OP DE RAILS 2022-9 IN DIT NUMMER: De Silezische tramwegen Groene KlassiekeRegionalestoomspoorwegenbeveiligingin Surabaya Du Croo & Brauns MAANDBLAD VAN DE NVBS, 90E JAARGANG, SEPTEMBER 2022 BLZ. 417-468
De katholieke kerk is in Polen nooit ver weg, net zo min als de Konstal-tram. Een koppel 7kruist111Nrichting’-tramsgekoppelderug-aan-rug‘anderhalftypeoplijn2doorBiskupice;oktober2021.
Foto’s bij dit artikel: Tim Boric. Het netwerk van de Silezische tramwegen is het best te vergelijken met dat van het RijnRuhrgebied, of beter nog, het buurttramnet op de industriële as van Henegouwen in zijn glorie jaren. Voor wie zich dat voor de geest kan halen: vervang Mons door Gliwice, La Louvière door Bytom en Charleroi door Katowice en je hebt al een grof beeld. De overeen komst tussen deze Poolse, Belgische en Duitse tramnetten is dat ze zijn ontstaan in gebieden met steenkoolbekkens die zich vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw ontwik kelden tot grote, polycentrische industrieregio’s.
Rauw en rommelig Het industriële karakter is in Silezië nog goed te zien. Zittend in een tram van de Silezische Tramwegen – de
Tramwaje Śląskie – zie je al meteen de eerste mijntorens opdoemen: in de stoelbekleding van veel trams zijn vro lijke gele schachtbokjes met een gevleugeld wiel geweven. Actieve mijnen zijn intussen een zeldzaamheid, maar de nog overal zichtbare mijntorens blijven het trotse sym bool van de regio. Rijdend van stad naar stad over de lange lijnen zie je het rauwe en rommelige decor langsko men dat dit soort oude industriële regio’s eigen is. ‘Geef mij de grauwe stedelijke wegen’, de dichtregel van J.C. Bloem schiet je hier vanzelf te binnen. Soms nog zwart uitgeslagen na een eeuw luchtvervuiling staan ze langs de tramlijnen, de stedelijke huizenblokken uit de Duitse Gründerzeit en de nederzettingen voor de arbeiders met hun eenvoudige woonkazernes, van elkaar gescheiden door open land, terrain vague of ‘een stukje bos ter grootte Een interlokaal tramnet dat dertien steden met elkaar verbindt in een industrieel landschap, met een afwisseling van klassiek en modern bij de infrastructuur en het materieel, waar vind je nog zoiets? Wel in Europa, maar niet direct naast de deur: de treinreis naar de Poolse provincie Silezië kost minstens een dag. Een impressie van een klassiek interlokaal tramnet in een streek met een bewogen historie.
TIM BORIC
OP DE RAILS 9-2022 437
De tramwegenSilezische
TIM GOORMAN EN FRANS BLANKER-HALSTEIN
Stoomtractie veroorzaakt weliswaar per locomotief veel uit stoot, vooral in de vorm van CO2, roet- en fijnstofdeeltjes, de bijdrage aan de mondiale emissies is door het geringe aandeel in het (spoor)vervoer echter verwaarloosbaar.
Zelfs wanneer het tot een verbod op de inzet van emissies veroorzakende voertuigen zou komen lijkt een uitzonde ring voor incidentele ritten met historisch materieel niet ondenkbaar, al kunnen zij wel te maken krijgen met beper Hetkingen.uitfaseren van het gebruik van fossiele brandstoffen in alle sectoren (denk hierbij bijvoorbeeld ook aan elektrici teitscentrales) zal tot gevolg hebben dat de vraag naar olie, gas en steenkool verdwijnt. Het logische gevolg hiervan is dat het winnen van olie en gas en het delven van steenkool op termijn niet meer lonend is. Als steenkool, gas of olie nog verkrijgbaar is dan zullen de prijzen aanzienlijk hoger liggen. Voor een aantal museumorganisaties wordt stoom tractie daardoor onbetaalbaar, wat helemaal geldt voor ver voerders die in de dagelijkse dienst stoomtractie inzetten. Verschillende vervoerders onderzoeken daarom, vaak met steun van overheden, mogelijkheden om stoomlocomo tieven klimaatneutraal te maken.
verkeer.drukkeonmetlocomotieven,HarzHarzquerbahn.BrockendeAnnen2010staanSchmalspurbahnenvan99Stoomlocomotieven7240en997245deHarzerop30meiinstationDreiHohne,waarspoorlijnnaardeaftaktvandeIndestaandagelijksgestooktPoolsesteenkool,derstoomvoorhettoeristen
De opwarming van onze planeet vormt een groei ende bedreiging voor onze toekomst. In het Klimaatakkoord van Parijs is daarom afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2 en NOx, naar nul wordt teruggebracht om een al te grote tem peratuurstijging te voorkomen. De Europese Unie besloot op basis daarvan tot een ambitieus programma onder de naam ‘fit for 55’, waarmee de uitstoot in 2030 met 55 % moet zijn verminderd. In 2050 of zoveel eerder als mogelijk moet alle uitstoot verleden tijd zijn. Het spoorvervoer is al milieuvriendelijk omdat het door de geringe wrijving tussen wielen en rails relatief weinig energie nodig heeft. Daarnaast maakt het voor een belang rijk deel gebruik van uit hernieuwbare bronnen afkomstige energie, ofwel ‘groene stroom’. Het behoud van de voor sprong op wegvervoer en luchtvaart is belangrijk, want dat rechtvaardigt grote investeringen in onder meer infra structuur. Daarom werken vrijwel alle landen aan verdere elektrificatie van de drukkere lijnen en de invoering van schone technologieën als brandstofcellen en batterijtractie op lijnen waar elektrificatie niet lonend is. De maatrege len en ambities betekenen vrijwel zeker het einde van de dieseltractie.
Gevolgen voor stoomtractie
OP DE RAILS 9-2022 445
Groene stoom
In het klimaatakkoord van Parijs is vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgassen uiterlijk in 2050 moet worden beëindigd. Dit stelt spoorver voerders die gebruik maken van stoomtractie de komende decennia voor de uitdaging om de uitstoot te verminderen. Daarnaast zijn olie en steenkool steeds moeilijker verkrijgbaar, waardoor alternatieven nu al nodig zijn.
FransFoto: Blanker-Halstein.
Voorts zag men mogelijkheden om de kaartverkoop op de stations op te heffen en te vervangen door kaartverkoop bij agentschappen of door de conducteur. Kaartautomaten waren nog onvoldoende ontwikkeld om een oplossing te bieden.
De lijnen van Leeuwarden naar Harlingen en Stavoren en van Groningen naar Roodeschool, Delfzijl en Nieuweschans worden vaak samenge vat onder de naam 'Noordelijke Nevenlijnen'. Met uitzondering van de lijn Groningen - Leeuwarden behoor den zij al in de jaren zeventig tot de meest onrendabele spoorlijnen van NS. Door de geringe bevolkingsdichtheid was het aantal reizigers beperkt. Bovendien waren de ver voerstromen eenzijdig en ‘verspitst’: het merendeel van de klanten reisde ’s morgens naar Groningen of Leeuwarden en ’s middags terug in de tegenrichting en buiten de spits was het aantal reizigers gering. NS besefte wel dat regionale spoorlijnen een belangrijke functie hadden in het aanbren gen van reizigers, die vanaf Groningen of Leeuwarden met andere treinen verder reisden. Integro Om deze lijnen toch te continueren als spoorverbinding zocht NS al vanaf de tweede helft van de jaren zeventig naar mogelijkheden om de treindienst te vereenvoudigen en zo kosten te besparen. De interne Werkgroep Exploitatie Nevenlijnen (WEN) kreeg tot taak om mogelijke maatrege len te onderzoeken. Bekeken werd onder meer de invoering van combifuncties, waarbij het personeel twee taken moest combineren, zoals machinist en onderhoudsmonteur of machinist en conducteur. Hierdoor kon het personeel flexi beler, en dus efficiënter worden ingezet. Ook een vereenvou diging van het onderhoudssysteem werd mogelijk geacht.
De kaartverkoop moest voortaan in de trein plaatsvinden, in de spits door de conducteur en daarbuiten door de machi nist. De Wadlopers kregen daarom een glazen wand achter de cabine met een soort loket voor de kaartverkoop. De vak
Op de noordelijke nevenlijnen reden de zogenaamde Blauwe Engelen uit de jaren vijftig. Blauw waren ze allang niet meer en de nieuwe rode kleur leidde tot de naam Rode Duivels. In de jaren tachtig was vervanging van dit materieel aan de orde. Vervanging door goedkoper, voor eenmanbe diening geschikt materieel was een belangrijke voorwaarde voor het continueren van de treindienst. De overheid moest daarom een keuze maken tussen sluiting van de lijnen of continueren van de treindienst, maar met nieuw materieel.
In 1978 stemde de minister van Verkeer en Waterstaat in met het voortbestaan van de nevenlijnen in Fryslân2 en Groningen en kon NS nieuw materieel bestellen. Na proefritten met motorwagen 627 008 van de DB in februari 1978 werd besloten vergelijkbaar materieel te bestellen. Düwag leverde 31 dieselhydraulische tweewagenstellen en negentien motor wagens, die van het personeel vanwege de hoekige vormge ving al snel de bijnaam ‘SRV-wagen’ kregen. NS vond dat geen positieve uitstraling hebben en schreef daarom een wedstrijd uit om een geschikte(re) naam te vinden, met als resultaat ‘Wadloper’. De eerdergenoemde werkgroep gaf in het eindrapport Project Exploitatie Nevenlijnen (PEN) aanbevelingen voor verdere maatregelen, zoals het beëindigen van de kaartverkoop op dertig stations om zo personeelskosten te besparen.
Regionale spoorwegen in Nederland, deel 2: Noord-Nederland GERRIT NIEUWENHUIS EN ANTON EGELIE (vervolg 1 ) 1 vervolg op OdR 2022-8. 2 De naam Fryslân wordt door de provincie gebruikt als officiële naam voor Friesland. Om die reden gebruiken we deze naam in het artikel.
450 OP DE RAILS 9-2022
Een vrijdagse spitstrein met GTW-treinstellen 316 + 232 + 238 tussen Leeuwarden en Groningen bij TytsjerkAlddiel, 1 februari 2019. Foto: Bert Stortenbeker.
Een overzicht van de situatie rond 2005 Surabayakota is een kopstation. Het voormalige, in 1875 gebouwde, stationsgebouw van de Indische Staatsspoor wegen is niet meer in gebruik, maar als monument min of meer in oude luister hersteld. Het huidige stationsgebouw is een tamelijk onaanzienlijk maar functioneel ontwerp met vier sporen. De vertrek-/aankomsthal is gemoderniseerd.
Een groot deel van de landbouwproductie van Oost-Java werd via Surabaya afgevoerd, reden waarom de stad mede beschikte over een uitgebreide spoorweginfrastructuur, waarvan nog veel aanwezig is.
Foto's uit september 2005 en augustus 2006: Henry van Amstel.
Daarna duwen zij de rijtuigen langs de perrons tot de stoot jukken, waarna zij gereed staan voor instappen en vertrek.
Loc CC201 71 verlaat het stationsgebouw van Surabayakota met een economytrein naar Malang. De serie 201 is in tussen 1977 en 1998 door General Electric gebouwd. Een aantal subseries bestaat uit dezelfdeBB-locomotievenomgebouwdevanleverancier.
Zowel de NIS (Nederlandsch Indische Spoorweg Maatschappij) als de SS (de Indische Staatsspoor wegen) beschikten in de koloniale tijd over eindsta tions in Surabaya die respectievelijk onder de namen Pasar Turi en Surabayakota, kortweg Kota (stad) nog altijd bestaan. Overigens wordt in dit artikel aan Pasar Turi, waar treinen uit Semarang beginnen en eindigen, geen aan dacht besteed. Voor de luxueuze executif-treinen van en naar Bandung, Yogya en Solo is er station Gubeng, dat ove rigens ook in Nederlands-Indische tijd al bestond.
Dit artikel concentreert zich op het station Surabayakota en op het nabijgelegen emplacement Sidotopo. Zo’n vijftien jaar geleden waren deze complexen nog voorzien van klas sieke beveiliging, waarvan de ontwerpprincipes ooit recht streeks uit Nederland waren overgenomen. Reden genoeg om er een kijkje te nemen. Het waren met Malang de laatste grote klassiek beveiligde emplacementen op Java. In Sura baya zijn deze ondertussen vervangen door moderne bevei liging en elektrisch aangestuurde wissels.
OP DE RAILS 9-2022 457
Om de functies van Kota en Sidotopo rond 2005 goed te begrijpen is een blik op de overzichtskaart, die de situatie in dat jaar aangeeft, verstandig. Vanuit het zuiden gezien komt de hoofdspoorlijn uit de richting van station Gubeng.
Twee sporen buigen vervolgens in westelijke richting af naar Kota. Een goederenspoor loopt rechtdoor naar Sidotopo.
Om de inzet van locomotieven zo efficiënt mogelijk te laten verlopen eindigen de binnenkomende treinen aan het einde van de perrons, waardoor de locomotieven de mogelijkheid hebben via twee wisselverbindingen om te kunnen lopen.
Klassieke beveiliging in Surabaya
HENRY VAN AMSTEL Surabaya is, na Jakarta, met drie miljoen inwoners de tweede stad van Indonesië. Al in de koloniale tijd beschikte de stad over een grote haven, Tanjung Perak, en was het tevens de thuisbasis van de marine.
Project repatriëring locomotieven Omdat ook in Indonesië in toenemende mate suikerfabrie ken sluiten en stoomlocomotieven buiten bedrijf worden gesteld, was dit de laatste gelegenheid nog aan Du Croo & Brauns stoomlocomotieven te komen. Er ging aardig wat water door de Rijn en de Ciliwung, ook nadat de Stoomtrein Katwijk Leiden in december 2016 toestemming Van zowel Backer & Rueb als van Werkspoor zijn in Nederland stoomlocomotieven bewaard gebleven. Locomotieffabriek Du Croo & Brauns produceerde overwegend voor de koloniën. In Nederland bleven geen stoomlocomotieven bewaard. Na lange voorbereiding komen er nu twee terug! GERARD DE GRAAF
Locomotief 9 (D&B 81/1925) in actieve dienst bij 14Noord-JavaSumberhajosuikerfabriekopopaugustus2015. Foto: Petr Patočka. Terugkeer naar Nederland Du Croo & Brauns
re landen geëxporteerd. Het ontwerpwerk deed men zelf, maar er werd voor onderdelen geleund op Maffei. Wie schoorstenen, zanddommen en ramen van D&B vergelijkt met die van Maffei, herkent daar de hand van de laatste.
Desondanks hadden Du Croo & Brauns locomotieven een eigen uiterlijk. Er waren kleine twee-assers, maar D&B bouwde vooral vierassige Klien-Lindners en gelede Malletlocomotieven met verschillende vermogens. Aan motorlo comotieven waagde D&B zich meestal alleen als onderaan nemer van Kromhout, de NTM 101 is een mooi voorbeeld. Er is in Nederland geen enkele stoomlocomotief van D&B bewaard gebleven, voor de D&B-stoomlocs van de Gasfabriek in Rotterdam kwam de belangstelling te laat.
462 OP DE RAILS 9-2022
Du Croo & Brauns begon in 1905 in AmsterdamNoord, pal naast het tramstation van de lijn naar Edam. Aanvankelijk fungeerde Du Croo & Brauns vooral als handelaar en deed eenvoudig con structiewerk aan kipwagens en lorries. Al spoedig werd men vertegenwoordiger voor Maffei-stoomlocomotieven en han delde in stoomlocomotieven van andere fabricaten. Voor een deel kwamen die ook in het eigen huurpark terecht. Hameren op het kopen van vaderlandse producten deed D&B vanaf het begin. Men moet met lede ogen hebben gezien dat de plantagelocomotieven die naar Indië gingen vooral van Duits fabricaat waren en men moet zich hebben gerealiseerd dat men ze zelf ook kon bouwen.
Du Croo en Brauns In 1922 werd in Weesp een dependance geopend waar stoomlocomotieven gebouwd konden worden. De gebou wen staan er nog, het is het laatste complete gebouwenensemble in Nederland waar stoomlocomotieven werden gebouwd. Hier werden enkele honderden locomotieven gebouwd, vooral voor Indië, maar er werd ook naar ande
Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks Elk nummer bevat berich ten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boe ken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor en tramwegen in binnen en buitenland Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties Op de Rails
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR !
www facebook com/OpdeRails
Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www nvbs com Lid worden?
Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails?
Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellen den in het Spoor en tramwegwezen (NVBS) De NVBS leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkom sten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen en bui tenland De Stichting NVBS Excursies organi seert reizen Er is ook een afdeling Jongeren In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen De win kel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stati onsgebouw van Amersfoort Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyis ten te ontmoeten De agenda voor de komen de periode is in Op de Rails of op de NVBS website te vinden Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en bui ten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit! Documentatie De Stichting NVBS Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften De bibliotheek heeft ook abonnementen op vele binnen en buiten landse tijdschriften op spoor en tramwegge bied Bureau Railatlas en Bureau Materieel tekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschrif ten en dvd’s verkocht Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling Bestellingen via inter net of per post zijn mogelijk. Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondge stuurd Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS De NVBS afdeling Jongeren organiseert spe ciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activitei ten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject
Vroeger boden sproeitrams verfrissing bij hete en droge dagen in de stad; de afgelopen zomer waren ze een uitkomst geweest. De Haagse reinigingsdienst had tussen 1909 en 1922 een door Werkspoor gebouwde sproeiwagen, hier gefotografeerd op het Valkenboschplein. In Oost-Europa bestaan dergelijke trams tegenwoor dig nog steeds, zoals dit exemplaar op basis van Tatra-componenten in Riga. Maskavas iela, 2 augustus 2014. Foto’s: Haags gemeentearchief, Tim Boric.