odr2019 4

Page 1

OP DE RAILS 2019-4

IN DIT NUMMER: Goederendienst Nederland Brusselse ontwikkelingen Railerfgoed en samenwerking Stoom tussen Zwolle en Kampen Van Kufstein naar Brenner MAANDBLAD

VAN

DE

NVBS,

87E

JAARGANG,

APRIL

2019

BLZ.

153-208


Tot half april reed Lineas acht maal per week een kalksteentrein van Yves-de-Gomezée in België door Nederland naar Millingen in Duitsland en leeg terug. De lege trein rijdt ter hoogte van de grens tussen Kaldenkirchen en Venlo met de locomotieven 7789 en 7786. Foto: Rudi Liebrand.

Goederendienst Nederland In 2018 nam het totale goederenvervoer per spoor in Nederland iets toe. Zowel het aantal goederentreinen, de vervoerde volumes als het aantal gereden kilometers van alle goederentreinen lieten een stijgende lijn zien, met name veroorzaakt door lage rivierwaterstanden en omleidingen. Zoals de laatste jaren gebruikelijk wisselden in 2018 veel afnemers en logistieke bedrijven van vervoerder.

H

EMIEL DE BLOCK

et is dus niet nieuw dat veel vervoer van railgoederenvervoerder wisselt , maar wel dat de gevestigde maatschappijen het zwaar hebben. Met name DB Cargo Rail Nederland ziet momenteel veel vervoer overgenomen worden door private of voormalige staatsvervoerders. Het Duitse moederbedrijf DB bevindt zich in een moeilijke periode door slecht presterende afdelingen als reizigersvervoer en goederenvervoer en moet de komende jaren onder druk van de politiek flink hervormen. Ongetwijfeld heeft dit zijn weerslag op de Nederlandse dochteronderneming, die hier nog steeds veruit de grootste goederenvervoerder is. Ook het feit dat een groot vervoersaandeel van DB Cargo – de kolentreinen van de Noordzeehavens naar het Duitse achterland – door sluiting van elektriciteitscentrales in Duitsland al enkele jaren vermindert, draagt bij aan de moeilijke positie van de onderneming. Het actieprogramma Masterplan Güterverkehr, dat enkele jaren geleden is ingezet, moet het tij keren. Daarentegen is de voormalige Belgische staatsvervoerder NMBS onder de in 2015 gewijzigde organisatie met de naam Lineas bezig met een behoedzame opmars buiten het thuisland en heeft het hier en daar langdurig gecontracteerd vervoer in handen, niet alleen in Nederland maar ook naar en van Duitsland.

Wat betreft de kerncijfers over 2018 van het railgoederenvervoer dat in dat jaar door, naar en van Nederland plaatsvond: er werd een bruto volume van 133,9 miljoen ton vervoerd, 2,1 miljoen ton meer dan in 2017. Het aantal goederentreinen (exclusief losse locomotiefritten en werktreinen) bedroeg 87.300 tegen 85.400 het jaar daarvoor. De stijging is grotendeels het gevolg van toegenomen vervoer dat de binnenvaart door lage waterstanden vanaf de droge zomer 2018 niet kon meenemen. Vooral extra kolen en containers werden per spoor weggereden. Daarnaast reden meer treinen vanuit België door Nederland naar bestemmingen in Duitsland en verder (transitverkeer): het aantal nam met 700 toe tot 5650 in 2018. Het gaat met name om toegenomen vervoer in de relatie België – Zweden en meer verkeer via Essen – Roosendaal – Venlo als alternatief voor de Montzenroute tussen de havens van Antwerpen en hun achterland; via de hellingrijke route over Visé en Aken is simpelweg meer tractie nodig. Het vervoer over de Betuweroute nam in 2018 af ten opzichte van 2017. Dit is het gevolg van ingrijpende werkzaamheden in het kader van de aanleg van het derde spoor tussen Zevenaar-Oost en Oberhausen; veel treinen werden omgeleid via de Brabantroute Breda – Eindhoven – Venlo en een klein aantal via de noordelijke route over Bad Bentheim. In O P D E R A I L S 4 - 2 0 1 9   173


Een lagevloertram van de serie 2000 onderweg op het nieuwe traject van lijn 8 tussen het Trammuseum en Roodebeek. Woluwelaan, 9 oktober 2018. Foto’s bij dit artikel tenzij anders vermeld: Luc Koenot.

Brusselse ontwikkelingen Het Brussels Gewest heeft sinds 1991 de strategie en investeringen voor het openbaar vervoer in eigen handen, zonder inmenging van andere regio’s. Het gewest heeft gekozen voor een sterk openbaar vervoer met metro en tram als ruggengraat van het net. Die keuze resulteerde in meer dan vijfentwintig jaar onafgebroken investeringen in infrastructuur, rijtuigen, exploitatie, comfort en reizigersinformatie.

O

LUC KOENOT

p 1 mei viert de tram in Brussel zijn 150ste verjaardag. Brussel kreeg een tram na Genève, SintPetersburg, Den Haag, Berlijn, Wenen, Budapest, Warschau en Stuttgart en bevindt zich in het rijtje Europese steden die de tram nooit vaarwel gezegd hebben. Risico op volledige opheffing is er nooit geweest, maar het net heeft wel minder goede perioden gekend. De grandeur van het netwerk dat in de jaren vijftig met 246 kilometer spoor de hele stad bestreek is helaas verdwenen, het tramnet heeft nu een lengte van 138,3 kilometer spoor. Een groot deel ging verloren in de jaren zestig tot tachtig, eerst door een bijna ongeremde ontwikkeling van het busnet en vervolgens door de ondertunneling van de hoofdassen. De eerste premetro, geopend op 17 december

1969 tussen het Schumannplein en Sint-Katelijne, werd op 20 september 1976 vervangen door een echte metro. Deze metrolijn is vervolgens uitgebreid tot ver in het oosten en westen van de stad. De lijn over de kleine ring onderging hetzelfde lot. Inmiddels is ook de beslissing genomen om de Noord-Zuidlijn – in het centrum ook al lang ondergronds – om te bouwen tot zware metro.

OV in de lift

Door de derde Belgische staatshervorming in 1988-’89 zijn de gewesten verantwoordelijk geworden voor de stedelijke en regionale mobiliteit (spoorwegen en luchtverkeer zijn nog steeds een federale bevoegdheid). Zo kan het uit negentien gemeenten bestaande Brussels Gewest zijn eigen beleid O P D E R A I L S 4 - 2 0 1 9   179


Tijdens de Dag voor de railmuseamedewerkers op 3 november 2018 bij de SHM was maar liefst materieel van vier organisaties aanwezig: van de Museumstoomtram Hoorn – Medemblik, de Stoomtrein Goes – Borsele, de Museum Buurtspoorweg en de Stichting Hondekop. Beter kan de samenwerking tussen en de bevlogenheid van de medewerkers van de railmusea niet in beeld worden gebracht! Foto’s bij dit artikel, tenzij anders vermeld: Kees Wielemaker.

Railerfgoed en samenwerking Al in 1910 werden de eerste plannen voor een Nederlands Spoorwegmuseum gesmeed, maar het zou tot 1927 duren dat die plannen werkelijkheid werden door middel van de oprichting van de Stichting Nederlandsch Spoorwegmuseum. Opmerkelijk daarbij was dat de basis van de collectie werd gevormd door een particuliere verzameling, die bijeen was gebracht door G.W. van Vloten, ambtenaar bij de Staatsspoorwegen en eerste directeur van de stichting. Daarnaast werden, mede op aanraden van de NVBS, door de Nederlandse Spoorwegen enkele historisch belangrijke locomotieven bewaard, die nu nog in het Spoorwegmuseum kunnen worden bewonderd.

L

JAAP NIEWEG EN KEES WIELEMAKER 1

angzamerhand nam in de vorige eeuw het aantal particuliere initiatieven om historisch spoor- en tramwegmaterieel te bewaren toe (zie ook OdR 2019-3, blz. 123). Zo werd al in 1930 materieel van de paardentram Makkum – Harkezijl veiliggesteld, dat helaas maar voor een deel de oorlog heeft overleefd. Twee jaar later werd onder andere stoomtramlocomotief A15 van de Rijnlandsche Stoomtramweg-Maatschappij bewaard. Dit materieel belandde in het Spoorwegmuseum. Daarnaast werden particuliere collecties opgericht door liefhebbers. De heer J.A. Neve, aanvankelijk in Vreeswijk en later in Zeeland (NB) was zo’n verzamelaar. Hij kocht in 1967 een 186   O P

DE RAILS 4-2019

stoomlocomotief voor 700 mm spoor van Spoorijzer in Delft en voegde later nog andere locomotieven en wagens aan zijn collectie toe. Veel van dit materieel behoort nu tot het materieelpark van de Stoomtrein Katwijk Leiden. Ook het al eerder beschreven Nederlands Trammuseum van de heer Kühne in Weert viel in deze categorie. Jaap Nieweg was voorzitter van Historisch Railvervoer Nederland en de stichting Mobiele Collectie Nederland en is president van de Europese koepel Fedecrail. Kees Wielemaker was eveneens jarenlang voorzitter van HRN en is secretaris van MCN.

1


Tussen 1926 en 1935 deden C1-locomotieven serie 8400 dienst tussen Zwolle en Kampen. De 8403, die op een onbekende datum met twee ongevallenwagens in Zwolle voor de fotograaf poseert, hield zich vooral bezig met rangeerwerk op de eigen standplaats. Foto: J. Quanjer, collectie HUA.

Stoom tussen Zwolle en Kampen Noord In het artikel van Kasper Haar over het zogeheten Kamper lijntje (OdR 2018-5) wordt over de stoomlocomotieven die er hebben gereden in de NS-tijd, opgemerkt dat deze behoorden tot ‘diverse series’, zonder verdere toelichting. Ondanks het monopolie van de motortractie op deze voormalige NCS-lijn is er tot begin 1955 steeds stoom te zien geweest. Steevast was het depot Zwolle dat alle tractie verzorgde. PAUL HENKEN

T

ijdens de winterdienst van 1921 waren vier 1B-tenderlocomotieven serie 5000 in de F-serie werkzaam, waarvan er twee de volledige treindienst tussen de Overijsselse hoofdstad en Kampen voor hun rekening namen. Beide machines begonnen en eindigden hun weinig enerverende pendeldienst met een goederentrein. De zomer van 1923 zag locomotieven met deels dezelfde asindeling verschijnen, maar nu van iets recentere datum. Deze 7300’en en 7400’en konden overigens ook waargenomen worden in Kampen Zuid. Hoewel op 5 november 1923 de motortractie van start ging, vermeldde de locomotiefdienst ingaande 30 maart 1924 nog zestien slagen met stoomtractie. Voorzichtigheidshalve legde de NS de eerste twee omBC’s facultatief in en dit bleek een juiste beslissing, want het eerste exploitatiejaar werd gekenmerkt door veel storingen. De winterdienst 1924 bracht voor de stoomlocomotieven nog slechts werk in het goederenverkeer: een 7300

of 7400 bracht trein 6349 naar Kampen, rangeerde in dit station geruime tijd en reed vervolgens met trein 4372 naar de standplaats terug. Hier wachtte nog tot vier uur in de ochtend rangeerwerk. De andere locomotief vervoerde trein 4371 naar Kampen, rangeerde daar eveneens en keerde daarna huiswaarts met trein 6348. Hetzelfde patroon zette zich tijdens de winter van 1925 voort, alleen werden toen 1B1-machines van de serie 7100 ingezet. Met C-locomotieven, serie 2900 deden tijdens de zomerdienst van 1926 machines met een losse tender hun intrede. Omdat een draaischijf ontbrak in Kampen, moest de dertien kilometer lange rit heen of terug tender voor worden afgelegd. In dezelfde periode kwamen de lange C1-tenderlocomotieven serie 8400 voor het eerst op de lijn in actie, waarvan een exemplaar verrassend genoeg reizigerstrein 1362 naar Zwolle bracht. Na aankomst volgde werk dat meer in overeenstemming was met het karakter van deze ‘bergkruiper’: rangeren. Een locomotief van de omvangrijke serie 1300 draaide O P D E R A I L S 4 - 2 0 1 9   193


De spoorlijn van Kufstein naar Brenner kent een omvangrijk goederenvervoer met een veelzijdig beeld van spoorwegmaatschappijen en locomotieftypes. Op 13 juni 2006 rijdt een trein met de locomotieven 185 531 en 185 510 van TX Logistik door St. Jodok. Foto: Gerard van Buuren.

Van Kufstein naar Brenner De Brennerspoorlijn is één van de meest tot de verbeelding sprekende verbindingen over de Alpen. De lijn kent een bewogen geschiedenis met aan de zuidzijde steeds wisselende grensplaatsen. Het treinverkeer is, zoals het een belangrijke internationale verbinding betaamt, ook in de huidige tijd zeer afwisselend. De bouw van de Brennerbasistunnel, die grote veranderingen in het spoorvervoer teweeg zal brengen, werpt zijn schaduw vooruit. Dit artikel is geheel gewijd aan het Oostenrijkse deel van deze belangrijke corridor.

D

GERRIT NIEUWENHUIS

e passage van de Alpen is al eeuwenlang een lastige hindernis in het verkeer tussen Noord- en Zuid-Europa. De weinige goed begaanbare routes hadden dan ook een groot strategisch belang. Het vervoer vond eeuwenlang plaats met karren en koetsen die door paarden of andere lastdieren over nauwelijks verharde paden door de bergen werden voortgetrokken. De reis nam meestal meerdere dagen in beslag. De route over de Brenner was van oudsher van groot belang voor het noord-zuidverkeer; door de relatief geringe hoogte van de Brennerpas (1370 meter boven zeeniveau) was dit één van de makkelijkste routes over de Alpen. De opkomst van het spoor aan het begin van de negentiende eeuw gaf uitzicht op verbetering van de reismogelijkheden. Net als in andere Europese landen, waaronder ook

196   O P

DE RAILS 4-2019

Nederland, vond de bouw van de eerste spoorlijnen plaats op basis van particulier initiatief. De ontwikkeling van een samenhangend netwerk ging daardoor uitermate langzaam; er was veel kapitaal nodig en de particuliere maatschappijen hadden meer oog voor het eigen belang dan voor netwerkontwikkeling. De Oostenrijks-Hongaarse staat wilde de ontwikkeling van de spoorwegen versnellen door de bouw van nieuwe lijnen te financieren. Op 29 oktober 1854 werd een keizerlijk document gepubliceerd, waarin werd aangekondigd dat door de staat gefinancierde spoorlijnen door particuliere ondernemingen tegen gunstige voorwaarden konden worden geëxploiteerd. Concessies werden daarbij voor een periode van negentig jaar verstrekt. De lijn van Kufstein naar Innsbruck werd op basis van de wet uit 1854 gebouwd als k.k. Nordtiroler Staatseisenbahn.


laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1

NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.

ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.

Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!

Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.

Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft

Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.

Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.

www.facebook.com/OpdeRails

Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com


Ruim twintig jaar geleden verschenen de eerste nieuwe spoorwegondernemingen op de Nederlandse markt: in het reizigersvervoer Lovers Rail, in het goederenvervoer ACTS en Short Lines. ACTS verwierf in 1999 het containervervoer naar Veendam en Leeuwarden, waarvoor een aantal tweedehandslocomotieven in dienst werd gesteld. Op de foto boven passeren op 1 april 1999 de 1253 en 1252 Hilversum. Op de foto onder rijdt de Engelse diesellocomotief 5812 op 21 juni 2004 door Hilversum Noord. Foto’s: Erwin Voorhaar.

000 


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.