15 minute read

GEZONGEN EN GEDANSTE LIEFDES Tekstje, tekstje

‘In mijn werk creëer ik een utopische wereld’

IN DE LOGE Ugo Woatzi

beeldend kunstenaar

Elk seizoen besteedt Opera Ballet Vlaanderen veel zorg aan de seizoensbrochure. We werken vaak samen met een visueel kunstenaar of fotograaf om er een echt hebbeding van te maken waar je een heel seizoen in kan bladeren. Dit jaar was dat Ugo Woatzi, een Franse fotograaf die zijn tenten in Brussel heeft opgeslagen en met zijn kleurrijke en intieme beeldtaal een behoorlijke steen bijdraagt aan een inclusievere wereld.

WILFRIED EETEZONNE Was het een verrassing voor je toen je een telefoontje kreeg van Opera Ballet Vlaanderen?

UGO WOATZI Het was inderdaad een beetje raar maar ook aangenaam. Ik kende Opera Ballet Vlaanderen niet zo goed dus ik wist niet wat te verwachten. De wereld van opera en ballet staat ver af van mijn wereld, maar na de eerste gesprekken zaten we meteen op het goede spoor. Uiteindelijk hebben we samen vijftig beelden gekozen uit mijn reeks Chameleon. Het is boeiend om die beelden nu in een ander kader te zien. Ze krijgen een nieuwe laag. Veel hangt ook af van de kijker natuurlijk, die ziet wat die wil zien.

Je speelt met verbergen, met gezien en niet gezien worden, met identiteit. Hoe is de reeks Chameleon tot stand gekomen?

De reeks was mijn masterproef aan het LUCA in Brussel. Ik ben opgegroeid in een klein Zuid-Frans dorpje, in een erg traditionele en patriarchale omgeving. Ik kon er onmogelijk mezelf zijn en mijn geaardheid ontplooien. In mijn jeugd was ik bang en ik verborg me constant. Het was een eenzame periode. Je had toen nog geen sociale media en er was ook geen organisatie om me te helpen. Dus ik speelde een rol. Ik werd een kameleon die zich aanpaste aan zijn omgeving om te overleven. De mensen op de foto’s hebben een gelijkaardig verhaal. Mijn beelden hebben een zekere theatraliteit. Het is mijn manier om te ontsnappen aan de realiteit door een utopische wereld te creëren.

Ook de natuur speelt een rol in je beelden.

Kleuren, natuur, bloemen maar ook stoffen… Toen ik opgroeide in dat dorpje was de natuur de enige plek waar ik me veilig en vrij voelde. De natuur is voor mij een safe space die ook zeer fluïde is en altijd in beweging. De liefde voor bloemen en textiel komt van mijn grootmoeder. In haar huis en tuin bracht ik veel tijd door. We zorgden samen voor de bloemen en ze was ook altijd aan het naaien. Dat heeft me zeker beïnvloed.

Hoe is de situatie in je dorp vandaag?

Er is nog niet veel veranderd. Queer jongeren hebben het nog altijd zeer moeilijk op school bijvoorbeeld. Ik woon nu in Brussel waar je veel veilige en noodzakelijke ontmoetingsplekken hebt voor de LGBTQAI+-gemeenschap, maar in de publieke ruimte kan het nog gevaarlijk zijn voor ons. Ik beschouw mezelf dan ook als een visueel activist. Het maakt een belangrijk deel uit van mijn werk.

Wat brengt de toekomst voor je?

Als dit artikel verschijnt, heb ik een tentoonstelling gehad tijdens het Antwerp Art Weekend. Ik probeer nu prints te maken op verschillende materialen zoals bijvoorbeeld textiel en experimenteer met acrylverf en inkt op mijn foto’s. Het vertrekpunt is nog altijd Chameleon, maar ik wil verder gaan dan louter fotografie. Ik beschouw me eerder als een visueel kunstenaar dan louter als een fotograaf. Daarnaast werk ik met scholen rond het idee van de klasfoto. Dat is een zeer rigide, strikt beeld met allerlei regels en voorschriften die al jaren hetzelfde zijn. Tijdens ons project mogen jongeren hun klasfoto bijwerken naar hoe zij gezien willen worden. Ze mogen hun identiteit volop tonen in een veilige omgeving. Hun droomportret als het ware. Het is belangrijk dat je als kind weet dat er verschillende mogelijkheden zijn om je te ontplooien en er meer is dan die ene opgelegde identiteit. Dat probeer ik met dit project te bereiken.

‘MAHAGONNY IS OOK VOOR MIJ EEN ONTDEKKING’

Het operaseizoen 22-23 trappen we af met Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny van Kurt Weill en Bertolt Brecht in een regie van Ivo van Hove. Onze eigenste muziekdirecteur Alejo Pérez neemt plaats op de bok – en heeft daar nu al zin in. ‘Mahagonny is één grote uitnodiging om mee te dansen en te zingen. De muziek lokt onverbiddelijk lichamelijke reacties uit.’

ALEJO PÉREZ ‘Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny is het resultaat van een van die uitzonderlijke samenwerkingen tussen een componist en een auteur-librettist die de muziekgeschiedenis rijk is. Naast Mozart en Da Ponte, Verdi en Boito, Strauss en Von Hofmannsthal vormden ook componist Kurt Weill en auteur en filosoof Bertolt Brecht zo’n legendarische tandem. Ze zochten met name naar een vorm om hun politieke en maatschappijkritische ideeën, in tijden van opkomend nazisme, op de operabühne te brengen. Het was hun er niet zozeer om te doen een verhaal te vertellen waarin de toeschouwer psychologisch wordt meegesleept, maar wel om het publiek zover te krijgen dat het kritisch zou gaan nadenken en een eigen standpunt zou innemen tegenover het opgevoerde spektakel. Hun zogenaamde episch theater is daarom doorspekt met onderbrekingen en in een erg directe taal geschreven.’

Weill en Brecht zetten ook het wapen van de satire in.

Klopt, en dat satirische element zit niet alleen in de tekst maar ook in de muziek. Weill kiest voor een erg eigentijdse muzikale taal die het publiek van de late jaren twintig, wanneer de opera gecomponeerd werd, meteen zou aanspreken. Ze zit vol muzikale quotes, ook uit de klassieke muziek. Mahagonny vertelt het verhaal van een zekere Jim Mahoney die terechtkomt in een stad die door drie criminelen gesticht is in de woestijn en waarin alles draait rond lust en vertier. Dat loopt natuurlijk faliekant af en de opera besluit met het proces en de veroordeling van Jim door de maatschappij wegens geldgebrek. Weill knipoogt hierbij naar de barokmuziek en de Passieverhalen zoals van Johann Sebastian Bach. Hij verwijst ook naar Wagner en er zijn quotes uit Der Freischütz van Carl Maria von Weber. De invloed van jazz en ragtime, de muziek die kwam overwaaien uit de Verenigde Staten, is onder meer te merken in de orkestratie. Er spelen instrumenten mee die niet klassiek tot het operagenre behoren, zoals saxofoon, banjo, citer, bandoneon en Hawaiiaanse gitaar. Wat ik vooral boeiend vind, is hoe hij refereert aan het opkomende medium van zijn tijd: de radio. De opera gaat niet op natuurlijke wijze over van de ene scène in de volgende. Er worden vaak grote sprongen gemaakt in het verhaal, die onder meer door ingelaste radioboodschappen overbrugd worden. Je zou het een cinematografische manier van vertellen kunnen noemen.

Klinkt eclectisch allemaal...

Dat is het, maar het is vooral ook heel veel fun. Mahagonny is één grote uitnodiging om mee te dansen en te zingen. De muziek lokt onverbiddelijk lichamelijke reacties uit. Het is niet alleen een invitatie voor het brein. Weill trekt ook niet al die muzikale quotes uit de kast om zijn kunnen te etaleren en om te pronken. Het is niet zijn bedoeling een postmoderne collage te maken, de knipogen hebben ook een functie en een inhoud in het verhaal.

Mahagonny wordt ook een nummeropera genoemd, waarin de verschillende aria’s en ensembles zijn uitgewerkt als min of meer zelfstandige ‘songs’. Enkele daarvan, zoals de Alabama Song, hebben een tweede leven gekregen in de popmuziek en werden gecoverd door artiesten zoals David Bowie en The Doors.

Wat een bewijs is van de intrinsieke kwaliteit van Weills muziek. Als je er als klassieke componist in slaagt om met je liederen de operamuren open te breken en tot de populaire cultuur te gaan behoren, ben je een hele grote.

Wat zegt deze opera over de verwarrende tijden waarin we leven?

Het is een massieve aanklacht tegen het kapitalisme en tegelijk spot Mahagonny ook met de totale bandeloosheid. Vrijheid zonder beperkingen is geen oplossing. Het is duidelijk dat we als maatschappij nog niet veel verder zijn geraakt sinds de tijd van Weill en Brecht.

Naast Mahagonny dirigeer je volgend seizoen een tweede grote opera in ons huis: Tristan und Isolde van Richard Wagner.

Dat is een van mijn absolute favorieten en zowat de tegenhanger van Mahagonny. Tristan und Isolde is een langgerekte psychologische ontwikkeling, een aangehouden schets van de gemoedstoestand van Tristan en vooral Isolde. De muziek vloeit als een rivier en Wagner bereikte met zijn Tristan und Isolde het hoogtepunt van zijn zo beroemde unendliche Melodie. Telkens als het ernaar uitziet dat we op een ontknoping afstevenen, komt er een nieuwe impuls die ons verder drijft, en dat uiteindelijk vijf uur lang. Het is een meesterwerk. Het vraagt een urenlange, haast extatische contemplatie van zowel dirigent, solisten als publiek – wat vandaag niet vanzelfsprekend is. Maar eens je die zenmodus hebt bereikt en uiteindelijk het derde bedrijf met de legendarische Liebestod over je laat komen, is dat niet enkel een esthetische maar vooral een existentiële ervaring. Kijk, ik krijg opnieuw kippenvel terwijl ik erover vertel.

Herinner je je het moment nog dat je Tristan und Isolde ontdekte?

Ik moet een jaar of twaalf, dertien geweest zijn toen ik het voor het eerst hoorde in het Teatro Colon in mijn geboortestad

‘Weill kiest voor een erg eigentijdse taal vol muzikale quotes, ook uit de klassieke muziek’

Mahagonny in de regie van Ivo van Hove: de personages handelen haast alleen nog in functie van de camera.

Buenos Aires. Als muziekstudent was ik erg nieuwsgierig en in de jaren die volgden, ging ik Tristan und Isolde bestuderen – wat ik vandaag nog altijd doe. De harmonische taal van Wagner is een mijlpaal in de muziekgeschiedenis. Er wordt gezegd dat muziek nooit meer hetzelfde is geweest na Tristan und Isolde en dat klopt. Wagner heeft hiermee het pad geëffend voor de atonale muziek die hierop gevolgd is. Dus om naar je vraag terug te keren: Tristan und Isolde begeleidt me al sinds mijn tienertijd en ik heb het al verschillende keren mogen dirigeren.

Geldt dat ook voor een opera van Kurt Weill?

Nee, en ik moet toegeven dat het de verdienste is van onze artistiek directeur Jan Vandenhouwe dat ik me nu aan dit avontuur waag. Hij is een grote fan van Weill en Brecht en hij heeft me overtuigd. Het is een heuse ontdekking voor me. Ik kende de muziek natuurlijk wel maar om een of andere reden sprak ze me niet zo aan. Plots?

Bij de Wiener Staatsoper hanteren ze een repertoiresysteem, zoals in veel Duitse en Oostenrijkse operahuizen. Dat betekent dat titels jarenlang op de rol staan, met eventueel gewijzigde solisten. Daar wordt niet zoals bij ons een paar weken voor de herneming gerepeteerd met het hele koor en orkest. Neen, de solisten hebben hoogstens een aantal repetities, begeleid door piano, om hun posities in te studeren. Als dirigent ontmoet je de muzikanten pas de avond zelf, wanneer je vlak voor de voorstelling de bak binnenstapt. En toch doen ze geen enkele toegeving aan de kwaliteit van de muziek. De Wiener Philharmoniker behoort zonder twijfel tot de top-vijf van de beste orkesten ter wereld. Als dirigent word je uiteraard wel uitgedaagd om je aanwijzingen zowel emotioneel als technisch op de meest precieze wijze te geven want de muzikanten reageren uiterst accuraat.

Was je zenuwachtig?

Waarom niet?

Door de populaire aanpak van Weill had ik het foute vooroordeel dat zijn partituur niet tegelijk ook diepgaand was. Bovendien heb ik satire en ironie in muziek pas leren waarderen naarmate ik ouder werd. Humor heb ik altijd gesmaakt, maar als jongeman was ik eerder van het idealistische, romantische type. Op mijn leeftijd begrijp ik nuance en bijgevolg satire beter.

Je maakte dit seizoen een bijzondere primeur mee in je carrière. Je hebt voor het eerst gedirigeerd in de wereldbefaamde Wiener Staatsoper. Hoe was het om daar een aantal voorstellingen van Carmen te mogen leiden?

Als een droom die in vervulling ging… Het is een absoluut fenomenaal gevoel om in die legendarische orkestbak de baton te mogen voeren en plots met zo’n buitenaards mooi geluidsinstrument te mogen werken. Ik ben nooit zenuwachtig voor voorstellingen, want het gaat immers niet over mij maar over de muziek. Neen, ik had geen stress. Ik heb ervan genoten van de eerste tot de laatste seconde. En volgend jaar keer ik terug om er Werther van Jules Massenet te dirigeren.

AUFSTIEG UND FALL DER STADT MAHAGONNY

De jazzy opera van Kurt Weill vertelt het verhaal van een valstrikstad waarin genot als enige wet geldt. Wat lijkt op een paradijs, verandert snel in een hel.

© Diego Franssens Bij onze voorstellingen schitteren de artiesten op het podium, en ook backstage is een grote equipe in de weer. Graag stellen we onze collega’s aan jullie voor. Lisi Estaras regisseert volgend seizoen A Bigger Thing bij Opera Ballet Vlaanderen. Fernando Amado is een van de dansers in dit kleurrijke spektakel.

Lisi Estaras

ACHTER DE SCHERMEN VOOR /

Voor A Bigger Thing wordt Opera Gent omgebouwd tot een magistrale ballroom. De hele parterre wordt een dansvloer zoals we die kennen van de bals in de Weense opera. De Argentijnse choreograaf Lisi Estaras zal er samen met een groep van vijftig dansers, onder wie Fernando Amado, de benen strekken op de tonen van de Argentijnse tangovernieuwer Eduardo Rovira. De vraag wat het betekent om samen te dansen, staat centraal.

A BIGGER THING

© Diego Franssens 1 Wat is voor jou het perfecte geluk?

In het nu zijn zonder me af te vragen hoe ik gelukkig kan worden.

2 Aan welke eigenschap van jezelf erger je je het meest?

Dat ik soms erg chaotisch en slordig ben.

3 Welke levende persoon bewonder je het meeste?

Angela Merkel. Madonna.

4 Wat is je grootste uitspatting? Taxi’s nemen in kleine steden.

5 Wat vind je de meest overschatte deugd?

Personality.

6 Welke eigenschap bewonder je het meeste in een man?

Dat hij me niet betuttelt of anderen betuttelt in mijn aanwezigheid.

Dat hij zijn kwetsbaarheid toont.

7 Welke eigenschap bewonder je het meeste in een vrouw?

Dat ze rechtuit is.

8 Wat of wie is de liefde van je leven?

Mijn dochter.

9 Welk talent zou je graag hebben?

Dat ik de praktische kant van het leven die makkelijk lijkt voor iedereen aan zou kunnen.

10 Als je één ding aan jezelf kon veranderen, wat zou dat zijn?

Kunnen zingen en autorijden, koken, geduldig zijn, minder twijfelen… Het is een lange lijst.

11 Als je zou sterven en terug kon komen als een persoon of ding, als wie of wat dan?

Ik zou het niet erg vinden om een orka te zijn.

12 Waar zou je het liefste wonen?

In Argentinië.

13 Wat is je favoriete bezigheid?

Tijd verliezen.

14 Wat is je meest uitgesproken eigenschap?

Mijn stem. Mezelf niet serieus nemen. Mijn koppigheid.

15 Wie zijn je favoriete schrijvers?

Clarice Lispector. David Foster Wallace. Susan Sontag.

Edouard Leve… Ludwig Wittgenstein en veel andere filosofen.

16 Met welke historische figuur identificeer je je het meest?

Juana Azurduy. (guerrillaleider uit BoliviA)

17 Wie zijn je helden in het echte leven?

Alleenstaande moeders met een carrière.

18 Wat spijt je het meeste?

Dat mijn moeder hier niet kan zijn.

19 Wat is je motto? ‘If you want to be understood look for a good translator.’

Marlene Dumas.

20 Welke stopwoordjes gebruik je te vaak?

‘More or less.’ ‘Full on.’ ‘Whatever.’ ‘Life is short even it’s lengthy hours…’ ‘I’m not angry I’m just disappointed.’ Meerdere krachttermen… 1 Wat is je vroegste herinnering?

Ik ben bij mijn opa José, met wie we in Argentinië door het bos wandelen. Door hem leerde ik de tango kennen. Ik bleef vaak bij mijn grootouders slapen. ‘s Ochtends luisterden we dan naar tangoprogramma’s op de kleine radio die ze hadden.

2 Welke levende persoon bewonder je en waarom?

Daddy Yankee. Laatst was ik bij een optreden van hem in Brussel.

3 Wanneer was je het gelukkigst?

Elke dag ben ik blij, elke dag is een feest!

4 Wat was je meest beschamende moment?

Tijdens een van onze kerstdiners was ik verkouden en niesde ik heel hard op mijn neef.

5 Wat is je favoriete zintuig?

Mijn zicht. Ik kijk graag naar fluokleuren. Ik kleed me ook graag in fluokleren, vooral als ik fiets.

6 Wat zie je als je naar de toekomst kijkt?

De toekomst is voor mij een mysterie. Ik zou graag een groot gezin willen hebben samen met mijn broer.

7 Wat maakt je ongelukkig?

Afscheid nemen van mijn dierbaren maakt me erg ongelukkig.

8 Als je iets wat uitgestorven is, zou kunnen terugbrengen, wat kies je dan?

De liefde van Denise, mijn eerste liefje op school. We hebben nog altijd contact, als vrienden nu.

9 Wat is je foutste ‘guilty pleasure’?

Ik voel geen schuld of schaamte voor wat ik doe als ik alleen ben of als anderen me zien.

10 Wie mag aanschuiven aan je droomdiner?

Ik zou Denise uitnodigen, mijn neven, ooms, collega’s en mijn

Hasseltse familie.

11 Wat was je grootste teleurstelling? Het verlies van mijn hond Lisa.

12 Noem één ding dat de kwaliteit van je leven zou verbeteren?

Langere dagen om alles te doen wat ik leuk vind. Ik hou van fietsen in de zon en van dansen.

13 Wat is de belangrijkste les die het leven je heeft geleerd?

Een geweldige levensles was van taal en land te veranderen.

14 Waar zou je nu het liefste zijn?

Op dit moment zou ik graag in mijn expressie-workshop in Oostende zijn. We doen leuke dingen.

15 Hoe kom je tot rust?

Ik ontspan liggend op het tapijt, luisterend naar muziek (en meefluitend).

16 Wat zou je superkracht zijn als vleesgeworden stripheld?

Ik zou graag de superkrachten hebben van Spiderman, om recht te doen gelden.

17 Wat houdt je wakker ‘s nachts?

De dood baart me zorgen. Maar ‘s nachts niet, ik ben een goede slaper.

This article is from: