OP DE RAILS
2022-6
IN DIT NUMMER: Spoor en haven van Antwerpen
Nedmag Industries Kruising Blauwkapel Het eerste treinstel mat ’36 Bremen en de lagevloertram MAANDBLAD
Op de Rails 2022-06.indb 1
VAN
DE
NVBS,
90E
JAARGANG,
JUNI
2022
BLZ.
261-312
01-06-2022 10:08
Lineas 7717 dendert met haar zware dieselolietrein UN 30 1202 langs de silo's van Katoen Natie aan de Kastelweg na een stilstand van 140 minuten op de bundel IJsland; 31 mei 2021. Foto: Gilliam Fimmers.
M
Het spoor en de haven van Antwerpen (vervolg*)
PAUL VAN DEN BOORN
et de aanleg van het Albertdok en het 1ste, 2e en 3e Havendok in de jaren 1907-1914 was de haven in oppervlakte vrijwel verdubbeld (zie kaart OdR 2022-5, blz. 234). De steeds grotere schepen vereisten bredere, langere en diepere dokken en ook bredere kades. Daarop moest niet alleen plaats zijn voor moderne kranen, maar ook voor meer sporen parallel aan elkaar; er waren steeds meer goederenwagens nodig om de lading van een schip af te voeren of aan te leveren. Daar kwam nog bij dat het bouwen van ‘hangars’ op de kaden niet meer voldoende bleek; steeds meer bedrijven (die in Antwerpen niet zelden ‘natie’ heten: Katoen Natie, Tabaknatie, Wijngaard Natie, Luik Natie, Mexico Natie, Schelde-Natie) wilden zich permanent vestigen in de haven en gingen goederen langere tijd opslaan om ze pas later te verhandelen, onder meer om de afnemers te verzekeren van een continue aanvoer. Het werden specialisten in logistiek.
De Grote Doorsteek
De havenautoriteiten hadden rond 1900 voor de uitbreiding van de haven een plan bedacht dat zij ‘De Grote Doorsteek’ noemden: door een reeks van dokken aan te leggen wilden zij de bocht die de Schelde ten noorden van Antwerpen maakt afsnijden (‘doorsteken’). Maar eindeloze onderhandelingen met de Belgische Staat en de plattelandsgemeenten waarin de dokken moesten komen, vertraagden de zaak jaren en in 1914 waren alleen de bovengenoemde dokken klaar. Ze werden verbonden met de Schelde via de Royerssluis. 282
Door de Eerste Wereldoorlog kwam de groei van de Antwerpse haven volledig tot stilstand. Gelukkig bracht de oorlog vrijwel geen schade toe aan de haveninstallaties (aan het Belgische spoor des te meer: 1100 van de 4368 kilometer was volledig verwoest, 400 gedeeltelijk beschadigd; van de 4370 locomotieven waren er nog 1700 over, waarvan 70 % onbruikbaar). Vervolgens duurde het enige tijd voordat de internationale handel en het scheepvaartverkeer weer op gang kwamen. Toen in 1922 de omvang van de vooroorlogse goederenoverslag was bereikt (1912: 13 miljoen ton), kwam ‘De Grote Doorsteek’ weer op tafel: vanuit het Albertdok werden richting het westen dokken aangelegd die ten noorden van de grote Scheldebocht op de rivier werden aangesloten. In 1928 kwamen het Leopolddok en Hansadok gereed die bij de Kruisschans via de Van Cauwelaertsluis (naar de burgemeester die in het interbellum de havenplannen realiseerde) toegang kregen tot de Schelde. In 1932 was ook het Vierde Havendok klaar.
Lijn 27A en Antwerpen-Noord
De Grote Doorsteek had ingrijpende gevolgen voor het spoor. De dokken in ‘het hoge noorden’ moesten net als de oude haven optimaal op de grote Antwerpse rangeerstations (Dokken en Stapelplaatsen, Schijnpoort, Zuid, Kiel) en het achterland worden aangesloten. Daarvoor was niet alleen de aanleg van vele nieuwe havensporen en -emplacementen (in Vlaanderen ‘bundels’ genoemd) nodig, * vervolg op OdR 2022-5
OP DE RAILS 6-2022
Op de Rails 2022-06.indb 282
01-06-2022 10:09
Sinds 2019 wordt de dolimetrein gereden door Lineas, dat hiervoor vanaf december 2020 elektrische locomotieven van Train Charter Services inzet. De 101002 (ex-NS 1772) passeert Staphorst op 28 september 2021, waarbij deze keer voor de verandering de 7866 en 7867 meerijden voor het laatste stuk naar Veendam, in plaats van de gebruikelijke G2000. Foto: Tim Goorman.
I
Nedmag Industries in Veendam Al ruim veertig jaar rijden er goederentreinen naar Nedmag in Veendam, tegenwoordig alleen nog de bij veel liefhebbers bekende dolimetrein. Maar wat zit er nou precies in deze trein, waar komt deze vandaan en wat doet Nedmag ermee? We volgen de trein van begin- tot eindpunt en nemen een kijkje achter de schermen. TIM GOORMAN
n de jaren zestig werd op veel plekken in NoordNederland gezocht naar aardgas, nadat eind jaren vijftig het grote gasveld van Slochteren was ontdekt. Bij deze boringen stuitte Shell in 1969 in Borgercompagnie (bij Veendam) op Zechsteinzout, dat veel magnesiumchloride van grote zuiverheid bevat dat kan worden gebruikt als grondstof voor de bekleding van cement- en staalovens. Het betekende het begin van het bedrijf dat we nu kennen als Nedmag.
Zechsteinzee
250 miljoen jaar geleden lag in het gebied van de Noordzee, maar ook in delen van het huidige GrootBrittannië, Nederland, Duitsland, Denemarken en Polen de Zechsteinzee, een zoute binnenzee. Toen dit gebied droog kwam te liggen en het zeewater verdampte, bleef zout over. Op de meeste plekken was dat natriumchloride:
keukenzout dus. Dat is de reden waarom in veel delen van Nederland, maar ook Duitsland zout gewonnen wordt. In Noord-Nederland ontstond echter een bijzondere laag zout: magnesiumchloride. Dit magnesiumzout ontstaat pas in het laatste stadium van de verdamping, dat maar op weinig plekken werd bereikt. Het is tot nu toe op zo’n dertig plaatsen in de wereld gevonden. Op de GroningsDrentse grens is tijdens het indrogen van de Zechsteinzee een kuil ontstaan, waarin zich in het laatste stadium van verdamping magnesiumzout vormde. Deze laag is relatief dik (tot bijna zestig meter) en ligt ongeveer anderhalve kilometer onder het maaiveld, waardoor het zout vrij eenvoudig te winnen is.
Magnesia International
Na de ontdekking van het zout volgden proefboringen, waarna in 1979 Magnesia International BV werd opgericht, OP DE RAILS 6-2022
289 Op de Rails 2022-06.indb 289
01-06-2022 10:10
De spoorkruising bij Blauwkapel was vanuit de trein goed zichtbaar; 5 april 2022. Van links naar rechts de sporen van Amersfoort naar Utrecht, en van beneden naar boven de sporen van Hilversum naar Utrecht Maliebaan. Foto: J.G.C. van de Meene.
D
Blauwkapel Op 28 mei van dit jaar is van de spoorlijn Hilversum – Utrecht Maliebaan – Lunetten het spoorgedeelte van Blauwkapel Noord tot Blauwkapel Zuid vervallen. Daarmee verdween ook het kruispunt met de spoorlijn Utrecht – Amersfoort. J.G.C. VAN DE MEENE
e naam Blauwkapel is goed bekend in spoorwegkringen maar bestond al lang voordat er in Nederland sprake was van spoorlijnen. Blauwkapel is een buurtschap aan de rand van de stad Utrecht. Oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, heette Blauwkapel Voordorp. Blauwkapel dankt zijn naam aan de kapel die daar in 1451 werd gebouwd ter vervanging van een oudere kapel. In de nieuwe kapel werden het plafond en de wanden blauw geschilderd. Om het bestaande dorp heen werd tussen 1818 en 1821 het Fort Blauwkapel gebouwd, als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en dat was de situatie toen in 1863 de lijn Utrecht – Amersfoort van de NCS werd geopend, die iets ten zuiden van het fort liep. In 1874 werd Blauwkapel een begrip bij de spoorwegen toen de HSM de dubbelsporige lijn Hilversum – Lunetten opende. Die was een zijtak van de Oosterspoorweg Amsterdam – Zutphen en sloot te Lunetten aan op de Staatsspoorweg Utrecht – Boxtel. In Utrecht bouwde de HSM een eigen station, Utrecht Maliebaan. Daarmee hadden de HSM en de SS een verbinding met het zuiden, concurrerend met de NRS-lijn Amsterdam – Utrecht. De lijn Hilversum – Lunetten kruiste de tot 1892 enkelsporige NCS-lijn nabij het fort Blauwkapel. Voor de bevei-
liging van het kruispunt werd daar een post opgericht van waaruit een kruispuntsein en vier afstandsseinpalen werden bediend. Bovendien waren er vier stoppalen. In 1900 is dit allemaal vervallen er kwamen er afstandsseinen, voor elke richting één. Blauwkapel kreeg twee stopplaatsen voor reizigerstreinen: op 1 juni 1885 aan de HSM-lijn, iets ten noorden van het kruispunt, en op 1 juni 1895 langs de NCS-lijn, ten oosten van het kruispunt, beide gelegen aan de Voordorpsedijk, de weg van Blauwkapel naar De Bilt. Aan de stopplaats in de HSM-lijn werd al vanaf 1 oktober 1910 niet meer gestopt (opgeheven in 1921), de stopplaats langs de NCS-lijn werd gesloten op 15 mei 1927 en is een jaar later opgeheven. In 1901 besliste de overheid dat er een verbinding moest komen tussen beide spoorlijnen zodat er vanuit Lunetten via het Maliebaanstation richting Amersfoort gereden kon worden. Deze verbinding kwam op 24 mei 1905 in dienst, de aansluitpunten waren Blauwkapel Oost en Blauwkapel Zuid. Een volgende uitbreiding was de aanleg van de verbindingsboog van Blauwkapel Noord naar Blauwkapel West. Er waren toen te Blauwkapel vijf posten: Blw, Bln, Blo, Blz en bij het kruispunt de post Ksp die in 1944 is vernield en niet meer is hersteld. Over de nieuwe boog reden vanaf OP DE RAILS 6-2022
Op de Rails 2022-06.indb 295
295
01-06-2022 10:10
Mat ’36 met voorop El2 224 op rangeerterrein Maarn; 2 oktober 1937. Foto: Heemaf.
85 jaar geleden
Het eerste treinstel mat ’36 op de baan Volgend jaar is het 85 jaar geleden dat bij NS het middennet geëlektrificeerd in dienst kwam. Ingaande de zomerdienst 1938 was er een qua omvang voor NS nog niet eerder voorgekomen wijziging in de dienstregeling en natuurlijk de massale indienststelling van het stroomlijnmaterieel mat ’36. Dit jaar is het in mei 85 jaar geleden dat de 211, het eerste tweewagenstel, op de baan verscheen, in juni gevolgd door het eerste driewagenstel, de 601.
A
P. W. VAN DER VLIST
ll in het voorjaar van 1936 wordt een begin gemaakt met de elektrificatie van wat wordt genoemd het ‘middennet’. Eind september zijn de werkzaamheden zover gevorderd dat kan worden begonnen met proefrijden op het baanvak Maarn – Arnhem. De uitbreiding van de elektrificatie met de baanvakken Amsterdam – Utrecht – Eindhoven, Den Haag – Utrecht –Arnhem en Rotterdam – Gouda betekent een belangrijke uitbreiding van het tot dan geëlektrificeerde 298
spoorwegnet. De gezamenlijke lengte van deze baanvakken bedraagt 276 kilometer. Als de ZHES wordt meegeteld (al op 1 oktober 1908 met elektrische tractie in bedrijf) dan is tot dan toe 235 kilometer ‘elektrisch’. Op maandag 22 februari 1937 wordt het eerste (derde klas) rijtuig van de serie driewagenstellen die bij Beijnes en Allan in aanbouw zijn afgeleverd. Ir. Hupkes heeft daarom de pers uitgenodigd om in de fabriek in Haarlem te komen kijken. De ‘algemene inrichting’ van het toekomstige mate-
OP DE RAILS 6-2022
Op de Rails 2022-06.indb 298
01-06-2022 10:10
De Avenio van Siemens heeft in Bremen de benaming Nordlicht gekregen. Het vervoerbedrijf ontvangt 77 van deze trams. Herdentor, 31 maart 2022. Hier ongeveer lag in 1876 het beginpunt van de eerste paardentramlijn. Foto’s tenzij anders vermeld: Maurits van den Toorn.
Bremen, pionier van de lagevloertram Het trambedrijf van Bremen heeft altijd een eigen gezicht gehad met materieelsoorten die nergens of bijna nergens anders te vinden waren. De stad heeft zich nooit laten verleiden tot de aanleg van dure tunnels, maar het trambedrijf geleidelijk op bescheidener schaal gemoderniseerd en uitgebreid.
B
MAURITS VAN DEN TOORN
remen, ontstaan aan het einde van de achtste eeuw en gelegen aan de Weser, was lange tijd een Hanzestad; de autokentekens verwijzen daarnaar met de lettercombinatie HB, Hansestadt Bremen. Daarna was het eeuwenlang een Freie Reichsstadt, een zelfstandige stad die pas in 1866 opging in de Norddeutsche Bund en in 1871 in het nieuwe Duitse Keizerrijk. De stad behield desondanks een beperkte zelfstandigheid, ook in de Republiek van Weimar na de Eerste Wereldoorlog. Vanaf 1945 vormde Bremen samen met Bremerhaven een Amerikaanse enclave in de Britse bezettingszone, omdat de Amerikanen een eigen haven wilden hebben voor de bevoorrading van hun in het zuiden van Duitsland gelegen zone. Die aparte status is behouden: het is sinds het ontstaan van de Bondsrepubliek in 1949 een afzonderlijk Bundesland, samen met het zestig kilometer noordelijker
300
gelegen Bremerhaven. Een soort stadsstaat van twee steden dus. Bremen heeft momenteel zo’n 570.000 inwoners. Grote werkgevers zijn de haven en de industrie; met ruim 12.000 medewerkers is de plaatselijke Mercedesfabriek de grootste private werkgever. Het is de meest ‘Nederlandse’ stad van Duitsland – dat wil zeggen zoals veel Duitsers zich een Nederlandse stad voorstellen, met baksteenbouw en een windmolen op de plaats van de vroegere stadswallen. Het Gothische raadhuis staat samen met de Bremer Roland (een groot stenen ridderstandbeeld), beide uit het begin van de vijftiende eeuw, op de Werelderfgoedlijst van Unesco en vormt een fraaie achtergrond voor tramfoto’s.
Begin
Het begon zoals vaker met de paardentram, wat mogelijk was omdat de stad geen hellingen van betekenis heeft. In
OP DE RAILS 6-2022
Op de Rails 2022-06.indb 300
01-06-2022 10:10
laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.
ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.
Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!
Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.
Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft
Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.
Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.
www.facebook.com/OpdeRails
Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com
Dit voorjaar werden twee fotoritten georganiseerd waarbij de sfeer van de tweede helft van de vorige eeuw geproefd kon worden. Bij de Museum Buurtspoorweg vond een herbeleving van de laatste goederentrein van 28 mei 1972 plaats, waarbij naast diesellocomotief 660 ook kraansik 242 met een werktrein werd ingezet; even buiten Boekelo, 23 april 2022. Bij Museumspoorlijn STAR reed op 21 mei 2022 een trein in het tijdsbeeld van begin jaren tachtig, met diesellocomotief 2278 en enkele gesloten wagens. Ter hoogte van de overweg Spoorstraat in Stadskanaal moet lijn 74 van de GADO wachten op de passerende trein. Foto’s: Frank Geurts en Tim Goorman.
000
Op de Rails 2022-06.indb 312
01-06-2022 10:11