Constructeur 12 - 2020

Page 1

DECEMBER

2020 HÉT VAKTIJDSCHRIFT VOOR WERKTUIGBOUWKUNDIGE CONSTRUCTEURS EN ONTWERPERS

Een tekening? MBD KAN OOK

Hoe kies je een veiligheidscomponent?

‘Catalogusproducten vind je hier niet’

Is het de werkgever of de machinefabrikant?

Koolstofcomposiet? Kan Of grafeen met spinrag?

Voorkom ‘rework’ en bespaar tot 20 procent van de projectkosten

De eeuwige drang naar innovatie van Leo Dupuis en Roy Orbon

Wie is aansprakelijk bij een arbeidsongeval?

Materialen van de toekomst NSFD – IX

CST_Cover.indd 1

03-12-20 11:31


Pilz adv A4 nov 2020:Pilz adv A4 nov 2020

23-11-2020

11:03

Pagina 1

Toegang alleen voor bevoegden!

Bestel makkelijk & snel

E-Shop! pilz.nl/e-shop

Pilz biedt een totaaloplossing!

Be safe and secure with Pilz! In elk bedrijf zijn er zones die moeten worden beveiligd tegen ongewenste toegang. Zelfs de beste hekbeveiliging of toegangscontrole is nutteloos wanneer onbevoegden zich via het IT-systeem toegang tot uw machine verschaffen. Hier is een totaal veiligheidsconcept vereist, waarin zowel de machineveiligheid (Safety) als de Industrial Security zijn opgenomen. Pilz biedt een totaaloplossing! Met het bedrijfsmoduskeuze- en toegangsautorisatiesys-

servicetechnici en andere rollen en personen definieert.

teem PITmode fusion, het modulaire heksysteem, de kleine

Hierdoor zijn uw medewerkers tegen gevaren door

besturingen PNOZmulti 2 en de Firewall SecurityBridge

de machine en uw machines tegen foutieve bediening

bieden wij u een oplossing die niet alleen rekening houdt met

en manipulatie beschermd.

de eisen aan de machineveiligheid, maar ook rechten voor

PITmode fusion

PNOZmulti 2

SecurityBridge

Toegang veilig regelen

Besturingen tegen manipulatie beveiligen

Veilig besturen

Meer informatie over onze veiligheidsconcepten vindt u op www.pilz.nl CST Advertenties.indd 2

03-12-20 11:28


COLOFON Constructeur, december 2020 60-ste jaargang nr. 12 REDACTIE-ADRES Postbus 58, 7400 AB Deventer HOOFDREDACTEUR ing. R.Zander | t 06 22 20 80 34 r.zander@mybusinessmedia.nl

REDACTIE

Maartje Henket | t 0570 50 43 02 m.henket@mybusinessmedia.nl Liam van Koert | t 06 17 58 82 65 l.vankoert@mybusinessmedia.nl

UITGEVER Joachim Driessen j.driessen@mybusinessmedia.nl VASTE MEDEWERKERS Martijn Drost, Hans van Eerden,

Leo de Ridder, Henk Jan Pels, Ad Spijkers, Marjolein de Wit - Blok.

UITGAVE van MYbusinessmedia Holding bv Postbus 58 7400 AB Deventer | Mr. H.F. de Boerlaan 28 www.mybusinessmedia.nl ADVERTENTIE-AFDELING

D. Wielheesen | t (06) 53 69 24 61 d.wielheesen@mybusinessmedia.nl of verkoop binnendienst | t (0570) 50 43 45 | (0570) 50 43 43 orders.engineering@mybusinessmedia.nl

ADVERTENTIEPLAATSINGEN worden

uitgevoerd overeenkomstig de ‘Regelen voor het advertentiewezen 1990’.

ABONNEMENTEN

Voor vragen over abonnementen, bezorging en of adreswijzigingen kunt u bellen met (0570) 50 43 25, mailen naar klantenservice@constructeur.nl of schrijven naar MYbusinessmedia Holding bv | Constructeur | Postbus 58 | 7400 AB Deventer

ABONNEMENTSTARIEVEN

Jaarabonnement Nederland € 242,50* Jaarabonnement buitenland € 280,50* Studenten € 50,00 per jaar *Prijzen zijn excl. 9% BTW | Jaarabonnement geldt tot wederopzegging. Beëindiging van het abonnement kan schriftelijk , per e-mail of telefonisch geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.

REPRODUCTIE

Overname van artikelen, tekeningen en foto’s uit Constructeur is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de uitgever.

©MYBUSINESSMEDIA 2020

VOORWOORD

Rauhfaser Nu ben ik oud genoeg om te weten dat Rauhfaser geen nieuwe vezelversterkte materiaalsoort is. Dat laatste was het natuurlijk eigenlijk wel, zullen mijn generatiegenoten zeggen, die dit behang ook ooit op hun kamertje hadden. Want er zaten weldegelijk ‘vezeltjes’ in. Ik dacht dat het houtvezeltjes waren. Maar goed, wie dat behang nog uit lang vervlogen tijden kent, is waarschijnlijk ook oud genoeg om het radioprogramma met dezelfde naam te kennen. Veel staat mij er overigens niet meer van bij. Online lees ik dat het een anarchistisch karakter had en er onder andere een serie over de fictieve punkgroep The Snacks in voorkwam. Dat zal allemaal wel, maar wat mij uit het programma nog wel altijd helder voor de geest staat, was de volgens mij wekelijkse ‘spitsvondigheid van prins Bernhard’. Niet te verwarren met de pandjesbaas van nu, maar de man die wellicht nog bekend is van zijn rol als prins-gemaal van koningin Juliana. Of anders misschien van de Lockheed-affaire. Lang geleden, ik weet het. Maar aan het einde van het jaar mag je terugblikken en wie heeft gezegd dat daar een beperking op stond? ‘Regent het in mei, dan is april voorbij’ – uit te spreken met een Duits-accent – is een de prins zijn spitsvondigheden. Toepasselijker is op dit moment ‘Regent het in november, dan valt Kerstmis in december', maar ik weet niet zeker of die ook van hem was. Nu is voorspellen lastig, vooral als het om de toekomst gaat. Hele outbreakteams kunnen daar over meepraten. Niet iedereen heeft de gave van de zestiende-eeuwse apotheker Nostradamus. Met de kanttekening dat je aan zijn poesiealbum met ‘voorspellingen’ ook helemaal niks hebt. Waarom niet? Omdat zijn voorspellingen altijd pas na de gebeurtenis kunnen worden uitgelegd. Nee, dan de die van onze prins – geen speld tussen te krijgen en elk jaar raak. Maar ik kan het natuurlijk toch niet laten. Even zoeken levert als resultaat dat hij het wel heeft voorspeld met bijna direct daarna de ‘hit’ dat het ‘fake news’ is. Wel duikt nog het Amerikaanse medium Sylvia Brown op in een bijdrage van Quest. Zij heeft de huidige pandemie in 2008 al voorspeld en noemde wel ‘rond 2020’. Maar het blijft mosterd na de maaltijd. Voor wie overigens een bijbaan als ziener ambieert, heeft emeritus-hoogleraar logica Erik Krabbe van de Rijksuniversiteit Groningen in de bijdrage wel wat tips. Samengevat: voorspel veel en houd het vaag. Voor alle anderen die benieuwd zijn – Rauhfaser is tot mijn grote verbazing nog steeds te koop. Op naar een mooi 2021.

‘Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt uitdrukkelijk voorbehouden’.

VORMGEVING bureau OMA, Doetinchem DRUK Drukkerij Roelofs, Enschede ISSN 0010-6658

ROBIN ZANDER hoofdredacteur constructeur

R.ZANDER@MYBUSINESSMEDIA.NL

c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Voorwoord_Colofon.indd 3

3

03-12-20 11:32


INHOUD

december

10 EEN TEKENING? MBD kan ook

Na de introductie van model based definition bij ASML op 18 juli 2018, zijn inmiddels bijna alle nieuwe maakdelen in de vorm van een 3D-model gegoten met aanvullende maakbaarheidsinformatie. Tekeningen zijn er niet meer. Constructeur spreekt met Leo Broers van ASML en Henk Jörg van TFH technical services, die al aan de MBD-weg timmerde toen ASML nog in 2D dacht.

14

25

MACHINEVEILIGHEID Veiligheidsmisdrijven

“Het moet allemaal meer, sneller, hoger en beter. Productie – daar draait het om. Veiligheid vindt men vaak een hindernis en vertraagt het productieproces. Gebeurt er in je bedrijf een arbeidsongeval, dan pas kom je erachter hoeveel langer alles duurt!”, zegt Ingeborg Koopmans, Officier van Justitie bij het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie.

4

CST_Inhoud.indd 4

INDUSTRIEEL ONTWERP Product

18

Elke editie in Constructeur: Product. Dit katern behandelt als opvolger van het magazine Product de nieuwste ontwikkelingen in de wereld van de industriële productontwikkeling op het gebied van technologie, materialen, vormgeving en ontwerp.

MACHINEVEILIGHEID Componenten kiezen

De veiligheid van velen hangt grotendeels deel af van de besturingstechnische veiligheidsfuncties in de machines waarmee ze werken. Een belangrijk aspect bij het ontwerp van veiligheidsfuncties is de keuze van de (veiligheids)componenten. De grote vraag: Welke component moet ik kiezen en wat zijn dan de gevolgen?

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:33


22 EN VERDER 06

KORT NIEUWS

HYDRAULIEK Catalogusproducten?

29

Ze vertellen urenlang over de beste aandrijftechnieken, de invloed van stick-slipproblematiek in massaveersystemen en het vaak danig onderschatte belang van de juiste hydraulische vloeistof. Maar vraag Bosch Rexroth R&D-engineers Leo Dupuis en Roy Orbon niet naar hun innovatiedrang. Dan blijft het stil.

COLUMN DROST Knallend einde? Of knallend begin?

30

MACHINEVEILIGHEID Autonome voertuigen en de Machinerichtlijn

34

MACHINEVEILIGHEID Arbeidsongevallen en de Inspectie SZW

40

COLUMN PELS

MATERIALEN van de toekomst

PLM – er kan nog zoveel meer

47

PRODUCTNIEUWS

42

ADVERTEERDERSINDEX Dijkman Elektrotechniek Elsto Aandrijftechniek Euronorm Drive Systems Festo Güdel Igus MYbusinessmedia Pilz Rotero Holland Sick

Wat voor materialen gaan we in de toekomst gebruiken voor onze constructies? Kom met die vraag niet bij de wetenschap aan! Wetenschappers zijn superspecialisten en voor dergelijke vragen hebt u een generalist nodig – net als voor toekomstvoorspellingen. Daarom een ander vertrekpunt: dat van de sciencefiction.

48 24 37 51 47 07 12, 20 02 49 52

Op de cover: Techvertorials ABB Pilz

constructeur 12 - 2020

CST_Inhoud.indd 5

08 38

Waarom een tekening? Ook calques dan? Allemaal aan de MBD bedoel je! Meer op pagina 10. (Foto: TFH technical services) 5

03-12-20 11:33


KORT

Nieuws ONDERZOEKSPROJECT FONTYS WINT STARTSUBSIDIE Het onderzoeksproject Modu-Base van de Fontys Hogeschool Engineering heeft een startsubsidie van 25.000 euro weten te bemachtigen uit het stimuleringsprogramma HiTMaT van de Topsector HTSM. Docent-onderzoeker Auke Visser gaat samen met studenten en bedrijfspartners onderzoeken of platformen van lichte elektrische voertuigen via 3D-printen kunnen worden gefabriceerd. Steeds vaker worden spullen online aangeschaft. Dat leidt onder andere tot meer transportbewegingen. Hierdoor stijgt de vraag naar lichte, elektrische voertuigen (LEV). Deze zijn vaak gebouwd op een metalen platform, waarvan de productie veel materiaal, tijd en energie kost, dat ook nog eens lastig te recyclen is. Modu-Base, richt zich op een 3D-geprint platform als alternatieve productietechniek en circulaire basis voor lichtgewicht voertuigen. Het onderzoeksteam focust zich op de achterbrug van het platform en gaat onderzoeken welke materiaalsamenstelling daarvoor het meest geschikt is. Daarna volgen het vaststellen van de printbaarheid, de ontwerpregels en eerste toepassingen. Aan het project wordt meegewerkt door DSM Additive Manufacturing en CEAD Composite Additive Manufacturing. Illustratie: Helga Martens

‘DIGITALE’ WERKINSTRUCTIES WINNEN ‘DIGITAL CHALLENGE’ SwipeGuide uit Amsterdam heeft de finale van de EIT Digital Challenge 2020 gewonnen in de categorie ‘Digital Industry’. EIT Digital is een Europese ondernemers- en educatieve organisatie die zich richt op scale-ups, die op het punt staan met hun innovaties door te breken op de Europese markt. SwipeGuide heeft een toepassing ontwikkeld die papieren werkinstructies vervangt. Met behulp van visuele stap-voorstap instructies op smartphone, tablet of een digitale bril kunnen monteurs, engineers, operators en field-service technici hun werkzaamheden snel en foutloos uitvoeren. Momenteel is de oplossing in zo’n 150 fabrieken van 22 klanten in gebruik. Willemijn Schneyder, mede-oprichter en ceo: “We werken onder meer voor bedrijven als Heineken, ABB en PepsiCo. In het totaal zijn er via onze oplossing nu al zo’n 25.000 werkinstructies gedigitaliseerd en het platform wordt maandelijks door meer dan 105.000 operators en field service engineers in 76 landen gebruikt.” WWW.SWIPEGUIDE.COM

6

CST_kortnieuws.indd 6

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:34


WIM VAN DER HOEK AWARD 2020 VOOR TEUN VAN DE SANDE De Wim van der Hoek Award 2020 – ook wel Constructeursprijs genoemd – is gewonnen door Teun van de Sande. Hij studeerde deze zomer af aan de TU/e op het ontwerp van een complex bewegingsmechanisme. Zijn afstudeeropdracht voerde hij uit bij Prodrive Technologies in Son, waar hij als uitdaging meekreeg dat het mechanisme in een zeer kleine ruimte en onder extreem lage temperaturen moet kunnen functioneren. Hij begon met een systeemdecompositie, waaruit twee grote ontwerpproblemen voortkwamen die hij moest oplossen. In de eerste plaats het ontwerp van een niet-overbepaalde ondersteuning voor een kwetsbare sensor, met strikte eisen aan koeling. Ten tweede het ontwerp van een op lineaire geleiding gebaseerd intrekmechanisme met een goed gedefinieerde voorspanning en zonder botskrachten aan het einde van de slag. “Teun’s analytische en experimentele vaardigheden, enthousiasme en leergierigheid, samen met zijn vermogen om nieuw verworven kennis op een gestructureerde manier over te dragen aan teamleden, stelden hem in staat beide problemen op te lossen en tevens een volledig geïntegreerd productontwerp te maken”, aldus Ron Hendrix, zijn afstudeerbegeleider bij Prodrive. De jury voegt daaraan toe: “Teun heeft in zijn ontwerp de constructieprincipes uit Wim van der Hoek’s gedachtegoed op uitstekende wijze toegepast. Hij heeft het multidisciplinaire ontwerpproces heel gedegen opgezet. Verschillende concepten heeft hij goed uitgewerkt, de keuzes heeft hij prima beargumenteerd en zijn verslag leest prettig.” De Constructeursprijs wordt jaarlijks uitgereikt voor het beste afstudeerwerk op het gebied

KENC ONTWERPT VOOR VAN OORD

Op de foto rechts Teun van de Sande, winnaar van de Wim van der Hoek Award 2020, die hier van juryvoorzitter Jos Gunsing het recent verschenen boek over Van der Hoek krijgt overhandigd.

van het construeren in de werktuigbouwkunde aan de technische universiteiten en de hogescholen in Nederland en België. Aan de prijs zijn een oorkonde, een trofee gemaakt door de Leidse instrumentmakers School en een geldbedrag verbonden, gesponsord door HTSC, het High Tech Systems Center van de TU/e. De uitreiking had plaats op woensdagmiddag 18 november, tijdens het online programma van de Precisiebeurs 2020, verzorgd door DSPE (Dutch Society for Precision Engineering). De prijs werd in 2006 ingesteld ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van nestor in de constructieprincipes Wim van der Hoek, die begin vorig jaar op 94-jarige leeftijd is overleden. Voorafgaand aan de prijsuitreiking vond de presentatie plaats van het boek ‘Wim van der Hoek (1924-2019) – Een constructief leven’, dat op initiatief van DSPE tot stand is gekomen.

Van Oord heeft KENC Engineering uit Oldenzaal en Breman Machinery de opdracht gegeven een ‘casing lifting adapter’ (CLA) te ontwerpen en te bouwen. Het hijsgereedschap is bedoeld voor installatie van 190 fundatiepalen op het offshore windpark Saint-Brieuc. De CLA kan 275 t tillen en wordt aangesloten op de tijdelijke behuizing die wordt gebruikt tijdens boorwerkzaamheden. De tool uitgerust met veiligheidspinnen en kan op afstand worden bediend en een onderzeese IP-camera levert real-time beelden tijdens de hijswerkzaamheden. Begin februari 2021 wordt de CLA opgeleverd aan Van Oord. Eric Buining, algemeen directeur bij KENC: “Dit is een geweldige opdracht voor KENC Engineering. We zijn erg trots dat we zijn geselecteerd door Van Oord om met onze expertise bij te dragen en kijken uit naar een succesvol project. WWW.KENC.NL

WWW.DSPE.NL

Best getest ... chainflex

®

● 1.354

kabeltypen, in 7 verschillende prijsklassen voorraad al vanaf 1 meter zonder snijkosten ● Met 3.800 m² het grootste testlab in de industrie ● Ook aansluitklaar leverbaar ● Levensduur online berekenbaar ● Met 36 maanden garantie ● Uit

Robotkabels

Ethernet ± 360 °/m Torsion

cycli getest 15 miljoen

igus.nl/test4888

constructeur 12 - 2020

CST_kortnieuws.indd 7

Bezoek ons: www.igus.nl/virtualexhibition

.nl/chainflex

motion plastics igus B.V. Tel. 0346 353 932 info@igus.nl

®

®

7

03-12-20 11:34


AB AB da en pro vo pro jar va kla me pro pro vo ee tot wo de rob

voor zijn fl veilig de m cont eenv een uitge en e werk

INTEGRATIE MACHINEVEILIGHEID IN MACHINEBESTURING

Inspelen op groeiende vraag naar maatwerkoplossingen Pilz faciliteert voor machineveiligheid Wereldwijd investeren voedingsmiddelenproducenten fors in machines en productielijnen om voeding te bereiden. De Nederlandse machinebouwers en OEM-markt onderscheiden zich daarbij met kwalitatief hoogwaardige machines die veelal op klantspecificatie zijn gebouwd. Om een veilige werkomgeving voor het personeel te kunnen bieden, wordt bij de ontwikkeling en bouw van de machines veel aandacht besteed aan machineveiligheid. De mogelijkheden hiervoor en de integratie van machineveiligheid in de machinebesturing staan in dit artikel centraal.

Drie mogelijkheden Machineveiligheid krijgt steeds vaker de aandacht die het verdient. In grote lijnen zijn er daarbij drie mogelijkheden voor de uitvoering van het veiligheidssysteem. Voor de meest eenvoudige systemen met slechts enkele I/O’s en bescheiden eisen, kan worden volstaan met standaard veiligheidsrelais. De Sentry-serie van ABB is een veel toegepaste oplossing die zich onderscheidt door een economisch, eenvoudig ontwerp dat direct kan worden ingezet. Bij grotere aantallen I/O-punten of wanneer meer geavanceerde functies worden verlangd - met name voor wat betreft de communicatie naar een PLC - dan wordt al snel gebruik gemaakt de veiligheidscontrollers. Een goed voorbeeld hiervan is de Pluto-serie waar de meest gangbare veiligheidsapparatuur direct op kan worden aangesloten. Voor het programmeren van de controller staat bijbehorende software ter beschikking. Tenslotte worden veiligheid-PLC’s veelal ingezet

ABB Techvertorial.indd 8Alle pagina's CST Advertenties.indd

03-12-20 11:28

Bela Los v kan word En w en b mac varië uitzo voor van bijvo Sent veilig hetz

B& B& co ve ga ins oo me ve be PL


sen, s.

ch,

e an ers. e n e ng.

ABB Jokab Safety ABB Jokab Safety helpt machinebouwers al meer dan 30 jaar bij het creëren van productievriendelijke en veilige werkomgevingen voor operators. Het programma omvat machineveiligheidsoplossingen voor stand-alone machines of complete productielijnen. Gecombineerd met de jarenlange ervaring en diepgaande knowhow van de veiligheidsmarkt worden samen met klanten veiligheidssystemen ontwikkeld voor de meest uiteenlopende productieomgevingen en productie-eisen. De basis hiervoor is een veelzijdig programma innovatieve producten en systemen voor machineveiligheid. Het aanbod varieert van eenvoudige veiligheidsrelais en lichtschermen tot complete veiligheid-PLC’s. De oplossingen worden ingezet in tal van industrieën waaronder de voedingsmiddelenindustrie, OEM-markt en roboticabranche.

voor complexere systemen met veel I/O’s. Deze zijn flexibel in te zetten en bieden net zoveel veiligheidsfuncties als veiligheidscontrollers. Omdat de machinebesturing en veiligheidsfuncties door één controller worden uitgevoerd, is de communicatie eenvoudiger en kan de gehele configuratie in een consistente programmeeromgeving worden uitgevoerd. Geavanceerde diagnostiek helpt engineers en eindgebruikers bovendien bij de dagelijkse werkzaamheden. Belang standaardisatie Los van de omvang van machineveiligheidsystemen, kan de complexiteit van het geheel zoveel mogelijk worden beperkt, door in te zetten op standaardisatie. En wat minder complex is, zullen mensen eerder en beter oppakken. Dat geldt in het bijzonder voor machinebouwers die te maken hebben met een enorme variëteit aan wetten en regels, randvoorwaarden, uitzonderingen en extra wetgeving voor machines voor de voedingsmiddelenindustrie. Een voorbeeld van standaardisatie in machineveiligheid is bijvoorbeeld de eerder genoemde multifunctionele Sentry veiligheidsrelais. Hierin zijn verschillende veiligheidsfuncties te definiëren. Omdat zo met één en hetzelfde component verschillende veiligheidsfuncties

kunnen worden gecreëerd, kan worden bespaard op engineeringstijd. De huidige generatie veiligheidsproducten is bovendien dermate slim en geavanceerd dat ze meer doen dan alleen de machineveiligheid waarborgen. Ze maken de machine béter. Zo generen deze slimme oplossingen praktisch altijd data die te gebruiken zijn voor diagnose stellen en monitoren. Verder verhogen ze de werkbaarheid van de machine waardoor werknemers niet meer de neiging hebben om veiligheidsmaatregelen te overrulen. Prettiger werken leidt vervolgens tot minder stilstand en een hogere productiviteit. Geïntegreerde veiligheidstechnologie Minder stilstand wordt ook bereikt door een stapje verder te gaan: van stand-alone oplossing naar geïntegreerde veiligheid. Door slim en veilig te reageren kan de veiligheid worden gewaarborgd zonder het volledige productieproces stil te leggen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van intelligente, gedecentraliseerde en geïntegreerde veiligheidstechnologie. De extreem korte reactietijden van deze technologie opent deuren naar volledig nieuwe veiligheidsconcepten voor machines en systemen. De traditioneel bekabelde veiligheidsoplossingen maken hierbij plaats voor programmeerbare oplossingen. Met deze geïntegreerde,

B&R B&R, onderdeel van ABB, is een innovatief automatiseringsbedrijf dat klanten in vrijwel elke industrie complete oplossingen biedt voor machine- en fabrieksautomatisering, Motion Control, HMI en geïntegreerde veiligheidstechniek. Met name die laatste discipline completeert het ABB aanbod als het om machineveiligheid gaat. De combinatie van ABB Jokab en B&R is een waardevolle aanvulling voor machinebouwers die willen inspelen op de mogelijkheden van digitalisering in onder andere de voedingsmiddelensector. Omdat het nu ook mogelijk is om de ABB Jokab-veiligheidssensoren met DYN-link te gebruiken, kunnen met één enkele input meerdere sensoren in serie worden geschakeld, bijvoorbeeld om een reeks veiligheidshekken met elkaar te verbinden. Deze aanpak verlaagt de bekabelings- en installatiekosten enorm en vermindert dus ook het aantal benodigde veilige ingangskanalen. De serieschakeling verandert niets aan het maximale veiligheidsniveau van PL e / Cat. 4.

CST Advertenties.indd 9

netwerk-gebaseerde veiligheidstechnologie bestaat een productielijn niet meer uit afzonderlijke componenten maar wordt het één geheel dat gecoördineerd reageert op veiligheidsvoorvallen. Een productielijn die veiligheid combineert met flexibiliteit en het vermogen om machines snel aan te passen. Samenwerken aan veiligheid Het complete aanbod veiligheidsoplossing voor de voedingsmiddelenindustrie sluit naadloos aan op de eisen en wensen van de markt. Machinebouwers beschikken daarmee over alle tools die nodig zijn om meerwaarde te bieden aan F&B-klanten. Als innovatieve technologiepartner zet ABB daarbij voortdurend in op innovaties voor deze markt; de snelle groei van mogelijkheden voor connectiviteit en digitalisering zijn daar een goed voorbeeld van. Deze innovaties worden samen met machinebouwers vertaald naar de markt. Of het nu gaat om een hogere productiviteit, meer variatie in voeding, kortere productiecycli of een verbeterde kwaliteit of veiligheid – samen met machinebouwers ontwikkelt ABB een passende oplossing. Dat maatwerk bewijst zijn waarde in een markt waarin de consument bewust bezig is met zijn voeding en het milieu terwijl producenten tegelijkertijd een veilige werkomgeving voor werknemers moeten garanderen.

ABB b.v. George Hintzenweg 81, NL-3068 AX Rotterdam Postbus 301, NL-3000 AH Rotterdam Telefoon: 088 26 00 900 Website: abb.nl/jokabsafety

30-11-20 03-12-20 13:11 11:28


MODEL BASED DEFINITION

Eerst de onderdelen, dan de samenstellingen MET MBD RICHTING EEN MODEL BASED ECOSYSTEEM Een gemiddelde waferstepper van ASML telt duizenden losse onderdelen. Na de introductie van MBD op 18 juli 2018 hebben inmiddels bijna alle nieuwe maakdelen een digitale tweeling in de vorm van een 3D-model met aanvullende maakbaarheidsinformatie. Zo zijn vorm- en plaatstoleranties rechtstreeks in het 3DCAD-model gedefinieerd. Tekeningen zijn er niet meer. L I A M VA N KO E R T

In plaats daarvan heeft de keten toegang tot 3D-modellen in de vorm van STEP242-, 3Dpdf-, QIF-, JT- of een native NX-bestand. In 2021 zijn ook de samenstellingen aan de beurt voor een modelgebaseerde metamorfose. Waarom ASML dit doet? Volgens MBD-kartrekker en -duwer Leo Broers zet dit onder andere de deur open naar een meer statistische benadering van maakbaarheid. Waar zitten de grootste discrepanties tussen gesimu-

‘MAAK HET MET MBD’

Als de coronagoden het toelaten, organiseert Constructeur samen met MBD-partners op 17 november 2021 een evenement dat geheel in het teken staat van Model Based Definition. Omdat je op tijd met dit soort dingen moet starten, zijn wij nu alvast begonnen met het inhoudelijk vormgeven en het onder de aandacht brengen van dit naar onze mening zeer belangrijke onderwerp voor de Nederlandse maakindustrie. In de edities voorafgaand aan dit ‘verplichte’ MBD-spektakel zullen we u als lezer informeren middels genuanceerde artikelen en ongezoute columns van specialisten. Uiteraard laten we ook de jonge constructeur zijn MBD-zegje doen en zal er gediscussieerd worden – al dan niet met publiek – middels een ‘roundtable. Heeft u zelf een goed MBD-idee, een voorbeeld hoe het niet moet, of kent u iemand die tijdens dit event absoluut een podiumplek verdient? Laat het dan snel aan de redactie weten zodat wij er mee aan de slag kunnen. Ook kunt u alle MBD-content nog eens rustig nalezen op MBDusers.nl en is het geen slecht idee lid te worden van deze nieuwe MBD-gebruikersgroep.

10

CST_Art4p-2klm-04.indd 10

leerde theorie en de gemeten productiepraktijk? En hoe komt dat? Ook die informatie gaat deel uitmaken van de 3D-modeldefinitie. No-brainer Het lijkt nog zo kort geleden dat ASML de implementatie van een Model Based-strategie aankondigde. En in de twee jaar die sindsdien zijn verstreken, is er dan ook een hoop gebeurd. Niet alleen heeft ASML alle nieuwe onderdelentekeningen omgezet naar 3D en deze voorzien van relevante maakinformatie. Ook de keten is meegenomen in de transitie en raakt er meer en meer van overtuigd dat dit de juiste weg is. Broers: “Natuurlijk was er in het begin weerstand. Dat hoort bij het onbekende. Maar iedereen snapt dat je met een 3D-model gemakkelijker een productie- of meetmachine aanstuurt dan met een 2D-tekening. Of dat het in 3D-context zien van plaats- en vormtoleranties je helpt bij het beter doorgronden van je ontwerp. Met name voor de jongere generatie die niet anders dan 3D gewend is, is juist die hele 2D-conversie raar. Waarom zou je dat doen? Omdat we dat vroeger altijd zo deden? Wat dat betreft is het opmerkelijk hoe twee jaar intensief omschakelen naar Model Based mijn perceptie van 2D heeft veranderd. Natuurlijk kost verandering tijd en energie. Vooral bij grote bedrijven is de impact groot. Maar het is en blijft een no-brainer.” constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:37


“Voor de jongere generatie die niet anders dan 3D gewend is, is juist die hele 2D-conversie raar.”

Nederland als gidsland Henk Jörg van TFH technical services, die men zijn engineering bureau al aan de MBD-weg timmerde toen ASML nog in 2D dacht (heel lang geleden), knikt instemmend. “Jonge tekenaars snappen het nut van 2D echt niet. En ik als aanstormend veteraan kom eerlijk gezegd ook niet verder dan de historische verklaring. Iets met calque en Rotringpennen.” Jörg geeft aan dat startups logischerwijs steeds vaker rechtstreeks met MBD beginnen maar zich ook geremd zien door een keten die om die 2D-tekening blijft zeuren. Wat dat betreft is hij – ook al heeft hij meer met Creo dan met NX – heel blij met de ambassadeursrol die ASML vervult voor het bouwen van een MBD-community in Nederland. “In Amerika zijn de militaire toeleveranciers heel ver met MBD. In Duitsland geldt dat voor de automotive. Maar het ‘tool- en sector-overschrijdend’ delen van ‘best practices’ en het nadenken over belangrijke zaken als standaarden is typisch Nederlands. En dat is goed nieuws. Het brengt Nederland in een unieke positie waar iedereen baat bij heeft.” Broers beaamt de observatie van Jörg en doet er een schepje bovenop. “Als ASML zijn we natuurlijk in heel wat landen en continenten actief. En overal waar we de MBD-boodschap brengen en men doordrongen raakt van het feit dat het de juiste weg voorwaarts is, is men ook een beetje jaloers op hoe we het hier aanpakken.”

den, maar er is een digitale modus gevonden om het onderwerp in elk geval warm te houden. Daarnaast ben ik blij dat ook partijen als TFH in samenwerking met Constructeur en The Text Factory het initiatief hebben genomen om echte gebruikersgroepen op te zetten waar MBD-gebruikers en andere stakeholders elkaar kunnen vinden om kennis te delen.”

Henk Jörg: "..‘toolen sector-overschrijdend’ delen van ‘best practices’ en het nadenken over belangrijke zaken als standaarden is typisch Nederlands. En dat is goed nieuws.

Grote behoefte Jörg geeft aan dat hij in de markt merkt dat hier grote behoefte aan is omdat gebruikers vaker dan nu mogelijk is, ook op een dieper niveau met elkaar over MBD van gedachte willen wisselen. “Elk CAD-pakket kent naast overeenkomsten ook verschillen hoe je met MBD omgaat. Zo zijn we bij TFH helemaal ingericht op Creo, waarmee we echt heel ver kunnen gaan in het opzetten van een Model Based Enterprise. Hierbij integreren we alle processen, waarbij vaak ook maatwerk nodig is, dat dan bijvoorbeeld door partners als Software Factory geleverd wordt. Dat maatwerk hangt helemaal af van de software die een klant gebruikt en welke >

Community en MBDUSERS Blijkbaar heeft de polder zo zijn voordelen. En het klopt dat er diverse initiatieven zijn die technologie en sector-overschrijdend mensen bij elkaar brengen om gezamenlijk aan de MBD-weg te timmeren. Broers: ”We werken al enkele jaren met Mikrocentrum samen aan events om mensen bij elkaar te brengen en ‘best practices’ middels voordrachten te delen. Nu is dat in coronatijden wat lastiger geworc o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art4p-2klm-04.indd 11

11

03-12-20 11:37


De nieuwste technologische slimmigheden gratis in je mailbox? • • • •

productinnovaties leveranciers nieuws vacatures

engineersonline.nl/nieuwsbrief CST Advertenties.indd 12

03-12-20 11:29


Leo Broers: “.. twee jaar intensief omschakelen naar Model Based [heeft] mijn perceptie van 2D .. veranderd.”

processen voor hem tot zijn core-business behoren. Nu zou het voor ons mooi zijn heel Nederland op Creo over te zetten, maar zo werkt het natuurlijk niet. Daarom is het belangrijk dat gebruikers elkaar op verschillende vlakken kunnen vinden. Heb je een probleem of vraag die software-specifiek is? Dan biedt MBDusers een omgeving waar je collega-gebruikers vindt waarmee je snel de diepte in kan, of vindt je de juiste whitepapers die je op weg helpen. Is de vraag van meer strategische aard of gaat het om standaardisatie? Dan biedt MBDusers ook een software-overstijgende plek, waar je elkaar op een hoger abstractieniveau kunt vinden. Hier kan je bijvoorbeeld denken aan het gebruik van color-coding voor het aangeven van toleranties in plaats de gebruikelijke annotaties. We hebben hier voor klanten slimme dingen mee gedaan die veel visueler inzichtelijker maken waar bepaalde kritische gebieden van een onderdeel zitten. Maar color-coding komt helemaal tot zijn recht wanneer je met ‘free-form’-modelleren aan de slag gaat. Zoiets is niet een specifiek Creoding, maar ik heb geen idee hoe je dat met bijvoorbeeld NX opzet.” Statistisch sturen op maakbaarheid Hoe kijkt ASML hier tegenaan? Wat Broers betreft is color-coding precies zo’n onderwerp dat zou passen in hun MBD-strategie: het meer statistisch gaan sturen op maakbaarheid. “Uiteindelijk willen we Model Based Definition gaan gebruiken voor zaken als variatieanalyses, kostenberekeningen en het zetten van stappen richting model based manufacturing. Het rechtstreeks aansturen van de productie vanuit het 3D-model dus. Maar onderliggend speelt hier nog een veel interessanter gegeven: het veel fundamenteler kunnen sturen op CTQ, ofwel ‘critical to quality’. Want wat als je de feedback over een onderdeel die je krijgt vanuit de meetkamer, productie of zelfs vanuit het veld rechtstreeks gebruikt in je ontwerp om de echt kritieke plekken gekwantificeerd inzichtelijk te krijgen? En wat als die feedback niet van één, maar van honderden onderdelen komt? Je benadert je ontwerp dan niet zozeer meer als een lappendeken van c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art4p-2klm-04.indd 13

tolerantievelden, maar als een verloop van meetwaarden. En hoe groter het aantal feedbackloops vanuit verschillende plekken uit de praktijk naar het 3D-model wordt, des te beter kan je bijvoorbeeld omgaan met een ECR (Engineering Change Request - red.), om uit eindelijk zo goed te kunnen voorspellen dat ‘first time right’ geen streven meer is, maar een zeer goed haalbare praktijk.” Slimme lasbril Jörg kan alleen maar bewondering hebben voor de doortastendheid van de onderliggende MBD-visie van ASML. Broers heeft het duidelijk goed begrepen. En ook enkele grote machinebouwers als IGS GeboJagema waar hij vergelijkbare trajecten mee doorloopt. hebben een Model Based Enterprise, of zelfs een modelgebaseerd ecosysteem als stip aan de horizon. Maar hij benadrukt dat een hele hoop MBD-voordelen allang geen toekomstmuziek meer zijn. Zo kan je enorme hoeveelheden geld besparen met laaghangend fruit. Een meetmachine aansturen middels QIF-bestanden? De besparing is dan zo maar 95 procent. Het in 3D genereren van nieuwe varianten middels MBD-model gevoede configuratoren? Als je aan de voorkant de moeite neemt de kwaliteit van de aan het model toegevoegde data hoog te houden, dan praat je ineens over minuten in plaats van dagen. Om nog maar niet te spreken wat voor gave dingen je kan doen als je MBD com-

‘FIRST TIME RIGHT’ IS DAN GEEN STREVEN MEER, MAAR EEN ZEER GOED HAALBARE PRAKTIJK. bineert met hippe technologieën als augmented reality. Jörg: “Laatst zag ik een filmpje van een lasser die een augmented lasbril droeg. Die slimme bril wist precies wat voor onderdeel de lasser voor zijn neus had. Via de AR-bril werd aangeven wat de posities zijn voor het hechten en de af te lopen lasvolgorde. Zelf hebben we samen met ValkWelding en Software Factory een applicatie ontwikkeld die de lassen vanuit Creo exporteert via een Wiscon-file naar de lasrobot. Dit geeft zomaar een besparing op het programmeren van 80 procent aan ‘picks & clicks’ en maakt het mogelijk om naar ‘High Mix Low Volume’ te gaan. Alleen daarom zou ik morgen al beginnen met Model Based Definition!” WWW.MBDUSERS.NL

13

03-12-20 11:37


MACHINEVEILIGHEID

‘Ik noem ze veiligheidsmisdrijven’ INGEBORG KOOPMANS, OFFICIER VAN JUSTITIE BIJ HET FUNCTIONEEL PARKET VAN HET OPENBAAR MINISTERIE “Het moet allemaal meer, sneller, hoger en beter. Productie – daar draait het om. Veiligheid vindt men vaak een hindernis en vertraagt het productieproces. Gebeurt er in je bedrijf een arbeidsongeval, dan pas kom je erachter hoeveel langer alles duurt!”, zegt Ingeborg Koopmans, Officier van Justitie bij het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. L I L I A N V E R ME E R

Het Functioneel Parket legt zich toe op grote fraude- en milieuzaken en arbeidsongevallen met dodelijke afloop. Zij werken daarvoor samen met de bijzondere opsporingsdiensten Fiscale Inlichtingenen Opsporingsdienst (FIOD), Inspectie SZW, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Wat betreft de arbeidsongevallen komen zij ook in actie wanneer er kinderen (minderjarigen) bij betrokken zijn die bijvoorbeeld stage lopen. Tevens wanneer een bedrijf een voorgeschiedenis heeft, bijvoorbeeld wanneer er al voor de vierde keer een incident optreedt. Of wanneer de indruk ontstaat dat betrokkenen het plaats delict proberen aan te passen of het slachtoffer proberen te intimideren om een ander verhaal te vertellen. Dodelijke afloop “Wij vervolgen dus mensen die de wet overtreden. In de praktijk komt dat erop neer dat wij alle grote fraude- en milieuzaken doen en arbeidsongevallen met dodelijke afloop. Er zijn de laatste jaren zo’n 70 dodelijke arbeidsongevallen per jaar. Dat is best veel. “In de bouw zien we de meeste incidenten. Pas geleden was er weer een, een betonplaat die naar beneden viel. Een werknemer kon niet op tijd wegkomen en kwam om. Ook hebben we een aantal keren akelige incidenten met landbouwvoertuigen gehad: een jongeman die in een versnipperaar raakte, iemand met zijn benen in de combine, een vader 14

CST_Art05.indd 14

die met zijn trekker over zijn kind heenrijdt. Maar ook in de chemische industrie, in silo’s en op schepen. Vaak kan het betreden van een besloten ruimte heel gevaarlijk zijn. Of in de machineindustrie: overreden worden door kadekranen, mensen die met een arm in de machine terecht komen, et cetera. Het lichaam is vaak behoorlijk aangetast door zo’n arbeidsongeval en dat is extra zwaar voor nabestaanden. Dat is ook heel heftig voor degene die als eerste ter plaatse is.” Case: de turnkey leverancier versus het (elektrotechnisch) automatiseringsbedrijf We leggen Koopmans een praktijkgeval voor. Een turnkey leverancier (bedrijf I) levert een productielijn in Nederland, bestaande uit meerdere CE-gemarkeerde en niet CE-gemarkeerde machines van verschillende machinefabrikanten, aan een eindgebruiker (bedrijf G). Bedrijf I is zelf niet in staat om de automatisering van de productielijn te verzorgen en besteedt dit uit aan een elektrotechnisch automatiseringsbedrijf (bedrijf A). Bedrijf A vraagt aan bedrijf I of het de risicobeoordeling volgens EN-ISO 12100 en het voorstel voor risico-reducerende maatregelen beschikbaar wil stellen. Bedrijf I heeft geen risicobeoordeling en meldt dat bedrijf A zelf maar een inschatting moet maken van de noodzakelijke veiligheidsfuncties en het benodigde niveau van veiligheid. Bedrijf A neemt daarop aan, vanuit eigen inzicht en constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:38


“Het is natuurlijk nooit opzet; niemand heeft de intentie om een ander aan een bedrijfsongeval te laten overlijden.”

ervaring uit het verleden, dat er tien besturingstechnische veiligheidsfuncties zijn en gaat uit van het laagste niveau SIL1 of PLc. Bedrijf A stelt een contract op met bedrijf I, waarin hij beschrijft dat er geen risicobeoordeling is overhandigd en dat hij daarom uitgaat van tien veiligheidsfuncties volgens SIL1/ PLc. Dit contract wordt bij opdracht ondertekend door Bedrijf I. Kort na de inbedrijfstelling gebeurt een dodelijk arbeidsongeval met een medewerker van bedrijf G. Uit onderzoek van de Inspectie SZW wordt duidelijk dat de betreffende besturingstechnische veiligheidsfunctie niet correct is uitgevoerd en ook niet het juiste veiligheidsniveau heeft. Dood door schuld: artikel 307 Wetboek van Strafrecht Koopmans: “Bij een arbeidsongeval wordt de Arbeidsinspectie als eerste ingeschakeld. Zij doen het onderzoek en nemen daarna contact op met ons. In deze case hebben we te maken met een slachtoffer door een niet-natuurlijke dood. Er moet onderzocht worden of er een causaal verband is tussen een gebrek aan de machine en het overlijden van het slachtoffer. Dat is vooral van belang voor artikel 307 Wetboek van Strafrecht: dood door schuld. Daar kijken we naar om te zien of iemand verantwoordelijk gehouden kan worden voor dood door schuld en we dus tot vervolging over kunnen gaan. Het is natuurlijk nooit opzet; niemand heeft de intentie c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art05.indd 15

om een ander aan een bedrijfsongeval te laten overlijden. Het kan wel zijn dat er een ernstig gebrek is aan zorgvuldigheid en dat levert dan dood door schuld op.” Zorgplicht werkgevers: artikel 32 Arbowet “Ook hebben we te maken met artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet; die legt een zorgplicht op bij alle werkgevers in het land. Ze moeten datgene doen wat redelijkerwijs van hen verlangd kan

“..WIJ [KUNNEN] IEMAND VERVOLGEN, IN 8 VAN DE 10 ARBEIDSONGEVALLEN” worden om een veilige werkomgeving te bieden aan werknemers. Als ze dat niet doen kunnen ze daar ook voor vervolgd worden. Dat is een misdrijf en daar staat een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar voor. Dus op basis van artikel 307 (Wetboek van Strafrecht) en artikel 32 (Arbowet) kunnen wij iemand vervolgen, in 8 van de 10 arbeidsongevallen.” Civielrecht niet relevant “Automatiseerder A vraagt om een risicobeoordeling maar heeft die niet gekregen. Hij gaat daar- > 15

03-12-20 11:38


van de wet op. Of het ook betekent of iemand aanmerkelijke schuld heeft aan het overlijden van iemand anders, dan moet je toch iets meer hebben. Ik kan bedrijf I eigenlijk niet vervolgen voor dood door schuld.”

om zelf een inschatting maken en gaat daarbij uit van het laagste niveau. Dat mag. Ze hebben een machine geleverd met een veiligheidsfunctie, weliswaar het laagste niveau, maar dat is in overeenstemming met de koper. Dus zou ik die A niks verwijten. Niet zozeer vanwege het contract dat ze bedrijf I hebben laten tekenen. Wat er civielrechtelijk (afspraken tussen partijen onderling) speelt, is voor mij totaal niet relevant. Je kunt namelijk niet je strafrechtelijke aansprakelijkheid wegduwen met een civielrechtelijk contract. Het ontslaat je niet van je verplichtingen als werkgever.” Aansprakelijkheid ‘wegregelen’ “Je ziet vaak in grote projecten met bijvoorbeeld meerdere betrokken partijen, zoals een hoofdaannemer en meerdere onderaannemers, dat er allerlei contracten worden getekend om de aansprakelijkheid voor veiligheid weg te ‘regelen’. Strafrechtelijke aansprakelijkheid is echter niet te ontlopen met welk contract dan ook. Ik kijk er wel naar of de onderling gemaakte afspraken zijn nagekomen. Stel dat een leverancier een product niet volgens de afgesproken manier heeft geleverd aan zijn opdrachtgever, dan speelt dat mee bij het bepalen van de aanmerkelijke schuld.” Overtreding artikel 32 makkelijker aantoonbaar “In dit geval heeft A nog best wel wat gedaan en naar eigen inzicht een beveiliging aangebracht. De opdrachtgever bedrijf I is akkoord. Maar degene die de machine gaat gebruiken – de werkgever – weet waarop gelet moet worden, hoe het bedrijfsproces is, welke risico-reducerende maatregelen misschien gebruikelijk zijn in de branche. “Ik neig ernaar om het bedrijf dat de machine levert, niet als eerste aansprakelijk te stellen. De werkgever kan ik voor beide artikelen vervolgen. De machinebouwer alleen voor artikel 307. De lat voor 307 ligt vele malen hoger, dat wil zeggen het is moeilijker aan te tonen. Volgens artikel 32 is het gemakkelijker aan te tonen dat iemand een overtreding heeft begaan. Dit levert direct een overtreding 16

CST_Art05.indd 16

“Strafrechtelijke aansprakelijkheid is .. niet te ontlopen met welk contract dan ook.” (Foto: Safety Event 2017)

Vervolging werkgever “In dit geval zou ik de werkgever, bedrijf G, vervolgen. De leverancier heeft wel een machine met een veiligheidsfunctie geleverd en doet daarmee niks verkeerd. Het zou kunnen dat de machine niet veilig genoeg is voor het productieproces en dat er nog een aantal extra veiligheidsmaatregelen getroffen hadden moeten worden. Je kunt ook niet van de leverancier verlangen dat die in het bedrijf de risico-inventarisatie gaat maken. “Wat er civielrechtelijk aan aansprakelijkheid is met betrekking tot de gevolgschade voor de medewerker, dat is een verzekeringskwestie. Ik adviseer nabestaanden om een goede letselschade-advocaat te zoeken. Alles uit de strafrechtelijke zaak stel ik ter beschikking, zodat de advocaat over de juiste informatie beschikt. Daarmee weet de advocaat hoe de vork in de steel zit en kan daarmee zijn voordeel doen in de civiele procedure.” Overbrugging van veiligheidsfuncties “Wat je vaak ziet is dat machines wel geleverd worden met de vereiste veiligheidsfuncties, maar dat men ze uitschakelt na ingebruikname. Men vindt het onhandig of het vertraagt de productie te veel. Als een bedrijf dat de machine geleverd heeft ook het onderhoud doet en vervolgens ziet dat de veiligheidsfuncties zijn overbrugd, dan verwacht ik wel dat ze daar een opmerking over maken. Ze weten immers over de onveilige situatie. De leverancier/het onderhoudsbedrijf zou een brief aan het gebruikende bedrijf/werkgever kunnen sturen, om te vermelden dat de machine niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Dan is de werkgever op de hoogte. Als er vervolgens niks met deze aanwijzing gebeurt, geeft mij dat extra de mogelijkheid om het bedrijf dat de machine heeft gekocht en daarna aangepast, te vervolgen. Het komt ook voor dat aan de monteur – van de leverende fabrikant – wordt gevraagd of hij de machine wat sneller kan maken door bepaalde veiligheidsfuncties uit te schakelen. Als ik dat meemaak, kan de fabrikant ook vervolgd worden. “We vervolgen overigens het bedrijf, niet specifiek de directeur. Boetes hangen verder af van de grootte van het bedrijf en of het vaker is voorgekomen. Maar een boete kan oplopen tot 820.000 euro en een maximale gevangenisstraf van zes jaar is mogelijk.” Inhuren veiligheidskundige “Als zo’n werkgever toch te weinig verstand heeft van hoe het veiliger moet, kan hij het dan aan iemand anders overlaten? Koopmans: “De wet zegt: je moet redelijkerwijs datgene doen, wat er van je verconstructeur 12 - 2020

03-12-20 11:38


langd wordt. De werkgever moet allereerst een helder beeld hebben van hoe het productieproces eruit ziet. Hij moet in zee gaan met een machinefabrikant met een goede reputatie. Op het moment dat je te weinig weet over hoe het veiliger kan, ga je in gesprek met de fabrikant, maar je kunt ook een externe veiligheidskundige inhuren. Zo’n veiligheidskundige kan voor jou de afweging maken. Als je roept: ik weet het niet, doe jij het maar, en je denkt niet meer mee, dan kan je niet zeggen dat je redelijkerwijs alles hebt gedaan wat er van je verlangd wordt. Het hangt ook een beetje af van de machine af of zo’n expert noodzakelijk is. Als je een productielijn van 100 meter lang maakt of een machine

TOT 820.000 EURO BOETE EN GEVANGENISSTRAF TOT ZES JAAR MOGELIJK waarbij hoge temperaturen aan de orde zijn – of messen of andere scherpe voorwerpen – dan worden er andere eisen gesteld dan wanneer je een kant-enklare heftruck bestelt. ”Kan de ingehuurde expert aansprakelijk gesteld worden bij een ongeval? Dan moet die expert wel hele grove fouten gemaakt hebben; een vergissing is menselijk. Waarom zou zo’n expert grove fouten maken? Dat doet hij alleen maar als hij onder druk wordt gezet door het bedrijf. Daar moeten veiligheidskundigen zich niet voor lenen en dat doen de meesten gelukkig ook niet.”

Veiligheidsmisdrijven de rechtszaken rond arbeidsongevallen noemt Koopmans noemt een ‘aparte tak van sport’, die niet altijd zo serieus worden genomen. “Ik heb politieagenten wel eens horen zeggen: “Oh het is ‘maar’ een arbeidsongeval, dat is geen strafrecht.” Maar het is wel strafrecht, er is iemand dood en het is niet-natuurlijk. Het zijn arbeidsongevallen, maar ik noem ze veiligheidsmisdrijven.” Professionaliseringsslag Er heeft wel een enorme professionaliseringsslag plaatsgevonden in de behandeling van arbeidsongevallen aldus Koopmans. “Vroeger was het zo dat elke arrondissement in haar regio de arbeidsongevallen deed. Nu worden alle arbeidsongevallen gedaan door het Functioneel Parket met in totaal 15 officieren van justitie, die zaken uit het hele land zien. Dus we zien veel meer en hebben meer ervaring. We hebben regelmatig overleg waarin we verschillende gevallen uit de praktijk bespreken en dingen die ons opvallen. We hebben ook contact met Inspectie SZW, daarin bespreken we tendensen die we zien. We zitten er nu veel dichter op”. Zorgen Wat haar wel zorgen baart zijn de enorme hoeveelheden producten, zoals opladers en föhnen, die rechtstreeks uit China komen. “Veel ervan voldoen niet aan de regels voor de CE-markering en dat kunnen we lang niet allemaal controleren. Qua veiligheid is dat een veel groter probleem dan de werkgevers die een machine kopen en beschikbaar stellen voor hun werknemers”.

“Als je roept: ik weet het niet, doe jij het maar, en je denkt niet meer mee, dan kan je niet zeggen dat je redelijkerwijs alles hebt gedaan wat er van je verlangd wordt.” (Foto: Safety Event 2017)

c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art05.indd 17

17

03-12-20 11:38


MACHINEVEILIGHEID

Hoe te kiezen? VEILIGHEID VAN MACHINES DOOR EEN JUISTE KEUZE VAN (VEILIGHEIDS)COMPONENTEN In Europa en dus ook Nederland, worden veel medewerkers dagelijks blootgesteld aan gevaren van machines op het werk. Hun veiligheid hangt voor een groot deel af van de besturingstechnische veiligheidsfuncties die in de machines zijn gerealiseerd. Een belangrijk aspect bij het ontwerp van deze veiligheidsfuncties is de keuze van de (veiligheids)componenten. De grote vraag is nu: Welke component moet ik kiezen en wat zijn de gevolgen van mijn keuze? C ASP E R DE G R O OT, T Ü V C E R T I F I E D F UN C T I O N A L S A F E T Y P R O F E S S I O N A L , SE N I O R C O N S U LTA N T, F U S AC O N B.V.

Veiligheidscomponenten hebben vaak zelf geen gevaarlijk bewegende delen, maar vallen sinds 1995 toch onder het werkgebied van de Machinerichtlijn. Terwijl een definitie van het woord veiligheidscomponent ontbrak in de oude Machinerichtlijn 98/37/EG, is deze wel opgenomen in de huidige Machinerichtlijn 2006/42/EG (zie kader). Hieruit valt duidelijk af te lezen dat het gaat om een component die door de fabrikant afzonderlijk in de handel wordt gebracht en die een veiligheidsfunctie vervult. In de dagelijkse praktijk is er nogal eens onduidelijkheid of een component al dan niet een veiligheidsfunctie vervult. Ook hier heeft de opsteller van de huidige Machinerichtlijn in voorzien door in bijlage V een indicatieve lijst van veiligheidscomponenten op te nemen. De lijst is te groot om hier op te nemen, maar vermeldt onder andere: • Beveiligingsinrichtingen voor de detectie van personen. • Logische eenheden ter verzekering van veiligheidsfuncties.

DEFINITIE VEILIGHEIDSCOMPONENT

Machinerichtlijn 2006/42/EG geeft in artikel 2 lid c de volgende definitie voor een veiligheidscomponent: Een veiligheidscomponent is een component: • die een veiligheidsfunctie vervult, • die afzonderlijk in de handel wordt gebracht, • waarvan het niet en/of verkeerd functioneren de veiligheid van personen in gevaar brengt, en • die niet nodig is voor de werking van de machine of die door gewone componenten kan worden vervangen om de machine te doen werken.

18

CST_Art4p-2klm-01.indd 18

• Kleppen met extra voorzieningen voor storingsdetectie voor de beheersing van gevaarlijke bewegingen of machines. • Afschermingen en beveiligingsinrichtingen ter bescherming van personen blootgesteld aan bewegende delen die zijn betrokken bij het werk met de machine. EG-typegoedkeuring van een veiligheidscomponent Een fabrikant die een veiligheidscomponent op de Europese markt in de handel brengt, is slechts in een beperkt aantal gevallen verplicht om de veiligheidscomponent door een aangemelde instantie (notified body) te laten controleren. De zogenaamde EG-typegoedkeuring geldt voor de veiligheidscomponenten die expliciet in bijlage IV van de huidige Machinerichtlijn worden benoemd: • Detectoren voor de aanwezigheid van personen. • Aangedreven beweegbare afschermingen met vergrendeling voor de machines, bedoeld in de punten 9, 10 en 11 [opmerking: punten van Bijlage IV]. • Logische eenheden voor veiligheidsfuncties. • Kantelbeveiligingsinrichtingen (ROPS). • Constructies ter bescherming tegen vallende voorwerpen (FOPS). De oude machinerichtlijn kende deze eis alleen voor drie categorieën. De eerste categorie betreft gevoelige elektrische inrichtingen die zijn ontworpen voor de detectie van personen, zoals bijvoorbeeld lichtschermen en scanners, sensormatten, elektromagnetische detectoren. De tweede categorie omvat logische eenheden voor tweehandenbeconstructeur 12 - 2020

03-12-20 12:12


veiligheidscomponent de beperkingen van het component aangeeft. Tegelijkertijd geeft het de eisen weer waaraan door de gebruiker van de component moet worden voldaan om de specifieke component met het aangegeven typenummer als veiligheidscomponent te mogen gebruiken. Buiten die beperkingen en eisen vervalt de certificering van de veiligheidscomponent en dus ook de zekerheid dat de component de veiligheidsfunctie goed zal uitvoeren. Nog letterlijker – de vermelde veiligheidsparameters: MTTFd of PFHd of de SIL-of PL-waarde zijn niet meer geldig. Hoe de toepassing van componenten in veiligheidsfuncties makkelijk mis kan gaan.

diening en de derde categorie betreft automatisch bewegende schermen voor de beveiliging van metaalpersen en spuitgietmachines. Toepassing van componenten in veiligheidsfuncties Iedereen die werkzaam is in de industrie, en niet alleen in de machine-industrie, heeft ondertussen wel kennis gemaakt met veiligheidscomponenten zoals lichtschermen, druk- en positiesensoren, schakelmatten of -bumpers en noodstoprelais. Er zijn leveranciers die voor dezelfde functie – bijvoorbeeld de meting van druk met een druksensor – zowel gewone componenten als ook veiligheidscomponenten leveren. Werken met veiligheidsfuncties, en met name het ontwerp daarvan, leert dat er in de machinebranche twee Europees geharmoniseerde normen toegepast worden voor veiligheidsfuncties: de EN 62061:2015 (met de SIL-systematiek) en de ENISO 13849-1:2015 en EN-ISO 13849-2:2012 (met de PL-systematiek). Fabrikanten die veiligheidscomponenten in de handel brengen moeten voldoen aan de Machinerichtlijn en moeten verplicht voor hun componenten: 1. Een CE-markering op het product aanbrengen. 2. Een EG-verklaring van overeenstemming van het product opstellen. 3. Een gebruiksaanwijzing van hun product opstellen en leveren aan hun klant. Het is goed om te beseffen dat een fabrikant die veiligheidscomponenten in de handel brengt, zijn klanten moet voorzien van cruciale veiligheidgerelateerde informatie. Uit de informatie in de gebruiksaanwijzing en die op de EG-verklaring van overeenstemming is veel voordeel te halen. De gebruiksaanwijzing kan ook worden gezien als een document waarin de producent/leverancier (de fabrikant in termen van de Machinerichtlijn) van een c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art4p-2klm-01.indd 19

Verwarring Het advies zal niet als verrassing komen maar bij het toepassen van veiligheidscomponenten in veiligheidsfuncties is het zaak in eerste instantie vooral de gebruiksaanwijzing van de producent nauwkeurig te lezen. Daarnaast is het advies de EG-verklaring van overeenstemming nauwkeurig te beoordelen en de CE-markering van het product te controleren. Het komt in de praktijk erg veel voor dat het geheel aan informatie niet consistent is of zelfs verwarring geeft over wat de producent bedoeld heeft met zijn product. Het nauwkeurig beoordelen begint dan met het door de producent bedoelde gebruik en de gebruiksbeperkingen en uitsluitingen van toepassingen. Uitsluitingen van marktsegmenten komen ook soms voor. Cruciaal is ook dat de producent duidelijk maakt dat de component geschikt is voor veiligheidstoepassingen volgens de Machinerichtlijn en specifiek voor welke toepassingen en daarbij duidelijk maakt welke grenzen daaraan zijn gesteld. Hoe het makkelijk mis kan gaan Voor een zware industriële omgeving zocht een machineontwerper een sensortype om enkele vaste posities van gevaarlijke bewegingen te beheersen (zogenaamde standdetectie-sensoren). De ontwerper kende uit andere projecten robuuste magneetschakelaars (reedcontact-sensoren), die in volledig gesloten metalen behuizingen ingebouwd zaten. Met de bijgeleverde permanente magneet op de bewegende delen kon de magneetschakelaar worden bediend. Via een eerder project had de ontwerper een specificatieblad van de producent gevonden, waarin die producent o.a. uitlegde: • wat MTTFd (Mean Time To Failure dangerous) inhoudt; • dat dit een veiligheidskengetal is volgens ENISO 13849 • dat voor de reedcontactschakelaars een B10 waarde van 1x109 geldt. > 19

03-12-20 12:12


i.v.m. coronavirus verplaatst naar 2021

Praktische antwoorden op al uw vragen over machineveiligheid! Zet 8 juni alvast in uw agenda want dan vindt de elfde editie plaats van het SAFETY Event. Wat heeft het SAFETY Event te bieden? • Laat u inspireren tijdens het plenaire programma • Doe kennis op bij de learnshops tijdens het middagprogramma • Krijg praktische antwoorden van de Safety doctors, die alle safety-gerelateerde vragen beantwoorden • Kom in contact met vakgenoten, fabrikanten en toeleveranciers op de informatiemarkt Datum: 8 juni 2021 Locatie: 1931 Congrescentrum s’ Hertogenbosch

CST Advertenties.indd 20

Deelnameprijs: € 99,- voor abonnees € 150,- voor niet abonnees

Meer informatie? Kijk op www.safetyevent.nl

03-12-20 11:29


Bij de B10-waarde stond vermeld dat met de aanname dat gevaarlijk falen van de schakelaars 50 procent is, er dan een B10d van 2x109 geldt. Ook was er een voorbeeldberekening van de MTTFdwaardebepaling uitgewerkt. Bovenaan de pagina stond dat de informatie voor alle magneetschakelaars van die producent van toepassing was. Op basis van deze informatie had de ontwerper zijn veiligheidsfuncties gerealiseerd en verantwoord via een SIL-evaluatie rekentool. De machinefabrikant waarvoor de ontwerper het ontwerp gemaakt had heeft een CE-markering op de machine aangebracht en wilde de machine in bedrijf stellen. Twijfels De eindklant van de machinefabrikant had twijfels over de machine. De eindklant heeft een machineveiligheidsadviseur in de arm genomen om een machineveiligheid-audit uit te voeren. De audit toonde de volgende zaken aan: 1. De producent van de reedcontactschakelaars had geen EG-verklaring van overeenstemming beschikbaar. 2. De producent van de reedcontactschakelaars had geen informatie op datasheets of in de gebruiksaanwijzing, of de schakelaars mochten worden gebruikt voor veiligheidsfuncties. 3. De producent had wel een DEKRA typekeuringsdocument beschikbaar, waaruit bleek dat de reedcontactschakelaars gecertificeerd waren voor toepassingen in explosiegevaarlijke omgevingen. 4. Bij navraag bij de producent van de reedcontactschakelaars bleek dat zij de schakelaars niet geschikt achten voor veiligheidstoepassingen onder de Machinerichtlijn en daar ook geen verklaring voor hadden afgegeven. Dus wat hen betrof mochten ze daar ook niet voor worden gebruikt. 5. Bij beoordeling van het schema van de veiligheidsbesturing bleek dat de reedcontactschakelaars alleen een maakcontact (NO-contact) hadden. Dat is voor deze veiligheidstoepassingen niet toegestaan. Het hadden zogenaamde positief-gedwongen contacten moeten zijn. Hieruit blijkt dat de machineontwerper hier een andere keuze had moeten maken. Door deze en ander omissies is een fors pakket aan ‘rework’ van de veiligheidsfuncties geadviseerd, dat ongeveer 15 procent van de projectkosten betrof. De eindklant liep het risico een machine in bedrijf c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art4p-2klm-01.indd 21

te stellen die niet voldeed aan de essentiële veiligheids- en gezondheidsvereisten uit Bijlage I van de Machinerichtlijn. Hiervoor had de machinefabrikant aansprakelijk gesteld kunnen worden vanuit het juridisch kader van de Machinerichtlijn. Maar ook de eindklant had risico kunnen lopen op aansprakelijkheid maar dan vanuit het juridisch kader van de Arbowet. Een werkgever mag namelijk geen

onveilige machine aan zijn werknemers ter beschikking stellen, de werkgever moet een inbedrijfstelkeuring (analyse) uitvoeren bij de eerst inbedrijfstelling. Conclusie Het verdient aanbeveling om het ontwerp van je veiligheidsfuncties direct goed te doen, zodat ‘rework’-activiteiten en vertragingen worden voorkomen. In één keer goed ontwerpen betekent een meerprijs van ongeveer 1 tot 2 procent voor de veiligheidscomponenten maar voorkomt rework-kosten van 10 tot 20 procent van de projectkosten. Pas voor veiligheid zoveel als mogelijk is componenten toe waarvan de producent zelf verklaart dat dit het bedoelde gebruik is. Beoordeel de documenten van de producent/ leverancier vooraf nauwgezet op volledigheid en consistentie. Toevallig handige informatie waarmee de rekentools gewenste uitkomsten tonen, betekent niet automatisch een valide ontwerp. Zorg dat jouw veiligheidstoepassing overeenkomt met de gebruiksaanwijzing van de veiligheidscomponent. Voorkom daarmee verlies van certificering en onbedoelde aansprakelijkheid. WWW.FUSACON.NL

21

03-12-20 11:39


HYDRAULIEK

‘Catalogusproducten vind je hier niet’ OVER DE EEUWIGE DRANG NAAR INNOVATIE Zonder moeite vertellen ze urenlang over de beste aandrijftechnieken, de invloed van stickslipproblematieken in massaveersystemen en het vaak danig onderschatte belang van de juiste hydraulische vloeistof. Maar stel je engineers Leo Dupuis en Roy Orbon – beiden werkzaam als R&D-engineer bij Bosch Rexroth – de vraag waar hun voortdurende drive om te innoveren vandaan komt, dan is het zowaar even stil.

Na een paar seconden volgt het antwoord. “We werken toch bij Bosch?” Dupuis en Orbon (beiden Bosch Rexroth-R&D engineers met een schat aan ervaring) leven voor nieuwe producten en oplossingen, zoals innoveren bij Bosch sowieso met een hoofdletter geschreven wordt. Neem het onderwerp tribologie, ofwel het fijne samenspel tussen loop-

Bij hydraulische toepassingen spelen in het licht van tribologie drie zaken een belangrijke rol: afdichting met lagering, hydraulische vloeistof en oppervlaktestructuren.

22

CST_Art01.indd 22

vlakken in een relatieve beweging (met of zonder smering). Dupuis: “Inherent aan tribologieprocessen zijn wrijving, warmte en dus slijtage. Andersom geredeneerd: een maximale beperking van slijtage bereik je door minimale wrijvingsproblemen en dus een optimaal loopgedrag.” Duizelingwekkende resultaten Bij hydraulische toepassingen spelen in het licht van tribologie drie zaken een belangrijke rol: afdichting met lagering, hydraulische vloeistof en oppervlaktestructuren. Op het gebied van afdichtingen zijn er zelfs duizelingwekkende resultaten te behalen, beweert Dupuis. “Stel: de levensduur van een afdichting met een niet-optimale smeerfilm is 500 kilometer. Met een beter design en een efficiënte smeerfilm kunnen we die levensduur verlengen tot het tien-of twintigvoudige.” Voorwaarde is volgens Dupuis wel dat toepassingen tot in de kleinste details worden (door)ontwikkeld. “Catalogusproducten vind je hier dan ook niet. Ja, soms als basis, die we gebruiken om verder te optimaliseren. Maar de ‘catalogus standaard’ bestaat niet bij ons.” Gedeelde stangafdichting Momenteel is Bosch Rexroth bijvoorbeeld ver in de ontwikkeling van een gedeelde stangafdichting voor onder meer civiele toepassingen: een gedeelde afdichting met een optimale smeerfilmopbouw, een combinatie die tot op heden onhaalbaar leek. Het ambitieuze idee ontstond toen Dupuis enkele jaren constructeur 12 - 2020

03-12-20 12:13


geleden een olieboorplatform op zee bezocht. “Daar waren ze druk met het vervangen van een afdichting. Dat was zo’n tijdrovend karwei; uiteindelijk kostte het ze een week. Kun je je de economische gevolgen van die downtime voorstellen? Dat moest anders kunnen. Toen begonnen bij mij de raderen te draaien. Met de gedeelde afdichting die we binnenkort lanceren, verkorten we de reparatie- of vervangingstijd drastisch. In plaats van een week heb je het over één of enkele uren.” Nieuwe vorm van waterglycol Ook in de ontwikkeling van hydraulische vloeistoffen (het tweede belangrijke aspect binnen tribologie) zijn ze bij Bosch Rexroth nadrukkelijk aan de bal. “Het belang van hydraulische vloeistof wordt enorm onderschat”, stelt Dupuis. “Zonder namen te noemen: er zijn veel ‘olieboertjes’ die mixen maken zonder na te denken over de effecten op langere termijn, op het loopgedrag bijvoorbeeld.” Een ander, meer specifiek vloeistofprobleem is de toepassing van waterglycol: een vuur- en explosiebestendige hydraulische vloeistof voor bijvoorbeeld de offshore- en staalindustrie. Dupuis: “Door de grote hoeveelheid water nemen de smerende prestaties flink af, waardoor wrijving vrij spel krijgt en de slijtage enorm is. Ook hierin hebben we nieuws: samen met vooraanstaande leveranciers hebben we een nieuwe waterglycol (HFC) ontwikkeld met uitstekende tribologische eigenschappen, die een groot positief effect realiseren op de slijtage en dus de levensduur. Momenteel zijn we druk bezig om ook in de andere hydraulische vloeistofcategorieën te innoc o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art01.indd 23

Optimalisatie van oppervlaktestructuren verbetert het loopgedrag van hydraulische cilinders én de levensduur, soms met een factor tien.

veren. Zelfs op het gebied van minerale oliën zien we, mede dankzij onze nieuwe testmethodes, verschillende mogelijkheden.” Beter vloeistoftransport De derde tribologische angel schuilt in oppervlaktestructuren van het tegenloopvlak. Om het beste vloeistoftransport ten behoeve van smering te kunnen voorspellen, besloten ze bij Bosch Rexroth (als een van de eerste hydraulische bedrijven ter wereld) oppervlaktestructuren tot in detail te beschrijven. Dupuis: “Vergelijk het met een nieuwe auto. Vroeger moest je die eerst inrijden voordat je de snelweg op kon, tegenwoordig is dat niet meer nodig. Dit komt onder meer door optimalisatie van oppervlaktestructuren in de verbrandingsmotoren. Bij hydraulische cilinders verbeteren we op dezelfde wijze niet alleen het loopgedrag van het tribologisch systeem, maar ook de levensduur, soms met een factor tien. Dat doen we onder andere dankzij een reductie van het aantal pieken en een verbetering van het vloeistoftransport. We hebben de processen zo ingericht, dat we de geoptimaliseerde oppervlaktestructuren stabiel kunnen aanbrengen, zelfs op stangen tot meer dan 25 meter lengte.” Hardheid is niet heilig Ook op het gebied van stangbedekking (belangrijk voor het in stand houden van de tribologische balans) is er een wereld te winnen. “De juiste coating zorgt voor een langere levensduur”, vertelt Orbon, die tegelijk een wijd verbreid misverstand rechtzet: de hardheid van een coating is lang niet altijd > 23

03-12-20 12:13


Power, Control & Green Solutions Official partner Benelux De laser-gecladde Enduroq 3 stangbedekking – een high-end offshore oplossing – vindt haar weg naar nieuwe sectoren.

een betrouwbare indicator voor de levensduur van stangbekledingen. “Uit testen met onze eigen ontworpen testopstelling bleek dat stangbedekkingen met een hardheid van 1.000 Vickers veel minder presteren dan stangbedekkingen met een coating van 300 Vickers. Als klanten een bepaalde hardheid wensen, vragen we daarom altijd door. Alleen zo komen we tot een écht goed antwoord op hun vraag.” Coating voor civiele toepassing Ook op dit vlak is er nieuws te melden. De laser-gecladde Enduroq 3 stangbedekking (met kobaltgebaseerde legering), die tot nu toe vooral in de offshore industrie zijn diensten bewijst, maakt steeds nadrukkelijker zijn intrede in de civiele sector. Orbon: “We maken een high-end offshore oplossing beschikbaar voor nieuwe sectoren. Bij uitstek geschikt als stangbescherming in toepassingen met veel zout en zelfs zuur in de omgeving. Vandaag de dag verwacht de civiele markt steeds vaker een levensduurverwachting van veertig tot vijftig jaar. Ofwel: je schaft de stangafdichting aan als je start met je eerste baan, en als je met pensioen gaat, moet hij nog steeds voldoen. Dat is nogal een prognose… Maar de Enduroq 3 stangbekleding is helemaal klaar voor die uitdaging. Ik durf zelfs te stellen dat er qua corrosiebescherming wereldwijd geen beter product verkrijgbaar is.” Kwaliteit boven alles Hoewel de Bosch-engineers dag in, dag uit bezig zijn met nieuwe innovaties, kijken ze ook graag over hun eigen grenzen heen. Dupuis: “We lopen voorop in de wereld van hydrauliek en willen voorop blíjven lopen. Dat kun je alleen als je kwaliteit boven al het andere plaatst. Mede daarom zoeken we actief de samenwerking op met Research & Development-afdelingen van partnerbedrijven. Samen boek je de beste resultaten. En: samen kun je de diepte in, op zoek naar verbeteringen, soms tot op moleculair niveau. Dat is onze drive: nooit stoppen, altijd verder gaan.” WWW.BOSCHREXROTH.NL

24

CST_Art01.indd 24

Servo & besturingsspecialist Servomotoren, reductoren & besturingen Industriële reductoren met servo aanbouwflens Frequentieregelaars Regeneratieve regelaars Human Machine Interface

T +31(0)88 7865200 E info@elsto.eu

elsto.eu constructeur 12 - 2020

03-12-20 12:13


Product 7 25

JAARGANG 28, 2020

1 VOGU ARD

IN DIT KATERN

2–3 ÉÉNPITTER

AL GNA I S 4

VERADEMENDE ONTWIKKELING → We leven in een wereld waar gezichtsmaskers op veel plaatsen verplicht zijn. Helaas ervaren veel mensen ze als ongemakkelijk, benauwd, vochtig en onhygiënisch. VoGuard pakt al deze problemen aan. TEKST Walter Wijnhoven BEELD Vault Creation

Innovatief gezichtsmasker

Vault Creation, het bedrijf achter VoGuard, gebruikte zijn technologie om als eerste ter wereld 5 μm gaatjes te etsen in een PET-folie. Hiermee blokkeert het VoGuard masker alle deeltjes die groter zijn dan 5 μm, inclusief druppels die schadelijke deeltjes bevatten, terwijl het tegelijkertijd een vrije luchtstroom mogelijk maakt. De aanwezigheid van filters aan de linker- en de rechterkant van het gezicht zorgt ervoor dat lucht zowel tijdens het inademen als tijdens het uitademen wordt gefilterd. Vergeleken met de meeste maskers die drie lagen filter gebruiken heeft VoGuard slechts één filterlaag, waardoor de lucht gemakkelijker kan worden doorgelaten. FLEXIBEL EN ZACHT VoGuard wordt geleverd met een flexibele PVC-buitenkant van medische kwaliteit die op elk gezichtstype past en een filter dat gewoon onder de kraan met water en zeep kan worden

Vaktijdschrift voor productontwikkelaars over product en service design. www.productmagazine.nl

CST Advertenties.indd 25

EEN UITGAVE VAN MYbusinessmedia www.mybusinessmedia.nl UITGEVER Joachim Driessen

gewassen en vervolgens hergebruikt. Om hygiënische redenen wordt wel elke zes maanden een vers exemplaar aanbevolen. Door zijn flexibele en zachte PVC-body kan het masker worden opgevouwen en gemakkelijk meegenomen in jas of tas. De maskers zijn er in één maat, uitgevoerd in klassiek zwart en in ongerept wit. Vault Creation heeft intussen alweer plannen voor een nog fijnmaziger filter dat deeltjes, bacteriën en virussen die zo klein zijn als 2,5 micron kan blokkeren. Een verademende ontwikkeling!

HOOFD- EN EINDREDACTIE Walter Wijnhoven, 06 -14753643 redactie.product@mybusinessmedia.nl

ONTWERP EN OPMAAK DRAWSWORDS Studio, Amsterdam www.drawswords.studio

03-12-20 11:30


26

DE ÉÉNPITTER

DE ÉÉNPITTER: ABE BORST → Nederland telt vele ontwerpbureaus, maar er zijn ook ontwerpers die ‘voor zichzelf’ werken. Zoals Abe Borst.

‘Infographics is een genre

binnen het medium strips’ manier te presenteren. Gekozen werd voor strips! Ik reageerde op de oproep aan tekenaars die wetenschappelijke processen in beeld konden brengen. Wat is het werk waar je het meest trots op bent? Werk waarin ik tot de conclusie kwam dat infographics een genre is binnen het medium strip. Zo ontstond tijdens kooksessies met een vriendin, Esther van de Bund, het idee om onze favoriete recepten in stripvorm te gieten. We realiseerden ons dat we eigenlijk een proces en data visualiseerden, geserveerd in een sausje van humor en smakelijke tekeningen. De strip ‘Smikkelen & Smullen’, begonnen als webcomic, werd gebundeld tot een album. Wat is je laatste gerealiseerde werk? Een infographic voor de gemeente Ermelo, die de data uit een enquête over verkeer in de gemeente weergeeft. Waar werk je op dit moment aan? Al heel lang wil ik een langere strip maken, die uitdaging heb ik weer opgepakt. Het wordt een persoonlijk verhaal over succes, met vele fantastische elementen waarbij ik er enorm van geniet om het te tekenen. Wie is je favoriete illustrator/tekenaar? Ik ben een groot fan van Maaike Hartjes. Haar stijl is heel helder en communiceert zeer goed, dit weet ze zowel in te zetten op zakelijk vlak als in persoonlijk werk. Wat zou je weleens willen illustreren? Ik zou graag nog meer wetenschappelijke processen in beeld willen brengen. Het lijkt me ook ontzettend gaaf om op een wetenschappelijke expeditie mee te gaan en hiervan visueel verslag te doen. Waar ben je online te vinden? Web → www.squabe.nl Instagram → @abe_borst

Abe Borst

Welke opleiding(en) heb je gedaan? Comic Design aan ArtEZ Zwolle. Wanneer ben je voor jezelf begonnen? Vrijwel direct na mijn opleiding in 2012 tijdens de economische crisis. Een gigantische berg afwijzingen en maar één sollicitatiegesprek demotiveerde mij om verder te zoeken. Gelukkig verdiende ik iets met mijn werk als tekenaar en ik besloot om hierin mijn energie te stoppen. Waar is je werkplek? Ik heb een werkkamer thuis en één dag per week ga ik naar een studio bij andere illustratoren, vormgevers en striptekenaars. Afhankelijk van de opdracht werk ik ook op locatie. Wat doe je precies? Ik ben striptekenaar en illustrator en geef ook workshops. Sommige dagen sta ik voor de klas, op andere dagen ben ik op straat te vinden voor een streetpainting project. Het toegankelijk maken van complexe informatie met visuele hulpmiddelen vind ik het meest interessant. Wat was je rol bij het MiARD project? In 2004 is de ruimtesonde Rosetta gelanceerd voor een reis van 10 jaar naar één specifieke komeet in de Kuipergordel om onderzoek te doen. Het is de eerste keer dat de mens iets liet landen op een komeet. Dit project was gefinancierd door de EU en een van de subsidie-eisen was om de onderzoeksresultaten op een toegankelijke

TEKST Walter Wijnhoven BEELD Abe Borst

PRODUCT 7, 2020

CST Advertenties.indd 26

03-12-20 11:30


27

DE ÉÉNPITTER

Suikervrije chocolade

r

ae-

s ijd, es n n d

a ft.

g al ij

el n

n af n

PRODUCT 7, 2020

CST Advertenties.indd 27

03-12-20 11:30


28 NIEUWE TRUCJES

Spot junior

Wie durft te beweren dat je een ‘oude’ hond geen nieuwe trucjes kunt leren heeft nog geen kennis gemaakt met Bittle, gemodelleerd naar het ontwerp van de populaire Boston Dynamics robothond Spot. Bittle ‘loopt’ volledig op Arduino en eenmaal gemonteerd kan hij lopen, joggen en springen. Een infraroodsensor helpt obstakels detecteren en dankzij flexibele ledematen kan hij zelfs opstaan als hij omvalt. Het robothondje draait op een open-source netwerk en er is zelfs een fan-made app waarmee je het beestje op afstand kunt bedienen. Dankzij een cameramodule kan Bittle letterlijk zien waar hij loopt. Het draagvermogen is maximaal 453 gram, prima geschikt dus om hem zo te programmeren dat hij de krant voor je uit de bus haalt. Ontwerper: Rongzhong Li.

GEVOELIGE MUIS

Krokodillenlaarzen

De ontwerper achter de Hoglet, Parker Lynch, worstelde als kind met ADHD. Als volwassene hielp het werken met kinderen met ADHD hem om te begrijpen hoe nuttig ‘friemelen’ kan zijn om gefocust te blijven. Vele verkenningen en prototypes later was de Hoglet geboren: een draadloze muis gemodelleerd op een egel, met een siliconen huidje vol zachte ‘stekels’. Hiermee geeft het kinderen iets om mee te friemelen en om geconcentreerd te blijven tijdens het gebruik van computers. Het lichaam van de Hoglet is gemaakt van buigzame, wasbare, niet giftige en kindveilige siliconen in felle kleuren. De muis heeft een bal-scroller voor meer intuïtief scrollen en is voorzien van stille knoppen, om afleiding te voorkomen. Al met al een gevoelvolle ervaring, niet alleen voor kinderen.

The ‘egel’ has landed

SURVIVAL CROCS

Het schoenenmerk Crocs is een samenwerking aangegaan met de New Yorkse designer Nicole McLaughlin, die het klassieke klompsilhouet een stoere make-over gaf. De Nicole McLaughlin x Crocs Classic Clog is onderdeel van het Project Greenhouse x Crocs in samenwerking met Foot Locker. Deze Crocs zijn uitgevoerd als all-in-one survivalkit inclusief hoofdlamp, spullenzak, paracord, bundel touw, kompas en karabijnhaak. Een soort slobkousen bieden bergruimte, isolatie en enkelsteun. De accessoires kunnen worden verwijderd wanneer ze niet nodig zijn. Echte noodzaak is er dan ook niet, want alles is uitgevoerd in klein formaat en vooral bedoeld om als casual wear te dragen. Tip: gebruik ze dus niet werkelijk voor die voorgenomen beklimming van de Mount Everest.

Smile! You’re on 47 cameras.

CRAZY CAMERAS

De How Many Cameras Smartphone is een parodiërend concept van Phoenix Bai, als reactie op bedrijven die het aantal camera's op hun telefoons steeds verder opvoeren omwille van ‘innovatie’. Zoals de L16 smartphone met maar liefst 16 cameralenzen. De How Many Cameras Smartphone telt er 47, plus een viertal flitsers op de hoeken. Wat zou het voordeel zijn van 47 lenzen? Misschien dat je je foto of video in real-time in 3D kunt scannen? Bovendien maken de 47 ‘hobbeltjes’ het makkelijker om de telefoon vast te pakken. Maar stel je voor dat je vingerafdrukken op al die lenzen krijgt, of dat de camera-app je batterij in een paar minuten leegtrekt. Niettemin stelt deze smartphone een fundamentele vraag: hoeveel camera’s is ‘te veel’? PRODUCT 7, 2020

CST Advertenties.indd 28

03-12-20 11:30


MACHINEVEILIGHEID

Knallend einde of knallend begin? Dat 2020 een jaar is van uitersten, weten we allemaal. Maar hoe gaan we 2021 in? Wordt het een knallend uiteinde of een knallend begin? Ik denk dat velen van ons denken dat het vanaf nu eigenlijk alleen nog maar beter kan gaan. Persoonlijk denk ik dat het 2021 een mooier jaar kan worden dan dat 2020 voor velen is geweest – uit een dal kun je alleen maar omhoog. Maar ik maak me een klein beetje zorgen over het vuurwerkverbod. In hoeverre gaan we als Nederlanders ons houden aan dat verbod? Het verbod op de jarenlange traditie kwam als donderslag bij heldere hemel en heeft tot aardig verzet geleid. Het veranderen van een cultuur binnen een bedrijf – of dat nu met veiligheid te maken heeft of met gezondheid, zoals roken op de werkvloer – is een proces dat jaren kost. Kunnen we dan nu verwachten dat we ons allemaal aan het verbod gaan houden? Waarschijnlijk zal een groot deel dat wel doen. Maar er zijn ook mensen die nu juist een extra zetje krijgen om mogelijk over grenzen te gaan en veel zwaarder vuurwerk af te steken. Gaat dit nu juist niet leiden tot een piek in de zorg? Voorstanders van vuurwerk geven aan dat de risico’s bij het afsteken van de legaal vuurwerk niet eens groot zijn, mits je gebruik maakt van een goeie bril. Daar heeft de branche jaren in geïnvesteerd. In de afgelopen jaren is er wel heel erg gehamerd op het dragen van PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) tijdens oudejaarsavond thuis. Ze werden zelfs bij de vuurwerkpakketten geleverd. In mijn omgeving zie ik ook steeds meer mensen die aan die oproep gehoor (eigenlijk ‘gezicht’) geven. Aan de andere kant staat de zorg en die geeft juist aan dat een groot deel van de slachtoffers onder het kijkende publiek valt. Je zou bijna zeggen dat eigenlijk iedereen aan de bril moet tijdens oudejaarsavond. Of gewoon lekker warm binnen vanachter het glas moet kijken. Ik moet zelf zeggen dat ik het wel jammer vind om geen vuurwerk af te mogen steken dit jaar. Over het algemeen is het een acceptabel risico. Mits jij je houdt aan het legale vuurwerk en de regels. Het is natuurlijk een maatschappelijke discussie die niet zomaar even beslecht kan worden. Er is nu een keuze ge-

constructeur 12 - 2020

CST_Column_Drost.indd 29

maakt door de overheid om het voor een jaar te verbieden. Die keuze die gemaakt is, lijkt in eerste instantie logisch. Maar met de gevolgen die nu al duidelijk worden, vraag ik dat mij toch af. Het antwoord weten we op 1 januari. Dan zal duidelijk zijn wie zich wel en wie zich niet aan de regels hebben gehouden. Laten we er maar van uitgaan dat het een goed nieuw begin wordt. Eigenlijk is het denken in risico’s een aspect dat in de hele samenleving en veel discussies thuishoort. Het afgelopen jaar is daar een mooi voorbeeld van. Wat is nu acceptabel? Wie gaat voor: de zorg of de economie? Veel belangen en veel afwegingen – waarvan ik blij ben dat ik ze niet heb hoeven maken. Dat maakt het denken in risico’s bij machines voor ons toch wel een stukje eenvoudiger; met een duidelijk kader, duidelijke regels, en over het algemeen goed oplosbare en beheersbare risico’s. Maar daarnaast laat de regering dit jaar ook zien dat het belangrijk is om keuzes te maken, ook al zijn dat niet altijd de juiste keuzes. Omdat je op het gegeven moment niet alles volledig kunt overzien. Beter een keuze maken dan geen keuze maken... Laten we van 2021 een mooi jaar maken. Veel plezier en veel gezondheid! Op naar een rustig einde en een een fantastisch 2021!

MARTIJN DROST onafhankelijk adviseur machineveiligheid M.DROST@D-SC.NL

29

03-12-20 11:42


MACHINEVEILIGHEID

Autonome voertuigen en de Machinerichtlijn ISO 3691- 4: 2020 – NIET GEHARMONISEERD, WEL BRUIKBAAR ISO 3691-4: 2020 is een norm voor gemotoriseerde transportwerktuigen en hun systemen – zonder bestuurder. Wat is de relevantie van deze ISO-norm in de huidige markt? En hoe verhoudt deze nieuwe norm zich tot EN 1525: 1997 – een veel oudere norm voor hetzelfde type voertuigen? M A A R T E N B R A A DBA A R T, S I C K BV, I S L I D VA N DE N O R M C O M M I S S I E N E C 4 4 ‘ E L E K T R I S C HE U I T R U ST I N G VA N M AC H I N E S ’ E N N C 3 8 0 2 9 9 ‘ R O B OT I C S ’

Voor mobiele automatisering is de enige standaard die in het verleden in Europa beschikbaar was de EN 1525: 1997. In deze ‘oude’ norm werd echter alleen vermeld dat het vermoeden van conformiteit voor de oude richtlijn (98/37/EG) gold en nooit voor de huidige (2006/42/EG). Dit betekent dat er de afgelopen jaren geen geharmoniseerde Type-Cnorm is geweest voor de nieuwste mobiele machines zoals automatisch geleide voertuigen (AGV's), auto-

matisch geleide carts (AGC's) en meer recentelijk autonome mobiele robots (AMR's). enz. De vraag naar een norm voor dit type machines was groot en in februari 2020 werd de internationale norm ISO 3691-4: 2020 gepubliceerd. De norm legt de veiligheidseisen en verificatie van ‘Bestuurderloze transportwerktuigen en hun systemen’ vast. De norm werd echter niet gepubliceerd op CEN-niveau (EN-ISO-versie) vanwege een negatie-

NORMEN VOOR GEMOTORISEERDE TRANSPORTWERKTUIGEN In 2013 was EN ISO 3691-5 de eerste van de EN ISO 3691-reeks normen voor gemotoriseerde transportwerktuigen die in het officiële publicatieblad werd gepubliceerd. Sindsdien zijn er ook andere inzendingen verschenen en zijn er momenteel (vanaf juni 2020) vijf vermeld: • EN ISO 3691-1: 2015 / C11: 2016 /A1:2020 - Gemotoriseerde transportwerktuigen, anders dan bestuurderloze trucks, trucks met een variabele reikwijdte en goederentransportwerktuigen • EN ISO 3691-2: 2016 -11 - Gemotoriseerde transportwerktuigen met variabele reikwijdte • EN ISO 3691-3: 2016 - Aanvullende eisen voor transportwerktuigen met meestijgende werkplek en transportwerktuigen speciaal ontworpen om te rijden met hooggeheven last

30

CST_Art03.indd 30

• EN ISO 3691-5: 2015 / C11:2016 - Met de hand voortbewogen transportwerktuigen • EN ISO 3691-6: 2015 / C12: 2016 - Goederen- en personentransportwerktuigen • Deel 4 is momenteel een ISO-norm, maar is niet gepubliceerd in het publicatieblad van de EU: • ISO 3691-4: 2020 - Bestuurderloze transportwerktuigen en hun systemen • Er zijn ook een aantal technische specificaties als onderdeel van deze serie: • ISO / TS 3691-7: 2011-12 - Regionale eisen voor landen binnen de Europese gemeenschap • ISO / TS 3691-8: 2019-05 - Regionale eisen voor landen buiten de Europese Gemeenschap

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:42


Autonome mobiele voertuigen kennen inmiddels vele verschijningsvormen.

bevatte de normatieve bijlage eisen voor de voorbereiding van de omgeving waar de voertuigen opereerden.

ve beoordeling door de verantwoordelijke experts van de Europese Commissie met aanbevelingen voor herformulering. Daarom is de EN-ISO norm nog steeds niet gepubliceerd als een geharmoniseerde Type-C-norm onder de Machinerichtlijn. EN 1525: 1997 De norm EN 1525: 1997 werd in 1997 voor het eerst in het Publicatieblad van de Europese Unie vermeld. De belangrijkste inhoud werd geleverd door de Duitse vereniging van machinefabrikanten (VDMA) en de Duitse verplichte arbeidsverzekeringsinstantie (BGHW). De norm zelf werd opgesteld door de Technische commissie voor gemotoriseerde transportwerktuigen van CEN. De CEN / TC150. De norm was één van een reeks normen voor gemotoriseerde transportwerktuigen met een capaciteit tot 10.000 kg en voor trekkers die tot 20.000 N konden trekken. De standaard zelf was slechts 21 pagina’s groot en is opgebouwd volgens de gebruikelijke indeling met voorwoord, toepassingsgebied, normatieve referenties en definities. In hoofdstuk 4 stond een lijst van gevaren als beknelling, elektrische schok en vallende voorwerpen. Hoofdstuk 5 bevatte de veiligheidsvereisten voor de verschillende onderdelen van de apparatuur, met onder andere een tabel die de categorievereisten voor veiligheidsgerelateerde onderdelen van het besturingssysteem (SRP / CS) volgens EN 954-1: 1996, bevatte. Veiligheidslaserscanners waren in 1997 nog maar net gemeengoed geworden - de eerste veiligheidslaserscanner van categorie 3 werd pas een paar jaar eerder door Sick in 1994 op de markt gebracht. De norm was echter snel om deze apparatuur al te integreren en te voorzien van een Categorie 3-eis voor de detectie van personen. Hoofdstuk 6 van de norm bevatte informatie over het controleren van het ontwerp, type- en routinetests, plus richtlijnen voor verificatie en inbedrijfstelling. Validatie werd niet vermeld. Hoofdstuk 7 had betrekking op ‘informatie voor gebruik’ en tenslotte c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art03.indd 31

Behalve automated guided vehicles en

automated guided carts zijn er inmiddels ook autonomous mobile robots.

Ingetrokken norm De norm is na de publicatie in 1997 nooit meer bijgewerkt en is in 2009 als geharmoniseerde norm ingetrokken. Hoe nuttig het ook was om op zijn minst een norm te hebben als leidraad, er was sinds 1997 te veel gebeurd wat heeft bijgedragen aan de behoefte aan iets actuelers. In 2006 werden bijvoorbeeld EN ISO 13849-1 en EN ISO 13849-2 voor het eerst gepubliceerd als geharmoniseerde normen in het officiële publicatieblad van de EU ter vervanging van de kwantitatieve benadering van EN 954-1. In plaats van alleen naar de structuur (categorie) van de SRP / CS te kijken, had de nieuwe standaard ook een kwalitatieve benadering. De EN 1525 hield hier eenvoudigweg geen rekening mee. Sinds 1997 is de technologie ook met grote sprongen vooruitgegaan. De oude norm refereert niet aan onderwerpen als veilige aandrijvingen, het gebruik van robots (industrieel en collaboratief), verschillende gebruiksmodi, muting en veldschakeling. >

31

03-12-20 11:42


Bekijk je de lijst met normatieve referenties dan zal je zien dat alle normen waarnaar wordt verwezen, ondertussen zijn vervangen. EN 1525: 1997 was inderdaad verouderd en was niet geschikt voor de moderne wereld van vandaag. ISO 3691- 4: 2020 De introductie van ISO 3691-4: 2020 heeft een norm opgeleverd die, ook al is deze momenteel niet geharmoniseerd, natuurlijk wel kan worden gebruikt door machinefabrikanten en gezondheids- en veiligheidsinstanties. Met 94 pagina's is het meteen duidelijk dat de nieuwe norm meer informatie bevat dan EN 1525: 1997, maar wat zijn de verschillen? Normatieve verwijzingen Belangrijk is dat alle normatieve verwijzingen zijn bijgewerkt en dat verwijzingen naar algemene normen zoals ISO 12100, ISO 13849 en bijvoorbeeld ISO 13850 kunnen worden gevonden. Wat bijvoorbeeld opvalt is dat ISO 13855 nergens in de norm voorkomt. ISO 13855: 2010 verwijst namelijk naar de naderingssnelheden van delen van het (bewegende) menselijke lichaam, terwijl bij mobiele voertuigen het belangrijkste probleem is dat de machine de mens nadert. De risicovermindering op mobiele voertuigen wordt bereikt door het voertuig te stoppen voordat enig contact met een mens schadelijk wordt. De remafstand zou theoretisch onmogelijk te berekenen zijn, omdat deze afhankelijk is van veel parameters zoals de reactietijd van de sensor en het besturingssysteem, het remsysteem, de omgeving (vloer), wielwrijving en de ouderdom van de componenten. Deze waarde moet daarom worden verzameld uit testgegevens. Maar wat als het mobiele voertuig een robotarm draagt? Dan zou de machine twee functies kunnen hebben en hebben we een hybride robot (EN ISO 10218 enz.) en een gemotoriseerd bestuurderloze transportwerktuig (ISO 3691-4). ISO 13855 zou dan wel relevant zijn voor het feit dat een mens die actieve robotarm kan naderen. Hier blijkt wel uit 32

CST_Art03.indd 32

Bij mobiele voertuigen het belangrijkste probleem is dat de machine de mens nadert.

dat geen enkele norm de hele toepassing dekt. Vanwege het feit dat veel machines zijn geïntegreerd in of met bestaande systemen en soms functies uitvoeren die niet helemaal of helemaal niet door een norm worden beschreven, biedt het gebruik van één enkele norm mogelijk niet de beoogde conformiteit met de essentiële gezondheids- en veiligheidsvereisten van de Machinerichtlijn. De belangrijkste stap om de risico's tot aanvaardbare niveaus terug te brengen, ook al worden normen gebruikt, is en blijft altijd een grondige risicobeoordeling. Veiligheidseisen In hoofdstuk 4 staan de veiligheidseisen en/of beschermende maatregelen vermeld. Dit gedeelte gaat uit van normale klimatologische omstandigheden en gaat ook veel dieper in op elektrische vereisten, verwijzend naar zowel de EN 1175-reeks van normen (Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen - Elektrische eisen) als IEC 60204-1 (Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting van machines). Dit hoofdstuk verwijst nu ook naar alle huidige normen voor beschermingsmiddelen zoals afschermingen (ISO 14120: 2015), blokkeerinrichtingen gekoppeld aan afschermingen (ISO 14119: 2013), Aanrakingsvrije elektrische beschermingsinrichtingen zoals lichtschermen en scanners (IEC 61496-2: 2013 & IEC 61496-3 : 2018) en andere, en houdt rekening met hydraulische- (ISO 4413: 2010) en pneumatische- (ISO 4414: 2010) druk. De norm omvat ook andere aspecten zoals het remsysteem, snelheidsregeling, noodstopcircuit, modusselectie (onder andere) en verwijst naar een nieuwe tabel die het minimaal vereiste Performance Level (PLr) geeft dat vereist is voor elke veiligheidsfunctie volgens ISO 13849 -1. Verificatie en validatie EN 1525: 1997 verwees naar verificatie en inbedrijfstelling terwijl ISO 3691-4: 2020 verwijst naar 'Verificatie van veiligheidseisen en/of beschermende maatregelen’. In het algemeen is dit gedeelte (hoofdstuk 5) bedoeld om ervoor te zorgen dat het voertuig wordt gevalideerd en dat alle relevante functies op de juiste manier worden geïdentificeerd en werken zoals bedoeld. Dit hoofdstuk bevat details over tests voor het detecteren van personen en de daarbij benodigde testattributen. Stabiliteit en de geschiktheid van een voertuig voor een bepaald doel komen ook aan de orde in dit hoofdstuk.

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:42


De normatieve bijlage C bevat details over hoe fabrikanten het nominale belasting van het voertuig moeten bepalen en bijlage D (informatief) heeft betrekking op ladingoverdracht. De normatieve bijlage E bevat een handige tabel met een overzicht van elke eis en de vereiste middelen voor verificatie op basis van een of meer van de volgende methoden: • ontwerpcontrole; • berekening; • inspectie (visueel of hoorbaar); • meting; • functionele test.

Informatie voor gebruik Zoals verwacht is hoofdstuk 6 in ISO 3691-4: 2020 uitgebreider dan in EN 1525: 1997, aangezien de vereisten voor documentatie de afgelopen 20 jaar behoorlijk zijn veranderd. De norm verwijst naar ISO 12100: 2010 en omvat het volgende; • Signalen en waarschuwingssystemen. • Markeringen, borden en schriftelijke waarschuwingen. • Eventuele begeleidende documenten. Er zijn ook verwijzingen naar andere normen, bijvoorbeeld ISO 15870: 2000, dat betrekking heeft op veiligheidspictogrammen en gevarenpictogrammen op gemotoriseerde mobiele transportwerktuigen. Bijlagen ISO 3691-4: 2020 bevat vijf bijlagen. Bijlage A is normatief en omvat, net als EN 1525: 2997, de vereisten voor zonering, omgeving et cetera, waarbij de tekst er over het algemeen vrij gelijkwaardig uitziet. Er zijn echter aanvullende tabellen met bijbehorende beschrijvende figuren die moeten worden toegepast naargelang het transportwerktuig bijvoorbeeld langs een volledig afgesloten object/structuur rijdt. Deze tabellen geven richting aan vrije benodigde ruimte, snelheid en al of niet actieve veiligheidscomponenten. Bijlage B bevat de lijst met gevaren die zijn geïdentificeerd in ISO 3691-4: 2020 en is informatief. Dit verschilt met EN 1525: 1997 aangezien daar de lijst met gevaren onderdeel was van de hoofdtekst in hoofdstuk 4. De indeling met betrekking tot het opsommen van de gevaren en bijbehorende vereisten is wel gelijk, maar Bijlage B is veel uitgebreider en omvat ook een breder scala aan gevolgen (zoals naar binnen trekken en worden weggegooid). Er zijn ook aanvullende zaken waarmee u rekening moet houden, zoals onder andere opgeslagen energie, werkingsmodi en drukken. De norm bevat niet alleen mechanische en elektrische gevaren, maar houdt ook rekening met bijvoorbeeld ergonomische, omgevings- en/of thermische gevaren, die niet werden vermeld in EN 1525: 1997. Gevaren die verband houden met geluid of straling worden niet gedekt, maar zouden wel in overweging moeten worden genomen aangezien het hoofdstuk voor veiligheidseisen duidelijk is dat voor alle gevaren die niet in deze norm worden behandeld, de apparatuur moet worden ontworpen volgens de principes van ISO 12100. c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art03.indd 33

Hoewel niet geharmoniseerd, is ISO 3691-4: 2020 een welkome norm voor nieuwe opkomende technologieën op het gebied van autonome voertuigen.

Conclusie Hoewel niet geharmoniseerd, is ISO 3691-4: 2020 een welkome norm voor nieuwe opkomende technologieën op het gebied van autonome voertuigen. De norm geeft een duidelijke richting aan het ontwerpproces en is een goede basis voor de verplichte risicobeoordeling. De industrie evolueert voortdurend; er zijn nieuwe technologieën (zoals radar) en nieuwe systemen (zoals robots op mobiele platforms). De verwachting is dan ook dat bij de komende revisie de norm zodanig wordt aangepast dat hij en weer up-to-date is, en geharmoniseerd (ENISO-norm) kan worden. Ten opzichte van de EN 1525: 1997 is deze norm een grote stap voorwaarts. Naast alle uitbreidingen in definities, eisen en tabellen behandelt de norm nu ook validatie. Want – verificatie is de bevestiging dat het juist is gemaakt, maar validatie is de bevestiging dat het juiste gemaakt is. WWW.SICK.NL

33

03-12-20 11:42


MACHINERICHTLIJN

Wie is aansprakelijk bij een arbeidsongeval? Wie is aansprakelijk bij een arbeidsongeval? In veel gevallen is dat de werkgever. Maar ook de machinefabrikant kan een boete krijgen bij het op de markt brengen van een ondeugdelijke machine. Twee fictieve arbeidsongevallen en de reactie van de Inspectie SZW. L I L I A N V E R ME E R

“Op het gebied van productveiligheid zien we nog steeds dat er veel onbekendheid is over welke verplichtingen er zijn”, zegt Radbout van Wezel. Als senior-inspecteur en specialist arbeids- en machineveiligheid bij de inspectie SZW ondersteunt en adviseert hij inspecteurs in het veld bij vragen over arbeidsongevallen, klachten of andere inspectiezaken die ze tegenkomen. “Wat betreft arbeidsveiligheid kijken we of bedrijven de Arbowet naleven. Wat betreft machines onderzoeken we of de Machinerichtlijn (of eigenlijk het Warenwetbesluit machines) is gevolgd.” Daarnaast leidt hij nieuwe collega’s op, heeft contact met beleidsafdelingen over toekomstige wet- en regelgeving en heeft zitting in Europese overleggen.

”De werkgever heeft de zorgplicht om een veilige machine ter beschikking te stellen aan zijn werknemers en moet dat (laten) controleren.”

34

CST_Art4p-2klm-02.indd 34

Niet gemakkelijk “Laat je adviseren door deskundigen mocht je als bedrijf niet weten wat je verplichtingen zijn op het gebied van arbeidsveiligheid en de Machinerichtlijn. Of volg trainingen en cursussen”, aldus Van Wezel. De Machinerichtlijn waarin de vereisten voor veilige machines staan, is wat dat betreft ook geen gemakkelijke materie vindt hij. “De richtlijn begint met allerlei algemene beschouwingen en pas in Bijlage 1 over de essentiële veiligheidseisen kom je in het concrete stuk. Dan zijn veel bedrijven al afgehaakt. Als werkgever heb je ook nog allerlei verplichtingen volgens de Arbowet.” Case I – De turnkey-leverancier versus het (elektrotechnisch) automatiseringsbedrijf Een turnkey-leverancier (fabrikant) levert een productielijn in Nederland, bestaande uit meerdere CE-gemarkeerde en niet CE-gemarkeerde machines van verschillende machinefabrikanten, aan een eindgebruiker. De fabrikant is zelf niet in staat om de automatisering van de productielijn te verzorgen en besteedt dit uit aan een elektrotechnisch automatiseringsbedrijf (automatiseerder). De automatiseerder vraagt aan de fabrikant of het de risicobeoordeling volgens EN-ISO 12100 en het voorstel voor risico-reducerende maatregelen beschikbaar wil stellen. De fabrikant heeft geen risicobeoordeling en meldt dat de automatiseerder zelf maar een inschatting moet maken van de noodzakelijke veiligheidsfuncties en het benodigde niveau van veiligheid. De automatiseerder neemt daarop, vanuit eigen inconstructeur 12 - 2020

03-12-20 11:44


Radbout van Wezel: “Op het gebied van productveiligheid zien we nog steeds dat er veel onbekendheid is over welke verplichtingen er zijn.”

zicht en ervaring uit het verleden aan dat er tien besturingstechnische veiligheidsfuncties zijn en gaat uit van het laagste niveau SIL1 of PLc. De automatiseerder stelt een contract op met de fabrikant, waarin het beschrijft dat er geen risicobeoordeling is overhandigd en dat het daarom uitgaat van tien veiligheidsfuncties volgens SIL1/ PLc. Dit contract wordt bij opdracht ondertekend door de fabrikant. Kort na de inbedrijfstelling gebeurt een arbeidsongeval met een medewerker van de eindgebruiker. Uit onderzoek van de Inspectie SZW wordt duidelijk dat de betreffende besturingstechnische veiligheidsfunctie niet correct is uitgevoerd en ook niet het juiste veiligheidsniveau heeft. Overtreden Arbowet Van Wezel: “Als er iets aan de hand is op de werkplek, zoals het beschreven ongeval, dan gaan we de oorzaak onderzoeken. We kijken of de Arbowet is overtreden en/of de Warenwet. Wat betreft de Arbowet kijken we naar de werkgever (eindgebruiker). We onderzoeken of deze iets heeft nagelaten of verkeerd heeft gedaan en dus beboet kan worden. Als de machine CE-gemarkeerd is dan geeft dat het vermoeden van overeenstemming met de essentiële vereisten van de Machinerichtlijn, maar het is geen garantie. De werkgever heeft de zorgplicht om een veilige machine ter beschikking te stellen aan zijn werknemers en moet dat (laten) controleren. Heeft hij dat gedaan? Hij is verantwoordelijk voor het (laten) doen van een risicobeoordeling, is dat gebeurd? Zo’n risicobeoordeling mag je uitbesteden maar de fabrikant blijft uiteindelijk verantwoordec o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art4p-2klm-02.indd 35

lijk. De machine kan ook anders gebruikt zijn dan de fabrikant bedoeld heeft. Heeft de werkgever zijn personeel wel opgeleid, heeft hij instructies gegeven, heeft hij toezicht gehouden op het juiste gebruik? Bij overtreding van de arbeidsomstandighedenwet maken wij een boeterapport op.” Machinerichtlijn “Wat betreft de Warenwet onderzoeken we of de fabrikant wel een machine heeft geleverd die voldoet aan alle vereisten van de Machinerichtlijn", aldus Van Wezel. “De fabrikant is hier verantwoordelijk voor en kan zich niet verstoppen achter het argument: mijn toeleverancier (in dit geval de automatiseerder) heeft slecht werk geleverd. Ik vraag me wel af of de automatiseerder voldoende competent was om de juiste besturingstechnische veiligheidsfunctie te bepalen. Mag een automatiseerder wel starten met het elektrotechnisch ontwerp als de risicobeoordeling ontbreekt? Ja dat mag maar zodra je het product op de markt brengt moet het aan de regels voldoen. En dan is de fabrikant verantwoordelijk. De fabrikant kan in dit geval beboet worden, want die heeft iets geleverd wat niet conform is. Het hoeft niet per se een boete te zijn, want het kan ook een marktmaatregel zijn zoals van de markt halen. Dit hangt ook van de ernst van het ongeval af.” Civielrecht Kan de automatiseerder ook nog aansprakelijk gesteld worden door zijn opdrachtgever (de fabrikant)? Van Wezel: “Dat heeft meer met civielrecht te maken, dus met afspraken tussen partijen onderling. Het is maar net wat de afspraken zijn tussen deze bedrijven. Als fabrikant heeft afgesproken met de automatiseerder dat hij alles zo moest aanleveren dat het voldoet aan alle wet- en regelgeving en dat blijkt niet zo te zijn dan kan de fabrikant de automatiseerder civielrechtelijk aansprakelijk stellen. Maar dat is een aparte civiele rechtszaak en daar gaan wij niet over.” > 35

03-12-20 11:44


“Wat betreft arbeidsveiligheid kijken we of bedrijven de Arbowet naleven.”

Case II – de bruggenbouwer versus de provincie Een bouwbedrijf heeft onder een contract volgens Design, Build, Finance and Maintain (DBFM) voor de provincie een brug gebouwd en zelf CE-gemarkeerd. De brug is destijds gebouwd met een leeg baanvak wat mogelijk in de toekomst geschikt zou worden gemaakt voor een trambaan. Het DBFM-contract loopt 20 jaar en het bouwbedrijf verzorgt op dit moment het onderhoud (Maintain) van de brug. Na vijf jaar besluit de provincie om het bouwbedrijf een ontwerpopdracht te geven voor de realisatie van de trambaan op de brug. Ten behoeve van de trambaan wordt in het brugdek een elektro-hydraulische brugcontrole-inrichting gebouwd, bestaande uit cilinders en stangen die uitschuiven als de brug dicht en vergrendeld is. Zowel het bouwbedrijf als de provincie zijn van mening dat er door de toevoeging van de trambaan sprake is van een substantiële wijziging en het bouwbedrijf wordt gevraagd om na ontwerp en realisatie het fabrikantschap op zich te nemen. Niet eens Het bouwbedrijf heeft een risicobeoordeling volgens EN-ISO 12100 en het voorstel voor risicoreducerende maatregelen opgesteld en stelt deze beschikbaar aan de provincie. Het bouwbedrijf heeft bij de risicoreductie van de bewegingen in het brugdek exact de strategie uit Machinerichtlijn bijlage I paragraaf 1.1.2 gevolgd. Het stelt voor om de bewegingen in het brugdek deels met vaste afschermingen en deels met beveiligingen (deurbeveiliging) te realiseren. Het onderhoud in het brugdek wordt met vijf personen tegelijkertijd uitgevoerd en 36

CST_Art4p-2klm-02.indd 36

er is door de beperkte ruimte geen volledig overzicht. Omdat het onderhoud met een bewegende ‘brugcontrole-inrichting’ moet plaatsvinden, is in het voorstel van het bouwbedrijf ook een vasthoudknop (hold-to-run) toegepast voor iedere medewerker. De provincie is het niet eens met de gekozen beveiligingsmaatregelen (afschermingen, vasthoudknop) en eist dat het bouwbedrijf de vasthoudknoppen schrapt uit het ontwerp. De provincie wil dat het onderhoud met de bewegende machine gewoon procedureel wordt opgelost. Het bouwbedrijf wil om deze reden het nieuwe fabrikantschap niet op zich nemen en de provincie zegt daarom dat zij dit wel op zich neemt. De provincie wil dat het bouwbedrijf zijn risicobeoordeling wijzigt en de vasthoudknop verandert in een puur procedurele maatregel. De procedurele oplossing bestaat eruit dat de persoon die de bediening doet, toezicht houdt of iedereen die aanwezig is, uit de gevarenzone is. Het bouwbedrijf gaat na wat tegenstribbelen akkoord, maar laat de provincie een document ondertekenen waarin de provincie verklaart zelf volledig verantwoordelijk te zijn voor eventuele gevolgschade. Na de realisatie wordt er toch niet goed opgelet en raakt een van de medewerkers van het bouwbedrijf zwaargewond en wordt een arm geamputeerd. Uit onderzoek van de Inspectie SZW wordt duidelijk dat het ongeval is gebeurd doordat in plaats van een technische maatregel een procedurele maatregel is toegepast. Fabrikantschap “Het bouwbedrijf begint goed: ze voeren een risicobeoordeling uit en volgen exact de strategie uit Maconstructeur 12 - 2020

03-12-20 11:44


chinerichtlijn Bijlage I voor risicoreductie”, stelt Van Wezel. “Aangezien de provincie die risicoreductie niet wil volgen, doet het bouwbedrijf wat zijn opdrachtgever wil. Het bouwbedrijf is dan wel zo slim (denken ze) om te regelen dat zij dan geen fabrikant meer zijn maar de provincie. Om er dan vervolgens wel aan mee te werken is niet goed, maar er is natuurlijk veel geld mee gemoeid. Vanuit veiligheid snap ik er niks van. Het lijkt erop in deze casus dat de provincie niet goed weet wat het fabrikantschap inhoudt. Als fabrikant moet je een risicobeoordeling doen, de juiste risico-reducerende maatregelen nemen, een technisch dossier opstellen, een gebruikershandleiding opstellen, een EG-Verklaring van Overeenstemming opstellen. Ook al wordt er een document getekend dat de provincie fabrikant is, als alle andere verplichtingen wijzen naar het bouwbedrijf dan blijft het bouwbedrijf de fabrikant. Die heeft dan de meeste dingen gedaan om te komen tot de verplichtingen behorende bij de fabrikant. In deze casus is het dus belangrijk om te weten hoe de zaken geregeld zijn. Heeft de provincie inderdaad het complete pakket overgenomen inclusief Verklaring van Overeenstemming, dan is de provincie fabrikant.” Werkgever Van Wezel: “Uit het ongevalsonderzoek zal blijken dat het bouwbedrijf als werkgever toch een steek heeft laten vallen, omdat ze immers wisten van de

“..BELANGRIJK OM TE WETEN HOE DE ZAKEN GEREGELD ZIJN” onveilige omstandigheden. Als blijkt dat het bouwbedrijf nog steeds als fabrikant gezien moet worden (ondanks ondertekenen van de provincie dat zij wel fabrikant zullen zijn), dan hebben ze een dubbel probleem. Als fabrikant hebben ze een onveilig product geleverd en als werkgever hebben ze de Arbowet niet gevolgd. “Ik vind het verwerpelijk van de provincie dat ze niet de vereiste veiligheidsmaatregelen willen doorvoeren. Ook verwerpelijk van het bouwbedrijf dat ze toch doorgaan. Als bedrijf moet je wel heel sterk in je schoenen staan om tegen je opdrachtgever en zeker tegen de provincie te zeggen: dan doe ik de opdracht niet. Er staan misschien vier andere bedrijven klaar die het wel zo willen doen. Echter als Inspectie SZW gaan wij niet mee in dit soort overwegingen!” WWW.INSPECTIESZW.NL

c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art4p-2klm-02.indd 37

MOTORREDUCTOREN VOORRAAD

LOKALE ASSEMBLAGE

SPECIALS

JRTK Series Kegeltandwielreductor

JRTR Series Rechte motorreductor

JRTF Series Vlakke opsteekreductor

JRTS Series Worm-tandwielreductor

JRESK Series RVS motorreductor

Veelal uitwisselbaar en concurrerend geprijsd

Hub van Doorneweg 8 2171 KZ Sassenheim – NL

+31(0)252 228850 info@euronorm.nl

euronormdrives.com 37

03-12-20 11:44


ADVERTORIAL

Omgangsvormen voor cobots VEILIGHEID VOOR DE OPERATOR VAN DE TOEKOMST Door het gestaag verder groeiende aantal robots binnen en buiten de fabrieksmuren, is het eigenlijk niet de vraag of je ooit een exemplaar tegenkomt maar eerder wanneer. Zeker nu ook de cobot steeds vaker een vaste waarde wordt op de werkvloer en onder de noemer servicerobot zelfs daarbuiten. Maar wat zijn nu de juiste omgangsvormen met al die nieuwe ‘collega’s’? Want ze zonder voorbehoud tegemoet treden? Dat is absoluut geen vanzelfsprekendheid. Zeker niet voor de industriële variant die je daarom nog steeds zijn werk veelal ziet doen achter hekwerk. Maar ook de cobot, die letterlijk zij aan zij naast de mens staat, is en blijft een machine. En die moet je daarom overeenkomstig benaderen en behandelen. Maar wat houdt dat dan in? Hoe bereid je de operators van morgen voor op een veilige samenwerking? Want zij zijn degenen die in de nabije toekomst onherroepelijk met de robot/cobot zullen gaan samenwerken. Operator van de toekomst Hoe je dat doet? Onder andere door training en

BEDRIJFSCULTUUR EN ROBOTVEILIGHEID

In een eerder dit jaar gehouden interview met Edwin Buisman, robot safety consultant bij Pilz, gaat het onder andere over de perceptie van veiligheid, eye-openers en onderschatte factoren. Volgens Buisman is bedrijfscultuur de meest onderschatte factor bij robotveiligheid: "De invloed van de organisatiecultuur is een enorme factor in de veiligheid en wordt vaak onderschat. Denk bijvoorbeeld aan de enorme hoeveelheid fietsen in Nederland. Statistisch gezien zou je veel meer ongelukken en verwondingen verwachten dan we eigenlijk zien. En dat met bijna niemand die een helm draagt. Maar de Nederlandse cultuur is zo aangepast aan het fietsen dat de omgeving veel veiliger is voor het fietsen dan het lijkt. Dus voordat een training begint, probeer ik me altijd een beetje te verbazen over de bedrijfscultuur. Meestal vind ik het leuk wat ik zie. Over het algemeen gaan zaken wel goed." ROBOVALLEY.COM/ACTIVITIES/NEWS

38

CST_Art4p-2klm-03.indd 38

onderwijs. Pilz, RoboAcademy, het Digital Operations Centre, Fieldlab SAM | XL en de TU Delft hebben daarom de krachten gebundeld in het project ‘Samen sterk voor duurzaam werk – De operator van de toekomst’. Dit project, dat is gestart op 1 november 2020 en loopt tot en met mei 2022, wordt financieel ondersteund door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de gemeente Delft. De MRDH is een samenwerkingsverband dat staat voor 23 gemeenten, 2,4 miljoen mensen, 1,2 miljoen banen voor 13,5 procent van de Nederlanders en een bijdrage van 15 procent aan het bruto nationaal product. Een sterke regionale economie, die ook ‘postcorona’ aantrekkelijk wil blijven voor werkgevers en werknemers. Trainingsprogramma Tijdig de voorwaarden scheppen om in te spelen op de eisen die de industrie stelt, is dan een vereiste en adequate training hoort daarbij. Daarom gaan de partijen gezamenlijk een trainingsprogramma ontwikkelen en geven. Dit programma richt zich nadrukkelijk op zowel de maakindustrie als het onderwijs en gaat 45 werknemers en 45 docenten uit het voortgezet, middelbaar en hoger beroepsonderwijs bijscholen en trainen in het gebruik van cobots en automated guided vehicles (AGV’s). Hierbij wordt ook gebruikgemaakt van augmented en virtual reality, technologieën van de toekomst die in bedrijf en onderwijs nu al hun diensten kunnen bewijzen. Leven Lang Ontwikkelen Bovendien zullen 25 docenten zich ook bezighouconstructeur 12 - 2020

03-12-20 11:45


Pilz participeert in het project ‘Samen sterk voor duurzaam werk – De operator van de toekomst'.

den met het ontwikkelen van lesmateriaal voor studenten. Geheel in de geest van de tijd (online) zal het didactisch materiaal beschikbaar worden gemaakt voor Leven Lang Ontwikkelen-modules. Het project draagt zo niet alleen bij aan de ontwikkeling van medewerkers van nu, maar ook van die voor de toekomst. De betrokkenheid van Pilz bij dit toekomstgerichte programma spreekt voor zich, gezien de jarenlange ervaring met het verzorgen van verschillende trainingen op het gebied van machineveiligheid en inmiddels ook cybersecurity. Pilz zal daarom de de trainingen op die gebieden verzorgen. En ook daarbij kunnen de safety-experts gebruikmaken van de reeds aanwezige kennis met geven van opleidingen op het gebied van de veilige omgang met robots én cobots in samenwerking met RoboAcademy. Al bestaande trainingen Bij SAM | XL In het RoboHouse in Delft werken Pilz en RoboAcademy al langere tijd samen bij het geven van de training ‘Veilige Mens-Robot samenwerking’ (Safety of HRC based on ISO/TR 15066), die ingaat op alle aspecten die van belang zijn voor veilige cobot-applicaties. Want met aanschaf van een cobot specifiek voor ‘Human-Robot Collaboration’ begint het pas. De eendaagse training gaat in op de norm ISO 10218-2 (Robots en robot apparatuur - Veiligheidseisen voor industriële robots - Deel 2: Robot systemen en integratie) en de technische specificatie ISO/TR 15066 (Robots and robotic devices - Collaborative robots). Hierin worden de verschillende interactiemogelijkheden met cobots beschreven en hoe die te beveiligen en tot een veilige samenwerking tussen mens en robot te komen. Deelnemers leren hoe ze de norm en de technische specificatie praktisch kunnen toepassen, hoe ze risic o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art4p-2klm-03.indd 39

co’s bij cobots kunnen identificeren en afdoende weten te reduceren. Belangrijk is tevens dat cursisten leren hoe ze de uitgangspunten van het ontwerp van veiligheidsmaatregelen op en rond cobots kunnen toepassen. Robotveiligheid Het RoboHouse is eveneens de locatie van de ‘Robot Safety Training’ van Pilz, die alle aspecten van robotveiligheid gebaseerd op NEN-EN-ISO 10218-1 (Robots en robot apparatuur - Veiligheidseisen - Deel 1: Industriële robots) en NENEN-ISO 10218-2 behandelt. Hierbij komt ook het bijbehorende CE markeringstraject om de hoe kijken. Behalve basis wet- en regelgeving besteedt de eendaagse training bijvoorbeeld ook aandacht aan veelvoorkomende risico’s in de robotcel. Uiteraard hoort daar dan het uitvoeren van de risicobeoordeling bij. Aan de hand van praktische voorbeelden wordt uitgelegd welke bijbehorende risico-reducerende maatregelen op basis van die beoordeling kunnen worden genomen. Meer informatie Wie meer wil weten over de inhoud van de trainingen die nu al geeft, data en de kosten, kan op de website van Pilz terecht. Eind februari 2021 wordt ook nog een online event georganiseerd dat ingaat op het project ‘Samen sterk voor duurzaam werk – De operator van de toekomst’ en het nieuwe trainingsprogramma. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden voor het event en/of het nieuwe trainingsprogramma met een mailtje naar RoboAcademy. OPLEIDINGEN.PILZ.NL WWW.ROBOACADEMY.NL

39

03-12-20 11:45


40

CST_Column.indd 40

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:46


PRODUCT LIFECYCLE MANAGEMENT

PLM – er kan nog zoveel meer Net toen ik wilde beginnen met deze column viel er een mail in mijn box van Engineering.com: ‘10 Design Questions That Can Make or Break a New Consumer Product’, een e-bookje om te downloaden. Ik kon de verleiding niet weerstaan om even te kijken en jawel: zomaar een eyeopener met betrekking tot PLM-functionaliteit. Het boekje presenteert een tiental ‘product design questions you should be asking” en illustreert die aan de had van vijf klassieke mislukte innovaties. Ik pik er een paar puntjes uit die laten zien dat de PLM-functie niet alleen verlengd kan worden langs de product-lifecycle, maar ook verbreed naar andere ontwerpaspecten.

ren, maar het is nuttig om te weten waar wijzigingen nodig zijn als een regel verandert, om gedocumenteerd te hebben dat je product voldoet en om zeker te weten dat bij de review alle relevante eisen gevalideerd worden.

De eerste vraag is: begrijp ik wat de klant zoekt? De constructeur focust, de naam zegt het al, op de constructie van het product dat hij moet ontwerpen. Maar de klant ziet de constructie niet en vaak is de ‘uitstraling’ van een product zeker zo belangrijk als de mechanische functie. Neem het extreme voorbeeld van horloges. Een tijdaanwijzer die je om je pols kunt dragen is voor minder dan een tientje al te koop. Toch zijn er klanten die liever tienduizend besteden. Niet alleen om te tonen dat ze smaak en geld hebben, maar ook omdat zo’n bijzonder instrument een bijzonder gevoel oproept.

En dan is er de industriële vormgeving. Je kunt denken: “Ik zorg dat het werkt en de ID-afdeling doet er wel een mooi kastje omheen”, maar zo zou het niet moeten werken. In de jaren ’60, bezocht ik het Design Museum in Londen. Daar zag ik voor het eerst dat een schroevendraaier (Stanley) niet alleen nuttig, maar ook mooi kan zijn. Wonderlijk genoeg werkt die mooie schroevendraaier beter en bovendien veel leuker dan een functionele ijzeren staaf met platte punt en houten handvat. Van Bugatti is bekend dat elk onderdeel, tot het kleinste boutje toe, op vormgeving werd beoordeeld. Zo was ook de vorm van de drijfstangen esthetisch geoptimaliseerd. Nog niet zo lang geleden ontdekte men dat de vorm verrassend dicht bij het optimum zat. Niet voor niets waren in de middeleeuwen de wapens van de machthebbers zorgvuldig versierd. Schoonheid en functionaliteit zijn sterk verwant. Een zwaard dat schittert van het goud en de edelstenen vecht veel leuker dan een haastig door de dorpssmid omgesmede ploeg, al was het maar omdat de tegenstander erdoor verblind raakt. Met AI moet er vast wel een ‘tool’ te maken zijn, die vormen beoordeelt op schoonheid. Dat zou mooi in PLM passen.

Wat kan PLM daar aan bijdragen? PLM is bedoeld om productinformatie vast te leggen en toegankelijk te maken. Aanvankelijk ging het daarbij uitsluitend om wat er precies gemaakt moet worden. Later kwam daarbij hoe het te maken, te verkopen, te gebruiken, te onderhouden en aan welke eisen het moet voldoen. Welke gevoelens het bij de klant moet oproepen staat er in de regel niet bij. Het zou nuttig zijn als PLM ook dit soort informatie zou kunnen leveren, uiteraard met slechts enkele muisklikken. De moderne multimediasystemen verzamelen massa’s informatie over klantervaringen, maar hoe maak je die bruikbaar voor de constructeur? Een volgende vraag is: ken je de ‘compliance’-eisen? Dat lijkt een stuk makkelijker, want die eisen zijn nauwkeurig vastgelegd in wetten, regels en standaarden. Maar daar zijn er heel veel van en ze verschillen per productsoort en regio. Hoe handig zou het zijn om onder een muisklik alle regels ter beschikking te hebben, die van toepassing zijn op jouw product. Je kunt die natuurlijk zelf in je PLM-systeem knutselen, maar misschien is er wel een service die dat allemaal voor je regelt. Zeker zo belangrijk is om te weten welke regels in welk product zijn toegepast. Dat moet je zelf registrec o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Column.indd 41

Een andere leuke vraag is: ben je up-to-date in de state-ofthe-art van je product? Natuurlijk, je leest Constructeur en nog wat tijdschriften, maar daar staat lang niet alles in. Er zou een Google-technologie moeten zijn net als Google-scolar: je tikt een technologisch ‘issue’ in en je krijgt een lijst van alle publicaties en producten waarin het issue aan de orde komt.

Vier van de tien vragen zijn nu aan bod geweest en daaruit blijkt al dat PLM nog lang niet uitontwikkeld is. De andere zes bieden ook nog leuke aanknopingspunten. Misschien iets voor de volgende column. U hebt dan intussen tijd om het e-boekje te downloaden en te lezen.

HENK JAN PELS gepensioneerd universitair hoofddocent bedrijfskundige informatica (TU Eindhoven), is onafhankelijk consultant, gespecialiseerd in Product Data Management. H.J.PELS@OUTLOOK.COM

41

03-12-20 11:46


MATERIALEN

Materialen van de toekomst (NOT) SAFE FOR DESIGNERS? – IX

Wat voor materialen gaan we in de toekomst gebruiken voor onze constructies? Met die vraag moet u bij de wetenschap niet aankloppen! Wetenschappers zijn immers superspecialisten en voor vragen over materialen in de bredere zin hebt u een generalist nodig – net als voor toekomstvoorspellingen. Daarom een ander vertrekpunt: dat van de sciencefiction. E R I K T E MP E L M A N , A DV I E SB U R E A U E R I K T E MP E L M A N . C O M , UN I V E R S I TA I R H O O F DD O C E N T T U DE L F T – I N D U ST R I E E L ONTWERPEN

The Caves of Steel In The Caves of Steel (1951) schetste grand old man van de SF Isaac Asimov ons een verre toekomst waarin negen miljard mensen onze aarde bevolken, levend in gigantische steden die met stalen koepels zijn afgeschermd van de buitenwereld. Dat inwonertal leek de schrijver indertijd ongetwijfeld enorm, maar zoals we nu weten zat zijn voorspelling niet ver naast de laatste projecties. En als je dan toch koepels gaat bouwen, dan is ook de keuze voor staal op zich een goede: staal is sterk en taai, het is goedkoop, er is genoeg van te vinden en het is prima te recycleren. Staal, en met een bescheiden extensie, de metalen, vormen onze eerste groep constructiematerialen van de toekomst. 42

CST_Art_Tempelman.indd 42

The Diamond Age Cyberpunk-schrijver Neal Stephenson presenteert ons in The Diamond Age (1995) een toekomst waarin met nanotechnologie werkelijk alles snel en goedkoop gemaakt kan worden. Wel, waarom dan geen diamant als constructiemateriaal: het is licht van gewicht en is zo’n beetje de hardste stof die we kennen. Ergens in dit boek komen we dan ook een zeppelin tegen, sereen zwevend boven de oceaan, met onderin de gondel een doorzichtige, diamanten dansvloer – niet voor lezers met hoogtevrees! Dit materiaal vormt, samen met koolstofvezels, grafeen en andere verschijningsvormen van koolstof, onze tweede groep materialen. The Golden Globe Meesterverteller John Varley neemt ons in The Golden Globe (1998) mee naar een toekomst tussen de planeten, waar mensen wonen in reusachtige roterende ruimtestations. Deze stations worden bijeen gehouden met spinrag en opnieuw: waarom ook niet? Afhankelijk van wie u het vraagt is dit materiaal vijf tot tien maal sterker dan staal, bij gelijk gewicht. Om er geconstructeur 12 - 2020

03-12-20 11:47


noeg van te produceren, stelt Varley voor om met genetische manipulatie spinnen te maken van letterlijk olifanteske proporties – een griezelig vooruitzicht. Spinrag, en de natuurlijke materialen in de bredere zin, vormen onze derde groep. Rainbows End Wat krijg je als je materialen voorziet van een netwerk van sensoren en actuatoren? In Rainbows End (2006) heeft SF-genie Vernor Vinge deze innovatie voorzien. Het resulterende ‘cyberstuff’ – geen materiaalaanduidiing van van Vinge maar van ondergetekende) kan de erop werkende belastingen precies meten en actief tegenwerken. Feitelijk bestaat zo’n systeem vandaag de dag al, bijvoorbeeld in de vorm van de actieve ophangsystemen voor grote, ultradunne telescoopspiegels. Vinge extrapoleert de technologie naar toepassing in aardbevingsbestendige gebouwen. Dankzij een soort internet-of-materials kan zo’n gebouw ook ‘gehackt’ worden – maar laat ik de plot niet voor u verklappen! Cyberstuff is onze vierde en laatste groep materialen. Vier SF-romans, vier materiaalparadigma’s: staal en de metalen, diamant en andere vormen van koolstof, natuurlijke materialen, en cyber-stuff. Welke van deze science fictions worden ooit engineering facts? We gaan het zien.

c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art_Tempelman.indd 43

De specifieke stijfheid en het soortelijk gewicht – de materialen vergeleken.

1 Het exotische metaal beryllium scoort wél ruim hoger dan staal, maar is zeer zeldzaam – zowel op aarde als daarbuiten. Beryllium constructies van enig formaat zijn derhalve geen SF maar Fantasy.

De fundamentele oorsprong van stijfheid Materialen, ook constructiematerialen, moeten aan tal van eisen voldoen. Omwille van de ruimte beperken we ons hier tot drie basiseigenschappen, waarvan afbeelding 1 de eerste betreft: de stijfheid. Wat u ziet is een vergelijk tussen diverse materiaalgroepen, met op de verticale as de stijfheid E gedeeld door de dichtheid ρ. Immers, constructiematerialen moeten in de regel niet alleen stijf zijn maar ook licht van gewicht, en vandaar deze ‘indicator’ E/ρ. Op de horizontale as staat de dichtheid uitgezet, zodat we de verschillende materialen makkelijk uit elkaar kunnen houden. Blauw zijn diverse plastics, groen enkele houtsoorten, rood de metalen, bruin composieten en geel diamant. Merk op dat beide assen een logaritmische schaal hebben en dat alle getalswaarden genormaliseerd zijn door de waardes van HSLA-staal (High Strength, Low Alloy ): deze staalsoort zelf zit dus op de coördinaten 1, 1. We zien onder meer dat kunststoffen weliswaar licht zijn maar ook zeer flexibel: zelfs glasgevuld blijft polypropeen nog op respectvolle afstand van de metalen – die verrassend genoeg allemaal ongeveer even goed scoren1. Dit laatste komt door de gekozen indicator E/ρ: aluminium is bijvoorbeeld drie maal lichter dan staal maar ook drie maal minder stijf. Zouden we kijken naar specifieke buigstijfheid (indicator: √E/ρ) dan ‘wint’ aluminium wel van staal. Echter, met voldoende vormvrijheid kunnen we buiging, evenals andere ongunstige belastingsvormen (zie NSFD – IV), effectief uitsluiten. Al het materiaal wordt dus op pure trek en druk belast, en dan geldt E/ρ als de maatstaf. En vormvrijheid hebben we vandaag de dag al genoeg, dankzij > 43

03-12-20 11:47


3D-printers, laat staan in de toekomst. Een fundamenteel probleem is het hoe dan ook niet. ρ

De theoretische versus werkelijke sterkte.

Waar is het spinrag? Kijken we bovenin de grafiek, dan zien we dat diamant de beste prestaties biedt. Koolstofcomposieten zitten daar opmerkelijk dicht bij in de buurt, al hebben de gekozen varianten wel alle vezels in één richting liggen: ze mogen dus ook alleen in die richting worden belast. En waar is het spinrag? Wel, sommige natuurlijke materialen doet het verrassend goed: zie hoe hout en bamboe vrijwel hetzelfde scoren op E/ρ als de gekozen metalen. Dat belooft wat – maar spinrag stelt in dit opzicht zwaar teleur: het is uiterst flexibel en zou niet in maar onder de grafiek komen te staan. Voor welke eigenschappen dit materiaal dan ook is geëvolueerd, stijfheid is daar niet bij.

Niet beter? Kunnen we echt niet beter dan diamant? Jawel: cyber-stuff heeft theoretisch een vrijwel oneindig grote stijfheid, en zou dus boven de grafiek uitkomen. Het concept werd voor het eerst in de jaren ‘80 omschreven3, vindt zoals gezegd reeds toepassing, en zou in de (nabije?) toekomst breder kunnen worden ingezet. Vanuit het perspectief van stijfheid is deze mechatronics meets materials-technologie beslist veelbelovend.

Keurig verklaard De in afbeelding 1 weergegeven verschillen zijn inmiddels door de materiaalkundigen keurig verklaard. Stijfheid vindt zijn fundamentele oorsprong in (a) de intensiteit van de aantrekkingskracht tussen de atomen dan wel moleculen, en (b) in de grootte van die deeltjes. Zo zijn plastics relatief flexibel omdat ze door Van der Waalskrachten bijeen worden gehouden – en die krachten zijn veel 2 V oor de fijnproever: ja, er komt af en toe een nieuw trans-uraan atoom het lab uit. Maar nooit voor lang (ze zijn tot dusverre allemaal radioactief), en bovendien zijn deze nieuwe elementen zeer zwaar. Uitgesloten dus als constructiemateriaal van de toekomst – elke toekomst.

44

CST_Art_Tempelman.indd 44

zwakker dan bijvoorbeeld de metaalbinding (in metalen, uiteraard), de ionische binding (in bijvoorbeeld glasvezels), of de covalente binding (in diamant en koolstofvezel). En aangezien we intussen alle soorten deeltjes2 en bindingen wel zo’n bee tje kennen, kunnen we vaststellen dat diamant ook in de toekomst de chart-topper zal blijven. Maar wat doet grafeen dan, zult u zeggen? Ja, dat lijkt nog beter te scoren – alleen is het een '2D’ materiaal, en daar kun je het begrip stijfheid niet 1-2-3 op loslaten.

Sterkte: theorie en praktijk Naast stijfheid verwachten we van een constructiemateriaal ook sterkte. Welnu, afbeelding toont een vergelijk van de theoretische sterkte van de eerder gekozen materialen tegen hun werkelijke sterkte. Bei3 ‘Active Structures’ by Soong et.al., Journal of Structural Engineering (1987), vol. 113, nr. 11, pp. 2290-2302

4 Vanuit de kerftaaiheid en de stijfheid van een materiaal kunnen we de eigenschap afleiden die in het Engels toughness heet, ook wel work-of-fracture en fracture energy genaamd. De Nederlandse vertaling zou “stevigheid” kunnen zijn, zoals uitgelegd in ‘Stevigheid als materiaaleigenschap?’, Constructeur 5, 2018.

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:47


den zijn weer gedeeld door de dichtheid, want die is nog steeds van belang. Opnieuw zijn de schalen logaritmisch en zijn alle getalswaarden genormaliseerd naar de theoretische sterkte van HSLA-staal. Taaiheid – de vergeten eigenschap Naast stijfheid en sterkte verwachten we van een constructiemateriaal ook taaiheid. Het is een ondergewaardeerde en slecht begrepen eigenschap, die echter van groot belang is. Specifiek hebben we het dan over de kerftaaiheid (Engels: fracture toughness) dat wil zeggen de spanning die een materiaal kan verdragen in de aanwezigheid van een kleine kerf of ander soort imperfectie4, alvorens het bros faalt. Het is dus iets anders dan de (taaie) breukrek, en ook anders dan het energie-absorberend vermogen van een materiaal, onder elastische of plastische vervorming. Vermoeiingscheuren, onvolkomenheden in de materiaalproductie zoals krimpscheuren of ingesloten deeltjes, per ongeluk of expres aangebrachte schade, het werkt allemaal als een kerf met een zekere lengte en vorm. Zo’n kerf kan er toe leiden dat het materiaal bij een zeker spanningsniveau plotsklaps bros breekt, ook als het materiaal zich in de afwezigheid van die kerf wel taai zou gedragen. Wat we nu willen is dat deze ‘brosse-breuk-spanning’ hoger ligt dan de vloeigrens van ons materiaal, want dan speelt het probleem geen rol. 5 O m precies te zijn: een 1-mm scheurtje in het oppervlak, loodrecht op de belasting. Zou het een scheurtje niet op maar in het materiaal zitten, dan moet het 2 mm lang zijn om hetzelfde effect te bewerkstellingen.

c o n s t r u c t e u r 1 2 - 2 0 2 0

CST_Art_Tempelman.indd 45

Bros of taai? De materialen opnieuw vergeleken.

Niet buigen maar barsten Echter, afbeelding 3 laat zien dat dit niet altijd lukt, en dan is het een geval van ‘niet buigen maar barsten’. Het plaatje verdient enige uitleg. Op de horizontale as staat de kerftaaiheid per eenheid gewicht, opnieuw genormaliseerd middels delen door de bijbehorende waarde voor HSLA-staal. Op de verticale as staat de sterkte per eenheid gewicht – feitelijk hetzelfde als in de vorige grafiek. De schuine stippellijn representeert de brosse-breuk-sterkte de het materiaal zou hebben in de aanwezigheid van een scherp scheurtje van 1 mm lang5. Het resultaat is dit: alles wat onder de lijn zit, faalt eerder taai dan bros, en voor alles boven de lijn is het omgekeerde het geval. Oppassen! Nu zien we waarom massief diamant, los van de prijs of andere eigenschappen, geen goed constructiemateriaal is: het is weliswaar stijf en sterk, maar heeft totaal onvoldoende taaiheid en kan derhalve niet met kerfjes dan wel spanningsconcentraties van welke vorm dan ook omgaan6. Ook bij de andere ’verschijningsvormen van koolstof’ is het oppassen. Plastics falen (bij de gekozen scheurlengte!) maar al te makkelijk bros, en koolstofcomposieten doen dat zeker – daar moeten we dus middels een veiligheidsfactor rekening mee houden. En ook het 6 G las heeft hetzelfde probleem, maar voor glasplaat is er een soort van oplossing: door temperen kunnen we drukspanningen in het oppervlak van een glasplaat aanbrengen, in balans gehouden door trekspanningen in de kern, waardoor de slechte kerftaaiheid minder problematisch wordt.

45

03-12-20 11:47


‘wondermateriaal’ grafeen heeft overigens een belabberde kerftaaiheid: slechts zo’n 4 MPa·√m, terwijl gewoon staal makkelijk het tienvoudige haalt. Oersterk, maar je hebt er constructief gezien bar weinig aan.

doende taaiheid. Ook voor cyberstuff is geen kerftaaiheid bekend en deze is ook niet 1-2-3 te geven: constructies van dit SF-materiaal zullen immers dezelfde waarde hebben als het basismateriaal waaruit ze zijn opgebouwd. Mogelijk kan de aanwezige sensoriek nog wel een waarschuwend signaal geven als er een scheurtje wordt ontdekt (‘self monitoring’ dus), en kan dit materiaalconcept de taaiheid van de componenten nog overschrijden. De toekomst zal het ons leren.

Weer de materiaalkunde Weer levert de materiaalkunde ons de verklaring. Taaiheid blijft niet zozeer met plasticiteit van doen te hebben, maar met het vermogen om genoeg energie te kunnen absorberen alvorens een scheur energetisch gezien instabiel wordt en met een klap doorgroeit. Bij metalen zorgen diezelfde dislocaties daar voor – dat hierbij plastische dat wil zeggen blijvende vervorming optreedt, en we een metaal dus kunnen buigen, smeden en zo meer, is feitelijk bijvangst. Dit verklaart ook dat je op de duur in de problemen komt als je die dislocaties te zeer verhindert te bewegen. Afbeelding 3 toont zo dat staalsoort AF1410 bij een 1-mm equivalent scheurtje nog lang niet bros zal falen – maar het iets sterkere maraging staal doet dat wel. Ook de taaiheid van titanium valt op, en is deel van de reden waarom dit bijzondere metaal zo gewild is voor constructies, mits de prijs geen bezwaar is natuurlijk.

Resumerend: de materialen nogmaals vergeleken Vier paradigma’s uit de SF – welke wordt engineering fact? De tabel vat de resultaten samen. Isaac Asimov zat met staal goed op weg, diamant wordt het niet maar koolstofcomposieten wel, spinrag valt door de mand, en Vernor Vinge’s cyberstuff representeert een veelbelovend nieuw materiaal-idee dat wel eens de uiteindelijke winnaar zou kunnen worden. We sluiten deze NSFD-bijdrage af met een verrassend bericht. Vanuit het Graphene Flagship-programma berichtten onderzoekers in september 2017 over een doorbraak: grafeen vermengd met spinrag blijkt zeer goede mechanische eigenschappen te bieden. Dus, wie weet is er toch nog hoop voor Neal Stephenson’s ‘diamant’, als het maar de krachten bundelt met de spinnen van John Varley?

Weer geen spinrag? Spinrag is weer niet aangegeven, gewoon omdat er geen betrouwbare data voorhanden zijn. Maar, gezien de toepassing – insecten vangen, die naar we mogen aannemen hard hun best zullen doen om zich los te knagen – kunnen we rekenen op vol-

Dit was de laatste bijdrage in de NSFD serie over constructies en materialen. In 2021 gaan we door met productie. Tot dan!

Staal

Diamant

Spinrag

Cyberstuff

Stijfheid

+

++

--

++(?)

Sterkte

+

++

++

+(?)

Taaiheid

++

--

+(?)

++(?)

46

CST_Art_Tempelman.indd 46

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:47


PRODUCT

Nieuws MODULAIRE VEILIGHEIDSBESTURING Flexi Compact is een eenvoudige veiligheidsbesturing met lokale I/O. De besturing is compact, snel genoeg voor ook de kortere veiligheidsafstanden en door een modulaire opbouw eenvoudig uit te breiden. Programmeren kan middels de gratis engineeringtool Safety Designer, dat een groot aantal voorgecertificeerde functieblokken bevat voor een snelle inbedrijfname. De fabrikant noemt vooral een afneembare terminal met geheugenplug als groot voordeel. Hiermee kunnen instellingen worden vastgelegd of overgezet. De besturing kan overweg met alle gangbare veldbussen. De datacommunicatie verloopt via lokaal I/O en optioneel is de veiligheidsbesturing ook verkrijgbaar met TCP-communicatie. Via de gateway is communicatie naar PROFI-

net of EtherCAT mogelijk. Flexi Compact is gemaakt voor machines die een gemiddelde tot complexe veiligheidslogica vereisen, machines met een groot aantal deuren en kleppen die om veiligheidsmaatregelen vragen en machines met meerdere veiligheidszones en/of afschakeleenheden, zoals verpakkingsmachines. WWW.SICK.COM

High Precision & High Performance

Güdel AG Echelpoelweg 1b 7595 KA Weerselo Netherlands

constructeur 12 - 2020

CST_product.indd 47

Phone +31 541 66 22 50 Fax +31 541 66 18 74 info@nl.gudel.com

www.gudel.com

47

03-12-20 11:58


'FOOD’ CONNECTOR De nieuwe CKH Hygienic-behuizingen voor connectoren voor de voedingsmiddelenindustrie, met inbouwmaat ‘21.21’, is gemaakt van zelfdovend thermoplastisch materiaal (PA), dat bestand is tegen de reinigings- en ontsmettingsmiddelen die vaak worden gebruikt in de ‘food’. De blauwe bewegende of verwijderbare onderdelen kunnen gemakkelijk worden geïdentificeerd door middel van video-inspectie. om te voorkomen dat er per ongeluk een verontreiniging in het producten ontstaat. De vergrendelingshendels zijn ook traceerbaar door metaaldetectoren in geval van onopzettelijk verlies of val in de lijn. De CKH-behuizingen voldoen aan de belangrijkste voorschriften van de levensmiddelensector, zoals de ECOLAB- en EHEDG-richtlijn. Ze kunnen worden gecombineerd met het hele assortiment compacte binnenwerken, inclusief voedings-, signaal- en dataconnectoren. WWW.CCNED.NL

PARALLELGRIJPER

KOGELPOTTEN

De pneumatische parallelgrijper JMHZ2 is tot 21 procent korter en tot 43 procent lichter is dan de pneumatische grijper MHZ2 maar de boring gelijk. Daardoor neemt het maximale grijppunt toe, zodat interferentie tussen de grijper en de machine wordt vermeden. Door de integratie van een lineaire geleiding en grijpervinger uit één deel zijn volgens de makers een hoge stijfheid en herhaalbaarheid van ±0,01 mm bereikt. De JMHZ2 heeft drie montagemogelijkheden vanuit twee richtingen. De grijper is verkrijgbaar in vier boringen: Ø8, Ø12, Ø16 en Ø20. De serie grijpers is bedoeld voor de handling van kleine werkstukken, met een grote afstand van de materiaalhandling tot het grijppunt. Andere mogelijke toepassingen zijn het overbrengen van lichte werkstukken en in pick & place-toepassingen in krappe ruimten.

Mparts heeft het pakket kogelpotten voor het verschuiven, verplaatsen en draaien van producten en goederen in transportsystemen, toevoerunits en bewerkings- en verpakkingsinrichtingen opnieuw uitgebreid. Ditmaal met twee nieuwe modellen: een onderhoudsvrij inschroef(BF08) en een inpersmodel (BF09). Het eerstgenoemde model is uitgevoerd met een glijlager, zodat de kogel permanent rolt, en beschikbaar in de maatvoeringen M6 tot M16. De lengte loopt afhankelijk van de uitvoering van 8 tot 50 mm. De inschroefmodellen hebben een behuizing van gezwart automatenstaal of rvs en een kogel van gehard kogellagerstaal of gehard rvs. Afhankelijk van de uitvoering varieert de maximale statische belasting van 172 tot 1986 N (maximaal circa 200 kilogram). De miniatuur inperskogelpot met glijlager voor een H7-boring is beschikbaar in twee uitvoeringen: met een diameter van 10 of 12,6 mm. Bijpassend montagegereedschap is los bij te bestellen. De maximale statische belastbaarheid van dit model bedraagt, afhankelijk van het gekozen model, 1161 N of 1986 N. Het temperatuurbereik voor de beide modellen loopt van -50 tot +90 °C. Indien de kogelpotten bij een temperatuur van 20°C of meer worden ingezet, neemt het draaggetal lineair af. Zowel de behuizing als de kogel zijn bij deze modellen vervaardigd van rvs.

WWW.SMC.EU

WWW.MPARTS.COM

Een greep uit onze merken:

Importeur van

elektrotechnische componenten Kasten en Paneelbouw

Industriële elektrotechniek

48

CST_product.indd 48

T. 013 536 01 44

Kasten en Paneelbouw

Energiedistributie

E. verkoop@dijkman.com

Kasten en Paneelbouw

Marine & offshore

www.dijkman.com

Alles voor de installateur

Installatietechniek

Voor zonne-, Wind-, UPS- en EV

Energietransitie

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:58


Compacte

NOODSTOPSCHAKELAAR VOOR PRINTMONTAGE De EC serie noodstopschakelaar (IP65, frontaal) voor printmontage is volgens APEM de eerste noodstop voor printmontage die tevens een hoog veiligheidsniveau garandeert. Productontwerpers hebben hiermee een noodstop voor het ontwikkelen van compacte bedieningspanelen met beperkte achterpaneelruimte. Door middel van een contactblokje met printpennen kan de schakelaar rechtstreeks op een print worden gesoldeerd worden. De schakelaar wordt met een ‘locking’- mechanisme met het contactblokje vergrendeld. Deze serie heeft de UL 60947-5-1- en IEC 60947-5-5-keurmerken. WWW.APEM.COM

PCB-TESTKIT Om het testen in de R&D-fase of tijdens het productieproces te vereenvoudigen, heeft HBK een compacte en schaalbare PCB-testkit ontwikkeld, waarmee de gebruiker snel rekmetingen kan uitvoeren om nauwkeurige testresultaten over de betrouwbaarheid van het product te krijgen. De PCB-testkit bevat niet alleen het benodigde materiaal - waaronder voorbedrade rekstrookjes en installatiehulpmiddelen, maar ook een QuantumX MX1615B brugmodule en Catman-software voor de data-acquisitie. De PCB-testkit voorziet zo in een kant-en-klare en gebruiksvriendelijke software-oplossing en levert een volledig voorgeconfigureerd rapport met testcertificaat in Microsoft Word-format. Bij de kit hoort een éénjarig software-onderhoudsprogramma en gratis videotutorials voor het gebruik. Tevens is het HBK’s serviceteam beschikbaar voor eventuele ondersteuning op locatie. WWW.HBM.COM

Nieuw: dynamische vergrendelmagneten inclinometer van bestand tegen hoge DIS Sensors

Uitge li novem cht be 2019 r

dwarskrachten

Alle delenheeft van machines zijn continu in beweging Onlangs Magnet Schultz een doorontwikkeling als gevolg van bedieners commando’s en externe van de serie G SC X geïntroduceerd onder de naam factoren. Deze bewegingen worden vaak aan de G SC X … B01. Deze nieuwe generatie onderscheidt besturing eenhet zogenaamde zich onderdoorgegeven andere door middels het feit dat inclinometer. Om te voorkomen dat onbedoeld magneetlichaam vast is verbonden met de aandrijving schokken ‘vervuilen’, waardoor en de trillingen spoel niethet kansignaal worden gedraaid of worden fi lters toegepast of extra sensoren uitgewisseld. Door de compacte bouw zijn de ingezet. Effectief, maar ook duurder, complexer en elektromagnetisch bekrachtigde vergrendelingen, storingsgevoeliger. met beschermingsklasse IP40, bestand tegen hoge dwarskrachten. Dit levert een kostenvoordeel op Als wereldwijd opererend specialist bestaat in sensoren terwijl nog altijd de mogelijkheid om te ontwikkelde DIS Sensors een volledig hardware kiezen voor een stangafdichting metnieuw een hogere platform dat gebaseerd is op de MEMS chip: de beschermingsgraad. dynamische inclinometer. Een versnellingsopnemer gecombineerd eende 3-assige gyroscoop. De hoek Kenmerkend ismet tevens beschikbare aansluiting voor die aan het besturingssysteem wordt doorgegeven beschermingsleiders waarmee ook nominale spanningen als object perOp as,basis is tot een 250 separaat, VAC tot deCANopen/J1939 mogelijkheden behoren. hierdoor gyro-gecompenseerd en hiermee heel zuiver. van de compacte en robuuste bouw zijn tot slot hogere

dwarskrachten mogelijk die (in stilstand) kunnen oplopen Nu vanbeschikbaar 750 tot wel 3.000 N. Inmiddels heeftzijn de te dynamische inclinometer allevan Toepassingen vinden in het vergrendelen testen glansrijk doorstaan en is vanaf nu wereldwijd uiteenlopende mechanische onderdelen zoals deuren en beschikbaar. Interesse? Neem dan contact op met luiken. Rotero Holland. Nu verkrijgbaar bij Rotero!

ROTERO HOLLAND Pompmolenlaan 21 3447 GK Woerden 0348-495150 info@rotero.com www.rotero.com

constructeur 12 - 2020

49 Rotero.indd 1

CST_product.indd 49

02-12-20 14:46

03-12-20 11:58


KABELVEERDEMPERS ACE Stoßdämpfer breidt het programma kabelveerdempers voor het dempen en isoleren van trillingen en schokken en voor het ontkoppelen van trillingen uit. Behalve de standaardversies met rvs staaldraad en aluminium bevestigingsstrips kunnen gebruikers optioneel complete roestvaststalen versies te bestellen. De kabelveerdemperszijn bestand te zijn tegen hitte, kou, zuren, zeewater en UV-straling. De nieuwe producten hebben een lage eigenfrequentie. Ze bestrijken een belastingspectrum van ca. 300 g tot 2000 kg. Hierdoor zijn ze net zo geschikt voor gebruik bij harde schijven en meetapparatuur

als voor containers en zware machines. De nieuwe producten hebben een grote bruikbare veerweg, een lage resonantieoverdracht en een snelle daling van de amplitude bij schokken. Bovendien vertoont deze productserie geen tekenen van vermoeidheid na een dynamische botsing, zelfs niet onder extreme temperaturen van -130 tot 260 °C.

WWW.ACE-ACE.NL

GECOMBINEERDE VORKSENSOR

FRICTIESCHARNIEREN Het nieuwe ST-10P inbouw frictiescharnier heeft een buitendiameter van 10 mm en een veerkracht tot 2 Nm, waardoor eindgebruikers eenvoudig kleine gemonteerde elementen, zoals kleppen en beeldschermen, kunnen plaatsen, en deze in elke gewenste positie stevig op hun plaats kunnen houden. Het scharnier is ontworpen voor toepassingen die een constante frictie vereisen in een gegoten montage. Dankzij de verborgen montage kan het indrukbare inzetstuk eenvoudig worden geïntegreerd in componenten van kunststof, gegoten metaal en plaatstaal, waardoor het algehele ontwerp en de prestaties van het eindproduct aanzienlijk worden verbeterd.

Tot nu toe waren voor het detecteren van verschillende soorten labels vaak meerdere verschillende vorksensoren nodig. De nieuwe GSX gecombineerde vorksensor combineert de voordelen van optische en ultrasone sensoren. De sensor detecteert een breed scala aan labels, ongeacht hun materiaal- en oppervlaktekenmerken, zelfs labels van inhomogeen BOPP-materiaal kunnen door het optische werkingsprincipe betrouwbaar worden gedetecteerd. De nieuwe vorksensor kan snel en eenvoudig via de teachknop worden ingesteld om de label-dragercombinatie in te leren. De GSX is voorzien van een IO-Link interface. De interface kan worden gebruikt om onder andere remote teaching mogelijk te maken of om de knoppen te vergrendelen. Receptuurbeheer vergemakkelijkt wisselen van formaten bij het vervangen van rollen. Hierdoor is opnieuw inleren niet nodig bij het wisselen van rollen naar een ander etiketformaat. Het formaat wordt snel gewijzigd door het selecteren van de juiste parameterset. Deze parameterkeuze wordt direct op de etiketteermachine uitgevoerd via de HMI. Dit bespaart niet alleen installatietijd, maar verhoogt ook het productievolume en maakt het systeem zuiniger. WWW.LEUZE.NL

WWW.SOUTHCO.COM

50

CST_product.indd 50

constructeur 12 - 2020

03-12-20 11:58


Wereldwijd binnen 24 uur leverbaar. Festo

Core Product Range.

www.festo.nl

CST Advertenties.indd 51

03-12-20 11:30


INVESTEREN IN PRODUCTIVITEIT ÉN VEILIGHEID

Als de productiviteit omhoog moet, mag dat geen gevolgen hebben voor de veiligheid. Met SICK als partner heeft u toegang tot tal van slimme veiligheidsoplossingen die processen soepeler laten verlopen, mens en machine beter laten samenwerken en de grenzen verleggen van wat haalbaar is. Nog nooit vormden turnkeyoplossingen, veilige robots, mobiele platforms en buitenbeveiligingssystemen zo’n perfecte eenheid. Onze Sensor Intelligence staat tot uw beschikking. www.sick.nl

CST Advertenties.indd 52

03-12-20 11:30


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.