OP DE RAILS 2020-6
IN DIT NUMMER: Hogesnelheidslijnen in Japan
Geel-grijze museumtreinen Naar een efficiënter spoorgebruik Tram en Stadtbahn in Hannover MAANDBLAD
VAN
DE
NVBS,
88E
JAARGANG,
JUNI
2020
BLZ.
249-300
Treinstel JR-East U17 rijdt de Seikan Tunnel in als trein Hayabusa 1 naar Shin-Aomori. Deze tunnel verbindt het hoofdeiland van Japan, Honshu, met het noordelijk gelegen eiland Hokkaido. Het traject is drierailig: 1067 mm voor goederentreinen en 1435 mm voor de Shinkansen. Bij de ingang van de tunnel is een uitzichtplatform: ‘Seikan Tunnel Park’. Imabetsu - Kurosaki Hamana, 27 april 2017. Foto's bij dit artikel, tenzij anders vermeld: Ernst van Gulden.
O
Hogesnelheidslijnen in Japan Het is al weer zeventien jaar geleden dat de laatste artikelen over hogesnelheidslijnen in Japan in OdR verschenen. In een tweetal artikelen (respectievelijk van Bert Steinkamp en ondergetekende) werd een overzicht gegeven van dienstuitvoering en materieel. Uiteraard hebben de ontwikkelingen ook in Japan niet stilgestaan. Tijd voor een overzicht van de huidige stand van zaken. HENRY VAN AMSTEL
p 1 april 1987 werden de Japanse Nationale Spoorwegen geprivatiseerd en gesplitst in zes regionale maatschappijen en een goederen vervoerder. De geografische verdeling is aldus: JR (Japan Rail – voluit Japan Railway Company) Hokkaido, Kyushu en Shikoku zwaaien de scepter op de gelijknamige eilanden, terwijl JR East, Central en West het vervoer op het grootste en volkrijkste eiland Honshu hebben verdeeld. JR East en Central vinden elkaar op station Tokyo Central, hoewel de hogesnelheidssporen daar niet met elkaar verbonden zijn. Dat is wel het geval bij de grenzen tussen de andere maatschappijen, waar dan ook doorgaande hogesnelheidsverbindingen bestaan. Op het dunbevolkte Shikoku bestaan deze overigens niet. Alle maatschappijen behalve de JR Shikoku beschikken over 268 O P
DE RAILS 6-2020
eigen hogesnelheidsmaterieel waarbij overigens regelmatig gezamenlijke bestellingen worden gedaan.
De hogesnelheidslijnen
Allereerst: de benaming Shinkansen betekent letterlijk ‘Nieuwe spoorlijn’. In het westen worden trein en infra nog wel eens door elkaar gebruikt. In Japan zelf worden de hogesnelheidstreinen doorgaans met de toevoegingen super of expres aangeduid. De benaming ‘kogeltrein’ is in het Westen uitgevonden, vanwege de kogelvormige neus van de eerste hogesnelheidstreinen. Soms wordt de naam nog gebruikt wat eigenlijk onjuist is omdat het huidige materieel een geheel andere vorm heeft. Japan opende in 1964 de eerste hogesnelheidslijn tussen Tokyo en Osaka; deze werd bekend als de Tokaido
Voor het filmevenement 'Nacht van het witte doek' in Deurne reed plan V-treinstel 904 van de Stichting Mat'64 op 25 augustus 2019 een pendeldienst naar Eindhoven. Foto: Rob Dammers.
Van modern naar museum
Geel-grijze treinen
Het is alweer ruim vijftig jaar geleden dat de nieuwe, gele huisstijl werd geïntroduceerd bij de Nederlandse Spoorwegen (zie ook OdR 2018-5). In het tijdperk van donkergroen, donkerrood, donkerblauw en donker bruin viel de moderne, felgele kleur direct op. Tientallen jaren lang was geel dé kleur van het openbaar vervoer in Nederland. Totdat vanaf de jaren negentig de decentralisatie op gang kwam: plots waren er nieuwe vervoerders, die vaak ook nieuwe kleuren introduceerden.
D
TIM GOORMAN
e oude NS-huisstijl is sinds afgelopen december nagenoeg verleden tijd; alleen acht elektrische locomotieven van de serie 1700 resteren, voor zolang het nog duurt. Of toch niet? Bij de opsplitsing van het materieelpark van NS in de jaren negentig en het ongeveer gelijktijdig uitstromen van veel ouder materieel, kwamen er ineens ruime mogelijkheden om dit naoorlogse materieel als museummaterieel te bewaren. Tot die tijd ging er soms één voertuig naar het Spoorwegmuseum en werd de rest afgevoerd. De museumlijnen waren in die tijd voornamelijk met stoomtreinen bezig en de enkele diesellocomotief die ze konden overnemen werd in de afleveringskleuren geschilderd. Dat veranderde toen grotere aantallen locomotoren, 600’en en uit eindelijk ook 2200’en van allerlei bedrijven konden worden overgenomen door museumlijnen en stichtingen: de bruikbaarheid ging daarbij voor het uiterlijk en zo bleven de machines vaak jarenlang in de oude NS-kleurstelling. Ondertussen was ook een nieuwe generatie spoorwegliefhebbers ontstaan, die materieel als plan U, plan V en de
276 O P
DE RAILS 6 -2020
diverse locomotieven alleen in het geel kende. Zij richtten nieuwe stichtingen op met als doel ook dit materieel te behouden, in de kenmerkende gele huisstijl. Inmiddels zijn ook de eerste voertuigen terzijde gesteld die uitsluitend in het oorspronkelijke geel met grijze accenten (en bij treinstellen lichtblauwe reclamebanen) hebben gereden; ook deze zullen in die toestand bewaard blijven. Al deze ontwikkelingen hebben er de laatste jaren toe geleid dat tientallen voertuigen in de ooit zo moderne gele huisstijl van 1968 als museumtrein bewaard zijn gebleven. We geven in dit artikel een overzicht.
Elektrische locomotieven
De allereerste locomotief die in de geel-grijze huisstijl bewaard is gebleven is gelijk een buitenbeentje: de Engelse zesassige 1501, die na zijn terzijdestelling in 1986 door de Werkgroep Loc 1501 werd bewaard. Helaas lijkt een rijvaardig herstel van deze sinds 2007 niet meer ingezette, imposante locomotief er niet meer in te zitten. De eisen die aan zowel de technische als de administratieve kant worden
Een treinstel dat is voorbereid op de digitale toekomst: het nieuwe ICNG-vijf wagenstel 3106 bij de fabriek van Alstom in Chorzów/Katowice (PL); 28 januari 2020. Foto: Tadeusz Krupnik.
Deel negen 180 jaar spoorwegen in Nederland
Naar een efficiënter spoorgebruik Spoorvervoer is een geleid vervoerssysteem. Het is door de treinbeveiliging één van de veiligste, betrouwbaarste en energiezuinigste vervoerwijze, en speelt daarmee een belangrijke rol in de stijgende vraag naar duurzame mobiliteit. In de afgelopen 180 jaar hebben de Nederlandse Spoorwegen zich ontwikkeld tot een van de best benutte spoornetwerken ter wereld.
P
ROB GOVERDE 1
roRail verwacht een verdere groei van het reizigersen goederenvervoer per spoor van 30 tot 40 % in 2040. Dit betekent een nog drukker treinverkeer met daarmee nog hogere eisen aan betrouwbaarheid, veiligheid en energiegebruik. Een hogere capaciteitsbenutting betekent ook kansen voor een meer kosteneffectief spoor. Om dit mogelijk te maken maakt het Nederlandse spoor een digitaliseringsslag met als ambitie beter, meer en duurzamer spoorvervoer. Belangrijke innovaties hierin zijn European Rail Traffic Management System (ERTMS)2, Automatic Train Operation (ATO), intelligent railverkeersmanagement en planning op seconden. Dit artikel geeft een kijkje in de verwachte operationele en technologische ontwikkelingen voor de komende decennia tot 2050. De perspectieven die aan bod komen zijn dienstregelingsplanning, treinbesturing, railverkeersmanagement, treinbeveiliging en het spoorvervoer als onderdeel van het mobiliteitssysteem in de toekomst.
Dienstregelingsplanning
Om optimaal gebruik te maken van de ruimte op het spoor is overgegaan op planning op seconden. Naar de reiziger wordt nog steeds een dienstregeling in minuten gecommuniceerd, maar voor de interne processen is de dienstregeling preciezer. Voor de tijdsplanning wordt een snelheidsprofiel 282 O P
DE RAILS 6-2020
gegenereerd van stop tot stop. Dit geeft een rijtijd in seconden, inclusief 5 % rijtijdspeling voor het opvangen van operationele rijtijdvariaties. Tot dusver werd deze afgerond in minuten. Die afronding heeft als gevolg dat machinisten soms harder zouden moeten rijden dan de maximale snelheid om de gegeven aankomsttijd te halen, terwijl ze een traject daarna juist weer heel langzaam moeten rijden om niet veel te vroeg aan te komen. De dienstregeling in minuten is daarom niet altijd uitvoerbaar waardoor machinisten verschillend rijgedrag vertonen. Bij de NS wordt de dienstregeling nu in een tiende van een minuut gepland. Deze nauwkeurigere dienstregeling wordt getoond op het (digitale) dienstkaartje van de machinist waardoor met name korte stops op een baanvak niet meer afgerond in minuten worden getoond. De machinist heeft hierdoor preciezere informatie over de daadwerkelijk geplande aankomst- en vertrektijden en kan daardoor beter op tijd rijden. Ook de conducteur krijgt de nauwkeurige vertrektijden op een smartphone of smartwatch zodat hij/zij deze vertrektijden kan aanhouden. De achtereenvolgende treinen kunnen dan korter op elkaar worden gepland. De verkeersleidingsystemen werken voor1 2
Hoogleraar Railway Traffic Management & Operations TU Delft. Zie ook ‘Van optische telegraaf tot ERTMS’ in OdR 2019-8 blz. 385-392.
De nieuwste generatie Stadtbahn-materieel onderweg op de A-Strecke in de Podbielskistraβe ten noorden van het Hauptbahnhof; 6 april 2019. Foto’s bij dit artikel tenzij anders vermeld: Maurits van den Toorn.
Tram en Stadtbahn in Hannover Hannover, de Messestadt bij uitstek, was een van de eerste steden in Duitsland die koos voor de elektrische tram. Het was later ook een van de eerste steden waar de tram consequent werd gemoderniseerd tot Stadtbahn. Naar huidige maatstaven ging dat misschien wat (te) grootschalig, maar het heeft een sneltramnet met grote capaciteit opgeleverd dat zich uitstrekt tot ver in de voorsteden.
D
MAURITS VAN DEN TOORN
e hoofdstad van de Duitse deelstaat Niedersachsen, gelegen aan het riviertje de Leine, heeft momenteel bijna 550.000 inwoners. In de agglomeratie wonen circa een miljoen mensen. De stad is meer een economisch dan een cultureel centrum en is vooral bekend van de jaarbeurzen, de Messe; de stad claimt ’s werelds grootste gebouwencomplex daarvoor te hebben. De jaarlijkse CeBIT-computerbeurs is in ieder geval de uitgebreidste ter wereld. Verder hebben veel grote bedrijven hier hun hoofdvestiging, waaronder Continental (banden), Varta (accu’s), reisorganisatie TUI en niet te vergeten het koekjesimperium Bahlsen. Rond 1870 overschreed het inwonertal de honderdduizend, waarmee Hannover formeel een Großstadt werd. Zo’n belangrijk centrum kan niet zonder railvervoer, bedachten
enkele ondernemende geesten rond die tijd. In 1871 richtten zij de Continentale Pferdeeisenbahn-Actien-Gesellschaft op, die in september 1872 haar eerste paardentramlijn opende. De exploitatie werd na enkele jaren gepacht door de in Londen en Dresden gevestigde Tramways Company of Germany Ltd., die het net bovendien voor eigen rekening verder uitbreidde. In 1892 gingen de twee bedrijven samen in de nieuw opgerichte Straßenbahn Hannover AG. Ook de inmiddels ontstane Hannoversche Vorort-Straßenbahn-Gesellschaft ging hierin op. Dit bedrijf had één paardentramlijn naar het toen nog buiten de stad gelegen Döhren. Het samengevoegde net had een omvang van ongeveer veertig kilometer. Vanaf 1893 volgde elektrificatie door de firma Siemens & Halske. Hannover was er vroeg bij: na de lijn Frankfurt – O P D E R A I L S 6 - 2 0 2 0 289
laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.
ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.
Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!
Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.
Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft
Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.
Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.
www.facebook.com/OpdeRails
Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com
De aanstaande verbouwing van de tramlijnen naar Nieuwegein en IJsselstein met lage halteperrons betekent het einde van het degelijke en comfortabele SIG-materieel dat hier vanaf het begin heeft gereden. In die tijd kregen de sneltrams wel een ander gezicht. Dat geldt ook voor de omgeving van de halte Clinckhoeff in IJsselstein, waar Gerard van Buuren deze trams met ruim vijfendertig jaar tijdverschil fotografeerde: de versierde 5010 op 14 december 1983, de eerste dag van exploitatie, en de combinatie 5014 + 5001 in dagelijkse doen op 12 maart 2020.
000