MEI
2021 HÉT VAKTIJDSCHRIFT VOOR WERKTUIGBOUWKUNDIGE CONSTRUCTEURS EN ONTWERPERS
Radarsensoren ZICHT OP SAFETY
Predictive maintenance en de Digital Twin Een Digital Twin voor het genereren van sensordata
CST_Cover.indd 1
Gieten: een maakproces Cloud, SaaS, PLM en een voor de 21-ste eeuw vliegende auto Van nog geen gram tot werkstukken van tonnen
Voor strikte ‘data-compliance’ en een ‘single source of truth’
Een boek over Van der Hoek Leven en werken van een bevlogen constructeur
21/04/2021 15:24
21 juni 25 juni 2021 www.middenindemaak.nl
De virtuele beurs voor de (maak)industrie WORDT U OOK STANDHOUDER? Unieke manier om uw product te presenteren U heeft direct contact met uw doelg groep door liivechat/videochat Een ongeliimiteerd aantal bezoekers, zonder fysieke barrières De beurs is 5 dagen (onliine) te bezoeken U krijgt een eigen 3D stand met virtuele e 360o ervarin i ng De beurs is effectief en bespaart u tijd Het geven van een seminar of ple enaire sessie behoort tot de mogeliijkheden Méér dan alleen een stand! Als standhouder krijgt u ook een volledig multimediaal communicatiepakket. Ontdek alle mogelijkheden en prijzen op www.middenindemaak.nl
CST Advertenties.indd 2 MBM-midden_in_de_maak-210x297.indd 1
MBM-midden_in_de_maak-266x282.indd 1
21/04/2021 16:57 12-04-21 14:49
12-04-21 14:46
COLOFON Constructeur, mei 2021 61-ste jaargang nr. 2
REDACTIE-ADRES Postbus 58, 7400 AB Deventer
HOOFDREDACTEUR ing. R.Zander | t 06 22 20 80 34 r.zander@mybusinessmedia.nl
REDACTIE
Maartje Henket | t 0570 50 43 02 m.henket@mybusinessmedia.nl Liam van Koert | t 06 17 58 82 65 l.vankoert@mybusinessmedia.nl
UITGEVER Arjan Stoeten a.stoeten@mybusinessmedia.nl VASTE MEDEWERKERS Hans van Eerden, Leo de Ridder,
Henk Jan Pels, Ad Spijkers, Marjolein de Wit-Blok.
UITGAVE van MYbusinessmedia Holding bv Postbus 58 7400 AB Deventer www.mybusinessmedia.nl
ADVERTENTIE-AFDELING
D. Wielheesen | t (06) 53 69 24 61 d.wielheesen@mybusinessmedia.nl of verkoop binnendienst | t (0570) 50 43 45 | (0570) 50 43 43 orders.engineering@mybusinessmedia.nl
ADVERTENTIEPLAATSINGEN worden
uitgevoerd overeenkomstig de ‘Regelen voor het advertentiewezen 1990’.
ABONNEMENTEN
Voor vragen over abonnementen, bezorging en of adreswijzigingen kunt u bellen met (0570) 50 43 25, mailen naar klantenservice@mybusinessmedia.nl of schrijven naar MYbusinessmedia Holding bv | Constructeur | Postbus 58 | 7400 AB Deventer
ABONNEMENTSTARIEVEN
Jaarabonnement Nederland € 242,50* Jaarabonnement buitenland € 280,50* Studenten € 50,00 per jaar *Prijzen zijn excl. 9% BTW | Jaarabonnement geldt tot wederopzegging. Beëindiging van het abonnement kan schriftelijk , per e-mail of telefonisch geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.
REPRODUCTIE
Overname van artikelen, tekeningen en foto’s uit Constructeur is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de uitgever.
©MYBUSINESSMEDIA 2021
VOORWOORD
Smiley Ik ben niet zo actief op LinkedIn, maar af en toe wil ik wel eens een berichtje delen of klikken op een pictogrammetje, om mijn waardering voor een opmerking, aankondiging, reactie of filmpje te tonen. Ik meld zelf ook nog wel eens wat. Meestal in de aanloop naar een evenement van onszelf. Om mensen in mijn kringetje er nog eens op te attenderen. En in de hoop dat het via via ook verder komt en meer mensen weet hebben van bijvoorbeeld het Safety Event. En voor wie het nog niet weet: het is weer verplaatst. Nu naar 17 november 2021. De reden laat zich raden. Nu probeer ik het altijd wel een beetje zakelijk te houden. Dat was toch ooit de bedoeling, maar is denk ik niet meer zo. Ik kwam namelijk langs een berichtje van Wybren van Haga die iets riep over het coronabeleid of iets aanverwants. Ik kan het niet terugvinden. Ik weet niet hoe. Waarom ik het heb gelezen ook niet. Maar goed. Mijn reactie was dat LinkedIn toch iets met beroepsmatig netwerken was – ooit dan toch – en zijn bericht er daarom niet op thuishoorde. Iemand reageerde met de mededeling dat Wybren nu eenmaal beroepsmatig dingen riep. Die was te verwachten. De reactie van een ander dat vakbladen vroeger ook vakredacteuren hadden die vakinformatie brachten en geen verkapt propagandamateriaal van leveranciers, dan weer niet. Dus ik moest eigenlijk niet zeuren. Ik ken hem, hij mij, en daarom reageerde ik weer dat ik dit daarom niet deed op LinkedIn. ‘Smiley’ erachter en klaar. Dacht ik. Want hij mailde mij later dat zijn opmerking niet persoonlijk bedoeld was. Nu had ik het ook niet persoonlijk opgevat. Nou ja, we jennen elkaar glimlachend wel eens in het echte leven en zo had ik dit ook opgevat. Maar hij heeft natuurlijk wel een punt. Niet alles wordt meer gewikt en gewogen door vakredacties. Hoe het zover is gekomen? Samenvattend: geld. Degenen die de vakinformatie nuttig gebruiken, zijn niet degenen die over het afdelingsbudget gaan. En als de boekhouder de 'profit & loss’-sheet nog wat florissanter kan maken door een abonnementje op te zeggen en tegen de chef zegt dat het aantal fte's dan onveranderd blijft. En zo druppelt dat dan uiteindelijk door tot op vakredacties, die wel fte's hebben zien gaan. Die chef ook. Bij de volgende ronde. Als fte zzp wordt. Nee, daar wordt het goedkoper van. Natuurlijk, ik overdrijf. Vakbladen? Iedereen kijkt alleen nog filmpjes en haalt zijn vakinformatie van internet. Kan. Zeker nu Constructeur daar ook alweer een tijdje op te vinden is. Via issuu.com/online-mbm. Tot we allemaal ingeënt zijn. En niet via LinkedIn. Smiley.
‘Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt uitdrukkelijk voorbehouden’.
VORMGEVING bureau OMA, Doetinchem DRUK Drukkerij Roelofs, Enschede ISSN 0010-6658
ROBIN ZANDER hoofdredacteur constructeur
R.ZANDER@MYBUSINESSMEDIA.NL
c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Voorwoord_Colofon.indd 3
3
22/04/2021 09:06
INHOUD
mei
18 PRODUCTIETECHNIEK Gieten van metalen
Voor het maken van complex gevormde metalen onderdelen is het gieten, dat meerdere millennia teruggaat, nog steeds één van de efficiëntste oplossingen. Met een verbluffend bereik: van gietstukken van nog geen gram tot honderden tonnen. (Foto: DAF Trucks N.V.)
12
25
CAE Predictive Maintenance en de Digital Twin
Hoe train je een Machine-Learining algoritme als je de sensorgegevens voor de foutcondities niet rechtstreeks uit de productomgeving kan halen? Een Digital Twin voor het genereren van de sensordata voor de verschillende foutcondities kan een oplossing zijn.
INDUSTRIEEL ONTWERP Product
36
Elke editie in Constructeur: Product. Dit katern behandelt als opvolger van het magazine Product de nieuwste ontwikkelingen in de wereld van de industriële productontwikkeling op het gebied van technologie, materialen, vormgeving en ontwerp.
ONTWERPEN EN CONSTRUEREN Boek over Van der Hoek
Vorig najaar verscheen een boek over het leven en werken van de begin 2019 overleden Wim van der Hoek, de nestor van het precisie-mechanisch construeren in Nederland. “De invloed van Wim gaat vooral via de vele mensen die hij heeft onderwezen, begeleid of anderszins geïnspireerd.”
4
CST_Inhoud.indd 4
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 15:53
29 PLM Cloud, PLM, SaaS en PAL-V
Door de snelle groei van PAL-V en de behoefte aan strikte ‘data-compliance’, zocht PAL-V, voor de ontwikkeling en productie van hun vliegende auto naar software voor product lifecycle management. De keuze viel op Windchill SaaS en PTC Cloud die op hun productontwikkelingsbehoeften aansloten. Windchill SaaS fungeert hierbij als ‘single source of truth’.
EN VERDER 06
KORT NIEUWS
10
FORMULA STUDENT TEAM DELFT ‘20 procent meer downforce’
16
AANDRIJVEN EN BESTUREN Alle vezels
22
PRODUCTIETECHNIEK ‘Atomen in één keer goed leggen’
40
PRODUCTIETECHNIEK Eerst de software, dan de machine
Onlangs voegde precisieverspaner Draline een Matec 30 HV bedfreesbank toe aan het machinepark. Dankzij eerdere investeringen in ERP- en CAM-software kon de nieuwe aanwinst vanaf de eerste order volledig aan de slag. En MBD? Hoe staat het daar mee in Nederweert?
32
OPINIE Heeft SaaS het kantelpunt bereikt?
34
COLUMN PELS PLM en de supply chain
43
PRODUCTIETECHNIEK 247TailorSteel en Sophia
45
ONTWERPEN EN CONSTRUEREN Vierkante engineering
47
PRODUCTNIEUWS
Op de cover:
Safety met radartechnologie beveiligt bij Eurochem de overslag en verlading van kunstmeststoffen. Meer op pagina 8. constructeur 02 - 2021
CST_Inhoud.indd 5
5
21/04/2021 15:53
KORT
Nieuws WINDTURBINES VEILIGER, SNELLER EN VERDER OP ZEE INSTALLEREN Seaqualize ontvangt een investering van 350.000 euro van investeringsfonds UNIIQ en de Rabobank voor de ontwikkeling van de Delta600p. Dit ‘active heave compensation'-gereedschap dempt de beweging van de last die in de haak van een deinend schip hangt. Zo is de installatie van windturbines op zee minder weersafhankelijk en wordt het werk in zijn geheel veiliger. Met de investering kan het bedrijf de tool gereedmaken voor de eerste praktijktesten. Seaqualize bouwt daarmee naar eigen zeggen 's werelds eerste actieve deiningscompensator voor 600 t die flexibel in een kraan-
haak te hangen is. De Delta600 wordt aan de kraanhaak bevestigd en door aangepaste veertechniek op een slimme manier in te zetten, is het gereedschap in staat beweging te neutraliseren met minimaal gebruik van energie. Zo kan een delicate last vanaf een drijvend schip heel voorzichtig en gecontroleerd op bijvoorbeeld een platform worden neergezet, of opgepakt worden vanaf een bevoorradingsschip. Die controle over de last kan ervoor zorgen dat het aantal dagen waarop geïnstalleerd kan worden met 20 tot soms wel 50 procent toeneemt. Dat levert tijdswinst op bij het aanleggen van een windpark en daarmee ook een kostenbesparing voor de uitvoerder en andere partijen in de keten. Daarbij is deze aanvullende controle over de last een belangrijke stap in het toewerken naar het veilig drijvend installeren van windturbines. Bovendien kan dit dan ook in dieper water omdat je niet aan de maximale waterdiepte van een 'jack-up’ vastzit. WWW.SE AQUALIZE.COM
VAKKANJER-CHALLENGE: IN HET LICHT VAN VINCENT Vanaf groep 7 van het primair onderwijs, de brugklas van het voortgezet onderwijs (vmbo, havo en vwo) tot en met het laatste jaar van het vmbo gaan leerlingen uit heel Nederland komend schooljaar aan de slag met een bijzondere opdracht vanuit het Van Gogh Museum en ASML. De challenge ‘In het licht van Vincent’ daagt hen uit op zoek te gaan naar nieuwe manieren om de kunstwerken te behouden voor de toekomst. En om de verhalen van Vincent en de beleving van zijn schilderijen nieuwe dimensies te geven. Dat doen ze als deelnemer aan Vakkanjers, een programma waarin leerlingen hun vakmanschap ontdekken en ontwikkelen. Het Van Gogh Museum en ASML, hun Partner in Science , onderzoeken samen de invloed van licht op de verf die Van Gogh gebruikte. Ze zoeken naar betere manieren om de kunstwerken te behouden voor de toekomst. De Vakkanjers gaan hierbij helpen in uiteenlopende technische challenges. Wie kinderen heeft in de beoogde doelgroep: WWW.VAKK ANJERS.NL
6
CST_kortnieuws.indd 6
F OTO : TO ME K DE R S U A A R O N
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 15:55
1008 MARKTRIJPE MILIEU-OPLOSSINGEN Een waterpomp die geen elektriciteit nodig heeft of een technologie om snel en goedkoop lithium te winnen. Twee voorbeelden uit de 1008 marktrijpe milieu-oplossingen die Bertrand Piccard en zijn Solar Impulse Foundation op een rijtje hebben gezet. De technologieën, producten, processen of diensten zijn afkomstig van zowel start-ups als grote bedrijven en hebben volgens de organisatie allemaal één ding gemeen: ze komen zowel het milieu als de economie ten goede. Elke kandidaat heeft een beoordelingsproces doorlopen, uitgevoerd door onafhankelijke experts, voordat het Solar Impulse Efficient Solution-label is verstrekt. De 1000+ oplossingen zijn al voor het publiek beschikbaar op de website van de Foundation. Deze zomer organiseert de stichting de oplossingen in een gids die het makkelijker maakt om concrete oplossingen te vinden en te implementeren. Met deze tool kan iedereen met drie klikken oplossingen vinden voor problemen in specifieke geografische, industriële of financiële omgevingen. Om te bewijzen dat het oplossen van milieuproblemen economisch concurrerend is, zal de stichting verschillende overheidsinstanties een ‘cleanprint’ bezorgen: een rapport met een duidelijk en concreet pad voor overheden en bedrijven om hun klimaatdoelen te bereiken in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs door gebruik te maken van de geïdentificeerde oplossingen.
GOEDKOOPSTE PROTOTYPE RENAULT De E-Tech-hybridemotor van Renault is op een ongewone en tegelijk zeer inspirerende manier uitgevonden en ontwikkeld. Maker Nicolas Fremau, expert in hybridearchitectuur bij Renault nam de elektromotor als hoofdmotor, maar welke transmissie wordt er dan tussen deze motor en de verbrandingsmotor gebruikt? Hij bedenkt om het eenvoudig, compact en licht te houden, een radicale oplossing: geen koppeling en zelfs geen synchronisators. De technologie die dat mogelijk maakt, een klauwkoppeling, wordt met name in de autosport gebruikt. “Toen ik thuis zag hoe mijn zoon met kleine tandwielen van LEGO Technic speelde, dacht ik; uiteindelijk is dat niet zo verschillend van wat ik zou willen doen’. Dus kocht ik stuk voor stuk de dozen die me interesseerden om alle montage-elementen te hebben ” Nicolas Fremau gebruikte zijn kerstvakantie dan ook om een model te maken van de innovatieve transmissie met drie overbrengingen die hij eerst op papier had bedacht. “Ik kwam op het idee om dat eerst te doen; zo kon ik mezelf helpen te begrijpen wat er moest gebeuren. Na een twintigtal uren ‘werk’ onder het ietwat verbaasde oog van mijn zoon was het model klaar.” Nicolas Fremau kon nu de verschillende werkingsmodi tussen de motoren ‘live’ testen en ontdekte dingen waaraan hij bij zijn voorafgaande theoretische analyse niet had gedacht. Dat versterkte zijn overtuiging dat hij op de goede weg was met dit prototype ongetwijfeld het goedkoopste uit de geschiedenis van Renault.
SOL ARIMPULSE.COM/EFFICIENT-SOLUTIONS
QUANTUM INTERNET BEGINT IN DELFT Een team van onderzoekers van QuTech in Delft heeft het eerste quantumnetwerk gebouwd dat drie quantumprocessors met elkaar verbindt. Bovendien hebben ze in een proof-of-principle demonstratie twee essentiële quantumnetwerk-protocollen uitgevoerd. Hun resultaten zijn een belangrijke stap op weg naar het toekomstige quantum internet en zijn nu gepubliceerd in Science. Verstrengeling is een fenomeen dat zich op de kwantumschaal voordoet en waarmee deeltjes op een fundamentele manier met elkaar verbonden zijn, over kleine en grote afstanden. Het geeft quantumcomputers hun ongekende rekenkracht en is het fundamentele bestanddeel voor het delen van quantum-informatie over het toekomstige quantum internet. Met het realiseren van hun quantumnetwerk in het lab is het team van QuTech – een samenwerking tussen Technische Universiteit Delft en TNO – er als eerste in geslaagd om twee quantumprocessors via een tussenliggend knooppunt met elkaar te verbinden, en tevens om gedeelde verstrengeling tot stand te brengen over meerdere onafhankelijke quantumprocessoren. Onderzoekers overal ter wereld werken aan de eerste implementaties van het quantum internet – een netwerk dat quantumapparaten, zoals
Co-auteurs Matteo Pompili (links) en Sophie Hermans (rechts), promovendi in de groep van Ronald Hanson, bij een van de quantumnetwerkknooppunten. (Foto: Marieke de Lorijn voor QuTech)
quantumcomputers en sensoren, met elkaar verbindt. “Een quantum internet maakt een scala aan nieuwe toepassingen mogelijk, van onkraakbare communicatie en cloud computing met volledige privacy van gebruikers tot uiterst nauwkeurige tijdregistratie”, zegt Matteo Pompili, promovendus en lid van het onderzoeksteam. “En waarschijnlijk zijn er legio toepassingen die we nu nog niet voorzien, net als met het Internet veertig jaar geleden.” QUTECH.NL
VOOR VEILIGHEIDSKOPPELINGEN GA JE NAAR GRONEMAN B E ZO E K O N S O P G R O N E M A N . N L c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_kortnieuws.indd 7
EAS - Bescherming van uw machine - Spelingsvrije overdracht van het vermogen - Hoge herhaalnauwkeurigheid
AANDRIJFTECHNIEK 7
21/04/2021 15:55
Peter Vermaete (Asset & Production Manager) en Jorn Verstraeten (E&I Coördinator) van EuroChem voor de installatie
Zonebewaking met Pilz radarsysteem combineert ergonomie met veiligheid bij EuroChem
Pilz faciliteert
Bij EuroChem in Antwerpen vormt een reusachtige transportband met meerdere afstortpunten de centrale hub voor de opslag en verlading van kunstmeststoffen. Een nieuw safety-concept op basis van radartechnologie beveiligt de installatie met een minimale impact op de manier van werken.
Een lampentoorts geeft een waarschuwing bij het betreden van de zone die door het Pilz radarsysteem bewaakt wordt.
Techvertorial pilz.indd 8
EuroChem is een toonaangevende naam in de wereld van kunstmeststoffen met een belangrijke productievestiging in Antwerpen. De site werd in 1964 door BASF gebouwd en maakt sinds 2012 deel uit van de EuroChem groep. In Antwerpen worden de kunstmeststoffen geproduceerd in een continu vaste stof proces en in bulk uitgeleverd per schip, per spoor en in vrachtwagens. Een netwerk van transportbanden en elevatoren op de site zorgt voor het transport van producten van en naar silo’s, weeginstallaties en verlaadpunten. Centraal in dat netwerk is er een grote transportband die dienst doet als een sorteersysteem om producten naar de juiste bestemming te leiden. “Om producten uit te storten maken we gebruik van een wagen, waar de transportband doorheen loopt, die op rails staat en naar de verschillende posities gebracht kan worden”, zegt Peter Vermaete, Asset & Production Manager bij EuroChem. “Om de ergonomie en de veiligheid te verbeteren, hebben we de bediening van de installatie recent gemoderniseerd. Daarbij werd ingezet op automatisering en hebben we gezocht naar
21/04/2021 15:57
Ieder afstortpunt beschikt over een controller die de signalen van de sensoren interpreteert en waarin de waarschuwings- en gevarenzones geconfigureerd worden.
Pilz radarsensoren detecteren de geringste beweging in de bewaakte zone, maar zijn ongevoelig voor het stof.
oplossingen die de impact op de manier van werken minimaal houden.”
langs de transportband telkens zes radarsensoren geplaatst die de omgeving bewaken. Ieder afstortpunt beschikt over een eigen controller die de signalen van de sensoren interpreteert en waarin de waarschuwingsen gevarenzones geconfigureerd worden. De PSS 4000 veiligheids-PLC van Pilz verzamelt de status van iedere controller, van de noodstopknoppen en de trekkoordschakelaars die het veiligheidsconcept vervolledigen. Peter Vermaete: “Er zijn wel enkele aanpassingen nodig geweest om de radarsensoren zo op te stellen dat het volledige gebied rond een afstortpunt afgedekt wordt zonder dat de beweging van de transportband zelf gedetecteerd wordt. Maar nu dat gelukt is, hebben we een performante oplossing die mensen in staat stelt om rond de installatie te werken zonder dat zich onveilige situaties kunnen voordoen. Een lampentoorts informeert medewerkers over de status van het systeem. Als ze dichterbij het gevaar komen, gaat er eerst een oranje lamp branden ter waarschuwing. Indien een medewerker de gevarenzone betreedt, geeft een rode lamp aan dat de PSS4000 PLC de installatie heeft veiliggesteld.”
Stoffige omgeving bewaken Een van de cruciale elementen hierin is dat de behandeling van de meststoffen een stoffige omgeving creëert waardoor de installatie regelmatig gereinigd moet worden. Dat betekent dat medewerkers een vlotte toegang moeten hebben tot de zone waarin de machine zich bevindt. Tegelijk is er voldoende afscherming nodig, want de bandwagen is een zware installatie die tijdens het bewegen onvermijdelijk veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. In het nieuwe LBK-systeem van Pilz vond EuroChem de ideale oplossing om beide doelstellingen waar te maken. Het systeem maakt gebruik van radarsensoren die elke beweging rondom de installatie detecteren. Het systeem is inzetbaar tot PL d en categorie 2 en kan qua veiligheidsconcept beschouwd worden als een alternatief voor laser scanners. Het grote voordeel in deze toepassing is dat de radargolven, in tegenstelling tot laserstralen, geen hinder ondervinden van externe invloeden zoals stof, vuil, regen, licht, vonken of trillingen. “We hadden het systeem een eerste keer gezien bij Pilz op de Hannover Messe”, zegt Jorn Verstraeten die bij EuroChem verantwoordelijk is voor de afdeling E&I van het maintenance departement. “Dat was de aanleiding om dit project verder met hen te bespreken. Pilz heeft uiteindelijk voor ons de risicoanalyse uitgevoerd, het safety concept ontwikkeld en de implementatie voor zijn rekening genomen.” Configuratie van veiligheidszones Concreet werden aan elk van de zes afstortpunten
Techvertorial pilz.indd 9
Vergelijking met alternatieven Voor het project heeft Pilz Services ook een aantal alternatieve veiligheidsconcepten voorgesteld, maar de radar bleek toch de beste oplossing. Een fysieke afscherming zou een te grote impact hebben op de manier van werken. Laserscanners zouden vaak onnodig uitschakelen omwille van de stoffige omgeving. Ook het gebruik van drukmatten werd overwogen, maar daarvoor was de installatie te omvangrijk en zou ook een grote impact gehad hebben op de manier van werken.
“Een bijkomend voordeel van de radarsensoren is dat ze detecteren wanneer de positie van de sensor zelf wijzigt, wanneer deze moedwillig of per ongeluk bijvoorbeeld tijdens reinigingswerken verduwd wordt”, zegt Geert Caberg, sales engineer bij Pilz. “Op die manier kan manipulatie tegengegaan worden. En de controller beschikt ook over blanking-functionaliteit die detecteert of een sensor ‘verblind’ wordt door bijvoorbeeld een object dat voor een sensor geplaatst wordt.” “Pilz was al langer een leverancier van componenten maar op de consulting- en engineeringdiensten hadden we voordien nog geen beroep gedaan”, zegt Peter Vermaete. “In dit project zijn ze een grote hulp geweest, niet alleen om het concept uit te werken en te valideren, maar ook om de sensoren ter plaatse juist af te stellen. Het gebruik van radarsensoren is een relatief nieuw concept in safety dat voor moeilijke productieomgevingen zoals hier, een performante oplossing mogelijk maakt.”
Pilz Belgium Press and Public Relations Karry Van Looy +32 9 321 75 70 - karry.vanlooy@pilz.be www.pilz.be
21/04/2021 15:57
FORMULA STUDENT TEAM DELFT
‘20 procent meer downforce’ DUT21-TEAM VERBETERT AERODYNAMICA EN MOTORCONTROLLERS Komende zomer verwacht het Formula Student Team Delft (FSTD) voor de twintigste keer deel te nemen aan de internationale Formula Student (FS) competities. Vorig jaar is de DUT20 wel ontworpen, maar zijn alle races afgelast vanwege de COVID-19 reisbeperkingen en -risico’s. Dit jaar ligt de focus weer op het optimaliseren van de aerodynamica omdat simulaties aantonen dat daarmee de grootste winst te behalen is.
Dit jaar zijn de Formula Student-competitieregels ongewijzigd ten opzichte van 2020. Dat stelt de teams in staat om met meer kennis en inzichten hun vorig jaar ontworpen raceauto te verbeteren en te hergebruiken. Voor het tot de wereldtop behorende team van de TU Delft levert dat natuurlijk niet de gewenste leerervaringen op. “Wij benutten de vorig jaar opgedane ontwerp- en engineeringkennis om dit
jaar een betere raceauto te maken”, zegt teammanager Jasper Hagesteijn. “De grootste uitdagingen daarvoor lagen echter niet op het technische maar op het organisatorische vlak. Wij zijn dit studiejaar gestart met zo’n 70 studenten, waarvan 20 fulltime en 50 parttime. Na de ontwerp- en engineeringfase zijn er ongeveer 60 overgebleven. Voor het succes van een studententeam is het belangrijk zo snel mogelijk vrien-
den te worden en elkaars passie te delen om voor de winst te gaan. Dat heb je nodig bij tegenvallers en als de druk toeneemt om oplossingen te bedenken en uit te werken. Door COVID-19 was het dit jaar uitdagender dan ooit tevo-
'DIT JAAR UITDAGENDER DAN OOIT TEVOREN’
‘ONDANKS ALLE CORONABEPERKINGEN MULTIDISCIPLINAIR’
Alle studenten van FSTD ontwikkelen hun racewagens al sinds 2004 met de Dassault Systèmes’ Catia- en Simulia-applicaties, de laatste jaren via het 3DExperience-platform. De cloudgebaseerde omgeving heeft er tijdens de coronacrisis aan bijgedragen dat iedereen zowel in de nieuwe hal als vanuit huis met elkaar kon samenwerken en informatie delen. Het innovatieplatform bevat applicaties voor ontwerpen, engineeren, simuleren, testen en productievoorbereiding, vanaf de eerste conceptideeën tot het maken van de benodigde productietekeningen. Ook verkorten de geïntegreerde applicaties de totale ontwikkeltijd, omdat iteraties in een kortere tijd zijn uit te voeren. “Dankzij de ondersteuning van Dassault Systèmes beschikken wij over de meest geavanceerde applicaties om onze raceauto te kunnen blijven verbeteren en ondanks alle coronabeperkingen multidisciplinair met elkaar samen te werken en informatie te delen”, concludeert Hagesteijn.
10
CST_Art06_0002.indd 10
ren om met een combinatie van fysieke en virtuele activiteiten aan de benodigde teamspirit en motivatie te werken.” Ingrijpende veranderingen COVID-19 heeft voor het DUT21team niet alleen de teambuildingactiviteiten beperkt, maar ook de toegang tot alle beschikbare werkruimtes en apparatuur. “Onze decennialang gebruikte Dreamhall behoort tot de TUDelft-faciliteiten en is sinds vorig jaar amper toegankelijk”, vervolgt Hagesteijn. constructeur 02 - 2021
21/04/2021 15:59
ningen. Bottom-line leveren alle verbeteringen 20 procent meer downforce op. Net als voorgaande jaren ontwerpen en simuleren wij met de Catia- en Simulia-applicaties van Dassault Systèmes via het 3DExperience-platform. Het feit dat dit platform ook vanuit huis te gebruiken is en alle applicaties naadloos zijn geïntegreerd is voor ons team een belangrijk voordeel.”
Dankzij alle aerodynamische verbeteringen is de downforce in de DUT21 met 20 procent verbeterd.
“Daarom zijn wij met een aantal collega-teams tijdelijk verhuisd naar een oude fabriekshal aan de Schieweg in Delft, die echter nog helemaal moest worden ingericht. Verder heeft corona natuurlijk ook z’n invloed op de ondersteuning door externe partners. Een andere ingrijpende verandering is het feit dat er maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is voor de verschillende races. Daarom hebben wij in een voorselectie deelgenomen aan vijf quizzen en bekwaamheidstoetsen, die ons team allemaal met vlag en wimpel hebben doorstaan. Momenteel wordt er keihard gewerkt om de DUT21 medio juni deze fabriekshal uit te kunnen rijden en tijdens de zomermaanden voor de winst te gaan tijdens de races in Nederland, Oostenrijk en Duitsland.” Focus op aerodynamica Zoals in voorgaande jaren probeert het Formula Student Team Delft zich te onderscheiden met ontwerpoptimalisaties en andere innovaties. “Bij de DUT21 ligt onze focus op de aerodynamica, omdat uit simulaties is gebleken dat daarmee het meeste voordeel te c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art06_0002.indd 11
behalen is”, vertelt chief engineer Menno van Laarhoven. “Dit betekent concreet dat wij een smallere cockpit hebben ontworpen met een meer gekromde vormgeving, die dankzij het gebruik van een flexcore met carbon de luchtstroming rondom onze auto beter geleidt. Verder zijn meerdere onderdelen slimmer en lichter ontworpen, vanuit de filosofie wat er nodig is voor de betreffende functie van het betreffende onderdeel, zoals beugels en ondersteu-
Verbeterde motorcontrollers Een andere innovatie in de DUT21 zijn verbeterde motorcontrollers voor het aansturen van de vier wielen. “Dit jaar hebben wij besloten de tot nu toe ingekochte motorcontrollers zelf te ontwikkelen”, zegt van Laarhoven. “Dat kost weliswaar extra ontwerp- en engineeringuren in een jaar dat de tijdsdruk al hoger is dan gebruikelijk, maar levert ook onderscheidende voordelen op. Het is namelijk gelukt om de motorcontrollers zowel elektrisch efficiënter als lichter te maken. De investering in deze verbetering is tevens waardevol voor toekomstige teams. Vanaf 2022 is er de mogelijkheid om met één auto aan zowel de elektrische of combustion-klasse en de driverless-klasse deel te nemen.” Vorig jaar is er door het FSTD al een autonoom rijdende DUT20D ontworpen, die na de geannuleerde races echter niet is geproduceerd. Het volgende team kan de daarvan geleerde lessen en ervaringen met de nu verbeterde motorcontrollers komend najaar benutten voor de DUT22. WWW.FSTEAMDELFT.NL
Dit jaar zijn voor het eerst de motorcontrollers voor het aansturen van de vier wielen een geheel eigen ontwikkeling.
11
21/04/2021 15:59
COMPUTER AIDED ENGINEERING
Voorspellend onderhoud MET EEN MODEL ALS ‘DIGITAL TWIN’
Als industriële apparatuur kapot gaat, dan zijn de kosten veelal niet die van het vervangen van de apparatuur maar die van de niet-geplande stilstand. Een stilstaande productielijn kan duizenden euros per minuut kosten. Periodiek onderhoud kan niet-geplande stilstand helpen voorkomen maar geeft geen garantie dat de apparatuur niet uitvalt. Wat als de machine zelf zou kunnen aangeven dat een van de onderdelen ervan het binnenkort kan begeven? Wat als de machine zelfs zou kunnen zeggen welk onderdeel moet worden vervangen? Niet-geplande stilstand zou drastisch worden teruggebracht en planmatig onderhoud alleen worden uitgevoerd als dat nodig is – en niet met vaste intervallen. Dat is het doel van predictief onderhoud: stilstand voorkomen door sensorgegevens te gebruiken om te voorspellen wanneer onderhoud nodig is. ST E V E M I L L E R , T E C HN I C A L M A R K E T I N G, M AT H WO R KS
Een algoritme voor voorspellend onderhoud (Predictive Maintenance) is gebaseerd op sensorgegevens. Die kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om een classificatie-algoritme te trainen om defecten te detecteren. Uit de sensorgegevens worden in een voorbewerkingsstap voorspellende kenmerken gehaald, waarmee dan vervolgens een Machine Learning-algoritme kan worden getraind dat kan voorspellen wanneer een defect zal gaan optreden en het dus mogelijk maakt om op tijd onderhoud te plegen. Dit algoritme kan voor verificatie naar simulatiesoftware zoals Simulink worden geëx-
porteerd en als alles goed blijkt te werken, kan het van daaruit ook automatisch worden omgezet naar geschikte code voor de besturingseenheid van de machine. Digitale representatie Dit klinkt mooi maar het is niet altijd mogelijk om in een productieomgeving de typerende gegevens voor specifieke foutcondities uit de apparatuur te verkrijgen die nodig zijn om een betrouwbaar voorspellend algoritme te trainen. Als we in een productieomgeving fouten laten gebeuren, dan kan dit tot kostbare Afbeelding 2 Schematische afbeelding van een drieplunjerpomp en zijn debiet.
12
CST_Art02.indd 12
defecten leiden en kan de apparatuur zwaar beschadigd raken. Zelfs onder gecontroleerde omstandigheden kan het lang duren, duur zijn of zelfs onmogelijk zijn om sommige fouten met opzet te laten optreden. Een oplossing hiervoor is om een digitale representatie van de apparatuur te maken en via simulatie sensorgegevens voor verschillende foutcondities te genereren. De ontwikkelaar kan met deze aanpak alle voor het trainen van het predictief-onderhoud -algoritme noodzakelijke sensorgegevens genereren, inclusief tests met alle mogelijke combinaties van meer en minder ernstige fouten. Drieplunjerpomp In dit artikel wordt deze werkwijze geïllustreerd met het ontwerp van een voorspellend onderhoudsalgoritme voor een drieplunjerpomp. Dit wordt gedaan met behulp van Matlab, Simulink en Simscape (afbeelding 1). Het model voor de pomp is in Simscape geconstrueerd en getuned naar daadwerkelijke meetgegeconstructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:12
Afbeelding 1 Workflow voor voorspellend onderhoud.
vens van de pomp, zodat het als ’digitale tweeling’ (digital twin) kan fungeren. Met Machine Learning wordt dan het voorspellend algoritme gebouwd. Het algoritme heeft alleen de uitlaatdruk van de pomp nodig om te herkennen welke onderdelen of combinaties daarvan binnenkort defect raken.
als ‘liggend tussen twee waarden’ gespecificeerd. In dit voorbeeld hebben we de boven- en onderdruk nodig, waarbij de drie terugslagkleppen naar de uitlaat open en dicht gaan. We hebben geen exacte waarden hiervoor omdat ze onder andere. afhankelijk zijn van de temperatuur van de verpompte vloeistof.
Het fysisch model bouwen Een drieplunjerpomp heeft drie door een krukas aangedreven plunjers (afbeelding 2). De plunjers zijn zo gemonteerd dat ze de persslag van elkaar overnemen. Dit zorgt voor een soepelere stroming, een constantere druk en daarmee minder belasting dan bij een pomp met maar één plunjer. Typische defecten van zo’n pomp zijn versleten krukaslagers, lekkende plunjerafdichting en geblokkeerde inlaten. In dit geval hebben we van de fabrikant een CAD-model van deze pomp gekregen. Dit kan in Simulink worden geïmporteerd en gebruikt om een mechanisch model van de pomp te bouwen voor 3D-multibody-simulatie. Om het dynamisch gedrag van het systeem te modelleren, moet de pomp vervolgens met hydraulische en elektrische elementen worden aangevuld. Enkele van de parameters die nodig zijn om het fysisch model te maken, zoals boring, slag en asdiameter, zijn in de datasheet van de fabrikant te vinden maar andere kunnen ontbreken of zijn alleen
Optimalisatie De grafiek in afbeelding 3 laat zien dat het simuleren van de pomp met ruwe schattingen (blauwe lijn) niet voldoende bij de feitelijke gegevens (zwarte lijn) aansluit. De blauwe lijn lijkt enigszins op de gemeten curve maar er zijn duidelijk grote verschillen. We gebruiken Simulink Design Optimization om de parameterwaarden automatisch in te stellen, zodat het model resultaten genereert die met de metingen overeenkomen. Dit is een aanpak waarbij de struc-
c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art02.indd 13
tuur van het fysisch model met echte metingen aan een daadwerkelijke pomp wordt gecombineerd om tot een digital twin te komen. De voor optimalisatie geselecteerde parameters komen uit het Simscape-blok ‘Check Valve Outlet’ (afbeelding 4). Simulink Design Optimization selecteert parameterwaarden, voert de simulatie uit en berekent het verschil tussen de gesimuleerde en gemeten curves. Op basis van dit resultaat worden nieuwe parameterwaarden geselecteerd en wordt een nieuwe simulatie uitgevoerd. De gradiënten van de parameterwaarden worden berekend om te bepalen in welke richting de parameter moet worden aangepast. In dit voorbeeld is al snel convergentie bereikt, omdat er maar twee parameters moeten worden afgeregeld. Bij complexere scenario’s met meer parameters kan dit lastiger zijn maar kunnen vaak meer geavanceerde optimalisatiemethoden en/of parallel computing mogelijkheden worden gebruikt om toch een acceptabele convergentiesnelheid te bereiken. Het voorspellend model bouwen Nu we een digitale tweeling van onze pomp hebben, is de volgende stap om het gedrag van defecte componenten aan het model toe te voegen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Sommige Simscape-blokken hebben keuzemenu’s voor typische defecten als kortsluiting of contactbreuk. Effecten als wrijving of fading kunnen eenvoudig worden gemodelleerd door parameterwaarden aan te passen. In dit voorbeeld wordt met drie typen defecten rekening gehouden: - extra wrijving door een versleten lager; - een kleinere doorgang door een geblokkeerde inlaat; - lekkage langs de plunjers. >
Afbeelding 3 Parameters schatten op basis van metingen.
13
21/04/2021 16:12
Afbeelding 4 Parameterwaarden in Simscape afregelen.
Voor de eerste twee defecten moeten de blokparameters worden aangepast. Om lekkage te modelleren moeten we een kortsluitleiding over de plunjers toevoegen. Zoals in afbeelding 5 is aangegeven, kunnen de gekozen defecten aan en uit worden gezet in de gebruikersinterface of met Matlab-commando’s. In het hier gepresenteerde model worden alle defecten met Matlab-commando’s bediend. Zo kan het hele proces door middel van scripts worden geautomatiseerd. Inlaat én afdichting In de pompsimulatie bovenin afbeelding 6 zijn twee defecten ingeschakeld: een geblokkeerde inlaat en een lekkende afdichting bij plunjer 3. Deze defecten worden met rode cirkels aangegeven. De grafiek in afbeelding 6 laat de simulatieresultaten zien voor de uitlaatdruk, zowel ruisvrij (blauw) als met ruis (geel). De ruis wordt toegevoegd om rekening te houden met niet gemodelleerde effecten zoals meetruis en het effect van kwantisatie. De door de simulatie gegenereerde gegevens zijn zo realistischer en daardoor beter geschikt om ons foutdetectie-algoritme te trainen. Het groene kader in afbeelding 6 geeft de normale variatie van de uitlaatdruk aan. Er zijn duidelijk pieken te zien die daarbuiten vallen en een of ander defect aangeven. Alleen al deze grafiek zou een technicus of operator kunnen vertellen dat er iets mis is met de pomp maar het is nog niet eenvoudig te bepalen wat het defect precies is. We gebruiken deze simulatie om drukmetingen voor de pomp te genereren onder alle mogelijke combinaties van defecten. Er zijn ongeveer 200 14
CST_Art02.indd 14
scenario’s gemaakt. Elk scenario moet talloze keren worden gesimuleerd om ook voldoende met de ruis rekening te houden. Omdat bij deze aanpak duizenden simulaties nodig zijn, willen we het generatieproces kunnen versnellen. Fast Restart Een veel gebruikte aanpak is om dan de simulaties te verrichten op een krachtige multi-core computer waarop meerdere simulaties in parallele threads kunnen draaien of ze te verdelen over meerdere van dat soort machines in een computercluster. Afhankelijk van de complexiteit van het probleem, tijdsdruk en beschikbare middelen kan daarvoor gebruik gemaakt worden van de Parallel Computing Toolbox en Matlab Parallel Server. Iets wat ook zonder parallellisering al werkt is om gebruik te maken van de functie Fast Restart in Simulink. Normaalgesproken doet Simulink een aantal initialisatiestappen voordat de eigenlijke simulatie kan starten. Deze kunnen bij complexere modellen ook behoorlijk tijdrovend zijn terwijl ze voor
de tweede en volgende simulatieruns niet strict noodzakelijk zijn. Met Fast Restart worden deze stappen overgeslagen, terwijl je toch verschillende scenario’s kunt simuleren. Verder kun je ook gebruikmaken van het opslaan van de precieze toestand van de simulatie, nadat het systeem zich heeft gestabiliseerd. Deze eerste fase hoeft dan maar één keer te worden gesimuleerd. Alle volgende simulaties kunnen dan vanaf dat punt worden begonnen. In het huidige voorbeeld is dit opstartgedrag ongeveer 70 procent van de voor één test benodigde simulatietijd (afbeelding 7). Dat betekent dus dat de simulatietijd op deze manier met circa tweederde kan worden ingekort. Hiermee is duidelijk dat Fast Restart uitermate geschikt is om het trainen verder te versnellen. ‘Machine learning’ De volgende stap is om de simulatieresultaten te gebruiken voor het maken van geschikte training data voor het machine-learning-algoritme. Predictive Maintenance Toolbox heeft hier verschillende opties voor. Omdat het gebruikte signaal periodiek is, lijkt Fast-Fourier-transformatie (FFT) het veelbelovendst. Zoals in afbeelding 8 te zien is, resulteert dit in een klein aantal duidelijk gescheiden pieken van verschillende amplitudes voor individuele defecten en voor combinaties van defecten. Een machine-learning-algoritme kan hier uitstekend mee overweg. De FFT-resultaten voor elk foutscenario worden in een tabel gezet met de actieve defecten plus de waargenomen frequenties en amplitudes. Dit heeft tot gevolg dat met maar een relatief klein aantal parameters rekening hoeft te worden gehouden. Nu alle gegevens beschikbaar zijn die nodig Afbeelding 5 Het modelleren van lekkage in de drieplunjerpomp. De parameters kunnen in het dialoogvenster van het pompblok (boven) of met een Matlab-commando (onder) worden gewijzigd.
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:12
Afbeelding 7 Fast Restart in Simulink gebruiken om de simulatietijd te verkorten. Afbeelding 6 Boven: Pompschema met geblokkeerde inlaat en lekkende afdichting. Onder: Grafiek van de uitlaatdruksimulatie (blauwe lijn) en met toegevoegde ruis (gele lijn).
zijn om het foutdetectie-algoritme te trainen, kunnen deze in de Statistics and Machine Learning Toolbox worden geïmporteerd. We houden een subset van de gegenereerde gegevens apart om het getrainde algoritme te verifiëren. We visualiseren de resultaten van het trainingsproces in de Statistics and Machine Learning Toolbox. Met deze visualisaties kunnen we de sterke en zwakke punten van verschillende algoritmes vergelijken en bepalen of extra training nodig is. We selecteren het getrainde algoritme dat de pompdefecten op basis van de gemeten gegevens met de grootste nauwkeurigheid kon bepalen. We importeren dat algoritme in het model om het te verifiëren met de voor dit doel apart gehouden zeven testcases (afbeelding 9). Het eindresultaat laat zien dat het classificatie-algoritme alle zeven scenario’s probleemloos kan detecteren. Het kan vervolgens in de besturingseenheid worden geïmplementeerd. Praktische workflow De hiermee geïllustreerde workflow kan daadwerkelijk worden toegepast op bijvoorbeeld industriële apparatuur die wereldwijd onder sterk uiteenlopende omgevingscondities wordt gebruikt. Zulke
apparatuur kan onderhevig zijn aan allerlei wijzigingen: er kan bijvoorbeeld een andere (plaatselijke) toeleverancier voor afdichtingen of kleppen worden gebruikt. Ook kan de pomp worden gebruikt met verschillende soorten vloeistoffen of in nieuwe gebieden met een heel ander klimaat. Al deze factoren zijn van invloed op de door de sensor gemeten druk en kunnen het foutdetectie-algoritme onbetrouwbaar of zelfs onbruikbaar maken. Het kan daarom van het grootste belang zijn om de algoritmen snel te kunnen aanpassen: bijvoorbeeld om de apparatuur in nieuwe markten te kunnen gebruiken. Daartoe kan de hier beschreven workflow met Matlab-scripts worden geautomatiseerd en grotendeels eenvoudig worden hergebruikt. De enige stap die moet worden herhaald in ons voorbeeld is het genereren van meetgegevens onder de gesimuleerde nieuwe gebruiksomstandigheden. Met de allernieuwste ontwikkelingen in smart connectivity wordt het voor machinefabrikanten zelfs mogelijk om apparatuur aan klanten te leveren met standaardinstellingen, dan op afstand gegevens te verzamelen onder de feitelijke omstandigheden ter plaatse, het foutdetectie-algoritme opnieuw te trainen en dan op afstand in de machine te implementeren. Dit maakt de weg vrij voor nieuwe mogelijkheden in klantondersteuning, zoals het opnieuw trainen van foutdetectie in apparatuur die al enige Afbeelding 9 Het nauwkeurigste model exporteren voor verificatie.
Afbeelding 8 Een Fast Fourier-transformatie gebruiken om gegevens voor training te extraheren.
tijd onder bijzondere omstandigheden gebruikt wordt. De inzichten die met talloze machines worden verkregen, zijn daarbij nuttig voor zowel klant als fabrikant. Samenvatting Predictief of voorspellend onderhoud helpt om precies te bepalen wanneer apparatuur onderhoud nodig heeft. Het vermindert stilstand en voorkomt defecte apparatuur doordat onderhoud op basis van de actuele behoefte kan worden ingepland in plaats van op vaste intervallen. Het is vaak te duur of zelfs onmogelijk om op de echte machine de omstandigheden voor defecten te creëren die nodig zijn om een algoritme voor predictief onderhoud te trainen. Een oplossing voor deze uitdaging is om meetgegevens van een werkende machine te gebruiken om daarmee een fysisch 3D-model te tunen en een digital twin te maken. Deze digitale tweeling kan dan worden gebruikt om een detectie-algoritme voor predictief onderhoud te ontwerpen dat in de besturingseenheid van de machine kan worden geïmplementeerd. Het proces kan worden geautomatiseerd, zodat het snel aan wisselende omstandigheden, te verwerken materialen en apparatuurconfiguraties kan worden aangepast. NL.MATHWORKS.COM
c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art02.indd 15
15
21/04/2021 16:12
AANDRIJVEN EN BESTUREN
Alle vezels DRAKA MODERNISEERT TESTINSTALLATIES GLASVEZEL
Een machine aanpassen die al decennia lang uitstekend functioneert: doen of niet? Bij Draka Comteq Fibre, onderdeel van kabelproducent Prysmian Group, kozen ze voor het eerste. De producent van duurzame kabeloplossingen wil namelijk ook in de toekomst kunnen vertrouwen op de acht screentester-installaties om glasvezel te testen. Automation-partner VHE Industrial Automation leverde een nieuw motion solution-systeem, met een aandrijflijn van Bosch Rexroth.
Draka gebruikt de screentesters dus om glasvezel te testen. De machines zijn 24/7 operationeel en verwerken om en nabij een miljoen kilometer glasvezel per jaar. Een cruciaal proces, waarbij de glasvezel op hoge snelheid wordt omgespoeld naar klantspecifieke trommels. Door een bepaalde kracht te zetten op de glasvezel, ontdekt Draka eventuele zwakke plekken in de glasvezel. “We hebben de installaties al sinds de jaren negentig in gebruik”, aldus Ralph van Lankveld, manager Equipment & Process Optimization. “Ze voldoen uitstekend, maar de motoren en motorbesturing zijn inmiddels end-of-life: niet meer leverbaar, en bovendien steeds minder goed herstelbaar. We wilden dus een alternatief op de plank om niet stil te vallen. Aangezien VHE destijds de software had geleverd en wij daar tot op de dag van vandaag tevreden over zijn, hebben we hun gevraagd om de upgrade te verzorgen.” ‘Ook qua veiligheid stappen gezet’ VHE Industrial Automation lost als totaalpartner in industriële automatisering, aandrijf- en besturingstechnische vraagstukken op voor machinebouwprojecten. Dat doen de ongeveer 200 medewerkers in Eindhoven (engineering en productie) en Veldhoven (LEAN-productie) voor de disciplines systeemarchitectuur, hardware en soft16
CST_Art04.indd 16
ware engineering, servo/motion, software/motion, panelenbouw en kabelassemblage. Het bedrijf heeft veel ervaring met motion solution-systemen voor zogenaamde roll-to-roll-applicaties. VHE-projectleider Teun Jaspers legt uit dat VHE voor de installaties van Draka heeft aangepast op het gebied van hardware-engineering en servo-aansturing. “Maar ook qua veiligheid hebben we stappen gezet. De screentesters zijn voortaan bijvoorbeeld allemaal voorzien van Safe Speed Monitoring.”
VHE software-/servo-engineer Leon Paridaans illustreert dat met een voorbeeld: “De operator zorgt handmatig voor het opleggen van nieuwe glasvezel of het plaatsen van nieuwe spoelen. Dat gebeurt terwijl de machine draait. Maar wel op aangepaste snelheid uiteraard: 30 meter in plaats van 2000 meter per minuut. Toch wil je zeker weten dat de situatie veilig is. De Safe Speed Monitoring zorgt daarvoor. Die bewaakt de snelheid en grijpt in als er een onregelmatigheid optreedt.” Van Lankveld vult aan: “Er hebben zich
Op het gebied van hardware-engineering en servo-aansturing zijn stappen gezet. Maar de screentesters zijn nu ook voorzien van Safe Speed Monitoring.
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:08
Draka controleert pakweg een miljoen kilometer glasvezel per jaar met hun screentesters.
nooit ongevallen of calamiteiten voorgedaan, maar de huidige tijd vraagt dat je veiligheidsborging ook aan de machinekant zeker stelt. Hierdoor weten onze operators dat ze zich in een veilige werksituatie bevinden.” Bijzonder 'probleem’ In de pre-engineeringsfase, waarin VHE inzicht creëerde in de technische uitdagingen, kondigde zich een bijzonder ‘probleem’ aan: de energie-efficiëntie van de nieuwe motoren. Paridaans: “Het was ons bekend dat de massatraagheid en -stijfheid kritisch waren voor enkele servo’s. Daardoor was de flensmaat niet meer courant en waren ook de massatraagheden van de motoren in verhouding gedaald. Om daarop in te spelen, kozen we voor een customized motor van Georgii Kobold, met aangepaste flens en encoder. Het resultaat: weinig mechanisch werk, een korte ombouwperiode en een perfecte combinatie van hoge stijfheid en goede massatraagheid.” ‘'Staan achter de oplossing’ VHE zocht vervolgens een aandrijflijn voor de Georgii Kobold-motoren. Bosch Rexroth bleek daarin eens te meer een betrouwbare partner, mede dankzij de ‘open standaard’-strategie. “Het is ons beleid om ook vreemd fabricaat zoveel mogelijk te ondersteunen”, vertelt Erik de Git, accountmanager en branc o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art04.indd 17
chemanager Factory Automation van Bosch Rexroth. “Daarom zetten we zetten onze core open, tot aan de processoren.” Dit tot tevredenheid van VHE, aldus Jaspers: “Bosch Rexroth is er niet uniek in, maar hun benadering is dat wel: ze staan volledig achter hun product, ook als dat wordt toegepast in systemen die niet van Bosch Rexroth zijn, zoals in dit geval de Georgii Kobold-motoren. Dat is een verschil met veel andere partijen.
‘WEER HELEMAAL KLAAR VOOR DE TOEKOMST’ Bosch Rexroth neemt zoveel mogelijk verantwoordelijkheid, test de combinatie uitvoering in de pre-engineering en staat vervolgens achter de totale, gecombineerde oplossing.” ‘Overzichtelijk en prima te onderhouden Jaspers vervolgt: “We hebben samen met Bosch Rexroth al veel projecten opgepakt, ze zijn bekend met onze systemen en met veel van onze klanten.
Sommigen maken al tientallen jaren vrijwel probleemloos gebruik van Bosch Rexroth-producten. Ook hun supportafdeling vind ik noemenswaardig: we hebben onze samenwerking tot in de fine-tuning van oplossingen geïntensiveerd. Verder is het feit dat ze alles onder één dak hebben een voordeel, zoals in dit geval safety, servo en motion control.” Paridaans: “Ook hun producten zijn hoogwaardig. Neem de servobesturing: zeer uitgebreid, met een scala aan mogelijkheden, maar toch overzichtelijk en prima te onderhouden. Bosch Rexroth is voor ons preferred supplier en een voorname solution provider.” ‘Zeer tevreden’ Na de upgrade beschikt Draka over een modern, betrouwbaar systeem. De eerste installatie is aangepast; de overige volgen snel. Van Lankveld: “Dankzij de upgrade hebben we nu een machinelijn die weer helemaal klaar is voor de toekomst. Ook hopen we ons screenproces verder te optimaliseren, zowel op het gebied van procesvoering als op het gebied van onderhoud. Denk aan betere probleemanalyse of vroegtijdige signalering van slijtage. Al met al zijn we zeer tevreden over deze samenwerking.” NL.PRYSMIANGROUP.COM WWW.BOSCHREXROTH.COM/NL/NL WWW.VHE.NL
17
21/04/2021 16:08
PRODUCTIETECHNIEK
Gieten van metalen (NOT) SAFE FOR DESIGNERS (?) – XI
Voor het maken van complex gevormde metalen onderdelen is het gieten, dat meerdere millennia teruggaat, nog steeds één van de efficiëntste oplossingen1. Als productieprincipe doorloopt het altijd dezelfde stappen: metaal wordt verwarmd tot het smelt en wordt dan in ofwel een zandvorm, ofwel in een matrijs gegoten, waarna het stolt en verder afkoelt
1 We spreken hier over het ‘vormgieten’ (Engels: shape casting) van onderdelen, dus niet over het gieten van platen, staven en blokken metaal als halffabrikaten.
tot het wordt uitgenomen. E R I K T E MP E L M A N , A DV I E SB U R E A U E R I K T E MP E L M A N . C O M , UN I V E R S I TA I R H O O F DD O C E N T T U DE L F T – I N D U ST R I E E L ONTWERPEN
Het gietstuk komt vervolgens in aanmerking voor verdere productiestappen, zoals afwerken, verspanen, warmtebehandelen, coaten en zo meer. Zandvormen zijn éénmalig bruikbaar, matrijzen zijn geschikt voor hergebruik. Er is verder altijd sprake van een gietsysteem, dat wil zeggen een stelsel van kanalen en vormen dat zorgt voor optimale vulling en stolling. Dit gietsysteem wordt in de regel gerecycleerd. Gieten biedt een verbluffend bereik van afmetingen: de kleinste gietstukken wegen nog geen gram, de grootste honderden tonnen. Qua seriegroottes varieert het proces van enkelstuks en klein-serieproductie (soms met ge3Dprinte mallen, als hybride proces) tot massafabricage met honderdduizenden stuks per jaar. De ‘look & feel’ van gietwerk is ook zeer divers: vergelijkt u maar eens een high-tech motorblok (afbeelding 1) met een elegante metro-ingang in Parijs (afbeelding 2). En dan zijn er nog de diverse methoden, zoals zandgieten, zwaartekrachtgieten, verloren-was-gieten etc. – zo’n twintig in totaal, elk weer beschikbaar in tal van uitvoeringsvormen. Overigens… dat woord ‘motorblok’ verhult de verfijning die het gieten inmiddels bereikt heeft. Met een lengte van pakweg één meter en een wanddikte van lokaal slechts 6 mm (!) is bijvoorbeeld zo’n MX-motor feitelijk niet een blok maar een doos. En wist u dat ook de Tesla Model Y een gigantisch dunwandig gietstuk in zijn constructie heeft? Of dat inspectie met röntgen18
CST_Art_Tempelman.indd 18
2 Er zijn uitzonderingen: roestvast staal is bijvoorbeeld ook ‘hooggelegeerd’. Opnieuw geldt echter dat roestvast gietijzer een wezenlijk andere samenstelling heeft. 3 Slink = het volumeverlies dat ontstaat bij het stollen, niet te verwarren met krimp, het volumeverlies als gevolg van thermische contractie.
straling storende gietfouten kan uitsluiten, zodat de techniek ook in veiligheidskritische toepassingen welkom is? Werkelijk, het is een maakproces voor de 21ste eeuw. In theorie kunnen we haast elk metaal, in elke samenstelling, verwerken. De praktijk kent echter bepaalde preferenties. Bij aluminium bijvoorbeeld is legeren met 6-12 procent silicium de regel, en ijzer mengen we bij tot gietijzer met 2-4 procent koolstof, plus 1-2 procent silicium. Dit is anders dan bij de aluminium kneedlegeringen en bij staal, waar minder grote hoeveelheden legeringselementen aan worden toegevoegd2. Dankzij dit legeren daalt de smelttemperatuur aanzienlijk en dat is wenselijk. Bovendien vermindert het de viscositeit van het gesmolten metaal, zodat dit de matrijs makkelijker vult. Het helpt vaak ook nog om de slink3 te verminderen – een wezenlijk voordeel, zeker bij complex gietwerk. Dit legeren heeft echter wel een nadeel: sterkte. In de praktijk zijn smeedstukken, extrusiedelen en andere onderdelen die we met kneedlegeringen kunnen maken doorgaans sterker en taaier dan de vergelijkbare gietdelen. Ook is het lassen aan gietwerk bijzonder uitdagend. Dit leidt tot het soort afwegingen die het construeren zo uitdagend maken, want gieten biedt wél meer vormvrijheid. En dat brengt ons op het hart van DFMA (Design for Manufacturing and Assembly) voor gieten: de kunst en kunde van het afwegen. Kennis helpt altijd, dus laten we de belangrijkste punten samen eens nalopen. Volg mij, lezer! Vullen: stijgend of dalend, traag of snel Niet elke gietmethode laat ons de keuze, maar als het even kan willen we onze zandvorm of matrijs ‘stijgend’ gieten (afbeelding 3). Zo komt het gesmolten metaal rustig van onder naar boven de vorm in en kan de daarin aanwezige lucht, plus de gassen die vrijkomen tijdens het proces, makkelijk ontwijken. Het alternatief van ‘dalend’ gieten is wat dit aangaat veel minder geschikt. Voorts willen we voorkomen dat het gesmolten metaal in spetters opspat – u ziet dit probleem bij een te enthousiast volgeschonken koffiekopje, maar dan letterlijk honderden graden erger. Uiteraard valt het metaal in de ‘giettrechter’ (in afbeelding 3 (b) links van constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:00
Afbeelding 1 Een MX-13-motor van DAF Trucks. Een ‘doos’ met gietwerk met lokaal een wanddikte van niet meer dan een paar millimeter (Foto: DAF Trucks N.V.)
het gietstuk) ook van boven naar beneden, maar we kunnen dit deel van het gietsysteem exact toespitsen op ons doel, ongehinderd door de vorm van het eigenlijke gietstuk. Verder vullen we het liefste zo langzaam dat het ingaande metaal laminair stroomt – zeker bij de lichte metalen. Het vrije oppervlak van de metaalstroom oxideert immers aan de lucht in de vormholte, en deze oxides moeten niet ingesloten raken. Door hun hoge hardheid en brosheid vormen ze namelijk ideale startpunten voor vermoeiingsscheuren, en ook de breukrek van het metaal leidt sterk onder hun aanwezigheid. Zodra de stroming turbulent wordt, komt er veel meer vrij oppervlak beschikbaar en treedt er veel meer insluiting op (afbeelding 4). Wat hierbij speelt is dat aluminiumoxide haast dezelfde dichtheid heeft als het gesmolten aluminium zelf. Het komt dus niet bovendrijven, maar blijft in het metaal achter. Bij gietijzer speelt dit probleem beduidend minder. Een laatste punt om hier te noemen – gieterijhandboe-
Afbeelding 2 Een andere kant van gietwerk: de Art Nouveau ‘bouches de métro’ in Parijs, ontworpen door Hector Guimard.
ken vertellen u er nog meer – is koudloop. Uiteraard willen we de productvorm geheel vullen. Echter, als het metaal voortijdig stolt, dan lukt dat niet en krijgen we te maken met koudloop (Engels: cold shut). Dit speelt met name bij de combinatie van relatief dunne gietstukken en stalen matrijzen; bij dikkere delen en/of bij zandvormen treedt het probleem minder snel op. Koudloop kunnen we voorkomen door het gietstuk via meerdere punten aan te gieten. Zo hoeft het gesmolten metaal vanuit elk aangietpunt minder ver te vloeien om toch de gehele matrijsholte te vullen. Nadeel is wel een complexer en zwaarder aangietsysteem; ook laat elk aangietpunt een markering na die nabewerking vraagt. Koudloop kunnen we ook voorkomen door met hoge snelheid te vullen. Dit vraagt echter hoge drukken en zware, dure matrijzen, en is daardoor alleen rendabel bij grote series: dit is het hogedrukgieten, ook wel spuitgieten genaamd. Dan nog speelt het probleem van de oxides, want snel vullen is turbulent vullen. En wat is daar dan weer de oplossing voor? >
Afbeelding 3 Dalend gieten (a) versus stijgend gieten (b).
constructeur 02 - 2021
CST_Art_Tempelman.indd 19
19
21/04/2021 16:00
Afbeelding 4 Laminair versus turbulent vullen.
nen verwachten, zijn (i) porositeit, (ii) interne spanningen en/of kromtrekken, en (iii) uitscheidingen. We bespreken ze in deze volgorde.
Wel, gieten onder vacuüm bijvoorbeeld. Nóg weer duurder, maar inmiddels een gevestigde technologie. Stollen: de Chvorinov-vergelijking Is de matrijs gevuld, dan kan het gesmolten metaal gaan stollen en verder afkoelen. Hierbij representeert de stollingswarmte een verrassend groot deel van de totaal af te voeren warmte. Bij aluminium bijvoorbeeld is dit gelijk aan de warmte waarmee u het metaal ~400 °C kunt opwarmen, bij gietijzer zelfs zo’n 540 °C4. Als u dan ook nog bedenkt dat we in principe het gietstuk uit de matrijs kunnen halen zodra het gestold is, dan ziet u dat de stollingswarmte welhaast maatgevend wordt voor de productiviteit. Hoe snel kunnen we het metaal laten stollen? Deze vraag is al in 1940 analytisch beantwoord en experimenteel bevestigd. Merk op dat de hoeveelheid af te voeren warmte schaalt met het volume V van het gietstuk plus gietsysteem en dat deze moet worden afgevoerd via het oppervlak ervan A. De stoltijd volgt dan uit tstol = C·(V/A)2. De term V/A heet ook wel de thermische modulus; C is de Chvorinov-constante, genoemd naar de ontdekker van de formule, en is afhankelijk van de combinatie van gietmetaal en matrijsmateriaal. Dimensie-analyse leert dat C de eenheden s/m2 heeft De formule voorspelt voor een 6-mm dikke plaat gietijzer, gegoten in zand, een stoltijd van zo’n 8 seconden5. De bijbehorende ontwerpregel is duidelijk: dun is goed – liefst zo dun dat we nét geen koudloop krijgen. Het bovenstaande doet voorkomen dat we het metaal altijd zo snel mogelijk willen laten stollen, en zo kort mogelijk daarna het gietstuk willen uitnemen. Immers, dan is de matrijs weer beschikbaar voor een nieuw product (‘massa = kassa’). Echter, voor de uiteindelijke kwaliteit kan het gunstiger zijn de warmteafvoer meer tijd te geven. En zoals we nu zullen belichten, is er sowieso al genoeg dat bij het gieten mis kan gaan. Defecten – en hoe ze te voorkomen Belangrijke defecten die we bij het metaalgieten kun20
CST_Art_Tempelman.indd 20
4 Bij water ziet u dat ook: smelten representeert een temperatuurverschil van 44 °C – vandaar dat enkele ijsblokjes uw drankje zo lang koel weten te houden. 5 Gebruik deze formule niet voor dunne producten (< 4 mm dik)! De stoltijd hangt dan namelijk af van V/A, niet van V/A2. De constante drukken we dan uit in s/m, niet s/m2. 6 Bij stolling scheidt gietijzer koolstof uit, dat eigen volume inneemt in de vorm van microscopisch kleine bolletjes, plaatjes of andere vormen, en de slink grotendeels of zelfs geheel compenseert. 7 … tenzij u onder vacuüm giet, tegen forse meerprijs.
Porositeit Porositeit heeft drie verschillende oorzaken. De eerste is de slink van het metaal, dat wil zeggen de volumevermindering bij de overgang van de ongeordende vloeibare fase naar de kristallijn geordende vaste fase. Zuiver aluminium bijvoorbeeld slinkt 8 procent. Door toevoeging van silicium, dat bij stollen als één der weinige stoffen uitzet, daalt deze waarde tot 6-7 procent, maar dat is nog steeds een probleem. De oplossing voor slinkporositeit is het tactisch plaatsen van ‘opkomers’ (Engels: risers en feeders) die dikker zijn dan het gietstuk, daardoor langer vloeibaar blijven en zo de slink compenseren middels aanvoer van extra metaal. Ze vormen deel van het gietsysteem. Gietijzer heeft beduidend minder last van slink, wat de populariteit van dit soms zo onderschatte materiaal mede verklaart6. De tweede oorzaak van porositeit is gasvorming. Tijdens het gieten komen er gassen vrij die prima oplossen in het gesmolten metaal (onder andere H2), maar niet in het gestolde metaal. Ditzelfde effect maakt water transparant en ijs normaal gesproken niet. Door deugdelijk te ontgassen kan gasporositeit worden voorkomen – elke gieter weet dit. Wie niet goed ontgast, riskeert ‘microporositeit’ (veel fijn verdeelde belletjes) of zelfs ‘macroporositeit’. Dat laatste is bepaald geen goed nieuws: maakt u dus gebruik van een kundig gietbedrijf. Ingesloten luchtbellen zijn de derde oorzaak van porositeit. Bij hogedrukgieten (turbulente vulling!) is dit niet te vermijden7, maar bij bijvoorbeeld zwaartekrachtgieten wel. Soms kan een luchtbel ontsnappen, soms niet. Dit wordt mede bepaald door het gietsysteem, in het bijzonder door de stroomsnelheid in een gietkanaal, die kan worden verlaagd door het kanaal dikker te maken. Echter, het intern recycleren van het constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:01
Simulatie en werkelijkheid van een macroporositeit (Beeld: Design8/Altair)
GIETSIMULATIES
Een enkele ingenieursgeneratie geleden, zo rond 2000, waren gietsimulaties nog voorbehouden aan experts, die met dure software op dito hardware werkten. Hun werk was prijzig en tijdrovend, maar vormde ook toen al een wezenlijke aanvulling op het construeren van gietwerk. Tegenwoordige simulaties zijn haast lichtjaren verder. Vul- en stolgedrag, defecten en zo meer laten zich prima voorspellen en optimaliseren. Vooral de snelheid is imposant: hierdoor vloeien ontwerp en simulatie naadloos in elkaar over. Uiteraard blijft het van belang om simulaties deskundig te interpreteren en om ze degelijk te kalibreren aan de praktijk. Zaken als de precieze warmtevereffeningscoëfficiënt van uw matrijs bijvoorbeeld haal je immers niet met een enkel muisklikje boven! Wie daar voor zorgt, kan met state-of-the-art gietsimulaties de weg naar marktsucces danig verkorten. Eén van de diverse softwarepakketten is Inspire van Altair (afbeelding 5). In ons land is de firma Design8 beschikbaar voor nadere tekst en uitleg.
menvatting is dat legeringselementen, evenals verontreinigingen, zich doorgaans ophopen (‘uitscheiden’) op de korrelgrenzen van het basismetaal. Eventuele gasporositeit zit daar ook al, met drastisch verlies van eigenschappen tot gevolg: vermoeiingssterkte, geschiktheid voor boren en frezen, corrosiebestendigheid en zo meer gaan fors naar beneden. De vorm van de korrels doet er ook nog toe: klein en rond is beter dan groot en langwerpig. Dus… hoe zorgen we voor fijne, ronde korrels, en is uitscheiding überhaupt ook geheel te voorkomen? Het antwoord ligt deels in het kiezen van de juiste afkoelsnelheid en in het slim legeren, zoals het toevoegen van korrelverfijners (bijvoorbeeld. TiB2 in aluminium gietwerk). Maar ten principale is het een complex probleem dat niet 1-2-3 op te lossen is, zeker niet voor alle mogelijke vormen, formaten, gietmethoden en matrijsmaterialen. Werkt u dus vooral nauw samen met uw gieterij – en zeg niet te snel wat de vorm moet zijn, maar focus op de functies die uw gietstuk moet vervullen. In samenwerking is zeer veel mogelijk, in isolement juist zeer weinig.
Interne spanningen Interne spanningen ontstaan doordat dunne delen eerder stollen en afkoelen dan dikke – denk aan de thermische modulus, V/A ! Tijdens slinken en krimpen leidt dit tot spanningen, kromtrekken, of een combinatie van deze ongemakken. Met de juist compromissen, zoals het voorkomen van grote verschillen in dikte en het gebruik van royale afrondingen, is al dat ongemak te beheersen. Sterker nog, als u op plaatsen waar vermoeiing op de loer ligt drukspanningen kunt genereren, dan wordt het nadeel zelfs een voordeel.
Bronnen voor verder onderzoek Dit artikel heeft zich gericht op de algemene principes die het metaalgieten bepalen. Methoden, zoals zandgieten, coquillegieten enzovoorts, inclusief gangbare uitvoeringen ervan, zijn onbelicht gebleven. Bewust, want hierover is alleen al online genoeg te vinden. Met het voorgaande in uw achterhoofd zult u dergelijke informatie, inclusief ontwerpregels, beter appreciëren. Wie meer wil weten, kan terecht bij Castings van John Campbell (Oxford, 2003) en ASM Handbook Vol. 15: Casting (ASM Int., 2008). Manufacturing and Design (Elsevier, 2014) biedt u eveneens nadere informatie en theorie, in een handzaam en toegankelijk formaat. In eigen land staat u verder de Nederlandse Vereniging van Gieterij Technici ten dienste. Opgericht in 1927 – maar actueler dan ooit! U vindt hen via www.nvvgt.nl.
Uitscheidingen Uitscheidingen houden ook verband met oplosbaarheid. Hier is veel over te zeggen – zie de bronnen voor verder onderzoek voor verdere studie – maar de sa-
De auteur dankt Roy Kastelein van Lautus Castings B.V. voor feedback op een eerdere versie van dit artikel. Eventueel overgebleven fouten of omissies komen voor rekening van de auteur.
zwaardere gietsysteem is ook weer een extra kostenpost.
constructeur 02 - 2021
CST_Art_Tempelman.indd 21
21
21/04/2021 16:01
PRODUCTIETECHNIEK
‘De atomen in één keer goed leggen’ GIETKENNIS IN NEDERLAND BEHOUDEN
“Er is te weinig aandacht voor metaalgieten!” Dat vindt Roy Kastelein, directeur/eigenaar van Lautus Castings. Zijn missie is om metaalgieten weer onder de aandacht te brengen. “Het is in mijn ogen nog steeds het meest efficiënte proces, veel efficiënter dan verspanen. Als je een blok gaat verspanen, dan ben je langer bezig. En dan moeten die spanen nog worden schoongemaakt, teruggebracht en hersmolten. Vanuit milieuoogpunt, transport en kosten is het veel efficiënter om de atomen in één keer goed te leggen.” K ASP E R W E I G A N D
BASISCURSUS GIETEN
De eerstkomende mogelijkheid om deel te nemen aan de basiscursus Gieten van Mikrocentrum en Lautus Castings, inclusief practicum gietsimulatie, is in november van dit jaar. De driedaagse cursus staat gepland voor vrijdag 12, 19 en 26 november. Neem voor meer informatie contact op met Lautus Castings of Mikrocentrum.
Kastelein is niet tegen verspanen, in tegendeel. Gietstukken hebben ook nog altijd een verspanende bewerking nodig. “Maar bij regulier verspanen is de helft van je materiaal wegverspanen geen uitzondering. Met gieten is het product bijna in één keer klaar. De techniek wordt natuurlijk ook veelvuldig toegepast. In de automotive, grote aantallen. Ook enkelstuks, in de baggerindustrie bijvoorbeeld. En putdeksels, lantaarnpalen, Amsterdammertjes: het gietwerk ligt letterlijk op straat”, somt Kastelein op. “Maar vooral in de precisie-industrie wordt er nog veel uit blokmateriaal gefreesd. Daar lijkt men minder geïnteresseerd in de kostprijs van een onderdeel. ‘De klant betaalt toch wel’, is vaak de gedachte van de ontwerpafdeling. Eigenlijk klopt dat niet. Want als het slimmer en goedkoper kan, is er vast wel één concurrent, die dat op termijn zal doen. Maar om een gietstuk te gebruiken is een andere mindset nodig. En kennis.” Onhebbelijk Het gieten heeft soms en volgens Kastelein onterecht, een slechte naam. “Eén van de onhebbelijkheden van het gietproces is wel dat het volume van vloeibaar metaal slinkt als het stolt. Daardoor ontstaan slinkholtes, ook wel gietgallen of porositeiten genoemd. Dat zijn zwakke plekken in het
22
CST_Art01.indd 22
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:05
Metaalgieten moet als ‘near net shape'-productietechniek weer onder de aandacht worden gebracht. (Foto : Brennan Emerson)
Roy Kastelein: “Vanuit milieuoogpunt, transport en kosten is het veel efficiënter om de atomen in één keer goed te leggen.”
gietstuk. Maar ja: Je moet het gietsysteem zó ontwerpen dat die porositeiten niet ín maar buiten het gietstuk komen te zitten. Bij aluminium heb je te maken met een slink van wel 6 tot 7 procent. Je moet dus echt wel kennis hebben van metallurgie: hoe stollen legeringen, hoe werkt dat met vormen, microstructuren en sterkte? En je moet verstand hebben van gietsystemen: hoe maak je een gietsysteem zo dat het niet turbulent vult en zo min mogelijk lucht invangt, zodat er zo min mogelijk slinkporositeit in het gietstuk overblijft? Dat doe je onder andere door te spelen met temperatuur, gietsnelheid en vooral de vorm van het gietsysteem.”
tingenieurs in dienst, maar daar zijn er nog maar één of twee van over. Hoog tijd dus om daar wat aan te doen.”
Kennis Omdat er niet overal genoeg kennis is, gaat het nog wel eens mis. En dat is een van de redenen dat sommige managers alleen maar ellende zien als het gaat om metaalgieten. Als een constructeur niet goed weet hoe hij een gietstuk moet tekenen en een inkoper dat werk vervolgens inkoopt bij de goedkoopste gieterij, dan is dat een garantie voor problemen. En Kastelein ziet dat er steeds meer gietkennis verdwijnt. “Een aantal mensen bij gieterijen is met pensioen gegaan. Het gieterijcentrum dat we hadden bij TNO is al in 1986 opgedoekt. Het gieterijcentrum in Gent had in 2008 nog negen giec o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art01.indd 23
Simuleren De truc is dat je gietfouten kunt voorkomen door te simuleren. “Je kunt ze van tevoren berekenen. Zodat je zeker weet dat de matrijs of modelplaat die je maakt in één keer goed is. Dat kan, maar dat kost geld”, zegt Kastelein. “Die simulatiepak- > ketten zijn duur en je hebt een gietingenieur nodig die hoogopgeleid is. Gieterijen die daarin hebben geïnvesteerd zijn de betere maar ook de duurdere. En welke gieterij krijgt meestal de opdracht? De goedkoopste natuurlijk. En dat zijn precies degenen die het op gevoel doen: een trial-and-error- spelletje met meerdere gietproeven. Een efficiënte gieterij doet het tegenovergestelde: die berekent eerst zijn gietsysteem op basis van natuurkundige formules en met hulp van gietsimulaties. Die start direct met een robuust gietproces met minimale uitval. Dat levert de optimale kwaliteit/prijs verhouding zonder vertraging en onvoorziene extra kosten.” Eigen bedrijf In 2017 besloot Kastelein samen met ex-DAF col23
21/04/2021 16:05
het gietwerk ook is. De metaalgieterij-industrie is een heel kennisintensieve industrie. Zeer geschikt voor een flexibel en creatief denkend land als Nederland. Ik ben daarom heel enthousiast dat we onze unieke gietkennis hebben kunnen behouden. Als er voldoende ruchtbaarheid aan gegeven wordt en er kansen in de maakindustrie ontstaan, kunnen we laten zien wat voor een fantastisch mooie gieterij-industrie we eigenlijk hebben in Nederland.”
lega Ruud Kleijn het bedrijf Lautus Castings BV op te starten. Kastelein als gietexpert, die alle problemen kan oplossen en ook, middels opleidingen, de kennis aan anderen kan overdragen. En met Kleijn als de commerciële man. De opleiding Hogere Gieterijtechniek (HGT) is overgenomen van Hogeschool Utrecht. Deze post-HBO opleiding van één jaar levert de gietspecialisten bij de gieterij. “Dit zijn de kennisdragers die het gietproces ontwerpen en dus de kwaliteit van het gietstuk bepalen.” Daarnaast geeft hij, in samenwerking met het Mikrocentrum, een driedaagse gietcursus voor constructeurs en verkopers van gietwerk. “We nemen de hele keten door en ik laat zien waar de valkuilen zitten. Op universiteiten of hogescholen geven ze het vak gieten in een paar uurtjes. Dat kan dus nooit. Heel veel constructeurs weten daardoor niet hoe ze een gietstuk moeten tekenen. Je moet niet een volverspaand onderdeel als gietstuk maken, je moet hem afslanken. Bij verspanen haal je zo min mogelijk weg, dat kost allemaal tijd. Gietwerk moet juist zo slank mogelijk. Je moet het materiaal daar leggen waar het nodig is. Daarom zie je in de transportsector ook veel gietwerk.” Missie Niet alleen voor constructeurs, maar ook voor de gieterijen zelf ligt er een missie voor Lautus Castings. “Wat beloven wij onze klanten? Als iemand uit de precisie-industrie met een tekening bij een gieterij aankomt die zegt: ”We hebben jarenlange ervaring met het oplossen van gietfouten’. Dat schept geen vertrouwen. De precisie-industrie ademt precisie, door de hele keten. Dan moet je niet aangeven dat je eventuele problemen goed kunt oplossen. Het is belangrijk dat je dan uitstraalt: we rekening het gietsysteem exact uit, want dat bepaalt de kwaliteit van het product. Daarna printen we de zandvorm in 3D en gieten je functionele prototype. Op dezelfde manier met dezelfde kwaliteit als de seriedelen later. Wat dat is standaardmethode tegenwoordig.”
De Lautus Castability Checker is een ‘simpele’ tester op maakbaarheid of gietbaarheid voor engineers in de maakindustrie.
Gietbaarheidtester Daarom heeft Kastelein met partners een stollingssimulatiepakket ontwikkeld speciaal voor de engineers in de maakindustrie: de Lautus Castability Checker. Waarmee ze zonder opleiding, met zes knoppen, een complexe simulatie kunnen doen, die berekent waar de hotspots in het gietstuk komen te liggen. Plaatjes met risicogebieden, die niet mogen samenvallen met de hoogbelaste zones uit de FEM-sterkteberekening. Een ‘simpele’ tester op maakbaarheid of gietbaarheid. Je stopt er een CAD-file in en er komt een pdf-rapport uit, in zes talen. Hiermee kan de constructeur in gesprek met de gieterij, waar ook ter wereld. “Onze LCC-software is vooral een communicatietool, omdat het mogelijke gietproblemen snel inzichtelijk maakt. Het lost de problemen met één simulatie natuurlijk niet volledig op, dat blijft het werk van een gietspecialist in de gieterij. Dat is maar goed ook, want die hoort juridisch ook de verantwoordelijkheid te dragen. Met de combinatie van de Basiscursus Gieten én de LCC gietbaarheidstester heb je 95 procent van de meestvoorkomende valkuilen in de ontwikkelketen wel opgelost”, denkt Kastelein. WWW.L AUTUSCASTINGS.NL
Enthousiast Kastelein: “In Nederland en België hebben we jobbing-gieterijen. Gieterijen die per week meerdere gietstukken maken op één machine. Dan moet je veel meer proceskennis hebben dan de massagieterijen in bijvoorbeeld Duitsland, omdat wij veel meer verschillende modelplaten / matrijzen per jaar maken. Alles moet in één keer goed, hoe divers 24
CST_Art01.indd 24
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:05
Product 2 25
JAARGANG 29, 2021
IN DIT KATERN
1 2–3 4
CLIKCLAX ÉÉNPITTER SIGNAAL
SPUUGT U MAAR! → Niesscherm, spuugmuur of spatwand? Je ziet ze overal. Of eigenlijk zie je ze niet, want de sinds Covid-19 alom tegenwoordige schermen zijn kleurloos en transparant. Dat kan vrolijker, zo dacht de Australische designer en architect Zahava Elenberg, en dankzij haar ‘spugen’ we er nu vrolijk en kleurrijk op los.
TEKST Walter Wijnhoven BEELD Clikclax™
Social distancing in full colour
Clikclax is een modulaire oplossing voor social distancing, geïnspireerd door het kinderspeelgoed Playplax uit de jaren 1970. Het werd in eerste instantie ontwikkeld om de terugkeer naar kantoren na de pandemie te vergemakkelijken. Tijdens het werken aan het prototype voor haar eigen kantoor, realiseerde Elenberg zich dat de brede functionaliteit en aanpasbaarheid van het systeem toepasbaar is in meerdere omgevingen. De heldere kleuren van Clikclax, ‘made in Australia’ van perspex, zijn geïnspireerd door de Australische bush.
LEUK, FUNCTIONEEL EN FLEXIBEL “Clikclax is niet alleen voor kantoren, het is voor elke gemeenschappelijke ruimte waar mensen samen willen komen maar veilig uit elkaar moeten blijven. Het is leuk, functioneel en flexibel”, aldus Elenberg. Zij ziet inmiddels mensen overal ter wereld ‘clikclaxen’ — van kantoren en flexplekken tot scholen, hotels, bibliotheken, en aan gemeenschappelijke tafels in café’s en restaurants. Het geeft een kleurrijke uitstraling, alsof het speelgoed is dat deel uitmaakt van ons dagelijks leven. De schermen worden geleverd als een volledig aanpasbare ‘social distancing kit’ die gemakkelijk kan worden geïnstalleerd op bureaus, werkbladen en werkplekken van verschillende afmetingen. Elke kit bestaat uit een reeks van tien in elkaar grijpende perspex platen van verschillende vormen en maten plus zes onderstellen, die allemaal kunnen worden gecombineerd.
Vaktijdschrift voor productontwikkelaars over product en service design. www.productmagazine.nl
CST Advertenties.indd 25
EEN UITGAVE VAN MYbusinessmedia www.mybusinessmedia.nl UITGEVER Joachim Driessen
HOOFD- EN EINDREDACTIE Walter Wijnhoven, 06 -14753643 redactie.product@mybusinessmedia.nl
ONTWERP EN OPMAAK DRAWSWORDS Studio, Amsterdam www.drawswords.studio
21/04/2021 16:56
26
DE ÉÉNPITTER
DE ÉÉNPITTER: FLOORTJE BIJVOET → Nederland telt vele ontwerpbureaus, maar er zijn ook ontwerpers die ‘voor zichzelf’ werken. Zoals Floortje Bijvoet.
Design
TEKST Walter Wijnhoven BEELD Floortje Bijvoet
met aandacht
W
gereedschap. Desondanks kan ik hier redelijk uit de voeten en voor het grovere werk kan ik terecht in de schuur van mijn vader. Wat doe je precies? Ik ontwerp voornamelijk meubels, verlichting en accessoires op het snijvlak van kunst en functionaliteit. Mijn ontwerpen zijn veelal transformeerbaar, multifunctioneel en speels, waarbij de constructie veel aandacht krijgt binnen het design. Duurzaamheid vind ik erg belangrijk. Ik denk dat de duurzaamheid van een product grotendeels ‘verscholen’ ligt in een lange levensduur. Daarom moet een product kwalitatief en interessant genoeg zijn om te willen behouden. Verder zijn flexibele producten breder inzetbaar en kunnen ze een oplossing bieden bij het ‘ontspullen’ en beperkte woonruimte.
voor constructie
W
W
Welke opleiding(en) heb je gedaan? Product Design aan de Hogeschool van Amsterdam. Verder volgde ik het traineeship Digital Content Creation bij The Talent Institute, om digitaal vaardiger te worden. Wanneer ben je voor jezelf begonnen? In 2019 ben ik gestart. Ik bevind mij nog in de opstartfase, maar het begint steeds meer vorm te krijgen. Op dit moment werk ik aan mijn eerste freelance opdracht en de uitwerking van enkele eigen ontwerpen. Waar is je werkplek? Ik woon en werk sinds kort in Amsterdam. Een studio of aparte werkplaats zou geen overbodige luxe zijn; de woonruimte ligt vaak bezaaid met materiaal en PRODUCT 2, 2021
CST Advertenties.indd 26
W
21/04/2021 16:56
27
DE ÉÉNPITTER
e e
sn oht
k ern e er et
Wat is je laatste gerealiseerde ontwerp? De Hidden Chair, een tafel met daarin een ‘verborgen stoel’. De mechaniek kan in verschillende toepassingen benut worden zoals in een aaneenschakeling bij tribunes, wachtruimtes, bioscopen, of terrassen. Het ontwerp is behalve eenvoudig, mechanisch en verrassend ook Covid-proof, want je kunt afstand bewaren. Wat is het ontwerp waar je het meest trots op bent? Mijn multifunctionele meubelontwerp UTO (Unidentified Transformable Object). Ondanks dat ik dit ontwerp nog niet op eigen kracht op de markt heb kunnen brengen, heeft het online veel aandacht gekregen. Minstens vijf miljoen mensen hebben mijn ontwerp gezien en ik kreeg tienduizenden reacties. Bijzonder dat mijn ‘bedenksel’ wereldwijd emoties oproept. Wat is je favoriete materiaal? Ik heb niet één favoriet materiaal maar ik probeer materialen te beoordelen op geschiktheid, levensduur, oorsprong en impact (voor, tijdens en na het gebruik). Daarbij wil ik bijdragen aan de beweging om eerlijker met mens, dier en aarde om te gaan. Waar werk je op dit moment aan? Aan een kleine collectie producten waaronder een ontzettend gave lamp, die ik binnenkort zal verkopen op
Floortje Bijvoet
s
mijn website. Verder ben ik gestart met freelance ontwerpopdrachten. Tip: de eerste drie opdrachten zal ik uitvoeren tegen een gereduceerd tarief… Bij de technische ontwikkeling en de verkoop van mijn ontwerpen UTO en Hidden Chair kan ik trouwens nog hulp gebruiken. Ik kom graag in contact met mensen die mij hierbij kunnen helpen. Wie is je favoriete designer/ontwerper? Ik hou van uitvinders en denkers die putten uit meerdere disciplines en van de gebaande paden durven af te wijken. Daarbij vind ik het fantastisch als mensen zelf knutselen en repareren. Wat zou je weleens willen (her)ontwerpen? Een functioneel aanpasbaar huis en een boek over het oplossen van de wereldproblematiek. Waarom is het ontwerpvak zo leuk? Ik raak nooit verveeld want achter elk product gaat een nieuwe wereld schuil. Ik ben behoorlijk nieuwsgierig en wil daar dan alles over weten. Maar het vak leert mij ook over de misstanden binnen de ‘vrije’ markt. Zoveel mensen lijken gevangen in het economische systeem en schuiven hun idealen aan de kant. Mijn werk is mijn hobby en dus ben ik (bijna) nooit aan het werk. Waar ben je online te vinden? Web → www.floortjebijvoet.com
PRODUCT 2, 2021
CST Advertenties.indd 27
21/04/2021 16:56
SIGNAAL Als dieren konden praten
Dat zit als gegoten
28
STOEL 1:1
S k
BEESTACHTIGE IoT-APPARATEN
Stoelen zijn een van de meest voorkomende projecten voor designstudenten, omdat er veel creativiteit voor nodig is om van zo’n alledaags voorwerp iets innovatiefs te maken. Martinelli Venezia en Alessandro Stabile creëerden met Chair 1:1 een monteerbare/demonteerbare stoel waarvan elk onderdeel in één keer werd gegoten. Hierdoor werden de matrijsgrootte en de snelheid van het productieproces geoptimaliseerd en werd afval tot een minimum beperkt. De stoel kan gemakkelijk worden opgeslagen, verzonden en getransporteerd. Stapelen is nog steeds de handigste manier om ruimte te besparen bij het vervoer. De 1:1 stoel past zesentwintig keer in een kubieke meter. Over het materiaal plastic zeggen de ontwerpers: “De beste manier om een duurzaam product te maken is de levensduur ervan te verlengen, het uit één materiaal te maken en na te denken over de levensduur.”
De designers van S2VICTOR uit Taiwan ontwierpen een collectie IoT-apparaten, Animal Land genaamd, die op verschillende dieren lijken en onderling kunnen communiceren. Letterlijk het hoogtepunt is de router in de vorm van een giraffe, door de ontwerpers gekozen omdat de lange nek lijkt op een antenne. Langnek is verder uitgerust met bewegingssensoren en spraakherkenning. De walvis is in de eerste plaats een aromatische diffuser, maar bevat ook slimme technologie voor het meten van de luchtvochtigheid, de luchtkwaliteit en de atmosfeer in huis. Tot slot bevat Animal Land een homespeaker in de vorm van een schildpad, uitgerust met slimme technologie voor een snelle reactietijd en stemherkenning. Alle ‘beesten’ zijn met elkaar verbonden via smart home-technologie en kunnen afzonderlijk worden bediend met een bijbehorende app.
EEN TWEE DRIE VIER, FLESJE VAN PAPIER
OUTSIDE/INSIDE
‘Outside / Inside’ is een object gemaakt van dennennaalden die letterlijk en figuurlijk open staan voor interpretatie van het gebruik ervan. Outside / Inside wekt de indruk te groeien uit het oppervlak waarop het is aangebracht, en brengt zo een stukje natuur van buiten, naar binnen. Het maakt gebruik van de natuurlijke eigenschappen van dicht opeengepakte dennennaalden die dingen vastgrijpen en vasthouden. Handig op je bureau om memo’s, potloden en pennen, briefpapier, bloemstelen en nog veel meer vast te klemmen. Het geeft het conventionele pennenbakje een geheel nieuwe betekenis. Ontwerpers Gaurav Wali en Yashika Munjal voegen hieraan toe: “Dennennaalden brengen ook een vleugje natuur naar binnen op je bureau. Omdat de kleuren, geur en textuur in de loop van de tijd veranderen, kun je de ‘seizoenen’ van buiten ook binnen ervaren”.
Prikkelend ontwerp
Uitgelekt ontwerp
Coca-Cola werkt samen met de Deense startup The Paper Bottle Company (Paboco) aan de ontwikkeling van een 100% papieren fles, die gerecycled kan worden zoals elke andere papiersoort. Het eerste prototype bestaat uit een papieren omhulsel, dop en binnenlaag zijn nog van 100% gerecycled PET-materiaal maar er wordt gewerkt aan een bio-based alternatief. Paboco gebruikt papier uit FSC bossen, in de toekomst mogelijk ook gerecycled papier. Er worden uitgebreide laboratoriumtests gedaan in het Brusselse R&D-centrum van The Coca-Cola Company om na te gaan hoe de papieren fles presteert. Grootste uitdaging is het lekken. Coca-Cola werkt samen met onder meer Carlsberg, Absolut en L’Oréal. De verwachting is dat de fles binnen enkele jaren gereed is voor de consument.
PRODUCT 2, 2021
CST Advertenties.indd 28
21/04/2021 16:56
Advertent
PRODUCT LIFECYCLE MANAGEMENT
Cloud, PLM, SaaS en een vliegende auto "Iedereen is een kind geweest dat naar de hemel stond te kijken, denkend, ik wil vliegen. Ik wil zo vrij zijn als een vogel." Aldus Robert Dingemanse, ceo en medeoprichter van PAL-V, een acroniem voor het Personal Air and Land Vehicle. "De vliegende auto van vandaag is de combinatie van bestaande en beproefde technologieën. Hij kan worden gecertificeerd binnen de bestaande regelgeving. Toen we begonnen, waren we alleen maar bezig met de bouw van een vliegende auto. Nu worden we erkend als de leider in de toekomst van de vliegende mobiliteit." Het idee voor PAL-V werd geboren toen een van de medeoprichters in 1999 begon met vliegen. Hij werd geconfronteerd met een probleem dat veel piloten wel kennen: je rijdt naar de hangar om met het vliegtuig te vertrekken en eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming heb je weer een auto nodig. Meer dan 20 jaar en vele dromen later biedt PAL-V klanten nu een direct middel om ‘FlyDrive’ naar hun bestemming te brengen, wat de luchtvaart praktisch maakt voor dagelijks gebruik. Mogelijkheden overstegen In de eerste jaren na de oprichting heeft PAL-V zijn vliegende autoprototype verder ontwikkeld door kort door de bocht gezegd een driewielige auto te combineren met een gyrocopter. Dit type luchtvaartuig heeft een niet-aangedreven toprotor voor de ontwikkeling van de lift, terwijl de voortstuwing onafhankelijk wordt geleverd door een motoraangedreven propeller. Naarmate het prototypewerk vorderde, werd het team duidelijk dat hun behoeften de technologische mogelijkheden overstegen. In de eerste jaren deed het klein team van 10 personen alles en hun systemen en methodes waren in 2014, het team bestond inmiddels uit 15 personen, onveranderd. De versiecontrole en het configuratiebeheer van producten en ontwerpen was mensenwerk, met behulp van een handmatig naam- en nummeringsysteem. Nu heeft het Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart van de Europese Unie (EASA) strenge regels voor het ontwerp en de exploitatie van rotorvliegtuigen. Om van een experimenteel prototype c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art03.indd 29
naar de eigenlijke productie over te gaan, zou PAL-V ervoor moeten zorgen dat hun groeiende gegevens traceerbaar zijn en voldoen aan strenge voorschriften. PAL-V erkende dat ze voor de groei van hun bedrijf voor hun dagelijkse activiteiten en om de regels en voorschriften voor de lucht- en ruimtevaart na te leven, een sterkere basis nodig hadden om de volledige ontwerpspecificaties op een gecontroleerde manier te beheren. Fundament Met de snelle groei van PAL-V – vandaag de dag is het team meer dan verviervoudigd en groeit snel – en de behoefte aan strikte data-compliance, zochten ze naar software voor product lifecycle management (PLM). De keuze viel op PTC en Windchill SaaS en PTC Cloud pasten bij hun productontwikkelingsbehoeften. Windchill SaaS PLM-software voor gegevensbeheer en -tracering fungeert hierbij als ‘bron van waarheid’. De open architectuur ervan maakt integratie met andere bedrijfssystemen mogelijk en dient als basis voor een productgestuurde digitale leidraad (digital thread). ‘SaaS-beheer’ maakt de PLM-oplossing eenvoudiger te configureren, te schalen en te beveiligen, en maakt samenwerken binnen en buiten de het bedrijf makkelijker. Een belangrijke factor in de beslissing van PAL-V om Windchill SaaS te gebruiken was dat ze vonden dat het de enige out-of-the-box-implementatie was die nauw aansluit bij de CM2-methodologie, een wereldwijde bedrijfsstandaard voor wijzigings- en configuratiebeheer. > 29
21/04/2021 16:27
Luchtvaart praktisch gemaakt voor dagelijks gebruik: Personal Air and Land Vehicle PAL-V.
Wanneer productwijzigingen nodig zijn, biedt Windchill de mogelijkheid om problemen of verbeteringen vast te leggen, gerelateerde updates te documenteren en te implementeren, en informatie te versturen via een wijzigingsbericht met prioriteit naar alle belanghebbenden. Omdat Windchill systemen met elkaar verbindt, worden alle betrokken items automatisch geüpdatet in de hele onderneming. Regelgeving Het ontwerpproces van PAL-V maakt een zeer capabel PLM-systeem noodzakelijk. Het bedrijf begon met het bestuderen van de voorschriften waaraan ze moesten voldoen, en ontwierp vervolgens hun vliegende auto met die voorschriften in het achterhoofd. Wilden ze op een gecontroleerde manier ontwerpwijzigingen kunnen doorvoeren, dan zouden ze een een datasysteem moeten gebruiken dat zou voldoen aan de lokale en internationale regelgeving. Voor de implementatie van Windchill SaaS en PTC Cloud, waren er voor het handhaven van de compliance en het aanbrengen van ontwerpwijzigingen handmatige processen en papierwerk vereist. Nu worden de processen gedigitaliseerd en staat wijzigingsbeheer bovenaan om compliance aan te sturen. Compliance "Compliance vereist veel papierwerk, wat nu digitaal gebeurt. Bij de luchtvaart gaat het erom dat alles veilig is en terug te voeren is op wie het geleverd en ontworpen heeft, om het te verbeteren en veiliger te maken", zegt Jeroen Klein Lankhorst, IT-manager en PLM-implementer bij PAL-V. "Dat is wat Windchill SaaS en PTC Cloud voor ons mogelijk maken." In feite heeft PAL-V een basis gelegd voor compliance in het hele bedrijf. Door slechts één systeem op de juiste manier te implementeren, kunnen zij met succes voldoen aan de meeste voorschriften en 30
CST_Art03.indd 30
wel in één keer. "Het PTC-systeem doet 80 tot 90 procent van alles wat we nodig hebben om aan de productdefinitie-eisen te voldoen. Op die manier legt het een basis voor compliance in het hele bedrijf – en dat is echt belangrijk", zegt Klein Lankhorst. Met het PLM-platform kan PAL-V zich richten op het belangrijkste: het laten groeien van hun bedrijf. "We zijn vrij snel gegroeid en we verwachten in de toekomst veel partners aan te trekken, ongeacht of het nu gaat om onderhoudspartners of vliegscholen. We hebben een solide systeem nodig om op te groeien, en Windchill zorgt daarvoor", aldus Klein Lankhorst PTC Cloud PAL-V wist dat door de voortdurende groei de behoefte aan meer gegevensopslag en mogelijkheden voor het delen van gegevens zou ontstaan. Omdat hun IT-systemen niet konden schalen om hun toenemende gegevensbehoeften te beheren, zonder hiermee hun IT-team zwaar te belasten, investeerden ze in de PTC Cloud om gegevens te beheren
Voor hun 'FlyDrive'-droom maakt PAL-V gebruik van Windchill SaaS PLM-software en PTC Cloud.
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:27
Voor de toekomst: PTC ThingWorx IIoT-technologie voor vluchtgegevensvolgsystemen en het voorspellend onderhoud.
en op te slaan. De flexibiliteit van de cloudoplossing was cruciaal voor de missie van PAL-V en ze werkten samen met het Cloud-team en een integratiepartner om hun platform aan te passen en te configureren met de functionaliteit die ze nodig hadden. Bovendien bood de oplossing de hoge mate van beveiliging die PAL-V nodig had om de eigen ontwerpspecificaties veilig te stellen. In het productieproces kan PAL-V nu ook leveranciers betrekken via het PTC-platform. ThingWorx Navigate voor PLM-gegevens stelt hun team en externe medewerkers, zoals externe ontwerpteams, in staat om veilig toegang te krijgen tot de gegevens wanneer dat nodig is en zonder dat zij hun eigen infrastructuur dienen te wijzigen. "Tijdens de productiefase is de mogelijkheid die het PTC-platform biedt voor samenwerking iets waar ik naar uitkijk", zegt Klein Lankhorst. Oplossen Door de toevoeging van PTC Cloud kon PAL-V samenwerken met PTC-servicemanagers om systeemproblemen sneller op te lossen. Door nieuwe functionaliteit toe te voegen aan het systeem helpen PTC-servicemanagers PAL-V bij het oplossen van problemen en zorgen ze ervoor dat de implementatie succesvol verloopt. Onlangs werd een cachingprobleem niet opgelost in de testomgeving. Toen PAL-V dit opmerkte, hielpen PTC-servicemanagers het probleem te identificeren en snel te verhelpen. Zelfs na de implementatie blijven PAL-V-techc o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art03.indd 31
nici verbonden met het PTC Cloud-team om updates uit te wisselen over actuele en potentiële problemen en hoe deze op te lossen Productlancering Met het nieuwe PLM-platform en het gebruiksgemak van PTC Cloud, ligt PAL-V op schema voor hun groei van 20 procent voor dit jaar. PAL-V verwacht dit groeiniveau te handhaven, aangezien hun eerste productlancering voor de deur staat. In 2022 start PAL-V met de productie van ongeveer 90 PAL-V Liberty Pioneer-edities van de vliegende auto. PAL-V heeft al pre-orders in 11 landen, met in Nederland alleen al 30 orders. Na de eerste editie van Pioneer gaat PAL-V verder met de productie van de PAL-V Liberty Sport, de standaardversie van het voertuig. In de toekomst wil PAL-V ook gebruik gaan maken van PTC ThingWorx IIoT en kijken hoe de AR-functionaliteit mogelijk kan worden ingezet. Met de IoT-technologie is het mogelijk om vluchtgegevensvolgsystemen in hun toestellen, voorspellend onderhoud voor klanten en gerichte gegevensverzameling van Pioneer-klanten in te schakelen als aansturing van continue veiligheids- en prestatieverbeteringen. "De cloudcomponent – het feit dat we een conforme basis hebben voor onze data en processen – geeft ons veel mogelijkheden in de toekomst", stelt Klein Lankhorst. WWW.PAL-V.COM
31
21/04/2021 16:27
OPINIE
Virtueel kantelpunt HEBBEN COVID-19 EN SAAS MET ELKAAR TE MAKEN?
Jim Heppelmann, president en ceo van PTC, onderzoekt waarom we aan de vooravond staan van een SaaS-omslagpunt in productontwikkeling. En waarom COVID-19 ons noodzaakt tot een snelle(re) acceptatie en gebruik van ‘Software as a Service’. J I M HE P P E L M A N N , P R E S I DE N T E N C E O , P TC
COVID-19 heeft een abrupt einde gemaakt aan ons ‘normaal’. Wat we eerder als vanzelfsprekend zagen, lijkt nu een onbereikbare luxe. En sinds de jaren 40 van de vorige eeuw hebben we zulke sterftecijfers niet meer gezien. Maar ondanks de talloze niet te bagatelliseren negatieve gevolgen, heeft de pandemie onbewust ook positieve inzichten opgeleverd. Het bedrijfsleven heeft opnieuw zijn veerkracht en innovatievermogen getoond om zich aan te passen en te proberen te gedijen in het 'nieuwe normaal'. De digitale transformatie is in een stroomversnelling geraakt, die we niet hadden zien aankomen en bedrijven kijken nu serieuzer naar SaaS-technologieën voor productontwikkelingsprocessen. ‘Perfomance’ Maar als je naar de acceptatie van Software as a Service (SaaS) kijkt, dan loopt deze cruciale engineeringdiscipline flink achter ten opzichte van andere bedrijfssoftware, zoals ERP of CRM. Denk je na over wanneer, en zelfs of, SaaS de CAD- en PLM-industrie zal overnemen, moeten we ons eerst afvragen waarom dit niet eerder is gebeurd. Daarbij komen twee belangrijke factoren naar voren. Allereerst is er zoiets als performance. Bij CAD en PLM gaat het om massa's gegevens, grafieken en berekeningen. Daarom hebben engineers 32
CST_Art06_0003.indd 32
sinds jaar en dag grafische werkstations met veel RAM en de snelste CPU's en grafische kaarten op hun bureau staan. IP-Veiligheid Dat andere punt is de perceptie van IP-veiligheid (Intellectual Property – intellectueel eigendom). CAD-bestanden leggen de ontwerpintentie zo gedetailleerd en nauwkeurig vast, dat je er rechtstreeks mee kunt produceren.
‘ACCEPTATIE SAAS HEEFT KANTELPUNT BEREIKT’ Worden de bestanden gestolen, dan kan een concurrent je complete ontwerp in handen krijgen en meteen gaan produceren – en die belangrijke race to market winnen. Daarom zijn bedrijven er van overtuigd dat je die bestanden je eigen lokale netwerk moeten bewaren – en zeker niet in de cloud. Verandering In de afgelopen jaren hebben we wel gezien dat de houding ten opzichte van
deze belemmeringen voor SaaS-acceptatie is veranderd. Netwerksnelheden zijn zo fors toegenomen dat deze nu op gelijk hoogte met die van een lokaal netwerk komen. Nog belangrijker is dat SaaS-tools een onbeperkte rekenkracht hebben dankzij de cloud. De computer op je bureau is wat het is en wordt pas sneller bij de volgende hardware-vervanging. Met met SaaS is je 'computer' zo groot als de opdracht waar hem voor nodig hebt – heb je tien keer meer resources nodig, dan krijg je die. En wat cyberbeveiliging betreft? De meeste mensen achten een professioneel beheerde cloudomgeving nu bijna altijd veiliger dan het lokale netwerk van een gemiddeld bedrijf. Die gedachtegang weerspiegelt het vermogen van cloudleveranciers om te investeren in de nieuwste beveiligingsmaatregelen en het aantrekken van talent. Kantelpunt We hebben het punt performance grotendeels ondervangen, nieuwe voordelen van SaaS zien voorbij komen en onze denkwijze over security omgedraaid. Nu kunnen we ons concentreren op voordelen als kosteneffectiviteit, innovatiesnelheid, samenwerking, mobiliteit voor een hybride personeelsbestand en 'elastische’ rekencapaciteit. Met die traditionele kwesties achter constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:06
Jim Heppelmann, president en ceo van PTC: ‘Het kantelpunt voor SaaS in productontwikkeling is bereikt'.
ons, zien we dat de acceptatie van SaaS in productontwikkeling het kantelpunt heeft bereikt. In het onderwijs is dat al zo, met technologieën als Onshape en Google Docs die beide tijdens de pandemie leren op afstand hebben ondersteund. De mogelijkheid om op elk apparaat, op elk moment te kunnen werken, betekent dat studenten op school aan CAD-ontwerpen kunnen werken op een pc of Chromebook – of op hun telefoon. Of thuis op een MacBook. Alle functionaliteit en de nieuwste gegevens zijn altijd toegankelijk, omdat ze van meet af aan nooit op een van die apparaten hebben gestaan. Ik zie als het gaat om de de SaaS-acceptatie in het onderwijs twee belangrijke aspecten. Studenten zijn digital natives met een open blik, die goede technologie graag omarmen. En scholen zitten meestal niet vast aan legacy-vereisten, die een overstap naar de cloud bemoeilijken of in de weg staan. De beroepsbevolking van morgen, de studenten, maakt nu al gebruik van SaaS-methodologie. Wanneer zij met die ervaringen straks hun beroep gaan uitoefenen, zal dat alleen maar sneller meer worden. SaaS in het mkb Net als in het onderwijs zitten startende en kleine bedrijven vaak minder vastgeroest in gevestigde technologie en data. c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art06_0003.indd 33
Ze zijn eerder geneigd innovaties uit te proberen, die een zakelijk voordeel kunnen opleveren. In de softwaresector is het meestal zo dat na een paar jaar van 'momentum’ onder de kleinere bedrijven, middelgrote bedrijven meer belangstelling krijgen. Een paar jaar van beweging in het middensegment trekt meestal de aandacht van grote bedrijven en dat is precies wat we nu zien. Onderzoek van PTC laat duidelijk zien hoe de markt voor productontwikkeling naar SaaS kijkt: het omslagpunt is bereikt. In een onderzoek onder 150 leidinggevenden in engineering design, manufacturing design en product lifecycle management, geeft 91 procent aan dat ze nu SaaS overwegen voor CAD en 90 procent doet dit voor PLM. Dat is een drastische verschuiving ten faveure van SaaS en de grootste drijfveer is ongetwijfeld het uitbreken van de COVID-pandemie. Nu alles wijst op de bereidheid van productontwikkeling om met SaaS in zee te gaan, is het niet meer dan logisch dat PTC de beslissing heeft genomen Arena over te nemen, de toonaangevende SaaS PLM-oplossing in de markt. CAD en PLM zijn als peas in a pot – ze gaan altijd hand in hand. Hoe beter CAD functioneert, hoe meer bedrijven PLM nodig hebben. Maar de functionaliteit van beide moet natuurlijk wel goed ge-
ïntegreerd zijn. Dus als je SaaS CAD wilt, dan wil je uiteraard ook SaaS PLM, en heeft een naadloos geïntegreerde oplossing de absolute voorkeur. Lange termijn Wij geloven dat SaaS in de komende tien jaar de dominante implementatiemethode zal worden voor engineeringen productontwikkelingssoftware. We weten dat onze grote Creo- en Windchill-klanten de kracht van SaaS willen omarmen, maar ook dat ze niet echt van tool willen veranderen. Daarom moeten we twee verschillende SaaS-applicatiesuites hebben - een die een ongeëvenaarde mogelijkheid biedt om te innoveren en een andere die SaaS-voordelen biedt ter onderbouwing van upward-compatible versies van Creo en Windchill. Onze strategie is om de voordelen van SaaS te leveren zonder de manier te verstoren waarop zij deze producten vandaag gebruiken. Forward-compatibility wordt ons concurrentievoordeel en we verwachten een rimpelloze gebruikerservaring. Dus: het kantelpunt voor SaaS is hier, voor productontwerpers over de hele wereld. Omarm het, gebruik het en breng je producten sneller en slimmer tot leven dan ooit tevoren. WWW.PTC.COM
33
21/04/2021 16:06
34
CST_Column.indd 34
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:07
PRODUCT LIFECYCLE MANAGEMENT
PLM en de supply chain In de jaren ‘70 was bij Philips de toeleveringsketen nog geen issue. Het motto was ‘van zand tot klant’. Zand is de grondstof voor glas in beeldbuizen. Je koopt zand in en levert TV-toestellen. Door de hele productieketen in eigen hand te houden bereikte je maximaal schaalvoordeel en minimale kosten. In Eindhoven stond een productielijn voor beeldbuizen, gevoed door een glasoven ter grootte van een zwembad. Uit die oven liep een constante stroom glas waar globs van constant gewicht werden afgeknipt. Die globs vielen in een matrijs waarin het glas tot een beeldscherm werd geperst. Na afkoelen werd de fosforlaag aangebracht en een raster om de drie kleuren goed naast elkaar te projecteren. Voor het beeldscherm was de zuiverheid van het glas heel kritisch omdat dichtheidsvariaties in het dikke scherm als ‘slieren’ het beeld konden verstoren. Als er slieren ontstonden was dat een ramp, want de lijn kon niet gestopt worden, dus de volledige productie moest worden gedumpt tot het glas weer zuiver was. Ik heb het meegemaakt dat zand uit Canada per vliegtuig werd aangevoerd om de oven weer in evenwicht te krijgen. Dus toch toeleveringsproblemen. Hoewel beeldbuizen in slechts enkele maten werden geproduceerd, kwamen er in de jaren ‘70 steeds meer varianten in de complete toestellen. Dat leidde tot het verbijsterende verschijnsel dat herhaaldelijk de magazijnen overvol waren terwijl tegelijk de verkooporganisatie schreeuwde om types die niet in voorraad waren. Dat was een heel schokkende ontdekking: productieoverschot en -tekort tegelijk kwam in de tot dan volledig aanbod-gedreven markt niet voor. De TU/e werd er bij gehaald en dat was het begin van productielogistiek als wetenschap. De oorzaak bleek een bekend verschijnsel uit de regeltechniek: als een regelsysteem een tijdvertraging heeft in de terugkoppeling, dan wordt het systeem overkritisch en gaat oscilleren: het ene moment is de output te laag, even later te hoog, dan weer te laag en zo voort. Dat was een duur spelletje door hoge voorraadkosten en gemiste omzet. Het bleek bovendien niet alleen een probleem met het eindproduct, maar hetzelfde slingerverschijnsel deed zich ook voor bij voorraden halffabrikaten. Het ‘van zand tot klant’-principe met zijn geïntegreerde productstroom deed hier niets aan af, want elke productieafdeling maakte zijn eigen planning. Dus de golven plantten zich keurig voort tegen de productiestroom in. Elke schakel stelde zijn planning pas bij, als hij een overschot of tekort ontdekte. En dan duurde het nog enkele weken voordat de verandering in zijn vraag bij de vorige schakel zichtbaar werd. Ziedaar de ontdekking van de supply chain. Uiteraard hadden de wetenschappers een oplossing: laat de c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Column.indd 35
computer de hele stroom doorrekenen en een optimale planning bepalen. De stroom wordt bepaald door de stuklijst en dat levert een hoop rekenwerk. Maar gelukkig was net de harde schijf beschikbaar gekomen en zo kwamen de eerste MRP-systemen tot stand. Die leidden wel tot meer rust in de keten, maar de schommelingen bleven. Het probleem was dat de productieplanning werd gevoed met de jaarprognoses van de verkoopafdeling. De markt hield zich daar natuurlijk niet aan, maar een verandering in het verkoopplan leidde pas na een week of zes tot een verandering in de output. Gelukkig waren er een paar tot informaticus verworden regeltechnici, die de desastreuze rol van vertraging in de terugkoppeling onderkenden. Waar het oude papieren planningssysteem met een frequentie van maanden werkte, verhoogden de batch-georiënteerde MRP-systemen die frequentie tot een week. Dat scheelde al een stuk. Verder realiseerde men zich dat voorraad niet alleen renteloos kapitaal is, maar vooral doorlooptijd en daarmee instabiliteit. Langzaam drong het besef door dat lange series wel lage productiekosten geven, maar niets opleveren zolang het product in het magazijn blijft staan. De frequentie van de planningsruns kon tot dagelijks worden verhoogd door de output niet meer uit centrale printers, maar uit lokale beeldschermen te laten rollen. Material Requirements Planning werd Manufacturing Resource Planning. Computer Integrated Manufacturing verhoogde de flexibiliteit van machines zodanig dat men niet voor geplande, maar voor getekende verkooporders kon produceren. Daarmee was zowel de foutbron van de commerciële planning als de vertraging van grote voorraden geëlimineerd. De ERP-markt was daar, want zonder computers waren die snel variërende stromen niet te besturen. De flexibiliteit van de productielijnen stond ook toe om zonder extra kosten veel meer varianten te produceren. Met artikelnummers voor alle nodige componenten voor alle mogelijke varianten waarvan ook nog vaak verschillende revisies achter elkaar door het systeem stroomden, ontstond de bittere noodzaak om ook de distributie van productgegevens aan te computer toe te vertrouwen. Dat werd dus PLM.
HENK JAN PELS gepensioneerd universitair hoofddocent bedrijfskundige informatica (TU Eindhoven), is onafhankelijk consultant, gespecialiseerd in Product Data Management. H.J.PELS@OUTLOOK.COM
35
21/04/2021 16:07
ONTWERPEN EN CONSTRUEREN
Boek over Van der Hoek LEVEN EN WERKEN VAN EEN BEVLOGEN CONSTRUCTEUR Wim van der Hoek was werktuigbouwkundig ingenieur bij Philips (1949-1984) en buitengewoon hoogleraar aan de TH Eindhoven (1962-1984). Hij stond aan de wieg van de Nederlandse wijze van precisie-mechanisch construeren, zoals vastgelegd in zijn Des Duivels Prentenboek. Twee jaar geleden overleed hij en vorig najaar verscheen een boek over zijn leven en werken. “De invloed van Wim gaat vooral via de vele mensen die hij heeft onderwezen, begeleid of anderszins geïnspireerd.”
Zijn ene opa laat tijdens diens dienstplicht bij de marine bijna het leven op de Waddenzee. Zijn moeder mag na een miskraam eigenlijk geen kinderen meer krijgen en als Wim van der Hoek dan in 1924 toch wordt geboren, is zijn start uiterst moeizaam. Hij groeit op in een onderwijzersgezin in Kapelle-Biezelinge (Zeeland) en later Leiderdorp. Tijdens
TAL VAN BEDRIJVEN ZIJN HEM SCHATPLICHTIG Van der Hoek is trots op de prestaties van zijn oud-studenten, zeker degenen die succesvol een eigen bedrijf zijn gestart. Een van hen is Huub Janssen, die in ’85 afstudeert en na een aantal jaren bij ASML een eigen bedrijf start, Janssen Precision Engineering (tegenwoordig JPE geheten). In 2016 neemt het dan 25-jarige bedrijf een Wim van der Hoek conference room in gebruik. De naamgever, 92 jaar oud, woont de ceremonie bij. Janssen presenteert het als een blijk van waardering voor diens niet aflatende betrokkenheid bij de Nederlandse precisietechnologiegemeenschap. (Foto: JPE)
36
CST_Art06.indd 36
de Tweede Wereldoorlog beleeft hij spannende momenten in de illegaliteit, als hij verkenningen uitvoert naar de V2, het vergeldingswapen dat de Duitsers in ’44-’45 inzetten tegen de geallieerden, onder meer vanaf lanceerlocaties tussen Den Haag en Leiden. Vijftig jaar later zal hij zijn oorlogsherinneringen uitgebreid op schrift stellen. Een fragment: “Langzaam aan komt de periode aan, waarin ik wat meer bij verzet, verkenning en waarneming betrok-
ken werd. Een van de voornaamste dingen daarbij: doen wat je doen moest, weten wat je weten moest, en de rest totaal vergeten. Het was ballast en levensgevaarlijk voor anderen als je gepakt zou worden en zou doorslaan. Dat is voor mij zo zeer een levenshouding geworden, dat ik tot de dag van vandaag toe met mensen de meest serieuze en intieme gesprekken kan hebben, meteen ook feilloos doe wat ik beloofd heb of wat me in dat geval nodig of gewenst lijkt, en daarna alles radicaal vergeet, tot en met de naam en het uiterlijk van de gesprekspartner.” Van MTS naar TH In de oorlog gaat Van der Hoek in ’43 naar de MTS, qua niveau vergelijkbaar met de latere HTS. Daar rondt hij de eerste twee studiejaren in één jaar af, met dank aan zijn goede gymnasiumcijfers en een zware voorbereidingscursus metaalbewerking. Een praktijkstage bij Stork-Hijsch in Haarlem, waar hij betrokken is bij sabotage van werk voor de Duitsers, breekt hij september ’44 voortijdig af; zijn verkenningswerk roept. Na de bevrijding is het voldoende voor toelating tot de studie Werktuigbouwkunde aan de TH Delft. Hij studeert er af bij prof.dr.ir. J.W.H. Uytenbogaart, die onconstructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:09
Wim van der Hoek 1924 - 2019
Een constructief leven Ontwerpprincipes en praktijklessen tussen critiek en creatie Lambert van Beukering & Hans van Eerden (red.)
Lambert van Beukering & Hans van Eerden, “Wim van der Hoek, 1924-2019, Een constructief leven – Ontwerpprincipes en praktijklessen tussen kritiek en creatie”, ISBN 978-90-829-6583-4, 272 pagina’s, uitgever DSPE (Dutch Society for Precision Engineering, www.dspe.nl), € 49,50 (€ 39,50 voor DSPE-leden).
der de schuilnaam ‘Technicus’ via-via zijn liaison blijkt te zijn geweest met de Britse inlichtingendienst. Die heeft Van der Hoek’s rapporten ontvangen over de V2, gebaseerd op zijn nachtelijke waarnemingen van lanceringen en inspecties van brokstukken van V2’s die na mislukte lanceringen in het Zuid-Hollandse achterland zijn terechtgekomen. Philips-ingenieur en -adviseur In 1950 legt Van der Hoek het werktuigbouwkundig ingenieursexamen af, maar het jaar ervoor treedt hij al in dienst bij N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken. Hij is werkzaam bij de Bedrijfsmechanisatie van de Apparatenfabriek, later de Hoofdindustriegroep RGT (Radio, Grammofoon en Televisie) en tot slot Video. Hij leidt er de afdeling Voorontwikkeling en stort zich op kansrijke technologieën en functie-elementen. Al gauw gaat hij – samen met de op dat moment enige vrouwelijke werktuigconstructeur 02 - 2021
CST_Art06.indd 37
In de periode 1978-1988 publiceert ‘de constructeur’ een groot aantal overdrukken uit Van der Hoek’s Des Duivels Prentenboek (DDP). Hier DDP-nummer 15 over het maken van stijve en toch lichte frameconstructies.
bouwkundig ingenieur van Nederland – studie maken van het dynamisch gedrag en de positioneringsnauwkeurigheid van mechanismen en machines. Want die machines moeten steeds nauwkeuriger en sneller worden. Zijn werk staat in het teken van de voortschrijdende miniaturisering en de opkomst van de geïntegreerde schakelingen. Van der Hoek ontpopt zich tot een enthousiast netwerker en wordt aangesteld als wetenschappelijk adviseur, tot aan de raad van bestuur van Philips. In die hoedanigheid staat hij mede aan de wieg van het Centrum voor Fabricage Technieken (CFT). Dat wordt in ’68 opgericht als een ‘unieke combinatie van technische specialisaties’, die vanuit de verschillende (hoofd)industriegroepen bij het CFT worden gedetacheerd. Tien jaar is hij er leider van het vakgebied Mechanica en Mechanismen. De laatste jaren, tot aan z’n pensionering in ’84, wijdt hij zich bij het CFT volledig aan ‘zijn’ specialisme,
dynamisch gedrag en positioneringsnauwkeurigheid. Buitengewoon hoogleraar Intussen heeft zijn loopbaan in 1961 een beslissende wending genomen: hij wordt benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de (dan nog) TH Eindhoven. In deeltijd probeert hij Werktuigbouwkunde-studenten het construeren bij te brengen als een confrontatie tussen kritiek en creatie. Met zijn collegedictaat bouwt hij voort op zijn onderzoek bij Philips naar dynamisch gedrag en positioneringsnauwkeurigheid. Voorbeelden van ontwerpen die met het oog op de dynamica licht, voldoende stijf en spelingsvrij zijn, verzamelt hij in zijn befaamde Des Duivels Prentenboek. Deze aanvulling op zijn dictaat presenteert hij als inspiratiebron voor aankomende én ervaren constructeurs. Bij zijn afscheid overheerst voldoening, al moet Van der Hoek vaststellen dat het leren constru- > 37
21/04/2021 16:09
Dit iconische ontwerp is helemaal gebaseerd op een typisch VanderHoeks constructie-element, het gatscharnier, en staat later op het omslag van het boek Constructieprincipes van opvolger Rien Koster. In 1976 studeert Hein Ruyten bij Van der Hoek af op een Het hart van de cvt van VDT: een variator met twee poelies waarover een duwband van snaren en schakels loopt. De poelies hebben een traploos te variëren straal voor het reguleren van de overbrengingsverhouding. Kenmerkend voor zijn sterk visuele werkwijze, maakt Van der Hoek (ruim 10 jaar adviseur van VDT) een kartonnen model, waarop hij de belastingen schetst die een schakel voelt tijdens een rondje variator. (Foto: Arjen Brandsma)
eren met vallen en opstaan is gegaan. Wel heeft hij met zijn colleges en begeleiding een onuitwisbare indruk gemaakt op tal van studenten. Die impact is nog altijd terug te vinden in het onderwijs en de industrie. Constructieprincipes in bedrijf Martin van den Brink, president en cto van ASML, omschrijft die impact in zijn voorwoord bij het boek kernachtig: “De manier van denken die Wim heeft geïntroduceerd, heeft ons ver gebracht en zit diep in onze organisatie verankerd. Dat
‘DE HELE MENS’
is te danken aan de generatie die Wim zelf heeft opgeleid en aan alle anderen die zijn erfgoed in hun opleiding hebben meegekregen. Mede dankzij Van der Hoek zijn wij de beste ter wereld in mechatronica.” Tal van bedrijven die schatplichtig zijn aan Van der Hoek, komen daarover in het boek aan het woord. Ze vertellen over de impact die hij heeft gehad op hun bedrijf en ontwerpaanpak; dat illustreren ze met hoogstandjes uit hun praktijk. Zoals Philips Innovation Services, dat het ontwerp presenteert van een col-
“Vrijdag viel het boek in de brievenbus. Het is geweldig! Lekker veel plaatjes voor iemand die niet van lezen houdt. Het intermezzo ‘Constructieprincipes in bedrijf’ toont de invloed die de aanpak van Van der Hoek heeft op de hightech constructies in Nederland en daarbuiten (Zeiss). Maar ook de tekst vind ik geweldig. Het eerste hoofdstuk, over zijn jeugd, was voor mij veelbetekenend, net zoals dat over Wim’s ervaringen met het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Het boek besteedt aandacht aan de hele mens, en dat was Van der Hoek: een heel mens. Goed geschreven, mijn dank.” Hein Reinders studeerde Werktuigbouwkunde aan de TH Eindhoven (1968-1976, met een opdracht bij Van der Hoek) en werkte aan productontwikkeling bij Philips en ASML.
38
CST_Art06.indd 38
limator voor een CT-scanner. De röntgenbron kan om de patiënt draaien met een toerental van wel 250 min-1. Bij de optredende centrifugaalversnellingen van 35 g moet de collimator micrometernauwkeurig blijven functioneren om de vorm en intensiteit van de röntgenbundel volgens voorschrift te kunnen aanpassen. Het ontwerp berust op VanderHoekse principes als licht en stijf construeren, beheersing van vrijheidsgraden en toepassing van elastische elementen zoals gatscharnieren, bladveren en sprieten. Gedreven gepensioneerde Op zestigjarige leeftijd gaat Wim van der Hoek in 1984 met pensioen, eerst bij Philips en even later ook bij de TH. Vanuit huidig perspectief en – achteraf – gezien de zeer hoge leeftijd die hij bereikt, is hij dan nog jong en heeft hij nog een heel leven voor zich. Dat weet hij goed in te vullen met uiteenlopende activiteiten. De betrokkenheid bij de constructeursgemeenschap blijft. Zo gaat hij als begeleider mee met een studiereis naar Duitsland van het dispuut WOC (Werktuigbouwkundig Ontwerpen en Construeren). In een overgeschoten uurtje geeft hij zelfs college in een Duitse schuur, over een verbeterde constructie voor de persen die ze de vorige dag bij een fabrikant hebben gezien. Ook adviseert Van der Hoek nog diverse gerenommeerde bedrijven. Zijdelings is constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:09
instelmechanisme voor het hysteresevrij en micrometernauwkeurig kunnen manipuleren van een optische spleet voor een laserinterferometer. Links het ontwerp (DDP-nummer 93), rechts het prototype dat Ruyten ervan maakt. (Illustratie: DDP; foto: Hein Ruyten)
hij even betrokken bij ASML, dat juist in ’84 vanuit Philips wordt opgericht. Heel veel tijd besteedt hij aan Van Doorne’s Transmissie (VDT) te Tilburg, bekend van de continu variabele transmissie (cvt). De productie van de schakelband (duwband) voor de cvt bezorgt VDT aanhoudende hoofdbrekens. Hij helpt VDT de werking ervan te doorgronden, waardoor het bedrijf met succes de productie kan opschalen. In 2019 passeert Bosch Transmission Technology, zoals VDT inmiddels heet, de mijlpaal van 75 miljoen duwbanden. Bekroond Als pensionado werpt hij zich nog steeds op – technische en maatschappelijke – ontwerpuitdagingen, zoals een slimme techniek voor het makkelijk aantrekken van steunkousen, of ideeën ter verbetering van het ontwerp voor een stormvloedkering. Het tekent de bevlogen Van der Hoek, die vindt dat de techniek waaraan hij werkt de mens tot steun dient te zijn. De surprise-party voor z’n tachtigste verjaardag, in 2004, overdondert hem en hij is trots op een van de ‘geschenken’, de instelling van de Wim van der Hoek Award voor jonge constructeurs. Afgelopen jaar heeft Constructeur een reeks artikelen gewijd aan winnaars en hun bekroonde afstudeerwerken. Met de award leeft naast Wim van der Hoek’s wijze van construeren ook zijn naam voort. constructeur 02 - 2021
CST_Art06.indd 39
Eind jaren vijftig, begin jaren zestig houdt Van der Hoek zich bij Philips veel bezig met de mechanisatie van de elektronicamontage. Een belangrijk element is de door collega Wil Lenders ontwikkelde klapklauw, die onderdelen oppakt die in een band worden aangevoerd. (Foto: familiearchief Lenders)
Van der Hoek achter het tekenbord bij Philips CFT, waar hij van ’68 tot ’78 leider van het vakgebied Mechanica en Mechanismen is. (Foto: familiearchief Van der Hoek)
“Ik heb het in twee avonden uitgelezen. Het boeide zeer en leverde me een veel breder en beter beeld op van Wim dan ik tot nu toe had. Ik was tenslotte maar gewoon een afstudeerder van Wim en heel veel verder is mijn relatie nooit gekomen. Wat ik met name fijn vind aan het boek is dat het een heel goed en verrassend gedetailleerd (en gedocumenteerd) beeld geeft van zijn persoon, zijn grote invloed, hoe hij zijn invloed uitoefende en welke rol zijn omgeving (in aanvang directe omgeving, maar later ook regio en verder) heeft gespeeld en de basis is geworden van de Nederlandse kracht op het gebied van precisiemechatronica. (…) zoveel is mij wel duidelijk geworden, de invloed van Wim gaat vooral via de vele mensen die hij heeft onderwezen, begeleid of anderszins geïnspireerd.” Herman Soemers deed Werktuigbouwkunde aan de TH Eindhoven en studeerde in 1982 af bij Van der Hoek. Sindsdien werkt hij bij Philips, tegenwoordig als technology manager bij Philips Innovation Services (de ‘derde generatie’ CFT). Van 2002 tot 2012 was hij deeltijdhoogleraar Mechatronic Design aan de Universiteit Twente en in 2009 publiceerde hij ‘ Design Principles for precision mechanisms’ , de eerste Engelstalige opvolger van Van der Hoek’s DDP.
39
21/04/2021 16:09
PRODUCTIETECHNIEK
Eerst de software, dan de machine DRALINE OVER KETENREGISSEURSCHAP, DIGITALISERING, LOGISTIEK EN KWALITEITSBORGING Onlangs voegde Draline een Matec 30 HV toe aan het machinepark. Met de bedfreesbank kan de precisieverspaner uit Nederweert ook grotere werkstukken in minder opspanningen bewerken. Dankzij eerdere investeringen in nieuwe ERP- en CAM-software kon de nieuwe aanwinst vanaf de eerste order volledig aan de slag. L I A M VA N KO E R T
Mark Linders, directeur Draline timmert als precisieverspaner al heel wat jaartjes aan de ketenregisseurseweg in de maakindustrie. “Hoewel we hier voornamelijk cnc-machines op de werkvloer hebben staan, doen we veel meer dan alleen verspanen. Wil je in deze tijd echte waarde toevoegen voor je klanten, dan zijn die gebaat bij een full-service maakpartner. In ons geval houdt dat draaien en frezen in, maar ook co-engineering, het samenstellen van fijnmechanische modules en het goed verzorgen van de uitbestede werkzaamheden.” Kwaliteit borgen Dat laatste is volgens Linders minstens zo belangrijk als de dingen die ze in eigen huis doen. Elke processtap heeft namelijk invloed op de kwaliteit. En wie kwaliteit wil garanderen moet ook verstand hebben van de dingen die elders worden neergelegd. “De specificaties van de producten zijn dermate hoog dat alles invloed op elkaar heeft. Dan kan je niets zomaar even over de schutting gooien en hopen dat het goed komt, maar past een procesmatige aanpak met zorgvuldig geselecteerde toeleverpartners.” Leggen we de klemtoon vervolgens op de tweede lettergreep van kwaliteit, dan blijkt Draline ook daar haar naam als ketenregisseur waar te maken. “Ook de logistiek rondom klantleveringen begeleiden we. Daar ontkom je niet aan als je aan sectoren als de lucht- en ruimtevaart of andere hightech industrieën wilt leveren. Met de tijd mee Rome is niet in een dag gebouwd en dat geldt ook 40
CST_Art03_0002.indd 40
voor Draline. Als familie bedrijf weet Linders zich nog goed te herinneren hoe anders de verspaningswereld eruit zag toen hij het stokje in 2004 van zijn ouders overnam. “Al voor de millenniumwisseling werd er hier volop gedraaid en gefreesd en ook toen werden er diverse processtappen als anodiseren en lakken uitbesteed. Alles ging echter via de papieren pakbon, wat niet de meest waterdichte kwaliteitswaarborging bood. Naarmate de producten steeds complexer en preciezer werden en daarmee ook het aantal uitbestede activiteiten groeide – dit betreft tegenwoordig tweede van alle handelingen – groeide de noodzaak om hier meer grip op te krijgen. Kom je er namelijk tijdens de montage of verlijming pas achter dat iets niet klopt, dan gooi je veel waarde weg. Even voor de beeldvorming: sommige onderdelen waarmee we werken wegen minder dan het QC-dossier dat vroeger uit de printer kwam rollen en worden dan ook in whiteroom-condities verwerkt. Maar natuurlijk kunnen ook bij de montage grove fouten aan het licht komen. Wil je dit voorkomen dan moet je vooraan in de keten gaan meedoen. Al vanaf de engineeringfase meedenken en praten. Je toeleverpartners zorgvuldig kiezen en de tools in huis halen om alle processtappen zo goed mogelijk te faciliteren en begeleiden. Zonder lukt het je nooit hoogwaardige eindproducten just-in-time te leveren.” Eerst digitaliseren Een deel van die gereedschappen bevinden zich in het fysieke domein. Naast een productievloer met twaalf bewerkingsmachines, waaronder de onlangs constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:11
Mark Linders, directeur Draline, bij de Matec 30 HV-bedfreesbank: “Vanaf de eerste spaan draaide hij volautomatisch vanuit het CAD/CAM systeem.”
aangeschafte Matec, hebben we het dan ook over grof- en fijnwasmachines, een ultrasone reiniger en RotoFinish-apparatuur voor het ontbramen. Daarnaast een goed uitgeruste meetkamer. Maar een minstens zo belangrijk hulpmiddel is de software. Niet alleen is dit ‘de lijm’ die de engineering, de productievloer en logistieke keten verbindt, ook is het de software die zorgt dat iedereen weet wat de kwaliteitseisen ten aanzien van productspecificaties en leveringsomvang zijn. Linders: “We hebben hier de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in nieuwe >
MBD: WAT DOET DRALINE ER MEE?
“Eigenlijk hebben met ons CAM-pakket TopSolid alles in huis om met Model Based Definition aan de slag te gaan.”
Zoals Mark Linders aangaf zetten steeds meer klanten van Draline hun eerste stappen richting Model Based Definition. Storm loopt het echter nog niet. Hoewel er wel enkele proeven gedaan zijn met STEP242, is werken met de nieuwe slimme STEP-file vooral nog toekomstmuziek. Linders: “Eigenlijk hebben met ons CAM-pakket TopSolid alles in huis om met Model Based Definition aan de slag te gaan. Alles zit er inmiddels in. De machines, de gereedschappen, de gereedschaphouders, de opspanmiddelen, de postprocessoren, de materialen en de snijparameters. In principe heb je dan al een mooie basis om alles te simuleren waarbij de bewerkingsstrategieën goed met de werkelijkheid overeenkomen. Een volgende stap voor Model Based Manufacturing zou zijn om ook de feature-herkenning te automatiseren. Bij veel CAM-paketten bestaat die mogelijkheid al. In Top Solid noemen ze dit ‘Methods’, maar dat is per CAM-pakket verschillend.” Hoewel Draline goed is voorgesorteerd voor een modelgebaseerde toekomst, ligt de bal momenteel vooral bij de klanten. Die moeten hun features namelijk wel op de juiste manier in aangeleverde modellen
constructeur 02 - 2021
CST_Art03_0002.indd 41
definiëren wil Draline het genereren van bewerkingsstrategieën volledig kunnen automatiseren. Linders: “De interesse bij klanten is er wel, maar zij zijn zich vooral nog aan het oriënteren. Wel willen wij er klaar voor zijn op het moment als zij dat ook zijn. Door voorop te lopen kan je namelijk mee sturen en elkaar behoeden voor valkuilen die er bij dit soort nieuwe manieren van werken altijd zijn. Bovendien ben je veel te laat – zeg een jaar of twee - als je bij een eerste aanvraag nog met MBD moet beginnen.” De MBD-voorbereidingen die Draline treft zijn overigens niet ingegeven door de angst de boot te missen. Linders ziet vooral een enorm besparingspotentieel als het op programmeren aankomt. “Hoewel wij echt wel de nodige repeat-orders hebben, zitten wij voornamelijk in het high mix – low volume segment. Als je je bewerkingsstrategieën dan volledig kunt automatiseren dan praat je al snel over tijdbesparingen van 50 procent met betrekking tot het CAM-programmeerwerk. Dat is goed nieuw voor ons en onze klanten. Zowel voor wat betreft kostprijs als doorlooptijd.”
41
21/04/2021 16:11
“De implementatie van Ridder IQ – ons ERP systeem – heeft ons de kans gegeven onze processen nog eens goed onder de loep te nemen en opnieuw in te richten.”
software. Zo heeft de implementatie van Ridder IQ – ons ERP systeem – ons de kans gegeven onze processen nog eens goed onder de loep te nemen en opnieuw in te richten. Daar op aansluitend hebben we ons TopSolid CAM-pakket ge-upgrade naar versie 7. Er is nog wel papier op de werkvloer, maar digitaal is tegenwoordig ook daar leidend. Dit maakt niet alleen het samenwerken in de keten eenduidig, het is ook een voorwaarde als je automatisch storingsvrij je machinepark wil kunnen aansturen. Wil je in de nacht zonder stilstand kunnen doordraaien dan is een robuuste infrastructuur belangrijker dan je cyclustijden. Bij de Matec is het trouwens bijzonder dat dit ook de eerst machine is waar het papier helemaal achterwege gelaten wordt.” Dan integreren Nu kan je een hoop machines en meetapparatuur kopen en dit vervolgens met uitgekiende software aan elkaar lijmen. Volgens Linders is dit echter precies de verkeerde volgorde. Het is verstandiger om eerst de digitale infrastructuur te bouwen die de benodigde processen faciliteren en dan pas de hardware te koppelen. In dat geval kan je zelfs een mechanisch in perfecte staat verkerende tweedehands Matec tot volwaardig automatische kracht van het machinepark maken. Linders: ”Vroeger volgde eerst de mechanica, dan de elektronica en aan het eind van de rit kwam de software erbij. Bij een meer mechatronische benadering van machinebouw die twintig jaar geleden in opkomst was, liepen deze zaken steeds meer parallel. Tegenwoordig zie dat het oude beeld juist gekanteld is. Je ontwikkelt eerst de wiskunde, dan de software en dan pas de elektronica en mechanica. In ons geval waren we al even op zoek naar een grotere freesmachine, omdat het systeem dat we zelf hadden ontwikkelt voor grotere werkstukken was gebaseerd op het telkens doorschuiven van het werkstuk niet meer voldeed. Je wil uiteindelijk zo min mogelijk opspanningen. We 42
CST_Art03_0002.indd 42
vonden een Matec 30 HV die qua geometrie in nieuwstaat was en dus geen omkeerspelingsafwijkingen in de spillen vertoonde. We hebben hem helemaal gedigitaliseerd en met twee extra schermen uitgerust, maar pas in gebruik genomen toen we de postprocessor en de orderflow op orde hadden. Dus vanaf de eerste spaan draaide hij volautomatisch vanuit het CAD/CAM systeem. Wanneer we dat andersom hadden aangepakt had ons dat veel meer tijd gekost.” Nieuwe standaarden en toekomst Of de digitaliseringsklus daarmee geklaard is? Wat Linders betreft ben je daarmee nooit klaar. Enerzijds ligt er met de nieuwe infrastructuur nu ook de kans om het gereedschapsmagazijn volledig te automatiseren. Bovendien zijn er nieuwe standaarden in ontwikkeling die te veelbelovend zijn om niet mee aan de slag te gaan. “Een van de volgende stappen die we willen zetten is ons voorbereiden op Model Based Definition. Steeds meer klanten zetten namelijk de eerste stappen om alle maakinformatie niet meer in de tekening op te nemen, maar rechtstreeks in hun CAD-model te integreren. Zij kunnen dit vervolgens exporteren in het STEP242-formaat, wat wij rechtstreeks zouden kunnen inlezen om ons machinepark mee aan te sturen. Een andere veelbelovende standaard is SCSN. Hiermee kunnen samenwerkende bedrijven hun ERP-systeem aan hetzelfde netwerk koppelen zodat zij hun capaciteit kunnen delen. Voor aanvragen door klanten kan op basis van beschikbaarheid en kostprijs de order automatisch bij de meest geschikte machine terecht komen. Ik zeg expres meest geschikt in plaats van voordelig. Want één van de risico’s is natuurlijk wel dat er een race naar de bodem ontstaat. En daar doen wij als Draline niet aan mee. Kwaliteit staat voorop en dat zal ook in de toekomst zo blijven.” DRALINE.NL
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:11
PRODUCTIETECHNIEK
247TailorSteel en Sophia VOLAUTOMATISCH ENKELSTUKS PRODUCEREN Tot voor kort was Sophia (Sophisticated Intelligent Analyzer) van het in Varsseveld gevestigde 247TailorSteel ‘slechts’ een offertesysteem dat binnen een minuut een prijsopgave deed. Maar inmiddels controleert het systeem aanvragen ook op maakbaarheid en voedt het de productie en klanten met haar bevindingen. Hierdoor wordt het mogelijk om enkelstuks maatwerk in plaat of buis binnen 48 uur te leveren. L I A M VA N KO E R T
Zo’n tien jaar voordat toenmalig minister van Economische Zaken Henk Kamp de Nederlandse metaalsector aanspoorde zich in te zetten voor een Smart Industry en zich aan te sluiten bij de diverse fieldlabs die als paddenstoelen uit de grond schoten, was visionair en ondernemer Carel van Sorgen al flink wat digitale stappen verder. Vijf jaar lang had hij met programmeurs aan een offertesysteem gewerkt dat tekeningen kon inlezen, analyseren en vertalen in een betrouwbare offerte, zodat op termijn volautomatische enkelstuksproductie van me-
MBD: WAT DOET 247TAILORSTEEL ER MEE?
In principe wordt er al een soort 'light versie' van het MBD-pad door 247TailorSteel bewandeld door het machinepark rechtstreeks vanuit CAD aan te sturen. Hierbij gelden uiteraard wel beperkingen met betrekking tot de aanleverspecificaties omdat er nu eenmaal een standaard nodig is. Een van de standaarden is STEP. Sophia ondersteund hierbij de STEP-formaten AP203 en AP214. Hierbij geldt dat er gewerkt dient te worden met nominale maten met symmetrische toleranties. De eenheden dienen in millimeters te worden opgegeven. Een STEP-file mag zowel een mono-deel als een samenstelling bevatten. Sophia herkent op basis van de geometrie vlakke plaat, gebogen plaat en buis. Overige geometrie wordt niet herkend. Ook mogen in het 3D-model geen afschuiningen, schroef-/draadgaten of verzonken gaten worden getekend. Deze kunnen niet worden gesneden. Een verdiept gat wordt als gravering herkend.
constructeur 02 - 2021
CST_Art05.indd 43
talen plaat- of buisproducten mogelijk zou zijn. Plan was het systeem te verkopen aan een van de grote metaalbedrijven van Nederland. Maar toen hij daar stuitte op onbegrip en nul op rekest kreeg, besloot hij op 57-jarige leeftijd zelf nog maar een bedrijf te beginnen. Dat was dertien jaar geleden. Inmiddels telt 247TailorSteel drie vestigingen en was het in 2019 – het jaar waarin Van Sorgen met pensioen ging – goed voor een omzet van ruim 90 miljoen euro. Coronajaar 2020 belooft een nog hoger getal onder de omzetstreep. Een goed parametrisch begin… Frank Gelen is als operationeel directeur nog steeds onder de indruk van de roadmap die Van Sorgen destijds voor 247TailorSteel wist neer te leggen. Met een werktuigbouwkundige achtergrond en jaren werkervaring in de metaalsector is de productiepraktijk van het verspanen hem alles behalve vreemd. “Nog niet zo lang geleden – en bij veel bedrijven werkt dit nog steeds zo – kwam er bij het maken van een offerte heel wat kijken. Een klant stuurt zijn 3D-model of 2D-tekeningen op naar een potentiële leverancier. Meestal via e-mail. Die gaat vervolgens kijken wat er gemaakt moet worden, welke machines hier voor nodig zijn, wat de verblijftijd op elk van die machines is, welke capaciteit er op dat moment op de productievloer aanwezig is. Misschien zijn er nog onduidelijkheden en wordt er nog een paar keer op en neer gemaild tot dat er uiteindelijk een offerte ligt. Afhankelijk > 43
22/04/2021 09:07
Sophia checkt de kritische punten, koppelt deze automatisch terug richting de aanvrager en komt met een verbeteringsvoorstel.
van de ordergrootte en levertijd wordt er misschien ook nog over een korting onderhandeld. Dit is zo maar een proces van enkele dagen, dat bovendien kostbaar is als je de uren handwerk gaat tellen.” Gelen legt uit dat Sophia al deze stappen elimineert door de aanvraag ‘uit te kleden’ en deze om te zetten naar een parametrisch model waarmee tal van zaken gesimuleerd kunnen worden. De tijd om tot een betrouwbare offerte te komen wordt hiermee teruggebracht naar 1 minuut. Hierbij wordt bovendien de kwaliteit van de modellen en de maakbaarheid gecontroleerd. Sluiten alle polygonen wel netjes aan voor foutloos inlezen door de machine? En is het de bedoeling dat dat gat in de plaatuitslag zo dicht bij een zetlijn met een bepaalde buigradius ligt, waardoor het gat ovaal zal worden? Sophia checkt de kritische punten, koppelt deze automatisch terug richting de aanvrager en komt met een verbeteringsvoorstel. Dat voorkomt problemen aan de machine, maar vooral ook verrassingen bij de klant die er een beter product aan overhoudt. Enkelstuks maatwerk tegen oneindige capaciteit De ervaring leert dat automatiseren nooit feilloos is. Ook Sophia kan er wel eens naast zitten. Is het doen van een bindende prijsopgave en een automatische koppeling aan de productie dan ook niet gevaarlijk? Volgens van Gelen niet. Sterker nog: doordat 247TailorSteel is gestandaardiseerd op gangbare buis- en plaatafmetingen met een beperkt aantal materialen en hier vervolgens ook het hele machinepark, inclusief geautomatiseerde logistiek met AGV’s (automated guided vehicle) en robots op heeft uitgelegd, is ook de kwaliteit flink omhoog gegaan. Van Gelen: “Dagelijks krijgt 247TailorSteel voor alle vestigingen ruim 2000 aanvragen binnen. 44
CST_Art05.indd 44
Hiervan worden er in Varsseveld gemiddeld 300 als order verwerkt. Hier varen we blind op. Eén van de redenen dat we ons hierbij eigenlijk nooit in de vingers snijden is de manier waarop we zaken als nesting in ons MES (Manufacturing Execution System) geregeld hebben. Door de grote volumes is het geen probleem om voor één of meer platen vijf verschillende klanten te hebben. Dat heeft onder andere tot gevolg dat de ordergrootte nauwelijks van invloed is op de prijs. Er is nauwelijks snijafval. Maar ook grote orders zijn geen probleem. Gisteren kregen we een aanvraag voor 2700 platen. Die hebben we hier dankzij ver doorgevoerde standaardisatie gewoon op voorraad liggen. Maar we zien vooral steeds meer klanten die enkelstuks bestellen en zelf helemaal niks op voorraad hoeven te houden. We kunnen eigenlijk elke aanvraag, groot of klein, binnen 48 uur leveren met een leverbetrouwbaarheid van 99,7 procent. Daar zijn we best trots op.” Van Gelen legt uit dat met een uitbreiding richting Duitsland – er staan sinds kort ook fabrieken in Hilden en Oyten – gepland kan worden tegen een oneindige productiecapaciteit. “Zolang de aanvraag binnen de standaard ligt, hoeven we eigenlijk nooit ‘nee’ te verkopen en komen we daarbij nooit voor verrassingen te staan. Mocht het voorkomen dat we het in Varsseveld niet op tijd gemaakt krijgen, dan schakelen we onze Duitse collega’s in en vice versa. Dit is nu nog in goed overleg, omdat de fabrieken niet digitaal gekoppeld zijn. Maar de klant merkt hier niets van. De visie voor de toekomst is echter om een groeiend aantal productielocaties – we kijken momenteel ook naar productiemogelijkheden in de regio tussen München en Stuttgart - te integreren tot één 247TailorSteel productienetwerk.” WWW.WWW.247TAILORSTEEL.COM
constructeur 02 - 2021
22/04/2021 09:07
ONTWERPEN EN CONSTRUEREN
Vierkante engineering ‘CARBON’ KOPPELSTUKKEN EN PULTRUSIE-PROFIELEN Refitech heeft het assortiment vierkante koolstofvezelversterkte constructieoplossingen verder uitgebreid met de nieuwe 40x40 mm ‘High Precision’ koker met een standaardlengte van 1600 mm en de bijbehorende RefiFLEX 40S koppelstukken. Ook leverbaar in de Benelux: het UD carbonconstructiesysteem van CarboSix. De CarboSix pultrusie-profielen hebben geïntegreerde montagesleuven, zodat ze door middel van verschillende bevestigingsmaterialen tot frames kunnen worden geschroefd, in plaats van verlijmd.
Nieuw in het RefiFLEX-programma zijn de 40x40 mm High Precision-koker met een standaardlengte van 1600 mm en de bijbehorende koppelstukken.
“Wij zien een groeiende markt voor lichtgewicht constructies”, zegt Bas Nijpels, sales engineer bij Refitech. “Steeds meer werktuigbouwkundigen maken dan ook gebruik van onze carbonvezel buizen, kokers en profielen. Naar aanleiding daarvan kregen we steeds vaker de vraag naar buizen en kokers met grotere afmetingen, als aanvulling op onze succesvolle 20, 25 en 30 mm RefiFLEX-serie. Net als zijn kleinere soortgenoten is de nieuwe 40x40 mm HP van binnen en van buiten glad afgewerkt, zodat de koppelstukken perfect passend kunnen worden verlijmd. Door verschillende elementen te combineren, c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
CST_Art05_0002.indd 45
kunnen zo heel gemakkelijk lichtgewicht frames voor allerlei toepassingen worden geconstrueerd.” Vormen en maten Bas Nijpels gaat verder: “Het RefiFLEX buizen- en verbindingsprogramma omvat intussen 18 verschillende vormen en maten. En hoewel onze klanten steeds nieuwe interessante toepassingen bedenken, is hun uitdaging altijd hetzelfde; hoge prestaties bij een lager gewicht dan met een vergelijkbare aluminium oplossing. Enkele recente voorbeelden zijn frames voor grote led-schermen, waar voor onze > 45
21/04/2021 16:11
OVER CARBOSIX
CarboSix maakt deel uit van Alusic s.r.l. en is gevestigd in Mondovì (CN) in Piemonte, Italië. De CarboSix-lijn van pultrusie carbonvezel structuurprofielen, -buizen, -staven en -platen is het resultaat van Alusic's ervaring als fabrikant van aluminium profielen en -componenten, gecombineerd met de intrinsieke mechanische eigenschappen van carbonvezel. Dit biedt aanzienlijke voordelen voor industriële automatisering en de maakindustrie vanwege de hoge sterkte, het lage gewicht, de dimensionale stabiliteit en de corrosiebestendigheid. CarboSix beschikt over ervaren ingenieurs en ontwerpers, en kan zijn klanten hulp en advies bieden over de functionele aspecten en geschikte toepassingen van zijn producten. Het productieteam creëert originele oplossingen en voert alle nodige tests en kwaliteitscontroles uit. De CarboSix-profielen zijn unidirectionele (UD)-carbon-vezel pultrusie-profielen met geïntegreerde montagesleuf.
kokers is gekozen vanwege hun hoge sterkte en lage gewicht, meetsystemen die voordeel hebben van de heel lage uitzettingscoëfficiënt en hoge stijfheid van carbon, en grijperoplossingen, waar carbon wordt gebruikt vanwege het lage gewicht zonder het risico van metaalmoeheid. Een carbonvezel-oplossing heeft uiteindelijk een veel langere levensduur, en dat voordeel betaalt zich snel terug.” Pultrusie-profielen Als onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst met CarboSix uit Italië, heeft Refitech nu ook het constructiesysteem van dat bedrijf aan het portfolio toegevoegd. In tegenstelling tot het multilayer pre-
De profielen van CarboSix zijn ideaal zijn voor oplossingen die een hoge buigstijfheid en een laag gewicht vereisen.
46
CST_Art05_0002.indd 46
preg RefiFLEX-systeem, bestaan de Carbosix-profielen uit unidirectionele (UD) pultrusie-profielen. Daardoor zijn ze ideaal voor oplossingen die een hoge buigstijfheid vragen bij een laag gewicht. De drie beschikbare afmetingen zijn 90x90 mm, 90x45 mm en 45x45 mm, en deze zijn allemaal voorzien van een geïntegreerde montagesleuf. Dankzij deze sleuven kunnen de profielen voor de constructie van frames met verschillende bevestigingsmaterialen aan elkaar worden geschroefd. Kalibratieframes of montagemallen “Veel voorkomende toepassingen voor deze profielen zijn kalibratieframes of assemblagemallen voor de automobiel-, machinebouw- en luchtvaartindustrie”, licht Bas Nijpels toe. “Door het gebruikte materiaal zijn de carbon frames en mallen zowel lichter als stijver dan hun metalen tegenhangers. Vergeleken met aluminium frames kan dit systeem tot 70 procent gewicht besparen bij een vergelijkbare sterkte en stijfheid. Voordelen voor de eindgebruiker zijn niet alleen een hoge dimensionale stabiliteit en een lage ergonomische belasting. Doordat het systeem gebruik maakt van moer- en boutverbindingen, biedt het CarboSix-systeem de gebruikers meer flexibiliteit voor aanpassingen of het herschikken van componenten als dat in het productieproces nodig is.” WWW.CARBOSIX.IT WWW.REFITECH.NL
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 16:11
Uitge li novem cht be 2019 r
Betrouwbare Compacte vergrendelmagneten hoekmetingen onder bestand tegen hoge dynamische omstandigheden dwarskrachten
PRODUCT
Nieuws KABELKANALEN Kabelkanalen – of kabelgoten – beschermen kabels en leidingen tegen invloeden van buitenaf zoals beschadiging, stof en vuil. Een betrouwbare kabelgeleiding verlengt bovendien de levensduur van je kabels en leidingen. Fabrikant Pflitsch heeft drie oplossingen voor een betrouwbare en efficiënte kabelgeleiding: draadgoot-kabelkanalen, PIK-kabelkanalen en het VARiOX-kabelgootsysteem Elk type kabelgoot heeft zijn eigen specifieke toepassing. Zo zijn de open draadgoot-kabelkanalen speciaal ontworpen voor de voedingsmiddelenindustrie. De PIK-kabelkanalen zijn geschikt voor machinebouwers die kleinere aantallen kabels toegepassen. Het VARiOX-kabelgootsysteem kies je wanneer je snel een eenvoudige installatie wilt maken. Alle kabelgootsystemen voldoen aan de eisen zoals die gesteld worden in de norm IEC 61537. Deze norm beschrijft de eisen voor kabelkanalen die worden gebruikt om kabels en leidingen te geleiden. Neem voor meer informatie over keurmerken en certificeringen (VDE, SA, UL, C-UL, DNV-GL, CE, RoHS) van elk type Pflitsch-kabelkanaal contact op en doe dat ook bij vragen over welk type kabelgoot de beste oplossing biedt bij problemen met EMC. WWW.HEMMINK.NL
De dynamische inclinometer van DIS Sensors kan Onlangs heeft Magnet Schultz een doorontwikkeling machines monitoren zónder dat schokken van de serie G SC X geïntroduceerd onder de de waarden naam beïnvloeden. Werkend op een nieuw ontwikkeld hardG SC X … B01. Deze nieuwe generatie onderscheidt en fi rmware platform (gebaseerd op de modernste zich onder andere door het feit dat het MEMS chip) worden 3-assige versnellingsopnemer magneetlichaam vasteen is verbonden met de aandrijving en een 3-assige gyroscoop Effiofciënt, waardoor de spoel niet kan gecombineerd. worden gedraaid betrouwbaar en veel goedkoper dan de traditionele uitgewisseld. Door de compacte bouw zijn de oplossingen. elektromagnetisch bekrachtigde vergrendelingen, met beschermingsklasse IP40, bestand tegen hoge Alle delen van eenDit machine zijn continu in beweging dwarskrachten. levert een kostenvoordeel op als gevolg van bijv. externe factoren. Deze terwijl nog altijd de mogelijkheid bestaatbewegingen om te worden meestal de besturing doorgegeven met een kiezen voor eenaan stangafdichting met een hogere inclinometer. Om te voorkomen dat onbedoeld schokken beschermingsgraad. en trillingen het signaal ‘vervuilen’, worden bijv. filters toegepast. Effectief, maar ook duurder aansluiting en complexer. Kenmerkend is tevens de beschikbare voor
beschermingsleiders waarmee ook nominale spanningen Door deVAC betaalbare MEMS technologie, gecombineerd tot 250 tot de mogelijkheden behoren. Op basis met slimme software algoritmes, zijn zijn er echter van de compacte en robuuste bouw tot slot hogere nieuwe mogelijkheden om een enkelvoudige dwarskrachten mogelijkontstaan die (in stilstand) kunnen oplopen sensormodule te ontwikkelen die bovenstaande van 750 tot wel 3.000 N. problematiek Toepassingenoplost. zijn te vinden in het vergrendelen van uiteenlopende mechanische onderdelen zoals deuren en Meer luiken.informatie? Neem contact met ons op! Nu verkrijgbaar bij Rotero!
ROTERO HOLLAND Pompmolenlaan 21 3447 GK Woerden 0348-495150 info@rotero.com www.rotero.com
c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
47 Rotero.indd 1
CST_product.indd 47
21-04-21 16:35
21/04/2021 17:00
TABLETHOUDER De IDEC HT3P Safety Commander is een tablethouder voor programmering en onderhoud van robots en systemen, die aan elke tablet kan worden aangepast. Hiermee kan volgens de makers worden bespaard op de kosten van bijvoorbeeld een op maat gemaakte ‘Teaching Pendant’. Ook kan in alle veiligheid een tabletcomputer voor de machinebesturing worden gebruikt. De houder met HE5B-‘enabling switch’ en XA1E-noodstopschakelaar, kan zowel staand als liggend worden gebruikt en is geschikt voor zowel links- en rechtshandige gebruikers. De houder is geschikt voor tablets met een diagonaal tot 330 mm (8-11" schermen) en een dikte tussen 10 en 24 mm en is met de toevoeging van een sleutelslot, ook zeer veilig. Dankzij een USB-C-poort kan de tablet worden opgeladen terwijl hij is geïnstalleerd.
DECENTRALE REGELAAR SEW-Eurodrive heeft een nieuwe, decentrale aandrijftechnologie ontwikkeld: Movimot advanced. Het is een decentrale frequentieregelaar die in de klemmenkast van de asynchrone motor – SEW-type DRN – is geïntegreerd. De technologie heeft volgens de makers verschillende voordelen en maakt bijvoorbeeld minder onderbelasting en een kleinere selectie mogelijk door het aanloopkoppel van 210 procent en geringere aderdikte van de motorbekabeling en van de hoofdvoedingskabel. Op kabels wordt verder bespaard door de integratie van een eventuele encoder en rem in de aandrijving. De combinatie valt in energieklasse IE3. Tussen de verschillende aanstuurmogelijkheden staan onder andere binair, AS-interface, ProfiNet, EtherNet IP, Modbus TCP en EtherCAT. De Movimot is bovendien samen te bouwen met alle standaard SEW-tandwielkasten en is leverbaar met geïntegreerde werkschakelaar. WWW.SEW-EURODRIVE.NL
WWW.APEM.COM
MOTION-CONTROLLER De nieuwe MC3001-motion-controllers van Faulhaber, verkrijgbaar als MC3001 B (board-to-board) of MC3001 P (28-pins stekkerconnector), zijn goed voor 1,4 A continubedrijf en voor piekbelastingen halen ze 5 A. Ze zijn ontworpen als slaves voor aansturings- en positioneringstaken van DC-micromotoren, lineaire DC-servomotoren of borstelloze DC-motoren uit de Faulhaber-productreeks van 6 tot 30 mm. Ze worden geconfigureerd via de Faulhaber Motion Manager software V6 (versie 6.8 en hoger). Als intelligente aandrijvingsmodule zijn ze vooral geschikt om te worden gebruikt in klantspecifieke toepassingen in de robotica, automatiseringstechnologie, machinebouw en medische en laboratoriumtechnologie. Er zijn tot zes verschillende moederborduitvoeringen verkrijgbaar, afhankelijk van de gebruikte motion-controller en de motor. Voor specifieke klantbehoeften kunnen ook nog andere boards worden gemaakt, bijvoorbeeld met een EtherCAT-interface.
FAIL-SAFE SIGNALERINGEN Bij bedrijfskritische processen zoals lekdetectie, gasdetectie, machine inschakeling of andere toepassingen kan nu gegarandeerd worden dat het waarschuwingssignaal wordt gegeven, laat Inrato weten. Zij leveren in Nederland en Belgie de Pfannenberg-signaalgevers die voldoen aan Pl d (EN 13849-1) en SIL2 volgens IEC 62061. Hierdoor is controle op de werking van de signaalgevers gewaarborgd. Bij het geven van een waarschuwingssignaal, een licht- of geluidsignaal, wordt fail-safe gecontroleerd of het signaal daadwerkelijk is verzonden en teruggekoppeld aan de signaalgever. De werking hoeft niet meer periodiek getest te worden. In een M12-connector is voorzien zodat de behuizing gesloten kan blijven. Er zijn zowel led- als xenon-signaallampen en tevens sounders van 114 dB(A) - alle in slagvaste behuizingen en te reinigen met hogedruk (IP66/67). De SIL/PL-signaalgevers zijn leverbaar in 18-30VDC en 230 VDC.
WWW.FAULHABER.NL WWW.INRATO.COM
Importeur van elektrotechnische componenten T. 013 536 01 44
Kasten en Paneelbouw
Industriële elektrotechniek
48
CST_product.indd 48
Kasten en Paneelbouw
Energiedistributie
Kasten en Paneelbouw
Marine & offshore
•
E. verkoop@dijkman.com
Alles voor de installateur
Installatietechniek
•
www.dijkman.com Voor zonne-, Wind-, UPS- en EV
Energietransitie
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 17:00
Nieuw! Deurgreepmodule PSENmlock van Pilz
SLIMME CAMERA B&R's geïntegreerde vision-portfolio is uitgebreid met een Smart Camera, die verschillende vision-functies in realtime combineert. Daarmee wordt de implementatie van opeenvolgende procesgestuurde functies eenvoudig, terwijl dit met conventionele camera’s kostbaar en tijdrovend zou zijn. Op een machine die gelijktijdig meerdere varianten van een product produceert, is slechts één beeld van de Smart Camera voldoende om de variant van het product te bepalen en het afgedrukte label te controleren. De functie levert de benodigde informatie voor een volgende taak. Omdat de procesvariabelen van de machinebesturing naadloos in deze processen zijn geïntegreerd, kunnen beslissingen in realtime worden genomen. Opeenvolgende beeldverwerkingsfuncties kunnen vrijwel onbeperkt uitgebreid worden. De ontwikkelaar verbindt de afzonderlijke beeldverwerkingsfuncties eenvoudig in een visuele editor. Tijdrovend programmeren is niet meer nodig. Dankzij de volledige integratie in het B&R systeem, duurt het slechts enkele minuten om zelfs complexe taken, zoals het oppakken en sorteren van producten in dozen op een bewegende transportband, op te zetten en te synchroniseren. De Smart Camera van B&R heeft dezelfde hardwareopties als de B&R Smart Sensor. Diverse geïntegreerde lenzen en behuizingsvarianten met een standaard C-mount zijn beschikbaar. Andere opties zijn geïntegreerde verlichtingsopties, FPGA-beeldvoorbewerking en beeldsensoren van 1,3 tot 5,3 megapixels.
en
n EV
Het veilig heksysteem PSENmlock is uitgebreid met een unieke deurgreepmodule. Werking Met de gele deurgreep (buiten) kan de actuator naar buiten worden gebracht om de deur te openen of te sluiten. De deurgreepmodule is zowel geschikt voor montage aan de binnen- en buitenkant van de deur als voor rechts- en linksdraaiende deuren. Hij heeft een blokkeringsinzetstuk voor maximaal 5 sloten om te voorkomen dat de machine opnieuw opstart en kan worden gebruikt met de gecodeerde en volledig gecodeerde PSENmlock schakelaars. Een oplossing; meerdere combinaties mogelijk Het veilige heksysteem PSENmlock biedt veilige vergrendeling en veilige sluiting voor persoonsen procesbescherming tot en met de hoogste veiligheidscategorie PL e. In combinatie met besturingstechniek van Pilz beschikt u over een veilige totaaloplossing voor de bewaking en aansturing van de sluiting van afschermingen. Naast de deurgreepmodule is de PSENmlock in meerdere andere varianten verkrijgbaar. Een eenvoudige deurgreep is bijvoorbeeld gemakkelijk met een PSENmlock basismodule te combineren. De toevoeging van de knoppenunit PITgatebox voegt daarnaast extra bedieningselementen en knoppen voor eenvoudige bediening toe aan het veiligheidsheksysteem.
WWW.BR-AUTOMATION.COM
c o n s t r u c t e u r 0 2 - 2 0 2 1
49
Pilz.indd 1 CST_product.indd 49
20/04/2021 15:27 21/04/2021 17:00
METALEN TRANSPONDERSCHAKELAAR Met een volledig metalen behuizing is de CTA -transpondeschakelaar een nóg sterkere variant dan de kunststof versie: de houdkracht FZh van de vergrendeling is met 8000 N tweemaal zo hoog. De interface heeft een upgrade ondergaan en heet nu BP voor individuele aansluiting en BR voor seriële aansluiting tot 20 schakelaars. De nieuwe interface heeft twee OSSD-veiligheidsuitgangen met testpulsen van 300 µs. Een extra aansluiting voor communicatie heet OD/C en is beschikbaar op één pin in de connector. De aansluiting is zelflerend en herkent of het gaat om een eenvoudige ingang van een besturing (herkenning deurstand) óf dat deze is aangesloten op een intelligente evaluatiemodule, een gateway tussen schakelaars en IO-Link. Er kunnen momenteel schakelaars uit vier verschillende productlijnen kunnen worden aangesloten, maar er zullen steeds meer productseries met de nieuwe technologie worden uitgerust. Wordt de communicatie-pin van de CTA op de intelligente evaluatiemodule aangesloten dan zijn er twintig verschillende statusmeldingen van elke individuele deelnemer beschikbaar. Een IO-Link master kan een reeks van procesdata uit elke schakelaar lezen, zoals temperatuur, spanning, coderingen, aantal schakelingen, en nog veel meer. Op aanvraag is hierover uitgebreide uitleg beschikbaar. De CTA is leverbaar met, maar ook zonder geïntegreerde vergrendeling. Unieke herkenning van één enkele actuator (UniCode) of herkenning van meerdere actuators (MultiCode) is mogelijk. Met UniCode voldoet de CTA aan de hoogste eisen van de anti-manipulatienorm ISO 14119. Aansluitmogelijkheden zijn: één M23-connector, twee M12-connectoren of één M-12-connector. Hierbij mag duidelijk zijn dat de grootste flexibiliteit wordt bereikt door de meeste pinnen. Een vluchtontgrendelingsknop aan de achterzijde kan gelijk worden meebesteld of achteraf nog worden gemonteerd. WWW.EUCHNER.NL
THEATERREMMEN Mayr heeft met de ROBA-stop-theaterremmen een fluisterstille nieuwe generatie remmen ontwikkeld, die in geval van een noodstop werkt zonder verdubbeling van het remmoment. Tegelijkertijd garanderen ze een maximale veiligheid voor mens en materiaal. Ze zijn TÜV gecertificeerd en voldoen aan alle veiligheidseisen volgens de nieuwe DIN EN 17206 norm. De theaterremmen hebben twee afzonderlijke remcircuits die tegen elkaar in zijn geschakeld. Op deze manier bereiken ze de noodzakelijke redundantie. De speciale constructie betekent echter niet dat het remmoment tijdens het remmen wordt verdubbeld. De remmen werken rustig, fluisterstil en zijn vriendelijk voor de onderdelen. Ze zijn niet alleen uiterst compact door hun speciale constructie. Dankzij hun lagere remkoppel maken ze het ook mogelijk de totale afmetingen van de systemen te reduceren, zo kan bijvoorbeeld voor een kleinere tandwielkast worden gekozen. Mayr heeft de remmen opnieuw uitgegeven en onlangs door de TÜV Süd laten certificeren. En met meer dan 20 jaar ervaring met deze technologie en ervaring bij klanten zijn deze remmen tevens veelvuldig onder praktijkomstandigheden getest. De nieuwe ROBA-stop-theaterremmen worden compleet gemonteerd en afgesteld geleverd, dus klaar voor installatie. Ze zijn zo ontworpen dat ze snel en eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd en gebruikt, terwijl fouten bij het afstellen worden voorkomen. Voor de gebruikers betekent dit niet alleen de grootst mogelijke veiligheid, maar ook, bij wijze van spreken, een plug-and-play-oplossing. De nieuwe remmen zijn bijzonder geluidsarm en bovendien onderhoudsvrij. Bovendien zijn de remmen uitgerust met een insteekbare handvrijgave. Hiermee kunnen in geval van nood beide remcircuits tegelijkertijd worden geopend. WWW.GRONEMAN.NL
50
CST_product.indd 50
constructeur 02 - 2021
21/04/2021 17:00
Powered by:
scholierenmagazine
Stimuleer jongeren in hun keuze voor techniek
-
kt -
aft .
Uw bedrijf als toekomstig werkgever of stagebedrijf aan scholieren voorstellen? Bel voor de mogelijkheden met: • Cobie te Nijenhuis T. +31 (0)6 833 320 45 • Roy Wösting T. +31 (0)6 225 483 04
Waarom voor u interessant? • Unieke verspreiding van 20.000 exemplaren aan jongeren in úw regio.
www.vraagenaanbod.nl/tskills
• Via decanen (V)MBO scholen direct onder de aandacht bij jongeren. • Gemaakt/geschreven door specialisten die weten hoe je jongeren boeit en activeert. • U hoeft niets te doen; Redactie, fotografie, vormgeving en verspreiding wordt verzorgd.
Advertentie.indd 1 CST Advertenties.indd 51
27-01-21 16:20 21/04/2021 16:55
gposolutions.nl/agenda
gposolutions.nl/agenda
CST Advertenties.indd 52 GPO.indd 1
21/04/2021 21-04-21 16:55 14:51