OP DE RAILS
2020-7
IN DIT NUMMER: De RegioSprinter
Buisrail De stations van London Underground De tram in Liberec MAANDBLAD
Op de Rails 2020-07.indb 1
VAN
DE
NVBS,
88E
JAARGANG,
JULI
2020
BLZ.
301-352
30-06-20 13:30
De RegioSprinters waren vele jaren het gezicht van de Dürener Kreisbahn. Op 7 april 2009 zijn twee treinstellen bij Zerkall onderweg naar Heimbach. Foto: Frans Blanker-Halstein.
De RegioSprinter – een kleine revolutie De RegioSprinter is het eerste moderne treinstel dat volledig door de voertuigindustrie is ontwikkeld. Het lagevloer-treinstel was geconstrueerd volgens de nieuwste inzichten voor licht materieel, waarbij gebruik is gemaakt van componenten uit de bus- en tramindustrie. De lage prijs moest een financieel verantwoorde exploitatie van regionale spoorlijnen mogelijk maken. Ondanks de geplande gebruiksduur van vijftien jaar deden de treinstellen ruim twintig jaar dienst; ze zetten hun carrière voort in Oostenrijk en Tsjechië.
A
FRANS BLANKER-HALSTEIN
an het begin van de jaren negentig werden in Duitsland de contouren duidelijk van een nieuwe marktordening. Het monopolie van Deutsche Bahn werd per 1 januari 1996 opgeheven, waarbij het vervoer over lange afstand aan de vrije markt werd overgelaten. Het vervoer over kortere afstanden zou een bevoegdheid van de deelstaten worden, waardoor een opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie tussen deelstaat en vervoerder zou ontstaan. De contracten voor de uitvoering van de treindiensten zouden geleidelijk worden aanbesteed, waardoor de exploitatiekosten zouden dalen. Het bespaarde geld kon dan worden gebruikt voor moderner materieel en een betere treindienst, zoals een starre dienstregeling. De marktwerking moest in het regionale spoorvervoer de trend van dalende reizigersaantallen en lijnsluitingen omkeren. Het Verband Deutscher Verkehrsbetriebe (VDV, de Duitse koepelorganisatie van vervoerbedrijven) onderkende de
kansen die de nieuwe ordening van het spoorvervoer zou bieden voor regionale vervoerders. Een noodzakelijke voorwaarde om die kansen te benutten was echter de beschikbaarheid van passend materieel met lage aanschaf- en exploitatiekosten, een hoog acceleratie- en remvermogen en faciliteiten als een toegankelijke (lage) instap en informatiesystemen voor reizigers. Zelfs het modernste regionale materieel uit die dagen, de dieseltreinstellen Baureihe 628, voldeed niet aan de eisen van het VDV. Desondanks stak de Baureihe 628 met een toenmalige aanschafprijs van DM 4 miljoen (twee miljoen euro) en een brandstofverbruik van een liter per kilometer gunstig af tegen getrokken treinen, waarvan de locomotieven drie liter brandstof per kilometer nodig hadden. Daarnaast was twee man personeel nodig om de treinen te rijden, wat de exploitatiekosten verder verhoogde. Het gevolg hiervan was dat de exploitatie van regionale treindiensten (te) duur was, waarOP DE RAILS 7-2020
Op de Rails 2020-07.indb 321
321
30-06-20 13:31
Afb. 1: Tekeningen bij de ingezonden brief van J.R. in Mechanics’ Magazine, 29 april 1837.
Buisrail Het moge bekend zijn dat er naast de tegenwoordig algemeen gebruikte platvoetrail (ook vignole genoemd) nog andere rails gebruikt worden, zoals de bullhead rail die in Groot-Brittannië nog steeds op hoofdsporen voorkomt en de double champignon rail die je in Frankrijk nog op nevenlijnen en zijsporen vindt1. Dat is ooit anders geweest. Vanaf het begin van het ontstaan van de spoorwegen zijn er vele tientallen soorten rails bedacht en deels ook in gebruik geweest. Eén van die soorten is de buisrail.
D
JAN ROOS
e buisrail is een railvorm die geen steunpunten nodig heeft maar over de volle lengte door het ballastbed wordt ondersteund. Het is een heel aparte ontwikkeling in de geschiedenis van de spoorwegbouw, wat voldoende reden geeft om er de literatuur eens op na te slaan. Volgens de erkende bovenbouw-autoriteit Haarmann komt een zekere Woodhouse de eer toe al in 1803 aan gietijzeren rails gedacht te hebben die zonder ondersteuningen op de bodem gelegd konden worden en toch de belasting van passerende wielen konden opnemen. Maar daarna is het toch een heel tijdje stil. Pas in 1837 verschijnt in het ingenieursblad Mechanics’ Magazine een ingezonden brief van zekere J.R. uit Londen die voorstelt om een gietijzeren buis van elliptische doorsnede als rail te gaan gebruiken (afbeelding 1). Hij wijst op de sterkte van de elliptische vorm die erg geschikt zou
zijn om de belasting door de wielen te dragen; daarvan zou men gebruik moeten maken. De buizen zouden over hun gehele lengte in gekyaniseerde2 eiken langsliggers moeten liggen, die op hun beurt het beste in beton gelegd konden worden. De benodigde groeven in de langsliggers zouden dan het beste machinaal worden aangebracht om goed passend te zijn. Op deze rails zouden er voor de wagens geen flenswielen gebruikt moeten worden, maar wielen met een hol loopvlak (figuren 2 en 4 in afbeelding 1). Zulke houten langsliggers waren niet bijzonder want we zien ze bij veel nieuwe railvormen uit die tijd als versteviging of als kostenverlagend onderdeel van de bovenbouw. Buisrail zou volgens J.R. uit Londen een aantal voordelen hebben. Het eerste zou de rustige loop van de rijtuigen zijn, het tweede dat met dezelfde hoeveelheid ijzer een grotere belasting kon worden gedragen, het derde dat de bevestiging van de rails gemakkelijker was dan bij de tot dan OP DE RAILS 7-2020
Op de Rails 2020-07.indb 329
329
30-06-20 13:32
In Paddington Station is de cut-and-covermethode nog te zien, inclusief de open ruimte om rook uit de tunnels weg te houden. Een S-type (21563) op de Circle line rijdt het station binnen op 30 mei 2018. Foto’s bij dit artikel: Erwin Voorhaar.
De stations van London Underground Het Londense metrostelsel heeft een lange en gecompliceerde geschiedenis. Dat is nog steeds af te lezen aan de grote verscheidenheid aan stations, met veel interessante voorbeelden van architectuur en detaillering. We maken een reis door de metrohistorie, onder- en bovengronds. ERWIN VOORHAAR
‘Sir; when a man is tired of London, he is tired of life!’ (Dr. Samuel Johnson, 1777)
Z
ou een railliefhebber Londen ooit moe kunnen worden? Vermoeid raken misschien wel – vanwege de honderden kilometers spoorreis die je er kunt maken. Maar wie er heeft rondgekeken zal altijd terug willen keren. Er wordt gebouwd, gemoderniseerd en ontwikkeld. En toch lijkt het soms of de tijd er stilstaat. Dit artikel gaat niet over de vervoermiddelen in en om de stad maar over een aspect dat minstens even interessant is: de stationsgebouwen van London Underground. Veel bezoekers reizen met de tube, zoals de Londense metro in de volksmond wordt genoemd, als handig vervoermiddel van A naar B, maar vergeten onderweg even uit te stappen, met je Oyster card uit te checken en de vaak bijzonder fraaie stationsgebouwen van buiten te bekijken. Onder en boven de grond, in buitenwijken of in de drukke binnenstad – 332
270 stations leiden dagelijks de miljoenen reizigers naar hun vervoermiddel. Op het eerste gezicht een verzameling gebouwen zonder veel samenhang, maar wie beter kijkt, ziet overeenkomsten, details en ontdekt hoeveel zorg is besteed aan het ontwerp en de herkenbaarheid. We gaan op reis naar een aantal van de meest in het oog springende stationsgebouwen. Al vanaf de oprichting van London Transport in 1933 is het architectuurbeleid gericht op overzichtelijkheid, eenvoud en uniformiteit. De reiziger moet een station meteen herkennen en er gemakkelijk zijn weg vinden. Die uitgangspunten gelden nog steeds, maar de huidige exploitant Transport for London erfde een grote hoeveelheid stations uit allerlei bouwperioden en in verschillende stijlen, die in de loop der tijd bovendien soms flink zijn aangepast. Dat geeft een op het eerste gezicht rommelig, maar ook levendig effect wanneer je door Londen reist. De verscheidenheid leidde al vroeg, in het begin van de vorige eeuw, tot de behoefte om
OP DE RAILS 7-2020
Op de Rails 2020-07.indb 332
30-06-20 13:32
Sinds 2005 is het eindpunt Horní Hanychov weer per tram bereikbaar, nu op normaalspoor. De 45 van lijn 3 op de Ještědska met de Ještěd op de achtergrond; 23 juli 2006. Foto’s bij dit artikel tenzij anders vermeld: Ciril van Hattum.
Hoe de tram overleefde in Liberec Veel kleine en middelgrote steden in Europa verloren na de Tweede Wereldoorlog hun trambedrijf. Maar niet allemaal, sommige wisten met meestal beperkte middelen het onderhoud en de noodzakelijke vernieuwingen te realiseren en hielden stand. Een daarvan is Liberec in Bohemen.
L
CIRIL VAN HATTUM
iberec, hoofdstad van het gelijknamige district, ligt in het noorden van Tsjechië; Duitsland en Polen zijn niet ver. De stad telt ruim honderdduizend inwoners. Zij bezit een technische universiteit, een fraai theater in neobarokstijl, een grote zoo met witte tijgers en een botanische tuin. Bovendien zijn er een aantal musea en een voetbal- en ijshockeyclub die landelijk op het hoogste niveau spelen. Het bijzonder fraaie stadhuis is een kleinere kopie van dat in Wenen, ontworpen door dezelfde architect Franz Neumann in 1892. De stad ligt in het dal van de rivier Nisa – de Neisse – en wordt omringd door bossen. Eén van de zustersteden is de stad van NVBS Centraal: Amersfoort. Liberec werd in de veertiende eeuw gesticht door voornamelijk Duitse immigranten. Het behoorde tot het einde van de Eerste Wereldoorlog tot de Habsburgse Dubbelmonarchie, gevestigd te Wenen. De voertaal was Duits evenals de naam van de stad: Reichenberg. Dankzij
de textielnijverheid die hier sinds de middeleeuwen was geconcentreerd werd Reichenberg, ook wel het ‘Boheemse Manchester’ genoemd, in de negentiende eeuw de grootste en welvarendste stad van Noord-Bohemen. De kapitale panden aan de Masarykova getuigen daar nog van. Maar evenals in Manchester is de textielindustrie nagenoeg verdwenen. De glas- en kristalindustrie waren en zijn daarentegen nog steeds niet onbelangrijk. In dit deel van Bohemen, Sudetenland geheten, waren Duitstaligen in de meerderheid. Na de Eerste Wereldoorlog behoorde de Dubbelmonarchie tot de verliezers. De staat raakte tachtig procent van zijn grondgebied kwijt en hield alleen het huidige Oostenrijk over. Uit die tachtig procent werd onder andere Tsjechoslowakije gevormd, als republiek gesticht in 1918. Twintig jaar later bezette Duitsland dit gebied, te beginnen met de annexatie van Sudetenland, waarover in 1938 overOP DE RAILS 7-2020
Op de Rails 2020-07.indb 339
339
30-06-20 13:32
laatste pagina blader pdf_Op de Rails Basis 10-1-2014 20:56 Pagina 1
NVBS, PASSIE VOOR SPOOR ! Nieuwsgierig geworden naar de rest van de inhoud van dit nummer van Op de Rails? Denk er dan eens aan om lid te worden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). De NVBS-leden ontvangen maandelijks het blad in de bus, maar de NVBS biedt veel meer! In alle delen van het land worden bijeenkomsten belegd waarop presentaties gehouden worden over trein en tram in binnen- en buitenland. De Stichting NVBS Excursies organiseert reizen. Er is ook een afdeling Jongeren. In de NVBS Winkel kun je boeken en dvd’s over railverkeer kopen. En voor wie zich wil documenteren zijn er de NVBS-Bibliotheek en de Stichting NVBS Railverzamelingen. De winkel, de bibliotheek en de documentatiecentra zijn gevestigd in NVBS Centraal in het stationsgebouw van Amersfoort. Afdelingen Op diverse plaatsen zijn er afdelingen die maandelijks een bijeenkomst houden, waar leden door middel van presentaties informatie met elkaar uitwisselen. Deze avonden bieden een uitgelezen kans om andere spoorhobbyisten te ontmoeten. De agenda voor de komende periode is in Op de Rails of op de NVBSwebsite te vinden.
ook abonnementen op vele binnen- en buitenlandse tijdschriften op spoor- en tramweggebied. Bureau Railatlas en Bureau Materieeltekeningen bezitten topografische kaarten en schematische tekeningen van sporen en materieel. Winkel In de NVBS Winkel worden boeken, tijdschriften en dvd’s verkocht. Er is een uitgebreide tweedehandsafdeling. Bestellingen via internet of per post zijn mogelijk.
Excursies De aangeboden excursies variëren van een eendaagse binnenlandse trip tot een reis van vier weken in het buitenland. Voorbeelden: bezoeken aan werkplaatsen en remises, meerdaagse treinreizen door landen in en buiten Europa, maar ook dagbezoeken aan Nederlandse spoor- en trambedrijven. En elk jaar een Oliebollenrit!
Beeldmateriaal Het filmarchief, de diatheek en het fotoarchief bezitten een enorme collectie historische en actuele films, dia’s, prentbriefkaarten en foto’s. Leden kunnen zich abonneren op een fotorondzending. Tienmaal per jaar wordt een pakket foto’s, door leden gemaakt, rondgestuurd.
Documentatie De Stichting NVBS-Railverzamelingen beheert een grote verzameling krantenknipsels, dienstregelingen, vervoersbewijzen en andere documenten. In de bibliotheek staan meer dan elfduizend boeken en vele ingebonden jaargangen tijdschriften. De bibliotheek heeft
Afdeling Jongeren Ook jongeren voelen zich thuis bij de NVBS. De NVBS-afdeling Jongeren organiseert speciaal voor leeftijdgenoten bijzondere activiteiten: een wedstrijd treintrekken bijvoorbeeld, een rondje per trein in het nabije buitenland of een bezoek aan een bouwproject.
Op de Rails Het magazine Op de Rails verschijnt maandelijks. Elk nummer bevat berichten over spooractualiteiten en over de vereniging, over nieuw verschenen boeken en dvd’s (die in de winkel te koop zijn) en aankondigingen van excursies. Daarnaast zijn er langere artikelen over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland. Het maandblad dat door vrijwilligers wordt gemaakt, is full colour en vrij van advertenties.
www.facebook.com/OpdeRails
Lid worden? Nieuwsgierig geworden en meer willen weten, een proefnummer van Op de Rails ontvangen of lid worden? Een lidmaatschap kost 55 euro per jaar, ben je jonger dan 25? Dan betaal je slechts 28 euro voor een heel jaar! Meer weten? Bezoek ons op http://www.nvbs.com
Vanaf 1 juni mogen de railmusea hun deuren weer openen voor publiek. Boven: als eerste hervatte de RTM Ouddorp zijn ritten; op 1 juni, tweede Pinksterdag, kwam locomotief 54 in actie voor de tram. Onder: de Museumstoomtram Hoorn – Medemblik begon het seizoen een weekend later. Op 7 juni staat aan het perron in Hoorn locomotief 5 gereed met de tram naar Medemblik, geflankeerd door de NTM 101 die met rijtuig ZVTM AB7 de pendeltrein voor bezoekers aan de werkplaats verzorgde. Foto’s: Marleen Kentie en Rein Korthof.
000
Op de Rails 2020-07.indb 352
30-06-20 13:33