komen. Zo gaat bijvoorbeeld Ronald van Kempen Sekèt van ifm in zijn bijdrage ‘Wat komt erbij kijken als je zelf een veiligheidsfunctie blok maakt’ onder andere de relatie tussen software en veiligheidsfunctie en Verordening bespreken.•
www.safetyevent.nl
Het Safety Event al sinds jaar en dag het platform voor kennisuitwisseling dat u up-to-date houdt als het om machineveiligheid gaat – dus kom. Aanmelden kan via de website. en vergeet vooral niet uw veiligheidsvraagstuk aan de experts voor te leggen. Stuur u vraag naar r.zander@mybusinessmedia.nl. Tot ziens op 30 november op het twaalfde Safety Event.
REPORTAGE
‘Change’ wordt ‘chance’
Lenze 75 Executive Convention – de toekomst is aan technologie
Christian Wendler mocht als Lenze-ceo het spits afbijten op de onlangs georganiseerde Executive Convention. Het 75-jarig bestaan van dit familiebedrijf is natuurlijk alleen al voldoende reden voor een feestje. En als je dan ook nog eens klinkende omzetcijfers kan overleggen – met een orderboek dat overloopt. Je zou bijna vergeten dat ook de uitdagingen zich opstapelen. Maar Lenze kijkt vooral vol vertrouwen vooruit, de blik op een ‘nieuw panorama’. Daar hebben ze zelf(s) een woord voor bedacht.
Robin ZanderEven kort over die cijfers: in het boekjaar 2021/2022 mocht de Nedersaksische automatiseerder met het hoofdkantoor in Groß Berkel in vergelijking met een boekjaar eerder een 21 procent hogere omzet van 832,6 miljoen euro noteren. En met een ordervolume dat in vergelijking met een ‘jaar’ eerder met 50 procent tot 1,1 miljard euro is gegroeid, hoeven de bijna 4.000 werknemers die in 45 landen actief zijn, voorlopig nog geen duimen te draaien. Door Wendler gekarakteriseerd als ‘strong asset’ staan zij garant voor de domeinexper-
tise. Samen met zoals hij het zegt ‘top hardware’ hebben zij Lenze getransformeerd van product- naar systeemleverancier die in de automatiseringspiramide ‘stijgt’ richting ‘Factory of the Future’. Dat ze niet op hun lauweren kunnen gaan rusten maakt hij ook meteen duidelijk. De doelstelling voor 2030 – “een boodschap richting mijn team” – is dat de omzet dan pakweg op 2 miljard euro moet liggen.
Groot woord
Geen misselijke ambitie voor een bedrijf
dat in het naoorlogse Duitsland van 1947 werd opgericht door Hans Lenze. Maar – zo hield kleindochter Babette Herbert de tegen de 300 genodigden voor – daar had hij wel zijn vrouw voor nodig. Zij verkocht het huis in Düsseldorf, zodat het kapitaal om het bedrijf op te richten beschikbaar kwam en grootvader kon ondernemen, ook voor al die anderen die zij zagen terugkomen uit de oorlog. Als lid van de raad van bestuur noemde zij de ‘moed’ uit het motto van het jubileumcongres – ‘The courage of change’ – dan ook een “groot woord”. En dat vooral met de wetenschap dat zowel haar grootmoeder als moeder verpleegsters waren geweest gedurende de oorlog.
Nieuwsgierigheid
Voor Frau Herbert moest je dat motto toch vooral lezen als nieuwsgierigheid. Haar moeder en grootmoeder hadden voor haar in elk geval een solide basis gelegd om vrij en zonder angst te kunnen ontdekken.
Voor Lenze als onderneming geldt vooral dat het bedrijf dit ook voor de werknemers moet doen. “Laten we niet bang zijn. Als werknemer moet je op leidinggevenden kunnen bouwen en het bedrijf moet op zijn aandeelhouders kunnen bouwen.”
‘Lenzians’ moeten volgens haar weten dat “er niets achter zit” en je aan het werk ook vooral plezier moeten beleven. Wellicht zullen haar grootouders in de beginjaren van de onderneming dat al aan iedereen hebben meegegeven, aangezien iedere
nieuwe werknemer in hun woonkamer is langs geweest.
‘My way’
Babette Herbert beseft overigens terdege dat als Lenze-erfgenaam haar positie een geprivilegieerde is. Tegelijkertijd is er dat verantwoordelijkheidsgevoel dat bijvoorbeeld ook haar grootmoeder op haar zestigste nog deed besluiten om tot de raad van bestuur van Lenze toe te treden na het overlijden van haar man. Je kan dat vrouwelijk leiderschap noemen. Het heeft in elk geval duidelijk gemaakt dat voor een ‘Lenze-vrouw’ alles mogelijk is.
Frau Herbert neemt haar rol als wegbereider daarom ook zeer serieus. “We willen meer vrouwen in de raad van bestuur. Dus wie het wil proberen? Doen! Jonge vrouwen kunnen mij altijd bellen en dan zal ik ze adviseren. Blijf wie je bent – een vrouw – en vertrouw op je capaciteiten”, om daar vrij naar Frank Sinatra aan toe voegen, “Do it your way – and have fun doing it. Wij leerden van onze ouders en grootouders ‘no race, no face, no nationality’. Het draait om
Aan Lenze-ceo Christian Wendler de eer klinkende cijfers over het boekjaar 2021/2022 te presenteren. (Foto: Ralf Böttcher)
ons – mensen. En de raad van bestuur staat voor de toekomst van Lenze en die van de klanten.”
In theorie
Lenze en die klanten weten zich voor nu en die toekomst geconfronteerd met een paar flinke uitdagingen, zo had Wendler al eerder benadrukt. Welke machinebouwer heeft op dit moment geen last van leverproblemen en materiaaltekorten? Dat laatste leidt weer tot meer van het eerste. Vooral als dan ook de productie wordt afgeschaald. En als componenten dan van kostprijs 10 euro naar 250 euro gaan. Of dat allemaal aanhoudt? Iedereen weet hoe dat met voorspellen zit. Maar natuurlijk is ook Lenze in strategische gesprekken verwikkeld met toeleveranciers als Intel over de beschikbaarheid.
Volgens de ceo is het in elk geval in theorie toch een mooie tijd voor automatisering als je alleen al de demografische ontwikkelingen in ogenschouw neemt. Steeds meer te doen met minder mensen. Megatrends als digitalisering en ‘decarbonisation’, als
“ D o it your way – and have fun doing it. Wij leerden van onze ouders en grootouders ‘no race, no face, no nationality’. Het draait om ons – mensen”
overkoepelende term voor het verlagen van CO2-emissies, bieden toch vooral kansen die met technologie kunnen, of is het moeten, worden aangevlogen. Alleen al door compacter te ontwerpen en zo op materialen te besparen stelde Wendler dat energiebesparingen tot 30 procent mogelijk zijn. Hij deed daarom een belofte aan het publiek: “Wij hebben de producten en de diensten. Die gaan we inzetten om de stap richting duurzaamheid en ‘decarbonisation’ te zetten.”
Op een na beste Opsteker voor de toekomst is in elk geval wel dat ook het lopende boekjaar de kaap van 1 miljard aan orders vrijwel zeker lijkt te gaan worden gerond. En zelfs al mocht dat niet zo zijn, dan lijkt dat een prima illustratie van de uitspraak die Jason Schenker van Prestige Economics, dat financiële voorspellingen doet, en voorzitter van The Futurist Institute, dat analisten weer opleidt tot futuristen, op de Lenze Executive Convention deed. Niet dat het daar in eerste instantie op leek. Want de wereldwijde trends volgens Schenker? Dat zijn chaos en onrust. De economische groei loopt wereldwijd terug – in de ontwikkelde economieën sterker dan in de opkomende en zich al wat langer ontwikkelende economieën in met name Azië. Voor 2023 is in die voorspelling voor Duitsland niet eens sprake van groei maar van krimp. De productie daalt wereldwijd,
REPORTAGE
de inflatie neemt toe, vooral als gevolg van hogere brandstof- en voedselprijzen – "niet alles valt binnen het bereik van de Centrale Bank” – in wisselende verhoudingen in verschillende werelddelen, zo stapte Schenker met zevenmijls cowboylaarzen in hoog tempo door de mondiale chaos en onrust.
Maar niet getreurd. Want kijk nou – en vooral met dit en vorig jaar in het achterhoofd – waar we vandaan komen. En als je
dan de verwachtingen van het lopende orderjaar in ogenschouw neemt. Dan zou het zomaar kunnen dat Lenze tot die groep van ondernemingen behoort die vervolgens het op een na beste jaar in de bedrijfsannalen kan bijschrijven.
‘Frontje’
Die uitdagingen in de keten met tekorten en levertijden moeten je toch vooral als mogelijkheden om het anders te gaan doen,
met aandacht voor meer veerkracht, lokale productie en duurzaamheid. Natuurlijk is er dan altijd wel iemand om de boel te gaan lopen verstieren. Of het allemaal na COVID – even vooruitlopen op de winter – nog niet genoeg is geweest. Schenker ziet bijvoor beeld een Koude Oorlog 2.0 aankomen, die we vooral niet moeten zien als een passerend ‘frontje’. Overigens geheel terzijde – je ziet kansen of niet – Schenker gebruikte uiteraard de Engelstalige versie van die 2.0-uitspraak. Klein detail – de toevoeging van het ‘registered trademark’ tekentje. Nu maar hopen dat hij het niet in alle talen heeft vastgelegd.
Alles wordt technologie
Of dit allemaal nog niet genoeg was figureerden ook de expansiedrift van China – van de haven van Hamburg was nog niets bekend – de demografische ontwikkelingen in de wereld, duurzaamheid en digitalisering in zijn betoog. Toch lijken ook al die ontwikkelingen uiteindelijk eerder kansen dan bedreigingen. Je moet het dan natuurlijk wel willen zien. Laat dat maar over aan een Amerikaan. Zo mag de wereldbevolking dan wel groeien, het geboortecijfer doet het omgekeerde en we worden ouder. Maar heeft COVID niet de weg gewezen met werken op afstand? Dus zie de mogelijkheden – of wellicht noodzaak – voor meer technologie en
NUPANO
Onder de naam NUPANO – een zelfbedachte samentrekking van ‘New Panorama – greep Lenze de Executive Convention aan nieuw open automatiseringsplatform te lanceren. Economisch succes in de machinebouw hangt steeds meer af van het vermogen van een bedrijf om zich te onderscheiden van de rest door aanvullende digitale diensten aan te bieden. "Wie dit niet doet, verliest groeiende inkomstenstromen aan softwarebedrijven en wordt geleidelijk gereduceerd tot leverancier van onderdelen", zegt Werner Paulin, hoofd nieuwe automatiseringstechnologie bij Lenze. Dit open platform geeft volgens Lenze de machinebouw de middelen om optimaal te profiteren van de mogelijkheden die ontstaan door het samenvloeien van de operationele technologie (OT) op het niveau van de machinebesturing met de eindeloze mogelijkheden van moderne IT. Veel bedrijven willen digitale bedrijfsmodellen voor hun machines en systemen. "Dit geldt voor alle sectoren, van intralogistiek tot lijnautomatisering", meldt Werner Paulin. "Ze hebben vaak de juiste ideeën, maar er is een gebrek aan knowhow, aan geschoold personeel en in sommige gevallen
een gebrek aan technologisch inzicht voor nieuwe bedrijfsmodellen."
Het machine- en app-managementsysteem van het platform bevat zowel eigen applicaties als openbare softwaremodules. "Onze klanten verwachten dat een platform hen een concurrentievoordeel biedt, ze willen geen publieke commodity-apps downloaden.” Maar voor veel bedrijven zijn inkomsten uit digitale diensten nog geen realiteit.
"Doorgaans verkopen ze een machine en hopen ze de klant over vijftien jaar terug te zien. Deze inkomsten worden eenmalig binnengehaald en in veel gevallen is er nog geen sprake van terugkerende inkomsten."
NUPANO moet daar verandering in brengen. Wie al eigen apps heeft ontwikkeld, kan die eenvoudig uploaden naar het platform. Applicaties kunnen gezamenlijk worden getest op het platform en er wordt een release workflow en een lifecycle-strategie gemaakt voor het gehele machinepark van de klant. "We leveren meteen een lifecycle-managementsysteem voor alle apps en hun versies.”
Binnenkort meer over NUPANO.
automatisering, robots, cobots, kunstmatige intelligentie en de ‘smart cities’. Dat duurzaamheidsvraagstuk en de vermindering van de CO2-uitstoot? Het wordt saai: kansen voor technologie en automatisering en ’smart cities.
Word futurist
Ga gerust nog even door, maar de oplossingen en antwoorden leiden onherroepelijk toch tot dezelfde antwoorden. Je moet de kansen – de ‘change’ uit het motto is echt een ‘chance’ – dus zien en daar vervolgens
Toch lijken al die ontwikkelingen uiteindelijk eerder kansen dan bedreigingen. Je moet het natuurlijk wel willen zien.
naar handelen. Of heet dat ‘op acteren’?
Schenker weet wel hoe:
• omhels technologie;
• bevorder een datacultuur;
• ondersteun een leven lang leren;
• grijp het potentieel van leven, en werken, op afstand;
• streef naar energie- en ‘eco-efficency’;
• oefen futuristisch denken.
Word dus vooral zelf een futurist. Daar schijnt een instituut voor te zijn. Blijft alleen nog die belofte van dat nieuwe woord: NUPANO. •
www.lenze.com
wa·ter·dicht
Elektromechanische interfaces beschermen tegen vloeistoffen is één van de basiseisen voor industriële elektronica. Maar het woord ‘waterbestendig’ – of 'waterdicht’ – kan verschillende betekenissen hebben. Afhankelijk van de toepassing zijn verschillende beschermingsgraden tegen vloeistoffen nodig voor de elektrische verbindingstechnologie. Tekst & beeld: binder
Waterdicht – in spreektaal suggereert het woord volledige bestendigheid van een object tegen de effecten van vocht, bijvoorbeeld in de vorm van mist of regen, en tegen onderdompeling in vloeistoffen. Maar in de praktijk kent die bescherming grenzen, bijvoorbeeld bij horloges, camera’s of smartphones: volgens de specificaties is alleen onderdompeling tot een beperkte diepte of een maximale hydrostatische druk toegestaan. Voor
gebruikers van industriële elektrische verbindingsproducten spreekt het vanzelf dat dit ook geldt voor toepassingsscenario's voor connectors, bijvoorbeeld in de procestechnologie. Bescherming van de interfaces tegen vloeistoffen is daar een essentiële eis, zowel voor de betrouwbaarheid als voor de veiligheid.
Juiste interpretatie
Bij de afdichting van elektromechanische
systemen moeten connectors enerzijds meermaals kunnen worden aangesloten en weer losgenomen. Aan de andere kant moeten de verbindingen, wanneer ze zijn aangesloten en afhankelijk van de toepassing, het binnendringen van vloeistoffen betrouwbaar verhinderen. De vereiste beschermingsgraad, en dus de juiste interpretatie van het woord ‘waterdicht’ is onlosmakelijk verbonden met de omstandigheden van de toepassing: hoewel connectors in veel automatiseringstoepassingen niet in direct contact met vocht komen, zijn er specifieke toepassingen waar ze worden blootgesteld aan spatwater of zelfs aan tijdelijke onderdompeling. Vooral in omgevingen waar hoge eisen aan hygiëne worden gesteld, kunnen connectors onder hoge druk worden behandeld voor het reinigen. In zulke gevallen zijn bijzondere ontwerpoverwegingen essentieel om een betrouwbare overdracht van signalen en voeding te garanderen.
Gestandaardiseerde categorisering De mate waarin connectors bestand zijn tegen vocht en vloeistoffen wordt door de fabrikanten aangegeven in de data sheets van de producten. De specificatie waar het om gaat, is de zogenaamde beschermingsgraad. Die geeft aan bij welke invloeden van buitenaf (fysieke aanraking en het
binnendringen van deeltjes en water) de betreffende connector kan worden gebruikt.
Volgens de DIN EN 60529- en ISO 20653-standaard wordt de beschermingsgraad gespecificeerd door middel van een IP-code (International Protection). Voor connectors is die in het algemeen alleen geldig wanneer ze zijn aangesloten. De genoemde voorbeelden corresponderen dus met de beschermingsgraad IP67: bescherming tegen tijdelijke onderdompeling, en IP68/69K: bescherming tegen permanente onderdompeling of blootstelling aan hoge druk. Omdat de standaards de criteria ‘tijdelijk’ en ‘permanent’ niet duidelijk definiëren, is het voor fabrikanten raadzaam om meer nauwkeurige informatie te geven.
Cijfers en letters
In de praktijk leidt onvoldoende kennis van DIN EN 60529 of ISO 20653 vaak tot de onjuiste aanname dat een hoog nummer in de IP-code automatisch een betere bescherming betekent. Daarom is het belangrijk te weten dat het eerste cijfer van de code verwijst naar het binnendringen van vaste deeltjes, zoals stof, terwijl het tweede cijfer bescherming tegen vocht en water aangeeft.
We kunnen dus niet zeggen dat een product met beschermingsgraad IP64 ‘beter beschermd’ is dan een product met IP55. Het eerste product is beter bestand tegen blootstelling aan deeltjes, het is dus stofdicht. Maar het is alleen bestand tegen spatwater, terwijl het tweede mag worden
blootgesteld aan sproeiwater vanuit alle richtingen.
De twee cijfers voor deeltjes en vocht/ water kunnen worden gevolgd door letters in de derde en vierde positie, die de beschermingsgraad nog meer in detail weergeven. Zo staat een K (als in IP69K) voor voertuigapparatuur; een B voor toegang tot gevaarlijke actieve onderdelen met een vinger.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de IP-beschermingsgraad alleen verwijst naar
Not Connected Closed: dankzij een verende plastic afdekking beschermen de NCC-connectors uit de 770-serie tegen deeltjes en spatwater – ook als ze niet gesloten zijn
de bescherming van apparatuur en zijn onderdelen. Hij zegt niets over de bescherming van mensen die onderling met het apparaat werken. De veiligheid van gebruikers wordt gedefinieerd in de zogenaamde beschermingsklassen, die we in dit artikel niet bespreken.
Waterdicht in een industriële context Behalve elektrische parameters zoals maximale stroom en spanning, piekspanning of contactweerstand, zijn er selectie-
Waterdichte ‘miniatuurtjes’ conform IP67: De 620- en 720-serie met O-ring aan de ‘female’-zijde en afgedekte klem.
Kabelconnectors
conform de IP68-voor waarden uit de 763-serie in verschillen de uitvoeringen.
criteria op het gebied van onder meer integratiedichtheid en miniaturisatiegraad, die samenhangen met het ontwerp van een connector. Maar bovendien moeten we de specifieke eigenschappen van de toepassingsomgeving in beschouwing nemen. Wordt de interface blootgesteld aan mechanische belastingen zoals schokken of trillingen? Moeten er voorzorgsmaatregelen worden genomen tegen de invloeden van nabije hoogfrequente elektronische onderdelen, tegen brand- of ontploffingsgevaar? Of gelden voor een verbinding die vaak wordt aangesloten en weer losgenomen speciale ontwerpoverwegingen om daartegen bestand te zijn? De antwoorden op deze en soortgelijke vragen leiden de gebruiker naar producteigenschappen zoals vergrendelingssysteem, elektromagnetische afscherming en contactmaterialen, die invloed hebben op de koopbeslissing.
Het feit dat connectors (op een aanvankelijk ongedefinieerde manier) bestand zijn tegen het binnendringen van deeltjes en vocht of vloeistoffen is een standaardeis in de industrie. Maar, zoals al eerder toegelicht, hangt de benodigde beschermingsgraad af van de details van de toepassing. Die kunnen variëren van interfaces voor meten en besturen in de fabrieksautomatisering, de voedingsmiddelenindustrie, klinisch gebruik van medische instrumentatie, dus de eisen voor ‘waterdichte’ connectors kunnen behoorlijk verschillen. Vooral in de laatste twee toepassingsgebieden worden de producten blootgesteld aan vochtbelasting die wordt veroorzaakt door schoonmaak- en sterilisatieprocessen.
Producten met IP67
Alle M12-connectors van binder zijn bestand tegen vocht en water conform de IP67-stan-
BIJZONDERE EIGENSCHAPPEN
Binder heeft waterdichte connectors voor ruwe omgevingscondities ontwikkeld voor beschermingsgraad IP67 tot IP69K. Er wordt UV- en temperatuurbestendig materiaal gebruikt in bepaalde producten, en sommige connectors zijn geschikt om te voldoen aan zware hygiëne-eisen. Het ontwerp is geoptimaliseerd voor het verhinderen van vuilafzetting op de behuizing; IP69K-connectors kunnen worden schoongemaakt met hogedrukrenigers. Er zijn ook speciale roestvrijstalen varianten die bestand zijn tegen agressieve schoonmaakmiddelen en aangegoten connectors voor de voedingsmiddelenindustrie zijn ook gecertificeerd volgens de Ecolab-specificaties van de testdienstverlener Ecolab. Er is keuze tussen verschillende vergrendelingssystemen en materialen voor verschillende toepassingsscenario’s, zoals ringen met M12-schroefdraad gemaakt van plastic of roest vast staal, of bajonet- of span-in-mechanismen voor toepassingen die snel en frequent aansluiten eisen. Dankzij de speciale kleuring voldoen de connectors aan de ontwerpspecificaties van de markt, bijvoorbeeld voor de voedingsmiddelenindustrie of voor medische technologie.
daard en veel ook conform IP68/69K. Corrosiebestendige typen zijn uitgerust met roestvrijstalen of plastic schroef ringen. IP67 garandeert toepassingsveiligheid bij incidentele blootstelling aan vocht, zonder hogere eisen; de meer resistente producten kunnen, afhankelijk van de beschermingsgraad en het materiaal, ook gebruik in de openlucht en onderdompeling tot grotere dieptes, hogedrukreiniging en agressieve reinigingsmiddelen weerstaan.
Bajonetvergrendeling
De IP67-portfolio omvat ook M12-stekkers en chassisdelen die geassembleerd kunnen worden. Verbindingstechnologie met IP67-bescherming, zoals de binder’s NCC-serie 770 (Not Connected Closed), worden bijvoorbeeld aanbevolen voor gebruik in draagbare terminals, medische apparatuur en LED-verlichtingsarmaturen. Ze zijn uitgerust met een bajonetvergrende ling en ontworpen voor meer dan 5000 aansluitcycli en worden gekenmerkt door een speciale voorziening: een van een veer voorziene plastic kap in de behuizing sluit de contacten in, wanneer ze niet zijn aangesloten, zodat ze beschermd zijn tegen aanraking. Ze zijn zo beschermd tegen indringen van deeltjes en spatwater en ook tegen mechanische invloeden van buitenaf. De zogenaamde miniatuur- en subminia tuurserie 620 en 720 voldoen, wanneer aangesloten, ook aan de IP67-criteria. Ze zijn voor dat doel uitgerust met een O-ring in de female connector en een afsluiting in de klem. Ondanks hun gevoelige snap-in onderdelen weerstaan de connectors meer dan 1000 aansluitcycli. Ze zijn ook geschikt voor medische apparatuur; andere mogelij
ke toepassingen zijn metrologie-apparatuur, industriële verlichting en stoelverwarmin gen in sportstadions.
Producten met IP68/69K
Alle aangegoten kabelconnectors uit de 763-serie hebben schroefringen gemaakt van media- en temperatuurbestendig plastic en zijn waterdicht tot beschermingsgraad IP68 wanneer aangesloten. De
agrarische machines en in draagbare lasapparaten. De openlucht- en rvs versies van de 713-serie voldoen ook aan beschermingsgraad IP68/69K. De openluchtversies zijn gemaakt van plastic dat voor dit doel geschikt is en zijn uitgerust met beschermkappen die de signaalconnectors beschermen tegen de effecten van het weer in de openlucht. De rvs producten zijn bijzonder goed bestand tegen agressieve
Over het algemeen zijn ze bedoeld voor installatie in machines en systemen die worden schoongemaakt met hogedrukreinigers en agressieve schoonmaakmiddelen.
Omgevingsfactoren
openlucht-connectors met bajonet-snelvergrendeling uit de HEC-serie bereiken IP68/ IP69K-bescherming. Toepassingsvoorbeelden zijn tunnelverlichting in zeer vochtige omgevingen, onderwatersensoren en voedingslijnen voor dompelpompen. HEC-connectors worden veel toegepast in
vloeistoffen. Bepaalde versies van binder’s 763-serie voor de voedingsmiddelenindustrie en de roestvrijstalen varianten van de 713-serie hebben een IP69K-beschermingsgraad. De M12-connectors zijn bijvoorbeeld geschikt voor het aansluiten van sensoren die procesparameters meten in bottelarijen.
Het beschermen van elektromechanische interfaces tegen de effecten van vloeistoffen is een fundamentele eis in de industrie. De benodigde beschermingsgraad hangt altijd af van de omgevingsfactoren van de specifieke toepassing. In de productdocumentatie van de fabrikanten van de componenten wordt de beschermingsgraad gespecificeerd met behulp van IP-codes. Binder biedt verbindingstechnologie met IP-codes van IP40 tot IP68/69K; een groot deel van hun connectorportfolio voldoet aan de eisen van IP67 of hoger. De producten worden aanbevolen voor, bijvoorbeeld, gebruik in de automatisering, bouw, landbouw, voedingsmiddelenindustrie en medische apparatuur. •
www.binder-connector.de
‘Net-zero’ uitgelijnd
Welke producent staat op dit moment nu niet voor dit dilemma? Neem je stijgende energielasten voor eigen rekening of bereken je de gestegen kosten door aan je gewaardeerde klanten? Geen eenvoudig keuze. NSK is van mening dat bij de bedrijfskosten nog wel valt te winnen door machines correct uit te lijnen en met energiebesparende lageroplossingen.
Tekst & beeld: NSK
Meer
De energiekosten lijken alleen maar te stijgen. Daarom richten steeds meer industriële bedrijven zich op de nieuwste technologieën op het gebied van motion control om zo de efficiëntie te verbeteren en de kosten te verlagen. Lagers zijn een uitgesproken voorbeeld van componenten die de energie-efficiëntie van machines direct kunnen verbeteren, terwijl hetzelfde geldt voor het optimaliseren van as- en riemopstellingen. Een optimale uitlijning tussen een machine en een elektromotor bevordert bijvoorbeeld een efficiëntere werking.
Uit de pas
Volgens schattingen loopt meer dan 50 procent van de machines en industriële apparatuur wat betreft uitlijning uit de pas met de ISO-normen. Maar waardoor wordt een verkeerde uitlijning precies veroorzaakt? De problemen beginnen meestal als gekoppelde assen zodanig worden gepositioneerd dat speling of ‘offset’ de aanvaardbare grenzen overschrijden. De assen lopen dan uit het midden, wat leidt tot een hogere belasting, overmatige warmteontwikkeling en een hoger energieverbruik. Indicaties van foutieve uitlijning zijn onder meer een verhoogde temperatuur, hoogfrequente trillingen, losse koppelingsbouten en overmatige lekkage van smeermiddelen bij de lagerafdichtingen.
Laseruitlijnen
Machines of systemen die deze tekenen vertonen, zorgen vrijwel zeker voor een negatief effect op de winstgevendheid door een hoger energieverbruik. NSK levert geavanceerde laseruitlijnapparatuur voor assen (LAS-Set) en riemen (LAB-Set) die continu zorgt voor een perfecte uitlijning. LAS-Set maakt hiervoor gebruik van dubbele lijnlasers voor eenvoudig instellen, zelfs op grotere afstanden, samen met digitale hogeresolutie sensoren voor nauwkeurige resultaten. LAB-Set heeft twee lijnlasertransmitters, waarmee de uitlijning veel nauwkeuriger is dan bij oplossingen met één laserkop. Het gebruik van deze apparatuur draagt niet alleen bij aan de energie-effici-
meer dan 50 procent van de machines en
apparatuur loopt wat uitlijning
uit de pas met de ISO-normen
entie, maar vermindert ook de slijtage van kritische machineonderdelen, zoals koppelingen en afdichtin gen, waardoor machinestilstand tot een minimum wordt beperkt en de productiviteit wordt gemaximaliseerd. Fabrieken die gebruik maken van de voordelen van NSK laseruitlijnapparatuur boeken energiebesparingen tot 17 procent, wat heeft geleid tot een snelle return on investment (ROI).
Uitdaging ‘net-zero’
Efficiënt energieverbruik staat midden in de belangstelling nu de industrie onder druk staat om net-zero CO2-emissies te realiseren. Hoewel de weg naar nul-uitstoot veel hobbels kent, heeft de transitie de potentie om investeringen, innovatie, inkomsten en werkgelegenheid te stimuleren. Elektromotoren en ondersteunende systemen verbruiken meer dan 40 procent van de wereldwijde elektriciteitsconsumptie. Met dit in het achterhoofd is er vrij eenvoudig veel winst te behalen.
NSK produceert verschillende energie-efficiënte lagers die niet alleen geld besparen door lage machinekosten, maar ook de CO2-uitstoot verlagen en aan een duurzamere bedrijfsvoering bijdragen. Een voorbeeld hiervan zijn de diepgroefkogellagers van NSK – naar eigen zeggen – toegepast in elektromotoren, het energieverlies met 80 procent verminderen. In vergelijking met conventionele diepgroefkogellagers hebben de lagers 60 procent minder wrijving in geval van een stalen kooi en 80 procent minder bij een kunststof kooi.
Smeervet
Een andere innovatie is het EA7 smeervet van NSK, dat interne wrijving vermindert, de energie-efficiëntie verhoogt en het service-interval van elektromotoren verdubbelt. Samen met de geoptimaliseerde vetvulling biedt dit laag-visceuze smeermiddel met lagere wrijving de perfecte oplossing voor elke fabriek op zoek is naar lagere koppels, minimaal vermogensverlies en een lagere CO2-uitstoot. Vergeleken met conventioneel smeervet heeft EA7 bovendien betere smeereigenschappen bij microtrillingen. Een andere bijdrage aan energie-efficiëntere lagerprestaties is de contactloze afdichtingstechniek van NSK. Bij het ontwerpen van energie-efficiënte aandrijfsystemen, moeten technici er vanaf het begin rekening mee houden dat conventioneel afdichtingscontact bij rollagers door inherente wrijving de aandrijfefficiëntie nadelig kan beïnvloeden. NSK levert producten met efficiënte afdichtingseigen-
Een lager van NSK met een kooi uit 100 procent plantaardig bioplastic voor ventilatormotoren in airconditioners.
schappen die het wrijvingskoppel of de bedrijfstemperatuur niet verhogen.
Voordelen voor de industrie
Tot de bedrijven die hier het meest van kunnen profiteren behoren de autofabrikanten, die continu op zoek zijn naar verdere verbetering van de energie-efficientie van hun aandrijfmechanismen. Ook uit andere sectoren, zoals fabrikanten van wasmachines, is er vraag naar wrijvingsarme lagers, waarmee een gunstige efficiëntieklasse kan worden gerealiseerd en doorgaans een hogere omzet kan worden behaald. Een opkomende markt waar de vraag naar deze NSK lagers ook groeit, is die van de elektrische voertuigen (EV) die met wrijvingsarme lagers de prestaties van hun elektrische motoren bij hoge rotatiesnelheden willen verbeteren.
Kunststof kooien
Kunststof kooien zijn lichter dan stalen kooien en zorgen zo hierbij voor minder mechanische verliezen, zelfsmerende eigenschappen en een lage wrijvingscoëfficiënt. Al deze eigenschappen dragen bij aan de energie-efficiëntie en duurzaamheid. Een van de laatste ontwikkelingen van NSK is het volgens de onderneming eerste lager in de wereld met een kooi van 100 procent plantaardig bioplastic voor ventilatormotoren in airconditioners. Deze lagers zorgen voor een soepele rotatie van de ventilatormotor en verlagen het energieverbruik. Oplossingen die bijdragen aan duurzaamheid beschermen niet alleen de planeet ten behoeve van toekomstige generaties, ze besparen ook geld en verhogen de winstgevendheid. •
www.nskeurope.com
PRODUCTNIEUWS
ELEKTROMECHANISCHE AANDRIJVING
De elektromechanische ELGT-aandrijving met vrijdragende as is uitgerust met hoge-precisie spindelaandrijving; de belasting wordt gedragen door geïntegreerde dubbele lagergeleidingen. De ELGT-assen zijn geschikt is voor zowel 2D- als 3D-vrijdragende assystemen en verkrijgbaar in drie breedtes: 90, 120 en 160 mm. De 90 mm brede as wordt geleverd met een extra brede enkele geleiding. De 120 mm en 160 mm assen hebben een dubbele geleiding hebben. De grootste as kan lasten tot 600 kg dragen bij snelheden tot 1 m/s. Afhankelijk van het model zijn slaglengtes van 50 mm tot 1500 mm beschikbaar, in stappen van 50 mm. De ELGT heeft drie montagemogelijkheden: een directe schroefverbinding in de basis, verstelbare gleufmoeren en beugels voor montage aan de zijkant. Gebruikers kunnen ook kiezen uit verschillende opties voor de motoraandrijving. De ELGT kan worden geleverd zonder motoren, of met een keuze uit stappen- of servomotoren. De motoren kunnen in een hoek van 0°, 90°, 180° of 270° worden geplaatst. Standaard motorkits voor bijvoorbeeld Siemens, Omron, Mitsubishi en Yaskawa zijn leverbaar. Hetzelfde geldt voor sensoren.
Elastomeerkoppeling voor holle assen
De EWT elastomeerkoppeling bestaat uit twee naafhelften die door een elastomeer spin verbonden zijn. Een van de naven is een klemnaaf, die desgewenst ook van een spiebaan kan worden voorzien. Deze is geschikt voor assen van 8 tot 70 mm. Aan de andere kant is er een expanderende kegelnaaf voor asdiameters van 10 tot 48 mm, die eenvoudig in de holle as wordt gestoken en zo rechtstreeks op de aandrijving wordt aangesloten. Daardoor
blijven de door de ontwerper gewenste ruimte- en gewichtsbesparing behouden. De koppelingsreeks is beschikbaar in zeven verschillende maten tussen 8 en 600 Nm en kan worden gebruikt bij maximaal 15.000 min-1. De koppeling kan axiale uitlijning tot 1 mm, zijdelingse uitlijning tot 0,15 mm en hoekuitlijning tot 1° compenseren. De EWT is spelingvrij, insteekbaar en trillingdempend.
Up to the challenge
BKL
in engineering, production and inspection of hoisting- and li ing tools, modules and machines. Thanks to the combination of outstanding production facilities, experience and creativity we are able
build
machines.
Lichtgeleidersensoren
De WLL80-serie lichtgeleidersensoren is de opvolger van de WLL180-serie en heeft dezelfde interface. Volgens de makers is de reeks bij uitstek geschikt voor die detectietoepassingen waar een standaardsensor niet bij kan. De sensoren uit de reeks beschikken over een OLED-display met duidelijke menu’s en makkelijk bedienbare knoppen. De behuizing is aangepast. De water- en stofdichtheid ligt op een hoger niveau (IP54) en de sensoren laten zich makkelijker monteren. De WLL80-versterkers sluiten aan bij het bestaande glasvezelportfolio van Sick.
www.sick.nl
VERDELERBLOKKEN
De nieuwe verdelerblokken PTVFIX zijn een combi natie van het PTFIX-verdelerbloksysteem en de PTV-serie met verticale aderaansluiting. De push-in-aansluiting aan de zijkant biedt vooral grote voordelen bij beperkte ruimte. Ook zijn de kleine bouwgrootte en het modulair te combineren verdelerbloksysteem een absoluut voordeel. Voor elke applicatie is de passende montageoptie leverbaar. Verkrijgbare varianten zijn basisblokken zonder voorgemonteerde montageoptie alsmede met horizontale en verticale montagemo gelijkheid voor montagerail NS35 en lijmvarianten. Het nieuwe PTVFIX-pro ductenprogramma omvat verdelerblokken met 6, 12 en 18 aansluitingen à 2,5 mm². Optioneel zijn deze ook verkrijgbaar met een voedingscontact van 6 mm². Ook de markering is bij de blokken overzichtelijker en beter leesbaar. Met de Push-in-aansluiting worden de aders direct en zonder gereedschap aangesloten. De speciale contactveer
eenvoudig insteken mogelijk en heeft
hoge contactkwaliteit.
PRODUCTNIEUWS
‘MULTIFUNCTIONAL-GATE-BOX’
De modulaire Multifunctional-Gate-Box is er nu ook met EtherCAT-interface. Door de modulaire structuur zit de bus-interface alleen in de zogeheten bus-module. Daarvan is nu deze nieuwe variant verkrijgbaar, met EtherCAT en EtherCat P. De veiligheidsgerelateerde signalen binnen dit bussysteem worden verzonden met het FSoE-protocol (Fail Safe over EtherCAT). Dit bus-systeem heeft een traditionele master-slave structuur. Het EtherCAT-bussysteem brengt eenvoud in de complexe wereld van veiligheid. Dat klinkt vreemd, maar het configureren van machineveiligheid is bij een bus-systeem juist gemakkelijker dan bij traditioneel bedrade systemen. Daarnaast is EtherCAT gebaseerd op Windows en ‘draait’ het TwinCAT op elke (industriële) PC. Het deurslot MGB2-Modular EtherCAT met FSoE beschikt over twee M12-bus-connectoren en twee 7/8”-vermogensaansluitingen (stroom maximaal 6 A). Met één busmodule kunnen zes deursloten worden verbonden. Inclusief de zes deursloten is plaats voor 36 veilige elementen. Het deurslot MGB2-Modular EtherCAT P met FSoE heeft twee M8-gecombineerde bus/power-aansluitingen (stroom maximaal 3 A). Met één busmodule kunnen vier deursloten kunnen worden verbonden plus 36 veilige elementen (knoppen, functies, enz.) www.euchner.nl
Draadloze communicatie
Het seriële communicatiesysteem EX600-W is een product dat in uiteenlopende industriële omgevingen kan worden toegepast, zoals in de automotivesector en bij lasprocessen. Het systeem kan vrijwel overal worden geplaatst, onder meer in productieprocessen met bewegende delen, zoals draai- en indexeertafels en robotarmen. Het systeem zorgt ervoor dat
minder kabels en aansluitingen nodig zijn, waardoor installatie, aanpassingen en onderhoudstijd tot een minimum worden beperkt. Ook het risico van ontkoppeling en circuitonderbreking is zeer gering, waardoor prestaties en productiviteit gewaarborgd zijn. De EX600-W is een decentrale oplossing die compatibel is met EtherNet/IP en Profinet. Het systeem is bestand tegen elektrische ruis. Zowel digitale als analoge signalen en pneumatische systemen kunnen worden beheerd. De EX600-W maakt gebruik van de hoogfrequente beperkte ISM-band voor industriële, wetenschappelijke en medische toepassingen.
www.smc.nl
Kabelinvoer
Het
biedt
Trekontlasting
Klik. Klik. Klaar.
FLENSKOPPELINGEN
De flenskoppelingen van de Dentex FL-serie om verbrandingsmotoren aan pompen en andere industriele toepassingen te koppelen zijn ontworpen conform SAE-bevestigingsmaten. De koppeling bestaat uit een flens van polyamide met verstevigde schroefgaten en een stalen naaf. Dentex FL-koppelingen, elektrisch isolerend en thermisch stabiel, zijn onderhoudsvrij en eenvoudig in krappe ruimtes te monteren. De koppelingen compenseren voor foutuitlijning, zowel in de lengterichting als onder een hoek. De hoge torsiestijfheid stelt ze in staat door de koppeling veroorzaakte resonanties effectief te onderdrukken. Een typische installatie voor Dentex FL-koppelingen is tussen een dieselmotor en een hydraulische pomp. Dentex FL koppelingen zijn geschikt voor zowel horizontale als verticale asverbindingen. De koppelingen zijn verkrijgbaar in diverse uitvoeringen voor naven met een boring of spie van 20 mm tot 80 mm en flenzen van SAE 6.5 tot SAE 11.5. Ook zijn speciale maten verkrijgbaar.
www.rl-hydraulics.com
ASi-5-motormodules
Met de nieuwe ASi-5-motormodule voor de DGM/ DGM-R frequentieregelaars van Bonfiglioli zijn versnelling en snelheid cyclisch te wijzigen dankzij een geoptimaliseerde mapping van de procesgegevens. Dankzij ASi-5 levert de motor ook uitgebreide informatie terug. In de cyclische ingangsdata worden namelijk niet alleen foutmarkeringen, maar bijvoorbeeld ook de stroomopname van de motor ter evaluatie weergegeven. Een bijkomend voordeel: Door de aanwezige vier digitale ingangen en twee digitale uitgangen van de ASi-5-module zijn tegen geringe kosten extra sensoren en actuatoren aan te sluiten. Bij gebruik van de Bihl+Wiedemann Software Suite kan na configuratie van de motormodule en de parameterdefinitie van de Bonfiglioli-aandrijvingen deze informatie eenvoudig naar andere ASi-5-motormodules worden gekopieerd www.bihl-wiedemann.nl
De lichtschermen PSENopt bieden afhankelijk van de eisen vinger-, hand- of lichaamsbescherming volgens EN/IEC 61496-1. Voor ruimtekritische toepassingen of voor uitgebreide functionaliteiten zoals muting, blanking of cascadering: Pilz biedt de lichtschermen die bij uw eisen passen.
De lichtschermen voor alle branches en toepassingen Met PSENopt beschermt u uw medewerkers en uw productieapparatuur – veilig, ef ciënt en economisch. Een onzichtbaar beveiligingsveld van het infraroodlichtscherm beveiligt de gevaarlijke zones. Wanneer een lichtstraal wordt onderbroken, wordt er onmiddellijk een veilig uitschakelcommando gegeven. Muting, blanking en/of cascadering bieden u verschillende mogelijkheden om het lichtscherm optimaal in uw installatie te integreren. Ze zijn daarom geschikt voor talrijke branches en toepassingen.
Nieuw: de online lichtschermcalculator Lichtschermen bieden in veel gevallen een mooi alternatief voor hekwerken, de toegankelijkheid van installaties wordt verbeterd, terwijl de veiligheid blijft gegarandeerd. Hier is het echter wel van belang dat lichtschermen op de juiste positie worden geplaatst. Daarnaast is het ook van belang dat het juiste lichtscherm voor de juiste risicocategorie wordt gebruikt. De veiligheidsafstand van een lichtscherm is cruciaal voor het veilig kunnen gebruiken van een installatie. Pilz heeft hiervoor een online lichtschermcalculator ontwikkeld. Benieuwd naar de juiste veiligheidsafstand voor uw lichtscherm? Scan snel de qr-code voor de calculator!
PSENopt II: de lichtschermen voor vinger-, hand- en lichaamsbescherming
FOTOCELLEN
De nieuwe 36-sensorserie detecteert voorwerpen met verschillende optische eigenschappen – zelfs op grote afstand, bij trillingen, omgevingslicht of vervuiling. De 36-serie is volgens de fabrikant een economisch aantrekkelijke oplossing, vooral in het geval van sterk geautomatiseerde systemen met een groot aantal sensoren. Conventionele retro-reflecterende foto-elektrische sensoren detecteren vaak onbetrouwbaar met folie omwikkelde pallets. De reden hiervoor is de depolariserende eigenschap van de opgespannen folie. De retro-reflectieve fotocel uit de nieuwe serie kan dit dankzij de speciale optiek wel. De (IP67) sensoren zijn beschikbaar met verschillende werkingsprincipes, achtergrondonderdrukking tot 2,5 m, retroreflectief tot 17 m of als gescheiden zender/ontvanger- systemen tot 80 m. www.leuze.com
Positieschakelaars
TOETSENPANEEL
De hoogwaardige, modulaire Serie 09 In-Cabin keypads met programmeerbare RGB halo ring- en symboolverlichting (afzonderlijk regelbaar) zijn ontwikkeld volgens automotive standaard IATF 16949. De keypads kunnen geconfigureerd worden voor de verlichting en de communicatie-interface en bieden standaard en klantspecifieke uitwisselbare symbolen. De keypads met zes drukknoppen zijn beschikbaar in Super-, Plus- en BASIC-uitvoeringen. Ze verschillen wat betreft verlichtingsopties en de communicatie-interface. De BASIC-versie, conventioneel bedraad, is ook verkrijgbaar met twee drukknoppen. Klanten kunnen kiezen tussen een CAN-bus aansluiting of conventioneel bedraad afhankelijk van de applicatie. Het keypad kan klantspecifiek aangepast worden dankzij diverse verlichtingsopties en uitwisselbare standaard- of ISO 7000 symbolen – voor optimale integratie van het keypad met IP5K4 frontbescherming in de bestuurderscabine.
www.eao.com/09-in-cabin
De nieuw ontwikkelde positieschakelaarserie ES/EM 97 is modulair opgebouwd. De actuatorkoppen van de schakelapparaten kunnen gemakkelijk worden verwisseld en in stappen van 90° gedraaid. De schakelaarelementen kunnen worden verwijderd na het openen van de schroefloze dekselbevestiging. er si een breed aanbod aan actuatoren (verschillende draaihefbomen, rolhefbomen, drukveren...) beschikbaar en de afmetingen zijn conform EN 50047. De schakelaars kunnen worden gebruikt in veiligheidsgerelateerde toepassingen als positieschakelaars met veiligheidsfunctie. In combinatie met een geschikte analyse-eenheid zijn PLe en SIL 3 haalbaar. Voor de schakelaars met veiligheidsfunctie kan uit twee extra actuatorkoppen worden gekozen. www.4top.nl
REDUCTOR
Bij kranen en hijstoepassingen moet de inbouwruimte voor aandrijvingen aan specifieke eisen voldoen. Door de plaatsing van de tandwieltrappen in de MAXXDRIVE XD is een op maat gemaakte mechanische dimensionering van de reductor met voldoende hartafstand mogelijk. Hiermee wordt een anders vaak gebruikelijke overdimensionering vermeden en is de reductor geschikt voor de U-vormige configuratie van aandrijving, motor en kabeltrommel. NORD biedt de nieuwe MAXXDRIVE XD momenteel aan in vijf maten met hartafstanden tussen 509 en 963 mm – ook in uitvoeringen met drie of vier tandwieltrappen. De dimensies van de behuizing en de hartafstand zijn identiek voor de versies met drie en vier assen. De reductor dekt een breed snelheidsbereik met constant koppel af met een maximale nominale overbrengingsverhouding van i=355. De behuizing ook verkrijgbaar met een inspectiedeksel voor visuele controle van interne componenten, zonder dat de reductor hoeft te worden verwijderd. Het deksel is verkrijgbaar in grijs of nodulair gietijzer.
www.nord.com