5 minute read

WANDELAVONTUUR | België

Het uitzichtpunt ‘Les 7 Meuses’. Mijn eerste solo driedaagse op de GR 126

Tijdens mijn dagelijkse wandelingen tussen Brussegem en Relegem kwam ik vaak markeringen van de GR 126 tegen. Maar waar begint die eigenlijk? En waar wandel je naartoe? Een beetje opzoekingswerk later was ik verkocht. Wat een fantastische tocht zou dat zijn: van thuis tot aan de Semois, langs een stukje Maas met zovele jeugdherinneringen.

Æ Tekst en foto’s Veerle Huygh

Keuzestress

Plots had ik onverwacht drie dagen vrij in de bizarre zomer van 2020. Het weer kondigde zich bovendien warm en zonnig aan. Maar dan kwam de keuzestress! Begin ik bij het begin? Neen, ik wil geen twee dagen met mondmasker in Brussel wandelen. Bij het einde? Wacht, eerst eens de praktische kant bekijken. Wat met vervoer als je niet in een lus wandelt en alleen bent? En is er nog een slaapplekje vrij onderweg? Het is tenslotte mijn eerste solo driedaagse. Een beetje voorbereiding kan geen kwaad. Het is al zaterdag en morgen wil ik vertrekken …

Namen: check!

Lang leve internet om antwoorden te bieden. Hier ga ik, op zondag, met (niet te veel) pak en zak de auto in tot het station van Dinant. Daar laat ik de auto achter op de gratis parking. Het avontuur kan beginnen. Met de trein naar Namen. Zondagnamiddag, ideaal moment om deze mooie stad aan de Maas nog even te verkennen. Terrasje aan het water: check! Art deco cinema: check! Gezellige straatjes en pleintjes: check! Na een fijne nacht en stevig ontbijt in de jeugdherberg start ik op de aanlooproute via een pittig klimmetje naar Cabaca. Hier kruis ik de GR 125 die tot de avond mee zal lopen. Af en toe zie ik de schelpen richting Santiago de Compostella. En ja, na enkele honderden meters loop ik langs de pelgrimsfontein van

Art decogevel van een bioscoop in Namen. Cabaca, echte start van mijn GR 126-avontuur. De ingedommelde hoofdstraat van Houx.

Malonne. Ik gun me een momentje bezinning, niet te lang want ik ben nog lang niet op mijn eindbestemming.

Siberië

Ik wandel verder langs golvende landschappen en merk veel landbouw. Ja, we komen in de buurt van Wépion, gekend voor zijn lekkere aardbeien. Met af en toe een beetje schaduw tussen de bomen trek ik verder richting Boisde-Villers. In het centrum is een mooi en rustig dorpsplein (met bakker), de lokale pub is open en ik neem een langere pauze. De locals zijn benieuwd naar mijn solotocht en komen met hun pint in de hand buiten keuvelen. Mijn eerste gesprek van de dag! Genoeg gebabbeld, tijd voor de koudegolf van de dag. in een rechte lijn wandel ik naar het plateau van Siberie, of daar lijkt het toch op. Is het mijn verbeelding of is het echt, maar ik voel de temperatuur echt zakken. Ik stap dan maar stevig door, terug naar de warmte. Het is hier echt mooi, een beetje desolaat, maar met prachtige vergezichten, rotsen, een kasteel en typisch Ardeense hoeven. Het ‘Bois de la Grande Hulle’ doet mij een beetje denken aan het Zoniënwoud. Ik daal gestaag en plots zie ik aan een open plek een glimp van een open landschap. Dit lijkt Toscane wel. Ik heb me nog geen moment verveeld op de GR 126!

Zeven Maasbochten

In Burnot kom ik de Maas weer tegen. Ik kijk rondom mij en zie hoog boven de rotsen een RTBF-pyloon uitsteken. Daar wandel ik naartoe. De kilometers en de rugzak beginnen te wegen, de weg naar boven is niet aangenaam, langs een drukkere baan tussen villa’s. Ik sleur mezelf meter voor meter naar de top, maar de beloning is het waard. Er is een platform voor parapente en ik gun mezelf een rustpauze. Niet alleen kijk ik tot Frankrijk over zeven bochten van de Maas, ik kan het restaurant langs de rivier al zien. Zat ik al maar op dat terras met een heerlijk glaasje wijn en een lekkere salade! Eerst nog de afdaling, met haarspeldbochten tussen smalle rotsen. Mijn wandelstokken komen goed van pas.

Niet alleen kijk ik tot Frankrijk over zeven bochten van de Maas, ik kan het restaurant langs de rivier al zien.

Annevoie-Rouillon komt voor mij geen moment te vroeg. De douche doet deugd en de calorieën zijn welkom. Het is een rustig dorp langs de Maas. Ik kan mij, in de schitterende avondzon, niet inbeelden dat het hier vroeger héél bedrijvig was in dit belangrijke metaalcentrum. Vandaag is het vooral gekend om zijn tuinen en het 18de-eeuwse kasteel van de familie Montpellier. Aardverschuiving

Vandaag vertrek ik op de andere oever. Langs een camping volg ik de rivier tot ik rechts enkele trappen spot onder een brugje. Ik draai mij nog een laatste keer naar de Maas: “Pas 8 kilometer verder in Houx zal ik je terugzien.” Ik laat Godinne achter mij en krijg onmiddellijk een eerste klim voor de kiezen. Al wandelend zie ik sporen van de oude ijzernijverheid die al dateert van de Galliërs. Enkele kilometers verder sta ik in de vallei van de Bocq. Voor de liefhebbers: er is een brouwerij (een tweetal kilometer verwijderd van de GR), gesticht in 1858 en gekend van Saison en Deugniet. Voor mij volstaat het water in mijn kruikje om te drinken en het water van de Bocq om van te genieten. Werken in en rond een steengroeve zorgen voor veel kabaal. Na enkele honderden meters klimmen is de GR 126 op bevel van de burgemeester afgesloten. Te veel gevaar voor aardverschuivingen. En nu? De pijl wijst naar links, de asfaltweg volgen. Een stevige klim die zonder einde lijkt. Aangekomen op de top begin ik te twijfelen. Tijd om de rugzak neer te zetten en de kaart nog eens te bestuderen. Ik ben toch op de goede weg en wat verderop zie ik opnieuw het bevel van de burgemeester richting andere kant van de aardverschuiving.

Ah, les Flamands

Tijd voor mijn dagelijkse babbel met een local. Vandaag is het een landbouwer die wil weten wat ik hier zo alleen loop te wandelen. “Ah, les Flamands”, is zijn laconieke bedenking. Wel die

This article is from: