OP DE RAILS 2017-6
IN DIT NUMMER: De Spessartrampe De Uithoflijn Geertruidenberg – Raamsdonk Abellio in Duitsland 8 5 E J A A R G A N G , J U N I 2 0 1 7 B L Z . 2 7 3 - 3 2 0 NEDERLANDSE VERENIGING VAN BELANGSTELLENDEN IN HET SPOOR- EN TRAMWEGWEZEN
Tijdens het feest dat op 25 mei 2017 ter ere van de Spessartrampe werd gehouden, reed enkele keren een fotogoederentrein met de 140 423 van het DB Museum van Laufach naar Heigenbrükken. Om in stijl te blijven, werd deze door de 194 158 van Rail4U opgedrukt. Links de nieuwe Haintunnel. Foto’s bij dit artikel: Raymond Kiès.
De Spessartrampe Deze maand komt het nieuwe tracé tussen Laufach en Heigenbrücken, onderdeel van de spoorlijn Aschaffenburg – Würzburg, in dienst. Daarmee komt na bijna 163 jaar een einde aan de opdrukdiensten over de Spessartrampe. Laufach was daarom jarenlang een geliefde bestemming voor spoorweghobbyisten. RAYMOND KIÈS
D
e spoorlijn tussen Aschaffenburg en Würzburg maakte deel uit van de Ludwigs-West-Bahn, de tweede hoofdlijn van de Königlich Bayerischen Staats-Eisenbahnen (K.Bay.Sts.B.). Koning Ludwig I van Beieren had de aanleg ervan lang tegengehouden omdat hij liever een kanaal zag als verbinding tussen de rivieren Donau en Main. De opmars van de spoorwegen was echter niet meer te stuiten, zodat de koning zich uiteindelijk gewonnen moest geven. De Beierse regering bekrachtigde in 1846 het besluit voor de aanleg van de spoorverbinding tussen de Ludwig-Süd-Nord-Bahn – de eerste Beierse hoofdlijn van Hof naar Lindau via Nürnberg en München – bij Bamberg en de Landesgrenze bij Kahl (Main). Het eerste deel van de Ludwigs-West-Bahn tussen Bamberg en Haßfurt werd op 1 augustus 1852 geopend. De verlenging tot Schweinfurt volgde op 3 november 1852 en vanaf 1 juli 1854 konden de treinen doorrijden tot Würzburg. Het laatste deel van de lijn kwam op 1 oktober 1854 in dienst. Doorgaande treinen hadden toen vier uur nodig voor de ruim tweehonderd kilometer lange reis. In Kahl (Main) sloot de spoorlijn aan op de in juni 1852 in dienst gestelde 294
OP DE RAILS 6-2017
verbinding van de Frankfurt-Hanauer Eisenbahn-Gesellschaft naar Frankfurt (Main). Dankzij de Ludwig-Süd-NordBahn en de Ludwigs-West-Bahn had München al vroeg goede spoorverbindingen met Leipzig en Frankfurt (Main), in die dagen al een belangrijk handels- en beurscentrum. Waar mogelijk volgt de Ludwigs-West-Bahn de loop van de Main zodat zo min mogelijk kunstwerken als viaducten en tunnels gebouwd hoefden te worden. Dat aspect woog in die dagen zwaarder dan de kortst mogelijke route; tijd speelde toen nog een ondergeschikte rol. Alleen tussen Lohr (Main) en Aschaffenburg werd voor twintig kilometer het rivierdal verlaten en loopt de spoorlijn door het Spessartmiddengebergte. Tussen Lohr (Main) en het hoogste punt bij Heigenbrücken (276 meter boven zeeniveau) stijgt de spoorlijn geleidelijk met gemiddeld 5 ‰, maar tot Laufach wordt over een afstand van ruim vijf kilometer bijna honderd meter gedaald waardoor hellingen tot 20 ‰ niet te vermijden waren. Direct ten oosten van Heigenbrücken werden de 926 meter lange Schwarzkopftunnel (genoemd naar de 460 meter hoge top ten zuidoosten van het bouwwerk) gebouwd en
Aanleg van de trambaan op de plaats van de vroegere busbaan op De Uithof. Heidelberglaan, 9 mei 2017. Het gebouw rechts staat bekend als de Confettiflat. Foto’s bij dit artikel tenzij anders vermeld: Maurits van den Toorn.
De Uithoflijn: stand van zaken Het kan zelfs de gehaaste passant in Utrecht nauwelijks ontgaan: de Uithoflijn is in aanleg. Op grote delen van het tracé liggen de sporen er en op een aantal plaatsen zijn ook de bovenleidingmasten al geplaatst. Alleen het Stationsplein is voorlopig nog een grote raadplaat. Een overzicht van de stand van zaken.
I
MAURITS VAN DEN TOORN
n Op de Rails is in 2011 aandacht besteed aan de Uithoflijn toen de planvorming nog niet helemaal voltooid was (nr. 4, blz. 198). Daarna zijn de relevante ontwikkelingen bij het tramnieuws gemeld, maar inmiddels is er zoveel gebeurd – en vooral ook zoveel te zien – dat een uitgebreider overzicht op zijn plaats is. Om bij De Uithof te beginnen: hier is op 4 juni 2016 met een kleine manifestatie officieel begonnen met de spooraanleg van de acht kilometer lange lijn. Het eindpunt met opstelsporen bij de grote P+R-garage is inmiddels grotendeels gereed. Op het universiteitsareaal volgen de verschillende buslijnen nu een kruip-door-sluip-door route, veelal op de plaats waar vroeger de fietsers reden, zodat er op de locatie van de vroegere busbaan plaats is voor de aanleg van de tramsporen. Ter hoogte van het Universitair Medisch Centrum moesten
de oorspronkelijke plannen worden aangepast. De afdeling Radiotherapie beschikt over apparatuur die zeer gevoelig is voor trillingen en magnetische velden. Dat lijkt een soort Utrechtse traditie, want de vroegere Zeister tram had ooit dubbelpolige bovenleiding nodig ter hoogte van het KNMI in De Bilt, eveneens vanwege magnetische velden en zwerfstromen die gevoelige apparatuur zouden kunnen ontregelen. Om trillingen te verminderen is ervoor gekozen de trambaan ter hoogte van Radiotherapie iets verder van de bebouwing af te leggen (niet op, maar naast de busbaan). Magnetische velden – die ook voor andere afdelingen van de universiteit een probleem kunnen vormen – worden zoveel mogelijk voorkomen door de bovenleiding in kleine secties te verdelen, voor het hele traject op De Uithof 110 in totaal. Er komt circa elke twintig meter een (meestal ondergronds) kastje met een voedingspunt. Bovendien zijn O P D E R A I L S 6 - 2 0 1 7 299
De overweg Keizersdijk in Raamsdonksveer op 20 november 1961. Wachterswoning 15 is in maart 1982 gesloopt; het perron links achter de overweg was toen al geruime tijd verdwenen. Foto: R. Ankersmit.
De nadagen van drie kilometer spoorlijn
Geertruidenberg – Raamsdonk
Wie precies wil weten wanneer een bepaalde spoorweg geopend of gesloten werd, is aangewezen op het standaardwerk van J.W. Sluiter ‘Overzicht van de Nederlandse spoor- en tramwegbedrijven’, waarvan in 2011 de vierde druk verscheen. Ook in zo’n betrouwbare bron van informatie is wel eens sprake van onzekerheden, dit wanneer bepaalde gegevens ontbreken of niet waterdicht zijn.
O
PAUL HENKEN
p 1 augustus 1950 kwam een einde aan het reizigersvervoer op de Langstraatspoorlijn, de eind 1890 geopende verbinding Lage Zwaluwe – ’s-Hertogenbosch. Met ingang van deze datum werd de lijn in twee gedeelten geëxploiteerd: goederentreinen vanuit Lage Zwaluwe hadden voortaan hun eindpunt in Geertruidenberg en vanuit de provinciehoofdstad werd niet verder gereden dan Raamsdonk. Dit betekende dat de bijna 35 meter lange draaibrug over de Donge in Raamsdonksveer niet meer bediend hoefde te worden en altijd open kon blijven staan. Tevens werd de halte in deze plaats gesloten voor alle verkeer. Om te accentueren dat het gedeelte Geertruidenberg – Raamsdonk niet langer in exploitatie was, werd een afsluitbalk over het 304 O P
DE RAILS 6-2017
spoor aangebracht bij kilometer 18.000, ruim achthonderd meter ten westen van het haltegebouw van Raamsdonk. De gehele spoorweg Lage Zwaluwe – ’s-Hertogenbosch diende op last van het ministerie van Defensie berijdbaar te blijven en hierom was het nodig op gezette tijden ballastbed en schouwpad te ontdoen van begroeiing. Dit gebeurde twee maal per jaar met de zogeheten sproeitrein. Die kon zijn werk met een snelheid van 45 km/h doen, maar op de Langstraatlijn mocht sinds augustus 1950 niet meer zo snel worden gereden. Formeel werd de verbinding nu als lokaalspoorweg beschouwd, met als consequentie dat de maximumsnelheid voor goederentreinen van 45 km/h teruggebracht werd tot 30 km/h. Tussen km 15.150 en 18.400 gold zelfs een limiet van 15 km/h.
Een driedelig Flirttreinstel van Abellio op de Ruhr-Lenne Bahn bij Wetter (Ruhr); 29 januari 2011. Foto: Frans Blanker.
Abellio in Duitsland Abellio, tegenwoordig een dochteronderneming van NS, heeft haar wortels in het Ruhrgebied. In dertien jaar groeide het bedrijf uit van een kleinschalige nieuwkomer naar een serieuze speler op de Europese markt voor reizigersvervoer per spoor. Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van Abellio in Duitsland.*
H
FRANS BLANKER EN RAYMOND KIÈS
oewel Abellio tegenwoordig vooral bekend is als spoorvervoerder in Duitsland en GrootBrittannië, ligt de basis van het bedrijf in het busvervoer in Duitsland. In tegenstelling tot de markt voor spoorvervoer, die in 1994 volledig werd opengesteld, is die voor lokale en regionale busdiensten nog slechts beperkt geopend. De belangrijkste reden hiervoor is de historische vervlechting tussen busbedrijven en overheden, die vaak eigenaar van regionale busbedrijven zijn. De grootste marktpartij is overigens Deutsche Bahn (DB), dat via diverse dochterondernemingen in heel Duitsland streekbusdiensten verzorgt. De deelstaat Hessen is een van de voorlopers op het gebied van marktwerking, al in 2003 werden de eerste lijnenbundels openbaar aanbesteed. Het eigenlijke begin van Abellio is de oprichting van de EVAG-Betriebsgesellschaft (EVBG) als dochter van het stadsvervoerbedrijf van Essen, de Essener Verkehrs AG (EVAG). Hierin bracht de EVAG het rijdend personeel en de bus- en tramwerkplaatsen onder, waarmee feitelijk een deel van het bedrijf werd geprivatiseerd. De aangekondigde opening van de busmarkt in de deelstaat Hessen en het voornemen van het Verkehrsverbund Rhein-Ruhr (VRR) om regionale trein-
diensten aan te besteden, waren voor de EVAG reden om in januari 2004 met het Essense busbedrijf Mesenhohl het gezamenlijke dochterbedrijf Abellio op te richten met als doel het verwerven van nieuwe vervoercontracten in bus- en spoorvervoer. De naam Abellio is in de Keltische mythologie de naam voor Apollo, een van de belangrijkste Griekse en Romeinse goden, al zijn er ook lezingen die Abellio als de god van de appelbomen betitelen. Abellio is sinds 2015 gevestigd in Berlijn als dochteronderneming van Abellio Transport Holding in Utrecht, het dochterbedrijf van NS dat de buitenlandse activiteiten van de Nederlandse spoorwegmaatschappij coördineert.
De eerste contracten
De eerste aanbesteding waaraan Abellio deelnam, leidde direct tot succes. Op 25 november 2004 maakte het VRR bekend de op 11 december 2005 ingaande contracten * Dit artikel vormt een aanvulling op de artikelenserie in OdR 2014-2, -4 en -6, waarin de Britse ontwikkelingen bij Abellio zijn beschreven. O P D E R A I L S 6 - 2 0 1 7 309
laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.
ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.
Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!
Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.
Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft
Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.
Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.
www.facebook.com/OpdeRails
Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com
Na de sluiting van de werkplaats in Tilburg begon de transformatie van het gebied tot Spoorzone 013, waarbij een groot deel van de gebouwen een nieuwe bestemming kreeg of gaat krijgen. Op het terrein is ruimte voor horeca, cultuur en ondernemen. Langzaam maar zeker krijgt het voormalige werkplaatsterrein vorm en daarbij is ook plaats gemaakt voor enkele railvoertuigen. Eind april opende Eetbar de Wagon de deuren, gevestigd in een van de Stoomtrein Goes – Borsele (SGB) overgenomen K1A-rijtuig dat vroeger voor de Belgische spoorwegen heeft gereden. Het is gekoppeld aan een voormalig Blokkendoos-rijtuig (ook ex-SGB), waarin plekken voor flexwerkers worden gecreëerd (foto boven, 6 mei 2017). Bij de Hall of Fame waarin jongeren de subculturen uit de stad samenbrengen, is in een verbouwde goederenwagen Gs Stoom 013 actief, waar je sinds begin mei terecht kunt voor koffie met koek (foto onder, 9 mei 2017). Als in het najaar de voormalige polygonale loods als horecagelegenheid weer wordt geopend, komt ook hierbij een Blokkendoos-rijtuig als decoratie te staan. Foto’s: Raymond Kiès.