2 minute read
VAN GITZWARTE ROMANTIEK TOT RAUWE PASSIE Volgend seizoen staat in het teken van verlangen
Faust, dat zijn wij
Faust is een ontgoochelde geleerde, vruchteloos op zoek naar de diepste waarheid. In ruil voor zijn ziel neemt Mefistofeles hem op sleeptouw. Finaal wacht de verlossing, maar de route daarheen is een existentiële rollercoaster van streven, vallen en steeds weer overeind krabbelen. Faust, dat zijn wij.
Robert Schumann vatte de essentie van het oer-Duitse drama van Johann Wolfgang von Goethe in zeven iconische scènes die genadeloos onder de huid kruipen. Dirigent Philippe Herreweghe noemt Schumanns Szenen aus Goethes Faust een meesterwerk en neemt zelf de baton op om leiding te geven aan de muzikanten van Antwerp Symphony Orchestra naast een bijzondere gemeenschap van zangers: zowel solisten als Collegium Vocale Gent en het Koor en Kinderkoor van Opera Ballet Vlaanderen. Vanaf pagina 39 lees je meer over Herreweghes favoriete scène uit Schumanns magnum opus.
Volgens Herreweghe vraagt Schumanns Szenen aus Goethes Faust om een visuele enscenering. Die laatste is in goede handen bij regisseur en beeldend kunstenaar Julian Rosefeldt en choreograaf Femke Gyselinck. Samen plaatsen zij Schumanns Faust resoluut in het hier en nu. Een portret van Julian Rosefeldt staat vanaf pagina 42, Femke Gyselinck vertelt meer over de rituelen die haar bij het choreograferen begeleiden vanaf bladzijde 46.
FAUST
OPERA ANTWERPEN vanaf 22 juni OPERA GENT vanaf 28 oktober
SLEUTELMOMENT
FAUST EN HET ONGRIJPBARE GELUK
door Katherina Lindekens
© Michiel Hendryckx Het was Philippe Herreweghe die, jaren geleden inmiddels, aan artistiek directeur Jan Vandenhouwe suggereerde om Robert Schumanns Scenen aus Goethes Faust op het toneel te brengen. Volgens de dirigent is deze zelden uitgevoerde compositie niets minder dan een meesterwerk. Schumann grasduinde in de beroemde tragedie van Johann Wolfgang von Goethe en selecteerde daaruit zeven scènes. Het resultaat: een intrigerend drama in fragmenten. Herreweghes meest geliefde scène is de zesde (‘Faust’s Tod’), die raakt aan de kern van de moderne mens.
Vanuit het raam van zijn paleis kijkt Faust uit over het water. Goedkeurend luistert hij naar de graafwerken van een ontzagwekkend arbeiderslegioen. Een triomfantelijk trompetrefrein en een koortsachtig ritme markeren de bedrijvigheid. Onder leiding van werfopzichter Mefistofeles doen de troepen Fausts ultieme droom in vervulling gaan: ze winnen land op de zee en creëren zo een nieuw paradijs op aarde.
Althans, dat is wat Faust denkt. In werkelijkheid is hij oud en blind, waardoor hij niet beseft dat Mefistofeles een grotesk gezelschap van lemuren of levende doden aanvoert. Hun zang is een danse macabre; wat ze graven is zijn graf. In even visionaire als misleide verzen bezingt Faust zijn levenswerk:
Hier ‘t volk te zien, de vrije mens op vrije grond, dat is mijn liefste wens! Dan zou ik wel de woorden wagen: blijf, ogenblik, je bent zo mooi! Dan viel het spoor van al mijn levensdagen nooit de vergetelheid ten prooi. – Met dat geluk voor ogen koester ik nu reeds dat zaligmakend ogenblik.1
Dit is het moment. Een ogenblik van volkomen geluk, dat Faust zo lang onmogelijk leek. Schumann laat het eindeloos duren in de zesde van zijn Faust-Szenen: vijf maten lang hangt een gloedvol orkestakkoord roerloos in de lucht. De luisteraar weet wat er op het spel staat. En inderdaad: na deze hooggestemde woorden zinkt Faust levenloos neer en dragen de lemuren hem ten grave.