OP DE RAILS 2019-9
IN DIT NUMMER: Nummering stroomlijnmaterieel Spoorwegen in en om Amsterdam Andere tijden, andere lijnen MAANDBLAD VAN DE NVBS, 87E JAARGANG, SEPTEMBER 2019 BLZ. 409-456
Het begin van het stroomlijntijdperk en de treinstelnummering: nieuwe DE3’en in Utrecht; 1 november 1935. Foto: H.G. Hesselink (Stichting NVBS Railverzamelingen).
Deel vijf 180 jaar spoorwegen in Nederland
De (ver)nummering van het stroomlijnmaterieel
Over de ontwikkeling van het stroomlijnmaterieel hebben veel deskundige auteurs in de loop van de jaren veel geschreven. In dit artikel wordt nader ingegaan op een aspect waar slechts fragmentarisch aandacht aan is geschonken: de nummering en de vernummering van de treinstellen en treinstammen van de NS.
D
P.W. VAN DER VLIST, J. M. TEN BROEK
e nummering van de treinstellen van de NS is in alle publicaties nooit een leidend onderwerp geweest, hoewel spoorwegliefhebbers veelal bekend staan als nummerfetisjisten. Het gaat vooral over de herkenbaarheid van een treinstel in bijvoorbeeld de fotoadministratie. Feitelijk maakt het niet veel uit hoe het nummer op een treinstel tot stand is gekomen. Die totstandkoming is echter een vaak interessant verhaal aan de hand waarvan te volgen is hoe de ontwikkeling van het stroomlijnmaterieel verlopen is. We zullen zien hoe er als gevolg van eerdere keuzes steeds weer aanpassingen gedaan worden om binnen eerder vastgestelde raamwer-
ken voor de nummering te blijven, hoe men zich in de loop van de jaren dan toch weer met de nummers ‘in de hoek verft’ en natuurlijk een uitweg vindt. Het is immers uiteindelijk toch maar een nummer. Een speurtocht van nummer 1 tot ‘9597’.
De diesel
De komst van de dieselelektrische treinstellen (DE3) in 1934 betekende niet alleen een grote revolutie in de ontwikkeling van het spoorwegmaterieel, maar ook een kleine in de nummering ervan. Met wat liefkozend ‘de diesel’ werd genoemd, is om te beginnen het begrip ‘treinstel’ O P D E R A I L S 9 - 2 0 1 9 429
Huiswaarts kerende strandgangers verwelkomen op station Zandvoort een extra trein bestaande uit een treinstel Plan T, zomer 1979. Foto: Tim Boric.
I
Strandvervoer
Spoorwegen in en om Amsterdam J.M. TEN BROEK
n de eerste maanden van de opleiding tot volwaardig medewerker in de ‘buitendienst’ van het exploitatie rayon Amsterdam mochten drie cursisten van de lichting 1971 onder meer als perronopzichter op Amsterdam CS dienst doen. Na een winter op de tochtige perrons brak de zomer van 1972 aan en werd de sporenstaat van het station met ingang van de zomerdienst een stukje dikker. Dat bleek elke zomer zo te zijn, want behalve de zomerse D-treinen verschenen ook tientallen facultatieve treinen in de sporenstaat westzijde (het station kende aparte sporenstaten voor oost- en westzijde). Het waren de extra treinen naar en van Zandvoort die bij mooi weer en bij autoraces op het circuit van Zandvoort konden worden ingelegd. Het programma Strandvervoer was volledig gepland, met machinisten, conducteurs en materieel. Alleen de dienstregeling was facultatief, zodat het programma niet bij weer en wind behoefde te worden uitgevoerd. ‘Fac Zandvoort rijdt!’ was de terminologie waarmee de verkeersleidingen Amsterdam en Haarlem elkaar duidelijk maakten dat in principe alle facultatieve treinen van de betreffende treinserie zouden gaan rijden en waarmee het rijdend personeel en het stationspersoneel werden geactiveerd. Zandvoort en ‘fac Zandvoort’ zouden in de loopbaan van de auteur van dit artikel nog een aantal keren langskomen, maar in 1972 was er vooral het amusement van de treinen met mat ’46 die soms afgeladen vertrokken met bleek uitziende stedelingen en in de middag terugkwamen en erg rood verbrande strandgangers afzetten. Het vertrek van de treinen logenstrafte vaak wat er op de bedrijfscursus was geleerd. De conducteurs en perronopzichters deden hun best de (handbediende) deuren voor vertrek dicht te
(vervolg*)
krijgen, maar dat was met een verzameling Amsterdammers op volle, hete balkons vrijwel onbegonnen werk. De meer ervaren hoofdconducteurs deden er dan ook nauwelijks moeite voor en gaven gewoon vertrekbevel. Terwijl de trein wegreed, gingen dan de meeste schuifdeuren als vanzelf dicht, al bleven ze meestal nog een stukje openstaan voor wat frisse lucht. Overigens was dat met de gewone treinen naar Zandvoort, de getrokken treinen uit Maastricht en Heerlen met de ook van handbediende schuifdeuren voorziene rijtuigen plan E, niet anders. Onwetend van al het plannings- en bijsturingswerk dat erachter zat, lieten de drie stagelopende cursisten zich maar al te graag inzetten als hulpconducteur als er een hoofdconducteur ontbrak of als er nog meer extra treinen gereden moesten worden dan waarin ‘fac Zandvoort’ voorzag.
Haarlem – Zandvoort
De spoorverbinding tussen Haarlem en Zandvoort was de eerste die aangelegd werd onder de Wet tot regeling van de dienst en het gebruik der locaalspoorwegen van 8 augustus 1878. De lokaalspoorwegen werden de ‘light rail’ van hun tijd in vergelijking met de hoofdspoorwegen. De enkel sporige verbinding tussen Haarlem Bolwerk en Zandvoort werd aangelegd en geëxploiteerd door de in 1880 opgerichte Haarlem-Zandvoort Spoorweg-Maatschappij, die de lijn al op 2 juni 1881 in gebruik nam. De lijn volgde een bochtig tracé, dat was afgedwongen door de eigenaar van een aantal landgoederen in het duingebied bij Overveen en maakte in Zandvoort vlak voor het dorp een boog van meer * Vervolg op OdR 2018-6. O P D E R A I L S 9 - 2 0 1 9 437
Het aantal trams door de Leidsestraat verminderde met een vijfde. De 2047 op ‘toeristenspitslijn’ 11 op het Koningsplein; 21 augustus 2019. Foto: Tim Boric.
De herziening van het Amsterdamse tramnet
Andere tijden, andere lijnen
Zondag 22 juli 2018 was de datum van de ‘grootste verandering in het Amsterdamse openbaar vervoer sinds de paardentram’. Dat schreef het GVB vorig jaar bij de opening van de nieuwe metrolijn 52, de Noord/ Zuidlijn. Op die bewering valt veel af te dingen maar hoe het ook zij, een ingrijpende netwijziging was het zeker. Reden genoeg tot een nabeschouwing.
D
FRANS BOOM EN TIM BORIC
e opening van de nieuwe metrolijn 52 was aanleiding om het Amsterdamse tram- en busnet flink op te schudden. Die behoefte bestond bij de Vervoerregio Amsterdam (opdrachtgever van het openbaar vervoer in de Amsterdamse regio) en het GVB al een aantal jaren, en zeker niet alleen vanwege de Noord/ Zuidlijn. De verplaatsingspatronen in en rond de stad zijn in de loop der jaren veranderd. Het zwaartepunt van het tramnet lag van huis uit bij de Dam en het Centraal Station, maar de belangrijke concentraties van werken, wonen en onderwijs zijn intussen verschoven. Die bevinden zich nu voor een groot deel buiten de binnenstad. Voor veel trein-
forenzen zijn andere stations dan het CS aantrekkelijker geworden als toegangspoort tot de stad. Daar moest het nieuwe net beter bij gaan aansluiten. Een andere reden om het tramnet op de schop te nemen was kostenbesparing, mede ingegeven door de kabinetsbezuiniging op de subsidies voor het stedelijk en regionaal vervoer. Het GVB kreeg de opdracht om meer reizigers te gaan vervoeren met minder overheidsgeld. Zelf streeft het GVB sinds 2013 naar een volledig kostendekkende exploitatie. Dat is een grote opgave als je bedenkt dat de kostendekkingsgraad van het GVB tien jaar geleden nog maar ongeveer 50 % was. Toch zat het GVB in 2018 al op ruim 90 %. Naast efficiënter werken is O P D E R A I L S 9 - 2 0 1 9 445
laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.
ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.
Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!
Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.
Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft
Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.
Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.
www.facebook.com/OpdeRails
Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com
Elk jaar wordt in de Amerikaanse staat Utah op 10 mei gevierd dat in 1869 de eerste transcontinentale spoorweg in gebruik werd genomen. Ruim 23.000 mensen woonden de ceremonie bij die was georganiseerd omdat de Golden Spike dit jaar 150 jaar geleden werd geslagen. Mede om die viering luister bij te zetten besloot Union Pacific Railroad om ‘Big Boy’ 4014 uit 1941, een vertegenwoordiger van de grootste stoomlocomotieven ooit gebouwd, weer rijvaardig te maken. Op de foto zien we Big Boy met de kleinere locomotief 844 bij Mountain Green (Utah) op 12 mei 2019. Foto’s: Golden Spike National Historical Park (boven) en Terry Redeker.
000