OP DE RAILS 2022-5
IN DIT NUMMER: Spoor en haven van Antwerpen
De laatste 1A1-stoomlocomotieven 15G: de nieuwe tram van GVB Reconstructie van een Tweelingtram Vijftig jaar NVBS Winkel MAANDBLAD
VAN
DE
NVBS,
90E
JAARGANG,
MEI
2022
BLZ.
209-260
Zicht vanuit de Pelikaanstraat op de overkapping van Antwerpen-Centraal. De prentbriefkaart stamt uit de periode 1900-’03; het hoofdgebouw was toen nog niet klaar. De (winkel)ruimten in de bogen onder de spoorlijn naar Berchem worden in Antwerpen ‘de Centers’ genoemd. Foto: FelixArchief, stadsarchief Antwerpen (752#587).
Het spoor en de haven van Antwerpen Net als Rotterdam in Nederland is de haven van Antwerpen de spil van het goederenvervoer per trein in België: 50 % van het totaal wordt hier gegenereerd. De zekerstelling van de verbinding van de Antwerpse haven met het Duitse achterland was zelfs de directe aanleiding tot de aanleg van de eerste lijn in België in 1835. In de 187 jaar die sindsdien verstreken zijn, is het spoor meegegroeid met de haven, van een simpele aansluiting op een kade tot een netwerk van duizend kilometer. Een historisch overzicht.
I
PAUL VAN DEN BOORN
n het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I nam Antwerpen als havenstad al snel een volwaardige positie in naast Amsterdam en Rotterdam. De Westerschelde en de grote rivieren waren weer vrij toegankelijk voor Antwerpse transporteurs. Al onder het bewind van Napoleon (de zuidelijke Nederlanden waren in 1794 door Frankrijk ingelijfd) was begonnen met de aanleg van de eerste havendokken en langzaam maar zeker ontwaakte de stad uit haar lange economische winterslaap waarin zij was terechtgekomen na de Spaanse verovering in 1585. In de jaren 1820-1830 wist Antwerpen de achterstand op zijn Noord-Nederlandse concurrenten in de handel met het Pruisische Rijnland snel in te lopen. In 1827 ging al 7200 ton van de in Keulen ingescheepte waar naar Antwerpen tegenover 7500 ton naar Rotterdam en 8000 ton naar Amsterdam.
Verbinding over Belgisch grondgebied
De Belgische opstand van eind augustus 1830 dreigde deze gunstige ontwikkeling te frustreren. Antwerpen zag zich
opnieuw geconfronteerd met een Noord-Nederlandse blokkade van de Westerschelde en de Rijn. De Luikse en Henegouwse industrie kreeg te maken met een afsluiting van de Maas. Het wekt dan ook geen verwondering dat al in oktober 1830 bij het Voorlopige Bewind in Brussel een verzoek binnenkwam van het Comité d’Industrie et Agriculture van Luik voor de aanleg van een nieuwe transportverbinding naar Duitsland die geheel over Belgisch gebied zou lopen. Dit verzoek was mede onderschreven door het stadsbestuur van Antwerpen. Twee mogelijkheden werden geopperd: de voltooiing van een ooit door de Spanjaarden begonnen kanaal door de Kempen of de aanleg van een ‘ijzeren weg’ die ter hoogte van Sittard de Duitse grens zou passeren. (Nederlands-Limburg had voor België gekozen en zou pas in 1839 Nederlands worden; alleen in Maastricht handhaafde zich in 1830 een Nederlands regiment.) Het idee voor een spoorweg was mede geïnspireerd door het succes van de in september 1830 geopende lijn tussen Manchester en Liverpool. De Waalse industriëlen in de valleien van Maas en Samber hadden nauwe contacten met Engeland en hadden O P D E R A I L S 5 - 2 0 2 2 227
De laatste 1A1-stoomlocomotieven
SS 1-4 en 79-84
In 1921 erfde de belangengemeenschap Nederlandsche Spoorwegen
Locomotief 254 (de voormalige 4) met een trein, vermoedelijk in Stadskanaal. De foto dateert uit de periode 1905-1910. Foto: Collectie Spoorwegmuseum.
onder andere de ongekoppelde Staatsspoorlocomotief 252, in dienst gesteld in 1866 als 83. Dit was de enige machine van dit type die de NS-periode meemaakte, zij het slechts voor korte tijd. PAUL HENKEN
I
n oktober 1863 begon de particuliere Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen met het exploiteren van de spoorlijnen Breda – Tilburg en Harlingen – Leeuwarden. Hiervoor waren vier locomotieven beschikbaar, 1-4 genummerd en door Beyer Peacock te Manchester gebouwd. De Staatsspoordirectie had pas in augustus van dat jaar deze vier trekkrachten besteld met een optie op nog eens vier met de asindeling 1B, die de fabrikant op voorraad had. In verband met de tijdsdruk was Beyer Peacock bereid vier 1A1-locomotieven uit een lopende order voor Zweden naar Nederland te sturen. Op 12 september ging de eerste hiervan vanuit de haven van Hull scheep, vijf dagen later gevolgd door nog twee. De locomotieven 1 en 2 kwamen in Antwerpen aan land en werden over de sporen van de Chemins de fer d’Anvers à Rotterdam via Roosendaal naar Breda vervoerd. Omdat de brug over de Mark in reparatie was moesten de machines met een veerpont worden overgezet. Locomotief 3 bereikte Harlingen op 18 september en werd
‘ondanks groote moeilijkheden’ tezamen met ander aangevoerd materieel binnen 36 uur gelost. Tien dagen later kwam de 4 aan, die 30 september op de rails stond. De indienststelling van deze beide machines vond plaats op 12 oktober; precies een week eerder waren de 1 en 2 dienstvaardig. Eind 1863 kon men in Breda nog de 1B-locomotieven 5-7 verwelkomen; de aankomstdatum van locomotief 8 in Friesland was 29 november. Hiermee waren alle acht locomotieven van de eerste bestelling afgeleverd. Overigens vond de indienststelling van de 7 en 8 pas in februari 1864 plaats. De vier oudste locomotieven hadden nog geen vonkenvanger toen zij in dienst werden gesteld. Met name tijdens de ritten tussen de heidevelden in het zuiden was dit bezwaarlijk. Al snel werd daarom een vonkenvanger aangebracht. Bovendien bleek dat bij de locomotieven 1 en 2 de afmetingen van de veiligheidskleppen aanvankelijk niet overeen kwamen met de wettelijke voorschriften. Vanwege deze manco’s werd slechts een voorlopige vergunO P D E R A I L S 5 - 2 0 2 2 235
De CAF-trams zijn ook ’s avonds een opvallende verschijning in de stad. De 3067 is op de foto nog maar een maand in dienst en nog in afleveringstoestand. Het achteraf plakken van de blauwe folie is een geleidelijk proces dat in de winter stil lag wegens de lage temperaturen. KleineGartmanplantsoen, 10 maart 2022. Foto’s tenzij anders vermeld: Tim Boric.
D
15G: de nieuwe tram van GVB Begin april leverde CAF de laatste van de 72 bestelde GVB-trams type 15G. Samen met de 155 Combino’s van Siemens bedienen de 15G’s – het wachten is nog op een bijnaam – de komende jaren het Amsterdamse tramnet. Een goed moment om deze nieuwe tramgeneratie uitgebreid voor het voetlicht te halen. TIM BORIC
e behoefte aan een nieuwe serie trams voor Amsterdam kreeg in 2014 duidelijke contouren. De redenen voor een nieuwe materieelaanschaf waren zowel vervanging als uitbreiding van het wagenpark. In 2015 gingen de laatste hogevloertrams aan de kant, de ‘blokkendozen’ type 9G/10G, zonder dat er vervangend materieel was besteld. Daarmee werd de materieelpositie krap. Zonder nieuwe trams was vervoergroei op het tramnet alleen nog op te vangen met verschuivingen binnen de bestaande materieelinzet – bijvoorbeeld door het vrijspelen van materieel via kortere omlooptijden en door overheveling van een deel van het tramvervoer naar de metro, zoals bij de komst van de Noord-Zuidlijn is gebeurd. De aanschaf van nieuw trammaterieel werd nog dringender door de op handen zijnde ‘vertramming’ van sneltramlijn 51 naar Amstelveen in 2020. Daarbij moest het hogevloermaterieel dat op die lijn dienstdeed, 25 sneltrams S1/S2 van
BN en vier stellen type S3 van CAF, worden vervangen door lagevloertrams. Op dat moment zou ook het stadstrammaterieel van BN (45 stuks, typen 11G en 12G) het einde van zijn economische levensduur bereiken. Vervanging was wenselijk door de stijgende onderhoudsinspanningen en de langzamerhand achterhaalde inrichting, met maar een kleine lagevloerruimte en trapjes. De reizigersgroei op lijn 26 naar IJburg vroeg eveneens meer materieel. GVB begrootte de totale vervangings- en uitbreidingsbehoefte op zeker 63 trams, met inbegrip van 12 % reserve. De verdere behoefte was op dat moment nog te onzeker en zou als optie aan de aanbesteding worden toegevoegd.
Strategische uitgangspunten
Voorafgaand aan de aanbesteding formuleerde GVB begin 2015 de strategische uitgangspunten voor de nieuwe generatie trams (type 15G aansluitend op de een- en tweeO P D E R A I L S 5 - 2 0 2 2 241
De A619/A620 in wording in de werkplaats in Haarlem; 9 april 2022. Links een stukje van de Amsterdamse bijwagen 754 die hier wordt gerestaureerd. Foto: Cock Koelewijn.
Stand van zaken rond de A619/A620
Reconstructie van een Tweelingtram Na diverse verkenningen is in juli 2016 Stichting De Nieuwe Blauwe Tram opgericht met als doel de laatste NZH-tweelingtram A619/620 te reconstrueren. Het origineel is eind 1961 bij Allemansgeest bij Voorschoten gesloopt, net als de rest van deze serie beeldbepalende NZH-trams. Door de sloop viel er een gat in de Nederlandse tramcollectie. Ook kon niemand meer ervaren hoe het was om met een tweelingtram te reizen.
D
WIM BEUKENKAMP
e A600’en vormden een mijlpaal in de geschiedenis van de tramontwikkeling. Het waren de eerste geheel gelaste stalen trams met een zelfdragende carrosserie ter wereld. Ook introduceerden zij de geleding op een Jakobs-draaistel in Nederland, zoals die sindsdien in talloze gelede trams wordt toegepast. De A600’en waren beeldbepalend voor het NZH-normaalspoornet van 1932 tot 1961. Daarbij was de A619/620 de laatste nieuwgebouwde NZH-tram. Ook was het op 2 januari 1949 de laatste diensttram die uit Leiden
in Haarlem arriveerde en ten slotte was de A619/620 op 9 november 1961 de laatste Blauwe Tram in de geschiedenis. Een waar icoon dus, waarvan de waarde in die tijd onvoldoende werd beseft. Inmiddels zijn reconstructies en replica’s gemeengoed geworden, ook in de railwereld. Al heel lang bestaat breedspoorlocomotief De Arend. Recenter voorbeeld is de GETA 76 in het Openluchtmuseum die op grote belangstelling en waardering mag rekenen. En als derde voorbeeld: de SGB heeft op basis van een Duitse railbus een OmC 900 O P D E R A I L S 5 - 2 0 2 2 247
Aan de winkelkassa tijdens een bijeenkomst van vaders/opa’s met (klein)kinderen op 12 november 2017. Wie lacht betaalt, getuige de glimlach op vaders gelaat. Foto: Sjoerd Bekhof.
Vijftig jaar NVBS Winkel Voor een flink aantal NVBS-leden is een bezoek aan de NVBS Winkel waarschijnlijk net zo’n normale activiteit als het lezen van Op de Rails. Al vele jaren beschikt de vereniging over een eigen ruimte waar boeken, tijdschriften, dvd’s en aanverwante artikelen op het gebied van onze belangstelling verkrijgbaar zijn. Niet alleen voorziet de Winkel in de behoefte aan stoffelijke zaken, ook is het een ontmoetingsplaats geworden voor gelijkgestemden, zeker sinds deze samen met de Bibliotheek en de Stichting NVBS-Railverzamelingen (SNR) in één ruimte is gehuisvest.
E
PAUL MURÉ
ven naar het begin van het documentatiebureau. In 1971 organiseerde de toenmalige afdeling Leiden van de NVBS (later omgevormd tot de afdeling Rijnland) een tentoonstelling in de Lakenhal ter gelegenheid van het feit dat de Blauwe Tram tien jaar daarvoor uit Leiden verdween en de NZH negentig jaar bestond. Er werd ook een jubileumboekje verkocht. Om de voorbereiding financieel mogelijk te maken werd een verkoopstand ingericht met een aantal publicaties op railgebied. Zowel de expositie als de verkoop waren een groot succes, zo groot dat het idee onstond om de verkoop van boeken en documentaire uitgaven structureel mogelijk te maken; het Documentatiebureau van de NVBS was geboren. Om niet in herhaling te vallen: in Op de Rails van maart 1997, blz. 108, is de onstaansgeschiedenis en de ontwikkeling 252 O P
DE RAILS 5-2022
gedurende de eerste vijfentwintig jaar uitvoerig beschreven door een van de oprichters, Fred Majolée. Inmiddels weten de leden van de NVBS ons maandelijks, en al heel lang twee of drie keer per maand, te vinden in de eigen ruimte om daar naar hartenlust te snuffelen in het grote assortiment aan boeken, tijdschriften, dvd’s en tweedehandsartikelen. Enkele keren per jaar neemt de Winkel deel aan manifestaties of beurzen in het land, waar ook anderen ons leren kennen. Dat gaat meestal in samenwerking met de afdeling Ledenservice & Communicatie van de NVBS. Hoewel de doelstelling om met de verkoop van publicaties het documentaire werk van de vereniging te ondersteunen nog onverminderd geldt, is de afgeleide doelstelling van serviceverlening aan de leden steeds meer op de voorgrond
laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.
ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.
Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!
Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.
Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft
Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.
Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.
www.facebook.com/OpdeRails
Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com
Op de onlangs geopende Floriade in Almere kunnen de bezoekers zich verplaatsen per kabelbaan. Eerdere Floriades kenden vormen van railvervoer, zoals de trein met Porsche-locomotieven in het Amsterdamse Amstelpark, die tot de dag van vandaag een geliefde attractie is; 27 maart 2022. De tramlijn op de Floriade in Zoetermeer met twee tramstellen van de HTM, waaronder de combinatie 826 + 780, verdween weer na afloop; 6 september 1992. Foto’s: Tom Tand en Maurits van den Toorn.