Odr2016-08

Page 1

OP DE RAILS 2016-8

IN DIT NUMMER: Sleutelproject Breda De groei van het Gentse tramnet 25 jaar ICE Een baanbrekend tramtype herleeft 8 4 E J A A R G A N G , A U G U S T U S 2 0 1 6 B L Z . 3 7 7 - 4 3 2 NEDERLANDSE VERENIGING VAN BELANGSTELLENDEN IN HET SPOOR- EN TRAMWEGWEZEN


ElD 295 (voor) en ElD 672 (achter) als trein 5264 Helmond – Tilburg – Roosendaal passeert de voormalige halte Princenhage op 17 juni 1983. Foto: Pierre de Greeuw.

Sleutelproject Breda Door de aanleg van de Hogesnelheidslijn-Zuid zou Breda rechtstreekse treinverbindingen met Schiphol en Amsterdam en met België krijgen en daarmee de belangrijkste spoorpoort naar het zuiden worden. Dat maakte het nodig de stationsomgeving aan te passen. Ook moest de infrastructuur geschikt gemaakt worden voor het ontvangen van meer reizigerstreinen. Bovendien bood het langzamerhand buiten gebruik geraakte goederenemplacement mogelijkheden voor stadsontwikkeling op grotere schaal.

B

SJOERD EEFTENS

reda schaarde zich hiermee in het rijtje Nieuwe Sleutelprojecten, samen met de stations Den Haag C, Rotterdam C, Utrecht C en Arnhem en met de Amsterdamse Zuidas. Deze locaties zouden worden omgevormd tot OV-terminals, waarbij reizen, winkelen, wonen en werken onder één dak mogelijk werden. Overigens ging de spade op meer plaatsen de grond in voor grootschalige aanpassingen: Zwolle, ’s-Hertogenbosch, Delft en Eindhoven zouden eveneens geschikt gemaakt worden

398   O P

DE RAILS 8-2016

voor de ontvangst van meer reizigers. Naast het aanpassen van de emplacementen worden de looproutes tussen de perrons en naar buiten verruimd en geschikt gemaakt voor winkels, wordt de stationsomgeving opnieuw ingericht en krijgen nieuwe inzichten over veiligheid en overzicht gestalte in de indeling van de ruimte. Ook in de uithoeken van het spoorwegnet vinden kleine en grote met de omgeving verweven aanpassingen plaats. Voorbeelden zijn Heerlen, Tilburg, Alkmaar en Groningen.


De nieuwe Albatros 6351 in de binnenstad onderweg naar het Sint Pietersstation en Flanders Expo. Koophandelsplein, 21 juli 2015. Foto’s bij dit artikel tenzij anders vermeld: Luc Koenot.

De trage groei van het Gentse tramnet Op 6 november wordt de uitbreiding van het Gentse tramnet naar Zwijnaarde officieel geopend. Dat is meteen de laatste uitbreiding voor de komende jaren, want alle andere plannen zijn begraven of liggen in de diepvriezer. Gent wordt altijd wat stiefmoederlijk bedeeld in vergelijking met Antwerpen. De geschiedenis van het trambedrijf bestaat dan ook uit een aaneenschakeling van niet uitgevoerde plannen en niet nagekomen beloftes.

H

LUC KOENOT

et Gentse stadsbestuur ligt hopeloos in de clinch met het Vlaams Gewest dat niet over de brug komt met het nodige geld. Gent (250.000 inwoners) krijgt in de huidige legislatuurperiode 2,6 kilometer nieuwe sporen, Antwerpen (513.000 inwoners) 16,6 kilometer, zes keer meer. Deze verhouding was bij de vorige minister niet anders (twee versus 14,1 kilometer). Het aandeel openbaar vervoer blijft in Gent dan ook veel lager dan in Antwerpen. En dat terwijl Gent juist een modelstad voor stedelijk openbaar vervoer zou kunnen zijn. Een prachtige en rijke binnenstad, die zijn middeleeuwse verleden combineert

406   O P

DE RAILS 8-2016

met hedendaagse troeven op het gebied van wonen, werken en winkelen. Bovendien is er een stadsbestuur dat het openbaar vervoer welgezind is en de tram als het enige alternatief beschouwt om de dynamiek in het centrum te behouden. Auto’s worden vakkundig geweerd uit de binnenstad en naar enkele parkeergarages geleid. Grote gratis park-en-rides zijn aangelegd aan de op- en afritten van de E40 en de E17, met een snelle tramverbinding naar de stad. Belangrijker nog is de aanleg van vrije trambanen. En waar dit niet mogelijk is, wordt ervoor gezorgd dat het verkeer met de tram meerijdt en deze niet hindert. De inspanningen die het plaatselijke bestuur doet ter bevor-


De ICE als exportproduct: een Velaro Rustreinstel steekt in Moskou het Kanal imeni Moskvy over; 12 augustus 2013. Foto: Ilya Semenoff.

25 jaar ICE SJOERD BEKHOF

Zonder dat nog kon worden voorzien dat de Deutsche Demokratische Republik (DDR) op zijn einde liep, werd besloten de lijn Hannover – Berlijn op te waarderen tot Ausbau- und Neubaustrecke. De Deutsche Bundesbahn wilde af van de transittreinen en had het plan West-Berlijn op te nemen in het Intercitynet. De uitwerking van dit plan duurde jaren, vooral door de taaie onderhandelingen met de DDR-vertegenwoordiging. In 1986 lag een eerste plan op tafel. Het kwam tegemoet aan de eis van de DDR dat de lijn door dunbevolkt gebied diende te lopen en zonder verbinding met het net van de Deutsche Reichsbahn (DR) moest worden aangelegd. Een magneetzweefbaan werd door de DDR afgewezen om haar bevolking te vrijwaren van het zicht op nieuwe technieken. De val van de Muur in november 1989 en de Wiedervereinigung van zowel de DDR met de Bundesrepublik Deutschland (BRD) als de Deutsche Bundesbahn met de DR waren de inleiding tot de verdere ontwikkeling van het hogesnelheidsnet. Met de samenvoeging tot Deutsche Bahn (DB) ging in het spoorbedrijf een andere wind waaien en brak voor de ontwikkeling van het hogesnelheids-verkeer een volgende periode aan. De realisatie van de hogesnelheidslijn van Hannover naar Berlijn kon beginnen. De Planungsgesellschaft Schnellbahnbau Hannover – Berlin (PGS) profiteerde van de ervaringen van de in West-Duitsland gerealiseerde projecten. Na Hannover wilde men ook Hamburg snel met Berlijn verbinden. De vroegere Rennstrecke over Wittenberge kwam tot een tweede nieuw leven. Door de discussie over het al dan 414

(vervolg*)

OP DE RAILS 8-2016

niet aanleggen van een magneetzweefbaan tussen deze steden besloot DB deze spoorlijn te verbeteren, maar zag af van uitrusting voor snelheden boven 160 km/h. Toen duidelijk werd dat de magneetbaan niet op de kaart zou verschijnen, werd de spoorlijn alsnog voor hoge snelheden aangepast. Inmiddels gereed voor de verbinding München – Berlijn is het traject Nürnberg – Ingolstadt, dit is geschikt voor 300 km/h. Het is de enige hogesnelheidslijn waarop toeslagvrije regionale treinen (München – Nürnberg) rijden. Deze treinen bestaan uit een elektrische locomotief Baureihe 101 met intercityrijtuigen in Regio-kleuren. Als de toelatingen in orde zijn, nemen door het Tsjechische Škoda gebouwde locomotieven Baureihe 102 en dubbeldeksrijtuigen deze diensten over. In gedeelten wordt het traject Nürnberg – Erfurt – Leipzig aangelegd. Het eerste deel Nürnberg – Ebensfeld ten noorden van Bamberg wordt als Ausbaustrecke aangepast voor 230 km/h. Het vervolg wordt een nieuwe lijn naar Erfurt, geschikt voor 300 km/h. Bijzonder is de lange Saale-Elstertalbrücke met daarin de aftakking voor de verbindingsboog naar Halle. Voorbij Leipzig is de bestaande lijn via Lutherstadt Wittenberg tot Berlijn geschikt voor 200 km/h. Gepland is de opwaardering tot 200 km/h van de lijn Berlijn – Dresden. Deze lijn, waarop eind jaren dertig de Henschel Wegmannzug de recordhouder werd met een reistijd * Vervolg op OdR 2016-7.


Onderweg van Leiden naar Den Haag stopt het tweelingstel A605/ A606 bij de halte Voorschoten Dorp; 24 mei 1961. Foto: L.J.P. Albers.

Een baanbrekend tramtype herleeft Eind 1932 stelde de NZH voor de verbinding Haarlem – Leiden nieuw materieel in dienst, tien zogenoemde Tweelingstellen van de serie A600. Het waren de eerste moderne gelede trams in Nederland. Jammer genoeg zijn ze na opheffing van de laatste NZH-tramlijn in 1961 gesloopt en herinnert er niets meer aan dit ooit baanbrekende materieel. Maar daar gaat verandering in komen.

H

MAURITS VAN DEN TOORN EN WIM BEUKENKAMP

et elektrische tramnet van de NZH bestond lange tijd uit twee van elkaar gescheiden gedeelten: sinds 1911 was er een (gaandeweg uitgebreid) normaalspoornet rond Leiden en Den Haag, terwijl er al sinds 1899 smalsporige lijnen rond Haarlem en Amsterdam waren, met vanaf 1913 ook enkele normaalspoorlijnen in Haarlem. De twee netten raakten pas met elkaar verbonden door de elektrificatie van de Bollenlijn van Haarlem (eigenlijk Heemstede, want de elektrische stadslijn 1 reed hier al heen) via Hillegom, Lisse en Sassenheim naar Leiden, die op 30 december 1932 werd geopend. Voor deze lijn moest nieuw materieel worden aangeschaft. Een grote handicap daarbij was dat de gemeente Haarlem

422   O P

DE RAILS 8-2016

uit een soort ongemotiveerde tramvrees in 1910 had bepaald dat normaalsporige trams niet langer dan tien meter mochten zijn. Dat was een nogal willekeurige en ook tamelijk ongelukkige lengte. Voor een tweeasser was het eigenlijk net te lang en voor een vierasser iets te kort. Met dat eerste had de NZH al ervaring, want de uit 1911 stammende tweeassers van de serie A100 voor de lijnen van Leiden naar Katwijk en Noordwijk waren weliswaar tien meter lang, maar ze hadden geen al te beste rijkwaliteiten. Bovendien kwamen tweeassers niet meer in aanmerking vanwege de hogere snelheid die men op de nieuwe lijn hoopte te kunnen bereiken. Aan vierassers had de NZH onder meer de motorwagens A512 en A513-516 met de bijbehorende aanhangwagens B516-521 voor de lokaaldienst


laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1

NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.

ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.

Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!

Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.

Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft

Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.

Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.

www.facebook.com/OpdeRails

Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com


In Tilburg ontwikkelt het terrein van de vroege hoofdwerkplaats langzaam maar zeker tot de kern van Spoorzone 013, een 75 hectare groot gebied dat zich over een lengte van drie kliometer uitstrekt langs het spoor, met ruimte voor werken, wonen en recreatie. Op de bovenste foto, genomen op 31 augustus 2009, is de werkplaats nog in bedrijf, maar de activiteiten beperken zich voornamelijk tot het geschikt maken van class 66-locomotieven voor het Europese net. Op de onderste foto (24 juli 2016) is te zien dat grote delen van de werkplaats er nog zijn; deels hebben ze al nieuwe functies. Het emplacement Tilburg is vereenvoudigd door de opbraak van het meest linkse inhaalspoor. Wat wel gebleven is, zijn de intercity’s van Zwolle naar Roosendaal vanaf spoor 3, ware het niet dat de 1700’en en ICR moesten plaatsmaken voor zesdelige DDZ-stellen. Foto’s: Raymond Kiès.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.