BESTUUR:
Monique van der Borg (voorzitter) Eduard de Vries (vice-voorzitter) Helma de Boer (secretaris) Roeland Spijkerman (penningmeester)
Dolly Bönnekamp (lid) Jaap de Jong (lid) Saskia Roeda (lid)
Aanschrijfadres: Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, p/a Prins Hendriklaan 9B, 3743 KA Baarn; e-mailadres: nmw.de.vries@planet.nl
OPZI
colofon/uitgelicht
F E M I N I S T I S C H MAG A Z I N E 4 . 0
NR . 8 • de c/ja n 2 018/2 01 9 • 4 6 ste jaargang • € 6 ,9 9
KLANTENSERVICE Op opzij.nl/abonnementen kunt u zelf een abonnement nemen. Voor contact over abonnementen, bestellingen, wijzigingen en vragen kunt u mailen naar abonnementen@opzij.nl. Een jaarabonnement kost € 42,75 voor 6 nummers. COLOFON Redactieadres Witte Singel 103 2313 AA Leiden redactie@opzij.nl Hoofdredacteur Marianne Verhoeven Chef Redactie Marleen Hogendoorn Art Director Emmely Pardon
Medewerkers Irene Berbee, Tamara Berger, Julie Blik, Asha ten Broeke, Kari-Anne Fygi, Carin Gaemers, Joëlle Kelderman, Nina Klaassen, Felix Huygen, Annemarie Oster, Sander Pardon, Alies Pegtel, Noémi Prent, Lize Prins, De Reismeiden, Peggy Sirota/Trunk Archive, Sheila Sitalsing, Fieke Tissink, Etchica Voorn, Renate van der Zee
Achter de islamitische façade
au.’
™ De Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries beheert een uitgeeffonds dat verwant is aan de fondsen van Uitgeverij Verbum te Hilversum en Uitgeverij U2pi te Den Haag. De uitgaven worden kosteloos toegezonden. Per boek wordt aanvragers ter kennismaking verzocht een vrijwillige donatie te storten op stichtingsrekeningnummer IBAN NL46 INGB 0007 3604 25 t.n.v. Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, deze bijdrage komt ten goede aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
UITGELICHT SORRY! We waren vergeten te vermelden dat alle mooie foto’s bij het artikel over de tentoonstelling 1001 vrouwen in de 20ste eeuw in het vorige nummer werden geschoten door onze fotografe Julie Blik. Voor dit nummer maakte Julie het portret van Nenita La Rose.
Directeur/uitgever Hans van Brussel Distributie Aldipress Druk HaboDaCosta
Nanny de Vries
oppen aniërs ? ningsuilgaat tst ze rbonmacht e rijk. auteur ntwauilgaat Iran, waarin orteld ennen
Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries ™
COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de auteurs of rechthebbenden. De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever.
NANNY DE VRIES
ACHTER DE ISLAMITISCHE FAÇADE HET WERKELIJKE IRAN EN TURKIJE
ABONNEMENTEN Een abonnement wordt tot wederopzegging aangegaan, tenzij anders vermeld. Opzeggingen kunnen UITSLUITEND schriftelijk worden doorgegeven, per post Perfect Groep B.V., Inzake OPZIJ, Karel Doormanweg 41, 3115 JD Schiedam. Of per email naar abonnementen@opzij.nl. PERSOONSGEGEVENS We maken u erop attent dat aan ons verstrekte persoonsgegevens zoals naam, (e-mail)adres en telefoonnummers worden opgenomen in het gegevensbestand van Opzij B.V.. Dit bestand is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens door Opzij B.V., de verantwoordelijke voor uw gegevens. Uw persoonsgegevens worden gebruikt voor onze abonnementenadministratie, voor de uitvoering van met ons gesloten overeenkomsten en om u op de hoogte te houden van interessante informatie en aanbiedingen van producten en diensten, eventueel ook na beëindiging van uw abonnement.
KARI-ANNE FYGI Kari-Anne is journalist, amerikanist en historicus met een te grote liefde voor boeken. Ze reist regelmatig af naar de Verenigde Staten, niet alleen voor de boekwinkels, maar ook voor de geschiedenis, de natuur, de mensen en het reizen zelf natuurlijk. Op de avond van 8 november 2016 stond ze, net als tienduizenden anderen, op Times Square in NYC met verbijstering naar de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen te kijken. Ze hoopte getuige te zijn van de verkiezing van de eerste vrouwelijke president, maar het lot besloot anders. Haar verbijstering duurt nog altijd voort, vandaar dat zij als therapie in dit nummer het portret over Michelle Obama schreef. OPZIJ 2018/2019 NR. 8
3
abonnee worden
editorial Marianne Verhoeven
NEEM NU EEN ABONNEMENT VOOR
12x OPZIJ en ontvang een sjaal van Sjaalmania
Bordje spaghetti
ter waarde van €89,95 CADEAU!
D
10
? 9
8
Materiaal: 8% cashmere, 47% merino wol, 30% viscose, 15% polyamide
7
6
12x OPZIJ + SJAAL VOOR
5
€ 83,50
4
3
2
1
Keuze uit deze drie kleuren. Wil je meer kleur? Kijk en koop er dan zelf een bij sjaalmania.nl
GA NAAR OPZIJ.NL Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. De eenmalige bezorgkosten bedragen €4,95. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (12 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon.
CURAÇAO
SEKSUEEL MISBRUIK EN HET MOEDIG SLOPEN VAN TABOES
BOEGBEELD
LENA DUNHAM DE ONSTUITBARE OPMARS VAN JONGE
FEMINISTEN
JUCO / CONTOUR BY GETTY IMAGES
HOUDT DE CELEBRITY FEMINISTEN BIJ DE LES
ANOUK
HEILIGE HUISJES OMVER
ROCKT
RIANNE LETSCHERT ZACHTE G, HARDE RESULTATEN PAULIEN CORNELISSE HOUDT VAN ONGEMAKKELIJKE GESPREKKEN
FEMINISTISCH MAGAZINE 4.0
N R .6 • s e p t /o kt 20 1 8 • 4 6 s t e JA A RG A NG • € 6 ,9 9
N R .7 • n ov 2 0 1 8 • 4 6 s t e JA A RG A NG • € 6 ,9 9
AFSCHEID RENATE DORRESTEIN INTERVIEWS MET DE GENOMINEERDEN CORINA KOOLEN HET LITERAIRE PLAFOND UITGEVER MIZZI VAN DER PLUIJM & KARIN SLAUGHTER JAARLIJKS FEESTJE
LANGS DE MEETLAT (BEDROEVEND) ALLE COLLEGES VAN B&W
DOSSIERO #M ETO • Amerika neemt het voortouw • Hoe zit het in de popmuziek • Stormy vs Trump • mannenonderonsje in NL
MICROSOFT LANGS DE MEETLAT
KNAPPE KOP EVELINE CRONE PUBERBREIN 2 GLENN CLOSE ÉINDELIJK THE GOOD WIFE
Happily
VIGGO WAAS SCHRIKT NIET VAN FEMINISTEN ANNE FLEUR DEKKER LIEVELINGSACTIVISTE
Dorrestein,
Laura van der
Renate Nina Polak, Op de Beeck, MINEERDEN Mutsaers, Griet Voorn, Jolande Withuis DE GENO Etchica Jonge, Charlotte
ever after
Haar,
SOFIE VAN DEN ENK PRAKTIJK EN WETENSCHAP
Sabi, Hella de Rijneveld, Aya Marieke Lucas IS...
TOPVROUW MARRY DE GAAY FORTMAN VERDRINKT GEEN DOOIE EENDEN MEER
AAR
EN DE WINN
OPTIMIST CHARLES GROENHUIJSEN ZINGEND HET LAND IN
OP REPORTAGE LESSEN UIT IJSLAND • DOCHTERS VAN INDIA • HINDOSTAANSE VROUWEN IN NL • COSTA BRAVA GIRLS OP LEEFTIJD & BOEKENDORP MONTOLIEU OPZIJ05-COV_p001.indd 2
FE MI NIST ISC H MAG AZ IN E 4 .0
HOOP HOUDEN EN STERK BLIJVEN
RENSKE DE GREEF SLETTEN & PRINSESSEN
FEMINISTISCH MAGAZINE 4.0
ZOMERLEZEN...
N R . 7 • n ov 20 18 • 4 6 s te JA A RGA NG
OEGANDA
OPZIJ
VVD KAMERLID
NIET IN EEN HOKJE TE PLAATSEN
PRIJS
NR . 5 • 2018 • 4 6 ste JAARG ANG • € 6,99
FE MINISTISCH MAG AZINE 4 .0
STELLINGDAME
JUSTINE VAN DE BEEK
DILAN YESILGÖZ
LITERATUUR
FEMINISTISCH MAGAZINE 4.0
NR . 6 • sep t /okt 2 018 • 4 6 ste JA ARGA NG
HILLARY CLINTON
PRORAIL
LANGS DE MEETLAT
OPZIJOPZIJOPZIJ OP OP
FE MI NIST ISCH MAGAZIN E 4 .0
WATSKEBURT?!
CAREL STOLKER LANGS DE MEETLAT
N R .11 • 2 0 17 • 45 s te JAARGANG • € 5,9 9
NR . 5 • 2018 • 4 6 ste JAARGANG
‘PECH ALS JE HIER MET EEN VAGINA GEBOREN BENT’
UNIVERSITEIT LEIDEN
F E M I N I S TI S CH M A A N D B L A D 4. 0
F E M I N I ST I S CH M AAN D B LAD 4. 0
ZUID AFRIKA
N R .11 • 2 0 17 • 45 st e JAA RGA NG
N R .10 • 20 17 • 4 5 s te JAARG A NG
REPORTAGE
FEMINISTISCH MAANDBLAD 4.0
NR .10 • 2017 • 45 ste JAARG ANG • € 5,99
OPZIJ
FEMINISTISCH MAANDBLAD 4.0
OPZIJ
OPZIJ
OPZIJ
OPZIJOPZIJ
SPECIA
HESTER VAN EEGHEN
DE VROUWENTAS CONNEXXION LANGS DE MEETLAT
VROUW ACHTER HET STUUR
1001
L
VROUW EN IN 20STE DE
EEUW DE TENT OON & HÈT STELLING BOEK
#selfie!
MYRTHE HILKENS over
e productie van dit nummer was er zo een waar we het nog wel eens over zullen hebben. Vooraf denk je alles goed geregeld te hebben – zoals de publicatie van een hoofdstuk van de autobiografie van Michelle Obama, een mooi achtergrondverhaal en natuurlijk een mooie cover met Michelle – maar toch. Je weet dat Linda. ook met Michelle komt, maar dat is niet erg: andere invalshoek, andere stukken. Maar die cover... Iedereen om me heen zei ‘Linda de Mol staat altijd zelf op de cover,’ dus geen probleem. Maar had ik nu niet ergens gelezen dat Linda had gezegd dat het blad het in de toekomst een keer zonder haar moest kunnen stellen? Dat dat altijd op de cover staan – ook vanwege het ouder worden – een keer zou ophouden? Dus ondanks die geruststellende woorden om me heen, geloofde ik er geen bal van. Ik dacht: als Linda haar plaats afstaat aan iemand anders, dan
niet aan de eerste de beste en dan kom je al snel aan bij Màxima of ja, juist Michelle Obama. En geef haar eens ongelijk! Ik kreeg de cover van de nieuwe Linda. met Michelle onder m’n neus toen ik met een aantal vriendinnen in de bioscoop zat te snikken bij A Star is Born (ga die film zien: ik had niet zo veel met haar maar ben nu megafan van Lady Gaga). Maar, zeiden mijn vriendinnen toen ik onze geplande cover liet zien op m’n iPhone, die coverfoto van jullie is geweldig! Inderdaad, dat was-ie ook. Jammer alleen dat we daags daarna opeens de boodschap kregen dat we hem niet meer mochten gebruiken!? Ja hoor, deze prachtfoto was geschoten door een Fransman met het uiterlijk van Dominique StraussKahn (die Franse bankman, die niet helemaal had begrepen wat ‘nee’ betekent) en deze fotograaf had maar liefst zeven aanklachten aan z’n broek vanwege sexual harassment. Dat was dus inderdaad een no-go. Ik wilde opeens dat ik heel goed kon zingen, en ook met Jackson Maine op een podium kon staan en me door hem laten troosten (en hem en passant van z’n drankprobleem afhelpen – er schuilt in ons allemaal een Florence Nightingale). Sorry, ik zat weer even in A Star is Born, had ik al gezegd dat je die film moet zien? Enfin, onvolprezen art director Emmely kwam met een – misschien wel nog mooiere – nieuwe coverfoto en het resultaat is ernaar. We hebben
er met plezier een bordje spaghetti voor weggewerkt. In dit nummer voor de tiende maal de Top 100 meest invloedrijke vrouwen. Een lustrum en wat een rijkdom, wat een geweldige vrouwen. En we hebben er nog zoveel meer! Maar die komen – net als zoveel talenten die we overal zien opkomen – ongetwijfeld ook een keer aan bod. Maar gelukkig betekent een nieuwe nummer 1 geen afscheid van Carin Gaemers. Ook in 2019 zal zij als columnist ons blijven opporren, want
Ik wilde opeens dat ik heel goed kon zingen en ook met Jackson Maine op een podium kon staan en me door hem laten troosten er is nog genoeg te doen op het gezondheidsvlak, zoals ook haar compaan Hugo Borst weet en zie ook de noodklok die we luiden over de achterstand die vrouwen hebben als het gaat om goede medische zorg. Dit is ons laatste nummer van dit jaar. Ik hoop voor iedereen dat 2019 een in alle opzichten mooi jaar wordt. Het begint op 1 januari in ieder geval weer goed als Eva Jinek haar vertrouwde tv-plek inneemt en uiteraard zitten ook wij vol plannen. We beginnen al in dit nummer met de nieuwe rubriek BoardRoom, waarmee we vrouwen willen stimuleren om dat streefcijfer van dertig procent toezichthouders en commissarissen zoals in de wet is vastgelegd te gaan halen, en liefst ver te overstijgen. En er komt nog veel meer, dus blijf ons in de gaten houden! O
ZELFVERLIEFD, ZELFSPOT & ZELFBEHOUD DE NIEUWE RIK LAUNSPACH OVER SEKSUELE INTIMIDATIE & MACHTSMISBRUIK IN DE FILMWERELD
en verder Shirin Musa • Cisca Dresselhuys •Emilie Sobels • Daria Bukvić • Safe Spaces • Roemeense Heksen • Tessa de Loo
26-06-18 15:11
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
5
36
14
28
46
22
OPZI
100
TOP
60
08
Maatschappij & Wetenschap 08
SAY WHAT?
09
KOPSTOOT
10
WERELDBEELD Opmerkelijk nieuws
28
REPORTAGE BUITENLAND Rohingya-vrouwen
46
ACHTERGROND vrouwen en medische zorg
58
BOARDROOM Farzaneh Moazzeni en Heske van Eyck van Heslinga
60
TOP100 Meest invloedrijke vrouwen 2018
Mensen
88
22 36
72
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT L’Oréal
10
Eind score
72
INTERVIEW Marjolijn Uitzinger
76
BOEKEN
80
FILM
82
TENTOONSTELLING
84
VAN OPZIJ Sandra den Hamer
88
OP REIS Berlijn
7
ZUSTERSCHAP Nenita La Rose
Columns
6
PORTRET Michelle Obama
5
05 13 21 27 45 98
42
UIT DE AUTOBIOGRAFIE Michelle Obama - Mijn Verhaal
52
FEATURE SPORT Onze topsportsters in het buitenland
94
MAN OVER VROUW Hugo Borst
84
94
Kunst & Cultuur
9
14
6
58
4
EDITORIAL SHEILA SITALSING ETCHICA VOORN ASHA TEN BROEKE ANNEMARIE OSTER CARIN GAEMERS
3
Service
2
03 04
1
52
82
COLOFON ABONNEE WORDEN OPZIJ 2018/2019 NR. 8
7
KOPSTOOT
say what?!
#Paarse tuinbroek
Dit keer geen zure reactie in de Paarse tuinbroek maar een goede reactie van Dionne Stax op Twitter op een zure Maxim Hartman die naar eigen zeggen afgeleid wordt door de borsten van Stax. Wie zei ook alweer: “If you have it, flaunt it”?
WE CAN DO IT!
Precies 3734 vrouwen verkleed als Rosie the Riveter kwamen bijeen in Michigan. En dat is een nieuw wereldrecord volgens Guinness World Records. Tussen de vrouwen waren nog enkele ‘echte’ Rosies die in fabrieken werkten tijdens de Tweede Wereldoorlog. De oudste ‘Rosie’ was 101 jaar oud, de jongste slechts een paar weken.
#FUNNY
Leuke vrouw om te volgen via Instagram: @CelesteBarber. Op haar account plaatst ze foto’s waarin ze de foto’s en selfies van bekende sterren nadoet. Dus in ingewikkelde yogaposes, halfnaakt, semi wulpse houdingen of in strakke kleding.
Meisjesnaam
Na je scheiding je meisjesnaam terugkrijgen, je zou denken dat dat je goed recht is. Klopt wat betreft Nederlandse vrouwen. Maar voor vrouwen met een andere achtergrond niet, zo bleek uit een zaak die een Nederlandse-Turkse vrouw had aangespannen. Na haar scheiding wilde ze haar meisjesnaam gebruiken, maar deze wijziging zou haar €835 kosten. Ze ging daarin tegen beroep, maar dat is ongegrond verklaard. De rechtbank verklaarde dat het niet de verantwoordelijkheid is van de Nederlandse staat om de Turkse wetgeving inzake namenrecht gratis te ‘repareren’. Wat een onzin! Bureau Clara Wichmann overlegt nu met advocate Heidi Lichteveld en de vrouw in kwestie over de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens of het CEDAW-comité vanwege schending van het VN-Vrouwenverdrag. 8
Laat die champagne maar doorkomen: vanaf 1 januari 23.00 uur is ze er weer helemaal klaar voor! Min of meer. OPZIJ 2018/2019 NR. 8
9
wereld wereldbeeld
wereldbeeld Opmerkelijk nieuws afgelopen maand.
Saoedi-Arabië
Ierland
In Ierland is een man vrijgesproken van verkrachting van een meisje, nadat zijn advocaat in het pleidooi had gewezen op het ondergoed van het meisje: “Je moest eens kijken naar de manier waarop ze gekleed was, ze droeg een string met een kanten voorkant.” Dit zorgde logischerwijs voor ophef, mensen gingen de straat op en legden kanten slips op de trappen van het gerechtsgebouw. Parlementariër Ruth Coppinger vroeg ook aandacht voor de zaak door een kanten string te laten zien.
Met de hashtag #AbayaInsideout protesteren Saudische vrouwen op social media tegen het dragen van een abaya. Hoewel het traditionele kledingstuk niet meer verplicht is sinds februari van dit jaar, voelen de vrouwen nog wel de druk het in het openbaar te dragen. Op social media plaatsen ze een foto dat ze de abaya binnenstebuiten dragen.
Ethiopië
Meaza Ashenafi is de eerste vrouw die voorzitter is geworden van het hooggerechtshof in Ethiopië. Het parlement maakte dit besluit afgelopen maand unamiem. Ashenafi is een voorvechter van vrouwenrechten, In 2005 werd ze genomineerd voor de Nobelprijs van de Vrede. Eerder dit jaar kreeg het land voor het eerst een vrouwelijke president.
Nederland
Het vrouwenvoetbal in ons land zit in de lift, zo blijkt uit het jaarverslag van de KNVB. Afgelopen jaar werden de Oranjeleeuwinnen Europees Kampioen. Dat zorgde voor een stijging van vrouwelijke leden van de bond. Er zijn nu 158.353 vrouwen lid. En nu de Oranjeleeuwinnen zich hebben gekwalificeerd voor het WK, verwachten we dat dit aantal nog meer gaat stijgen en dat vrouwenvoetbal nog populairder wordt.
Engeland
De Engelse voetbalcompetitie de Premier League krijgt voor het eerst een vrouw als baas. Susanna Dinnage begint in december met haar nieuwe baan. Ze volgt Richard Scudamore op, voor zijn afscheid is alle twintig clubs uit de hoogste afdeling gevraagd om 250.000 pond bij te dragen. Dat zal een mooi feestje worden.
Iran
Noord-Korea
Noorwegen
In Noorwegen gingen afgelopen maand mannen en vrouwen de straat op om te demonstreren tegen de inperking van de abortuswet. De wet is sinds 1978 vastgelegd en dreigt aangetast te worden. De Noorse premier Erna Solberg was uit machtsbehoud van plan een akkoord te sluiten met de kleine christelijke volkspartij, die voor een verbod op abortussen is. Of de premier zich wat aantrekt van de protesten, moet zich nog gaan uitwijzen.
10
Uit een rapport van Human Rights Watch blijkt dat seksueel misbruik van vrouwen in Noord-Korea overal gebeurt: van op de markt tot in gevangenissen, en van in het openbaar vervoer tot in kazernes. De mensenrechtenorganisatie sprak met NoordKoreaanse vluchtelingen voor het rapport. Directeur Kenneth Roth van Human Rights Watch zegt: “Sexual violence in North Korea is an open, unaddressed, and widely tolerated secret. North Korean woman would probably say ‘Me Too’ if they thought there was any way to obtain justice, but their voices are silenced in Kim Jong Un’s dictatorship.”
Nog meer voetbalnieuws. In het Azadi-stadion in Teheran hebben afgelopen maand zo’n achthonderd vrouwen de wedstrijd tussen Persepolis en de Japanse Kashima Antlers gezien. Voor de liefhebbers: het bleef 0-0. Vrouwen waren bijna veertig jaar niet welkom in de stadions. Sinds de Islamitische revolutie in 1979 gold voor hen het verbod.
OPZIJ 2018 NR. 8
11
Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries ™
™
column Sheila Sitalsing Econoom Sheila Sitalsing (1968) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.
De Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries beheert een uitgeeffonds dat verwant is aan de fondsen van Uitgeverij Verbum te Hilversum en Uitgeverij U2pi te Den Haag. De uitgaven worden kosteloos toegezonden. Per boek wordt aanvragers ter kennismaking verzocht een vrijwillige donatie te storten op stichtingsrekeningnummer IBAN NL46 INGB 0007 3604 25 t.n.v. Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, deze bijdrage komt ten goede aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. BESTUUR:
Monique van der Borg (voorzitter) Eduard de Vries (vice-voorzitter) Helma de Boer (secretaris) Roeland Spijkerman (penningmeester)
Dolly Bönnekamp (lid) Jaap de Jong (lid) Saskia Roeda (lid)
Aanschrijfadres: Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, p/a Prins Hendriklaan 9B, 3743 KA Baarn; e-mailadres: nmw.de.vries@planet.nl
Sinds 14 september 1822, de dag waarop de eerste schriftontcijferaar Jean François Champollion in Parijs de code van het 14 Egyptische hiërogliefenschrift brak, de eerste Sinds september 1822, de dag waarop heeft nog nooit een vrouw een oud, verloren gegaan, schriftontcijferaar Jeanooit François Champollion in Parijs maar bij een herontdekt schrift dearcheologische code van hetopgraving Egyptische hiërogliefenschrift brak, ontcijferd. heeft Alleennog aan Europese mannen, van ooit wie verloren ook nooit een vrouw een oud, gegaan, de auteur er eentje zo’n topprestatie tot dusver maar bij is, eenmocht archeologische opgraving herontdekt schrift toevallen, omdat alleenAlleen zij in de positie verkeerden ontcijferd. aanluxe Europese mannen, van wie ook om het geduld en deeronverzettelijkheid op tetopprestatie brengen tot dusver de auteur eentje is, mocht zo’n hun hele werkzame leven aan de ontcijfering van het toevallen, omdat alleen zij in de luxe positie verkeerden schrift van hun keuze te wijden. om het geduld en de onverzettelijkheid op te brengen De auteur, zelf aanhanger en belijder van de in Europa hun hele werkzame leven aan de ontcijfering van het rond 3200 en in India rond 1700 v.o.j. vernietigde schrift van hun keuze te wijden. vrouwencultuur en vrouwenreligie, heeft daarom dit De auteur, zelf aanhanger en belijder van de in Europa boek geschreven ‘Voor een onbekende scholiere’ in de rond 3200 en in India rond 1700 v.o.j. vernietigde hoop dat zij, waar mannen tot nu toe hebben gefaald, vrouwencultuur enalsnog vrouwenreligie, heeft daarom dit de eerste vrouw mag zijn die het raadselachtige boek geschreven ‘Voor een onbekende scholiere’ in de Indusschrift ontcijfert.... hoop dat zij, waar mannen tot nu toe hebben gefaald, de eerste vrouw mag zijn die alsnog het raadselachtige Indusschrift ontcijfert....
gewone meisjes
O
Jan Best de Vries
De vrouw van het Indusschrift Jan Best de Vries
Breekt zij de code?
De vrouw van het Indusschrift Breekt zij de code?
ver de meisjes die ze vroeger allochtoon noemden en die nu ‘met een migratieachtergrond’ moeten heten en die zichzelf meestal gewoon Nederlands of ‘gewoon, van hier’ noemen, lees je in de pers meestal problematische dingen. Dingen die medelijden oproepen. Dat ze bevrijd moeten worden, dat ze op vakantie in het thuisland van hun ouders zomaar uitgehuwelijkt worden aan een dikke harige neef die drie keer te oud is, dat ze vastzitten in huwelijken waar ze niet zonder levensgevaar uit kunnen ontsnappen, dat ze vaker zelfmoordpogingen doen, dat ze minder mogen van hun despotische vader, dat ze vitamine D-gebrek hebben, dat ze te weinig sporten, dat ze ongezond zijn. Google maar eens op ‘allochtone meisjes’ en de ellende vliegt je om te oren, compleet met ‘speciale sites voor allochtone meisjes met problemen’. Kortom: slachtoffers zijn
het in de beeldvorming, een specifiek soort zielig meisje, pas bevrijd wanneer ze volledig ‘geïntegreerd’ is, waarmee nog veel te vaak wordt bedoeld: geassimileerd. Je zou haast denken dat het geen gewone meisjes zijn, met gewone meisjeslevens, gewone meisjeszorgen, gewone meisjeswensen, gewoon meisjesplezier, gewone meisjesopstandigheid, gewone meisjesvrolijkheid en gewone meisjesseks. Eigenstandige wezens met eigen opvattingen, die gewoon kunnen nadenken en kunnen praten in hele zinnen. Ik kom het nog steeds tegen, zelfs nu ik al meer decennia dan ik tellen kan geen meisje meer ben: onbekenden die verwonderd en verrast opkijken als je in vreemd gezelschap je mond opendoet en een aantal coherente zinnen spreekt in correct Nederlands, of anderszins laat blijken dat je ergens een zelfstandige opvatting over hebt die nog onderbouwd is ook. Mensen bij wie je de vraag soms op de lippen ziet branden, anderen die hem gewoon durven te stellen: had jij het nou ook zo zwaar, vroeger, thuis? Dan moet ik de neiging onderdrukken om ze met de vliegenmepper te lijf te
gaan, onder het uitroepen van ‘Waar ik opgroeide hadden we al een vrouwelijke premier toen Mark Rutte nog op school zat (Maria Liberia Peters, leuke vrouw, google haar maar, niet in combinatie met ‘meisjesproblemen’, want onder dat kopje vind je haar niet), waar ik opgroeide hielden vrouwen al hele gezinnen draaiende als fulltime kostwinner toen hier de vrouwen nog ja-maar-de-kinderopvang zaten te miezemauzen.’ Dat krijg je van al die nadruk op het niet-blanke-blonde meisje als onmondig slachtoffer. Gelukkig zijn mijn dochters gezegend met een enorme waffel. O
Ik moet de neiging onderdrukken om ze met de vliegenmepper te lijf te gaan OPZIJ 2018/2019 NR. 8
13
de feministische meetlat
MEER WAARDE
de feministische meetlat Wie kent de wereldwijd gebruikte reclamekreet van L’Oréal Because you’re worth it niet? Dat blijkt ook voor de producent zelf op te gaan. Dit jaar won dit bedrijf voor de tweede maal de Equileap-award voor gendergelijkheid. L’Oréal heeft wereldwijd meer vrouwen dan mannen in dienst en moet soms zelfs moeite om voldoende mannen binnen te krijgen. “Natuurlijk kun je zeggen dat we producten maken die je niet nodig hebt, maar je kunt er ook anders naar kijken.” DOO R M A RI A NNE V E RH O E V E N FOTO G R A F IE SAN D E R PAR D O N
I
n Hoofddorp op het hoofdkantoor zwaait Jean Charles Bondy sinds 2008 – met een tussentijds uitstapje naar Polen – de scepter. Deze Fransman, die Engels spreekt met een heerlijk accent waardoor je je in een aflevering van ’Allo ’Allo! waant, brengt de claim voor gendergelijkheid in de praktijk door samen met HR directeur Eva Szreder en de later aangeschoven divisie directeur active cosmetics Lynne van Gessel met OPZIJ aan tafel te gaan. Eva “OPZIJ, het favoriete tijdschrift van mijn schoonmoeder.” Ik weet niet of dit een goede opening is…. Eva “Hahaha, nou, misschien juist wel. Het is een hele sterke succesvolle vrouw. Een kinderpsychologe die altijd heeft gewerkt.” De aanleiding waarom we hier zijn is de award die L’Oréal heeft ontvangen voor…. Jean Charles “L’Oréal International, maar we zijn er wel heel erg bij betrokken geweest.”
14
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
15
de feministische meetlat Is het belangrijk voor jullie zo’n onderscheiding? Jean Charles “Natuurlijk! Om te beginnen houden we van winnen bij L’Oréal! We zijn nogal competitief ingesteld, dus welke award we ook krijgen, we zijn er altijd blij mee. Maar deze is echt heel bijzonder voor ons want het gaat over diversiteit, inclusiviteit en gendergelijkheid en de manier waarop je mannen en vrouwen behandelt. Ons werk is gebaseerd op creativiteit en we willen meer doen dan het vervullen van een behoefte, de shampoo die je nodig
‘Tegenwoordig hebben we geweldige oudere modellen, zoals Jane Fonda en Helen Mirren, donkere modellen zoals Beyoncé’ hebt. We creëren nieuwe producten om in een behoefte te voorzien.” Zijn dat bestaande behoeftes of creëer je die? Jean Charles “Natuurlijk kun je zeggen dat we producten maken die je niet nodig hebt, maar je kunt er ook anders naar kijken. We hebben allemaal een basisbehoefte aan balans en zelfvertrouwen. Onze producten zijn een manier voor ieder van ons om je echte zelf te vinden en er goed uit te zien.” Jezelf te vinden? Dat zeg je tegen OPZIJ? Door middel van make-up? Door middel van producten waarvan je niet wist dat je ze nodig had?! Jean Charles “We zijn bescheiden en wat we zo goed mogelijk willen doen in alle landen is het aanbieden van producten en merken die mensen – mannen en vrouwen, oud en jong – helpen om zich lekker te voelen. Wij leven in een tijd waarin mensen misschien meer worstelen met alle eisen die er aan jou als individu 16
de feministische meetlat gesteld worden dan in het verleden. Dit is misschien dan ook onze bijdrage.” Eva “Het gaat ook om hoe je jezelf uit, zijn wie je wilt zijn en wat je daarvoor nodig hebt. Daar hebben we producten voor, het is niet altijd zo dat we een behoefte creëren.” Jullie volgen trends maar die maken jullie ook. Momenteel is het mode om jezelf te accepteren wie je bent, je leeftijd te omarmen. Maar dertig jaar geleden was ouder worden bepaald niet iets waar je mee te koop liep of waar je blij om was. Jean Charles “Precies.” De cosmetische bedrijven legden toen ook een behoorlijke druk op er jong uitzien in plaats van de nadruk op gezond en fris ouder worden. Jean Charles (gezucht en geblaas) Voel je dit als kritiek? Jean Charles “Nee, het is een interessante discussie en eerlijk gezegd zij we blij dat we deze discussie met OPZIJ hebben. Want het is hoe dan ook boeiend. Dicteren wij een schoonheidsideaal? Misschien wel in het verleden. Schoonheid werd opgehangen aan een aantal regels: je moet er zus en zo uitzien, je ogen moeten er zo uitzien, je lippen zus, je wenkbrauwen zo. Maar dat is wel al even geleden. “Vandaag de dag is onze missie echt dat schoonheid in iedereen zit. Onafhankelijk of je man of vrouw bent, wat je achtergrond is, of de kleur van je huid of je haar. We blijven ver weg van dat ene schoonheidsideaal dat erin gepompt werd. Zo was het misschien wel in het verleden. Maar godzijdank zijn we daar inmiddels ver van verwijderd. Nederland is een voorbeeld van deze verandering, omdat dat ook dicht bij jullie aard zit: ‘Doe maar normaal.’ Wij Fransen kijken daar af en toe met verbazing naar (lacht), maar het is zo goed! Elk land brengt specifieke kenmerken mee in deze internationale onderneming.” Sinds wanneer is Because you’re worth it in gebruik? Jean Charles “Sinds 1974! Het stamt uit de tijd waarin vrouwen minder actief waren op de arbeidsmarkt en dus niet hun eigen inkomen genereerden, maar het huishoudgeld beheerden. De boodschap was: het is een beetje duurder, maar ik ben het waard. Het was destijds een redelijk revolutionaire zin: het gaf vrouwen een stem. Natuurlijk zijn de rolmodellen in de loop van de tijd veranderd. Tegenwoordig hebben we geweldige oudere modellen, zoals Jane Fonda en Helen Mirren, donkere modellen zoals Beyoncé. Het is een briljant concept dat zich moeiteloos aan de tijd heeft aangepast. We kunnen nu zelfs zeggen: the planet is worth it. Ik werk hier nu meer dan dertig jaar en ik heb grote veranderingen in dit bedrijf gezien. Natuurlijk moet dat ook met de uitdagingen die voor ons liggen als het gaat om duurzaamheid, diversiteit en alle sociale veranderingen waar we mee moeten leren omgaan.” Maar dat zijn toch ook terreinen waar het vanuit marketingoogpunt goed is om je op te focussen,
ook al om aantrekkelijk te blijven als organisatie om voor te werken. Jean Charles “Ja je hebt gelijk. Als wij naar de universiteiten gaan – en Eva weet dit beter dan ik – dan zijn de studenten op zoek naar een doel, een sense of purpose. Zij willen volledige transparantie en duurzaamheid. Maar dat geldt ook voor mij. Ik ben 55, maar ik wil ook dat we deze planeet goed aan de volgende generaties nalaten. Daarom moeten we met cijfers komen om te laten zien wat we doen op dit vlak. We openen de deur en zeggen kom maar kijken wat we doen.” Eva “We waren niet zo goed in dat uitleggen. Daarom waren we ook zo blij met de Equileap-award, omdat die aantoont vanuit een objectief standpunt dat we op al die punten echt goed bezig zijn en dat we er echt in geloven.” Jean Charles “Dus ja, het begon een beetje vanuit een marketingstandpunt, maar ik ben ervan overtuigd dat je alleen als je oprecht bent tot dit soort resultaten kunt komen. En als we allemaal ons uiterste best doen dan krijg je een sneeuwbaleffect. In Nederland hebben we hele betrokken werknemers en ik ben ervan overtuigd dat dat ook met deze onderwerpen te maken heeft.” Wat zijn de verschillen tussen Nederland en de rest van de L’Oréal wereld? Jean Charles “We hebben een programma dat een beetje ambitieus is getiteld Lead the change. Wij zoeken ook bij vacatures naar mensen die dit denken te kunnen waarmaken en ik denk dat de Nederlanders zich in de voorhoede van die veranderingen bevinden, omdat de doelen die we ons gesteld hebben al voor een groot deel in de Nederlandse manier van werken zijn verankerd. Ze zijn flexibeler.” (Lacht) Waarom moet je nu lachen? Jean Charles “Omdat het voor mij als Fransman altijd een beetje tricky is om Nederlanders te beoordelen. Want
‘wat weet jij daar nou van…’ Maar ik geloof echt dat wij als Nederlands onderdeel van L’Oréal een voorhoedespeler zijn. Ook als het bijvoorbeeld om e-commerce gaat.” Is dat niet verrassend gezien de kleine oppervlakte van Nederland waarin alles zo makkelijk te bereiken is? Jean Charles “Ja, tien minuten over de dijk…” Op klompen. Jean Charles “Sorry, ik weet ook niet precies waarom. Misschien als onderdeel van jullie diepgewortelde pragmatisme: het is makkelijk, dus waarom zou ik naar buiten gaan in dit weer…” Eva “Ik denk inderdaad dat het gedeeltelijk om pragmatisme gaat en om balans. Waar wil je je tijd aan spenderen? Dat is heel belangrijk in Nederland, het besef dat je maar één leven hebt is hier heel groot. Wil je dan tijd doorbrengen in de supermarkt of met je kinderen thuis. Maar ook logistiek is het hier natuurlijk heel goed geregeld voor e-commerce, en dat komt ook door de geringe afstanden.” Speelt inclusiviteit voor jullie een rol? Eva “Jazeker, het is een hele serieuze company policy.
Eva Szreder, (1975) HR-directeur De Nederlands-Poolse Eva studeerde Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. In 2000 begon begon haar avontuur bij L’Oréal, allereerst als Logistiek Trainee. Na verschillende functies te hebben bekleed in Nederland, begon ze in 2008 als directeur Development Recruitment voor L’Oréal in Parijs. In 2010 werd ze HR-directeur van de Baltische Staten, om drie jaar later te beginnen als Talent Acquisitie directeur voor L’Oréal Duitsland. In 2017 keerde Eva weer terug naar eigen land en is sinds die tijd HR-Directeur van L’Oréal Nederland. De negen jaar die Eva in het buitenland heeft gewerkt, is haar man – ze is getrouwd met Arjan en ze hebben twee kinderen - met haar meegegaan. “Mijn man heeft me daarin gesteund. Eerst ging ik naar Frankrijk, dat was nog makkelijk omdat hij toen bij zijn consultancy is blijven werken, maar daarna ben ik naar Letland gegaan.
Wat voor mij een fantastische carrièrestap was. Het was m’n eerste HR-Directeurspositie, dus wel spannende tijden. Als partners hebben we dat met z’n tweeën gedaan. En dat is wel de moderne manier van doen. Daarna zijn we naar Duitsland gegaan, dus ik ken die manier van werken ook vrij goed. Daar hebben we ook onze twee kinderen gekregen. Maar het was uiteindelijk óns avontuur. Het is een avontuur dat je met je bedrijf en je partner aangaat. En nu zijn we dus alweer bijna twee jaar terug in Nederland en we zullen wel zien wat er op een gegeven moment weer gebeurt. Maar het ging prima samen, misschien wel omdat z’n moeder feministe is!
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
17
de feministische meetlat
‘Omdat het voor mij als Fransman altijd een beetje tricky is om Nederlanders te beoordelen. Want “wat weet jij er nou van?”’ Natuurlijk kijken we bij sollicitatieprocedures ook naar een goede afspiegeling van de maatschappij. We zijn ons er heel bewust van en we maken stappen, maar het is voor ons net zo’n probleem als voor alle andere organisaties. We monitoren en publiceren de cijfers. “We werken op dit vlak al zo’n drie jaar samen met Echo (een expertisecentrum voor diversiteitsbeleid -red.). Daarbij werken mensen van ons als mentor voor jongeren met een andere culturele achtergrond, waarbij we ze begeleiden in scholing, het vinden van werk et cetera. We hebben inmiddels dertig mentoren en het is bijzonder om te zien hoe dat werkt, want het begon met ‘ik ga hen helpen en hen dingen leren’, en het eindigt met ‘ik leer zoveel van ze’. En die kennis, dat bewustzijn nemen ze ook weer mee naar de rest van ons binnen L’Oréal. “We hebben ook een kleinschalig project voor asielzoekers met een verblijfsstatus. Het is mooi maar ook heel bescheiden, hoor. We praten over tien mensen die een verkorte avondopleiding tot hairstylist volgen. Dit initiatief is een samenwerking met de Nederlandse Kappersakademie en de Stichting voor VluchtelingenStudenten UAF en is in januari van start gegaan. Het is beter dat statushouders hun vak weer kunnen uitoefenen dan dat zij afhankelijk blijven van een bijstandsuitkering.
de feministische meetlat Voor henzelf en voor de samenleving. De opleiding levert een diploma op waarmee zij aan de slag kunnen bij Nederlandse kapsalons. “Daarnaast hebben we ook een programma’s voor stagiairs.” Mannelijke stagiairs ook? Eva “Ah, dat is natuurlijk wel een ding. De meeste bedrijven richten hun inspanningen op het binnenhalen van vrouwen, voor ons ligt de nadruk op het uitleggen aan mannen hoe aantrekkelijk het werken hier is.” En lukt dat een beetje? Eva “Het gaat steeds beter. Laat ik het zo stellen: als we ze eenmaal aan tafel hebben, dan kunnen we het uitleggen en dan zijn ze vrij snel overtuigd. Het probleem zit ’m in hen aan tafel krijgen. Maar eenmaal binnen, hebben we veel te bieden. We hebben hele goede opleidingstrajecten, zowel lokaal als internationaal gericht, klassikaal en online. “Een groot deel van ons werkterrein is retail en daar hebben we nog meer moeite om een goede fifty-fiftybalans te vinden. Het is voor mannen nog wel een stap om in gesprek te gaan met beauty-adviseurs in de winkel.
Lynne van Gessel (1982) algemeen directeur Active Cosmetics Lynne is Amerikaans-Nederlands en studeerde Business Administration aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Deze dochter van een Nederlandse vader en een Amerikaans-Taiwanese moeder heeft op 36ste al in meer landen gewoond en gewerkt dan de meeste mensen in een heel leven te zien krijgen. Ze ging gewoon in Amstelveen naar school, maar daarna ging het razendsnel. Ze startte haar carrière met een stage bij Estée Lauder in New York: “Ik wilde heel graag in de cosmeticabranche aan de slag, dat was echt een bewuste keuze.” Bij Estée Lauder wilden ze haar houden en ze stortte zich op het merk voor de donkere huid Bobbi Brown. Ze mocht voor dat merk op haar 24ste in China – ze spreekt Mandarijn
18
amongst others – de lancering verzorgen. In 2006 vervolgde Lynne haar carrière bij de consumentendivisie van L’Oréal Nederland, waar ze verantwoordelijk was voor de marketing van merken als Maybelline, Garnier en L’Oréal Paris. In 2010 promoveerde ze als marketingdirecteur van dezelfde divisie om vervolgens de business developmentafdeling te gaan runnen. Ze maakte in 2017 een overstap naar de Active Cosmetics Divisie, om aan de slag te gaan als algemeen directeur. Lynne heeft twee jonge kinderen en is getrouwd met ondernemer Hans.
Dus in totaal hebben we meer vrouwen dan mannen in dienst, maar dat is wel job-gerelateerd. Ik moet ervoor zorgen dat er voor alle vacatures een goede balans is in de kandidaten. Dat kan moeilijk zijn en dat betekent dat je soms harder moet zoeken naar een vrouw, maar soms ook naar een man. “Het werken op internationaal niveau is zowel voor vrouwen als voor mannen aantrekkelijk. Het is niet zo dat alleen de mannen het internationale aspect aangenaam vinden. Neem mijzelf, ik heb ook net negen jaar in het buitenland gezeten. Bovendien is het zo dat we binnen het bedrijf werken met internationaal samengestelde teams. Daarnaast is er een trend dat werknemers op zoek zijn naar inspirerende leiders.” Denk je dat jullie daar in Nederland in zijn geslaagd? Jean Charles “Hahaha, mijn rol is een team samenstellen en zorgen dat we zoveel mogelijk Nederlandse mensen hebben. L’Oréal is van origine een hele Franse organisatie. Dat is vandaag de dag niet meer het geval. We hebben hier een hele goede Nederlandse tak neergezet. Je hebt ook in Duitsland voor L’Oréal gewerkt. Zijn er opvallende verschillen? Jean Charles “Er zijn natuurlijk overeenkomsten en verschillen. Wat ik hier heel prettig vind is dat mensen heel direct zijn, ze vertellen je wat ze ergens van vinden. En die kwaliteit is heel belangrijk binnen ons grote programma Lead the change, dat je je meningen en gedachten deelt. Dat is dé manier om van elkaar te leren. En het tweede wat ik hier heel erg waardeer is de efficiency, we hebben hier geen vergaderingen die geen zin hebben, vergaderingen proberen we sowieso tot een minimum te beperken en de mensen kunnen vanuit huis werken. We stimuleren het niet maar we faciliteren het wel. Natuurlijk vraagt dat wel zekere regels maar het werkt. Thuiswerken is ook onderdeel van de duurzaamheidsagenda, je vermindert het woonwerkverkeer. Eva “En als je thuiswerkt heb je ook het gevoel dat je vertrouwd wordt, en dat je de verantwoordelijkheid aankunt. Daarom vind ik het belangrijk om de focus
meer te leggen op flexibiliteit dan op parttime. Hoe is man-vrouwverdeling in het internationale management? Jean Charles “Hoewel in het bedrijf als geheel meer vrouwen werken, is de board wel nagenoeg gelijk verdeeld, zestig procent man veertig procent vrouw, maar dat is pas net, vanwege een wisseling. Daarvoor waren er vijf vrouwen en vijf mannen. Als je het seniorlevelmanagement neemt bij L’Oréal worldwide was het in 2017 47 procent vrouw. Dat is nagenoeg volledig in balans. “Je ziet ook dat in leidinggevende posities mannen en vrouwen elkaar afwisselen. In Duitsland was de countrymanager een vrouw, die werd opgevolgd door een man, in Italië hetzelfde en in Zwitserland was het net andersom.” Is jouw opvolger een vrouw? Jean Charles “Ik zou zeggen: een fifty-fifty procent kans!”
Jean Charles Bondy (1963) Algemeen directeur L’Oréal Nederland Jean Charles heeft de Franse nationaliteit en begon zijn carrière bij L’Oréal in Parijs in 1988. Hij was aanvankelijk verantwoordelijk voor de marketing, waarna hij doorgroeide als general manager. Voordat Jean Charles in 2008 aantrad als algemeen directeur in Nederland, woonde hij voor L’Oréal in landen als Duitsland en Tsjechië. Hij maakte in 2010 een tussenstap door L’Oréal Polen te gaan leiden, om vervolgens in 2014 weer terug te komen als algemeen directeur van L’Oréal Nederland.
“Ik houd natuurlijk van Holland en het was een hele mooie kans en ik had echt het gevoel dat ik hier iets kon toevoegen. Ik werk nu al bijna het langst in Nederland vergeleken met m’n andere aanstellingen binnen L’Oréal. Zeven jaar in Duitsland, zes jaar in Polen en zeven jaar in Tsjechië.” Jean Charles is getrouwd met de Duitse Tina.
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
19
EINDSCORE
de feministische meetlat
10
column Etchica Voorn
L'Oréal is al meer dan 100 jaar actief in de beautysector. Met een internationale portefeuille van 34 internationale merken behaalde de groep in 2017 een geconsolideerde omzet van 26,02 miljard euro. L’Oréal heeft:
7
Wereldwijd 82.600 medewerkers met een aandeel vrouwen • 69% van het totaal • 46% leden van de Board • 62% general brand managers
6
In Nederland 450 medewerkers met een aandeel vrouwen • 66% van het totaal • 40% van de directie L’Oréal zet zich serieus in om vrouwen gelijke toegang tot trainingen en promoties te geven. Wat betreft beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen heeft L'Oréal in 2007 een beroep gedaan op INED, het Franse nationale onderzoeksbureau voor demografie, om een grondige loonkloofanalyse op basis van geslacht uit te voeren. Sinds 2018 heeft L’Oréal deze benadering wereldwijd uitgerold. L’Oréal heeft meerdere erkenningen gehad op het gebied van gendergelijkheid op de werkplek en heeft in 23 landen de GEEIS (Gender Equality European and International Standard)certificering verkregen en zijn zeven landen gecertificeerd met EDGE (de wereldwijde bedrijfsstandaard voor gendergelijkheid). Door deze gedegen aanpak presteert L’Oréal Nederland goed op onze meetlat en moet – misschien niet verwonderlijk voor de cosmeticabranche – soms zelfs moeite doen om het percentage mannen voldoende te laten zijn. Ze zijn deze ruime acht meer dan waard. 20
5
4
EQUILEAP Equileap is een in Amsterdam en Londen gevestigde organisatie die zich als doel heeft gesteld om gendergelijkheid op de werkplek te versnellen, door middel van investeringen, subsidies en kennis. De door Equileap gepubliceerde en toonaangevende ranglijst is internationaal en intersectoraal en onderzoekt de gepubliceerde gegevens van meer dan drieduizend bedrijven. equileap.org O
3
2
1
BL I
L IE
JU
De smaak van antruwa met bakkeljauw
H
et moment waarop het hiernamaals zich aandient, is de grote verrassing van het leven. Liever denk ik er niet aan, toch gebeurt het met een regelmaat dat ik er juist wel aan denk, omdat het leven dan ingewikkeld is en zwaar valt. Of, ik denk eraan uit pure baldadigheid. Want eraan denken betekent dat je lekker niet dood bent, maar lééft. Er zijn periodes waarin ik me levendig voorstel dat het zover ís. Mijn gedachten zijn dan bitterzout als de smaak van antruwa met bakkeljauw. Alleen, ik wil niet door een stommiteit doodgaan. Bijvoorbeeld doordat ik terwijl ik app achter het stuur plotseling moet remmen, op een auto knal en mijn nek breek op de airbag. Op slag, eigen schuld dikke bult. Een dommere dood kun je je bijna niet voorstellen. Of neem die keer dat ik met een groepje toeristen in het Surinaamse bos liep en op een haar na een gifgroene slang miste. De sneaky bastard hing als een blad aan een tak; alleen de geoefende jungle-expert kan het reptiel herkennen. De gids zag hem nádat ik de tak gepasseerd was en vertelde doodleuk dat het na de beet één minuut duurt tot het gif al je spieren verlamt. Dit heeft dan nog iets spectaculairs, maar je eindigt toch als een typische onnozele toerist. Ik weet niet hoe en wanneer ik vertrek, wel weet ik dat ik nu leef. Ik kan het dus maar beter leuk hebben met de mensen om mij heen. Maar juist met mijn beste vrienden en familie vind ik het vaak een gedoe. Laatst bekende iemand dat ze me wel erg naar mijn
zwarte kant vond ‘overhellen’. Een ander vroeg wanneer ik nou eindelijk ging accepteren dat ik niet wit maar zwart ben. Weer iemand anders, uit zeer vertrouwde kring, wilde me per se overtuigen dat er niets mis is met het woord ‘neger’ omdat het gewoon ‘zwart’ betekent. Dit resoneert allemaal perfect op het gevoel dat ik niet goed genoeg ben of van mezelf vind dat ik ermee om moet kunnen gaan. De angst om afgewezen te worden, daar ben ik pas echt als de dood voor. Gelukkig had ik een weekje Texel geregeld in mijn uppie. Ik verheugde me al op de kleuren van de natuur, in plaats van gedwongen bezig te zijn met tinten huidskleur. Mijn eenvoudige huisje bleek enkele stappen verwijderd van natuurgebied de Slufter. Ik volgde het bordje van Staatsbosbeheer en liep regelrecht een schilderij binnen. Bomen met hun roestbruine en okergele kronen vlamden op door de opkomende zon. Voor mij lag een uitgestrekte vallei met slingerende watertjes en begroeiing in schakeringen van beige en bruin tot frisgroen, dat laatste ondanks de maand november. Ik zag vogels die ik nooit eerder gehoord of gezien had. In de verte beroerde de zon de toppen van de duinen en daarachter herkende ik het geruststellende ruisen van de zee. Een vlucht zwarte vogels deed aan figuurdansen in de lucht om na enkele capriolen als één lichaam in een perfecte ronde vorm neer te strijken vlak bij een kudde grazende schapen. De natuur deed zijn werk als helende
O
8+
OVERWEGING
K
Etchica Voorn (1963) is ondernemer, auteur en blogger. Ze won in juni 2018 de OPZIJ literatuurprijs voor haar autobiografie Dubbelbloed. Ze woont met haar man en zoon in Amsterdam.
FO
T
en relativerende meester, wat ik voelde is nog het beste te beschrijven als ‘verbonden’ en ‘zielsgelukkig’. De keren dat ik gedachten heb als ‘van mij hoeft het niet meer’ komen vaak voort uit een gevoel van nietverbonden zijn. Terwijl ik dit overdenk, trap ik bijna op een konijnenlijkje. Aandachtig bekijk ik het kromme ruggengraatje, de botjes eromheen geschikt als een kunstzinnige compositie. De achterpootjes steken nog volmaakt in hun vachtje. Zou ze gegrepen zijn door een buizerd? In de val gelokt door een hermelijn? Ik realiseer me dat bespottelijk doodgaan niet bestaat. Het is onze natuur om te sterven, zoals het onze natuur is om verbonden te willen zijn met de mensen om ons heen en dat we erbij willen horen in de maatschappij waarin we leven. Niet: meehobbelen op gebaande paden, in hokjes plaatsnemen omdat die voor je klaarstaan, nee, durf ik het leven te onderzoeken en – zo nu en dan –
De angst om afgewezen te worden, daar ben ik pas echt als de dood voor ‘hokloos’ het leven aan te gaan? “Je moet ergens aan doodgaan,” zei mijn schoonvader ooit, een paar weken voordat hij zijn laatste adem uitblies. Dus ook al breek ik mijn nek of krijgt een giftige slang me te pakken, als het mijn tijd is hoop ik vooral dat ik helemaal tot bloei ben gekomen, mijn angsten minstens heb kunnen aanvaarden en van betekenis heb kunnen zijn. O OPZIJ 2018/2019 NR. 8
21
Zusterschap
Zusterschap
‘Old girls
network’ Nenita La Rose (1956) is sinds een jaar voorzitter van de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) en raadslid voor de PvdA in Amsterdam. Op beide functies strijdt ze voor emancipatie van vrouwen. “Je hebt eigenlijk een old girls network nodig, waarin je elkaar steunt.” DOOR M ARLEE N H OG E N D OOR N B E E L D J ULI E B L IK
W
at is de NVR precies? “Ik noem het een gerenommeerd instituut. Het gaat om vrouwemancipatie in de breedste zin van het woord. Het is een koepelorganisatie met vrouwenorganisaties uit het hele land als leden. Een divers gezelschap: van het vrouwennetwerk van Nederlandse huisvrouwen tot het netwerk van vrouwelijke Wageningse Ingenieurs. En alles daartussen. Onze doelstelling is belangenbehartiging voor onze leden over alles wat te maken heeft met vrouwenemancipatie. We werken nu hard aan onze zichtbaarheid, want dat kan wel wat beter. Als ik vertel aan mensen dat ik voorzitter van de
22
NVR ben, dan zeggen ze: ‘Wat leuk, maar wat is dat eigenlijk?’ Het is dus na 120 roemruchte jaren een goed bewaard geheim gebleven, haha. Belangrijke thema’s zijn: geweld tegen vrouwen, financiële onafhankelijkheid en vrouwen op hoge functies. Na 120 jaar blijkt dat wij nog steeds nodig zijn. Na al die feministische golven, het harde werken en het gelobby. Er zijn wel successen behaald, maar op sommige onderwerpen hebben we gewoon een stapje achteruit gedaan. We praten nog steeds over gendergelijkheid bijvoorbeeld. Vandaag is toevallig het equal pay day, vrouwen lopen qua inkomen €300.000 in hun werkende leven mis ten opzichte van mannen. We werken hard, en het zal ons lukken om het tij te keren.” 23
Zusterschap
Zusterschap
Waarvoor wil je je als voorzitter hard maken? “Ik wil zelf voor diversiteit en verjonging zorgen binnen de NVR. Het is een mooie club, maar we moeten wel meegaan met de behoeftes van jonge vrouwen. We hebben het over intersectioneel feminisme: het moet inclusief zijn. Je hebt jonge migrantenvrouwen, lhbtivrouwen, die zoeken ook naar een plek in het feminisme.” Was de NVR in het begin een witte vrouwenclub? “Ja, dat was het. Sterker nog: ik ben de eerste migrantenvoorzitter in die 120 jaar. Daar ben ik wel trots op. Ik ben geboren in Paramaribo. Ik voel me Nederlandse, maar ben me bewust van mijn roots. Ik heb in Suriname de multiculturele samenleving goed leren kennen en geleerd dat solidariteit daarin heel belangrijk is. Nu zijn we geen wittevrouwennetwerk meer. Er zijn Molukse vrouwen lid, etnische zakenvrouwen. Alleen de jonge vrouwen blijven achter.” Wat waren belangrijke thema’s van de NVR toen hij net was opgericht? “De NVR was meteen op feministische onderwerpen gericht. Opvoeding en onderwijs bijvoorbeeld. Vrouwen hadden toen geen toegang hiertoe. Eigenlijk was de oprichting van de NVR het begin van de eerste feministische golf. Arbeid en kiesrecht werden later belangrijke thema’s. Aletta Jacobs was ook lid en sprak hierover tijdens pauzes van vergaderingen van de NVR. In de jaren vijftig waren vrouwen nog handelingsonbekwaam. Toen ik hier in de jaren zeventig kwam mocht ik zelf geen tv kopen. Mijn man moest zijn handtekening zetten, kan je je dat voorstellen? We hebben al een lange weg afgelegd, maar we hebben nog steeds een lange weg te gaan.”
nog de enige zwarte vrouw, waar je geen sisters in crime hebt om samen mee op te trekken. Een vicieuze cirkel die je moeilijk in je eentje kunt doorbreken.” Wat zijn de hoogte- en dieptepunten in de 120 jaar van de NVR? “Tussen 1930 en 1939 liet de NVR nauwelijks van zich horen toen de arbeidsmogelijkheden voor vrouwen werden beperkt door de overheid vanwege de financiële crisis. En de interne verscheidenheid kon remmend werkend: een groot deel van de leden was vanwege religie tegen het buitenshuis werken van de getrouwde vrouw. In de jaren zestig werd ten onrechte aangenomen dat de emancipatie wel was afgerond. Dat eiste diepe bezinning. Een hele prestatie was het dat eind jaren negentig meer organisaties dan ooit zich aangetrokken voelden tot de NVR en het aantal leden explosief steeg. “Ik ben zelf blij met de VN-vrouwenvertegenwoordiger. Die hebben we al sinds 1947, elk jaar is het een andere vrouw. Namens de NVR wordt er een vrouw gekozen die met Buitenlandse Zaken naar de VN gaat om daar namens de vrouwen van Nederland een presentatie te geven. Vorig jaar was dat Willemien Koning, een boerin uit Noord-Holland. Dit jaar is dat Clarice Gargard, documentairemaker en columnist. Die diversiteit, daar ben ik heel blij mee.” Werken jullie ook samen met mannen? “Het is niet vrouwen tegen de mannen. Je hebt mannen nodig. Ze hoeven niet lid te worden, maar je moet er wel mee samenwerken. Ze moeten zich bewust worden van de zaken die voor vrouwen spelen. Zo kunnen ze ook lobbyen voor ons. “De meerderheid van mannen kiest wel voor zaken waar zij meer voordeel uit kunnen halen. Dat kan je alleen doorbreken als de balans meer in evenwicht is. Daar moeten we echt aan werken. In ben blij dat hierover tegenwoordig weer indringend wordt gepubliceerd. Ik denk aan Rebecca Solnit met haar boek: The Mother of all Questions. En in eigen land Julia Wouters met: De zijkant van de macht. Zo herkenbaar wat daarin staat. Mannen moeten dat ook lezen voor hun bewustwording. “We kunnen nog wel wat van mannen leren. Zo heb ik een keer een man horen spreken bij een bijeenkomst, die zei: ‘Jullie vrouwen pakken het helemaal verkeerd aan.’ Hij vertelde dat bij een groot bedrijf de board meestal op de vierde verdieping zit. Mannen lopen daar dan langs, doen alsof ze druk zijn en worden gezien. Vrouwen zitten op de eerste verdieping te ploeteren en gaan om 17.00 uur naar huis om hun kind van de opvang te halen en werken tot ’s avonds laat nog door. Niemand ziet dat, terwijl die
‘Na 120 jaar blijkt dat wij nog steeds nodig zijn, na al die feministische golven, het harde werken en het gelobby’
Vrouwen op topfuncties bijvoorbeeld. Zitten jullie als NVR om tafel met de politiek over dit onderwerp? “Jazeker, bijvoorbeeld met minister Van Engelshoven die zich daar zo goed voor inzet. Ik ben trouwens voor een quotum van vijftig procent. En dan zijn we nog vriendelijk. Je moet hoog inzetten en laten zien dat we het niet meer pikken. Het kan niet dat mannen nog steeds de dienst uit maken op dit terrein, terwijl je weet dat de maatschappij ook bestaat uit vijftig procent mannen en vijftig procent vrouwen. Dan is het normaal dat dat wordt vertaald naar allerlei functies. “Het is natuurlijk wel lastig voor vrouwen. Als je steeds de enige vrouw ergens bent, moet je je dubbel bewijzen. En als je dan geen support krijgt van andere vrouwen, dan haak je snel af. Ik heb het ook meegemaakt. Ik zat vaak op posities waar ik dan de enige vrouw was, en dan ook 24
‘Ik ben voor een quotum van vijftig procent. En dan zijn we nog vriendelijk. Je moet hoog inzetten en laten zien dat we het niet meer pikken’ jonge mannen tot 20.00 uur op kantoor zitten. Vrouwen willen natuurlijk wel kinderen, dat kan ook, maar doe het dan samen. Goede afspraken maken. Ik heb het ook altijd gedaan, het kan echt. Natuurlijk had ik ook last van het bekende schuldgevoel, maar ik organiseerde om me heen een team dat kon bijspringen. Je hebt nog steeds mannen die er ouderwetse ideeën op nahouden. Eigenlijk begint dat al bij de opvoeding. Ik heb zelf twee dochters en een zoon. Zodra hij begon te grappen over het enige recht van vrouwen, greep ik in. Maar je moet hem nu zien met zijn twee dochtertjes.” Je bent zelf ook raadslid voor de PvdA. “Vorig jaar heb besloten dat ik meer invloed wilde in de noodzakelijke verandering van de maatschappij. Ik zei: ‘Ik wil binnen de toptien op de lijst en als dat niet lukt, dan bedank ik.’ Ik dacht: ik heb wat te geven, ze mogen blij zijn dat ik me beschikbaar stel. Misschien arrogant, maar je moet wel doelen stellen. Uiteindelijk kreeg ik een vijfde plek op de kieslijst en als politieke nieuwkomer meer dan dertienhonderd voorkeursstemmen. Je moet niet bang zijn om die stap te zetten. Meer vrouwen zouden dat moeten doen. Hoe meer vrouwen je hebt in de gemeenteraad of in de Tweede Kamer, hoe meer je voor elkaar kunt krijgen. Je laat dan mannen zien hoe vrouwen erin zitten. Wat voor positieve inbreng ze hebben. We roepen met de NVR vrouwen op de politiek in te gaan. We houden acties als: Kies een Vrouw. We moedigen ze aan en geven trainingen.” Kan je in de Amsterdamse raad ook strijden voor emancipatie? “Als raadslid zet ik me zeker in voor emancipatie, maar ook voor inclusiviteit. We horen er allemaal bij. Ook de nieuwe generatie Nederlanders met een migrantenachtergrond. Ik zal een voorbeeld geven over wat mijn dochter vroeger meemaakte op school. Ze is in Nederland geboren en een echte Amsterdamse meid. Ze kwam thuis en was op school ‘allochtoon’ genoemd. Dat vond ze erg, want ze voelde zich Amsterdamse. Dan krijg je een label alsof je er toch niet bij hoort. Daar moeten we van af, want anders krijg je een nare tweedeling. We zijn een rijke stad en een rijk land, maar de verdeling in onze samenleving is zo scheef. Hoe kan je de balans terugbrengen? Het begint met een goede baan krijgen, maar dat krijg je niet als er zoveel discriminatie is op de arbeidsmarkt. Je moet de werkgevers daarop aanspreken. Iedereen hoort erbij, we moeten het samen doen. Als je dat besef hebt, dan heb je al een grote stap gemaakt.” OPZIJ 2018/2019 NR. 8
25
column Asha ten Broeke
Zusterschap
Asha ten Broeke (1983) is wetenschapsjournalist en auteur van Het idee M/V en Eet mij. Ze woont met haar man en twee dochters in Deventer.
‘Bij Schiphol werd er onlangs naar een man gezocht voor het bestuur, omdat er anders volgens hen te veel vrouwen waren. Wat is dit voor redenatie? Toch een angst omdat anders het old boys network ter ziele gaat’ Hoe ben je zelf met feminisme in aanraking gekomen? “Ik kom zelf uit een familie met sterke vrouwen. Mijn oma Alma was mijn rolmodel. Ze leerde mij het principe van solidariteit. Ze zei: ‘Er is altijd genoeg.’ Als je een appel hebt en je moet het delen met tien personen, dan krijgt iedereen gewoon een partje. Mijn moeder was wel rebelser, ze peperde me altijd in: ‘Wees financieel onafhankelijk.’ Dat heb ik me altijd voorgenomen. Het is belangrijk dat je van kleins af aan leert dat je anderen ook iets gunt en dat je niet afhankelijk bent. Dat heb ik ook aan mijn dochters doorgegeven. Ze wonen allebei in Amerika, de een is zangeres en de ander doet modellenwerk, sterke meiden die zich geweldig staande houden in het erg competitief milieu van de Amerikaanse showbizz. Ze zeggen: ‘Mam , jij bent ons rolmodel.’
Dan denk ik: nou, dan heb ik toch iets goed gedaan. Ik ben altijd een voorstander geweest van vrouwenemancipatie. Ik heb een carrière gehad als ambtenaar, daarnaast leidde ik een internationale organisatie voor naleving van de Rechten van het Kind, en deed ik veel vrijwilligerswerk en bestuursfuncties. Ik ben altijd bezig geweest om mensen te helpen en te empoweren. Ik ben actief voor Woman Connect to Succes, een initiatief dat succesvolle vrouwen koppelt aan jonge vrouwen als een soort mentorschap. De afgelopen vijf jaar was ik een mentor voor verschillende jonge vrouwen. Dat is geweldig, ik introduceerde hen in mijn netwerk. Daar doe je het voor: doorgeven. “In het begin van mijn voorzitterschap ben ik zoveel mogelijk persoonlijk langsgegaan bij organisaties die lid zijn van de NVR. Van Zwolle tot Roermond, om van hen persoonlijk te horen wat er speelt. Het mooie is dat vrouwen overal hetzelfde willen. Erkenning, gelijke behandeling, geen geweld, doorgroeimogelijkheden op werk. En iedereen wil dat het voor de volgende generatie ook beter gaat. Het is belangrijk om naar elkaar om te kijken. Vrouwen moeten elkaar steunen en niet afvallen. Sisterhood solidarity.” Zusterschap dus. “Precies. Het zou ons credo moeten zijn. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar vecht elkaar de tent niet uit. We moeten één front vormen, zeker naar de mannen toe. Dan kan je ook wat veranderen. Dat kan in de politiek en het bedrijfsleven. Hoe meer vrouwen hoe beter. Mannen schrikken terug voor een front. Bij Schiphol werd er onlangs naar een man gezocht voor het bestuur, omdat er anders volgens hen te veel vrouwen waren. Wat is dit voor redenatie? Toch een angst omdat anders het old boys network ter ziele gaat. Al die jaren waren mannen verreweg de baas, daar komen zij moeilijk uit. “Je hebt daarom eigenlijk een old girls network nodig, waarin je elkaar steunt. In het boek van Julia Wouters wordt bijvoorbeeld getipt dat vrouwen tijdens een vergadering strategisch moeten gaan zitten zodat je elkaar kunt zien en bemoedigend kunt knikken naar elkaar. Zo simpel, maar het werkt. En het is gewoon nodig. Vrouwensolidariteit door alle geledingen van onze samenleving” O
DE NEDERLANDSE VROUWEN RAAD In 1898 werd de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) opgericht tijdens de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid om de kennis en kunde van vrouwen op allerlei gebieden te bundelen. De NVR doet aan belangenbehartiging van haar leden en vormt ook internationaal een aanspreekpunt. Er zijn 56 organisaties lid. La Rose: “En al die organisaties hebben een eigen achterban, we schatten dat samen op zo’n een miljoen vrouwen.” Op vrijdag 14 december viert de NVR het 120-jarig bestaan van het platform met een symposium genaamd ‘Feminext’ over de toekomst van het feminisme. Kijk voor meer informatie op: www.nederlandsevrouwenraad.nl
26
VUILNISZAK
G
een verjaardagen vergeten. Zien dat je kind alweer is gegroeid en nieuwe broeken kopen. Je zieke schoonmoeder na een week vragen hoe het nu gaat. Niet alleen de namen van alle vriendjes van je kinderen onthouden, maar ook hun hobby’s en voedselallergieën. Het huis uitmesten en dingen die kapot of overbodig zijn wegdoen. Weten waar alle spullen die door een huishouden slingeren het beste opgeborgen kunnen worden, en ze daar tijdens het opruimen ook echt neerleggen in plaats van er een iets keuriger stapel van maken op een plek waar het net wat minder in de weg ligt. Het zijn voorbeelden van ‘emotional labour’: de tijd en energie die met name vrouwen steken in het soepel
laten lopen van het huishouden en relaties, en die veel mannen zo volkomen voor lief nemen dat ze het niet eens opmerken. Het is noodzakelijk maar ook onzichtbaar, ondankbaar en uitputtend werk, en draagt zodoende flink bij aan genderongelijkheid. Ik moest hieraan denken toen een Volkskrant-redacteur me dit voorlegde: tijdens hun Oktober Opruim Challenge waren er vijfduizend mensen lid geworden van de bijbehorende Facebookgroep. Slechts tien procent was man. Schrijver Jan Heemskerk had wel een verklaring. ‘Mannen hebben een hogere rommeltolerantie.’ Bovendien hoefden vrouwen het toch maar te vragen, als ze iets opgeruimd wilden hebben. ‘Het is erg makkelijk om meer gedaan te krijgen van een man. Subtiele hints werken alleen niet. Cabaretier Roué Verveer had in zijn show een stukje over hoe hij steeds over de vuilniszak in de gang heen stapte, totdat zijn vrouw boos werd. Zij begreep niet dat hij niet doorhad dat die zak naar buiten moest. Vráág het gewoon.” Dat is dan weer een treffend voorbeeld van wat striptekenaar Emma in de steengoede Guardian-
comic You should’ve asked de ‘mentale last’ noemt. “Wanneer een man van zijn vrouw verlangt dat zij hem dingen vraagt, ziet hij haar als manager van het huishouden. Dus is het aan haar om te weten wat er gedaan moet worden en wanneer.” Dit levert twee problemen op. Ten eerste is de verantwoordelijkheid en daarmee de stress van dit moeten-weten volstrekt eenzijdig verdeeld. En ten tweede is manager zijn op zichzelf een fulltimebaan, terwijl mannen van vrouwen natuurlijk ook nog verwachten dat ze niet alleen managen maar ook minstens de helft van de klusjes zelf opknappen. Veel mannen doen graag alsof hun huiselijke niet-zien een soort natuurwetenschappelijke wetmatigheid is: ze hebben er ‘nou eenmaal’ minder mee, vrouwen zijn er ‘van nature’ beter in. Ik betwijfel het. Om een vuilniszak buiten te zetten heb je geen bovenmannelijke superkrachten nodig: oogbollen en armen zijn voldoende. En verwachten deze mannen werkelijk dat ik geloof dat hun sekse wel ‘van nature’ megageschikt is om, zeg, een bedrijf met 10.000 werknemers te runnen, maar dat in de smiezen houden wanneer je kind nieuwe gympen nodig heeft ‘nou eenmaal’ een schier onmogelijke opgave is? O
Om een vuilniszak buiten te zetten heb je geen bovenmannelijke superkrachten nodig OPZIJ 2018/2019 NR. 8
27
reportage Rohingya-vrouwen
reportage Rohingya-vrouwen
Op de bres voor
ROHINGYAVROUWEN In het Rohingya-vluchtelingenkamp Kutupalong in Bangladesh lopen vrouwen rond die zich ondanks de nogal uitzichtloze situatie met hart en ziel inzetten om hulp te bieden. “Toen ik op het nieuws hoorde wat er gebeurde met de Rohingya‘s, dacht ik meteen: hoe kan ik helpen?” Onze redacteur Renate van der Zee bezocht Kutupalong en sprak daar met deze bewonderenswaardige vrouwen. DOOR R ENAT E VA N D E R Z E E F O T OG R A FIE TA M A RA BE RG E R
28
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
29
reportage Rohingya-vrouwen
A
mina Khatun is een slimme meid van achttien jaar. Haar woonplaats: het vluchtelingenkamp Kutupalong in Bangladesh, waar uit Myanmar gevluchte Rohingya’s boven op elkaar wonen in bamboehutten. Voor vrouwen en meisjes is het leven er extra zwaar, want ze hebben weinig bewegingsvrijheid omdat Rohingya’s conservatieve moslims zijn. “Omdat ik een meisje ben, moet ik eigenlijk zo veel mogelijk in de hut blijven,” vertelt Amina. “Dat is erg saai. Het is er bovendien heel warm, er is bijna geen frisse lucht.” Maar Amina heeft zich niet neergelegd bij een leven in een snikhete hut. Ze is actief geworden als vrijwilliger voor de voedingskliniek die de hulporganisatie Medair in het kamp heeft opgezet. Ze heeft haar eigen 'wijk' in het kamp, waar ze vrouwen met baby’s en kleine kinderen bezoekt. “Ik leg hun uit hoe ze hun kinderen het best kunnen voeden om ondervoeding te voorkomen en ik vertel dat er een kliniek is waar ze hulp kunnen krijgen. Ik vind het leuk om te doen en ik ben er trots op dat ik mensen kan helpen,” vertelt ze. “Met de kleine vergoeding die krijg, kan ik bovendien mijn ouders bijstaan.”
‘Omdat ik een meisje ben, moet ik eigenlijk zo veel mogelijk in de hut blijven’ Ze woont met haar hele familie – in totaal zes mensen – in een hut met twee kamers. De vloer is van aangestampte aarde, een paar plastic stoelen en krukjes vormen het meubilair. Iets meer dan een jaar geleden woonde Amina nog op een boerderij in het dorp Kyauk Pan Du in Myanmar. Haar vader verbouwde rijst en ze hadden koeien en geiten. 30
reportage Rohingya-vrouwen “We kwamen niets tekort, maar we waren wel altijd bang,” vertelt ze, “omdat we Rohingya’s zijn.” De Rohingya’s vormen een moslimminderheid in het boeddhistische Myanmar en worden al jaren onderdrukt. Vorig jaar augustus begon het leger van Myanmar een gewelddadige campagne tegen de Rohingya’s waarbij systematisch dorpen werden aangevallen en in brand gestoken. De inwoners werden verkracht en vermoord. Sindsdien zijn naar schatting 700.000 Rohingya’s naar buurland Bangladesh gevlucht. Het kamp Kutupalong, waar Amina nu woont, groeide samen met een aantal andere kampen uit tot een conglomeratie waar naar schatting 550.000 mensen wonen. Het is het grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Amina herinnert zich alles als de dag van gisteren. “Toen we hoorden dat ze eraan kwamen, vluchtten we met zijn allen de bergen in. Van veraf zagen we dat ons dorp in vlammen opging, dat was vreselijk. Later hoorden we dat mijn oom was vermoord toen hij probeerde te vluchten. We hebben tien dagen lang door de bergen gelopen om Bangladesh te bereiken. We zijn nu alles kwijt, maar in dit kamp hoeven we niet meer bang te zijn. En ik ben blij dat ik als vrijwilliger de moeders hier kan ondersteunen.” In de voedingskliniek waar Amina vrijwilligerswerk doet, bladert de Nederlandse verpleegkundige Astrid Klomp (36) door de patiëntendossiers om te kijken of er nog bijzondere gevallen zijn. Zij heeft de kliniek opgezet en het is haar grote passie om Rohingya-vrouwen te helpen. “Want zij hebben het extra zwaar,” zegt ze. “Ik zie dat zij de laatsten zijn die aandacht krijgen en bijna alles moeten dragen: de zorg voor de kinderen en de zorg voor het huis. Ze krijgen heel weinig tot geen steun. Daardoor realiseer ik me hoe bevoorrecht ik ben en het geeft mij een verantwoordelijkheid tegenover deze vrouwen, om voor hen in de bres te staan.” In de kliniek biedt ze hulp aan ondervoede kinderen, zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven. “Bijna dertig procent van deze vrouwen is ondervoed,” vertelt ze. “We weten niet precies waarom het juist hen treft. Vrouwen zorgen natuurlijk altijd eerst dat de kinderen genoeg hebben. Van het World Food Program krijgen de mensen hier alleen rijst, linzen en olie. Als je geen geld hebt om daar wat groente en fruit bij te kopen, OPZIJ 2018/2019 NR. 8
31
reportage Rohingya-vrouwen is dat niet voldoende.” De kliniek is een vriendelijk gebouw van bamboe en het is er behoorlijk druk. Vrouwen met baby’s zitten te wachten onder het afdak, terwijl de wat grotere kinderen luidruchtig spelen op de binnenplaats. In de verzengende middaghitte dragen de meeste vrouwen gezichtssluiers en lange jassen. Deze vrouwen worstelen niet alleen met ondervoeding, velen van hen hebben tijdens de aanval op hun dorp hun man verloren en staan er alleen voor. Sommigen hebben seksueel geweld meegemaakt of hebben gezien hoe familieleden zijn vermoord. “In onze kliniek krijgen de vrouwen niet alleen extra voeding. Het is ook een plek waar ze even uit huis zijn, andere vrouwen kunnen ontmoeten en wat positieve aandacht krijgen,” zegt Klomp. “Het is mooi werk om te doen. Je ziet mensen opknappen.” Ze vertelt dat ze als jong meisje al de hulpverlening in wilde. Dat het vanzelfsprekend is om anderen te helpen, leerde ze van haar ouders die ontwikkelingswerk deden. “Ik wist al heel jong dat de wereld groter is dan mijn achtertuin,” zegt ze. “Als kind las ik een boek over een vrouw in China die straatkinderen in huis nam. Dat raakte mij, dat wilde ik ook!” Ze studeerde verpleegkunde en deed haar eerste ervaring met ontwikkelingswerk op in een sloppenwijk in New Delhi, in een gezondheidscentrum en op een kleuterschool. Maar ze wilde meer dan alleen kleinschalig werk in een sloppenwijk. “Uiteindelijk kwam ik terecht bij de hulporganisatie Medair, die me als voedingsmanager naar Zuid-Soedan stuurde. Dat was behoorlijk heftig. Ik zat helemaal in het noorden, waar we zo goed als de enige hulporganisatie waren voor 50.000 mensen. Ik zag kinderen sterven van de honger en dat greep me aan. Er waren veel mensen ondervoed en ik zag de wanhoop in hun ogen. Maar het idee dat ik daar ben en iets doe, helpt.” Toen ze hoorde over de Rohingyacrisis, hoopte ze meteen dat ze daar zou mogen helpen. En inderdaad 32
werd ze ruim een half jaar geleden naar Kutupalong uitgezonden. Makkelijk is het niet. Ze maakt lange dagen en woont in een eenvoudige hotelkamer in een vreemd land, ver van familie en vrienden – ze heeft geen partner – en dat kan eenzaam zijn. “Als ik word uitgezonden naar een crisisgebied, ken ik daar niemand. Ik moet altijd weer nieuwe vriendschappen opbouwen en ik moet ook weer afscheid nemen van die vrienden. Maar het geeft mij veel voldoening als ik zie dat vrouwen en kinderen naar onze kliniek komen en we hen kunnen helpen.”
reportage Rohingya-vrouwen
‘In onze kliniek krijgen de vrouwen niet alleen extra voeding. Het is ook een plek waar ze even uit huis zijn, andere vrouwen kunnen ontmoeten en wat positieve aandacht krijgen’
WAAROM ZWIJGT AUNG SAN SUU KYI Aung San Suu Kyi, de leider van de burgerregering in Myanmar, streedjarenlang op moedige wijze voor mensenrechten en democratie in haar land, en dat terwijl ze onder huisarrest zat. Ze ontving daarvoor meerdere onderscheidingen, waaronder de Nobelprijs voor de Vrede. Ze verbaasde de wereld doordat ze het niet opnam voor de Rohingya's. We vroegen journalist en Myanmar-kenner Minka Nijhuis wat daar achter zit. “Vanaf het moment dat Aung San Suu Kyi de politieke arena instapte, was het duidelijk dat het leger nog steeds veel macht had. Ze koos er daarom voor de relatie met het leger werkbaar te houden om het land in democratischer vaarwater te krijgen. Maar dat betekende wel dat ze haar mond moest houden over de vervolging van de Rohingya's. Aung San Suu Kyi is bovendien iemand die koppig kan zijn. Ze heeft zich afgesloten voor deskundigen die haar kunnen informeren over wat er werkelijk is gebeurd met de Rohingya's. En ze krijgt voortdurend desinformatie van het leger. Daarnaast is een deel van de bevolking van Myanmar sterk anti-moslim en antiRohingya. Ik denk dat ze ook bang is om haar achterban kwijt te raken als ze het voor de Rohingya’s opneemt. Het heeft iets van een Griekse tragedie. Ze leidt als machthebber een geïsoleerd bestaan en heeft alleen lakeien om zich heen die haar niet tegenspreken. En onder huisarrest het morele gelijk aan je kant hebben, is iets heel anders dan in een uiterst complexe politieke arena een land te moeten leiden. Dat heeft ze onderschat. Als ik naar haar kijk, zie ik iemand die de regie kwijt is en verhard is. Ze is uitgeput en een schim van haar vroegere zelf. Zij is nu terecht het doelwit van veel internationale kritiek, al mogen we niet vergeten dat het leger van Myanmar de echte boosdoener is. Maar zij is door haar zwijgen wel medeplichtig.”
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
33
Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries ™
reportage Rohingya-vrouwen Het zijn niet alleen buitenlandse hulpverleners en Rohingyavrijwilligers die zich inzetten om het leven in het kamp draaglijker te maken voor vrouwen – er zijn ook hulpverleners uit Bangladesh die zich hier inzetten. Een van hen is vroedvrouw Jesmin Akter (22). Zij reist elke dag drie uur heen en drie uur terug om hulp te bieden in een kliniek voor primaire gezondheidszorg in het kamp. Eerst twee uur met de auto – als het meezit met de files – en vervolgens een zware wandeling door de hitte en de modder naar de andere kant van het kamp waar de kliniek staat. “Geen probleem,” glimlacht ze. “Ik ben sterk.” Jesmin komt uit Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, maar ze is voor dit werk helemaal naar de stad Cox’s Bazar in het zuiden verhuisd. Het is haar eerste baan en ze is de enige vrouw in de kliniek. Wat zij doet, is voor een jonge vrouw in het streng islamitische Bangladesh bepaald niet vanzelfsprekend. “Niet alle ouders geven hun dochter die vrijheid, maar mijn ouders vinden het prachtig dat ik dit doe,” zegt ze. “Bij ons in de familie werkt iedereen in de zorg. Mijn vader is dokter en mijn broer is apotheker.” Net als Astrid Klomp droomde ze op jonge leeftijd al van een leven waarin ze mensen zou kunnen helpen. “Ik wilde eerst bij de politie. Maar mijn vader adviseerde me om vroedvrouw te worden,” zegt ze. “Toen ik op het nieuws hoorde wat er gebeurde met de Rohingya's, dacht ik meteen: hoe kan ik helpen? En toen kreeg ik de kans om hier te komen werken.” In de kliniek ziet ze regelmatig vrouwen die getraumatiseerd en depressief zijn, vertelt ze. “Ik denk dat ze seksueel geweld hebben meegemaakt en dat vind ik heel erg. Ze praten niet makkelijk over wat met hen is gebeurd, daarom verwijs ik hen door naar een speciale organisatie. Ik zie ook vrouwen van wie ik vermoed dat ze slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Zo’n kamp is helemaal volgepakt met mensen en dat kan tot spanningen leiden, ook 34
binnenshuis. Als ik blauwe plekken zie, vraag ik ernaar. Soms wil zo’n vrouw er niets over zeggen. Dan neem ik haar apart en vaak praat ze dan wel.” Ze glimlacht en zegt: “Ik vind het fijn om hier te werken. De Rohingya’s zijn lieve mensen. Ik ben me ervan bewust dat ze vreselijke dingen hebben meegemaakt. Ik wil ze zo goed mogelijk helpen, zodat ze zich weer wat beter voelen.” Ze verontschuldigt zich, want ze moet weer aan het werk. De kliniek is volgestroomd met mensen die medische hulp nodig hebben. Onder hen bevindt zich Kalesa Begum (30) met haar twee zoontjes van drie en vier – de oudste heeft een huidprobleem. Kalesa is een vrouw met zachte bruine ogen en een warme glimlach. Ze vertelt dat ze samen met haar man vluchtte toen het leger haar dorp aanviel. Maar eenmaal in het kamp nam hij een tweede vrouw en liet haar en hun twee kinderen aan hun lot over. “Nu sta ik er alleen voor en dat is moeilijk,” vertelt ze. “Ik heb geen man om de rijst en de olie die worden uitgedeeld te halen, dus ik moet zelf gaan. Het is ver lopen en flink sjouwen. Ik heb niemand die me beschermt. ’s Nachts slaap ik slecht omdat ik bang ben dat iemand mijn hut zal binnendringen. Ik heb niets meer, want ik heb zelfs mijn kleren achtergelaten tijdens de vlucht. Maar ik moet doorgaan, ik kan niet anders. Voor mijn kinderen moet ik sterk zijn.”
De dag is ten einde en Astrid Klomp baant zich een weg over het smalle, drukke pad dat door het kamp voert. Om haar heen een zee van hutten waar in een jaar tijd allerlei winkeltjes en bedrijfjes zijn opgedoken. Je kunt er groente en vis kopen, maar ook je haar laten knippen, een jurk laten maken of je telefoon opladen. Overal zwerven blote kinderen en haasten dragers zich met vrachten brandhout voorbij. Veel van die dragers zijn niet ouder dan vijftien jaar. “Wat mij het meest aangrijpt, is dat er geen oplossing is voor deze mensen,” zegt Astrid. “Ze kunnen niet terug naar Myanmar en Bangladesh wil ze ook niet hebben. Hun situatie is vrij hopeloos en daar kunnen wij niets aan doen. We kunnen alleen proberen zo goed mogelijk hulp te bieden.” O
™ De Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries beheert een uitgeeffonds dat verwant is aan de fondsen van Uitgeverij Verbum te Hilversum en Uitgeverij U2pi te Den Haag. De uitgaven worden kosteloos toegezonden. Per boek wordt aanvragers ter kennismaking verzocht een vrijwillige donatie te storten op stichtingsrekeningnummer IBAN NL46 INGB 0007 3604 25 t.n.v. Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, deze bijdrage komt ten goede aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. BESTUUR:
Monique van der Borg (voorzitter) Eduard de Vries (vice-voorzitter) Helma de Boer (secretaris) Roeland Spijkerman (penningmeester)
Dolly Bönnekamp (lid) Jaap de Jong (lid) Saskia Roeda (lid)
Aanschrijfadres: Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, p/a Prins Hendriklaan 9B, 3743 KA Baarn; e-mailadres: nmw.de.vries@planet.nl
Jan Best doceerdeJan mediterrane Best doceerde pre- mediterrane en protohistorie pre- aan en protohistorie aan de Universiteit van deAmsterdam, Universiteit van en was Amsterdam, mede-oprichter en was mede-oprichter van de Alverna Research van de Alverna Group, Research die gespecialiseerd Group, diewas gespecialiseerd was in de ontcijfering in van denog ontcijfering onbekende vanschriften. nog onbekende schriften. www.jangpbest.nlwww.jangpbest.nl
portret Michelle Obama
portret Michelle Obama
hoogste
lat gehaald
“Vrouwen krijgen zo vaak kwetsende opmerkingen te horen dat we niet eens meer merken dat ze kwetsend zijn.” Michelle Obama kan het weten, want in de acht jaar dat zij first lady was, kreeg ze het nodige te verduren. “Ik ben zowel opgehemeld als de machtigste vrouw in de wereld, als neergesabeld als die boze zwarte vrouw.” Portret van de eerste zwarte presidentsvrouw, die bewust een stap opzij deed en zonder betaalde baan een feministisch icoon werd. DOOR K AR I - AN N E FY GI
36
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
37
portret Michelle Obama
S
tel, je bent een moderne vrouw met een succesvolle carrière en je barst van de ambitie. Je naam is Michelle LaVaughn Robinson Obama, je bent hoogbegaafd en afgestudeerd aan Princeton en Harvard, twee Ivy League-universiteiten. Op je cv staat onder meer: advocaat, assistent van de burgemeester van Chicago, operationeel directeur van een non-profitorganisatie, adjunct-decaan aan de University of Chicago, operationeel directeur voor gemeenschapszaken en vicepresident externe betrekkingen voor University of Chicago Hospitals. Maar je bent getrouwd met een jurist wier mentor je ooit was bij advocatenkantoor Sidley Austin in Chicago. En die jurist besluit het politieke veld te betreden. En hij komt ver, heel ver. Hij wordt president van de Verenigde Staten. En jij merkt dat zodra je de poort van het Witte Huis doorgaat als vrouw van, dat je wordt teruggeworpen op een traditioneel rollenpatroon. Maar je hebt ook een taak: je bent de eerste zwarte presidentsvrouw en er kleven hele hoge verwachtingen aan je. Hoe laveer je tussen de verwachtingen van je functie, je idealen en je ambitie? Want dat koord waarop je als ambitieuze first lady balanceert is dun. RARE FUNCTIE Het is natuurlijk ook best een rare functie: een first lady krijgt geen salaris en echte macht ontbeert ze. Ze heeft weliswaar personeel dat haar helpt bij de dagelijkse gang van zaken, maar ze heeft geen beschikking over een budget. De positie van een first lady is vooral een symbolische. Hillary Clinton, ook een ambitieuze en gedreven vrouw, ondervond het aan den lijve in de jaren dat haar man president was. Ze wilde haar steentje bijdragen, maar met haar poging het zorgverzekeringsstelsel te hervormen trad ze buiten de gebaande first lady-paden en werd ze genadeloos afgemaakt. Hoe haalde ze het in haar
38
portret Michelle Obama hoofd om aan wetgeving te tornen, zij die niet verkozen is! Clinton had het kunnen weten, want toen ze in de verkiezingscampagne in 1992 in een televisie-interview aangaf dat koekjes bakken niet haar ding was en ze meer in haar mars had, werd ze spreekwoordelijk ook al opgehangen. Niet first lady-like. 17 jaar later, toen het de beurt was aan Michelle Obama, was er niet veel veranderd, mede vanwege de backlash die Hillary Clinton te verduren kreeg en door haar opvolger Laura Bush, die wel goed op de koekjesbakkenmeetlat scoorde en binnen de lijntjes van de traditie bleef. Michelle Obama moest zich dus inhouden. Maar mede daardoor kreeg ze paradoxaal genoeg juist wel meer waardering en ruimte om zich toch uit te spreken over bepaalde zaken. Obama had ongetwijfeld nog méér willen doen, ambitieus als ze was, vermoedt Kirsten Verdel, bestuurskundige, Amerika-deskundige, auteur en stafmedewerker van het nationale campagneteam van Barack Obama in 2008. “Maar die ruimte kun je als first lady niet echt innemen: als je je te veel met politiek gaat bemoeien, komt er weerstand vanuit gekozen politici. Als vrouw-van ben je natuurlijk niet gekozen, dus wordt er van je verwacht dat je je afzijdig houdt van gevoelige politieke issues. Maar dat wist ze van tevoren. Ze heeft zich er echt op ingesteld om een rol op de achtergrond in te nemen.” “Was ze te sterk, fysiek en intellectueel, om een passende first lady te zijn?” vroeg feministe Gloria Steinem zich bij het nadere eind van de Obama-jaren eind 2016 in The New York Times af. Michelle Obama was zeker geen ‘passende’ first lady, ze brak de mal en vond de rol opnieuw uit. De voetsporen die ze in het Witte Huis heeft achtergelaten, zijn die van de eerste zwarte first lady, getrouwd met de eerste zwarte president. Ze heeft zich door die acht jaren heen geslagen, in het volle besef onder een vergrootglas te liggen. Kirsten Verdel: “Bij het kleinste foutje zouden veel mensen al zeggen: ‘zie je
wel’, al dan niet met een racistische ondertoon. En als je dan kijkt naar Michelle Obama, dan heeft zij echt nog niet het kleinste steekje laten vallen. Geen controverse, nooit kwam ze serieus in opspraak met iets. Onderschat dus niet hoe ontzettend veel druk er op de Obama’s stond om dus zo perfect mogelijk te zijn. Van onbesproken gedrag, nooit iets verkeerds kunnen of mogen zeggen. Dat ze dat allemaal hebben kunnen doen is bewonderenswaardig, wat je verder ook van hun politieke voorkeuren vindt. Dat is gewoon knap.” In haar autobiografie Becoming (dat in het Nederlands jammer genoeg als Mijn Verhaal is vertaald) zegt Obama dat ze beseft dat ze als zwarte vrouw veel ‘eerste stappen’ heeft gezet. Ze slechtte een hoop barrières als het gaat om perceptie en was een voorbeeld voor velen. The Atlantic noemde haar in november dit jaar dan ook niet voor niets ‘een van de meest formidabele politieke figuren in de recente geschiedenis’. Verdel stelt dat Michelle Obama een rolmodel voor veel Amerikanen is. “Met name voor zwarte vrouwen en meisjes was zij een lichtend voorbeeld. Veel gekleurde mensen in Amerika voelen zich achtergesteld op witte Amerikanen, wat zich op tal van manieren uit. Bijvoorbeeld door de veel grotere kans om te worden aangehouden ‘while black’. Of doordat complete zwarte gemeenschappen minder goed worden geholpen dan de witte bij rampen zoals met Katrina in New Orleans of vorig jaar op Puerto Rico. Dat er in 2009 ineens een zwarte president in het Witte Huis kwam was voor hen een baken van hoop. En Michelle Obama als eerste zwarte first lady was dat dus ook.” Hoe baanbrekend haar aanwezigheid in het Witte Huis was, is bijvoorbeeld al te zien op haar eerste officiële portret. In 2009 poseerde ze voor het schilderij van de derde president van de Verenigde Staten, Thomas Jefferson. Een zwarte presidentsvrouw, een afstammelinge van slaven, voor het portret van een slavenhouder die zes kinderen bij een
slavin verwerkte. Of zoals Obama zelf zei: “Ik word elke ochtend wakker in een huis gebouwd door slaven. En ik zie mijn dochters, twee prachtige, intelligente, zwarte, jonge vrouwen met hun honden op het grasveld spelen.” Maar ze heeft zichzelf nooit een seconde wijsgemaakt dat ze als first lady vlot in een glamoureuze, makkelijke rol zou kunnen glijden: “Niemand bij wie de woorden ‘eerste’ en ‘zwart’ horen, heeft die illusie.” ANGRY BLACK WOMAN Michelle Obama moest zichzelf voortdurend herijken om een electoraat tevreden te stellen wier ideeën over zwarte vrouwen gevormd bleven door witte dominantie. Wat dat onder andere inhield? Ze moest ontwikkeld over te komen, maar niet te intimiderend, verzorgd maar niet te kakkerig, warm maar niet te los, sentimenteel maar niet te warmbloedig. Maar het allerbelangrijkste: ze mocht geen ‘boze zwarte vrouw’ zijn! Maar voor de tegenstanders van Obama was ze dat wel: een boze, zwarte vrouw die haar plek niet kende. Tijdens de eerste campagne in 2008 rees de vraag in de media: is de publieke aanwezigheid van Michelle Obama een pluspunt voor haar man of is ze juist een blok aan zijn been? Want ze was nadrukkelijk aanwezig en schuwde niet haar mening te geven. Ze had in 2008 zelfs het lef te zeggen dat ze voor het ‘eerst echt trots’ op haar land was, nu haar man meedeed in de race naar het Witte Huis. Ondankbare, nietvaderlandslievende, zwarte vrouw. Bovendien, ze was eigenlijk best wel erg zwart. Wat als ze iets lichter getint zou zijn? En niet zo onvrouwelijk groot? Dan zou ze vast anders worden benaderd, zei een zwarte vrouw op de nationale Amerikaanse radio. Michelle Obama zag artikelkoppen in de media voorbijkomen als: ‘Haar uiterlijk: vorstelijk of intimiderend?‘ Waar haar man te maken had met afkeer vanwege zijn huidskleur en xenofobie (was hij wel een
echte Amerikaan?), kwam er bij haar nog een sausje van raciaal seksisme bovenop. Volgens sommige criticasters overschaduwde ze Barack, ze zou hem ‘ontmannen’, een stereotypering die vaker door witte Amerikanen wordt gebruikt als het gaat om intelligente zwarte vrouwen met eigen gedachten en gevoelens. Zoals schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie in 2016 in The New York Times schreef: “Amerika’s goedkoopste karikatuur werd op haar geplakt: die van de boze zwarte vrouw. Het is vrouwen in het algemeen niet toegestaan om boos te zijn, maar als het zwarte Amerikaanse vrouwen betreft komt daar nog eens bij dat ze zich onvoldoende dankbaar tonen als ze boos zijn. Hoe meer ze kruipen, hoe
‘Want dat koord waarop je als ambitieuze first lady balanceert is dun’ beter, alsof hun burgerschap iets is dat voor hen niet vanzelfsprekend is.” Over de ‘boze zwarte vrouw’typering zegt ze zelf: “Het is opmerkelijk hoe stereotyperingen als een val kunnen werken. Hoeveel ‘boze, zwarte vrouwen’ zitten gevangen in die vicieuze cirkelredenering? Als er niet naar je wordt geluisterd, waarom zou je dan niet gaan schreeuwen? Als je wordt weggezet als boos of emotioneel, zorgt dit er dan niet juist voor dat je boos wordt? “Vanaf het moment dat ik met enige tegenzin het publieke leven instapte, ben ik zowel opgehemeld als de machtigste vrouw in de wereld en neergesabeld als die boze zwarte vrouw”, schrijft ze in Becoming. Ze vraagt zich af wat haar tegenstanders
het belangrijkste vinden: dat ze boos is of zwart? De onoprechtheid en de onfatsoenlijkheid in de politiek ervoer ze als kwetsend en maakte haar vaak boos. Ze ging lachend met mensen op de foto die haar man op nationale televisie hadden uitgescholden, omdat zij wel graag een herinnering voor op de schoorsteenmantel wilden. “Ik hoorde over de donkere krochten van het internet waar alles over mij in twijfel werd getrokken, tot en met of ik eigenlijk wel een vrouw was,” zo schrijft ze. Haar gespierde bovenarmen bijvoorbeeld zouden haar te mannelijk maken, net als haar lengte (ze is 1 meter 80). Een ambtenaar noemde haar in 2017 een ‘aap op hakken’ en vijf jaar eerder vond een congreslid het nodig te melden dat Michelle naar zijn mening een wel ‘erg dikke kont’ had. Ze zegt dat de beledigingen die echt gemeend zijn, het hardst aankomen. De aap op hakken-uitspraak bijvoorbeeld, maar ze gaf ook aan dat het pijn doet dat als mensen haar na acht jaar hard werken nog niet serieus nemen, domweg omdat ze zwart en vrouw is. En je kunt niet doen alsof die opmerkingen je niet raken, zegt ze. Want dan winnen ze. “Vrouwen worden zo vaak gekwetst dat we niet eens meer merken dat het kwetsende opmerkingen zijn. ‘Het zijn allemaal kleine snijwonden en we bloeden elke dag. Maar we gaan door.” INGEBOUWDE ONGELIJKHEID Obama is nooit een groot fan van de politieke loopbaan van haar echtgenoot geweest. Niet toen hij senator was, niet toen hij president was. Hoewel ze hem steunde en campagne voor hem voerde, wogen de nadelen van zijn politieke pad soms zwaar voor haar. Niet alleen vanwege de druk die het op het gezin Obama gaf, maar ook wat betreft haar eigen carrière. Ze streefden in hun relatie naar gelijkwaardigheid en in hun privéleven lukte dat aardig als het ging om het bestieren van de huishouding en de opvoeding van hun twee dochters. Maar op zakelijk OPZIJ 2018 NR. 8
39
portret Michelle Obama vlak kwam er bitter weinig van terecht en dat had zijn weerslag op hun relatie. Het huwelijk was mede daarom niet altijd makkelijk, zo bekent ze in haar autobiografie. Toen duidelijk werd dat het krijgen van kinderen niet op de natuurlijke manier zou lukken en een IVF-traject noodzakelijk was, merkte ze voor het eerst wrevel als het om Baracks werklust ging. “Of wellicht ervaarde ik de acute last van het vrouw-zijn,” schrijft ze. Natuurlijk had hij zich ingelezen
‘Vrouwen leggen nog steeds de lat veel hoger voor elkaar dan voor mannen’ in alle IVF-literatuur en wist hij er alles van, “maar zijn enige taak was zijn sperma bij de dokter inleveren.” Natuurlijk is het niet de fout van haar man, schrijft ze, maar toch was ze pissig over de ingebouwde ongelijkheid. Hij kon zijn gang gaan en zij moest het hele proces van zwanger worden doorstaan. Toen haar eerste zwangerschap in een miskraam eindigde, voelde ze zich alleen, want haar man was druk met zijn politieke carrière. Maar dat is verwarrend voor elke vrouw die gelijkheid in de relatie belangrijk vindt, meent Michelle. Ze paste zich aan de nieuwe situatie aan en zette haar ‘passie en carrièredromen in de koelkast om dit deel van onze droom (het stichten van een gezin – red.) te kunnen vervullen.’ Toch bleef het lastig, ook nadat hun dochters waren geboren. Barack was senator en vaak weg, Michelle een fulltime werkende moeder met een ‘parttime echtgenoot’, zoals ze schrijft. Zijn drukke bestaan, politieke ambitie en onvermogen om goed te plannen zorgden voor veel spanning in de relatie. Therapie bood uitkomst en leerde Michelle Obama 40
portret Michelle Obama haar leven met meer plezier te leiden zonder dat Barack zijn politieke carrière moest beëindigen. En ze vond het belangrijk om een voorbeeld voor haar dochters te stellen. Ze wilde niet dat zij zouden denken dat het leven pas begint als de man des huizes thuiskomt. “Er werd niet op papa gewacht,” schrijft ze. “Hij moest nu maar zijn best doen om ons bij te houden.” ROL IN HET WITTE HUIS In een interview met Jodi Kantor van The New York Times zei ze: “Het is duidelijk dat de beslissingen in Baracks carrière leidend zijn in ons leven. Het zijn niet mijn beslissingen geweest. Ik ben getrouwd met de president van de Verenigde Staten. Ik heb geen andere baan, dat kan ook niet in deze positie.” Haar positie in het Witte Huis was er mede een van: stand by your man, een belangrijke taak voor een first lady in het familiegeoriënteerd land dat de Verenigde Staten zijn. Als ze Barack vergezelde bij bijeenkomsten of reizen, groeide zijn populariteit, zo bleek uit peilingen. Zeker als hun dochters er ook bij waren. Ze noemde zichzelf in de Witte Huis-jaren ‘mom in chief’. Haar belangrijkste taak was het opvoeden van hun twee dochters, maar op de achtergrond was ze zeker wel van invloed op het reilen en zeilen van het Witte Huis. In het begin van zijn presidentschap had Barack een imagoprobleem, hij zou te kil en te weinig empathisch overkomen. Michelle besloot hier iets aan te doen. Ze liet onder meer mensen in de omgeving van haar man vervangen, zodat hij beter advies kreeg en zorgde ervoor dat er op een andere manier werd gewerkt. Als first lady zette ze zich in voor ogenschijnlijk weinig controversiële kwesties: ze promootte betere voeding voor kinderen om obesitas tegen te gaan in de Let’s Movecampagne, ze stond klaar voor militaire families en vestigde met het onderwijsinitiatief Let Girls Learn aandacht op het gebrek aan goed onderwijs voor veel meisjes in de wereld. Met Reach Higher moedigde
ze jongeren aan om door te studeren. Haar taken waren vrij traditioneel, maar doordat ze weinig controversieel waren – wie is er bijvoorbeeld tegen dat kinderen niet dik worden? – kon ze vervolgens wel de agenda bepalen. Het zorgde ervoor dat ze buiten het politieke slagveld bleef en zo zachtjes aan wel politieke invloed kon uitoefenen in toespraken en andere belangrijke momenten. “Iedereen weet zich nog wel de moestuin in het Witte Huis te herinneren bijvoorbeeld,” zegt Kirsten Verdel. ‘Goede voorbeelden op het hoogste niveau zijn ontzettend belangrijk. Goed voorbeeld doet volgen, dat cliché is grotendeels waar.” Obama knoopte haar Let’s Movecampagne aan het grootste binnenlandse agendapunt van de regering-Obama: de hervorming van de gezondheidszorg. Ze kreeg er in 2010 zelfs wetgeving doorheen: de Healthy, Hunger-Free Kids-wet: gezondere voeding op scholen en meer toegang voor scholieren tot schoollunches, ook als ze er geen geld voor hadden. Een wet door het Congres krijgen, dat is niet veel vrouwen in die symbolische functie gelukt. DONALD TRUMP ‘When they go low, we go high.’ Michelle Obama gaf met deze inmiddels gevleugelde uitspraak tijdens de Democratische conventie in 2016 het goede voorbeeld. Maar dat houdt niet in dat ze haar mond houdt als het gaat om de opvolger van haar man, de personifiëring van alles wat ‘low’ en verderfelijk is in de Amerikaanse politiek: Donald Trump. Michelle zal de 45ste president nooit vergeven voor zijn racistische uitlatingen en het feit dat hij jarenlang beweerde dat haar man niet op Hawaii is geboren maar in Kenia, het geboorteland van zijn vader. Dat Trump twijfel zaaide over het Amerikaanse burgerschap van Barack Obama noemt ze in haar autobiografie krankzinnig, kwalijk en gevaarlijk. “De onderliggende onverdraagzaamheid en xenofobie is nauwelijks verborgen.” Het is niet de eerste keer dat ze gruwelt van
de huidige inwoner van het Witte Huis. In oktober 2016 sprak ze haar afschuw al uit over Trump. “Ik kan niet geloven dat een Amerikaanse presidentskandidaat opschept over vrouwen aanranden.” Wat ze ook onvoorstelbaar vindt is dat Hillary Clinton in 2016 54 procent van de vrouwelijke stemmen ontving, maar de meerderheid van de witte vrouwen voor Trump ging. Elke vrouw die tegen Hillary Clinton stemde, stemde eigenlijk tegen zichzelf, meent Michelle. “Het gaat mij niet zozeer om wat de uitslag voor Hillary betekent. Nee, wat betekent het voor ons vrouwen? Dat je naar de twee kandidaten kijkt en dat je als vrouw zegt: Die vent. Die is beter voor mij. Zijn geluid spreekt mij meer aan. Dan geef je aan dat je niet van je eigen geluid houdt. Je hebt een voorkeur voor datgene waarvan je wordt verteld dat je daar de voorkeur aan moet geven.” Vrouwen leggen nog steeds de lat veel hoger voor elkaar dan voor mannen, zegt ze.
aangeeft dat mensen geen flauw idee hebben hoe zwaar het is om president te zijn. Ze windt er geen doekjes om in Becoming: “Ik zeg het hier duidelijk. Ik heb geen enkele intentie om me verkiesbaar te stellen. Ik ben nooit een fan van de politiek geweest, en mijn ervaring op dat gebied de afgelopen
tien jaar heeft daar bar weinig verandering in gebracht.” Maar, zoals ze zei tegen Vogue in 2016, ze zal zich wel altijd inzetten voor de maatschappij en de publieke sector: “Ik voel me blij als ik mijn talenten gebruik om mensen te helpen.” Het stellen van een goed voorbeeld. O
NIEUW TIJDPERK Voor Michelle Obama is met het schrijven van haar autobiografie een nieuw tijdperk aangebroken, zegt ze zelf. Haar dochters zijn groot en gaan hun eigen weg en haar man is president-af, de rol van first lady ligt achter haar. Ze geeft zichzelf nu de ruimte om op zoek te gaan naar haarzelf. Ze laat regelmatig van zich horen in toespraken, in panels en op conferenties en trekt fel van leer als het gaat om de pogingen van de regering-Trump om de hervormingen in de gezondheidszorg terug te draaien. Ze spreekt zich uit voor strengere wapenwetgeving, voor homorechten én ze zet zich in voor de non-profitorganisatie Obama Foundation met onder andere het onderwijsinitiatief Global Girls Alliance, wat in het verlengde ligt van Let Girls Learn. En nee, ze zal naar eigen zeggen écht niet voor het presidentschap gaan. Hoe trending hashtags als #Michelle2020 ook kunnen worden. Ze zei tegen Oprah Winfrey dat de roep om haar als president OPZIJ 2018/2019 NR. 8
41
uit de autobiografie Michelle Obama
uit de autobiografie Michelle Obama In hoofdstuk 15 van haar autobiografie wordt duidelijk wat de overwegingen zijn voor de keuzes die ze heeft moeten maken in haar leven met Barack. Hoe laveer je tussen je idealen, je ambitie en die van je man?
A
an Clybourn Avenue in Chicago, net ten noorden van het centrum, zat een vreemd paradijs, klaarblijkelijk geschapen voor de werkende ouder, klaarblijkelijk voor mij: een standaard, bijzonder Amerikaans, compleet winkelcentrum. Van alle grote ketens zaten er vestigingen, zoals een BabyGap, een Best Buy, een Gymboree en een CVS-drogist, plus nog een handvol andere winkels, kleine en grote, allemaal bedoeld om elke urgente klantbehoefte direct te bevredigen, of het nu ging om een afvoerontstopper, een rijpe avocado of een kinderbadmuts. Vlakbij zaten ook een Container Store en een Chipotle, wat het paradijs nog paradijselijker maakte. Dit was mijn plekje. Ik kon parkeren, twee of drie winkels binnenrennen, een kom burrito’s meepikken en binnen zestig minuten terug zijn achter mijn bureau. Ik schitterde in de middagpauzeblitz – het vervangen van verdwenen sokken, het aanschaffen van cadeautjes voor welke vijfjarige dan ook die zaterdag een partijtje gaf, het aanvullen van de voorraad vruchtensappakken en eenpersoonsbekertjes appelmoes.
42
Sasha en Malia waren nu drie en zes jaar oud, pittig, slim en in de groei. Ik was buiten adem van hun energie. Wat de incidentele aantrekkingskracht van een winkelcentrum alleen maar groter maakte. Het kwam voor dat ik alleen in mijn auto zat en mijn fastfood at en naar de radio luisterde, overmand door opluchting, onder de indruk van mijn eigen efficiëntie. Zo was het leven met kleine kinderen. Dit ging weleens door voor een kunststukje. Ik had de appelmoes. Ik at een maaltijd. Iedereen leefde nog. Kijk eens hoe goed ik het voor elkaar heb, wilde ik op die momenten zeggen tegen mijn nul toehoorders. Ziet iedereen wel dat het me lukt? Dit was ik toen ik veertig was, een beetje June Cleaver, een beetje Mary Tyler Moore. Op mijn betere dagen gaf ik mezelf de eer dat ik hiervoor had gezorgd. De balans in mijn leven was alleen van afstand in orde, en alleen als je niet zo goed keek, maar er was tenminste iets wat op balans leek. De baan in het ziekenhuis was een goede baan gebleken, uitdagend en bevredigend, en een die aansloot op mijn overtuigingen. Het verbaasde me eigenlijk dat de meeste medewerkers van een grote, gerespecteerde instelling als het medisch centrum van een universiteit, dat met negenenvijftighonderd werknemers traditioneel werd geleid door vooral academici die medisch onderzoek deden en artikelen schreven, de buurt rondom het ziekenhuis blijkbaar zo angstaanjagend vonden dat ze nog geen straat buiten de campus durfden over te steken. Voor mij was die angst een stimulans. Daarvoor stond ik ’s morgens op. Het grootste deel van mijn leven had ik met die barrières geleefd, had ik gezien hoe zenuwachtig witte mensen waren in mijn buurt, nam ik alle subtiele manieren in me op van mensen met enige invloed, die weg wilden komen uit de gemeenschap waarin ik geboren ben en naar welvarender woonwijken wilden verhuizen, die steeds verder weg leken te ontstaan. Dit was een uitnodiging om er iets aan te doen, om die barrières te slechten waar ik kon, vooral door mensen aan te moedigen elkaar te leren kennen. Ik kreeg veel steun van mijn nieuwe baas, de vrijheid om mijn eigen programma op te stellen en een sterkere band te smeden tussen het ziekenhuis en de omliggende gemeenschap. Ik begon met één medewerker, maar had al gauw een team van tweeëntwintig. Ik begon programma’s om ziekenhuispersoneel en bestuursleden mee te nemen naar de buurten van de South Side, liet hen bezoeken brengen aan buurthuizen en scholen, liet hen zich opgeven als tutors, mentoren of juryleden van natuurkundewedstrijden, haalde hen over om de plaatselijke barbecuetentjes eens te proberen. We haalden jongeren het ziekenhuis binnen om ze mee te laten lopen met personeelsleden, maakten een programma om meer mensen uit de buurt vrijwilligerswerk in het ziekenhuis te laten doen en werkten samen met een zomercursus van de geneeskundeopleiding om middelbareschoolleerlingen in de buurt aan te moedigen medicijnen te gaan studeren. Nadat ik me was gaan realiseren dat het ziekenhuis een
beter beleid kon voeren waar het ging om het inhuren van bedrijven van minderheden en vrouwen voor verschillende werkzaamheden, was ik ook nog betrokken bij de oprichting van het Office of Business Diversity. En dan was er nog het probleem van de opname van mensen die dringend medische hulp nodig hadden. De South Side had ruim een miljoen inwoners en een enorm gebrek aan medische voorzieningen, terwijl de bevolking onevenredig zwaar werd getroffen door uiteenlopende chronische kwalen die vooral armen lijken te treffen – astma, diabetes, hoge bloeddruk, hartaandoeningen. Een enorm aantal van deze mensen had geen ziektekostenverzekering en velen waren afhankelijk van Medicaid, een door de federale overheid en de staten gefinancierd programma van medische hulpverlening aan de allerarmsten. De afdeling spoedeisende hulp zat dan ook regelmatig overvol patiënten, die vaak helemaal geen noodhulp nodig hadden of die zo lang niets hadden gedaan om hun kwaal te voorkomen, dat ze nu direct hulp nodig hadden. Het probleem was groot, duur, inefficiënt en stressvol voor iedereen die ermee te maken had. Een bezoek aan de spoedeisende hulp bracht ook geen enkele verbetering in iemands gezondheid op langere termijn. Het aanpakken van dit probleem werd voor mij een belangrijk aandachtspunt. We begonnen met het aannemen en opleiden van patiëntvertegenwoordigers – voornamelijk vriendelijke, behulpzame mensen uit de buurt – die bij patiënten op de spoedeisende hulp gingen zitten om hen te helpen met het maken van vervolgafspraken in gezondheidscentra in de wijk en hen te leren waar ze fatsoenlijke en betaalbare zorg konden krijgen. Mijn werk was boeiend en bevredigend en ik moest dan ook oppassen dat het me niet totaal in beslag nam. Ik vond dat ik dat mijn meisjes schuldig was. Ons besluit om Barack zijn carrière verder te laten ontwikkelen – hem de vrijheid te geven zijn dromen vorm te geven en na te jagen – bracht mij ertoe op mijn werk wat gas terug te nemen. Bijna doelbewust had ik mijn ambities enigszins bijgesteld, een stapje teruggedaan waar ik anders een stapje vooruit had gezet. Ik weet niet of iemand in mijn omgeving gezegd zou hebben dat ik niet voldoende deed, maar ik was me maar al te zeer bewust van wat ik allemaal gedaan kon hebben en niet had doorgezet. Er waren bepaalde projecten op kleine schaal waaraan ik weloverwogen niet begon. Er waren jonge werknemers die ik beter had kunnen begeleiden. Je hoort de hele tijd over wat je inlevert als werkende moeder. Dat gold ook voor mij. Ooit was ik iemand die zich volledig op elke taak stortte, maar nu was ik voorzichtiger, hield ik mijn tijd in de gaten omdat ik voldoende energie over moest houden voor het leven thuis. Mijn doelstellingen waren voornamelijk het bewaren van de normale situatie en de stabiliteit, maar die zouden nooit die van Barack worden. We waren beter in staat dit te erkennen en het zo te laten. De een yin, de ander yang. Ik verlangde routine en netheid, hij niet. Hij kon in de oceaan leven, ik had een boot nodig. Als hij thuis was, was hij er OPZIJ 2018/2019 NR. 8
43
column Annemarie Oster AR
uit de autobiografie Michelle Obama
44
andere orde, een grote zus van ieder van ons en iemand die ons hielp afstand te nemen en onze dilemma’s aan te pakken wanneer ze zich voordeden. Ze begreep ons, ze zag onze doelen helder, en ze was beschermend naar ons beiden. Ze had me al eerder in vertrouwen gezegd dat ze er niet van overtuigd was dat Barack zich kandidaat moest stellen voor de Senaat, en dus ging ik die dag naar de brunch met het idee dat mijn argumenten alle steun zouden krijgen. Maar ik had me vergist. Deze strijd om een zetel in de Senaat bood een unieke kans, legde Barack die dag uit. Hij had het gevoel dat hij echt een kans maakte. De zittende senator, Peter Fitzgerald, was een conservatieve Republikein in een steeds Democratischer wordende staat en had moeite de steun te behouden van zijn eigen partij. Vermoedelijk zouden er meer kandidaten meedoen aan de voorverkiezing, hetgeen betekende dat Barack slechts de meeste stemmen nodig had om de Democratische nominatie te winnen. Wat de financiering betreft verzekerde hij me dat hij niets nodig had van onze persoonlijke bankrekeningen. Toen ik hem vroeg waar we van moesten leven als we huizen moesten hebben in Washington en in Chicago, zei hij: ‘Nou, dan schrijf ik nog een boek en dan wordt dat een dik boek, een boek dat geld opbrengt.’ Ik schoot in de lach. Barack was de enige persoon die ik kende met zoveel zelfvertrouwen dat hij dacht dat een boek elk probleem kon oplossen. Hij was net het jongetje uit ‘Sjaak en de bonenstaak’, plaagde ik hem, die het hele vermogen van zijn familie verkoopt voor een handjevol toverbonen omdat hij ervan overtuigd is dat ze iets op gaan brengen, ook al gelooft verder niemand erin. Op alle andere fronten was Baracks logica onthutsend solide. Ik keek naar Valeries gezicht terwijl hij sprak en zag in dat hij snel bij haar scoorde, dat hij een antwoord had op elke vraag van onze kant die begon met: ‘Ja maar, hoe zit het met...?’ Ik wist dat wat hij zei, steekhoudend was, ook al verzette ik me tegen de dwang al die extra uren bij elkaar op te tellen die hij niet bij ons zou zijn, om nog maar niet te spreken over het vooruitzicht van een verhuizing naar Washington. Hoewel we het al jaren hadden over de aanslag die zijn politieke carrière deed op ons als gezin, hield ik van Barack en vertrouwde ik hem. Hij was al een man met twee gezinnen die zijn aandacht verdeelde tussen mij en de meisjes enerzijds, en zijn tweehonderdduizend kiezers in de South Side anderzijds. Zou hem delen met de hele staat Illinois heel anders zijn? Er was geen manier waarop ik dat kon weten, maar ik kon mezelf er ook niet toe brengen zijn ambities te dwarsbomen, die dingen die altijd aan hem trokken om te proberen hoger te reiken. Dus sloten we die dag een deal. O Michelle Obama - Mijn verhaal/Becoming Michelle Obama € 26,99 (Hollands Diep)
ontmoeting
F OT
ook helemaal, speelde hij op de grond met de meisjes, las hij Malia Harry Potter voor, lachte hij om mijn grapjes en omhelsde hij me om ons te herinneren aan zijn liefde en steun voordat hij weer voor een halve week of langer vertrok. We profiteerden van de lege plekken in zijn agenda door uit eten te gaan en op bezoek te gaan bij vrienden. Hij gaf me (weleens) mijn zin door mee te kijken naar Sex and the City. Ik gaf hem (weleens) zijn zin en keek mee naar The Sopranos. Ik had me neergelegd bij het feit dat afwezig zijn een deel van zijn baan was. Leuk vond ik het niet, maar ik had het gevecht ertegen zo goed als opgegeven. Barack kon de dag in een of ander hotel ver weg afsluiten terwijl de politieke strijd broeide en zaken nog niet waren afgerond. Ik leefde voor de bescherming van thuis, voor het besef van compleetheid dat ik elke avond voelde als ik Sasha en Malia in hun bedjes had gestopt en de afwasmachine stond te draaien in de keuken. Ik had trouwens geen andere keus dan me aan te passen aan Baracks periodes van afwezigheid, aangezien er toch nooit een einde aan zou komen. Naast zijn gewone werk was hij weer eens campagne gaan voeren, deze keer voor een zetel in de Senaat van de vs voor de verkiezingen van najaar 2004. In Springfield was hij langzaamaan rusteloos aan het worden, gefrustreerd door het kronkelige pad van de overheid van Illinois en ervan overtuigd dat hij in Washington meer kon bereiken. Ik had talloze redenen om tegen een wedloop te zijn om een zetel in de Senaat te verwerven en ik wist dat hij tegenargumenten had – daarom waren we halverwege 2002 overeengekomen om een informele brunchbijeenkomst te houden met een stuk of tien van onze beste vrienden bij Valerie Jarrett thuis om het hele idee op tafel te leggen en te kijken wat zij ervan vonden. Valerie woonde in een torenflat niet ver bij ons vandaan in Hyde Park. Haar flat was netjes en modern, met witte muren en witte meubels en bossen prachtige orchideeën die kleur gaven aan het geheel. Op dat moment was ze adjunct-directeur van een onroerendgoedmaatschappij en bestuurslid van het medisch centrum van de University of Chicago, het ziekenhuis waar ik werkte. Ze had me gesteund bij Public Allies en geholpen bij het binnenhalen van sponsoren voor alle campagnes van Barack, waarbij ze haar hele netwerk inzette om elke onderneming van onze kant te helpen slagen. Hierdoor, en door haar warme, wijze instelling, was Valerie een heel merkwaardige plaats gaan innemen in ons leven. Onze vriendschap was net zo persoonlijk als zakelijk. En ze was net zozeer mijn vriendin als die van Barack, wat naar mijn ervaring zeldzaam is bij echtparen. Ik had mijn eigen machtige moedersteuntroepen en Barack speelde de weinige vrije tijd die hij had, basketbal met zijn maten. We hadden een paar fantastische vrienden die ook stellen waren, hun kinderen waren vriendjes en vriendinnetjes van onze kinderen, gezinnen waarmee we graag op vakantie gingen. Maar Valerie was van een heel
O PAU L TO L EN A
Annemarie Oster (1942) is cabaretière, zangeres en schrijfster van o.a. Mooi geweest, Over geraniums, Mannetjesmanieren, Zomerbenen en andere leeftijdsfenomenen. Ze woont met haar man in Amsterdam.
op de boulevard
H
oe zal ik hem noemen, mijn onverhoedse bewonderaar die bijna tegen me opbotste op dat vakantie-eiland? Die vrijbuiter uit Friesland die de mediterrane wereld prefereerde boven een burgermansbestaan. Sjoerd? Bouke? Nee, Wytze, lekker Fries. Afgelopen lente was ik even op Bonaire met mijn beste vriendin. Nee, laat ik onze belevenis in de tegenwoordige tijd zetten. Dat verlevendigt het verhaal. Kijk, daar dalen wij de marmeren trap van ons hotel af en belanden pardoes op de van toeristen wemelende boulevard. Eigenlijk heb ik een hekel aan toeristen en een nog grotere hekel aan mezelf als toerist. Maar soms moet ik er even uit en helaas blijk ik daarin niet de enige te zijn. Zoals iedere avond zijn we van zins op een terras een glas wijn te drinken voor we aan tafel gaan. Wij houden van tradities. En van drank. Die vriendin en ik zijn even oud, maar zij ziet er beduidend jonger en aantrekkelijker uit. En heus niet alleen in mijn perceptie. Toegegeven; ik wil mijn licht wel eens wat al teveel onder de korenmaat zetten. Af en toe zie ik er nog best aardig uit. Op mijn manier. Maar haar manier zet net iets meer zoden aan de dijk. Waar wij ons ook vertonen, in een restaurant, café of zoals nu, langs die boulevard, zij heeft bekijks. Ik minder. Hoe ik ook mijn best doe om – op mijn manier – leuk voor de dag te komen, niet te opzichtig maar modieus gekleed en op ‘lange-benen-schoenen’, de mannenblikken blijven een fractie van een seconde op mijn gestalte rusten om zich onmiddellijk te hechten aan
die van haar van hiernaast. Maar wat wil ik nou toch, op deze leeftijd? Nou, net zoveel bekijks als zij! Zolang ik leef – en dat is lang – ben ik gewend aan ambivalente gevoelens, maar van deze combinatie raak ik in de war: jaloezie (met een nog lelijker woord ‘afgunst’) en diepe sympathie – ik ben dol op die vriendin –, bestaat er een meer ontwrichtende tweespalt? En heb ik niet wat interessanters aan mijn hoofd? Maar zie, blijkbaar is dat hoofd nog best het aanzien waard, want net op het moment dat ik mijn eigen aanwezigheid begin te vergeten en zoals ieder normaal mens van de temperatuur en de omgeving geniet, kom ik bijna in aanvaring met een tegenligger: een kloek manspersoon van nog niet eens middelbare leeftijd die me onverholen bewonderend aangaapt. ‘S-sorry’, stamelt hij, maakt een halve buiging en spreidt tegelijkertijd een genereuze arm uit: ‘Gaat uw gang.’ Blijkbaar zien wij er zo Nederlands uit dat wij in onze moerstaal worden toegesproken. Toeristen dus. ‘Dank u,’ zeg ik en mijn vriendin en ik vervolgen onze weg. Even later zitten wij op een terras aan zee honderduit te converseren, want met een vriendin raak je nooit uitgepraat. Ik heb dan ook niet gemerkt wie er naast ons is neergestreken, eh, -gezakt. Maar mijn vriendin stoot me aan. Wel verdorie, daar zit diezelfde vent, in ruststand duidelijk iets ouder. Hij begroet me op bijna liefdevolle wijze. Na te hebben teruggeknikt, kijk ik onmiddellijk weer voor me. Een meisje moet zich hoog
houden, heeft mijn moeder me geleerd. Daar doet mijn vriendin niet aan mee! Met haar allerontvankelijkste gezicht onderwerpt ze onze buurman aan een kruisverhoor. We vernemen dat deze mengeling van Rutger Hauer en Daan Schuurmans jachten aan miljonairs verkoopt, zelf veel en vaak zeilt want verzot is op de zee. Na deze ontboezeming kiezen zijn ogen het ruime sop en zet hij het op een zwijgen. Mijn vriendin weet van geen wijken. Is hij getrouwd? Nee, gescheiden. Ja, er is af en toe een vrouwtje (!) in zijn leven, maar hij woont alleen. Waar? Daar ergens. Hij wijst vaag naar een heuvel in de verte. Zoals meer mannen stelt hij geen enkele wedervraag. Evenmin biedt hij ons iets te drinken aan. Zelf is hij – zoals mijn vriendin later zal vaststellen – ‘de hele avond op die ene pils blijven zitten.’ “Te gierig om te hertrouwen,” zal ik hier op inhaken. Niemand zo to the point als vrouwen onder elkaar. Maar zover zijn we nog niet. Desgevraagd stelt Wytze zich voor: “Wytze”. Nadat mijn vriendin haar naam
Niemand zo to the point als vrouwen onder elkaar heeft genoemd, ben ik aan de beurt. Maar ze is me voor en zegt tot mijn gêne (ze vindt me wereldberoemd): “Je had haar natuurlijk direct herkend!” “Ja”, luidt het stralende antwoord. Hij moet er zelf van blozen. “Wij hebben op dezelfde school gezeten. Ik kwam erop toen u in de zesde zat. In Harlingen. U woonde toen op Vlieland.” En haast verzaligd: “Liesbeth List! Ik heb al uw platen.” O OPZIJ 2018/2019 NR. 8
45
achtergrond Gezondheidszorg
VROUWEN EN MEDISCHE ZORG
DE NOODKLOK
Vrouwen hebben een grote achterstand als het gaat om medische zorg. Maar in de wereld van de gezondheidszorg is nog niet iedereen ervan doordrongen dat er sekseverschillen bestaan. Late of verkeerde diagnoses, verkeerde behandelingen, onnodige ziekte- en sterfgevallen. Hoe zit het met onze inhaalslag? D O O R A L IE S P E G TE L I L L U S TRATI ES L I Z E P R I N S 46
achtergrond Gezondheidszorg
G
ebrek aan onderzoek, gebrek aan kennis, gebrek aan adequate behandelingen en medicijnen. Het ontbreekt de vrouwelijke patiënt in de zorg aan van alles, zo is de laatste jaren duidelijk gebleken. Want de lichamen van mannen en vrouwen zijn biologisch niet hetzelfde, hoewel daar eeuwenlang door medici wel vanuit werd gegaan. Van oudsher is de medische wetenschap vooral gericht op het mannenlichaam. Vrouwen werden buiten de wetenschappelijke onderzoeken gehouden uit angst dat zwangere proefpersonen of vrouwelijke hormoonschommelingen de onderzoeksresultaten ‘vertekenden’. Dit zou de ‘objectiviteit’ van het wetenschappelijk onderzoek in de weg staan. Nog altijd worden in de laboratoria vijf keer zo vaak mannelijke proefdieren gebruikt. Als je vrouwen goed zou willen meenemen in medische onderzoeken, zou je grotere onderzoekspopulaties moeten gebruiken. En dat kost tijd, energie en geld.
“Het is niet zo dat vrouwen bewust buiten beeld zijn gehouden,” zegt Jannet Vaessen, directeur van Women Inc., die zich de afgelopen vijf jaar heeft ingespannen om de zorg in het voordeel van vrouwen te verbeteren. “Maar net als op andere terreinen in de wereld bepaalden mannen in de geneeskunde en farmacie het beleid. Voor het specifieke van het vrouwenlichaam hadden ze een blinde vlek.” Hoe dan ook, onderzoek gebaseerd op mannelijke proefpersonen en mannelijke proefdieren met als uitkomst ‘mannelijke’ medicijnen is nog altijd de norm. Voor veel geneesmiddelen geldt een standaarddosering, terwijl een mannenlichaam het anders kan opnemen dan dat van een vrouw. Vrouwen zijn lichter, kleiner en hebben een hoger vetpercentage dan mannen. En juist hormonale schommelingen zijn er mede de oorzaak van dat een vrouw anders kan reageren op medicijnen. Medicatie is zelden speciaal bedoeld voor vrouwen, vandaar dat ze gemiddeld zestig procent meer kans lopen op bijwerkingen. En zo zijn er tal van verschillen tussen man en vrouw. Waarbij vrouwen over het algemeen (niet altijd) in het nadeel zijn. Een greep uit de verontrustende feiten: het risico op depressie is bij vrouwen twee keer zo groot als bij mannen, vrouwen lijden tweemaal zoveel aan diabetes, zeventig procent van de patiënten met onverklaarbare pijnklachten is vrouw. Het is op z’n zachtsgezegd onrechtvaardig dat de helft van de bevolking in de gezondheidszorg een behandeling krijgt die vooral is toegesneden op de andere sekse. Vrouwen betalen evenveel belasting en premies aan hun zorgverzekeraar, maar ze hebben niet dezelfde kansen op goede gezondheid. Gemiddeld leven vrouwen weliswaar langer, maar de laatste twintig jaar van hun leven doen ze dat in slechtere gezondheid dan mannen. Dat kost ze niet alleen zelf geld, de samenleving betaalt er ook aan mee. Ook als wordt gecorrigeerd op zwangerschap en kraamtijd, maken vrouwen hogere zorgkosten doordat ze vaker in het ziekenhuis belanden. Over het algemeen geldt: Men die quicker but women get sicker.
T
oen ze acht jaar geleden van een cardioloog hoorde dat er veel vrouwen doodgaan omdat er binnen de cardiologie te weinig bekend is over het vrouwenlichaam, kon Jannet Vaessen haar oren niet geloven. Op sociaaleconomisch gebied had de emancipatiebeweging het nodige bereikt, maar de gezondheidszorg was kennelijk ver achtergebleven. Vaessen besloot met haar lobbyclub Women Inc. die ijvert voor gelijke kansen voor man en vrouw, zich op het gezondheidszorgterrein te begeven. Ze ontdekte dat er op verscheidene vakgebieden al enkele artsen opereerden die de man-vrouwverschillen opmerkten. Maar de medische wereld is over het algemeen conservatief en het handjevol klokkenluiders kreeg weinig bijval. Zo werd een cardioloog als Angela OPZIJ 2018/2019 NR. 8
47
achtergrond Gezondheidszorg Maas, die in 2003 als eerste een speciale polikliniek opende voor vrouwen met hartklachten, door sommige mannelijke collega’s weggezet als iemand die in sprookjes gelooft omdat ze zei dat er sekseverschillen bestaan. Inmiddels is Maas de eerste hoogleraar cardiologie voor vrouwen in het Radboud UMC. Ze heeft een wachttijd van meer dan een jaar. Interventiecardioloog Yolande Appelman was ook een van de pioniers die er in haar eigen praktijk tegen aanliep dat de ziektebeelden van mannen en vrouwen verschillen. In 2009 richtte ze de werkgroep Gender op binnen de Nederlandse Vereniging van Cardiologie. Ze vertelt dat onder hartspecialisten wel bekend was dat vrouwen vaak andere hartklachten hebben dan mannen. Maar het ‘landde’ niet in de cardiologie. “Het gaat er toch om dat je wetenschappelijke bewijslast hebt, zonder bewijzen begin je niets,” zegt Appelman. “Daarom is onderzoek ook zo belangrijk. Maar daarvoor heb je eerst het bewustzijn nodig dat er onderzoek moet worden gedaan naar sekseverschillen, en dat was en is lastig te bewerkstelligen. We hebben keihard moeten duwen en trekken.” Dat de overwegend mannelijke medici over het algemeen weerstand hadden om te erkennen dat er biologische sekseverschillen zijn, begrijpt Jannet Vaessen wel. “Daarmee moesten ze
‘Als ik bijvoorbeeld eens in een tv-programma vertel dat mannen en vrouwen andere hartklachten hebben, dan wordt mijn poli de volgende dag platgebeld’ toegeven dat ze eeuwenlang een blinde vlek hebben gehad en dat ze vrouwen niet goed bedienden. Erkennen dat je fout zat, vindt niemand leuk.” In de behoudende, verkokerde medische wereld veroorzaakte buitenstaander Women Inc. een hoognodige doorbraak door alle krachten te bundelen. 48
achtergrond Gezondheidszorg Klokkenluiders uit verschillende specialismen werden samen uitgenodigd. En toen waren ze ineens geen eenlingen meer. Dit werkte stimulerend en verhoogde het gevoel van urgentie. De diverse specialisten herkenden elkaars ervaringen met vrouwspecifieke gezondheidsproblemen en besloten dat het de hoogste tijd was voor verandering. Om breder draagvlak te creëren betrok Vaessen ook andere spelers uit de zorgsector en zo ontstond zes jaar geleden de Alliantie Gender & Gezondheid. De Alliantie stelde vast wat de belangrijkste kennislacunes zijn en waar de prioriteiten liggen en legde dat vast in een Kennisagenda. In 2016 trok toenmalig minister Edith Schippers 12 miljoen euro uit voor onderzoek te verspreiden over vier jaar om de kennisachterstand over man-vrouwverschillen in te lopen. De Alliantie selecteerde twaalf thema’s, waaronder hart- en vaatziekten, geneesmiddelen, psychische en psychiatrische aandoeningen, reuma en migraine. Onderzoekers kunnen aanvragen voor het kennisprogramma Gender & Gezondheid indienen bij ZonMw, een instituut dat gezondheidszorgonderzoek en -innovatie financiert. Zo heeft de Utrechtse hoogleraar Michiel Bots nu de leiding over een onderzoek naar de reden waarom vrouwen met diabetes meer risico lopen op hart- en vaatziekten dan mannen met diabetes. En de Rotterdamse onderzoeker Antoinette Maassen van den Brink onderzoekt of vrouwelijke hormonen een rol spelen bij migraine, waar drie keer zo veel vrouwen aan lijden als mannen. Dit zijn twee van de 34 onderzoeksprojecten die zijn gestart in de afgelopen twee jaar, eigenlijk een druppel op de gloeiende plaat. De looptijd van de onderzoeken varieert van twaalf maanden tot vier jaar. De meeste resultaten laten dus nog even op zich wachten, vertelt Miranda van Duijn van ZonMw. “Het onderwerp heeft duidelijk de belangstelling van onderzoekers. We ontvangen vier keer zo veel aanvragen voor subsidie als we kunnen honoreren vanuit het toegekende programmabudget.” Ontwikkelingen beperken zich ook niet tot de landsgrenzen. Er wordt inmiddels een internationaal register opgezet voor gegevensverzameling van geneesmiddelengebruik door zwangere vrouwen. Zo kunnen verloskundigen, gynaecologen en artsen zwangere vrouwen beter adviseren en wordt het gebruik van geneesmiddelen veiliger.
K
ennis verwerven is één ding, maar vervolgens moet de nieuwe kennis over man-vrouwverschillen ook in de spreekkamers worden toegepast en in de richtlijnen voor artsen worden opgenomen. Het is daarom een belangrijke eerste stap dat de vervolgopleidingen van artsen aandacht gaan besteden aan gender. Volgens cardioloog Yolande Appelman is de kennis van haar beroepsgroep over man-vrouwverschillen nog altijd onvoldoende. Dus daar wordt aan gewerkt. Wel ervaart ze dat vrouwen met een duidelijk risicoprofiel (leeftijd, roken, overgewicht) voor hart- en vaatziekten speciaal bij haar komen voor
een second opinion. “Als ik bijvoorbeeld eens in een tv-programma vertel dat mannen en vrouwen andere hartklachten hebben, dan wordt mijn poli de volgende dag platgebeld. Het zou goed zijn als deze vrouwen hiervoor ook bij hun eigen huisarts terechtkunnen. Ook aan de VUmc kunnen studenten nu al onderwijs krijgen in gender en diversiteit in de medische wereld, bijvoorbeeld het college Intersectionality and health. Coördinatrice en universitair hoofddocente Petra Verdonk is Alliantielid van het eerste uur. Het thema ‘gender in de medische opleiding’ is een van haar specialismen − ze promoveerde op het proefschrift Gender Matters in Medical Education. Op de vraag of er vanzelf niet meer medisch onderzoek zal worden verricht naar sekseverschillen nu tegenwoordig meer dan
Medisch Specialisten, de Patiëntenfederatie en WOMENinc. Dit zogenaamde kennisontsluitingsproject bevindt zich nog in het beginstadium. “Vrouwen moeten beter geïnformeerd worden over sekseverschillen en wat dit betekent voor hun gezondheid,” vertelt Meijer. “Dit kan alleen als zorgprofessionals kennis delen. Het vergt nog een revolutie voordat het grote publiek zich bewust is. Het is daarom ook goed dat dit project samen met de huisartsen-, specialistenen patiëntenorganisaties wordt gedaan.”
zeventig procent van de medicijnstudenten vrouw is, schudt Verdonk haar hoofd. “Sinds de jaren tachtig studeren er meer meisjes psychologie, maar de hoogleraren zijn nog altijd overwegend mannen. Je kan er niet van uitgaan dat als er meer vrouwen in een vakgebied werken, zij de invulling van het vak veranderen. Integendeel: ambitieuze jonge vrouwen willen juist excelleren op de terreinen waar mannen ook actief zijn. Met diversiteit, gender of sekse scoor je over het algemeen niet.” De komende twee jaar zal de focus van het kennisprogramma Gender & Zorg van ZonMw zich richten op projecten die ervoor moeten zorgen dat de nieuwe beschikbare wetenschappelijke kennis ook in de spreekkamers terechtkomt. Communicatieprofessional Mariska Meijer, directeur van bureau Zus & Zorg, is in opdracht van Women Inc. leider van het project Kennisontsluiting Gender & Gezondheid, waarin wordt onderzocht wat er met nieuwe kennis gebeurt. Knelpunten zijn dat de kennis over gender en sekse versnipperd is, en dat die onvoldoende wordt toegepast in de praktijk. Het project is een samenwerking van het Nederlandse Huisartsen Genootschap, de Federatie
A
chter de schermen is Women Inc. alweer bezig met een geldlobby om in 2020, als de vier jaar en de 12 miljoen euro op zijn, het onderzoeksprogramma voort te zetten. Maar eigenlijk zou het onderzoek naar man-vrouwverschillen geen niche meer moeten zijn en zou er structureel geld beschikbaar moeten komen om naar beide seksen voldoende onderzoek te doen. Alle onderzoekers zouden zich ervan bewust moeten zijn dat er sekse- en genderverschillen bestaan, en ze zouden zich voorafgaand aan hun onderzoek moeten afvragen of zij wel onderzoek doen op de juiste wijze en in de juiste populatie. NWO of reviewers van toonaangevende vakbladen zouden het af moeten straffen als er klakkeloos een onderzoek is opgezet onder witte heteromannen. Subsidieverstrekkers en reviewers moeten eerst zelf nog geschoold worden in sekseverschillen. Of zoals internist vasculaire geneeskunde Jeanine Roeters van Lennep het uitdrukt: “Om met Johan Cruijff te spreken: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ Als je eenmaal door de ‘genderbril’ kijkt, zie je de verschillen overal.” OPZIJ 2018/2019 NR. 8
49
achtergrond Gezondheidszorg
wat begrippen... HARTZIEKTEN Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak onder vrouwen. Er is onderzoek waaruit blijkt dat meer dan de helft (54 procent) van de hartinfarcten bij vrouwen wordt gemist. Vrouwen hebben een ander klachtenpatroon dan mannen. Ze melden eerder vage klachten zoals vermoeidheid, benauwdheid en kortademigheid. Mannen hebben eerder pijn op de borst. Vrouwelijke hartproblemen zijn moeilijker te herkennen, ook door artsen. Bij het vermoeden van een hartinfarct wordt vaak een hartkatheterisatie uitgevoerd om verstopping van de kransslagaders op te sporen. Maar bij zestig procent van de vrouwen speelt disfunctioneren van de kleine vaten een rol, omdat de kransslagaderen van mannen en vrouwen anders verouderen. Hartkatheterisatie maakt aandoeningen van de allerkleinste vaten niet zichtbaar, en daarom wordt hartfalen bij vrouwen vaak over het hoofd gezien. Zo zijn alle technieken en hartbehandelingen, zoals dotteren en stents plaatsen, gericht op het ‘mannelijk’ hartfalen in de kransslagaders. Er is daarom grote behoefte aan andere tests en scans om bijvoorbeeld aandoeningen in de kleinste microbloedvaten vast te kunnen stellen, zegt Yolande 50
achtergrond Gezondheidszorg
Op het vrouwenzorgplein op de Nationale Gezondheidsbeurs, 7-10 februari 2019 in de Jaarbeurs in Utrecht, komen artsen vanuit het hele land hun kennis delen met het publiek. Er zijn 20 vrijkaarten en daarna 50% korting op entree verkrijgbaar via info@zusenzorg.nl
Appelman, interventiecardioloog bij VUmc, auteur van Het vrouwenhart en oprichter van de werkgroep gender binnen de NVVC. Ook bij de risicofactoren op hart- en vaatziekten zijn er manvrouwverschillen. Roken op jonge leeftijd is voor vrouwen extra schadelijk. Heeft een vrouw tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk of diabetes gehad? Dan loopt ze wel tot acht keer meer risico op hart- en vaatziekten. Na de overgang stijgt het risico omdat het lichaam minder oestrogenen aanmaakt die het vaatstelsel eerder beschermden. Leeftijd speelt ook een rol: hoe jonger een vrouw in de overgang komt, hoe groter haar kans op hart- en vaatziekten. Volgens Appelman is er meer onderzoek nodig naar deze factoren, die moet leiden tot risicotabellen waarmee we de kans op hart- of vaatziekten bij vrouwen veel beter kunnen inschatten. Yolande Appelman (1963) is interventie-cardioloog en verbonden aan Amsterdam UMC, locatie VUmc. BEROERTE Vrouwen krijgen vaker een beroerte dan mannen en herstellen minder goed. Een beroerte is de verzamelnaam voor een herseninfarct
(tachtig procent van de gevallen) waarbij een bloedstolsel een ader verstopt, en een hersenbloeding (twintig procent) waarbij een ader in de hersenen scheurt. Dan zijn er nog TIA’s, kortdurende beroertes die geen blijvend letsel veroorzaken. Veroudering van de bloedvaten is een belangrijke oorzaak voor beroertes. Toch is vijftien procent van patiënten onder de vijftig jaar. Opvallend is het stijgend aantal vrouwen onder de young strokes. Bij een derde van de jongere patiënten is geen directe oorzaak aan te wijzen. Maar hoogleraar neurologie aan het LUMC Marieke Wermer denkt dat de veranderde leefstijl van moderne vrouwen een van de oorzaken zou kunnen zijn. “Vrouwen hebben de laatste jaren een inhaalslag gemaakt met roken en drinken. We weten dat het vrouwenlichaam kwetsbaarder is voor de schade die nicotine en alcohol aanrichten, wellicht speelt dit een rol.” Roken, hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte, overgewicht en gebrek aan beweging zijn belangrijke riscofactoren voor een beroerte. Daarnaast zijn er ook seksespecifieke risico’s die alleen voor vrouwen gelden. Zo hebben vrouwen die aan migraine lijden een verhoogde kans op een hersenbloeding of herseninfarct. “Voor mannen geldt dit niet,” vertelt Wermer, die onderzoek
doet naar de relatie tussen beroerte en migraine. Tot de menopauze komt migraine drie keer zo veel voor bij vrouwen als bij mannen. Nog een opmerkelijk verband: vrouwen die tijdens hun zwangerschap preeclampsie (zwangerschapsvergiftiging) hebben gekregen, lijden vaker aan migraine en hebben later een verhoogde kans op een beroerte. Pre-eclampsie ontstaat mede door een afwijking aan de moederlijke slagaders in de placenta, die samengaat met schade aan bloedvaten op andere plaatsen in het lichaam, ook in de hersenen. “We weten dat de vaten van het vrouwenhart anders reageren dan die van het mannenhart. Dit geldt waarschijnlijk ook voor de bloedvaten in de hersenen.” Wermer wil graag meer onderzoek doen naar risicofactoren, zodat vrouwen die een verhoogd risico lopen op een beroerte beter kunnen worden voorgelicht.
Van der Horst-Bruinsma wil de ziekte van Bechterew bij vrouwen eerder proberen op te sporen door screening van patiënten met een ontsteking in de voorste oogkamer en met rugpijn, want dat zijn belangrijke indicaties. Omgekeerd worden bij mannen met Bechterew juist wervelinzakkingen vaker gemist omdat dit beeld typisch is voor postmenopauzale vrouwen. Het onderzoek naar sekseverschillen is dus van belang voor zowel vrouwen als mannen. Hoogleraar Irene van der HorstBruinsma (1960) is reumatoloog en verbonden aan het Amsterdam UMC. ALLIANTIE Op initiatief van WOMEN Inc. en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) is in 2012 de Alliantie Gender & Gezondheid in het leven geroepen. De Alliantie is een verbond van medisch specialisten, psychologen, kennisinstituten,
wetenschappers, genderexperts en beleidsmakers. Zij pleiten voor erkenning van de verschillen tussen mannen en vrouwen en willen dat de zorg meer gendersensitief wordt door het bevorderen van onderzoek naar relevante verschillen. In 2016 heeft dit geresulteerd in het kennisprogramma Gender & Health, ondergebracht bij ZonMW en gefinancierd met 12 miljoen euro voor de eerste vier jaar. De Alliantie is in 2017 omgevormd in een vereniging, de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Gender & Gezondheid (NVG&G). SEKSE EN GENDER Sekse-specifieke gezondheidzorg duidt op de biologische verschillen tussen man en vrouw. Gendersensitieve gezondheidszorg maakt onderscheid naar etniciteit, seksuele voorkeur, sociaaleconomische situatie (ses), leeftijd, regio, (in)validiteit. O
Hoogleraar Marieke Wermer (1973) is neuroloog en verbonden aan het LUMC REUMATOLOGIE Vrouwen lijden vaker aan reumatische ziekten dan mannen. Behalve aan de ziekte van Bechterew, een ontsteking van het bekken en de wervelkolom, daar lijden juist drie keer zo veel mannen aan. Dit is ook de reden dat de diagnose van de ziekte bij vrouwen vaker wordt gemist of dat ze gemiddeld pas vijf jaar later dan mannen horen dat ze aan Bechterew lijden. Professor. dr. Irene van der HorstBruinsma wil de komende jaren de sekseverschillen van reumatische ziekten in kaart te brengen. Ze heeft inmiddels aangetoond dat vrouwen met de ziekte van Bechterew minder goed reageren op biologicals, de medicijnen die worden gebruikt om ontstekingen te remmen. Een van de veronderstellingen is dat het komt doordat vrouwen van nature een hoger vetpercentage hebben en dat de reumaremmers daarom minder goed werken. OPZIJ 2018/2019 NR. 8
51
feature Sport
OVER
DE GRENS
Onze topsportsters in het buitenland Voetbalster Shanice van de Sanden, waterpoloster Sabrina van der Sloot, basketbalster Natalie van den Adel en volleybalster Lonneke Slöetjes vertellen vanuit Frankrijk, Italië, Spanje en Turkije over de oversteek. Spoiler: het is een wereld van verschil. DOOR N OÉMI PR EN T
52
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
53
feature Sport
feature Sport
I
n Nederland kunnen de meeste professionele vrouwelijke sporters bij lange na niet rondkomen van de inkomsten die ze met hun sport verdienen. Een bijbaan naast de sportcarrière is daarom geen overbodige luxe. Daarnaast zijn de Nederlandse eredivisies in de meeste sporten over het algemeen van een (te) laag niveau. Kortom: het is niet aantrekkelijk voor vrouwelijke topsporters om in Nederland te blijven. Dus tekenen professionele voetbalsters, volleybalsters, basketbalsters en waterpolosters bij een club over de grens, daar waar de verdiensten vele malen beter zijn. Het gaat deze vrouwen vaak niet zozeer om bergen met goud, maar ook om de kans zichzelf optimaal te ontplooien in hun tak van sport. “Om de salarisverschillen in de sport te verkleinen, moeten we ervoor zorgen dat ze in ons blijven geloven,” aldus profvoetbalster Shanice van de Sanden. En dat geloof in de Oranje Leeuwinnen is de afgelopen jaren gigantisch gegroeid. Dankzij de prestaties op het EK Vrouwenvoetbal in 2017 brak het Nederlandse team al dan niet indirect een lans voor professionele vrouwelijke sporters. Inmiddels hebben ze salarisverhoging gekregen en kunnen ze rekenen op ruim een miljoen kijkers naar hun wedstrijden op televisie, zoals bijvoorbeeld de WK kwalificatiewedstrijden. Aan kritische geluiden jegens het vrouwenvoetbal, bijvoorbeeld dat het ‘minder leuk zou zijn om naar te kijken’, heeft Van de Sanden geen boodschap. “Ik luister er niet naar, ze moeten zelf weten of ze het willen kijken. Ze kunnen zeggen wat ze willen, maar er kijken wel mooi een miljoen mensen. En ja, natuurlijk geeft het een lekker gevoel dat het goed gevolgd wordt en dat het wat heeft losgemaakt bij de mensen van buitenaf.” FOLDERS LOPEN Van de Sanden wordt door concullega’s
54
geschat worden wat betreft waterpolo, zijn ook daar de man-vrouwverschillen aanwezig. “Ik weet dat in Italië, en in Hongarije, mannen heel veel betaald krijgen. Mijn vriend is ook professioneel waterpoloër hier op Sicilië, maar geen topspeler zoals ik, en wij krijgen ongeveer hetzelfde.’
gevreesd en bewonderd. Haar talent en dynamische persoonlijkheid maakt dat zij met recht de smaakmaker van het Nederlandse vrouwenvoetbal wordt genoemd. Dat werd ook opgemerkt door het Franse Olympique Lyon, de beste club van Europa, die haar vorig jaar wegkaapte bij Liverpool. “Ik ben heel close met mijn familie, maar dat heeft me nooit tegengehouden om naar het buitenland te gaan,” vertelt Van de Sanden. Inmiddels zit ze op Franse les, maar vloeiend Frans spreekt ze nog niet. Toch voelt ze zich thuis in Frankrijk. “De Fransen zijn soms arrogant en er heerst wel een winnaarsmentaliteit. Maar zodra ze je mogen zullen ze alles voor je doen. Sowieso is het hier op de club één warme familie.” In Frankrijk krijgt Shanice alle ruimte zich te ontwikkelen. “De faciliteiten zijn goed in Frankrijk, je bent hier fulltime profvoetballer.” Dat was vroeger wel anders in Nederland. “Ik heb folders gelopen. Daarnaast ging ik nog naar school toe. En dan óók nog trainen. Aan het einde van de dag was ik helemaal kapot.” Ondanks de prestaties van de OranjeLeeuwinnen in 2017 is er nog altijd veel meer geld in omloop bij het mannenvoetbal. “Dat mannelijke en vrouwelijke voetballers gelijk betaald moeten worden, dat zie ik wel. Maar het heeft tijd nodig. Onze wedstrijden komen nu op televisie, dat zijn mooie positieve dingen. Zodra dat meer wordt, zullen er ook meer sponsoren komen.” In de Verenigde Staten staan de sponsoren daarentegen te springen om het vrouwenvoetbal te spekken. “De vrouwen zijn daar wat de mannen hier zijn. De competitie is echt bizar. Ik wil graag nog eens in Amerika voetballen.” DIGITAL, DIGITAL Van de Sanden is inmiddels een merk op zich geworden en wordt gesponsord door niet de minste, namelijk Nike. “Dat kwam natuurlijk door de prestaties bij het Nederlands elftal,” legt de profvoetbalster uit. Maar niet alleen dat. “Sociale media worden steeds belangrijker. Ze kunnen zeggen van niet, maar als je meer volgers hebt en beroemder wordt, dan wordt het interessant.” Haar sportprestaties komen op nummer één, hoewel Van de Sanden plezier heeft in het bijhouden van sociale media. “Ik ben daarin mezelf. Ik hou van fotografie, mode. Ik hou van Instagram. Maar als andere professionele vrouwelijke sporters dat niet leuk vinden, moeten ze daar zeker niet aan beginnen.”
In de zomer van 2019 staan de OranjeLeeuwinnen op het WK Vrouwenvoetbal, al een prestatie op zich. ”Het zou mooi zijn als de oranje vlaggetjes wapperen in de straten, net als bij de mannen WK’s,” geint Van de Sanden. “Ik hoop dat de ontwikkelingen in het vrouwenvoetbal als voorbeeld dienen voor andere sporten. Het zou mooi zijn als vrouwenteams bij andere sporten straks net zo gewaardeerd worden,” besluit de profvoetbalster. STER IN HET WATER Kijk maar naar bijvoorbeeld waterpolo. Deze vrouwen worden bij lange na niet hetzelfde gewaardeerd in Nederland als de OranjeLeeuwinnen, noch hetzelfde als hun mannelijke evenbeelden. Sterwaterpoloster Sabrina van der Sloot week mede daarom jaren geleden al uit naar het buitenland. Volgens de Volkskrant heeft ze ‘het oog van een havik’ en ‘de arm van een speerwerper’. Het verbaasde daarom niemand dat ze werd uitgeroepen tot waardevolste speler op het EK Waterpolo. Inmiddels speelt ze voor het Italiaanse waterpoloteam Orizzonte, op het pittoreske Sicilië. Hiervoor speelde ze echter jaren in Hongarije. De stap van Nederland naar Hongarije was dan ook niet zomaar iets wat ze ‘even’ deed. “Bijna niemand sprak Engels. Het was heel erg wennen tijdens de trainingen,” beschrijft Van der Sloot haar beginjaren bij de club Szentes in Hongarije. “Maar ik merkte dat ik het niveau kon halen wat er was. Dat gaf veel zelfvertrouwen.” Het is voor waterpoloërs aantrekkelijk om in Italië te spelen. “Als je in Nederland voor een club speelt krijg je eigenlijk vrijwel niks betaald, hooguit een onkostenvergoeding. Hier ontvangen we iets meer: huisvesting, een auto. Maar het is nog steeds geen vetpot.” Ondanks dat vrouwen in Italië beter op waarde
GEBREK AAN MEDIA-AANDACHT Van der Sloot mist Nederland, maar zou op dit moment niet teruggaan. “De competitie in Nederland is te zwak. Als de competitie in Nederland beter was en er ook topspeelsters uit andere Europese landen zouden spelen, zouden meer Nederlandse speelsters in eigen land blijven.” Het populairder maken van waterpolo in Nederland begint volgens Van der Sloot met mediaaandacht. “Weinig van onze wedstrijden zijn live te volgen. Terwijl iedereen die waterpolo volgt het hartstikke leuk en spannend vindt. Ik denk dat als er meer vanuit de waterpolosport zelf gedaan wordt voor media-aandacht, het zou kunnen veranderen. Via de media kun je namelijk sponsoren binnen hengelen.” Ondanks haar sterrenstatus binnen het waterpolo vindt ze het moeilijk zichzelf te verkopen. “Ik heb Instagram, Facebook en Twitter. Daar probeer ik dingen op te posten, ook over waterpolo, zodat we meer volgers krijgen. Maar ik ben een sporter. Ik wil liever goud winnen op de Spelen dan 10.000 volgers op sociale media.” Toch realiseert ze zich dat sociale media, en internet sowieso, ook kansen biedt voor waterpolo. “Als wij in Nederland een oefenwedstrijd spelen kunnen we nu een livestream uitzenden via internet. Ik merk ook dat ik op mijn eigen Instagram best vaak gevolgd wordt door jonge waterpoloërs. Die vinden het denk ik interessant om te zien hoe het is als je in het buitenland woont en speelt.” EEN WERELD VAN VERSCHIL Van Italië maken we de oversteek naar Spanje, waar profbasketbalster Natalie van den Adel uitkomt voor de Spaanse club RPK Araski, in NoordSpanje, Baskenland. “In Nederland is basketbal semiprofessioneel. Je moet daarnaast werken, wil je genoeg verdienen. Maar ik wilde graag professioneel worden. Van jongs af aan heb ik deze droom gehad. Het is nu mijn vijfde jaar dat ik in Spanje speel. Hier krijg ik een huis, auto en een goed salaris van de club.” Inmiddels spreekt Natalie ook de Spaanse taal en is ze daar als een vis in het water. Toch OPZIJ 2018/2019 NR. 8
55
feature Sport verkiest ze Nederland boven het land van tapas en flamenco. “Het leuke aan thuis spelen is dat je familie kan komen kijken. Je bent in eigen land. Als er een goede league zou komen in Nederland, professioneel en tegen een gelijkwaardig salaris, zou ik niet eens twijfelen om terug te gaan. Ik mis het ‘na-hangen’ in de kantine, lekker op de fiets naar huis.” De salarisverschillen in de basketbalwereld zijn enorm. “In principe doen wij hetzelfde als mannen. We trainen twee keer op een dag. Waarom zou er een verschil moeten zijn in hoeveel je betaald krijgt?” Aan de input ligt het dus niet. “Je hoort heel vaak mensen zeggen: het is leuker om naar mannen te kijken. Ze kunnen dingen die wij niet kunnen. Maar dat betekent niet dat het niet leuk is om naar ons te kijken, wij spelen ook goede wedstrijden.” TWEE MINUTEN OP TV Niet alleen de vrouwen hebben het in Nederland moeilijk qua basketbal, de sport krijgt hier in Nederland sowieso niet de belangstelling die het verdient, vindt Van den Adel. “Basketbal krijgt weinig aandacht in de media.
56
feature Sport Soms is de NOS er. Dan zijn ze een hele wedstrijd aanwezig, maar zijn we twee minuten op televisie. Ik begrijp wel dat veel bedrijven denken: ik ga hier geen geld in stoppen.” Toch liggen er nog genoeg kansen voor basketbal in Nederland, onder meer dankzij de toenemende populariteit van ‘3x3 basketbal’. Dit is een nieuwe speelvorm waarbij er drie spelers per team opgesteld worden in plaats van vijf, gespeeld op een half basketbalveld met uitsluitend één basket. Van den Adel won afgelopen zomer met de Orange Angels, het nationale vrouwenbasketbalteam, zilver op het EK. “Met 5x5 zijn wij als Nederland een kleiner land, maar met 3x3 doen we het zó goed. Inmiddels is 3x3 ook een Olympische sport. Mijn doel is om op de Olympische Spelen te staan. Het NOC*NSF, de Olympische commissie, die steunt ons daarbij.” VOLLEYBAL VEDETTE Wie ook droomt van een Olympische plak is volleybalster Lonneke Sloëtjes. Wie nog nooit van Lonneke Sloëtjes heeft gehoord, heeft tijdens het WK Volleybal
liggen slapen. Mede dankzij haar kwam het Oranje vrouwenteam verder dan ooit tevoren op het WK. Maar naast haar schoenen lopen, daar doet Slöetjes absoluut niet aan. Wanneer ze niet uitkomt voor Oranje, speelt ze in Turkije bij de club Vakifbank, waarvoor ze woont in Istanbul. Om dezelfde redenen als Van de Sanden, Van der Sloot en Van den Adel. “Een hoger niveau kon ik in Nederland niet bereiken.” Toen ze drie jaar geleden de overstap naar Turkije maakte, viel de omslag haar mee. “Qua cultuur voelde ik me meteen thuis. Turkije is een van de leukste landen waar ik ooit heb gespeeld. De mensen zijn heel warm. Ze willen je alles laten proeven, alles laten beleven.” Maar de volleybalcultuur was wel een omslag voor Slöetjes. “Ik voelde me een beetje als zo’n konijn dat in de koplampen kijkt toen ik hier begon. Hier speel je op het allerhoogste niveau van de hele wereld. Ik moest heel erg wennen dat de druk niet alleen van de coach en het team afkomstig is, maar van de hele volleybal-community.” Maar de nuchterheid die zo kenmerkend is voor Slöetjes, sleurde haar door deze omslag heen. “Ik dacht: het is zo’n grote kans. Als ik m’n best doe kan ik mezelf niks verwijten. Gelukkig ging het heel goed en mocht ik blijven.”
te worden. Maar wat ze zich wel steeds meer realiseert, is dat ze een rolmodel is voor jonge vrouwen. “Ik vind het belangrijk om die voortrekkersrol te nemen, maar ik weet nog niet hoe ik dat het beste kan doen. Ik wil mezelf in de toekomst zo wel meer profileren. Dat vind ik interessanter dan het aanspreken van een rijke sponsor.” Haar eigen rolmodel was volleybalster Manon Vlier. “De manier waarop zij speelde, het leiderschap dat ze toonde. Ik ben wel geïnspireerd door haar,” vertelt Slöetjes. “Mannenvolleybal heb ik nooit gevolgd. Misschien omdat ik me hier minder in herkende. Bij Manon kon ik dingen afk ijken en dat zelf ook gebruiken.” Een hoopvolle slotnoot: de salarisverschillen tussen mannen en vrouwen lijken bij het volleyballen af te nemen. “Bij het wereldbekertoernooi dat elk jaar wordt georganiseerd bedroeg het prijzengeld bij de mannen 1 miljoen euro en bij de vrouwen ‘maar’ 500.000 euro,” vertelt Slöetjes. “Het afgelopen jaar is dat voor het eerst gelijk getrokken. Ik merk dat volleybal steeds gelijker wordt.”
ROLMODEL De sterspeler heeft absoluut geen ambitie om een BN’er
De tijd zal leren of deze ontwikkeling doorzet bij alle andere sporten waar vrouwen nog niet op gelijke voet staan met mannen. Talentvolle, ambitieuze en inspirerende vrouwelijke topsporters? Die zijn er in ieder geval genoeg. O
Sabrina van der Sloot
Shanice van de Sanden
Natalie van den Adel
Lonneke Slöetjes
is een 27-jarige Nederlandse profwaterpoloster. Ze speelt voor het nationale team, dat in 2018 goud won op het EK. Daar werd ze eveneens uitgeroepen werd tot waardevolste speelster. Momenteel speelt ze voor de Italiaanse waterpoloclub Orizzonte Catania.
is een 26-jarige Nederlandse profvoetbalster. Ze is aanvalster bij het nationale vrouwenvoetbalteam, de OranjeLeeuwinnen, waarmee ze Europees kampioen werd in 2017. Verder woont ze in Frankrijk waar ze speelt bij de Champions League-winnende club Olympique Lyon.
is een 28-jarige Nederlandse profbasketbalster. Ze zit bij de selectie van het nationale vrouwenbasketbalteam ‘Orange Angels’, dat zilver won op het EK in 2018. Daarnaast woont ze in Spanje, waar ze speelt bij RPK Araski.
is een 28-jarige Nederlandse profvolleybalster. Ze speelt voor het nationale team, dat het schopte tot de halve finale op het WK 2018. De rest van het jaar woont de steraanvalster in Turkije waar ze speelt bij Vakifbank, een van de beste vrouwenvolleybalteams wereldwijd.
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
57
BOARD ROOM Farzaneh Moazzeni (1964) Achtergrond & opleiding: Studeerde Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht met als afstudeerrichting Gezondheidsvoorlichting en –opvoeding. Ze werkte onder andere als tolk/vertaler, beslismedewerker Asiel/ Regulier bij het ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatie Dienst. Ze was secretaris diversiteit bij ZonMW en directeur van de stichting preventie en curatie. Momenteel is ze de directeur van FIVES (Fonds Innovatie Voeding En Samenleving). Toezichthouder: Tot dit jaar was ze lid van de raad van toezicht van Blijf Groep Amsterdam, een organisatie die zich inzet tegen huiselijk geweld. Wat houdt deze functie precies in? “In de auditcommissie houd ik toezicht op de financiële processen binnen de organisatie.” Hoe ben je hier terechtgekomen? “Ik werd ervoor gevraagd.” Waarom ben je dit gaan doen? “Ik vind dat je niet aan de zijkant moet gaan staan en dingen roepen, dan kun je er beter middenin staan. Ik wil meedoen, helpen aan verbetering en een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Ik houd van de grote lijn, als toezichthouder focus je je op de grote lijn van het bestuur.” Wat is leuk aan deze functie? “De financiën zijn niet mijn vak, maar ik heb me gedwongen inzicht hierin te krijgen.” En wat is er minder leuk? “Het is soms lastig bij complexe zaken niet op de stoel van het bestuur te gaan zitten. Dat is een eeuwige discussie.” Hoeveel tijd kost het? “Soms is het veel. Je moet veel lezen, echt stapels, en je hebt werkbezoeken. Ik denk dat het neerkomt op een dag per maand.”Wat heb je bereikt? “Het is heel leerzaam voor jezelf. Je leert veel over hoe complexe organisaties in elkaar zitten. En je leert betrokken te zijn” Wat is de verhouding m/v? “Er waren drie vrouwen en twee mannen tijdens mijn termijn, nu is dat omgekeerd.” Waarom zouden vrouwen bestuurder/toezichthouder moeten worden? “Als je een diverse raad van toezicht of raad van bestuur hebt, dan kijk je breder. Vrouwen kunnen vernieuwen. Mannen zijn resultaatgericht, vrouwen zijn van de details en hebben minder last van hun ego. Beiden zijn nodig.” Advies voor vrouwen die bestuurder/ toezichthouder willen worden: “Maak werk van je netwerk en benut het. Wees efficiënt en heb lef. Maak jezelf zichtbaar. Verder raad ik het aan om een opleiding te volgen over good governance. Bij crmLiNK bieden ze geweldige opleidingen aan.” 58
Heske van Eyck van Heslinga (1960)
O
p 13 april 2017 is de Wet evenwichtige verdeling van zetels van het bestuur en de raad van commissarissen ingevoerd. Op grond van deze Wet zijn grote NV’s en BV’s verplicht om bij benoemingen, voordrachten en het opstellen van een profielschets zoveel mogelijk rekening te houden met een evenwichtige verdeling van zetels van het bestuur en de raad van commissarissen tussen mannen en vrouwen. Deze evenwichtige verdeling houdt in dat ten minste dertig procent van de zetels van het bestuur en van de rvc door vrouwen (en ten minste dertig procent door mannen) wordt bezet. Als hieraan niet wordt voldaan, moet in het bestuursverslag worden toegelicht en uitgelegd waarom hier niet aan is voldaan. De grote makke is echter dat er geen sanctie staat op het niet halen van die dertig procent. Hoewel er in de loop der jaren wel vooruitgang is geboekt, wordt die dertig procent bij lange na niet gehaald door veel bedrijven. Dat doet geen recht aan het potentieel aan vrouwelijk talent en zo blijft veel talent onderbenut. Natuurlijk moeten overheid en bedrijfsleven hun uiterste best doen om dit recht te zetten. Maar vrouwen kunnen hier zelf ook een hele actieve rol in spelen. Veel vrouwen die op basis van hun achtergrond en ervaring zonder meer geschikt zouden zijn voor zo’n bestuursfunctie, zetten niet die stap. Uit bescheidenheid, uit gevoel niet voldoende specifieke kennis te hebben of, ja waarom eigenlijk? In deze rubriek willen we laten zien hoe het wél kan. Wat voor opleidingen je kunt volgen om inhoudelijk goed voorbereid wel die stap te zetten. Carla Aalse van crmLiNK, een organisatie die opleidingen verzorgt op dit terrein, is hier heel duidelijk over. “Ik merk dat er steeds meer vrouwen tussen de 35 en 45 jaar reflecteren op een functie als toezichthouder. Vrouwen hebben ook niet door wat hun toegevoegde waarde kan zijn, terwijl die er zeker is. Ze
hebben vaak een andere invalshoek dan mannen en dat kan de dynamiek in een raad ook verrijken. Kortom, een divers team is effectiever, dit is al onderschreven door verschillende onderzoeken hierover. “Wat ik zie bij vrouwen van 55 jaar en ouder die beginnen te denken over een loopbaan als toezichthouder is dat zij dit willen doen vanuit een context van overdracht van opgedane expertise. Vaak zijn het vrouwen die een mooie executive loopbaan hebben gehad, maar tot dan niet zijn toegekomen aan een toezichtfunctie, of dat het niet bij hen is opgekomen wat de meerwaarde ervan kan zijn voor hun executive baan. “Over de wet met het streefcijfer voor een evenwichtige zetelverdeling tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen van ondernemingen zeg ik: ‘Dat werd tijd!’ Wanneer je naar de landen om ons heen kijkt, zie je dat we erg achterlopen. Dus een inhaalslag is aan de orde. Toch schijnt het nog steeds niet helemaal goed te lukken bij executive boards. Gelukkig gaat het iets beter bij nonexecutive boards, maar we zijn er nog niet. “Vanuit mijn eigen achtergrond, ervaring en visie dat gemengde teams effectiever zijn, zou ik hier ook willen wijzen op het aantrekken van mensen met een migratieachtergrond. “De trend is dat steeds meer vrouwen voltijds gaan werken en dat het aantal mannen dat parttime werkt juist enigszins stijgt. Dit pleit voor een andere verhouding dan 30/70 en eerder richting 50/50. “Wat ik kwijt wil over het volgen van een opleiding is dat goed toezicht houden vandaag de dag een must is. Dat betekent dat je goed voorbereid moet zijn voordat je eraan begint. Wat je merkt aan het hebben gevolgd van een opleiding voorafgaand aan de start van een dergelijke functie is dat je dingen beter kan plaatsen, het jargon snapt, dilemma’s herkent en beter mee kunt doen aan de dialoog. Kortom, het is een vak.” O
Achtergrond en opleiding: Studeerde Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze behaalde een mastersgraad Management Consulting aan de Vrije Universiteit Amsterdam en deed een postdoc Insolventierecht voor curatoren aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze bekleedde diverse directie- en managementfuncties in het bedrijfsleven, waaronder Akzo Nobel, Bakkenist Management Consultants, Berenschot en ConQuaestor. Sinds tien jaar is ze verbonden aan de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam en wordt aangesteld als tijdelijk bestuurder en commissaris bij bedrijven. Momenteel is zij bij twee bedrijven aangesteld als tijdelijk bestuurder. Toezichthouder: Sinds 2009 heeft ze diverse commissariaten gehad in verschillende sectoren, van ICT en vastgoed tot groothandel. Momenteel is ze vicevoorzitter van de raad van toezicht van de Rosa Spier Stichting en voorzitter van de auditcommissie. En ook president-commissaris RIG Markerink en A&R Markerink Holding. Hoe ben je hier terechtgekomen? “Bij Markerink ben ik aangesteld door de Ondernemingskamer, eerst tijdelijk toen er een conflict tussen de aandeelhouders en het bestuur moest worden opgelost. Toen het was opgelost, ben ik door de aandeelhouders gevraagd te blijven. Via mijn netwerk ben ik bij Rosa Spier gekomen.” Hoeveel tijd kost het? “Het is heel verschillend. Ik heb een tijd gehad dat ik om de twee weken om tafel zat met een bepaalde commissie. Als het economisch slechter gaat, moet je meer betrokken zijn. Gemiddeld genomen kost zo’n functie een dag per maand.” Wat is de verhouding m/v? “Bij Rosa Spier hebben we twee mannen en drie vrouwen. Er is een vacature en we hebben aangegeven de voorkeur voor een man te hebben, zodat we de verhouding man-vrouw gelijk houden. Bij Markerink ben ik de enige commissaris.” Waarom zouden vrouwen bestuurder/toezichthouder moeten worden? “Omdat ze het kunnen. Ik ben wars van de opmerking die je vroeger hoorde: vrouwen zijn er niet, ze willen niet en ze kunnen niet. Daar ben ik het zo mee oneens! Ze zijn er, ze willen en ze kunnen. Natuurlijk niet allemaal, maar ook niet elke man is geschikt voor deze functie.” Advies voor vrouwen die bestuurder/ toezichthouder willen worden: “Het is belangrijk dat je een opleiding volgt als aankomende commissaris en ook als huidige commissaris.” OPZIJ 2018/2019 NR. 8
59
OPZI
OPZI
100
Bénédicte Ficq en Wanda de Kanter
W
60
die zich belangeloos inzetten voor slachtoffers van de tabaksindustrie en onvermoeibaar doorgaan met het verzamelen van nieuwe feiten. Waarom ze dat doen? Voor Wanda de Kanter, verbonden aan het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, komt het door haar werk: “Ik ben sinds 1990 longarts en heb heel veel mensen letterlijk zien stikken. Ik weet de feiten en zie de gevolgen. Ik voel me machteloos, er moet nu wat gebeuren.” De cijfers liegen er niet om: kanker is bij vrouwen doodsoorzaak nummer één. In de laatste twintig jaar is het aantal vrouwen dat is overleden aan longkanker meer dan verdubbeld, daarmee komt borstkanker op nummer twee te staan. Bénédicte Ficq: “In Nederland sterft er ieder half uur iemand aan de gevolgen van roken. Ik doe dit werk omdat ik de tabakszieken wil bijstaan in hun strijd tegen de tabaksbonzen. Ik wil ze ontmaskeren als criminelen. Ik wil dat de tabaksverslaafden inzien dat ze bewust verslaafd gemaakt zijn en dat de producenten het verdienen hiervoor strafrechtelijk vervolgd te worden.” Een korte reconstructie van de gang van zaken: in 2016 begon de strijd van Ficq en De Kanter met longkankerpatiënt Anne Marie
ANGELA MAAS MARJOLEIN DE JONG (1972), directeur Alexander Monro Ziekenhuis Richtte zeven jaar geleden Breast Care Nederland op om een nieuw soort borstkankercentrum op te richten. Ze is directeur van het enige gespecialiseerde borstkankerziekenhuis in Europa en heeft jaren als chirurg gewerkt. “Bij ons is het elke maand borstkankermaand.” (Trouw)
FOTO JULIE BLIK
We hebben een duo!
van Veen om ‘een van de grootste criminelen achter de tralies te krijgen’. Geen schadevergoeding, wat al eerder lukte, maar echt gevangenisstraf, en zou een wereldprimeur zijn. “De gevolgen voor de slachtoffers zijn niet goed te maken met geld. Er wordt pas recht gedaan als de CEO’s gestraft worden op een wijze die ook plaats vindt in strafzaken tegen ‘gewone’ criminelen. Geldstraffen doen de tabaksindustrie geen pijn, ze bulken in het geld,” aldus Ficq. In februari 2018 zag het OM geen mogelijkheden om binnen de huidige wet- en regelgeving de tabaksindustrie te vervolgen. Toen is Ficq een artikel 12-procedure begonnen via het gerechtshof in Den Haag. Meerdere instanties zoals KWF Kankerbestrijding, het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis en een middelbare school hebben ook aangifte gedaan en staan achter de vrouwen. De twee zijn zich bewust van de rol die de overheid hierin speelt. De Kanter: “De overheid weet dit allang, er is al jaren geen campagne meer tegen roken gevoerd.” Ficq vult aan: “De overheid heeft zich door de tabaksindustrie volledig laten inpakken. Al decennia heeft de tabakslobby ons allen voorgespiegeld dat tabak een normaal product is waar je zelf voor kiest. Dit terwijl de heftigheid van de verslaving aan dit product gelijkgesteld kan worden aan de verslavende werking van heroïne en cocaïne terwijl de gezondheidsrisico’s van tabak veel en veel groter zijn.” In september van dit jaar trekt de dienstdoende rechter zich nog terug omdat bekend wordt dat hij tijdens een diner een opmerking maakte waaruit bleek dat hij roken de verantwoordelijkheid van mensen zelf vindt. In december wordt duidelijk of de artikel 12-procedure is geslaagd, dan is deze OPZIJ al naar de drukker. De vrouwen geven niet op, en gaan onvermoeibaar verder. Ficq: “De strijd is slechts het begin. Wellicht verliezen we deze slag maar uiteindelijk zal de oorlog worden gewonnen.” We hopen het echt. Bénédicte Ficq en Wanda de Kanter, proficiat en succes de komende jaren. Wij staan achter jullie. O
CARIN GAEMERS (1958), onderzoeker en activist voor de gezondheidszorg Werd vorig jaar gekozen tot de meest invloedrijke vrouw van 2017. Ook afgelopen jaar heeft ze zich onvermoeibaar ingezet om de kwaliteit van de zorg in Nederland te verbeteren. Mede door haar toedoen is er afgelopen jaar meer geld gekomen voor de geestelijke verzorging van ouderen. (OPZIJ)
Bénédicte Ficq en Wanda de Kanter
(1956), cardioloog Is gespecialiseerd in vrouwenharten en werkt als hoogleraar cardiologie voor vrouwen aan de Radboudumc Nijmegen. Is de oprichter van Hart voor Vrouwen, een stichting die zich inzet voor onderzoek gericht op hart- en vaatziekten bij vrouwen. “Ik ben klaar met het dedain waarmee vrouwelijke patiënten tegemoet getreden worden.” (TOPvrouwen)
CATHY VAN BEEK (1956), kwartiermaker duurzame zorg Heeft gewerkt als bestuurder van het Radboudumc in Nijmegen waar ze verantwoordelijk was voor het duurzaamheidsbeleid. Sinds dit jaar gaat ze met de zorgsector in gesprek om de beweging naar duurzame zorg te versnellen. “Binnen de gezondheidszorg is nog een wereld te winnen op het gebied van duurzaamheid.” (Rijksoverheid)
1
(1957) (1959), advocaat en longarts zetten zich al sinds 2016 in tegen de tabaksindustrie en reizen daarvoor de hele wereld over. Dit jaar bleek na een onderzoek van de RIVM dat sigaretten nog schadelijker zijn dan gedacht en eisten ze dat alle schadelijke sigaretten uit de schappen verdwijnen. Ficq waarschuwde dit jaar de tabaksindustrie. “Maak je borst maar heel erg nat.” (NRC)
F O T O M I C H E L S C H N AT E R
En de winnaar is zijn... e hebben wat te vieren: dit jaar wordt voor de tiende maal de Top 100 van de meest invloedrijke vrouwen gepubliceerd. In vergelijking met vorig jaar staan in deze Top veel nieuwkomers, dat komt doordat we wat categorieën hebben samengevoegd en de categorieën sport en tech hebben toegevoegd. We hebben een mooie lijst van honderd vrouwen samengesteld die invloedrijk zijn in verschillende branches. Shirin Musa bijvoorbeeld die zich met Femmes for Freedom inzet tegen gedwongen huwelijken en onlangs nog in de media was vanwege de aangifte tegen de Haagse As Soennah-moskee wegens het aanzetten tot die verschrikkelijke vrouwenbesnijdenis. Of Margrite Kalverboer, de kinderombudsman, die zich inzette voor Lili en Howick. En Ilse Warringa, die met Luizenmoeder veel onderwerpen bespreekbaar maakte. En natuurlijk Marry de Gaay Fortman die als voorzitter van Topvrouwen en onder andere partner van Houthoff vrouwen inspireert en stimuleert aan de top. En dan komen we bij onze absolute nummer 1. Dit jaar zijn twee vrouwen samen de meest invloedrijke vrouw. Twee vrouwen
top 10 Gezondheidszorg
TOP
RIA BREMER (1939), presentator Hoe bevalt Nederland? Ze kwam dit jaar terug met het programma Hoe bevalt Nederland waarbij ze de stand van zaken in de voortplantingsgeneeskunde bespreekt. Het is een vervolg op een driedelige series over voorplanting die ze in 1983 maakte. “Mijn extra waarde is dat ik ver en veel terug kan kijken; op het vak en op mijn werk, voornamelijk in de medische journalistiek. Ik heb zo veel meegemaakt. Ik ben een aflevering van Andere Tijden geworden.” (de Volkskrant)
YOLANDE APPELMAN (1963), interventiecardioloog Amsterdam UMC Zet zich specifiek in voor hart- en vaatziekten bij vrouwen. Zamelde dit jaar via crowdfunding geld in om onderzoek te doen naar een nieuwe techniek die problemen in de kleinste bloedvaten van het hart opspoort. “Artsen moeten bepaalde vrouwen eerder op het netvlies krijgen.” (Hartstichting)
RONNIE VAN DIEMEN (1958), inspecteur-generaal Gezondheidszorg en Jeugd Werkt als sinds 2012 als inspecteurgeneraal Gezondheidszorg en Jeugd en beïnvloedt daarmee Haags beleid. “We willen met elkaar naar een zorg die een kwaliteit van leven biedt, die je je eigen familie en naasten gunt.” (waardigheidentrots.nl)
DIANA MONISSEN (1955), directeur Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie Is sinds 2015 verbonden aan het Prinses Máxima-Centrum, dat in mei dit jaar geopend werd. Voor het ziekenhuis zet ze zich in om alle kinderen met kanker te genezen. “Ik raak iedere keer ontroerd dat het ons is gelukt.” (NRC) OPZIJ 2018/2019 NR. 8
61
(1965), partner Houthoff advocaten en commissaris DNB en KLM Bracht dit jaar haar boek Verdrink geen dooie eend uit, waarin ze haar ervaringen beschrijft als vrouw aan de top en in een mannenwereld. Zet zich als voorzitter van stichting Topvrouwen in voor meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven. “Je ziet in de bedrijfstop dat mannen veel minder goed weten hoe ze met vrouwen moeten werken. Dat zou moeten veranderen. Eigenlijk moeten meer mannen one of the girls worden.” (NRC)
NEELIE KROES (1941), voorzitter beleidsadviesraad Uber Was tien jaar Eurocommissaris namens Nederland en daarvoor minister van Verkeer en Waterstaat. Tegenwoordig geeft ze taxi-app Uber advies over regelgeving en mededinging. “Investeerders steken hun geld het liefst in wat ze kennen. Er is nog altijd veel vooringenomenheid ten aanzien van geslacht, en dat geldt niet alleen voor de start-upwereld.” (NRC)
AUKJE KUYPERS (1978), algemeen directeur Kuijpers en zakenvrouw van het jaar 2018 Sinds vijf jaar is ze de directievoorzitter van het familiebedrijf in de technische dienstverlening. Haar broer wilde net als zij het bedrijf overnemen, maar uiteindelijk viel de keuze op haar. Sinds haar aantreden in het bedrijf is het aantal vrouwen van 58 naar 88 gestegen. De toename in de diversiteit was een van de doorslaggevende redenen dat Kuypers tot zakenvrouw van het jaar 2018 werd verkozen. “Ik zie de prijs als een bruisende erkenning voor mij en voor onze 1150 mensen, die zich dagelijks inzetten voor onze klanten met de technische oplossingen waar we als bedrijf voor staan” (aukjekuypers.nl)
1
RACHELLE VAN DER LINDEN mede-oprichter KNAB en oprichter van Brave the Sea Ze wordt gezien als dé specialist voor het opzetten van nieuwe succesvolle formules voor bedrijven. Er is een lange lijst van succesvolle bedrijven waar Van der Linden aan heeft meegewerkt. Zo werkte ze al aan NLZiet en EnergieDirect. “Uiteindelijk ben ik een gepassioneerde ondernemer geworden die 24/7 bezig is met die toekomst. Daar voel ik me gelukkig bij.” (groeivanbinnenuit.nl)
MARTINE HAFKAMP (1976), oprichter, eigenaar en algemeen directeur van Fintessa Vermogensbeheer Fintessa groeide onder haar leiding uit tot een van de grootste vermogensbeheerders van Nederland. Meerdere keren won ze de Gouden Stier, een van de grootste prijzen die je kunt winnen binnen de financiële wereld. Ze schrijft daarnaast columns over beleggen voor verschillende bladen en websites.
GILLIAN TANS (1970), CEO Booking.com Tans werkt sinds 2002 bij Booking.com en is sinds 2016 CEO van een van de grootste reis- en e-commerce organisaties ter wereld. Tans is het een doorn in het oog dat er te weinig vrouwen werkzaam zijn in de techbranche. Daarom lanceerde het bedrijf vorige maand een studiebeurs voor jonge vrouwen die dromen van een baan in de techniek. “We zijn toegewijd dit vrouwelijke techtalent te ondersteunen, de barrières die zij tegenkomen weg te halen en diversiteit te stimuleren.” (AD)
JUDITH SARGENTINI
(1974), europarlementariër Zit voor GroenLinks in het Europees Parlement en ging de strijd aan met Hongarije, dat zich niet hield aan de Kopenhagencriteria. Schreef een rapport over de Hongaarse democratie waarna ze vond dat Hongarije sancties opgelegd moet krijgen en kwam daarmee volop in het nieuws. “We moeten in de spiegel durven kijken en ons er niet voor schamen om elkaar te wijzen waar het beter kan.” (GroenLinks)
SYLVANA SIMONS (1971), fractievoorzitter BIJ1 Zit sinds dit jaar in de gemeenteraad namens BIJ1. Zet zich nog steeds volop in tegen racisme en krijgt daardoor de heftigste opmerking over zich heen. Ook werd ze een jaar lang gevolgd voor de documentaire Sylvana, Demon of Diva. “Nederlanders hebben een heel lastige relatie met racisme. Je mag ze nóóit van racisme betichten. Daarom dansen veel zwarte Nederlanders om het onderwerp racisme heen terwijl het wel degelijk aanwezig is in de Nederlandse samenleving.” (NU.nl)
Lilianne Ploumen
(1962), lid Tweede Kamer, trekker She Decides Kon vanwege de vele voorkeursstemmen plaatsnemen in de Tweede Kamer. Richtte ‘SHE DECIDES’ op, een internationaal fonds voor veilige abortussen, seksuele voorlichting en kraamzorg in arme landen en won daarmee dit jaar de Machiavelliprijs. “Ik vond het een grote verantwoordelijkheid om minister te zijn, want ik vond dat je het maximaal moest gebruiken om het goede te doen. Het goede doen is soms niet zo zwart-wit.” (de Volkskrant)
INGRID VAN ENGELSHOVEN (1966), minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Is minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en noemde dat de kroon op haar werk. Zet zich als minister in voor de emancipatie van vrouwen. “Ik vind dat veel vrouwen zich tekortdoen in hun ontwikkeling. Ik kan me moeilijk voorstellen dat je ervoor kiest je levenslang afhankelijk te zijn van een ander, wat een fijne prins op het witte paard het ook is.” (de Volkskrant)
SOPHIE IN ’T VELD (1963), Fractievoorzitter D66 Europees Parlement Is al veertien jaar lid van het Europees Parlement en is volgend jaar bij de verkiezingen opnieuw lijsttrekker voor D66 voor het Europees Parlement. Tegen OPZIJ zei ze: “Ik denk dat er nog een hoop moet worden rechtgetrokken voor vrouwen op de arbeidsmarkt, waar wij in Nederland overigens echt geen voorlopers in zijn.”
KHADIJA ARIB (1960), voorzitter Tweede Kamer Is al een aantal jaar succesvol voorzitter van de Tweede Kamer en oogst daarvoor veel lof. Won in 2018 de Thorbecke prijs. “De Tweede Kamer moet het hart van onze democratie blijven, waar het gesprek tussen volksvertegenwoordigers plaatsvindt. De Kamer mag niet verworden tot marginaal decor voor filmpjes voor Facebook of Twitter.’’ (AD)
LILIAN MARIJNISSEN (1985) fractievoorzitter SP Volgde in december vorig jaar Emile Roemer op als fractievoorzitter van de SP en is daarmee de jongste vrouwelijke fractieleider ooit in de Tweede Kamer. Kreeg door haar ouders al vroeg met politiek te maken. “In Nederland heeft de rijkste 10 procent tweederde van het vermogen in handen, 90 procent moet dus vechten om de rest. Wij willen een grote volkspartij zijn voor die 90 procent.” (AD)
1
PIA DIJKSTRA (1954), lid Tweede Kamer D66 Zit sinds 2010 in de Kamer voor D66 en zet zich hier hard in voor hervormingen en modernisering van de zorg. De Donorwet waar ze zich hard voor maakte, kwam dit jaar ook door de Eerste Kamer en gaat vanaf 2020 in. “Het leuke van politiek is dat je zelf initiatieven kunt ontplooien en daarmee iets kunt bereiken. Na 35 jaar publieke omroep sprak dat me erg aan, het écht iets kunnen doen, kunnen veranderen. Daarom heb ik mezelf acht jaar geleden kandidaat gesteld.” (Margriet)
FEMKE HALSEMA (1966), burgemeester van Amsterdam Was eerst acht jaar fractievoorzitter van GroenLinks en is sinds juli dit jaar de eerste vrouwelijke burgemeester van Amsterdam. Haar kandidatuur maakte een storm van kritiek los. “Ik vind het natuurlijk heel erg belangrijk dat vrouwen dit ambt bekleden. En dat het na al die jaren in Amsterdam gebeurt, is geweldig. Maar het is niet zo dat ik dat als een heilig moeten voel.” (de Volkskrant)
SIGRID KAAG (1961), minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Heeft een jarenlange ervaring als diplomaat en kan deze kennis goed gebruiken bij haar functie als minister. Heeft als ‘tweede’ minister van Buitenlandse Zaken voor minder controverse gezorgd dan twee mannelijke collega-ministers. Overweegt bij de volgende landelijke verkiezingen een gooi te doen naar de rol van lijsttrekker. Hield een toespraak over hoe zij en haar kinderen soms als vreemdeling in eigen land worden behandeld. OPZIJ 2018/2019 NR. 8
63
FOTO LEVIEN WILLEMSE
(1965), oprichter van The Next Women en van The Next Women Crowd Fund, commissaris TMG The Next Women presenteert op een speciaal evenement een lijst met 100 invloedrijke zakenvrouwen. Ook richtte ze een speciaal crowdfund op om vrouwelijke ondernemers financieel te ondersteunen in hun weg naar de top. “Ik vind dat ervaren vrouwelijke ondernemers actief mee moeten doen aan het systeem om de volgende generatie te helpen.” (OPZIJ)
100
top 10 Politiek FOTO MARTIN PLUIMERS
(1967), oprichter en eigenaar Coloured Goodies Een nieuw gezicht op de lijst, maar met internationaal succes. Ze startte twee jaar geleden de eerst donkere poppenwinkel in Europa. Sindsdien komen mensen vanuit de hele wereld om haar poppen te kopen. Ze heeft ruim 17.000 volgers op Instagram die zelf ook fanatiek foto’s delen van de poppen. “Mijn witte kant werd altijd opgehemeld. Nooit werd mijn zwarte kant benoemd.’ Met haar winkel Coloured Goodies wil ze kleur een podium geven.” (de Volkskrant)
SIMONE BRUMMELHUIS
Marry de Gaay Fortman
62
TOP
ELLEN BRUDET
FOTO JULIE BLIK
(1965), president-directeur Shell Nederland Sinds 2016 staat Van Loon al aan het hoofd van de oliemaatschappij. Ze wil met het bedrijf een transitie van energie, en blijft zich daar onverminderd voor inzetten. In een interview met OPZIJ zei ze: “Ik wist al jong dat ik een vrouwelijk rolmodel ben. Of je wilt of niet, je bent het.”
TOP
FOTO RV
FRANCINE HOUBEN
MARJAN VAN LOON
OPZI
100
top 10 Bedrijfsleven (1955), oprichter en creatief directeur Mecanoo Dit jaar veelvuldig in het nieuws door de documentaire Francine Houben, een Hollandse architect met wereldsucces. Daarnaast won ze dit jaar de 42ste BNA Kubus, een prestigieuze prijs binnen de architectuur. Ze ontwierp het grootste theater ter wereld, dat afgelopen jaar feestelijk werd geopend. Ze wordt alweer genoemd als een van de kandidaten voor de renovatie van het DNB-gebouw in Amsterdam.
OPZI
OPZI
TOP
TOP
100
top 10 Sport
100
LIEKE MARTENS
CAROLIJN BROUWER (1973), zeiler Is dit jaar uitgeroepen tot beste zeilster ter wereld en won met haar team de titel Zeilteam van het Jaar. Won als eerste vrouw, samen met haar twee vrouwelijke teamgenoten de Ocean Race en schreef daarmee geschiedenis. “Marie en ik hebben nog even gediscussieerd wie het verst naar voren op de boot moest staan en dus als eerste vrouw over de finish kwam, maar we hebben het samen gedaan. Superbijzonder,” zei Brouwer. (NOS)
1
Bibian Mentel
(1972), snowboarder Strijdt al jaren tegen de kanker en snowboardt daarnaast nog steeds op het allerhoogste niveau. Heeft aangekondigd te stoppen als topsporter. Is Drievoudig paralympisch snowboardkampioen en won dit jaar op de Paralympische spelen goud op op het onderdeel banked slalom. “Dat is het enige wat ik zelf in de hand heb: goed voor mijn lijf zorgen en fit blijven.” (de Volkskrant)
(1993), atleet Was genomineerd voor de verkiezing van beste atlete van de wereld van 2018. Won in Berlijn de Europese titel op de 5.000 meter. Won zilver op de 3.000 meter en brons op de 1.500 meter bij de WK indoor in Birmingham. Liep bij haar debuut op de halve marathon meteen een Europees record en is daarmee een alleskunner. “Ik kan niet tegen verliezen. Ik wil heel graag winnen, maar ik vind het vooral vreselijk moeilijk om te verliezen.” (de Volkskrant)
IREEN WÜST
ESTAVANA POLMAN
(1986), schaatser Behaalde tijdens de Olympische Spelen 2018 goud op de 1.500 meter en zilver op de 3.000 meter en de ploegenachtervolging. Is de succesvolste Nederlandse deelnemer aan Olympische Spelen. Werd dit jaar aan de kant gezet door haar sponsor omdat ze te oud was. “In eerste instantie ga ik nog twee jaar door, maar als ik er nog veel lol in heb en mee blijf doen om de titels sluit ik niks uit.” (Schaatsen.nl)
FOTO LISELOTTE DE MAAR
(1992), handbal Speelt in de Deense DameHåndboldligaen voor de club Esbjerg en speelt ook in het Nederlandse team. Kreeg vorig jaar een dochter en moest hard werken om weer boven aan de top te komen. “Thuis ben ik 100 procent moeder en hier ben ik 100 procent handbalster. Zo moet het ook zijn. Als dat niet meer zo is, kap ik ermee.” (NU.nl)
64
SIFAN HASSAN
SABRINA VAN DER SLOOT (1991), waterpoloër Won samen met het Nederlandse waterpoloteam goud op het Europees Kampioenschap in Barcelona. Werd ook verkozen tot de beste speelster van het EK en traint nu heel hard voor de Olympische spelen in Tokio. “Natuurlijk ben ik vereerd, maar ik voel me ook een beetje bezwaard. Waterpolo is een teamsport. In je eentje kun je niks.” (AD)
FOTO CASPER KOSTER
(1990), wielrenner Werd dit jaar wereldkampioen in Oostenrijk, wat een groot doel voor haar was. Werd tweede in La Course en NK mountainbike. “Ik denk, dat we nog meer vrouwen op de fiets moeten krijgen. We moeten de sport nog populairder maken en tonen dat wielrennen ook iets voor vrouwen is.” (BlogTirol)
(1959), directeur filminstituut EYE Een bekende naam in de Nederlandse filmwereld. Dit wordt nogmaals bevestigd door haar eerste plaats in de lijst van ‘de twintig spraakmakers van de Nederlandse filmindustrie’, samengesteld door Het Parool en de Filmkrant. “Onder leiding van Sandra den Hamer is Eye uitgegroeid tot een instituut van jewelste. Eye speelt een belangrijke rol op het gebied van filmrestauratie, filmonderzoek en filmeducatie,” aldus de jury over Den Hamer. (Het Parool)
ANOUSHA NZUME
DARIA BUKVIC
(1989), toneelregisseur Regisseerde dit jaar de toneelvoorstelling Melk & Dadels waarin vier Marokkaans-Nederlandse actrices hun ervaringen vertellen. Ze is veel bezig met het maatschappelijke belang van haar werk. Is zelf geboren in Bosnië. “Onbewuste discriminatie is een bitch. Wij kregen vaak een variant van ‘zo doen wij dat hier niet’ te verstaan. Wij zaten in een ondergeschikte positie waarin we vooral dankbaar moesten zijn, omdat we, weet ik veel, van iemand een afgedankt meubel hadden gekregen. En dan moest je de rest maar pikken.” (de Volkskrant)
Ilse Warringa
(1975), actrice en scriptschrijver serie de Luizenmoeder Er ontstond dit jaar een enorme hype rondom de komische serie de Luizenmoeder. Warringa die al jaren op het theater stond en veelvuldig als stemacteur werkte, werd in een klap bekend bij het grote publiek als Juf Ank. Voor diezelfde rol won ze dit jaar de Zilveren Televizier ster voor beste actrice een een Gouden Kalf. “Mensen spreken me vrolijk aan, willen een selfie met mij of zitten heel erg te kijken. Ik vind het leuk, maar ik had het niet verwacht. Ik dacht: als ik mijn haar los doe en ik kleed me rock-’n-roll, dan hebben ze niet door dat het Ank is.” (Margriet)
FOTO JEAN BAPTISTE
(1992), tennisser Is de succesvolste Nederlandse tennisster van het moment en trad in oktober toe tot de top-tien van de WTA-ranglijst. “Ik ben inmiddels zo goed dat ik elk toernooi voor de overwinning moet spelen. Het is mogelijk. Ik moet alleen maar knokken en alles geven.” (De Telegraaf)
(1975), zangeres Bracht dit jaar haar eerste Nederlandstalig album uit, dat vol lof ontvangen werd. Was ook dit jaar weer coach bij The Voice waar ze geen blad voor haar mond neemt. “Ik heb nooit een ster willen worden, maar droomde wel van een tafel vol kinderen.” (Vogue Nederland)
FOTO STEVEN PISANO
KIKI BERTENS
ANNA VAN DER BREGGEN
(1990), volleyballer Is de sterspeler van de Nederlandse volleybalploeg. Versloeg met haar ploeg dit jaar voor het eerst ooit het Amerikaanse team en kwam net niet in de finale van het wereldkampioenschap in Japan. “Als ik op straat loop, komt er wel eens iemand naar mij toe om met mij op de foto te gaan. Dat was vroeger echt nóóit het geval. Ik vind het leuk hoor, en het is goed voor de sport.” (Metro)
SANDRA DEN HAMER ANOUK
(1992), voetballer Voetbalt bij FC Barcelona en kwalificeerde zich met de Oranjevrouwen voor het wereldkampioenschap in Frankrijk. Bewijst dat vrouwen ook kunnen voetballen en is een voorbeeld voor velen. “Ik ben een voorbeeld voor heel veel jonge meisjes en zelfs jongens. Ze weten nu dat het mogelijk is om ooit voor FC Barcelona te spelen.” (Metro)
LONNEKE SLÖETJES
top 10 Cultuur
IRIS VAN HERPEN (1984), modeontwerper Ze werkte afgelopen jaar mee aan Femme fatales: sterke vrouwen in de mode, een expositie van vrouwelijke ontwerpers. Ze werd daarmee in een adem genoemd met de groten in de modewereld zoals Chanel en Prada. Ze stond op nummer zes van de Cultuur top 100 van NRC, en was daarmee de hoogst genoteerde vrouw in de lijst. ‘Ik hou erg van controle, elke millimeter moet kloppen, op het mathematische af. Tot ik daar compleet tegenin ga. Ik zwerf altijd tussen controle en chaos.” (Harper’s Bazaar)
SASKIA NOORT (1967), auteur Schreef dit jaar het boek Stromboli dat haar maar liefst zesde nominatie van de NS Publieksprijs opleverde. Ook is ze dit jaar columnist geworden voor het AD waarbij ze verschillende onderwerpen aan de kaak stelt. Ze blijft zich in de media uitspreken tegen seksueel geweld. De discussie moet volgens haar niet alleen gevoerd worden als er een actuele aanleiding voor is:“De discussie moet niet alleen dan gevoerd worden. De discussie moet altijd gevoerd worden. De wortel ligt namelijk niet bij de vrouw. Die ligt bij de dader.” (Metro)
(1969), actrice, programmamaakster en activist Spreekt in haar podcast Dipsaus met verschillende vrouwen van kleur over verschillende maatschappelijke onderwerpen. Doet dit samen met Ebissé Rouw en Mariam El Maslouhi. Ze hebben hun concept verder uitgewerkt tot een online magazine en een websites met maatschappijkritische artikelen. Blijft zich onvermoeid uitspreken tegen racisme en discriminatie.
1
ELS KLOEK
(1952), historicus en hoofdredacteur Vrouwenlexicon Ze stelde dit jaar een boek samen met portretten van 1001 vrouwen uit de vorige eeuw. De historicus werkte daarvoor samen met verschillende auteurs, maar ook met verschillende subsidiegevers en crowdfunds. 1001 vrouwen uit de 20ste eeuw is zelfs uitgeroepen tot het ‘Beste Geschiedenisboek Aller Tijden’. “Er zijn nog altijd éxtra argumenten nodig wanneer er aandacht wordt besteed aan vrouwen. We zijn niet gewend dat er over vrouwen geschreven wordt op een encyclopedische manier. Deze vrouwen in het lexicon, dit zijn ze gewoon, zonder extra argumenten.” (Vrij Nederland)
BIRGIT DONKER (1965), directeur Nederlands Fotomuseum Dit jaar maakte ze overstap naar het Fotomuseum, na jaren te hebben gewerkt als directeur van het Mondriaan Fonds. Onder haar leiding moet het museum zich meer gaan profileren als een Nederlands museum. “Dat betekent niet dat er alleen maar Nederlandse fotografen mogen exposeren, maar iedere expositie moet een zekere link met Nederland hebben.” (NRC)
META KNOL (1969), directeur Museum De Lakenhal Het museum werd flink gerestaureerd en verbouwd afgelopen jaar. En dat heeft geresulteerd in een spraakmakend nieuw gebouw. Daardoor was het museum al een tijdje dicht, maar er wordt verwacht dat het museum in maart 2019 weer opengaat. OPZIJ 2018/2019 NR. 8
65
FOTO MONIQUE KOOIJMANS
OPZI
TOP
TOP
100
LAURA VAN GEEST
EVELINE CRONE
(1976), generaal luchtmacht Vertrok dit jaar als eerste vrouwelijke commandant van Vliegbasis Eindhoven en werd generaal bij de luchtmacht. Daar ging ze aan de slag bij het Defensie Cyber Commando in Den Haag. “Ik hoop dat meisjes ondanks dat stoere imago van Defensie zien dat er plek is voor mannen én vrouwen.” (Follow the Money)
RENSKE VAN DER VEER PATRICIA ZORKO
(1964), Waarnemend Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid is sinds 1 november 2018 waarnemend Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Haar functie als directeur Cyber Security heeft ze daarom tijdelijk overgedragen om de rol van waarnemend NCTV te vervullen en zo bij te dragen aan veiligheid in Nederland en in internationaal verband.
(1975) hoogleraar Neurocognitieve Ontwikkelingspsychologie Kreeg dit jaar de eer om op te treden als ambassadeur van het Weekend voor de Wetenschap. Er kwam dit jaar nog een nieuwe versie uit van haar boek Het puberende brein. Ze is expert op het gebied van het puberbrein en won daar vorig jaar zelfs de Spinozapremie voor. Over het glazen plafond zei ze tegen De Kennis van Nu: “Ik ben er altijd doorheen gegaan. Ik kom het nog steeds tegen.” FOTO CORBINO
ELANOR BOEKHOLT-O’SULLIVAN
FOTO CORBINO
FOTO JOY SCHREINER
(1962), directeur Centraal Planbureau Sprak zich namens het CPB uit over belastingontwijking van multinationals en de afschaffing van de dividendbelasting. Vond dat het kabinet meer kan doen om de rol van Nederland als doorsluisland naar belastingparadijzen in te perken. “Het is aan politici om te besluiten of ze wat aan die doorsluisfunctie willen doen.” (NRC)
(1980), directeur van het International Centre for Counter-Terrorism Sinds april staat van der Veer aan het roer van dit instituut dat zich bezighoudt met contraterrorisme. Ze schuift regelmatig aan in talkshows om over terrorisme te praten. Met het aantal vrouwen in de branche zit het volgens haar wel goed. “In dit vakgebied zijn vrouwen trouwens relatief goed vertegenwoordigd heb ik het idee. Het is niet ingewikkeld om vrouwen te vinden die expert zijn op het gebied van terrorisme.” (OPZIJ)
top 10 Onderwijs en wetenschap FOTO MARC DE HAAN
100
top 10 Openbaar bestuur/orde
(1960), kinderombudsman Is naast Kinderombudsman ook bijzonder hoogleraar Kind, Orthopedagogiek en Vreemdelingenrecht. ging afgelopen jaar op kinderrechten tour om met kinderen te praten over Nederlandse regelgeving. Zette zich dit jaar in voor Lili en Howick, die terug naar Armenië moesten. Ze blijft zich inzetten “voor een migratiebeleid waarin kinderrechten centraal staan.’’ (AD)
1
LIESBETH ZEGVELD (1970), advocaat en hoogleraar Is gespecialiseerd in de rechten van de mens en maakte bekend aangifte te doen tegen Defensie in de zaak rond de beëindiging van de treinkaping bij De Punt. Was dit jaar genomineerd voor ‘Parel van de Balie’. Heeft volgens haar kantoorgenoot een “diepgeworteld rechtvaardigheidsgevoel.” (Advocatenblad)
MARION KOOPMANS
(1967), directeur van het Nederlandse Instituut voor internationale betrekkingen Clingendael Sinds 1 juli 2016 staat zij aan het roer van dit klassieke instituut. Ze verzorgde dit jaar de Beschermerslezing in Nationaal Monument Kamp Vught waarbij ze sprak over Vredespolitiek. Daarnaast was ze een van de opstellers van het rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken waarbij ze vraagtekens zette bij de Europese koers die minister-president Rutte wilde voeren. “Ik wil me op het grote publiek richten om het gesprek aan te gaan en het debat aanwakkeren over hoe we willen dat het buitenlandbeleid eruit gaat zien.” (OPZIJ)
MARIËTTE HAMER (1958), SER-voorzitter Is dit jaar weer voor twee jaar benoemd als voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Werd ook door minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs benoemd als lid van de Raad van Toezicht van de TU Eindhoven en werd benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht (RvT) van de RDW. Is sinds 1 september benoemd tot nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Lezen & Schrijven.
NAOMI ELLEMERS
MEREL VAN VROONHOVEN (1968), bestuursvoorzitter AFM Benoemd voor vier jaar als voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), een functie die ze al sinds 2014 bekleedt. “De financiële sector stond voor grote veranderingen, zeker wat betreft technologie en verwachtingen van de maatschappij.” (Management Scope) 66
CORIEN PRINS (1961), voorzitter WRR Is sinds 1 april 2017 voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Werkt daarnaast als hoogleraar Recht en Informatisering aan de Universiteit in Tilburg en is Voorzitter Raad van Toezicht van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Ook is ze lid van het het bestuur van de Sociaal Wetenschappelijke Raad.
(1974), hoogleraar Diversiteit in Opvoeding en Ontwikkeling Onderzoekt de rol van gender-, cultuur- en sociaaleconomische factoren van ouders en kinderen bij het vormgeven van ouder-kind interacties en ontwikkelingswegen. Daarnaast werkt ze als decaan bij Leiden University College The Hague en maakt ze deel uit van Athena’s Angels.
(1955), hoogleraar astronomie Ze won dit jaar de prestigieuze Kavliprijs voor astrofysica. Na de Nobelprijs is dit de hoogste onderscheiding die een sterrenkundige kan krijgen. Ze kreeg deze uitgereikt door de Noorse koning. Daarnaast werd ze dit jaar voorzitter van de Internationale Astronomische Unie. “Ik ben wel een week bezig geweest met het beantwoorden van alle felicitaties”, vertelde ze tegen de NOS. “Deze weken zijn wel heel speciaal, met de Kavliprijs en het voorzitterschap van de IAU. Zulke weken maak ik waarschijnlijk mijn leven lang niet meer mee.”
(1969), hoogleraar economie Ze werd dit jaar de nieuwe directievoorzitter Rabobank Amsterdam. Ze zal deze in januari 2019 innemen. Ze laat onder andere in het Financieel Dagblad van zich horen, maar schuift ook regelmatig aan in talkshows. Men vraagt zich nu al af of Baarsma de eerste vrouwelijke CEO van een bank gaat worden. “Ik ben boven alles een onafhankelijk denker.” (het Parool)
(1963), sociaal-psychologe en universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht Ellemers verschijnt vaak in de media om onderwerpen als #MeToo, en verschillen tussen mannen en vrouwen te duiden. “Er wordt veel gedaan vanuit de gedachte: baat het niet, dan schaadt het niet. Maar wat we zien bij specifieke acties voor vrouwen, zoals wervings- of opleidingstrajecten, is dat het een beeld geeft dat vrouwen niet op de normale manier kunnen meedoen. Hun omgeving zegt dan ook sneller: je bent niet aangenomen omdat je goed bent, maar omdat je een vrouw bent. Dan begin je al met een 1-0 achterstand.” (NOS)
JUDI MESMAN
EWINE VAN DISHOECK
FOTO HENK THOMAS
Directeur Gender and LGBTI Equality Was was dit jaar jurylid voor Diversity in IT Ambassador Awards. Blijft zich inzetten voor meer diversiteit en tekende dit jaar namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor extra steun voor transgender personen op de arbeidsmarkt.
(1956), hoogleraar virologie Dit jaar ontving ze van het Erasmus MC in Rotterdam de Stevinpremie voor voor haar onderzoek naar de overdracht van virussen van dieren op mensen. In 2015 deed Koopmans een vergelijkend onderzoek naar de uitbraak van het zikavirus.
1
(1976), hoogleraar internationale en politieke geschiedenis Is expert op het gebied van terrorism en geeft regelmatig haar visie in de media op het gebied van veiligheid en terrorisme, maar probeert minimaal 24 uur te wachten om informatie en context te verzamelen. “Ik denk dat we ons allemaal wel eens een adempauze mogen gunnen, je moet elkaar tijd geven om na te denken”, zei ze tegen NPO Radio 1.
BARBARA BAARSMA
JACQUELINE PRINS
(1960), hoogleraar Geesteswetenschappen, voorzitter KNAW Ze organiseerde dit jaar organiseerde Digital Society Conference over de laatste ontwikkelingen op het gebied van digitalisering. Spreekt zich uit over een hervorming van het onderwijs. Daarnaast is ze per 1 januari 2017 universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht. “Er werken veel vrouwen in de wetenschap maar tegelijkertijd zitten er nog te weinig vrouwen aan de top.” (OPZIJ)
MONIKA SIE
Beatrice de Graaf
Margrite Kalverboer
JOSÉ VAN DIJCK
LOUISE FRESCO (1952), voorzitter van Wageningen University & Research en schrijfster Opnieuw gekozen tot voorzitter van de Raad van Toezicht van WUR. Ze werd genomineerd voor de Cicero Jaarprijs 2017, omdat ze niet voor de kritiek zwichtte toen zij de Britse klimaatscepticus Matt Ridley uitnodigde om het Wageningse academisch jaar te openen. “Ik ben trots op wat we de afgelopen eeuw voor elkaar hebben gekregen op het gebied van voedselproductie. Maar ik wil de vraag stellen: waarop kunnen we over honderd jaar trots zijn?” (Vrij Nederland) OPZIJ 2018/2019 NR. 8
67
FOTO J. OERLEMANS
OPZI
F O T O F. R U I T E R
OPZI
OPZI
OPZI
TOP
TOP
100
top 10 Media NADIA EZZEROILI SHULA RIJXMAN
(1959), bestuursvoorzitter stichting NPO Is sinds 2016 bestuursvoorzitter van deze omroep. Was dit jaar even uit de running omdat ze vocht tegen kanker. “Ik ben na een zware, commerciële, goedbetaalde baan als bestuursvoorzitter bij televisieproductiemaatschappij IDTV bij de publieke omroep terechtgekomen, omdat ik dacht: ik moet iets gaan doen waarmee ik mensen bij elkaar kan brengen, dat was een diep gevoelde behoefte. Toch ben ik de afgelopen jaren te vaak in beslag genomen door onderlinge conflicten over de NPO, heb ik gevechten lopen voeren. Dat wil ik niet meer. Ik wil weer een verbindende factor zijn, positief, in plaats van me te laten meesleuren in allerlei incidenten. (de Volkskrant)
Eva Jinek
FOTO MASHA BAKKER
(1978), presentator Kreeg dit jaar zoontje Pax en werd een groot deel van het jaar vervangen door Nadia Moussaid. Werd dit jaar uitgeroepen tot Omroepvrouw van het Jaar en won in oktober de Sonja Barend Award voor haar interview met DENK-politicus Farid Azarkan. “Ik heb heel lang verondersteld dat als je hard werkt; bloed, zweet, geen tranen, dat je dan op mooie plekken kunt komen. Tot ik zag dat veel vrouwen om mij heen, die minstens zo goed of beter als ik zijn, het niet lukte. Dat was voor mij het omslagpunt.” (Jinek)
FIDAN EKIZ
LINDA DE MOL
F O T O P I M VA N B O E S S C H O T E N
(1976), programmamaker en presentator Presenteerde voor het tweede jaar op rij Zomergasten en is eindredacteur van het nog steeds zeer succesvolle Zondag met Lubach. “Uiteindelijk mag je van mij alles zeggen. Ik vind de dingen die in Voetbal Inside worden gezegd bijvoorbeeld superstom en seksistisch, maar ik vind niet dat het niet mag. Ik kijk er gewoon niet naar. En dat vind ik van GeenStijl ook. Ik vind het stom, maar je moet het niet verbieden.” (de Volkskrant)
FOTO CORBINO
JANINE ABBRING
FOTO R. BEUSKER
FOTO JULIE BLIK
SANDY SHADANA KALISINGH MARY-JO DE LEEUW
(1983), journalist Schrijft als verslaggever voor de Volkskrant voornamelijk over onderwerpen als emancipatie en onderdrukking in relatie tot de Islam. “Ik vroeg me al jong af waarom vrouwen altijd aan hun kleding moesten denken. Zit het niet te strak bij de borsten en billen? Was er niet te veel blote huid te zien? Het was alsof ons lichaam ons niet toebehoorde.” (JAN)
(1976), journalist en presentator Laat zich vaak horen als het over de multiculturele samenleving en de islam gaat, zoals in De Nieuwe Maan, een programma dat Ekiz presenteert. Maakte de zesdelige serie Vrouw op Mars Mars, over feminisme. “Als in Nederland een aanslag wordt gepleegd, en dat gaat echt een keer gebeuren, dan worden de moslims en hun kinderen niet gespaard. Ik vraag me wel eens af of dat besef er is. Niet alleen Henk en Ingrid zijn bang, maar Mohammed en Fatima ook. In de strijd tegen terreur kun je verbondenheid zoeken.” (Elsevier)
(1964), media-ondernemer en hoofdredacteur van LINDA. Is al jaren een groots ondernemer en blijft het merk LINDA. innoveren. Is nog steeds een van de grootste presentatoren op tv. Over haar blad bij Pauw: “We blijven altijd op een brutale, open manier naar de dingen kijken, en we doorbreken wel eens een taboetje. We hebben bijvoorbeeld een diversiteitscommissie ingeschakeld. Dat vind ik wel belangrijk.”
68
100
top 10 Tech
HEDY D’ANCONA (1937), socioloog, voormalig politicus en mede-oprichter van OPZIJ Spreekt zich al jaren uit voor emancipatie van onder andere vrouwen en ouderen. “Dat mensen er nu zo voor uitkomen dat ze feminist zijn is voor mij wel fantastisch. Jarenlang kreeg ik op de vraag of iemand feminist was een ‘Ja, maar’ antwoord.” (OPZIJ)
1
DIANA MATROOS (1971), presentator Werkt sinds 2016 bij BNR Nieuwsradio en presenteert sinds september dit jaar daarnaast het programma Buitenhof. Daar houdt ze de de diversiteit van haar tafelgasten nauwlettend in de gaten. “Nederland is al heel lang aan het verkleuren, of men dat nu leuk vindt of niet. Het is een feit en de trend zal doorzetten, wijzen de prognoses uit. Daarbij leven we sowieso meer global. Dan is het vanuit een economisch oogpunt niet handig om niets met die doelgroepen te doen.” (VPRO)
EUGENIE VAN WIECHEN (1969), algemeen directeur van de FD Mediagroep Werd dit jaar verkozen als Topvrouw van 2018. Is naast algemeen directeur bij de FD Mediagroep ook commissaris bij de Noorse mediagroep Schibsted. “Wanneer je aan tien criteria moet voldoen om hogerop te komen, zullen vrouwen hun vinger opsteken als ze zeker weten dat ze aan alle tien voldoen. Mannen denken bij zes van de tien: dat kan ik wel.” (NU.nl)
ANGELA DE JONG (1976), journalist en columnist Zorgt met haar columns regelmatig voor ophef en rumoer in medialand. Schuift regelmatig bij DWDD en Pauw om over televisieprogramma’s te praten. “Af en toe op televisie verschijnen en over televisie praten vind ik hartstikke leuk, maar om nu zelf iets te gaan presenteren: nee, die ambitie heb ik niet.” (DWDD)
(1975), associate Partner en Cyber Security/ Innovation lead bij Revnext Heeft de afgelopen 25 jaar vrijwel al het digitale speelgoed dat te verkrijgen is uitgeprobeerd, onderzocht, gemanipuleerd en waar mogelijk gehackt en is oprichter van het platform ‘Internet of Toys’. Dit platform zet zich in voor standaardisatie en keurmerken van connected toys, vraagstukken op het snijvlak van wet- en regelgeving en privacy-issues. “k heb een roeping. Ik vind dat het niveau van cybersecurity in Nederland heel erg achterblijft. (FMT)
MIREILLE HILDEBRANDT (1958), principle investigator at COHUBICOL en hoogleraar ICT en Rechtsstaat Ze houdt zich bezig het functioneren van de rechtsstaat in cyberspace. Een bijzondere kruisbestuiving tussen recht en informatica die steeds belangrijker wordt. Ze treedt vaak op als deskundige in internationale media, waarbij ze ook vaak vertelt over Nederlandse initiatieven op het gebied van tech.
Lotte de Bruijn
(1980), directeur branchevereniging Nederland ICT Is sinds 2014 directeur van Nederland ICT. Daarvoor was ze al voorzitter van het Young ICT Professionals Netwerk binnen Nederland ICT. Zet zich in voor digitale vaardigheden in het basisonderwijs. “We kampen met een imagoprobleem op verschillende fronten. Er kleeft een nerdy imago aan ICT, enerzijds terecht omdat het keiharde technologie is. We hebben nerds hard nodig, ‘I love nerds’. Maar studenten kiezen er niet massaal voor, terwijl ICT zo belangrijk wordt. Er lopen mensen rond met 3D-geprinte ruggenwervels.” (Nederland ICT)
eigenaar Shadana Innovation Management & Consultancy Is eigenaar van een management- & consultancybureau, dat zich bezighoudt met robotica. Daarvoor werkt ze onder andere voor het ministerie van Economische Zaken en de TU Delft. Ook stond ze op de lijst voor de Ouderenpartij Diemen voor de gemeenteraadsverkiezingen dit jaar en is ze trainer bij RobotWise.
JANNEKE NIESSEN (1978), medeoprichtster van advertentietechnologiebedrijf Improve Digital In 2013 bedacht Niessen samen met Joëlle Frijters de Inspiring Fifty − een Europese lijst met vijftig topvrouwen uit de technologiesector. Daarnaast investeert ze in start-ups in de online wereld. “Ik ben een van de weinige vrouwen die dat doen, zoals er sowieso nog steeds relatief weinig vrouwen in de technologie te vinden zijn. Ontzettend jammer, omdat deze sector zó leuk en interessant is. Het is de branche van de toekomst, alles draait om innovatie.” (JAN)
1
GINA DOEKHIE (1986), forensic IT-expert op de afdeling Forensics en incident respons bij Fox-IT Ze presenteerde dit jaar de Dag van de Fraudeonderzoeker in Den Haag. Ze vertelde over het digitale fraude onderzoek waar zij bij Fox-IT aan meewerkt. In de media spreekt ze zich vaak uit over de cyberveiligheid. In 2017 stond ze in lijst van de Inspiring Fifty, waar de meest invloedrijke vrouwen in tech worden genoemd.
INEKE SCHEFFERS (1989), Initiatiefnemer Girl Code Programmeert pas een jaar. Won de Techionista Award voor Vrouwelijke Techtalent van het jaar. Voor Girl Code brengt ze vrouwelijke programmeurs samen. “De genderkloof komt voort uit een sociaal construct waarin meisjes al vanaf jongs af aan te horen krijgen dat iets technisch doen niet voor hen is weggelegd. Het speelgoed voor meisjes bestaat vooral uit poppen, jongens hebben computers en microscopen. Als meisjes niet in aanraking komen met technologie, hoe kun je dan verwachten dat ze later een studie in die richting kiezen?” (RTL Nieuws)
VIVIANNE BENDERMACHER (1982), oprichter Techionista Ze begon dit platform met als doel het empoweren van vrouwen via de technologie. Ze vindt het daarbij belangrijk dat jonge vrouwen geïnspireerd worden door het creëren van rolmodellen, werkzaam in tech. “Ik ben gewoon begonnen met Techionista, dingen gaan testen en uitbouwen. Nu is het een community waar vrouwen kunnen worden opgeleid.” (emerce.nl)
CORINNE VIGREUX (1964), TomTom Is samen met haar man de oprichter van TomTom. Richtte dit jaar in Amsterdam ‘Codam’ op waar kansarme jongeren gratis leren programmeren. “Het is ook een cultureel probleem. Op het schoolplein heerst nog het idee dat je als werkende vrouw een slechte moeder bent. Nadat we na jaren Londen waren teruggekomen in Amsterdam, gingen mijn zoons even naar een reguliere school. Daar kreeg ik weleens van die blikken. De ‘schoolgate pressure’ is groot hier.” (Quote)
ALIX RÜBSAAM (1988), onderzoeker op het gebied van tech, filosofie en post-humanisme Doet momenteel haar PhD aan de Universiteit van Amsterdam. Geeft lezingen over disruptie, HR en Artificial Intelligence. “We praten ook over onszelf alsof we computers zijn. Zo hebben we het over ‘dit moet ik even verwerken’ en meten we tegenwoordig vrijwel alles waar we mee bezig zijn: het aantal likes op LinkedIn, onze hartslag tijdens het sporten en het percentage dat uitdrukt in hoeverre we matchen met iemand op een datingsite.” (Computable) OPZIJ 2018/2019 NR. 8
69
OPZI
100
top 10 Non-profit
TOP
JANNET VAESSEN
FOTO B. BRONSHOF
KONINGIN MÁXIMA VAN ORANJE
FOTO JEROEN VA N D E R M E Y D E N
(1969), directeur WOMENInc. WOMENInc. startte dit jaar samen met COC Nederland en kenniscentrum seksualiteit Rutgers een alliantie om het publiek, de zorgsector en de overheid bewust te maken van het belang van gender- en LHBTI-sensitieve gezondheidszorg. “Onze wettelijke streefcijfers vragen sinds 2013 slechts om een representatie van 30 procent vrouwen in topfuncties, waar niet eens één op de vijf organisaties aan voldoet. Met dit tempo duurt het nog 35 jaar voor we machtsongelijkheid aan de top weten weg te werken.” (de Volkskrant)
KUNST & CULTUUR
(1971) Sinds 2007 maakt onze koningin deel uit van de Raad voor Microfinanciering. Ze zet zich daarmee in voor vrouwelijke ondernemers in ontwikkelingslanden. Ze richt zich steeds meer op de rol van vrouwen in de economie en op de financiële opvoeding van jongeren. “We zijn er nog niet. Of ik daar ook voor nodig ben, dat weet ik nog niet. Maar voorlopig ga ik door.” (De Telegraaf)
MONIQUE VAN ’T HEK
(1952), directeur Plan Nederland Plan werkt aan duurzame armoedebestrijding en een beter leven voor kinderen in ontwikkelingslanden, met speciale aandacht voor gelijke rechten en kansen voor meisjes. “Échte verandering lukt pas als meisjes net zoveel waardering en respect krijgen als jongens. We strijden door tot dat eindelijk het geval is.” (Metro)
LAURENTIEN VAN ORANJE (1966), Missing Chapter Foundation In 2009 begon ze met de stichting die kinderen in contact brengt met organisaties. Er zijn nu zo’n 100 organisaties in Nederland met een speciale Raad van Kinderen, die ze advies geeft. In 2017 werd ze door De Dikke Blauwe uitgeroepen tot ‘invloedrijkste speler in de Nederlandse filantropie’.
ZOHRA MOOSA (1978), directeur Mama Cash Is sinds 2017 directeur van Mama Cash, dat de activistische ideeën en initiatieven van vrouwen, meisjes en transgender personen over heel de wereld financiert. “Ik zet me in voor een volledige revolutie. Zodat iedereen een prachtig leven kan leiden, met plezier en in een gemeenschap met elkaar.” (mamacash.org)
MARJAN MINNESMA (1966), directeur stichting Urgenda en milieu-activiste Names Urgenda vochten ze het hoger beroep van de staat aan. Ze won de zaak, wat betekent dat in 2020, de CO2 uitstoot met 25% moet zijn verminderd, en dat die taak bij de overheid ligt. Urgenda heeft het daarnaast voor mekaar gekregen om een duurzaamheid vlogger toe te voegen aan de cast van Goede Tijden, Slechte Tijden. “Zolang het klimaat te redden is, ga ik ervoor.” (Trouw)
70
Elsa Schiaparelli, 1932 Foto: George Hoyningen-Huene. Getty Images / George Hoyningen-Huene/ Gemeentemuseum Den Haag
Met onder andere
LINDA TERPSTRA (1955), directeur Fier Fier is het landelijke behandelcentrum op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Dit jaar opende Fier een opvanghuis speciaal voor jongens die het slachtoffer zijn geworden van misbruik. Het is voor het eerst in Nederland dat er een opvanghuis dat zich richt op de opvang en behandeling van puberjongens. “Het wordt tijd dat we dit taboe doorbreken en het onzichtbare zichtbaar maken. Laten we daar met z’n allen keihard aan werken.” (Leeuwarder Courant)
FOTO SEBASTIAAN TER BURG
1
FOTO ROGIER MAASKANT
(1968), oprichter Girls Not Brides Lanceerde in 2016 de stichting Girls Not Brides, waarbij zij zich inzet tegen kindhuwelijken. “Zodat meisjes weer meisjes kunnen zijn en geen bruiden”, zei ze tegen het AD. Ze stond dit jaar voor het eerst in de Quote 500.
FOTO JEROEN VA N D E R M E Y D E N
Shirin Musa
(1977), oprichter en directeur Femmes for Freedom Kwam dit jaar vooral in het nieuws door haar strijd tegen een Haagse moskee die aanzet tot vrouwenbesnijdenis. Het OM vervolgt haar nu wegens smaad en laster. Musa deed namens Femmes for Freedom aangifte tegen de moskee. Ze blijft zich inzetten voor de seksuele vrijheden van migrantenvrouwen en is daarin baanbrekend. “Voor mij zijn alle vrouwenlichamen even belangrijk, ongeacht waar iemand is geboren. Maar ik wil dat mensen bewust worden gemaakt dat dit (vrouwenbesnijdenis -Red.) ook hier een groeiend probleem is.” (de Telegraaf)
PRINSES MABEL VAN ORANJE
SIGRID VAN AKEN (1970), COO Novamedia en directeur Goede Doelen Loterijen In 2013 treedt Van Aken toe tot de Raad van Bestuur van Novamedia en daarmee ook tot de directie van de drie Goede Doelen Loterijen, Nationale Postcode Loterij, BankGiro Loterij en VriendenLoterij. “De combinatie van ondernemen en een maatschappelijke missie volgen past goed bij mij.” (mt.nl)
BOEKEN
FILM & TV
KUNST
REIZEN
• Van Liefde & Verlangen • Darwins Engelen
• Shoplifters • Woman at war • Colette
• Bloot • Femmes Fatales • Het leven van Boeddha, de weg naar nu
• Berlijn
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
71
kunst & cultuur Interview
kunst & cultuur Interview
gevonden in
BERLIJN
Politiek verslaggever en voormalig radio- en televisiepresentator Marjolijn Uitzinger (1947) woont al jaren in Berlijn en is tegenwoordig vooral bekend als succesvol thrillerschrijfster. Haar nieuwste boek Verloren in Berlijn is gebaseerd op de gruwelijke feiten rond gedwongen adopties in de voormalige DDR.
D O O R D E R E I SME I D E N
M
arjolijn Uitzinger (1947) begon haar journalistieke loopbaan in de jaren zeventig als politiek verslaggever voor de Volkskrant en Het Vrije Volk, en werkte later als radioen televisiepresentator voor VARA, AVRO en NOS. In 2006 nam ze afscheid als AVRO-radiopresentator voor Radio 1, ze was inmiddels verhuisd naar Berlijn. Samen met Margriet Brandsma schreef ze het boek Na de Muur (Balans, 2009), over Duitsland sinds de val van de Muur. Uitzinger is een laatbloeier op het gebied van thrillers. Het dynamische Berlijn en de unieke Duitse geschiedenis vormen de inspiratiebron voor haar misdaadromans. Eind oktober verscheen Verloren in Berlijn, inmiddels haar vijfde thriller na Een fatale primeur (2012), Citytrip Berlijn (2013), De huisgenoot (2014) waarvoor ze werd genomineerd voor de Gouden Strop en De partijgenoot (2016), genomineerd voor de Gouden Strop en de Diamanten Kogel. Hoe lang woon je al in Berlijn? “Sinds 2004, dus alweer veertien jaar.” Hoe is dat zo gekomen? “In 2002 overleed mijn man (oud CDA-politicus en burgemeester van Tilburg Gerrit Brokx – red.) Daardoor wilde ik mijn leven een nieuwe richting geven. Tijdens mijn opleiding aan de School voor Journalistiek was ik een keer in Berlijn geweest, en in de jaren zeventig en tachtig nog een
72
paar keer. Maar toen de Muur hier nog stond, vond ik het bepaald geen aangename stad. In mijn herinnering was het grijs, koud en vroeg donker. Totdat jaren nadat de Muur was gevallen een vriendin zei: ‘Laten we eens naar Berlijn gaan! Dat schijnt tegenwoordig heel leuk te zijn.’ Dat bezoek was belangrijk, anders was ik misschien helemaal niet in Berlijn terechtgekomen. Ik heb ook nog even in New York gekeken, maar dat was me toch echt te ver weg en een stuk duurder. Je kon toen in Berlijn een appartement kopen van tachtig vierkante meter voor zo’n 45.000 euro.” Berlijn is best groot, voor welk deel van Berlijn koos je? “Ik koos toen voor West, omdat ik dat het leukste, meest grootstedelijke deel van de stad vond en nog steeds vind. Als je alleen bent is wonen in een grote stad vooral prettig omdat er zoveel te beleven is en omdat de helft van de huishoudens uit singles bestaat. Je bent dus nooit een buitenbeetje. “Berlijn heeft veel verschillende wijken, die ook wel zijn veranderd in die veertien jaar dat ik hier nu zit. Ik ga nu dan ook al voor de derde keer verhuizen, naar Schöneberg.” Heb je je volledig op het schrijverschap gestort of doe je ook nog journalistieke producties? “Ik doe nog wel eens een dagvoorzitterschap en schrijf nog regelmatig achtergrondverhalen. OPZIJ 2018/2019 NR. 8
73
kunst & cultuur Interview Maar het is wel minder geworden. Na het schrijven van Na de muur met Margriet Brandsma, viel ik gek genoeg in een klein zwart gaatje. Toen dacht ik: ik wil nóg wel een boek schrijven. Geen non-fictie, maar laat ik zelf eens wat verzinnen. En dan niet in de in de zin van gruwelijke moorden en mensen voor de trein gooien, zeg maar het type House of Cards, maar fictie gebaseerd op feiten. De geschiedenis van Berlijn is fascinerend en is dan ook de bron voor al mijn boeken. “Verloren in Berlijn is daar geen uitzondering op. Het is gebaseerd op de historische feiten rond de gedwongen adopties die in de voormalige DDR plaatsvonden. In 1991 heeft een wethouder van stadsdeel Mitte een archief vol met dossiers gerold in krantenpapier gevonden. Dat bleken adoptiepapieren te zijn. In de DDR gingen ze bepaald niet zachtzinnig om met mensen die in de ogen van de staat onbetrouwbaar waren, en men deinsde er niet voor terug om deze mensen hun kinderen af te
nemen. Ook als duidelijk werd dat je – dankzij spionage en verklikkersplannen had om te vluchten, werden je kinderen bij je weggehaald. En de redenen waarom je door de staat niet tot een goede ouder werd beschouwd, werden steeds diff user. In naar schatting meer dan zevenduizend gevallen is er sprake geweest van het weghalen van kinderen bij hun biologische ouders, die vervolgens door ‘wel deugende ouders’ werden geadopteerd. Bij jonge vrouwen die in de ogen van de staat niet voor hun kind konden zorgen, werden de baby’s na de geboorte soms weggehaald en gewoon weggegeven. “Er worden nu rapporten geschreven en er is grote druk ook om de dossiers vrij te geven. Er is een besloten Facebook groep, waar ik me ook bij mocht aansluiten, waar allerlei belanghebbenden, waaronder veel vrouwen, zich hebben verzameld. Dit boek is gebaseerd op verhalen van die vrouwen. ” Klopt het dat het boek eerst Het kind van de kapster heette? “Ja, dat is waar. Mijn uitgeverij had geconstateerd dat er een dipje zat in de verkoop van thrillers. Dus nu is het boek officieel een roman en geen thriller.” En die titel dan? “Die suggestie kwam ook van de uitgever. Maar daar heb ik geen probleem mee: andere titel, andere cover, ieder zijn vak! Het is immers ook in mijn belang dat een boek goed verkoopt.” Hoe lang heb je gedaan over het schrijven? “Ik heb er ongeveer negen maanden over gedaan, iedere dag braaf van ’s morgens negen tot ’s middags twee uur. Het zijn dan echt hele intensieve maanden voor mij. Ik lig er ’s nachts van wakker. Het is eigenlijk helemaal niet leuk, dat schrijven. Om met Dorothy Parker te spreken: I hate writing, but I love having written. O
VERLOREN IN BERLIJN Oost-Duitsland, 1987. Burgers worden bespied, opgepakt, veroordeeld in schijnprocessen. De staat dringt binnen in ieders privéleven. Het pasgeboren kindje van de jonge kapster Valentina wordt weggehaald voordat ze het heeft kunnen zien of aanraken. De volgende dag hoort ze dat de baby is gestorven. Meer dan twintig jaar later komt de twijfel. Is haar kind echt dood of hebben de dokters gelogen? Valentina gaat op zoek, maar wordt vermoord voordat ze de waarheid ontdekt. Journaliste Sam Coorenvaar en Andreas, de vader van het kind, nemen haar zoektocht over en stuiten op monsterlijke uitwassen van de heilstaat. Marjolijn Uitzinger –Verloren in Berlijn Uitgever De Geus, oktober 2018 288 pagina’s, €19,99 74
De Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries beheert een uitgeeffonds dat verwant is aan de fondsen van Uitgeverij Verbum te Hilversum en Uitgeverij U2pi te Den Haag. De uitgaven worden kosteloos toegezonden. Per boek wordt aanvragers ter kennismaking verzocht een vrijwillige donatie te storten op stichtingsrekeningnummer IBAN NL46 INGB 0007 3604 25 t.n.v. Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, deze bijdrage komt ten goede aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. BESTUUR:
Monique van der Borg (voorzitter) Eduard de Vries (vice-voorzitter) Helma de Boer (secretaris) Roeland Spijkerman (penningmeester)
Dolly Bönnekamp (lid) Jaap de Jong (lid) Saskia Roeda (lid)
Aanschrijfadres: Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, p/a Prins Hendriklaan 9B, 3743 KA Baarn; e-mailadres: nmw.de.vries@planet.nl STICHTINGSBOEKEN
Nanny de Vries, Achter de islamitische façade – Het werkelijke Iran en Turkije, 2018 (3de dr.)
Nanny de Vries & Jan Best, Het werkelijke Etrurië – Etruskologie zonder fascisme, 2017 (2de dr.) Jan Best, Het Byblosschrift ontcijferd – In het voetspoor van Willem Glasbergen, 2017 (2de dr.) Jan Best, Terug tot Homerus – Een zoektocht naar Nestor, 2018 (2de dr.)
Jan Best de Vries, De vrouw van het Indusschrift – Breekt zij de code?, 2017
Jan Best de Vries, Spelen aan de Sloterplas – De zomer van 1959, 2018 (3de dr.)
Jan Best de Vries & Jelle Jeensma – Naziboekenroof in Nederland (in voorbereiding), 2019 Helma de Boer, Venetië met een vleugje dichtkunst van Willem de Mérode, 2017 Sylvia Duijm & Jan Best de Vries, Wat blijft is herinnering, 2018 (2de dr.)
Jelle Jeensma, Tegengeluiden – Dwarse beschouwingen over wat het nieuws (niet) haalt, 2018 (3de dr.) Jelle Jeensma, Aan het licht – Kanttekeningen bij wat er speelt (in voorbereiding), 2019 Wouter Kronenberg, 20 dagen kanker – zzp’er in de shit, 2017
Jimmy on the Run, Vol. 1 (portrait pictures from Amsterdam), 2017
Jean Thomassen, Doek op voor een echte ster – Onthullingen uit het mysterieuze leven van Ine Veen, 2018 (2de dr.) Jean Thomassen, 1900 en gisteren – De absurde realiteit, 2018
Ine Veen, Horror en erkenning in het leven van Prof. Dr. Bob Smalhout, 2018
AANBEVOLEN BOEKEN
Ewoud Kieft, Het verboden boek – Mein Kampf en de aantrekkingskracht van het nazisme, Uitgeverij Atlas Contact 2017
Anders Rydell, De grote boekenroof – Een zoektocht naar Europa’s verdwenen bibliotheken, Uitgeverij Atlas Contact 2017 Joop Wassenaar, Wit zand (sleutelkrimi), antiquarisch 2016
Joop Wassenaar, Aspecten van Aspekt (krimi), To & From Publishing 2017
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
75
kunst & cultuur Boeken
kunst & cultuur Boeken
Van Liefde & Verlangen
Darwins engelen
Imme Dros koos dit keer voor de verschillende klassieke verhalen die behoren tot de westerse cultuurgeschiedenis en die iedereen op z’n minst kent van naam: Het zwanenmeer, De vuurvogel en Psyche en Eros. Ze bewerkt de verhalen in levend Nederlands en brengt ze opnieuw tot leven.
H
oe gaat het met u? “Uitstekend, ik ben harder dan ooit aan het werk. Een goed teken.” Waar komt uw liefde voor de klassieke verhalen vandaan? “Het begon op het gymnasium, al hield ik altijd al van verhalen. Er werd bij mij thuis veel voorgelezen en verteld. Maar op het gym ging ik Homeros en Tacitus vertalen en ik leerde dat taal elk verhaal kan maken en breken, dat het niet alleen gaat om het ‘wat’ maar ook om het ‘hoe’. De klassieke schrijvers zijn woordkunstenaars. Op de versregels van Homeros kun je dansen. En Tacitus is onovertroffen in bondig formuleren.” Wat is uw favoriete verhaal? “De Odyssee van Homeros. Een schitterend verhaal van heimwee, strijd en overwinning Behalve superieur in taal is Homeros een meester op het gebied van de ironie, en ik hou erg van ironie. Bovendien bestaan de Ilias en de Odyssee voor meer dan de helft uit dialoog, ook geweldig. Homeros staat niet alleen aan het begin van de westerse literatuur maar ook, volgens Aristoteles, aan de wieg van het theater.
76
Ik heb Nederlands gestudeerd, voor die studie moest je veel (te veel) boeken lezen. Na mijn doctoraal heb ik zeker tien jaar geen Nederlandse tekst meer kunnen zíen!” Wat zijn uw plannen voor 2019? “De hele Homeros in één band is net uit. De verhalenbundel Van Liefde & verlangen is net uit en ik ben bezig met het vertalen van drie boeken van Ben Guterson. Zijn werk wemelt van de woordgrappen, anagrammen, ambigrammen, geheimtaal. Het is af en toe een toer daar in het Nederlands een oplossing voor te vinden. Tijdrovend maar spannend! En ik schrijf een nieuw kinderboek en bewerk een libretto.” Wie is in uw ogen de meest invloedrijke vrouw uit de klassieken? “De moeder van Homeros. Of, als Homeros – wat weleens beweerd is – een vrouw was, Homeros zelf. Overigens, volgens een nieuw onderzoek bestaan er geen verschillen tussen de hersenen van mannen en vrouwen.” Imme Dros – Van Liefde & Verlangen €22,50 (Querido)
Tijdens zijn wetenschappelijke carrière correspondeert de Britse bioloog Charles Darwin met de voornaamste natuurgeleerden uit zijn tijd. Tot dit netwerk behoren ook vrouwen. Darwin hecht veel waarde aan hun observaties, bevindingen en expertise. Wie deze vrouwen waren? In ieder geval vrouwen die braken met het Victoriaanse ideaalbeeld van de vrouw en zich binnen in het mannelijke academische bolwerk vochten, vertelt Tessa van Dijk.
H
oe kwam je erachter dat Darwin veel met vrouwen correspondeerde? “Via het Darwin Correspondence Project wordt steeds meer correspondentie van Darwin gedigitaliseerd en online toegankelijk gemaakt. Zo kwam aan het licht dat ongeveer 5 procent van Darwins briefwisselingen met vrouwen was. In 2017 verscheen een gebundelde selectie van Darwins correspondentie met vrouwen. Naar aanleiding hiervan kreeg schrijver Norbert Peeters het idee om een bundel samen te stellen waarin het leven en werk van tien van deze vrouwen verder wordt uitgelicht in de vorm van uitgebreide biografische portretten.” Welk verhaal is je het meest bijgebleven? “De vrouwen die in de bundel aan bod komen zijn zeer verschillend, maar wat zij allen gemeen hebben is dat zij eigenzinnige en gedreven personen zijn. Een van de meest bijzondere verhalen is denk ik dat van de paleontologe Mary Anning, met wie Darwin weliswaar niet zelf correspondeerde, maar die wel
een wegbereider was van Darwins evolutieleer. Mary komt uit een zeer arm gezin en wordt als jong meisje door haar vader aan de kust van het Engelse Lyme Regis opgeleid tot ‘fossielenjager’. Door weer en wind gaan zij samen op pad om op het strand fossielen te zoeken. Na het overlijden van haar vader, Mary is dan elf jaar oud, pakt ze samen met haar broer de draad weer op. Mary ontdekt in de loop der jaren meerdere prehistorische oerreptielen (waaronder de ichtyosaurus en de plesiosaurus) die zij verkoopt om in haar levensonderhoud te zien. Met haar vondsten wordt zij in het hele land bekend en ook correspondeert ze met bijna alle prominente wetenschappers in haar vakgebied. Omdat zij als vrouw niet wordt toegelaten tot de bijeenkomsten van de Geological Society of London, presenteren anderen haar vondsten daar en gaan die ook met de eer aan de haal. Vlak voordat zij op 47-jarige leeftijd overleed aan borstkanker kreeg zij alsnog de nodige erkenning: ze werd benoemd tot erelid van de Geological Society. Na haar dood werd er ter nagedachtenis aan haar
een glas-in-loodraam geplaatst in de kerk in haar geboorteplaats Lyme Regis.” Tessa van Dijk & Norbert Peeters – Darwins Engelen €24,99 (Atlas Contact) OPZIJ 2018/2019 NR. 8
77
kunst & cultuur Boeken
kunst & cultuur Boeken DENKEN ALS OPRAH WINFREY
en verder...
ONGEHOORZAAM Eerder prezen we al De Macht van Naomi Alderman aan waarin vrouwen uit de hele wereld hun superkrachten ontdekten. Ongehoorzaam is haar eerste roman. Wanneer een geliefde rabbijn overlijdt, komt diens dochter Ronit over uit New York en verheugt zich op het weerzien met vrienden uit haar jeugd in Hendon, een Londense wijk. Al snel ontdekt ze dat ze haar milieu ontgroeid is. Ronit ontmoet haar jeugdvriendin Esti en de twee vrouwen worden gedwongen hun verleden onder ogen te zien, evenals de moeilijke keuzes die zij afzonderlijk hebben moeten maken. Vorig jaar werd dit boek verfilmd met Rachel Weisz en Rachel McAdams als Ronit en Esti. Naomi Alderman – Ongehoorzaam €21,99 (Atlas Contact)
Sentini Grunberg – Denken als Oprah Winfrey €15,00 (Haystack)
CALM THE FUCK DOWN De beste stukken van onze columnist verzameld in een boek met een aansprekende titel: Calm the fuck down. Voor Ten Broeke het beste advies dat ze ooit las. Maak je je zorgen dat het kind van je vrienden het alfabet al kent en jouw kind niet? Calm the fuck down. Gestrest omdat je kind in het openbaar gênant gedrag vertoont? Calm the fuck down. Rustig tot tien tellen dus. Asha ten Broeke – Calm the fuck down €19,50 (Maven Publishing)
ARCTICA
Drie jaar geleden kreeg Martine Bijl een hersenbloeding. Tijdens haar herstel in een revalidatiecentrum moest ze alles opnieuw leren, haar taalvermogen bleef echter onaangetast. Ze schreef dit boek over partners en therapeuten, over welzijnstaal, over de valklas en de ergotherapie, over angsten en wanen, over hoe het voelt als iemand anders in je brein is gekropen en daar de boel dreigt over te nemen.
Poolreizigster Bernice Notenboom raakte besmet met het poolvirus: de fascinatie voor de stilte en de fysieke ervaringen van reizen in de vrieskou door onvoorspelbaar terrein. Maar ook een fascinatie voor de zichtbare effecten van de opwarming van de aarde. Ze ondernam drie expedities naar de Noordpool. In Arctica schrijft ze over haar belevenissen en ontberingen en onvergetelijke reizen van haar vele voorgangers: de poolhelden uit de negentiende eeuw.
Martine Bijl – Rinkeldekink €14,99 (Atlas Contact)
Bernice Notenboom – Arctica €24,99 (Prometheus)
RINKELDEKINK
78
Oprah is zo bekend en een rolmodel voor zoveel mensen, dat er al jarenlang wordt gespeculeerd dat ze zich kandidaat zal stellen als president van de Verenigde Staten. Volgens Sentini Grunberg is het nog steeds mogelijk dat ze in 2020 meedoet aan de presidentsverkiezingen. In haar boek beschrijft ze Oprah Winfrey als een van ’s werelds slimste marketingpersonen, en heel gedreven en hardwerkend bovendien. Maar de belangrijkste les die je van Oprah kunt leren, is haar integriteit.
ONS LEVEN IN DE BOSSEN Een vrouw is op de vlucht voor een vijandige maatschappij en heeft zich teruggetrokken in de bossen. In die bossen schrijft ze. Ze heeft er haast mee, want haar lichaam en de wereld om haar heen verkeren in een staat van afbraak. De mensen met wie ze zich in de bossen heeft verschanst zijn dropouts die offline zijn gegaan en hun geïmplanteerde chip hebben verwijderd. Marie Darrieussecq – Ons leven in de bossen €16,99 (De Arbeiderspers)
EEN VROUW ALLEEN Auteur Ilana Hammerman besluit een wereldreis te maken wanneer haar man en zus kort na elkaar overlijden. Als oudere vrouw alleen op reis ontdekt ze dat er voor haar geen barrières bestaan, ze kan gaan en staan waar ze wil en niemand houdt haar tegen. Met deze vrijheid in gedachten keert ze terug naar Israël, om daar naar de bezette gebieden te reizen. Ze wil het dagelijks leven onder die bezetting meemaken, er met de mensen praten en hen helpen waar ze kan. Ilana Hammerman – Een vrouw alleen €19,99 (de Bezige Bij)
DICHT BIJ HUIS De achtjarige Daisy is verdwenen van een familiefeest. Inspecteur Adam Fawley, die op de zaak wordt gezet, houdt alle opties open, maar hij weet dat de dader negen van de tien keer dicht bij huis gezocht moet worden. Daisy’s familie gedraagt zich inderdaad nogal opvallend – haar moeder doet er alles aan om de schijn op te houden en haar vader blijft koel en afstandelijk tijdens de verhoren. Daisy’s teruggetrokken broertje laat al helemaal niks los. Cara Hunter – Dicht bij huis €17,50 (Prometheus)
WAT DOEN WIJ HIER? Wat betekent het om mens te zijn in een tijd waarin we tussen links en rechts heen en weer worden gesleurd in een draaikolk? Marilynne Robinson brengt een verloren verleden in verband met het heden, en schenkt aandacht aan grote levensvragen als: waarom bestaan wij, hoe moeten wij leven? Ze pleit voor het omarmen van de ideeën van de grote denkers, en reflecteert op het hedendaagse politieke klimaat. Marilynne Robinson – Wat doen wij hier? €22,99 (Arbeiderspers)
HELDINNEN Iedereen heeft ze nodig: helden. Mensen die je inspireren om het beste uit jezelf te halen. Dus wetenschappers, artiesten, sportvrouwen, activisten of wereldreizigers. In dit boek worden vijftig vrouwen geportretteerd die weten wat ze willen: van Michelle Obama tot Prinses Máxima en van Oprah Winfrey tot Beyoncé Knowles. En van Floortje Dessing tot Annie M.G. Schmidt. Janny van der Molen – Heldinnen €19,99 (Ploegsma)
DE PONCHO MUST GO ON Al jaren trekt Tosca Niterink er met haar vaste dans- en wandelpartner Annie op uit, het liefst gaan ze naar een weinig voor de hand liggende plek. Dus van Tsjernobyl tot de Ganges, en van de knoflookvelden in Zuid-Korea tot kamperen in Patagonië. Op grappige wijze doet Niterink verslag van deze wandelverhalen. Tosca Niterink - De poncho must go on. En andere afritsverhalen €18,50 (Podium) OPZIJ 2018/2019 NR. 8
79
kunst & cultuur Film
Shoplifters
Na hun zoveelste winkeldiefstal komen Osamu en zijn zoon onderweg naar huis buiten in de kou een verloren klein meisje tegen. Ze blijkt van huis te zijn weggelopen en Osamu neemt haar mee naar huis. Daar wordt ze al snel opgenomen in het hechte gezin. Hoewel de familie arm is en ze net genoeg verdienen door te stelen, hebben ze een gelukkig leven samen. Tot een onverwachte gebeurtenis verborgen geheimen blootlegt en de familiebanden hevig op de proef worden gesteld.
Al 75 jaar een ander geluid
Vanaf 13 december in de bioscoop
Woman at war Halla is een vijftigjarige vrouw met een missie. In haar eentje verklaart ze de oorlog aan de lokale aluminiumindustrie. Ze is bereid alles te riskeren om de ongerepte IJslandse hooglanden te beschermen die ze liefheeft. Tot een weeskind onverwacht haar leven op zijn kop zet.
FEESTAANBIEDING
7 WEKEN VOOR 5 EURO NU
Vanaf 27 december in de bioscoop
Colette
De film Colette vertelt het fascinerende levensverhaal van SidonieGabrielle Colette, de auteur die alleen haar achternaam gebruikte en schreef over Claudine en Gigi. Haar verhaal begint wanneer ze als plattelandsmeisje rond 1900 als jonge bruid van de beroemde, schrijver Henri ‘Willy’ Gauthier-Villars haar entree maakt in de Parijse high society. Ze is verveeld met haar nieuwe bestaan en schrijft dagboeken vol met haar seksuele fantasieën, die uiteindelijk onder de naam van haar man gepubliceerd worden als de novellereeks Claudine. De sensuele verhalen zijn een hit, en Willy en Colette groeien uit tot het bekendste koppel van Frankrijk. Tot Willy haar op een dag verraadt.
Ga nu naar trouw.nl/feest
Vanaf 20 december in de bioscoop
- Actie geldig t/m 31 december 2018 80
kunst & cultuur Tentoonstelling
kunst & cultuur Tentoonstelling
F O T O : J E A N B A P T I S T E M O N D I N O . I R I S VA N H E R P E N / J E A N B A P T I S T E M O N D I N O / G E M E E N T E M U S E U M D E N H A A G C O L L A B O R AT I N G A R T I S T P E T E R G E N T E N A A R / D R E S S M A D E I N C O L L A B O R AT I O N W I T H T U D E L F T
FEMMES FATALES – STERKE VROUWEN IN DE MODE FOTO COURTESY DE KUNSTENAARS
WAAR? Gemeentemuseum Den Haag WAT? De tentoonstelling laat werk zien van een indrukwekkende hoeveelheid vrouwelijke modeontwerpers, uit binnen- en buitenland: Coco Chanel, Elsa Schiaparelli, Mary Quant, Vivienne Westwood, Miuccia Prada, Maria Grazia Chiuri (Dior), Fong Leng, Iris van Herpen en vele anderen. Ontwerpen ze anders dan hun mannelijke collega’s? Beter misschien? Weten vrouwen het best wat vrouwen echt willen dragen? Naast mode en ontwerpen zijn er ook foto’s te zien op de tentoonstelling. WAAROM? Nooit eerder stonden er zoveel vrouwen aan het hoofd van modehuizen als nu. Dit is hét moment om een tentoonstelling te organiseren over de rol van deze dames – femmes fatales – in de modewereld. Een tentoonstelling volledig gewijd aan vrouwelijke ontwerpers. WANNEER? Tot en met 24 maart 2019, dus je hebt nog even... www.gemeentemuseum.nl Iris van Herpen, couturecollectie Ludi Naturae, 2018
Staande Boeddha, China, Noordelijke Weidynastie, eind vijfde – begin zesde eeuw, Zandsteen, Collectie Ben Janssens, Londen.
HET LEVEN VAN BOEDDHA, DE WEG NAAR NU Lois Cohen en Indiana Roma Voss, Odalisque uit de serie Metamorphosis.
BLOOT - HET KWETSBARE LICHAAM WAAR? Museum Kranenburgh, Bergen WAT? Werk van meer dan vijftig hedendaagse kunstenaars en ontwerpers waarbij bloot, of naakt, een grote rol speelt. WAAROM? ‘To be naked is to be oneself. To be nude is to be seen naked by others’, aldus de Engelse kunstcriticus John Berger in 1972. Dit citaat vormt het uitgangspunt voor de tentoonstelling. Wanneer wordt bloot naakt, wanneer speelt seks een rol, wanneer is kunst shockerend. Bloot in onze beeldcultuur is de afgelopen decennia veranderd. Van schok tot gewenning, van taboe tot openheid. Of juist andersom? Hoe ervaar jij de kunst op deze expositie? WANNEER? Tot en met 3 februari 2019 www.museumkranenburgh.nl 82
WAAR? De Nieuwe Kerk, Amsterdam WAT? Eeuwenoude Boeddhabeelden naast hedendaags werk van Ai Weiwei en Yoko Ono. Een ruim twee meter lange rolschildering, uit het bezit van de Dalai Lama, maar ook een twee meter hoog staand Boeddhabeeld uit de vijfde-zesde eeuw. Ruim zestig kunstwerken, stuk voor stuk topwerken. WAAROM? De tentoonstelling vertelt het levensverhaal van de Boeddha. Hij werd in de vijfde eeuw voor Christus als prins geboren maar koos op zijn 29ste voor een ander leven. Zijn levensfases staan symbool voor het boeddhisme en vormen het verhaal van de tentoonstelling: de geboorte, de ommekeer, de verlichting, de eerste leerrede en zijn overlijden. De essentie van het boeddhisme is de verlichting, die bereikt kan worden door de bewustwording van het hier en nu. Om iets daarvan te kunnen ervaren worden er in de tentoonstelling mindfulnessmeditaties gegeven. WANNEER? Tot en met 3 februari 2019. www.nieuwekerk.nl OPZIJ 2018/2019 NR. 8
83
kunst & cultuur van Opzij
kunst & cultuur van Opzij
EYEOPENER Sandra den Hamer (1959) is directeur van Eye Filmmuseum. Naast filmzalen, een expositieruimte en een restaurant beheert Eye een collectie van zo’n vijftigduizend films uit alle genres. Den Hamer begon als vrijwilliger bij het Nederlands Filmfestival en was drieëntwintig jaar werkzaam voor het Filmfestival Rotterdam, uiteindelijk als directeur. Drie jaar geleden won ze een Gouden Kalf voor haar inzet voor de filmcultuur. DOOR MAR L EEN HOGEN DOOR N BEEL D S AN DER PAR DON 84
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
85
kunst & cultuur van Opzij
W
kunst & cultuur van Opzij
aar bewaar je je Kalf? “Hij staat naast het Gouden Kalf van mijn man (producent Hans de Wolf -red.), hij kreeg er twintig jaar geleden een voor Antonia. Die van mij staat lekker fris te shinen in de boekenkast.” Wordt er bij jullie thuis veel over films gesproken? “Mijn zoon heeft gestudeerd aan de filmacademie en werkt als junior producer bij Halal. Mijn dochter reist nu door Australië en is cultureel antropoloog. Die is een heel andere kant op gegaan. Zij vond het ontzettend irritant als we bij het eten over film zaten te praten, haha. Nee, dat valt reuze mee hoor.” Je begon in je geboorteplaats Steenwijk als kaartjesscheurder bij het plaatselijke theater. “Onze buurman was de directeur van het plaatselijke theater en ik mocht als vakantiebaantje kaartjes scheuren. Er was veel cabaret en theater van de lach. Op een dag – ergens midden jaren tachtig – zag ik een voorstelling van Hauser Orkater. Toen ging er een wereld voor me open, zo anders, zo fascinerend. Dat was voor mij een openbaring. Dat er zoiets bestond als theater dat je raakt, verwondert, aan het denken zet. Ik wilde ooit medicijnen of bouwkunde studeren, maar vanaf toen raakte ik geïntrigeerd door kunst en cultuur en besloot theaterwetenschappen te gaan studeren.” Toch deed je tijdens je studie meer filmvakken. “Tja, in het eerste jaar moesten we veel nogal traditioneel repertoire toneel zien. ‘Theaaaaaaaater’ noemden we dat. Dat kon me weinig boeien. Film des te meer. Daarmee kon je op reis, naar andere werelden, andere culturen, andere tijden, in hoofden van andere mensen kijken.” Zie je nog veel films? “Minder dan vroeger. Toen ik voor het International Film Festival Rotterdam werkte, zag ik er heel veel. In de maanden dat we bezig waren met research en programmering minstens een paar per dag. Ik zie er nu een paar per week. Liever in de bioscoop maar soms ook gewoon lekker thuis op de bank.” Even een clichévraag: wat is je favoriete film? “Rotvraag inderdaad. Het zijn er zoveel en het kan voor mij ook elk jaar of elke maand weer een andere film zijn. Ik ben een veelvraat, ook in genres. Nu hebben we bijvoorbeeld in onze tentoonstellingsruimte in Eye De wondere wereld van Jan Svankmajer, een Tsjechische cineast die een heel eigen universum creëert met rare wezens en bizarre objecten. Maar even zo goed verheug ik me enorm op de gerestaureerde versie van een van de grootste klassiekers allertijden: The Sound of Music die we hier in december op het grote doek laten zien. Het is de allereerste film die ik ooit zag in de bioscoop en ik moet nog altijd een traantje wegpinken bij het liedje Climb Every Mountain.” Wat is je huidige gemoedstoestand? “Goed, rustig. Het is mooi weer, kijk naar buiten! We zitten hier met een prachtig uitzicht op het IJ. Er is hier altijd meer dan genoeg te
doen en te beleven. Een geweldig gebouw, mooie films en tentoonstellingen, fijne collega’s, bijzonder ook om te mogen werken met mensen die echte experts zijn op hun vakgebied, of het nu gaat om filmwetenschappelijk onderzoek, het edele handwerk van filmrestauratie, hoogwaardige kennis van digitale infrastructuren of van het samenstellen van vernieuwende filmprogramma’s en presentaties enzovoort. Ik houd ervan om met mensen te werken die supergoed zijn in hun vak. Welk talent zou je willen hebben? “Ik heb bewondering voor kunstenaars, voor makers met uitgesproken visies en eigenwijze ideeën. En ik heb respect voor mensen die iets heel goeds, iets heel technisch, vakmatigs of iets heel ambachtelijks kunnen. Ik heb zelf nooit de ambitie gehad om films te maken, maar ik heb er in een ver verleden wel even over gedacht om cameravrouw te worden. Maar ik ben meer een generalist. Ze noemen me hier soms ‘de grote roerganger’. Ik houd ervan dat als we eenmaal een goed plan hebben ontwikkeld om met elkaar ervoor te zorgen dat we het voor elkaar krijgen. En dan geef ik niet snel op.” Wat is je definitie van geluk? “Geluk heeft te maken met dat je kunt doen wat je wilt. In vrijheid leven en denken. Je omringen met vrienden en geliefden. Hier in mijn werk word ik gelukkig als we hier beneden in de kantoren zitten te werken en dan kom ik boven en zie ik mensen die ontroerd uit de film of tentoonstelling komen. Of kleine kindjes die net naar Cinemini zijn geweest en vrolijk langs de trapleuningen richting restaurant glijden. Of clubjes scholieren die begeleid door onze mensen druk in de weer zijn met camera en microfoons om hun eerste film op te nemen. Dit museum is een open huis, er komen veel mensen, en zo te zien komen ze er graag. Wat we bieden doet ze iets. Dat is precies wat ik wil.” Wat zijn je dagdromen? “Als ik daar al tijd voor heb, droom ik van onder een olijfboom zitten in Italië. Of dat we ons geen zorgen hoeven te maken over bezoekersaantallen, over subsidie- en sponsorinkomsten. Of van meer succes voor artistieke Nederlandse film. Of van meer mogelijkheden voor jong talent en meer ruimte voor experimenten, daar wil ik nog wel iets aan doen. We zijn nu met een aantal partners bezig met een filmbroedplaats hier in Amsterdam-Noord. Ik ben meer een doener dan een dromer.” Als wie of wat wil je terugkeren in een volgend leven? “Toch eigenlijk wel gewoon als mezelf. Je spreekt met een gelukkig mens. Dit moet vast een saai antwoord voor je zijn.” Nee hoor. “Ik ben ook supertrots dat het hier gelukt is. We hebben er keihard voor gewerkt. Eye is nu zes jaar open. En dat het een succes zou worden, was van te voren niet evident. Er was bij velen ook wel een soort van scepsis. Zou het wel lukken? Zouden er wel mensen naar Amsterdam Noord willen komen? Het was ook nog eens in de crisis, dit was een groot bouwproject, we moesten onszelf opnieuw
‘Ik moet nog altijd een traantje wegpinken bij Climb every mountain’
86
uitvinden en we moesten fuseren met een aantal instellingen, wat ook geen sinecure is.” Met dit nieuwe museum aan de Noordelijke IJ-oever heb je Amsterdam eigenlijk een beetje groter gemaakt. “Klopt. Kijk maar eens naar de toeristische plattegrond van Amsterdam. Die hield vroeger aan de bovenkant op bij het Centraal Station. Het Centraal Station ging vroeger ’s nachts ook dicht aan de noordzijde. Dat is inmiddels ondenkbaar. We waren hier de eerste grote culturele instelling. Nu zijn er tal van leuke buren, zoals de Tolhuistuin en de Adam-toren.” Zou je eigenlijk niet als een filmpersonage willen terugkomen? “Daar heb ik nou werkelijk nog nooit over nagedacht.” Wat is je meest opvallende eigenschap? “Ik denk dat ik wel een doorzettertje ben, daar krijg ik goede zin van. Als je iets voor ogen hebt dat je wilt bereiken, dan doe je er alles voor om te zorgen dat het lukt. En nieuwsgierigheid. Ik reis graag, ontdek graag nieuwe dingen, steden, musea, films, mensen. Ik kijk graag om me heen.” Welke eigenschap vind je minder aan jezelf? “De keerzijde van doorzetten is dat je ook ongeduldig kan worden. Dat het je niet snel genoeg gaat en dat je vergeet andere mensen mee te nemen of dat je ze voor het hoofd stoot als het naar hun zin te snel gaat of moet.” Wie leerde je de belangrijkste les? “Ik denk Hubert Bals, de oprichter van het IFFR. Dat is wel lang geleden, maar hij heeft mij leren kijken naar films. Films uit andere culturen, uit andere landen, films die je normaal niet in de bioscoop zag. We spreken over de jaren tachtig, hè. De wereld is veranderd en door internet veel kleiner geworden. Maar hij was een ontdekkingsreiziger, hij ging daadwerkelijk films halen in China, in Iran, in Mexico. Die hadden we hier nog nooit gezien.” Ben je een feminist? “Ja. Er is best een tijd geweest dat ik dacht dat het nog nauwelijks nodig was. Dat we leefden in een geëmancipeerde samenleving, waar kansen gelijk verdeeld waren. In de filmwereld hier in Nederland bijvoorbeeld waren op een gegeven moment alle belangrijke posities bij fondsen en festivals ingenomen door vrouwen. Maar dat is niet genoeg. Dat werd dit jaar tijdens het filmfestival van Cannes nog maar eens schrijnend duidelijk gemaakt. In 71 jaar festivalgeschiedenis draaiden er zo’n tachtig films geregisseerd door vrouwen in de competitie tegenover meer dan zestienhonderd gemaakt door mannen. Schrikbarend weinig. En gemiddeld verdienen vrouwen in de filmwereld ongeveer de helft van wat mannen verdienen. Hee hallo, we leven in 2018! Het verbaasde me. Je gaat er blindelings van uit dat het zeker in ons vakgebied inmiddels wel goed zit, maar dat is dus niet
zo. Een eyeopener. Dat geldt overigens soms ook voor onszelf als ik kijk naar de films en de tentoonstellingen die we hier presenteren: waarom is er zo weinig werk van vrouwen? Daar moeten we echt wat aan doen.” Ging het makkelijk van vrijwilliger naar directeur? “Eigenlijk wel. Ik heb nooit bedacht dat ik directeur van een filmfestival of van een filmmuseum wilde worden. Het ging vanzelf, van het een kwam het ander. Toen de vraag van het Filmmuseum kwam, moest ik er wel even over nadenken. Het IFFR was mijn familie, ik werkte er al meer dan twintig jaar en verveelde me geen moment. Ik ben toch gaan praten en toen kwamen de plannen en ambities voor een nieuw museum en begon het enorm te kriebelen. Toen heb ik geen moment meer getwijfeld. Ik heb er ook geen dag spijt van gehad.” Wat is je favoriete reis? “Ik ga graag naar plekken die ik nog niet ken, maar wat voor mijn werk elk jaar een feestje is, is het filmfestival in Cannes. Daar zie je in een week het neusje van de zalm van wat er in de internationale filmwereld gemaakt is. Wat is je grootste angst? “Dat er iets gebeurt met de mensen die je liefhebt.” Wat is je grootste prestatie? “Dit museum. En dat ik zulke leuke kinderen heb.” Andere mensen zouden misschien hun Kalf noemen. “Ik houd er niet van om over mezelf te praten of als het in een interview als dit over mij gaat. Ook toen ik dat Kalf kreeg, keek ik even om me heen: ‘Huh heb je het over mij? Hè ik? Waarom?’ Ik werk hier met zoveel goede en gedreven collega’s en het gaat hier niet om ons maar om de films en de kunst die we willen laten zien.” Wat is de fijnste plek om te wonen? “Dat is voor mij nu een dijk in Amsterdam-Noord. Ik kan me ook heel goed voorstellen dat het fijn is om in Italië te zitten op een heuvel met uitzicht. Maar hier in het museum een beetje over het IJ staren vind ik het ook heel prettig.” Wat is je dierbaarste bezit? “Mijn kinderen.” Wat is je motto? “Om maar bij The Sound of Music te blijven: Climb Every Mountain. En ook: Pluk de dag. Probeer er elke dag het beste van te maken.” Wat zijn je plannen voor 2019? “We zijn druk bezig met de jaarprogrammering voor 2019 en daar zit weer heel veel moois bij waar ik goeie zin van krijg. Zoals in de zomer een tentoonstelling met het werk van William Kentridge en een retrospectief gewijd aan het oeuvre van Isabelle Huppert. Verder werken we met een aantal partners in het onderwijs en in de filmwereld om ervoor te zorgen dat kinderen al op vroege leeftijd leren kijken, dat ze beeld leren lezen en begrijpen. En voor mezelf de plannen die heel Nederland heeft: een beetje gezonder leven en meer sporten. Ik ben al gestopt met roken, dus dat hoeft niet meer. En verder genieten van het leven natuurlijk. Vooral dat.” O
‘Gemiddeld verdienen vrouwen in de filmwereld ongeveer de helft van wat mannen verdienen. Hee hallo, we leven in 2018!’
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
87
kunst & cultuur Op reis Berlijn blijft bijzonder. Bijzonder vanwege de historie die overal voelbaar is, bijzonder vanwege de musea, bijzonder door de dynamiek. Berlijn is altijd in beweging. Dat maakt de stad zo interessant en biedt altijd een reden voor een bezoek. De Reismeiden, lekker gemaakt door het vooruitzicht dat in 2019 de Bauhaus-beweging 100 jaar bestaat, gingen op stap en op zoek. DOOR D E REI SM E ID E N
Berlijn? BERLIJN! 88
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
89
kunst & cultuur Op reis OOST EN WEST Tot 1989 was de stad gesplitst in Oost- en West-Berlijn. Nadat de Muur gevallen was, werd Berlijn weer één stad, maar toch blijf je als bezoeker steeds op zoek naar ‘ben ik nu in het oude Oost of in het voormalige West’ en ‘waar stond de muur precies.’ Onder andere door die jarenlange scheiding tussen Oost en West heeft de stad nu ook niet één duidelijk centrum, maar meerdere centra. Dat maakt Berlijn extra aantrekkelijk om te ontdekken. Steeds ben je weer verbaasd over de gebouwen, oud naast nieuw, de parken en de pleinen, de winkelstraten, de musea. Het is een drukke stad, maar door de spreiding van de bewoners, mensen die er werken en toeristen verspreid over al die verschillende delen van de stad, voelt het nooit als te druk. Zoals in meer wereldsteden is het een plezier om de stad op de fiets te ontdekken. Wij fietsten uiteraard langs de Brandenburgertor, hèt symbool van de Duitse eenheid. Hier immers sprak Ronald Reagan de legendarische woorden ‘Mr. Gorbatsjov, tear down this wall.’ Vlak daarbij zetelt het parlement van de Bondsrepubliek in het
90
kunst & cultuur Op reis Rijksdaggebouw, dat van veraf zichtbaar is vanwege de glazen koepel. In de jaren ‘negentig kreeg de Britse architect Norman Foster de opdracht om de Rijksdag te verbouwen, en als kers op de taart ontwierp hij de glazen koepel. Het is prachtig om mensen omhoog te zien cirkelen naar het hoogste terras. Boven heb je een weids uitzicht over Berlijn, en als je naar beneden kijkt, kijk je zo in de vergaderkamers. Er is ook een restaurant met dakterras waar je koffie kan drinken en kan eten. Wel even reserveren. MUSEA Die zijn er veel in Berlijn, in alle soorten en maten. Ingeklemd tussen de twee delen van stadsdeel Mitte ligt het Museumsinsel, een eiland in de Spree met belangrijke Duitse musea. Zoals het Pergamonmuseum, gebouwd om grote architectuurfragmenten te huisvesten, of het Altes Museum met een forse archeologiecollectie. Ten zuiden van het Insel ligt het Jüdisches Museum, ontworpen door de Amerikaanse architect Daniel Libeskind. Hier vertelt het gebouw een eigen verhaal. De architectuur dringt zich zo krachtig aan de
bezoeker op dat het je nog lang na het bezoek bijblijft. Die architectuur is symbolisch en verwijst naar de tocht en het lijden van de Duitse Joden. Ronduit beklemmend is de betonnen toren, zonder ramen, met alleen heel hoog een spleet waar het licht door naar binnen valt. Los van de architectuur is er boven in de tentoonstellingsruimte een interessante expositie over Jeruzalem te zien, waarin vele aspecten van de stad belicht worden. In een apart paviljoen in de tuin betraden we een werk van lichtkunstenaar James Turell, ook zeer de moeite waard. Beide tentoonstellingen zijn tot ver in 2019 nog te zien. Ook het Museum der Dinge, inderdaad het museum van alledaagse dingen, van de spullen, is de moeite waard. Een beetje moeilijk te vinden, op de derde etage van een oud pand aan de Oranienstrasse, maar voor iedereen die de film Goodbye Lenin heeft gezien, een feest der herkenning. Talloze producten en voorwerpen uit de twintigste eeuw zijn hier verzameld en uitgestald in houten vitrinekasten. De voorwerpen zijn gesorteerd naar vorm, naar functie of naar kleur. Servies met decoratie of juist strak en wit, hele
oude glimmend zilveren haarföhns, zeepdoosjes, witte porseleinen koppen waaraan elektriciteitsdraden bevestigd zaten, allemaal bij elkaar in een vitrine. Bizar, maar leuk, leerzaam en veel voorwerpen roepen herinneringen op. Andere musea die een bezoek meer dan waard zijn, zijn natuurlijk het Hamburger Bahnhof, het voormalige station, nu museum voor hedendaagse kunst. Kijk wel even voordat je gaat wat er aan interessante tentoonstellingen is, ze wisselen hier nogal vaak, maar zijn meestal spectaculair. Hetzelfde geldt voor de Martin Gropius Bau, een indrukwekkend gebouw waar dito tentoonstellingen georganiseerd worden. En dan nog een tip. Mocht je op zaterdag in Berlijn zijn, ga dan naar de Sammlung Hoffmann in BerlinMitte. Daar woont Erika Hoffmann tussen hedendaagse topkunst en die privé-verzameling is dus alleen op zaterdag toegankelijk. Wel even van tevoren aanmelden. VERLATEN VLIEGVELD Genoeg over kunst. Fietsen over een verlaten vliegveld, dat kan in Berlijn, ten zuiden van de wijk Mitte. Hier ligt Tempelhof, een vliegveld dat in potentie het grootste burgerluchtvaartvliegveld ter wereld kon worden en dat een belangrijke plaats innam in de megalomane plannen van nazi-‘hofarchitect’ Albert Speer. De gigantische gebouwen verwijzen nog naar die periode. Later speelde dit vliegveld een cruciale rol in de bevoorrading van West-Berlijn tijdens de blokkade
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
91
kunst & cultuur Op reis
kunst & cultuur Op reis door de Sovjet Unie ( juni 1948-mei 1949). In 2008 werd de luchthaven gesloten, tegen de wens van de politiek maar als gevolg van een referendum onder de bevolking van Berlijn, waarna het terrein in 2010 werd geopend als recreatiegebied. De lange ladingsbanen worden nu gebruikt om over te fietsen en te skaten, te rijden op een segway, er wordt gevoetbald en lekker in de zon gezeten. En er zijn allerlei tuinen en tuintjes verrezen, Gemeinschaftsgarten, community gardens, plekken om te relaxen en om elkaar te ontmoeten. Van tijd tot tijd wordt hier een feestje gebouwd, vindt hier een festival plaats, want ja, deze enorme ruimte leent zich daar natuurlijk perfect voor. In ieder geval zolang er geen definitieve nieuwe bestemming voor is bepaald. KADEWE Shoppen kan je ook goed in Berlijn. Alles is er te vinden van leuke boetiekjes tot luxe warenhuizen. Ga ook beslist even naar het KaDeWe, het Kaufhaus des Westens aan de Tauentzienstraße. Toen de Muur er nog stond was dit warenhuis het grootste van Europa en het uithangbord van het westerse kapitalisme. Het heeft zes verdiepingen en vooral de bovenste etage is een bezoek waard. Hier zit een delicatessenafdeling en een restaurant met een glazen koepeldak. Aan weerszijden van deze straat kun je alle bekende merken vinden, met aan het eind tegenover de Gedächtniskirche staat Bikini Berlin, een grote concept mall, waar je goed kunt ronddwalen bij allerlei niet-alledaagse winkels. BAUHAUS In 2019 is het honderd jaar geleden dat Bauhaus, de vernieuwende kunst- en ontwerpschool in Duitsland, werd opgericht. Daarom zijn er in 2019 allerlei tentoonstellingen in Duitsland, en dan vooral in Weimar en Dessau om Bauhaus te eren. In Berlijn zelf blijkt dit niet zo te zijn. Het Bauhausarchief wordt gerestaureerd, evenals de Neue Nationalgalerie, gebouwd door Ludwig Mies van der Rohe, en zijn in het jubileumjaar nog niet klaar. Ons werd uitgelegd dat juist dankzij het jubileumjaar er eindelijk voldoende
92
fondsen beschikbaar zijn gekomen voor restauratie van deze belangrijke Bauhaus-monumenten. Op zoek naar Bauhausarchitectuur kwamen we uiteindelijk terecht bij een chocoladewinkel op de Brandenburgische Strasse 17, die zowel qua interieur als exterieur nog geheel in oorspronkelijk staat verkeert. Tussen 1920 en 1930 ontwierp Bauhaus-architect Johannes Itten een aantal chocoladewinkels in Berlijn voor de beroemde chocolatier Erich Hamann. Prachtig om te zien en heerlijk om te eten. ETEN EN DRINKEN EN SLAPEN Wij verbleven in het Arte Luise Kunsthotel. Gelegen in stadsdeel Mitte en als uitvalsbasis heel goed gelegen. Het hotel ligt bijna op het spoor, dus reserveer vooral een kamer aan de straatkant of een die uitkijkt op de binnenplaats. De locatie is wel erg praktisch en er zijn goede en leuke restaurants in de buurt. Aanraders zijn Cafe Bőse Buben Bar en restaurant Boccondivino, zoals de naam al doet
vermoeden een Italiaans restaurant. In die categorie is ook het iets verder gelegen Sale e Tabacchi een echte aanrader. PRAKTISCHE INFORMATIE Berlijn ligt op ruim 630 kilometer van Utrecht. Met de auto prima te doen als je voor iets meer dan een weekend gaat. De trein is ook een goede optie. Volgens de NS kun je voor €39 binnen 6,5 uur in hartje Berlijn zijn. Dat is dan wel een kwestie van heel erg op tijd reserveren. Een snel alternatief is natuurlijk het vliegtuig. Er gaan dagelijks legio
vluchten naar Berlijn. Bij KLM boek je vanaf €99 al een retourtje. Het openbaar vervoer in Berlijn is goed en makkelijk toegankelijk. Vanaf de luchthaven naar het centrum gaat razendsnel met de bus en in de stad is naast busvervoer ook de metro beschikbaar. Het is voordelig om een Berlin City Card te kopen voor het aantal dagen dat je gaat, waarmee al het ov tot je beschikking staat. En natuurlijk, wat wij deden: huur een fiets. In de meeste gevallen gemakkelijk via de receptie van je hotel te regelen. O
HOE ZEG JE
IN HET DUITS
Goedemorgen
Guten Morgen
Dankjewel
Danke
Waar is het beste café?
Wo ist das beste Café?
Ik wil nog een dag langer blijven
Ich möchte gerne noch einen Tag länger bleiben.
Wilt u even OPZIJ gaan?
Wollen Sie zur Seite gehen?
OPZIJ 2018/2019 NR. 8
93
man over vrouw
man over vrouw
BORSTBEELD Bij het afscheid van Carin Gaemers als meest invloedrijke vrouw kon het niet anders dan dat we op bezoek gingen bij Hugo Borst (1962). Het was immers Hugo met wie zij de barricades opging. Ze presenteerden met zeldzaam succes hun manifest Scherp op Ouderenzorg. En dat allemaal dankzij — of liever gezegd als gevolg van - het feit dat hun moeders wegens dementie in hetzelfde verpleeghuis waren opgenomen, waar Hugo en Carin elkaar vonden in hun woede over de slechte zorg voor dementerenden. D O O R M A RIA N N E VE RH O E V E N B E E LD L E N N Y OOS T E R W I J K
94
MA “Mijn moeder was denk ik in zekere zin best wel feministisch. Ze schreeuwde het niet van de daken, maar op verjaardagen kon ze wel, als ze getergd werd – dat heb ik van haar – ineens opkomen voor tante Klazien, die aan de leiband liep van ome Huib. Tante Klazien liet zich ringeloren. Als ome Huib zei: ‘Panter! Naar huis.’ Zei m’n moeder: ‘Je ziet toch dat ze net een sigaret heeft opgestoken! Gewoon blijven zitten, Klazien.’ Nou ja, dat dus, op micro-microniveau. En je moest vrouwen niet afzeiken, dan roerde ze zich ook. Maar dat kwam niet verder dan de verjaardagen. Mijn moeder hield er niet van buiten haar huis te treden. Zij was koningin in haar eigen huis. “Die verjaardagen waren memorabel, iedereen was er klokslag acht uur. En dan ging kleine Hugo met de koekjes rond. Oh, nee eerst het gebakje − en dan wel goed gebak, hè! En rond half negen het tweede kopje koffie met een koekje. Om negen uur kwamen de borrels, dan gingen er een lijstje rond en kon je aanvinken wat je wilde drinken. M’n vader hielp met inschenken en ik mocht helpen met rondbrengen. Ik vond dat fantastisch. Er waren hapjes gemaakt: ham met asperges, gevulde eieren, dadels met monchou, en bekertjes op tafel met verschillende sigaretten. M’n tantes dronken sherry, Campari of wijn. Geen advocaat met slagroom, dat was voor oma en die was er niet ’s avonds, die werd op zondagmiddag gehaald. Er werd wel gedronken maar niemand werd dronken. Bij ons ontstonden altijd leuke discussies met mijn moeder, die van alle aangetrouwde Borsten – de Borsten waren voornamelijk mannen – wel de felste en de meest linkse was. Ze stemde gevarieerd op PvdA en D66 en de rest van de familie op het CDA of de VVD. Mijn moeders zussen waren ook felle donders, die liepen te hoop tegen mijn conservatieve ooms. “Het geloof speelde niet zo’n rol, wat dat betreft was het al aardig ontzuild. Mijn moeder was katholiek, mijn vader gereformeerd en in 1951 zijn ze Nederlands Hervormd getrouwd, dat was het compromis. Mijn ouders hebben het geloof uit respect voor hun nog levende ouders een beetje aangehouden, maar ze gingen niet naar de kerk. En op een gegeven moment heb ik ook gezegd: ‘Ja, ik ga niet meer bidden, hoor.’ Dat vonden ze prima. Toen was ik acht, tien jaar misschien. “Die familiebanden waren heel hecht en leuk. En nog steeds. Een keer in de twee jaar hebben we een Borstendag, dan zien we elkaar allemaal. Nu zijn er geen ooms
en tantes meer over, dus zijn het de neven en nichten geworden. Die zijn inmiddels ook allemaal zestig, zeventig.” “Ik schrijf voor Esquire columns over seks, liefde en wellust en ik kan daarin ook weleens iets heel opvoedkundigs krijgen. Zeker als ik schrijf over jongens die stoer lopen op te scheppen over wat ze allemaal doen en kunnen op seksueel gebied en waarvan je weet dat het allemaal gelogen is. Ronald Giphart vertelde mij ooit dat hij op zijn vierde, vijfde jaar van zijn moeder te horen kreeg: wel altijd zorgen dat het meisje het ook leuk vindt. En later gepreciseerd: je moet zorgen dat het meisje ook klaarkomt. Ik moet zeggen, dat heeft mijn moeder nooit gedaan. Ik heb wel van haar zo’n standaardvoorlichtingsboekje gekregen toen ik een keer ziek was in de tweede klas van de lagere school, maar toen was ik allang op mijn zesde door mijn buurjongen voorgelicht. Dat vind ik wel jammer, ik had graag verteld dat mijn moeder zo feministisch was. “Ze was zelf wel vroeg seksueel actief, vanaf haar vijftiende, maar dat was met mijn vader. Want zo lang waren ze al samen. In februari 1945, in de hongerwinter, zijn ze met de zus van mijn vader naar de Achterhoek gelopen, omdat daar wel te eten was. Toen hadden ze al bijna een jaar ‘iets’. Ze zijn samen geweest van 1944 tot 2008, toen overleed mijn vader. “Ze heeft het dus nog ruim tien jaar zonder hem volgehouden. En dat ging goed tot ze in het verpleeghuis helemaal niets meer kon. “En daarmee zijn we aanbeland bij het vraagstuk van euthanasie bij dementie. Voor mij geldt dat als alle autonomie je is ontnomen, hoe goed de zorg ook kan zijn of is, ik dat voor mijzelf niet meer wil. Ik ben een zeer autonoom wezen, en dan moet je er helemaal niet aan denken om tot last te zijn. Heb je trouwens in een verpleeghuis weleens een demente arts of dierenarts gezien? Die hebben de medicatie om zelf op tijd uit het leven te stappen.” OPZIJ 2018/2019 NR. 8
95
man over vrouw
man over vrouw
“Mijn moeder heeft ooit ondertekend ze geen onomkeerbare ontluistering wilde en dat was het bij haar wel geworden. Ik was onlangs bij Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, waar ik sprak over dit thema en daar werd geopperd: ‘Laten we onze geliefden machtigen, laat die het voor ons doen.’ Het is een interessante gedachtegang. Maar wanneer is het op tijd? Is dat wanneer je naar het verpleegtehuis gaat? Of is dat wanneer je daar voor het eerst een incontinentieluier moet? Of is dat het moment dat je met je vingers in je eten begint te graaien? Is dat het moment? Ik zou één moment weten dat ik mijn moeder – als dat wettelijk had gemogen – had kunnen helpen bij uit het leven stappen, en dat is in mei geweest, drie maanden voor haar dood. Ze kon alleen nog maar slapen, in foetushouding, en we hadden niet of nauwelijks contact; al het leuke wat er nog over was, was ervan af. M’n moeder was toen echt zielig. Ik had echt medelijden. En ook omdat ik toen wist dat mijn moeder dat echt niet meer had gewild. Ik had haar toen wel een pilletje willen geven. Maar goed, dat mag niet. Dat hebben we zo afgesproken, dus dat is ook niet gebeurd en zo is ze niet in mei overleden maar in augustus. En of mijn moeder in die drie maanden ernstig heeft geleden, dat weet ik niet. Ze heeft heel veel geslapen. En ik denk dat als je slaapt, je niet lijdt. Daar ga ik maar van uit. Ja, dat is ook maar een aanname. Maar ja, het zijn toch drie maanden geweest waarin ze vegeteerde. Dat er geen lachje meer was. Tot zover het lijden.” KARINA “Karina is iemand die totaal niet op de voorgrond wil. Zij komt uit Nieuw-Zeeland en ze kijkt eigenlijk met verbazing naar de wereld waarin ik me begeef. En dan bedoel ik de voetbalwereld. Dat is natuurlijk ook een krankzinnige wereld met veel te veel geld. Ze kijkt wel naar de programma’s die ik doe en dan zegt ze van ‘dat is goed’ en ‘dat is niet goed’, of ‘dat moet je niet zeggen’ of ‘dat is heel grappig’. Nou ja, we hebben een heel fijn huwelijk, en onze inmiddels 23-jarige zoon. Ik heb weleens verteld dat ze druk is met haar pottenbakkerij. Dat was geen grap of zo hoor. Ze maakt hele mooie dingen en die verkoopt ze ook.” CARIN “Ik heb heel veel vriendinnen in mijn leven en dat zijn enorm sterke en wijze vrouwen, daar ben ik dol op en ik ga er graag mee om. Maar Carin en ik hebben een hele bijzondere relatie. Het is een hele mooie vriendschap, wij zijn echt geestverwanten. We zijn geworteld in Schiebroek, waar ik naar school ben gegaan, maar we kwamen elkaar pas twee jaar geleden tegen. Het is leuk om haar in m’n leven te hebben. “Ja, bij haar kom je dus bij een heel ander segment
dan de machtigste vrouwen die beroepshalve carrière maken. Die zijn ook hartstikke belangrijk, maar het leuke vond ik van de benoeming dat Carin, die eigenlijk historicus is, uit het niets is gekomen en vanwege iets totaal anders bekendheid heeft verworven. Aanvankelijk in mijn schaduw, maar daar is ze al heel snel uitgestapt. Precies zoals ik had gehoopt. Ze is inhoudelijk tien keer sterker dan ik, ze is slimmer dan ik, maar we hebben wel dezelfde gedachten. En we vertrouwen elkaar blindelings. Ik heb haar in het begin weleens een podium kunnen geven omdat ik bekend ben, zo werkt dat nu eenmaal. Maar inmiddels wordt ze lekker zelf gebeld door alles en iedereen. “Er komt natuurlijk weer een nieuwe aan meest invloedrijke vrouw aan. Ik moet dan spontaan denken aan een vrouw die nu veel in het nieuws is en omdat ze ook in het AD schrijft, dat is Fidan Ekiz. Ik vind Fidan een heel lieve, maar ook heel krachtige vrouw en ze heeft invloed, daar ben ik van overtuigd. Bovendien wil zij verbinden en daar houd ik van. Ik vind het prima om de boel een beetje op te schudden, maar tegelijkertijd heb ik geen zin in ontwrichting.” FEMINISME “Het feminisme… ja. Jeetje. Waar zitten we tegenwoordig? 4.0, 5.6? Het is een interessante tijd, ook vanwege #MeToo en het is hartstikke goed dat dat foute gedrag nu aan de kaak wordt gesteld. Zo’n Weinstein zou ik ook nog wel een schop voor z’n ballen willen geven. “Ik ken genoeg vrouwen die mij verteld hebben dat er bepaalde mannen uit de televisiewereld handtastelijk werden − ik ga absoluut geen namen noemen − en het verbaast mij dat die mannen, of net gepensioneerde mannen eigenlijk, met terugwerkende kracht nog nooit aan de beurt zijn gekomen. Maar dat komt misschien ook wel doordat in Nederland de discussie al snel ‘gekaapt’ werd door mannen, dat is welles nietes geworden, waardoor vrouwen dachten: ik ga mijn vingers niet branden. Vrouwen zouden elkaar misschien meer moeten helpen en vinden, zoals in Amerika, waar ze elkaar wel direct ondersteunden. En kennelijk is dat hier niet gebeurd.” SPORTVROUWEN “Gelukkig dringen de vrouwen steeds beter door in de voetbalwereld. En dan bedoel ik niet alleen op het veld. Hélène Hendriks bijvoorbeeld, is een hele goeie presentator. Een topwijf! Zij heeft het best wel pittig hoor, maar omdat zij zoveel kwaliteiten heeft, heeft zij het respect van alles en iedereen in die mannenwereld verworven, dus dat is extra knap. Maar ook Dione de Graaff is een buitengewoon fijne collega. “Tijdens het WK in Rusland heb ik heb achter de
Het feminisme… ja. Jeetje. Waar zitten we tegenwoordig? 4.0, 5.6?
96
schermen gepusht om meer vrouwen aan tafel te krijgen. Bij de Belgen zit een topper, Imke Courtois, die hebben we toen ook op mijn instigatie uitgenodigd. Zij is analytisch beter dan menig man. In ieder geval beter dan ik. Dat doen ze bij Fox toch net iets beter dan bij de publieke omroep. In onze uitzendingen hadden gewoon meer vrouwen moeten zitten. Er zijn er genoeg met kennis van zaken. “Ja, de vrouwen komen op. En je ziet dat ook bij de voetbalmeiden: eerst het EK gewonnen en zich nu voor het WK gekwalificeerd. Ik vind het perfect gaan zo. Alhoewel, dat elftal vind ik nog veel te wit, daar moeten alle kleuren in terechtkomen. Het is nu nog een beetje een hockeygezelschap. Maar als het gaat om het verschil in aandacht tussen het mannen- en vrouwenvoetbal kunnen we wel een voorbeeld nemen aan hockey. Die is daar helemaal gelijk, maar die lopen dan ook dertig jaar voor. Maar het gaat goed, hoor! Hoewel het natuurlijk een schande is dat we in de eredivisie voor vrouwen nog altijd geen Feyenoord hebben. In Rotterdam kun je dus als meisje niet bij Feyenoord voetballen, vooralsnog. Komende zomer hebben we van 7 juni tot 7 juli in Frankrijk het WK voor de vrouwen. Ik voorzie dat ze de kwartfinale halen, daarna wordt het moeilijk met China, Brazilië, de VS en Japan, die op papier beter zijn. Maar daar gaan we wel van genieten.” LIEF “Nou ja, ik ben het af en toe wel, maar soms ook niet. Ik zou mezelf zeker niet schizofreen willen noemen, maar mensen verbazen zich er bij mij vaak over dat ze zeggen, wat ben je eigenlijk lief. Maar andere mensen denken daar weer heel anders over. Ik heb echt vijanden in de voetbalwereld. Ik zeg waar het op staat en ik kan soms ook een tikje arrogant doen, maar dat doe ik dan ook expres. Ik durf van mezelf wel te zeggen dat ik lief
ben, maar ik kan soms ook wel eens een rattenstreek uitvoeren, maar dan is het altijd uitgelokt. Dan heeft die ander het verdiend. En ik ben wraakzuchtig als W.F. Hermans, je moet me echt niet naaien, want dan maak ik je virtueel een kop kleiner. Er zijn een paar mensen in de voetbalwereld, die haat ik gewoon diep. Ik weet wat ze in hun schild voeren, dat ze hypocriet en slecht zijn. Ik kan gewoon niet tegen gezag. Ik ben al sinds 1993 eigen baas en ik zou echt niet meer in loondienst kunnen zijn.”
Carin is inhoudelijk tien keer sterker dan ik, ze is slimmer dan ik, maar we hebben wel dezelfde gedachten CARIN EN HUGO “We blijven het in de gaten houden, het manifest heet niet voor niets Scherp op Ouderenzorg. Wat ik in mijn derde boek wil doen, maar dat verschijnt pas over anderhalf jaar, denk ik, is kijken hoe die 2,1 miljard nu besteed is. Het globaal bekijkend kan ik zeggen, met de gesprekken die we voeren overal in het land, dat de situatie er twintig procent beter op is geworden. Niet meer dan dat. Het gaat allemaal te langzaam. Veel bestuurders zijn gewoon toch conservatief en niet veranderingsgezind. Maar ook de arbeidsmarkt is heel krap. Er moeten 125.000 mensen bij en die kun je niet vinden. Nog afgezien van dat het salaris klote is. “Ik wil wel heel veel, maar ik heb blaaskanker gehad en ik heb net als mijn moeder hartritmestoornissen. Ik ben vaak gewoon moe, dus ik ben erg selectief met wat ik doe. En als je ‘ja’ zegt tegen iets dan word je opgeslokt, hè. Ik heb met Adelheid (Roosen, − red.) In de Leeuwenhoek gemaakt, een tv-serie voor HUMAN over de zoektocht naar zorg bij dementie en dat was pittig, hoor. Ook omdat het emotioneel is. Adelheid en ik kregen een band met die mensen. Ik ben nog wel een paar keer teruggegaan, maar toch minder dan ik eigenlijk had willen doen. Daar had ik een interessante discussie over met Lisa, onze researcher, zij zei dat je het op een gegeven moment moet loslaten, want anders ga je heel erg veel meetorsen op je schouders. Ik ben echt bijna overspannen geworden van het aantal e-mails naar aanleiding van dat programma, mijn column in het AD en van mijn optredens met Carin. “Zo veel schrijnende verhalen. Natuurlijk zijn we nog niet klaar.” O OPZIJ 2018/2019 NR. 8
97
take care Carin Gaemers
FOT
LI O JULIE B
K
Carin Gaemers (1958) is onze meest invloedrijke vrouw 2017. Maandelijks houdt ze ons bij de les.
Iets om over na te denken
O
aanstelling in de beter betaalde banen. Al met al aanleiding genoeg te veronderstellen dat de leefomstandigheden van mensen in de laagst betaalde banen een stuk minder rooskleurig zijn dan die van de rest van de Nederlanders en dat dit voor vrouwen nog meer geldt dan voor mannen. Het verbaast mij dat dit gegeven nauwelijks naar voren komt in het debat over ongelijkheid tussen de seksen. Een mogelijke verklaring hiervoor gaf Barbara Ehrenreich in een interview met Margriet Oostveen van de Volkskrant. “Mensen die zelf een opleiding hebben,” zei Ehrenreich, “kijken neer op de arbeidersklasse, en vooral op de witte arbeidersklasse. Die beschouwen ze als mislukkelingen, als dom. Want waarom hebben ze niet gewoon beter hun best gedaan, net als zij?” Wat Ehrenreich hier naar voren brengt, sluit aan bij de vrij algemeen aanvaarde norm die wij in Nederland hanteren voor succes en falen. Wie geen goed betaalde baan heeft, heeft geen gebruik gemaakt van de kansen die er zijn, heeft niet hard genoeg haar best gedaan en heeft dit dus aan zichzelf te wijten. Wie zo denkt, houdt geen rekening met omstandigheden die iemand niet in de hand kan hebben. Die kunnen zoveel belemmeringen opwerpen, dat daar zelfs met hard werken en je stinkende best doen niet tegen op te boksen is. Los daarvan, wat is er mis met de keuze voor beroepen als verkoopster, schoonmaakster of medewerker in callcenter, distributiecentrum of in de horeca? Niet iedereen heeft dezelfde ambities. Het zijn eerbare beroepen die bijdragen aan het draaiend houden van de maatschappij. Wat ik krom vind, is dat wij het als samenleving kennelijk vanzelfsprekend vinden dat het bedrijfsleven deze banen niet waardeert met een beter salaris. Het past niet bij feminisme 4.0 daarvoor de ogen te sluiten. Het minste wat we kunnen doen is het agenderen in het debat over ongelijkheid. Niemand hoeft van mij in zijn eentje te gaan applaudisseren bij het doen van de kerstinkopen. Maar het is wel iets om tijdens de feestdagen eens over na te denken. O
™ BESTUUR:
Monique van der Borg (voorzitter) Eduard de Vries (vice-voorzitter) Helma de Boer (secretaris) Roeland Spijkerman (penningmeester)
Dolly Bönnekamp (lid) Jaap de Jong (lid) Saskia Roeda (lid)
Aanschrijfadres: Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, p/a Prins Hendriklaan 9B, 3743 KA Baarn; e-mailadres: nmw.de.vries@planet.nl
“In de “Inomgeving de omgeving van van Sardes, Sardes, het het eindpunt eindpunt van van Herodotus’ Herodotus’ ‘Koninklijke ‘Koninklijke Weg’Weg’ , zie, ik zie overal ik overal weerweer tumuli tumuli in het in het landland verschijnen. verschijnen. OokOok langslangs de weg de weg naarnaar de vindplaats de vindplaats van van Sardes Sardes liggen liggen er verschillende. er verschillende. Evenals Evenals in Gordion in Gordion en en langs langs de Lycische de Lycische kust,kust, raakraak ik, meer ik, meer dan dan 35 jaar 35 jaar na de na de voltooiing voltooiing van van mijnmijn scriptie, scriptie, nog nog opgewonden opgewonden van van de de verschillende verschillende typen typen grafkamers, grafkamers, grafheuvels grafheuvels en rotsgraven, en rotsgraven, die die doordoor de elite de elite vanhier vanhier in Etrurië in Etrurië zijn zijn geïmporteerd. geïmporteerd. Nu Nu ik zeik in ze werkelijkheid in werkelijkheid waarneem, waarneem, lijken lijken ze nog ze nog meermeer op op de de verschillende verschillende grafmonumenten grafmonumenten in Midden-Italië in Midden-Italië dan dan ik destijds ik destijds op basis op basis van van foto’s foto’s en beschrijvingen en beschrijvingen kon kon bevroeden.” bevroeden.” (Citaat (Citaat uit Nanny uit Nanny de Vries, de Vries, Achter Achter de islamitische de islamitische façade façade — — Het Het werkelijke werkelijke IranIran en Turkije, en Turkije, p. 360) p. 360)
Nanny de Vries & Jan Best — Het werkelijke Etrurië
98
hoofdzakelijk laagbetaalden in dienst behaalde Primark vorig jaar 400 miljoen euro winst. Een loonsverhoging zat er niet in, maar het bedrijf krijgt wel voor het grootste deel van de medewerkers een toelage op basis van de LIV. Geen wonder dat deze subsidie ook wel wordt aangeduid als de ‘Primarkpremie’. Daags na Black Friday stuitte ik in twee landelijke dagbladen op interviews met Barbara Ehrenreich, gelauwerd met de Erasmusprijs 2018. Ehrenreich woont in de Verenigde Staten en is daar al decennia een gevestigde waarde in de onderzoeksjournalistiek. In 2001 publiceerde ze Nickel and Dimed, on not getting by in America. Voor dit boek werkte zij anoniem als winkelverkoopster, serveerster, schoonmaakster, kamermeisje en ouderenhulp om te ervaren hoe het leven eruitziet vanuit het perspectief van mensen die moeten rondkomen van het minimumloon. Haar conclusie luidt: voortdurend gebrek aan rust en inkomenszekerheid beschadigt mensen. Ehrenreich deed haar onderzoek voor de wereldwijde crisis en in Amerika. Je zou veronderstellen dat het in Nederland allemaal zo’n vaart niet loopt. Dat is nog maar de vraag. In een onderzoek uit 2016 stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau dat mensen in de laagbetaalde beroepen vaker betalingsachterstanden en problematische schulden hebben, of een kind hebben met psychosociale problemen. Ook zijn zij vaker dan gemiddeld alleenstaand ouder. Hoe groot de groep laagbetaalden is die meerdere problemen tegelijk het hoofd moet bieden, is niet bekend. De schattingen liggen tussen 26 procent en 66 procent. Een onderzoek van het SCP uit 2017 wijst uit dat onder laagstbetaalden de verschillen tussen vrouwen en mannen groter zijn dan in andere inkomensgroepen. Slechts 25 procent van de vrouwen met een laag inkomen is economisch zelfstandig, tegen 71 procent voor de vrouwen met een hoger inkomen. Vrijwel alle mannen in de laagste inkomensgroepen hebben een voltijds aanstelling terwijl dit aandeel voor vrouwen niet hoger komt dan 20 procent. Dat is nogal een verschil met de 70 procent vrouwen met een voltijds
De Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries beheert een uitgeeffonds dat verwant is aan de fondsen van Uitgeverij Verbum te Hilversum en Uitgeverij U2pi te Den Haag. De uitgaven worden kosteloos toegezonden. Per boek wordt aanvragers ter kennismaking verzocht een vrijwillige donatie te storten op stichtingsrekeningnummer IBAN NL46 INGB 0007 3604 25 t.n.v. Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, deze bijdrage komt ten goede aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Nanny de Vries & Jan Best — Het werkelijke Etrurië
p Black Friday, om negen uur in de avond, applaudisseerden enkele honderden klanten voor de verkopers van de Bijenkorf in Den Haag. Nee, ik maak geen reclame voor het warenhuis. En ik ben al helemaal geen voorstander van shoppen tot je erbij neervalt. Dit applaus was een blijk van waardering voor het winkelpersoneel dat steeds vaker ook op zondag of in de avond moet werken. De actie was georganiseerd door middel van een oproep via social media en werd gesteund door de FNV. Voor wie het nog niet weet: verkoopmedewerker in de detailhandel is een van de laagst betaalde banen op de arbeidsmarkt. Ook bij grote bedrijven die na de crisis alweer een paar jaar forse winst maken, zoals C&A, Primark, H&M, Zara en Wibra. Daar werken veel verkopers op het minimumloon of net daarboven. Er zijn meer sectoren waar de meeste medewerkers niet profiteren van de opbloeiende economie. Denk aan horeca, ICT, callcenters, distributiecentra van grote webwinkelbedrijven, schoonmaakpersoneel en bagagehandelaars op Schiphol. Werkgevers krijgen dankzij die economische groei vanaf 2018 van de overheid een jaarlijkse vergoeding voor werknemers die tot maximaal 125 procent van het minimumloon verdienen. Dit is geregeld in de vorig jaar aangenomen wet Lage Inkomens Voordeel. De toelage moet werkgevers stimuleren meer mensen aan te stellen in laagbetaalde functies. Op zich is het een prima idee om de drempel voor werkzoekenden te verlagen. Helaas heeft deze subsidie een ongunstig neveneffect. Bedrijven hebben er immers baat bij als het salaris van medewerkers niet uitstijgt boven de grens van 125 procent van het minimumloon. Dit staat nu op 1.590 euro bruto per maand voor een voltijds aanstelling. De toelage uit de LIV wordt zonder aanvraag door de belasting verwerkt, dus alle bedrijven ontvangen deze subsidie. Wat mij dwarszit, is de onevenredigheid. Als de economie groeit, moet iedereen ervan profiteren. Waarom geldt dit niet voor de laagstbetaalden? Met
Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries ™
Nanny Nanny de Vries de Vries & Jan & Jan BestBest
Het Hetwerkelijke werkelijkeEtrurië Etrurië Etruskologie Etruskologie zonder zonder fascisme fascisme
Lees alles over de grote vragen van deze tijd op nrc.nl/watals Neem nu NRC zaterdag en digitaal voor maar â‚Ź 13,- per maand.
denkt door