Odr2016-05

Page 1

OP DE RAILS 2016-5

IN DIT NUMMER: SSN viert jubileum De nadagen van de Deense Lynettes Hondekoppen in Utrecht en Brussel Trams in Frankrijk Spoorwegen in en om Amsterdam 8 4 E J A A R G A N G , M E I 2 0 1 6 B L Z . 2 1 7 - 2 7 2 NEDERLANDSE VERENIGING VAN BELANGSTELLENDEN IN HET SPOOR- EN TRAMWEGWEZEN


Op 24 juni 2014 organiseerde de SSN een dagtrip naar Amsterdam, waarvoor de 01 1075 tractie leverde. Op de terugweg naar Rotterdam passeerde de trein de brug over de Gouwe bij Gouda. Foto: Kevin Piket.

40 jaar stoom aan de Maas

SSN viert jubileum De Stoom Stichting Nederland (SSN), geheel gedragen door vrijwilligers, heeft als hoofddoel het in stand houden van het rijdend industrieel erfgoed dat wordt voortbewogen met stoomkracht. De stichting wordt ondersteund door iets meer dan duizend donateurs. Daarnaast wordt het werk om de locomotieven op de rails te houden, verricht door een honderdtal medewerkers, waaronder veel al dan niet reeds gepensioneerde vaklieden op het gebied van elektrotechniek, metaalbewerking, schilderwerk, ICT en zelfs catering.

R

LAMBIEK KNEPFLÉ EN HIDDO SCHULTZ

otterdam is een drukke stad en vooral ook een spoorstad. Toch is het depot van de veertig jaar bestaande SSN moeilijk te vinden. Het complex ligt verscholen achter de bossen van Kralingen en in een uithoek van het voormalige goederenemplacement Rotterdam Noord Goederen aan de spoorlijn Rotterdam – Gouda. Tot voor enkele jaren lag de hoofdingang zelfs aan een onbenoemde weg. Inmiddels heeft deze weg, tot vreugde van de SSN, de naam gekregen van een van haar oud-voorzitters: de in 1998 veel te vroeg overleden Rolf Hartkoorn. Voor de SSN heeft de verscholen ligging als nadeel dat het voor belangstellenden niet makkelijk te vinden is. Een voordeel is echter dat het complex ver van

de woonbebouwing is verwijderd, zodat niemand hinder hoeft te ondervinden van de geur van roet en stoom. Het depot op Rotterdam Noord Goederen omvat een in oude stijl opgetrokken werkplaats annex museum. In het gebouw liggen vijf sporen, waarop de locomotieven en rijtuigen onderhouden worden. Er ligt een tweetal inspectieputten onder de sporen. Daarbij wordt zelfs spoorruimte verhuurd voor het onderhouden van hedendaags spoorwegmaterieel. Verder heeft de loods een apart onderkomen voor de medewerkers en faciliteiten voor het ontvangen van bezoekers. Op het buitenterrein vindt men een originele en werkende draaischijf en sinds enkele jaren een rijtuigloods met twee sporen, geschikt voor de droge stalling van acht rijtuigen. O P D E R A I L S 5 - 2 0 1 6   237


De Midtjyske Jernbaner is de enige Deense spoorwegmaatschappij die nog Lynettes inzet. De Ym/Ys 12 ‘Storåen’ en Ym/Ys 16 ‘Heden’ staan op het station van Lemvig; 7 augustus 2015. Foto: Date Jan de Vries.

De nadagen van de Deense Lynettes Een karakteristiek treintype dat al jarenlang wordt ingezet in Denemarken is de Y-tog. De trein werd midden jaren zestig door het voor die tijd moderne uiterlijk en interieur vergeleken met de nieuwe Deense sneltrein Lyntog en kreeg de bijnaam Lynette. De inzet is anno 2016 beperkt tot twee lokale spoorlijnen in Midden-Jutland. Hoog tijd om dit markante materieel en de huidige inzet te beschrijven. DATE JAN DE VRIES

egin jaren zestig was er bij de private spoorwegbedrijven in Denemarken behoefte aan nieuw materieel voor de lokale spoorlijnen. Er werd een samenwerking aangegaan tussen de verschillende bedrijven om zo voordelig materieel in te kunnen kopen. Uiteindelijk werd gekozen voor materieel van het type Y-tog van de Duitse Waggonfabrik Uerdingen. De naam Y-tog verwijst naar Uerdingen; de ‘Y’ wordt in het Deens uitgesproken als een ‘U’. Tog is het Deense woord voor trein. De treinen van het type Y-tog zijn geleverd aan veertien verschillende spoorbedrijven. De type-aanduidingen van de motor-, tussen- en stuurstandrijtuigen zijn respectievelijk Ym, Yp en Ys. De treinstellen zijn in acht series gebouwd tussen 1965 en 1988. De eerste zes deelseries zijn geheel gebouwd door Waggonfabrik Uerdingen in Krefeld (D). Vanaf de zevende deelserie in 1983 vervaardigde Duewag in

B

244

OP DE RAILS 5-2016

Duitsland de rijtuigen in ruwbouw en Scandia in het Deense Randers bouwde ze af. In de tabel op de volgende pagina staat een overzicht van de geleverde rijtuigen per spoorwegbedrijf. Er zijn uiteindelijk 76 motor-, 23 tussen- en 61 stuurstandrijtuigen geleverd. Hiervan zijn negen motor- en vijf stuurstandrijtuigen als losse eenheden gebouwd met een kop aan weerszijden. De overige rijtuigen werden geformeerd tot treinstellen met twee tot zes rijtuigen. De meest voorkomende combinaties waren een motor- en een stuurstandrijtuig, soms aangevuld met een tussenrijtuig. Door een stijgend aantal reizigers was er meer behoefte aan meerdelige treinstellen dan aan enkele rijtuigen. Zo zijn later meerdere rijtuigen met aan beide kanten een kop omgebouwd, waarbij een van de koppen werd vervangen door een kopwand met deuren, zodat er in de treinstellen de mogelijkheid tot


Het transport naar Brussel op de hoek van de Amsterdamsestraatweg en de Concordiastraat in Utrecht; april 1958. Foto: L. Hessels (NS); collectie Het Utrechts archief (168194).

Hondekoppen in Utrecht en Brussel Zoals op woensdag 13 april een ‘Gouden Hondekop’ door de straten van Utrecht werd vervoerd, zo reed (op een paar dagen na) 58 jaar geleden een zeker zo fraai Hondekop-gedeelte door de Utrechtse straten. De reis van de gouden variant eindigde op het Domplein, in 1958 ging de reis iets verder: naar Brussel. In Utrecht werd de replica een weekend ten toon gesteld, in Brussel sierde de Hondekop een half jaar de NS-stand in het Nederlandse paviljoen op de Expo 58.

O

P.W. VAN DER VLIST

p 15 april vond de aftrap plaats van de Nationale Museumweek: meer dan driehonderd musea organiseerden activiteiten rond hun pronkstukken. Alle museumkaarthouders hadden eerder kunnen stemmen op de keuze van het ‘gouden pronkstuk’ en 29.000 mensen hebben dit ook gedaan. De museumHondekop, treinstel 386, werd met 58 % van de stemmen winnaar. De andere gegadigden waren het bruine hondje van Dick Bruna (Snuffie) en een speeldoosje uit Museum Speelklok. De onthulling van de Hondekop was de officiële aftrap van de Nationale Museumweek. Hoewel dit op een bekende spoorse website wel was aangekondigd, is het natuurlijk nooit echt de bedoeling geweest

een rijtuig van de 386 in goudkleur over te schilderen. Bij nadere bestudering van de datum waarop dit zou plaatsvinden, moest men wel tot de conclusie komen dat van een grap sprake was (overigens wel resulterend in een aantal ongeruste en boze reacties). Om toch een ‘echte’ Hondekop te kunnen tonen, bouwde de firma Beverloo in ’s-Heerenberg van piepschuim een levensgroot gedeelte van een rijtuig na. De fabrikant heeft ervaring in het ontwerpen en bouwen van objecten van deze grootte. Op 13 april werden de verschillende onderdelen in een grote oplegger van ’s-Heerenberg naar het voorplein van het Spoorwegmuseum gebracht en daar uitgeladen. Behalve de imposante kop waren dat stukken O P D E R A I L S 5 - 2 0 1 6  251


De Quai Richelieu in het centrum van Bordeaux, een traject met stroomtoevoer door middel van APS; 11 juli 2012. Foto’s bij dit artikel: Maurits van den Toorn.

Trams in Frankrijk

Bordeaux

In de Zuid-Franse stad Bordeaux gingen in december 1958 de laatste trams van het oude trambedrijf voorgoed naar de remise. Bijna een halve eeuw later kwam de eerste Citadis van het nieuwe trambedrijf in dienst. Op de rondreis langs de hedendaagse trambedrijven in Frankrijk staan we stil bij de tramontwikkelingen in deze stad in verleden en heden. Bordeaux is de hoofdstad van het departement Gironde en is gelegen in een meander van de rivier de Garonne, dichtbij zee. De stad telt 235.000 inwoners, in de agglomeratie wonen ruim achthonderdduizend mensen. Het gebied rond Bordeaux bevindt zich op een laagvlakte en de agglomeratie kan gemakkelijk groeien dankzij het ontbreken van natuurlijke barrières. Rond het jaar 1000 werd Bordeaux, dat al in de derde eeuw voor Christus door de Romeinen was gesticht, de hoofdstad van het hertogdom Gascogne. In 1154 kwam het met de regio Aquitaine in Engels bezit, na het einde van de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) in Frans bezit. In de zeventiende eeuw leed de stad onder de uitbraak van de pest en diverse godsdienstoorlogen, maar de achttiende eeuw vormde een bloeiperiode die voor de ontwikkeling van het huidige stadsbeeld van grote betekenis is geweest. Bordeaux kreeg brede lanen, een groot openbaar park en bouwwerken in klassieke stijl. Het werd het Parijs van het zuiden. In de negentiende eeuw werd de eerste brug over de 254   O P

(vervolg*)

ARTHUR STAAL EN BOUDEWIJN DEURVORST †

DE RAILS 5-2016

Garonne gebouwd, de Pont de Pierre (stenen brug), nog altijd de belangrijkste verbinding van de binnenstad met de overkant van de rivier, waarvan ook tramlijn A gebruik maakt. Tot driemaal toe was Bordeaux de tijdelijke zetel van de Franse regering: in 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog en het terreurbewind van de Commune van Parijs, tijdens de Eerste Wereldoorlog toen Parijs bedreigd werd en de derde keer tijdens de Duitse opmars in 1940. Om die reden wordt de stad ook wel de ‘tragische hoofdstad’ genoemd. Anno 2016 ligt de stad er glorieus bij. De havenactiviteit is grotendeels stroomafwaarts verplaatst en de monumentale kades langs de rivier en de aantrekkelijke binnenstad zijn een bezoek meer dan waard.

Het eerste openbaar vervoer

De eerste omnibuslijn stamt uit 1830 en was in feite niet meer dan een door paarden getrokken eenvoudige koets. Vanaf 1854 volgden er meer en ontstond er de nodige concurrentie. Vijf jaar later fuseerden de verschillende bedrijven tot de Compagnie Générale des Omnibus de Bordeaux. Het gemeentelijk decreet van 2 januari 1879 maakte de weg vrij voor de opening van een normaalsporig paardentramnet. De concessie hiervoor werd verleend aan de Tramways and General Works, een Engels bedrijf dat al op 4 mei 1880 de eerste lijn opende, een verbinding langs de kades. Later nam de Bordeaux Tramways and General Omnibus

* Vervolg op OdR 2015-2.


Een treinstel plan V passeert de Hembrug op weg naar Amsterdam CS; oktober 1982. Foto: Hans Scherpenhuizen.

Spoorwegen in en om Amsterdam

(vervolg*)

J.M. TEN BROEK

De drie nieuwbakken Amsterdamse NS’ers waarover deze artikelenreeks handelt, moesten kennismaken met de meeste soorten treinbeveiliging die de NS anno 1971 in dienst had. Voor de klassieke beveiliging met blokvensters, krukjes of trekkers en handels met trekdraden voor de bediening van wissels en seinen waren zij binnen de toenmalige rayons Amsterdam en Amsterdam Goederen aangewezen op Purmerend (zie OdR 2014‑8, blz. 404). Beveiliging met elektrische bediening met behulp van stelknoppen was er in deze rayons volop, maar relaisbeveiliging met bedieningstableaus waren destijds nog niet dik gezaaid. Op de Gooilijn werden de seinen in Weesp (toen een tweesporig station) be­ diend met een AR-toestel (All Relay) en de aansluitingen van het goederenstation Watergraafsmeer op de Gooilijn bij het latere station Diemen, Watergraafsmeer Oost Aansluiting geheten, door een AR op post IV Watergraafsmeer. De AR-tableaus waren een vereenvoudigde vorm van NX-tableaus, speciaal bedoeld voor kleine posten. Het verschil met de NX zat erin dat je de wissels met een knop apart moest omleggen en daarna de rijweg instellen door het gelijktijdig drukken van een begin- en een eindknop voor de in te stellen rijweg. Bij een NX-beveiliging konden begin- en eindknop achtereenvolgens gedrukt worden en liepen de tussengelegen wissels vanzelf naar de gewenste stand. Omdat de AR-toestellen slechts een klein gebied bedienden, was een stagiair er al snel op uitgekeken. Een post met NX-beveiliging kenden de Amsterdamse rayons niet, maar wel één CVL-post, die dan ook bekend stond als ‘dé CVL’: de post van waaruit de beveiliging van de Zaanlijn en Amsterdam Singelgracht bediend werd. CVL staat voor Centrale Verkeersleiding, wat een nogal ongelukkige benaming was voor een op afstand gestuurd NX-systeem. Het begrip verkeersleiding stond bij NS voor het besturen en bijsturen van de 260   O P

DE RAILS 5-2016

treindienst en van de diensten van materieel en personeel, maar juist niet voor het bedienen van seinen en wissels: dat werd treindienstleiding genoemd. Het besturingssysteem was dan ook eigenlijk een Centrale Treindienstleiding, maar die benaming heeft nooit ingang gevonden. CVL is waarschijnlijk ontstaan als vertaling van de benaming van de voorloper van dit systeem, het uit Amerika overgekomen Centralized Traffic Control (CTC), waarmee in 1960 de Maaslijn van MookMiddelaar tot Lottum en in 1962 Blauwkapel waren uitgerust. Dit bediensysteem is niet verder toegepast; de NX- en CVL-tableaus waren een stuk gebruiksvriendelijker. Beveiligingstechnisch zijn NX en CVL aan elkaar gelijk, alleen stuurde een CVL de relaisbeveiligingsinstallatie op afstand aan, wat bleek uit de knipperende lampjes ‘zenden’ en ‘ontvangen’ en de startknoppen die gedrukt moesten worden bij sommige handelingen op het CVL-tableau. De weinig geavanceerde techniek voor de afstandsturing was er de oorzaak van dat de signalering achterliep; snel rijdende treinen sloegen op een CVL-tableau nogal eens een sectie over of leken door de volgorde van signalering te breken of achteruit te rijden. Dat vreemde beeld kon overigens geen kwaad, in de zin dat de seinen buiten uitsluitend gestuurd werden (en worden) door de veiligheidsrelais in de relaishuizen en -kasten onderweg. Die hadden niets te maken met de veel goedkopere relais die de signalering op de tableaus verzorgden. ‘Hemaspul’, aldus de monteurs van het Seinwezen.

CVL Singelgracht

‘Dé CVL’ bestond sinds 1967 en bevond zich in een kantoorruimte van het Gebouw Ruyterkade (GRK), het grote dienstgebouw van de NS dat direct ten westen van

* Vervolg op OdR 2014-8.


laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1

NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.

ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.

Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!

Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.

Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft

Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.

Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.

www.facebook.com/OpdeRails

Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com


Tot het einde van de winterdienstregeling 1965/’66 waren de V200-diesellocomotieven van de Deutsche Bundesbahn in Arnhem kind aan huis. De hele dag stonden ze aan de Sonsbeekse zijde van het station te wachten op de treinen die van Amsterdam verder richting Oberhausen moesten worden gebracht. De elektrificatie van het baanvak naar Emmerich betekende het einde van hun verschijning in Arnhem; 17 mei 1966. Het opstelspoor, waarop vijftig jaar geleden de V200 008 stond, heeft moeten plaatsmaken voor een perron; ook de fabrieksbebouwing heeft hiervoor het veld geruimd. Het VIRM-treinstel op de onderste foto vertrekt richting Ede-Wageningen; 15 september 2011. Foto’s: Sjoerd Bekhof.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.