16 minute read

JAN VANDENHOUWE OVER DE NIEUWE KOERS VAN HET BALLET ‘We spreken verschillende artistieke talen, die steeds geworteld zijn in de klassieke techniek’

GEZONGEN EN GEDANSTE LIEFDES

Kostuumpas voor Mozart / Concert Arias.

In juli 1992 ging Mozart / Concert Arias van Anne Teresa De Keersmaeker in première op de prestigieuze Cour d’honneur van het festival van Avignon. De voorstelling maakte een verpletterende indruk en verwierf sindsdien terecht een plaats in de canon van levend Vlaams erfgoed. Lise Uytterhoeven, die directeur is van London Contemporary Dance school, The Place, legt uit waarom je de herneming van dit iconische stuk, dit keer gedanst door de dansers van Opera Ballet Vlaanderen, niet mag missen.

© Herman Selleslags

Mozart / Concert Arias, gedanst door Rosas in de oorspronkelijke productie.

Aria na aria, de ene nog tragischer en passioneler dan de andere. Aaneengeregen zoals op een pop- of rockalbum. Enkele divertimenti en pianostukken ertussen. Allemaal verbluffend mooi. Dat is het vertrekpunt van Mozart / Concert Arias: un moto di gioia (1992) van Anne Teresa De Keersmaeker, een muzikale hommage aan de componist. ‘Met Mozart moet je bescheiden blijven. Die muziek is al zo sterk en soeverein dat je je de vraag moet stellen of ze de dans wel nodig heeft’, zei De Keersmaeker daarover.

Elke aria is op zich gecomponeerd, maar toch komt er een samenhangende thematiek naar boven: ze gaan allemaal over afscheid nemen van elkaar, elkaar verlaten, over de eenheid die kan bestaan tussen man en vrouw ondanks de scheiding, de fysieke afwezigheid. In een aria is gewoonlijk de kern van de dramatische ontwikkeling van een hele opera terug te vinden, maar sommige aria’s in dit stuk zijn autonome composities. Centraal staat bijvoorbeeld Ch’io mi scordi di te? (‘Dat ik je zou vergeten’), dat volgens De Keersmaeker de kiem en de spil van de hele voorstelling is. Deze aria was een soort afscheidsgeschenk dat Mozart schreef voor de Engelse sopraan Nancy Storace, zijn geliefde, bij haar vertrek terug naar Engeland in 1787. Het is een duet tussen zang en piano, gespeeld door Mozart zelf, die zichzelf op die manier verplicht in de opvoering inwerkte. Hij liet de piano in zijn plaats spreken. De vrouw slaat de raad van haar minnaar om een nieuwe liefde te volgen in de wind. Het recitatief toont ons een vrouw geplaagd door twijfel.

APPLAUS EN BOEGEROEP

Mozart / Concert Arias was de eerste voorstelling van Rosas als huisgezelschap bij De Munt (1992-2007) na het vertrek van choreograaf Mark Morris. Al in 1988 had Gerard Mortier, de toenmalige directeur van De Munt, aan De Keersmaeker voorgesteld om een voorstelling te bouwen rond de aria’s van Mozart. Om nader kennis te maken met Mozarts muziek en voor de selectie ervan werkte De Keersmaeker nauw samen met Philippe Herreweghe, artistiek directeur en dirigent van het Orchestre des Champs-Elysees, dat de voorstelling in 1992 live begeleidde. De wereldpremière op de Cour d’honneur van het Palais des Papes bij het Festival d’Avignon in juli van dat jaar, in openlucht, maakte een verpletterende indruk. De Keersmaeker volgde in de indrukwekkende voetsporen van wereldberoemde choreografen die eerder al op dat prestigieuze toneel hun werk hadden kunnen tonen: Maurice Béjart, Merce Cunningham, Pina Bausch en William Forsythe. De Keersmaekers voorstelling werd tegelijk op applaus en boegeroep onthaald. Daar zaten de fysieke soberheid en de eindeloze herhalingen en subtiele variaties op een thema – het handelsmerk van de choreograaf – uiteraard voor iets tussen. Nochtans sloot de voorstelling, gespeeld tegen de immens hoge, monumentale paleismuren, dankzij de muziekkeuze en de scenografie perfect aan bij de sfeer en de architectuur van het Palais des Papes.

Later in het seizoen 1992-’93 was de voorstelling ook in eigen land te zien in De Munt en in de Antwerpse Singel, alsook op de Wereldtentoonstelling in Sevilla. Jaren later volgden nog internationale hernemingen, onder andere in New York op vraag van het Lincoln Center voor het Mostly Mozart Festival in 2004 en op het Impulstanz Festival in Wenen om het Mozartjaar 2006 te vieren. De dansers deelden het podium met topdirigenten, -zangers en -muzikanten. De aria’s werden door de jaren heen gezongen door talenten zoals Charlotte Margiono, Janet Williams, Isolde Siebert en Annette Dasch, die op de scène tussen de dansers geïntegreerd werden en soms aan de dansscènes deelnamen. Mozart / Concert Arias was het eerste stuk van Rosas met zo’n grote mannelijke cast. Omdat de mannen hun ogen neergeslagen hielden, was het soms moeilijk om een band te vinden met hen. De sympathie van het publiek blijft in dit stuk naar de vrouwen uitgaan, die ook in de meerderheid zijn en nog versterkt worden door de drie sopranen op het toneel. Het samenspel met muziek is een belangrijk streven van De Keersmaeker: van Steve Reich in Fase en Drumming tot The Six Brandenburg Concertos van J.S. Bach, en van György Ligeti in Stella tot Bartók / Aantekeningen. Muziek en dans zijn voor haar twee uitingen van dezelfde exuberantie, het emotioneel overlopen van de mens. De muziek van Mozart heeft iets zalvends, ze belichaamt zowel liefde als weemoed voor de mensheid. Met een duur van twee uur en een kwartier is Mozart / Concert Arias een lange voorstelling die doet denken aan het episodische van Pina Bausch. De krachtige aria’s worden gedurfd naast elkaar geplaatst en de overgangen ertussen worden niet kunstmatig gevuld.

Scenograaf Herman Sorgeloos ontwierp een ruim twintig meter brede, ellipsvormige, hellende parketvloer, die een 18e-eeuwse balzaal oproept. Het houtmotief is geïnspireerd door de vloer van een salon in het Weense Paleis Schönbrunn en heeft een trompel’oeileffect dat doet denken aan de grafische kunst van M.C. Escher. Witte tuinstoelen aan de buitenrand en een pianoforte vervolledigen het decor. De steeds wisselende epoque-kostuums van Rudy Sabounghi dragen een onafgewerkt element in zich, er hangt altijd wel ergens een knop los of er ontbreekt iets. De mannen dragen witte kragen en fluwelen jassen met een authentieke snit. Ze dansen over het parket op blote voeten. De vrouwengarderobe is veel meer opengebroken, verdraaid: zij dragen 18e-eeuwse baljurken maar met hoog uitgesneden rokken en blote benen. Soms dragen ze korte zwarte jasjes of doorzichtige nachthemden.

DE LIEFDESENERGIE IS VOELBAAR IN DE DANS AANWEZIG. ER IS EEN ONOPHOUDELIJK SPEL TUSSEN MAN EN VROUW VAN ELKAAR AANTREKKEN, VERLEIDEN, UITDAGEN, LIEFKOZEN, AFWIJZEN, AFSTOTEN

De ondertitel ‘Un moto di gioia’ betekent ‘een flits van vreugde’. Het is de onschuldige titel van een vervangingsariëtta voor de herneming van Le nozze di Figaro in 1789, toen de rol van Susanna niet meer door Mozarts geliefde Storace werd vertolkt, maar door Adriana Gabrieli, bijgenaamd La Ferrarese. Als getuigenis van Storaces pijnlijke afwezigheid werd de aria vervangen door een moment van vrolijkheid, doordrongen van de bitterzoete lessen die de dramaturg Mozart ons verstrekt. Hoe de omstandigheden ons, door middel van ‘un moto di gioia’, aan het verstand moeten brengen dat er beslist geen onverdeelde vreugde bestaat, noch een volmaakte liefde of liefde waaraan niets ontbreekt.

De voorstelling Mozart / Concert Arias zelf bouwt voort op die pijnlijke lichtheid: ze is sprankelend, soms ontroerend, speelvol en ironisch. De liefdesenergie is voelbaar in de dans aanwezig. Er is een onophoudelijk spel tussen man en vrouw van elkaar aantrekken, verleiden, uitdagen, liefkozen, afwijzen, afstoten. Warme liefdesvreugde en genot staan tegenover koude scheidingspijn en verdriet. De bewegingen zijn soms exuberant en soms ingetogen. Hier en daar zien we snippers van historische barokdansen zoals menuet, rondo, gigue of revérence, en af en toe is er rechtstreeks een citatie van het klassieke ballet. Dat wordt vermengd met grovere bewegingen zoals vallen, glijden en draaien. De dansers belichamen ook herkenbaar het dierlijke. De mens met al zijn verlangens en driften wordt afgebeeld. Kinderlijke machtsspelletjes zijn er ook, egoïstisch gedrag en onophoudelijk snikken. Als levensloze poppen liggen de dansers in de armen van een ander. Tijdens de creatie leerden de dansers de teksten van de aria’s in doofstommentaal als ingang in het choreografieproces. De Keersmaeker was aangetrokken tot die gebaren omdat ze een absolute noodzaak in zich dragen om te communiceren in een niet-artistiek kader. Haar interesse in gebaren kwam voort uit een fascinatie voor de uitdrukkingskracht van handen, van de motoriek van het lichaam in het dagelijks leven. Daarna werkten de dansers aan het uitvergroten van die gebaren tot ze onherkenbaar werden.

Bepaalde bewegingen zijn rechtstreeks gebaseerd op die van de Hollywood-musicalster Cyd Charisse, de danspartner van Fred Astaire. Ook de musicals van Gene Kelly waren een inspiratie. De combinatie van zang, dans en orkest in Mozart / Concert Arias heeft soms iets van weg van musicals, een concept dat De Keersmaeker tot op zekere hoogte omhelsde. De bewegingen zijn versimpeld, het stilistische maniërisme is eruit gehaald, het is herleid tot de essentie.

De Keersmaeker gebruikte een nieuwe techniek om abstracte bewegingen te ontwikkelen in koppels, zonder een inhoudelijk gebonden vertrekpunt. Eén partner houdt een lichaamsdeel stil en de andere benadert dat met zijn of haar lichaam. Dan houdt de eerste partner een ander lichaamsdeel stil en wordt het proces herhaald. Zo ontstaat een ketting van delicate bewegingen, zonder vol contact. Dan doet de tweede partner de reeks alleen, gestuwd door de herinnering aan de partner. Zo komen de dansers tot ongebruikelijke bewegingen en benadrukken ze bepaalde lichaamsdelen op een manier waar ze anders nooit toe zouden komen. Ze geven zich over aan de wil van een ander, een passende metafoor bij dit onderzoek naar de toegevingen in de liefde. Het wordt een spel met afstand en nabijheid tussen man en vrouw, flirten en afscheid nemen.

Onbeantwoorde liefde wordt een futiel proces dat steeds herhaald wordt. Dat maakte het de publieken en recensenten in het verleden soms moeilijk. Maar De Keersmaeker gaat, net zoals Mozart in zijn muziek, op zoek naar de schoonheid. Er zijn verwijzingen naar een huwelijksfeest, naar liefdesspelletjes, naar het zich verhullen en blootgeven.

In Mozart / Concert Arias staan muziek en dans op gelijke voet, maar hun verhouding blijft tijdens de voorstelling verschuiven, veranderen en verglijden en ze weigert een vastgelegde vorm aan te nemen. In 1993 zei De Keersmaeker hierover: ‘Een bepalende vraag is voor mij steeds: Welke bewegingen maken voor welke muziek? Zodra men niet langer een oppervlakkig of decoratief verband zoekt tussen muziek en dans en zodra de muziek ophoudt een eenvoudige en praktische steun te zijn die min of meer onverschillig staat tegenover de bewegingen die ze begeleidt, wordt men onvermijdelijk geconfronteerd met de vraag naar de betekenis ervan. Sinds enkele jaren heb ik meer en meer aandacht voor deze “semantische” dimensie, want het ideaal dat ik in elke productie voor ogen heb, is de creatie van een noodzakelijkheid in de dialoog tussen dans en muziek. Zo wil ik vermijden dat een van beide overbodig zou worden.’ Omdat Mozart / Concert Arias zo rechtstreeks met deze vragen bezig is, is het een uiterst gepast voorstel van Opera Ballet Vlaanderen om deze iconische productie als Vlaams danserfgoed in leven te houden.

MOZART / CONCERT ARIAS.

Mozart weet als geen ander hoe je over de liefde zingt, De Keersmaeker weet dan weer hoe je de liefde kan dansen. In 1992 maakte ze een choreografie op de concertaria’s van Mozart, die ons Ballet dit seizoen zelf mag opvoeren.

Met dit seizoen tonen we hoeveel verschillende gedaanten het verlangen kan aannemen, van gitzwarte romantiek tot rauwe passie die ook heel andere terreinen opzoekt dan de liefde. Ook het contrapunt van verlangen komt aan bod: het besef dat al het aardse streven vergankelijk is.

Jan Vandenhouwe

JE BÉNT VERLANGEN Filosoof Tinneke Beeckman schreef op onze uitnodiging een column rond ons jaarthema verlangen.

Verlangen maakt het leven intens, maar het heeft een gevaarlijke dimensie. Genot, drank en geld kunnen je in vervoering brengen, maar je ook naar de afgrond leiden, zoals de voortvluchtige vrienden in Kurt Weills opera Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny weten. Liefde doet je verlangen, maar je kan ook willen sterven, zoals Isolde. Of je begeert allesoverheersende kennis, rijkdom en macht zoals Faust. Zo roep je onheil over jezelf en de wereld uit.

Elke cultuur kent dan ook morele geboden en verboden die mensen ertoe aanmanen hun verlangens in toom te houden. Die regels worden met Gods wet geassocieerd. Mozes’ tien geboden, bijvoorbeeld, geven grenzen aan, en gelijkaardige principes zijn in andere religies en culturen te vinden. God moet worden geëerd, naasten met respect bejegend. Verder moet je je begeerte naar sensualiteit, bezit of prestige temperen. De christelijke kerkvader Augustinus maakt van de mens zelf de bron van het kwade: sinds de erfzonde zit de neiging tot ondeugd in lichaam en geest verscholen. Onvermijdelijk ontmoet je duivelse krachten, vermomd als verlokking. Die zijn niet alleen in de buitenwereld te vinden; je genereert je eigen demonen. In Goethes tragedie lijken Faust, de zondaar, en Mephistopheles de ontdubbeling van éénzelfde personage, dat met zichzelf in strijd is. In wezen is Fausts dilemma herkenbaar: hij ruilt zijn ziel voor macht, kennis, materiële welvaart.

De moderne mens voelt nog maar weinig voor het strenge religieuze gebod; hij ervaart geen angst als hij de wet overtreedt. Sterker nog, taboes sneuvelen en de bijbehorende morele oordelen worden in vraag gesteld. Toch blijft de negatieve kijk op verlangen doorwerken. Heel wat denkers – zoals Hobbes, Hegel, Freud of Sartre – hebben negatieve variaties op het verlangen geformuleerd. Het zou een tekort genereren; de mens zou een hopeloos begerend, ronddolend wezen zijn. Geluk lijkt niet in de schepping inbegrepen. De mens wordt gedreven door een verlangen naar ontroostbaarheid, zoals Patricia de Martelaere het verwoordde.

Spinoza schrijft bikkelhard dat de mens niet noodzakelijk bestaat. Je kan dus niet onbeperkt op je neigingen, impulsen of verlangens ingaan, zonder weerbots

Het is lang zoeken naar een filosofische blik die het verlangen niet veroordeelt. Spinoza (1632-1677) heeft zo’n visie wel ontwikkeld. Hij noemt verlangen de essentie van de mens zelf – ‘cupiditas est ipsa hominis essentia’. Je bént verlangen; je verlangt ernaar te bestaan; je wil dat je vermogen, je kracht om te handelen toeneemt. Met alles wat je bent, zowel qua lichaam als qua geest, zoek je dat zelfbehoud. Niets aan dit streven, en dus niets aan de mens, verstoort de orde van de natuur of van God. Daarom moet je genieten van al het moois dat het leven te bieden heeft. Spinoza vermeldt onder meer mooie kleren, sport en spel, de natuur, muziek, de schouwburg en lekker eten en drinken. Ook seksualiteit roept geen vijandigheid op.

Dat maakt de begeerte niet eenduidig of makkelijk. Je kan vele tegenstrijdige dingen tegelijk verlangen, waardoor je niet meer weet welke kant je op moet. Of je kan je vergissen; je denkt dat je iets wil, maar eigenlijk boots je het verlangen van anderen na. Of je vergist je over je eigen motieven. Ook bij Spinoza blijft de mens dus een zoekend, struikelend wezen. Voor het smachtende verlangen naar iets wat je als een gemis ervaart, gebruikt hij de term ‘desiderium’, en hij noemt het iets droevigs. Je voelt droefheid als je verwijderd bent van een macht waartoe je je in staat achtte. Als je spijt hebt, bijvoorbeeld. Of als je verdriet ervaart omdat je niet met iemand verbonden kon blijven.

Daarbij zijn onbeperkte verlangens ook problematisch volgens de filosoof. Als je verslaafd bent, verlies je je vrijheid. Verlangen is niet slecht, maar een excessief verlangen – naar drank, geld, sensualiteit of eer – is dat wel. Hiermee omgaan is lastig. Je moet de limieten aanvaarden van je lichaam, je geest, je hele manier om in de wereld te zijn. Zo duikt God dan toch weer op: als een herinnering aan het besef dat de mens beperkt is. Dat de mens geen god is. Dat je je als tijdelijk, kwetsbaar wezen aan de omgeving moet aanpassen. Spinoza schrijft bikkelhard dat de mens niet noodzakelijk bestaat. Je kan dus niet onbeperkt op je neigingen, impulsen of verlangens ingaan, zonder weerbots. Alleen komt de straf voor overdaad, overmoed en zinsbegoocheling niet van God – het leven zelf wordt onmogelijk.

Dat maakt die vertalingen van het onheilspellende verlangen binnen de christelijke morele orde – waarin zonde, corruptie, goed en kwaad, lijden en dood centraal staan – toch weer heel actueel. Intussen leeft een diep besef: dat een mens de aarde nodig heeft, niet omgekeerd. Met of zonder goddelijke blik, straf of plan: het buitensporige, het hoogmoedige, het mateloze, het absolute lijken eigen aan de mens, en ze kunnen diens lot nog altijd bedreigen.

© Rahi Rezvani

© Herman Selleslags

2

3 4

1 Satyagraha / 2 The Indian Queen / 3 Mozart / Concert Arias. / 4 Rizoom! / 5 Creature / 6 Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny

© ENB 6

© Frédéric Iovino

© Joost Joossen

© RR Tijdens het openluchtconcert krijg je een voorproefje van wat komend seizoen op het programma staat, met ‘verlangen’ als leidraad.

4/9/22 Ivo van Hove regisseert de jazzy opera van Kurt Weill over een valstrikstad waarin genot als enige wet geldt. Wat lijkt op een paradijs, verandert snel in een hel.

9/9 — 18/11/22 Argentijnse tango’s vullen de operazaal van Gent, die voor de gelegenheid wordt omgebouwd tot magistrale ballroom.

15/9 — 17/9/22

TEMPUS FUGIT / FUTUR PROCHE

BALLET

Choreografen Johan Inger en Jan Martens brengen elk een voorstelling over de tijd, begeleid door intieme piano- en klavecimbelmuziek.

23/9 — 26/11/22

EIN DEUTSCHES REQUIEM

Brahms’ muzikale dodenmis zoekt op een universele manier naar troost en verzoening met de vergankelijkheid.

25/9 — 27/9/22

MOZART CONCERT ARIAS

Mozart weet als geen ander hoe je over de liefde zingt, Anne Teresa De Keersmaeker weet op haar beurt hoe je de liefde kan dansen.

9/10 — 3/12/22

FIN DE PARTIE

De Hongaarse componist György Kurtág steekt het absurdistische meesterwerk Fin de partie van Samuel Beckett in een operajasje.

19/11 — 20/11/22

FAUST

In ruil voor zijn ziel sluit Faust een pact met de duivel. We willen allemaal meer en beter, maar botsen onvermijdelijk op grenzen. Faust, dat zijn wij allemaal.

28/10/22 — 14/5/23

RIZOOM!

Opera en pop worden vermengd in een kleurrijke familievoorstelling over omgaan met verlies: van je jeugd, je favoriete knuffel, je baan of een dierbare.

3/11 — 10/11/22

This article is from: