OP DE RAILS
2019-7
IN DIT NUMMER: Van optische telegraaf tot ERTMS De Kameel met pensioen Keulen, stad met twee tramnetten De A 45, een koninklijk verhaal MAANDBLAD
Op de Rails 2019-07.indb 1
VAN
DE
NVBS,
87E
JAARGANG,
JULI
2019
BLZ.
309-356
03-07-19 13:51
De feestelijkheden bij station Den Haag bij de opening van de spoorlijn naar Rotterdam. De optische telegraaf heeft twee sets ronde borden. Als er geen trein onderweg is, liggen deze beide horizontaal. De feesttrein vertrekt naar Rotterdam en daarom is de bovenste set verticaal gezet. Dit sein moet van wachter tot wachter naar Rotterdam worden doorgegeven. Na aankomst in Rotterdam wordt daar het bord weer horizontaal gelegd, wat dan weer van wachter tot wachter wordt teruggeseind naar Den Haag. Aquarel B.J. van Hove, verzameling Haags Gemeentearchief.
D
Van optische telegraaf tot ERTMS Bij de opening van de eerste spoorlijn in ons land was de veiligheid van het treinverkeer eenvoudig geregeld. Op de stations bedienden de wachters de losse wissels, tussen de stations waren er wachters die met elkaar en met de stations met optische telegrafen berichten wisselden over de treinenloop. Met vlaggen en lantaarns gaven ze de machinisten aan of de baan veilig bereden kon worden. In de 180 jaar sindsdien is het treinverkeer gigantisch gegroeid, van vier naar (op het drukste baanvak bij Schiphol) maar liefst 480 treinen per dag per richting. KEES VAN DE MEENE, RENÉ JONGERIUS, ROEF ANKERSMIT
ie groei was mede mogelijk dankzij de enorme ontwikkeling die het seinwezen in die periode heeft doorgemaakt. Onder ‘seinwezen’ verstaan we niet enkel de seinen maar het geheel aan inrichtingen, maatregelen en voorschriften waardoor de veiligheid van het treinverkeer geregeld wordt. Het seinwezen moet in zijn ontwikkeling gelijke tred houden met de capaciteitsbehoefte van het
330
treinverkeer. Het mag niet achterlopen, want dat leidt tot (vermijdbare) ongevallen, maar het hoeft ook niet voor te lopen, want dat leidt tot onnodige kosten. Een goed ingericht seinwezen beschermt tegen de risico’s van ontsporingen, aanrijdingen van treinen onderling, botsingen op overwegen en aanrijdingen van personeel langs de baan. Die goede inrichting was een voortdurende bron van afweging van kosten en risico’s. In Nederland konden de spoor-
OP DE RAILS 7-2019
Op de Rails 2019-07.indb 330
03-07-19 13:52
Op 29 september 2018 was de Kameel te gast bij het Dieselweekend van de Stoomtrein Goes – Borsele. Het rijtuig passeert bij die gelegenheid ter hoogte van Kwadendamme. Foto: Matthijs Schreurs.
De Kameel met pensioen Op dinsdag 4 juni maakte motorrijtuig NS 20, beter bekend als de Kameel, zijn laatste rit voor NS. Precies 65 jaar na zijn eerste rit op 4 juni 1954 werd het motorrijtuig overgedragen aan het Spoorwegmuseum. De rit voerde, met gevoel voor historie, van zijn geboortestad Rotterdam via Haarlem en Amsterdam naar het Spoorwegmuseum. Een goede reden om stil te staan bij dit bijzondere voertuig.
T
TIM GOORMAN
ijdens het afleveren van de Blauwe Engelen (de series DE1 21-50 en DE2 61-106) door Allan en Werkspoor rolde op 31 mei 1954 een motorrijtuig met het nummer NS 20 uit de hallen van de Rotterdamse fabrikant. Volgens de bijna drie jaar eerder op 4 juli 1951 uitgebrachte offerte kostte het rijtuig 408.000 gulden. Het was direct een opvallende verschijning, niet alleen vanwege het ontbreken van de automatische koppelingen, maar met name ook vanwege de twee ‘bulten’ op het dak waarin de werkplek van de machinist was ondergebracht om de passagiers vrij zicht over de spoorbaan te geven. De bijnaam Kameel was dan ook al snel geboren. De passagiers waren in dit geval overigens geen gewone reizigers: de NS 20 was het nieuwe inspectiemotorrijtuig, dat 338
motorrijtuig 11 (de voormalige omBC 2907) verving. Met het motorrijtuig inspecteerde de directie het spoorwegnet, daarnaast werd de NS 20 gebruikt voor directiereizen. De komst van de NS-directie (of andere hoge NS-functionarissen) met de Kameel was in die jaren bij het sterk hiërarchische NS een belangrijke gebeurtenis: het hele station werd erop voorbereid en het personeel stond klaar op het perron – ook als het motorrijtuig gewoon met 120 km/h voorbij kwam…
Kameel in het geel
Aan het begin van de jaren zeventig waren ook bij de NS de tijden veranderd en de Kameel kreeg een opknapbeurt. In de NS-gele huisstijl en met een nieuw interieur ging de
OP DE RAILS 7-2019
Op de Rails 2019-07.indb 338
03-07-19 13:52
Twee gemoderniseerde Stadtbahn B-stellen in de halte Severinstrasse; 4 augustus 2018. Ondergronds eindigt hier het zuidelijke deel van de Nord-Süd Stadtbahn. Foto’s voor zover niet anders vermeld: Maurits van den Toorn.
Keulen, stad met twee tramnetten
Van U-Strab naar Stadtbahn
Het was allemaal ‘klein bier’ in vergelijking met de ontwikkelingen in de jaren zestig. Zoals in veel grote Duitse steden was in de jaren vijftig het idee van een Unterpflasterstrassenbahn oftewel U-Strab omarmd, nadat het plan voor een ‘echte’ metro wegens te hoge kosten was verlaten. Na een bouwtijd van vijf jaar werd in oktober 1968 het eerste stukje tunnel geopend, het ruim anderhalve kilometer lange traject Magnusstrasse – Dom/Hauptbahnhof met de stations Appellhofplatz en Dom/Hbf. Twee jaar later was er met de opening van aansluitende trajecten naar het noorden (Breslauer Platz), westen (Friesenplatz) en zuiden (Barbarossaplatz en Poststrasse) voor het eerst sinds 1944 weer een behoorlijke noord-zuidverbinding door (beter gezegd onder) de binnenstad ontstaan. In de jaren zeventig en tachtig werd de U-Strab gestaag uitgebreid. Ook elders in de stad kwamen moderne trajecten. De nieuwe buitenwijk Chorweiler in het noordwesten van de stad kreeg in 1973 een deels ondergrondse aansluiting op het tramnet, terwijl een jaar later op het noordelijke gedeelte van de Gürtel (de buitenste ring om de stad) een tramtraject op viaduct werd geopend. Begin jaren zeventig ontwikkelde de overheid van Nordrhein-Westfalen ideeën voor een gestandaardiseerd Stadtbahn-systeem met één materieeltype in alle grote 342
(vervolg)*
MAURITS VAN DEN TOORN
agglomeraties. Het leidde tot de slechts zeer ten dele gerealiseerde Stadtbahn Rhein-Ruhr in het Ruhrgebied. Ook de Keulse U-Strab werd hieronder geschaard en voortaan aangeduid als Stadtbahn. Interessant voor de steden was vooral dat de landsregering structureel ging bijdragen aan dergelijke projecten. Het Stadtbahn-concept leidde tot de integratie van de lijnen van de KBE in het tramnet. In 1978 werd de Rheinuferbahn uit Bonn als lijn 16 doorgetrokken naar Mülheim, in 1985 ging ook de Vorgebirgsbahn als lijn 18 naar Mülheim doorrijden; later volgde doortrekking naar Holweide en Thielenbruch. Het station Barbarossaplatz werd verlaten, het oude materieel van beide lijnen ging naar Oostenrijk (naar Salzburg en naar de Linzer Lokalbahn, waar het werd herenigd met de eerder verkochte buitenlijntrams). Het goederenvervoer van KBE en KFBE ging in 1992 over naar het nieuw gevormde bedrijf Häfen und Güterverkehr Köln, het ook in Nederland niet onbekende HGK. De tunnelbouw ging ondertussen in stevig tempo verder. Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig werd ook het stadsdeel Deutz op de rechteroever ondertunneld, in 1987 verdween de tramlijn over de Ring deels onder de grond. Ook elders in de stad werden in de jaren tachtig nog enkele
* Vervolg op OdR 2019-6.
OP DE RAILS 7-2019
Op de Rails 2019-07.indb 342
03-07-19 13:53
SOV-informatierijtuig NS A 2501, Utrecht Maliebaanstation ca. 1924, met poserend P.C. Lagas (penningmeester en bestuurslid hoofdbestuur SOV). Foto: collectie auteur.
De A 45: spoorwegrijtuig met een koninklijk verhaal Zo’n vijfentwintig jaar geleden zorgde een oud familiefotoalbum voor een aparte vondst. In het album zat een foto van mijn grootvader, Pieter Carel Lagas, die poseerde voor een rijtuig. De datering van de foto was gelegen in de jaren twintig van de vorige eeuw. De locatie was het Maliebaanstation, ofwel het huidige Spoorwegmuseum. De foto kreeg een aparte plaats in mijn boekenkast, temeer omdat ik mijn grootvader niet heb gekend. Hij overleed in mijn geboortejaar (1954). In de loop van de jaren werd ik steeds nieuwsgieriger naar de context en de achtergrond van de foto. Het rijtuig vermeldde het nummer NS A 2501.
M
PIETER C. LAGAS
ijn vader had mij al eens verteld dat mijn grootvader landelijk penningmeester van de Spoorweg-Onthouders-Vereeniging (SOV) was geweest en dat de wagen de functie van informatierijtuig voor de SOV had vervuld. Navraag bij het archief van NS leverde in de jaren negentig niet veel meer informatie op. Van het rijtuig waren toen geen andere foto’s bekend. Bij toeval kreeg ik een aantal jaren geleden het boek ‘Majesteit uw trein staat gereed!’ in handen.1 Al lezende kwam ik tot de ontdekking dat het rijtuig NS A 2501 vermoedelijk deel had uitgemaakt van de koninklijke trein in de negentiende eeuw. Later onderzoek zou die conclusie bevestigen.
348
Het rijtuig NS A 2501 werd als salonrijtuig A 45 in 1876 gebouwd door de Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens J.J. Beijnes te Haarlem en kwam na aflevering in eigendom bij Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, Willem III, aan wie de directeur der fabriek J.J. Beijnes in januari 1877 ook zelf de factuur adresseerde.2 Het rijtuig – op de factuur genoemd ‘Een salonwagen Breack’ – werd gebouwd volgens specifieke afspraken en tekening naar des Konings wens in nadrukkelijk overleg met het staldepartement. De kale bouwsom was f 12.850. Bijgeleverd werden een kleed van stof (met ‘bouten, lussen en knoopen’), incl. arbeidsloon voor f 123. Voor het bij dit rijtuig in oorspronkelijke constructie aanwezige
OP DE RAILS 7-2019
Op de Rails 2019-07.indb 348
03-07-19 13:53
laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.
ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.
Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!
Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.
Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft
Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.
Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.
www.facebook.com/OpdeRails
Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com
Een beeld uit de grijze alledag in de Hauptstadt der DDR, de Neue SchÜnhauser Strasse op 30 juli 1980. Het was toen een van de drukste tramroutes in de Berlijnse binnenstad. Bijna dertig jaar later is het er aanzienlijk drukker, maar dan vooral met ander verkeer. Tegenwoordig kom je de tram hier gewoonlijk niet meer tegen, want dit traject wordt alleen nog gebruikt voor omleidingen. Wegens spoorvernieuwing in de Brunnenstrasse was dat in het voorjaar van 2019 voor enkele weken het geval; 5 april 2019. Foto’s: Maurits van den Toorn.
000
Op de Rails 2019-07.indb 356
03-07-19 13:53