7 minute read
WANDELREPORTAGE | Frankrijk
Verre reis naar … Bretagne
We zouden met de kinderen naar het Verre Oosten vliegen. Corona stak daar een stokje voor en zo trokken we voor drie weken naar de Franse Westkust, naar Bretagne. Het plan was te starten met een trektocht van één week op de GR 34. De twee volgende weken zouden we dan de rest van de streek verkennen vanuit huurhuisjes op twee verschillende plaatsen.
Æ Tekst en foto’s Bart Cartuyvels
Het schiereiland Crozon
Wat we het mooiste vinden aan Bretagne zijn de ruwe kust en de kliffen. Eerder hadden we al verschillende keren de GR du Littoral langs de Opaalkust gevolgd. De keuze voor de Bretoense kust lag dus voor de hand. Liefst maken we een lus van 5 à 6 dagen waarbij we kamperen en voor ons eten een beroep doen op de lokale horeca, wat aan de kust meestal geen probleem is. De GR 34 bleek het meest geschikt voor ons
De ruwe Bretoense kust met zijn kliffen en kiezelstranden.
doel. De keuze viel op het schiereiland van Crozon, een lustocht met acht etappes die we inkortten tot vijf: van Landévennec tot Morgat.
Mariniers en helikopters
Op de parking van de Syndicat d’initiative van Landévennec laten we de auto achter. Onze rugzakken hadden we thuis al gemaakt, dus kunnen we snel vertrekken. Iedereen draagt een rugzak, de kinderen een kleine met hun matje, slaapzak en kleding. Mijn vrouw en ik dragen hetzelfde plus elk een driepersoonstent en bevoorrading en drinken voor één dagtocht. Landévennec is een pittoresk dorpje. Vandaar trekken we het bos in en volgen de kust. Het is mooi en warm weer en op een bankje bij Loc’h stoppen we voor onze picknick. Daarna klimt de GR naar de heuvelrug en hebben we een mooi zicht op de baai. Het is er druk vandaag: helikopters van de nabijgelegen Ecole Navale oefenen het neerlaten en oppikken van mariniers. Iets verder daalt de GR weer af en loopt door het Bois de Poulmic tot aan de toegangspoort van de marinebasis. Tijdens onze appelpauze zien we een otter aan het werk vlak bij de kust. Om de paar minuten komt hij even aan de oppervlakte piepen. Vanaf dan verlaten we de kust en volgen de omheining van het militair domein door het groene binnenland tot aan de rand van Lanvéoc. In het centrum is het even zoeken naar de camping, die aan de andere kant van het dorp blijkt te liggen, achter het fort, in het gehucht La Cale. Het is behoorlijk druk maar we vinden nog een vrij plekje op de trekkersweide. De camping heeft een kantine waar pizza’s te krijgen zijn, maar wij wandelen terug naar het dorp voor een hamburger met frietjes.
Verse oesters
Na een eerste nacht in de tent, is het wat zoeken om alles weer netjes opgeplooid in de rugzak te krijgen. We klimmen terug naar Lanvéoc waar we inkopen doen: in tegenstelling tot wat er in de topogids staat, heeft het dorp een superette en een bakker. Op het terras van Hôtel de la Rade ontbijten we met koffie en ‘baguette’. Via de trappen dalen we af tot aan de waterlijn, waar we de GR 34 terug oppikken. Een eindje verder kruisen we een Frans koppel dat verse oesters aan het plukken is bij eb. Mijn vrouw is de enige die het aandurft om te proeven en volgens haar zijn het heerlijke zeevruchten... We wandelen verder en naderen le Fret. Voor het dorpje slaan we af naar links, een heuvel op. Na een half uurtje ontdekken we een heerlijk plekje onder bomen met zicht op de baai aan de rand van Partmeur. Vermits we vandaag geen lang traject af te leggen hebben nemen we een lange middagpauze. We wandelen verder en vanaf Kerifloc’h belanden we gedurende 3 km in de graskant van de D355. Het is behoorlijk warm en omwille van het voorbijrazende verkeer het minst aangename stuk van onze trektocht. In Roscanvel gaan we op zoek naar de camping municipal. Aan een houten zitbank zetten we onze tenten op en de kinderen gaan
zwemmen in het ijskoude water aan het haventje. In het dorp is een Epicerie-Bar-Tabac open die enkel focaccia serveert. Niet schitterend, maar we hebben gegeten ...
Van fort naar fort
Op de camping heb ik een goede kaart gekregen van dit stukje schiereiland. Blijkt dat onze route in de namiddag op een goede kilometer van onze camping leidt. We besluiten onze zware rugzakken hier te laten en enkel een dagrugzak met proviand mee te nemen voor het eerste deel. Maar eerst gaan we ontbijten bij de BarTabac, de koffie is gelukkig beter dan de focaccia’s. Met wat moeite pikken we de GR weer op richting Pointe d’Espagnols. Vanop het oude fort hebben we een schitterend 270° zicht op de baai van Brest. Nadien daalt het pad met een aantal haarspeldbochten tot bijna op zeeniveau en wandelen we door de typische bremachtige lage struiken. De nabijheid van de strategische haven merken we aan de vele overblijfselen van oude forten en zelfs twee karkassen van Duitse tanks uit de Tweede Wereldoorlog. We installeren ons op het fort Kerviniou voor een picknick met uitzicht over de zee. Even verder ligt beneden ons het Pointe des Capucins met een klein fortje. Nog wat verder trekken we loodrecht op de kust de heuvel over om onze rugzakken op te pikken. Via een klein pad bij de Réduit de Quélin vinden we de GR terug aan de kust. Na een onaangenaam stuk langs de D355 kunnen we vanaf Trez Rouz langs het strand wandelen. Het is nog een heel eind over de Pointe St-Barbara tot aan de Tour Vauban in het centrum van Camaret en het is behoorlijk warm. Dan begint een hoogst onaangenaam spelletje ‘mens erger je niet’ om de ingang van de camping te vinden. We botsen steeds op een hek maar uiteindelijk kunnen we ons installeren. Het was een zware en lange dag, iedereen is moe en moet wat op adem komen. In Camaret is de keuze aan restaurantjes groot: fijn om te kunnen kiezen wat we graag eten!
Château de Dinan
Ondergetekende heeft gisteren blaren gelopen en besluit vandaag een rustdag te nemen en de auto te gaan halen. We spreken af op de camping in Bouis. Vanuit Camaret volgt de rest van de familie de kust, het stadje uit en via de Pointe du Grand Gouin en de Pointe du Toulinguet naar het zeer toeristische Pointe de Pen-Hir met zijn groot kruis – een gedenkteken aan WOII – en een bunkermuseum. Hier hebben ze een mooi zicht op de de Altantische Oceaan. Over de rotsen bereiken ze de Plage de Kerloc’h. Het pad loopt langs het strand, om daarna weer naar boven te klimmen naar de Pointe de Dinan met de gekende rots Château de Dinan (met wat verbeelding zie je er een kasteel met ophaalbrug in waar het zeewater onderdoor spoelt). Over de weg gaat het dan tot aan de camping. De kinderen zijn in de wolken want er is een zwembad. Ook in Morgat zijn er voldoende restaurants en dus laten we ons gaan in de cuisine Française!
Bretagne in de mist
Tijdens de nacht heeft het geregend en bij het opstaan is het bewolkt. We plooien onze natte tenten op, laden ze in de auto en parkeren deze in Morgat. We kopen ontbijt en picknick en nemen de geel-rode GRP tot aan de Pointe de Lost Marc’h waar we de GR 34 terugvinden. Er hangen grijze wolken, het waait stevig en al snel begint het te regenen. Vanaf de Pointe de Kerroux komt er mist opzetten en wordt het zicht beperkt tot zo’n 200 m. Aan de Cap de La Chèvre klaart het even op, maar helaas, na de huizen van St-Norgard begint het stevig door te regenen en dat zal de volgende uren niet meer stoppen. De GR 34 begint nu ook aan een sportief haasje over, op en af de heuvels. Al gauw wordt het pad modderig en glibberig en hebben we onze wandelstokken nodig om veilig af te dalen. Door de overvloedige regen worden we nat tot op ons ondergoed en beginnen ook onze schoenen te sompen van het vocht. We strompelen voort en vloeken omdat na de zoveelste klim Morgat nog steeds niet te zien is. Eindelijk krijgen we