OPZIJ zomernummer

Page 1


AANBIEDING

TOL

ENAAR

Editorial Marianne Verhoeven

O

TO

PA

UL

Amber Shania is 21 jaar en had een droom, een eigen webshop. Ze heeft Nederlands-Indische roots en besloot haar droom te realiseren op basis van wat er in Indonesië zo al gemaakt wordt en te koop is.

F

Bags & Batik

Een vleugje cultuur met liefde voor tassen 9 nummers OPZIJ voor € 61,50 en een van deze prachtige tassen (t.w.v. € 24,95 ) CADEAU!

Unieke, opvallende maar vooral comfortabele tas gemaakt in Indonesië. De tas heeft een medium formaat en je kunt er veel spullen in kwijt. De Surabaya tassen zijn gemaakt van PVC en zware katoenen canvas. Kwaliteit, functionaliteit maar vooral originaliteit heb je zeker met deze prachtige tas! Lengte 26 cm, breedte 10 cm en hoogte 20 cm.

AFGELIKTE BOTERHAM

I

9x OPZ + TAS V IJ OO

€ 61,50

R

AL ABONNEE EN TOCH ZO’N TAS? Dan heeft u twee mogelijkheden: 1. Verleng dan uw abonnement met 9 nummers en ook u ontvangt zo’n tas cadeau 2. Of ga naar bagsandbatik.nl, bestel en betaal daar uw tas en ontvang 20 procent korting met deze kortingscode OPZIJ*31082020

GA NAAR OPZIJ.NL/ABONNEMENTEN Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. De eenmalige bezorgkosten bedragen €4,95. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (9 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon.

n het vorige nummer van OPZIJ stond de eerste aflevering van De Kloof, waarin Barbara van Beukering en dochter Milou Deelen al WhatsAppend ons meenemen in hun verschillende standpunten. Wat een fijne reacties op deze nieuwe rubriek, waarvoor dank. In hun tweede bijdrage in dit nummer nemen zij ook weer geen blad voor de mond, en ik moest vreselijk lachen om Barbara die vertelt dat ooit een jongen niet met haar naar bed wilde omdat ze een afgelikte boterham was. Oké dan! De enige man die dat ooit tegen mij heeft gezegd, was mijn vader nadat ik het uitmaakte met mijn eerste (!) vriendje. Het raakte me toen gek genoeg niet erg, vond het eerder sneu voor hem, en toen ik hem jaren later daar nog eens mee confronteerde verslikte hij zich bijna in het handje pinda’s dat hij net in z’n mond had: ‘Heb ik dat echt gezegd?’ Het bewijst maar weer dat context allesbepalend is. Die context kwam ook naar voren in het gesprek met de museumvrouwen als het gaat om het exposeren van vrouwelijk naakt. Het blijkt uit het gesprek dat Alies Pegtel had met de ex-vrouw van Joost Zwagerman. Het geldt zeker voor de Amerikaanse presidentskandidaten, zoals Marije van Rest fijntjes aangeeft in haar stuk en eigenlijk is die context relevant voor alles in dit nummer. Maar eigenlijk is context alles in ons huidige, postintelligente-lockdown-tijdperk waarin we met samengeknepen billen afwachten hoe goed we deze zomer doorkomen. Kijken we nu niet vol verbazing en heimwee naar beelden van popconcerten, volle stranden

en Malievelden vol demonstrerende vitale beroepsuitoefenaars? Vinden we een corona-kilo minder erg dan één die al jaren op je dijen zit? Anderhalve meter is nu toch een heel ander begrip dan nog maar een halfjaar geleden. Nu sta je te schutteren tegenover iemand die je nog maar een paar maanden geleden vol in de armen vloog. Maar alles wordt beter. Omdat we ons aanpassen, eraan wennen – al ben ik het begrip ‘het nieuwe normaal’ al behoorlijk beu – en natuurlijk ook omdat het echt beter gaat. Je weer een biertje kunt drinken op een terras, je een baantje kunt trekken in het zwembad, de regimes in de meeste verpleeghuizen wat menselijker worden (helaas nog niet allemaal – lees Carin Gaemers). Er in OP1 en bij Beau af en toe weer gasten aanschuiven die het over een niet-corona-gerelateerd onderwerp hebben – en we daar ook behoefte aan hebben. En we er toch beter uitzien nu de kappers ons eindelijk weer onder handen hebben genomen. Maar vooral ook omdat de zomer eraan komt. Daarom dit optimistische dubbeldikke zomernummer van OPZIJ. Veel leesplezier en laten we genoeg energie opdoen om er een gezonde herfst van te kunnen maken. O OPZIJ 2020

3


86

34

Maatschappij & Wetenschap

66

56

94

4

07

KOPSTOOT

08

SAY WHAT?!

34

MAATSCHAPPIJ Eli Shafak

44

BUITENLAND POLITIEK Biden vs Trump

49

OPEN DOEK Intiem terrorisme

52

BUITENLAND Surinaamse rechters

56

BOEKINTERVIEW Kate Kirkpatrick over Simone de Beauvoir

72

GEZONDHEID Zorghelden - en nu verder

Mensen 10

20

10

DE OPZIJTAFEL MUSEA Het museum weer in

20

ARTSEN ZONDER GRENZEN Nelke Manders

28

DE KLOOF Barbara van Beukering en Milou Deelen

38

REPORTAGE BUITENLAND Socrates in de modder

60

VAKVROUW Hella Jongerius

66

VAKVROUW Claudy Jongstra

80

DE OPZIJTAFEL De vernietigende kracht van de roem

86

REPORTAGE Mode-ondernemers

94

OORLOGSVERSLAGGEVER Minka Nijhuis

100

INTERVIEW Karin Slaughter

122

OPZIJ OVER MANNEN

72

120 106

Kunst & Cultuur 106

INTERVIEW Lisa Osterman

110

BOEKEN

114

TENTOONSTELLING Chantal Akerman

116

FILM UITGELICHT Julianne Moore

120

MUSEA

126

DE REISMEIDEN Drenthe

100

60

Columns 03

EDITORIAL

19

SHEILA SITALSING

71

ASHA TEN BROEKE

104

ETCHICA VOORN

131

CARIN GAEMERS

116

Service 06 02

COLOFON ABONNEE WORDEN

114

OPZIJ 2019

5


OPZI

Colofon/Uitgelicht

OPSTEKER

G LO P I N I E − F E M I N I S M E 4 . 0

Redactieadres Witte Singel 103 2313 AA Leiden redactie@opzij.nl

juni/juli 2020 • 48 ste ja a rga ng • € 6,99

Hoofdredacteur Marianne Verhoeven Art director Emmely Pardon Eindredacteur Felix Huygen Bureauredactie Marije van Rest Medewerkers Lisette Alberti, Irene Berbee, Asha ten Broeke, Barbara van Beukering, Marieke Buijs, Milou Deelen, Carin Gaemers, Nina Klaassen, Paula Kragten, Alies Pegtel, Noémi Prent, De Reismeiden, Irene Schoenmacker, Sheila Sitalsing, Fieke Tissink, Paul Tolenaar, Etchica Voorn, Renate van der Zee. Uitgever Hans van Brussel Distributie Aldipress Druk HaboDaCosta COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de auteurs of rechthebbenden. De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever.

4.0

apri l/me

RGA 4 6ste JAA i 202 0 •

NG • € 6,99

GAN G GLO PINI INIS E — FEM ME 4 .0

6

INISME

IE – FEM

GLOPIN

6ste JAAR 202 0 • 4

KLANTENSERVICE Op opzij.nl/abonnementen kunt u zelf een abonnement nemen. Voor contact over abonnementen, bestellingen, wijzigingen en vragen kunt u mailen naar abonnementen@opzij.nl. Een jaarabonnement kost € 41,50 voor 6 nummers.

J I Z P O april /mei

PERSOONSGEGEVENS We maken u erop attent dat aan ons verstrekte persoonsgegevens zoals naam, (e-mail)adres en telefoonnummers worden opgenomen in het gegevensbestand van Opzij B.V.. Dit bestand is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens door Opzij B.V., de verantwoordelijke voor uw gegevens. Uw persoonsgegevens worden gebruikt voor onze abonnementenadministratie, voor de uitvoering van met ons gesloten overeenkomsten en om u op de hoogte te houden van interessante informatie en aanbiedingen van producten en diensten, eventueel ook na beëindiging van uw abonnement.

Het nieuwe interviewen: een Zoomgesprek met de museumvrouwen.

OPZIJ

ABONNEMENTEN Een abonnement wordt tot wederopzegging aangegaan, tenzij anders vermeld. Opzeggingen kunnen UITSLUITEND schriftelijk worden doorgegeven, per post Perfect Groep B.V., Inzake OPZIJ, Karel Doormanweg 41, 3115 JD Schiedam. Of per email naar abonnementen@opzij.nl.

Achter de schermen

tot MEoR ang ldik NENUM t eg e erkt b p e b b du ANTAIee weken0 ofinlms CADEAU! R + tw r dan 70 QUA mee

In dit nummer nogmaals –maar dan op papier– de OPZIJ tafel - De vernietigende kracht van de roem en Minka Nijhuis - Oorlogsverslaggever. Voor wie ons uitsluitend digitale dubbeldikke quarantainenummer heeft gemist, ga naar opzij.nl

Zo ben je CEO van DSM, zo word je in Even tot hier gebombardeerd tot SUPERSIJBESMA - nadat ze zich kostelijk hebben vermaakt om je. Who cares? Als die 17 miljoen testjes maar geregeld worden.

OPZIJ 2020

7


SAY WHAT?!

Women in Tech: 24 uur online

Hou voor het actuele nieuws opzij.nl in de gaten en abonneer je op onze nieuwsbrief.

Women in Tech organiseerde op 28 mei 2020 ’s werelds eerste 24 hour virtual conference voor vrouwen in de technologie. Met als thema Women Taking Up Space werden vrouwen over de hele wereld uitgenodigd om deel te nemen. De conference begon om 01.00 uur (CET) in Parijs en bracht een non-stop 24 uur durend live programma vanaf verschillende locaties op de wereld. Meer dan 200 sprekers presenteerden keynotes, panels, interviews en workshops.

vlammend zwaard Onze onvolprezen tekenaar van de OPsteker en de kOPstoot, Irene Berbee, lanceerde afgelopen jaar haar eigen strip Ulfberht. Die gelijk werd genomineerd voor de stripschapsprijs Album van het jaar. Wij trots natuurlijk – en zij ook. Ulfberht is een legendarisch Viking-superzwaard dat werkelijk voorkwam in de negende tot elfde eeuw. Op het lemmet werd de inscriptie +VLFBERHT+ aangebracht. Met Ulfberht maakte Irene haar eerste volwaardige strip. De jury vond haar teken- en schrijfkunsten goed, de inkleuring is sfeervol en vond dat haar scenario leest als een trein. Toch heeft ze niet gewonnen, helaas. Maar een nominatie is ook al top natuurlijk. De prijs ging wel naar Jacques Post en Eric Heuvel met hun album De Meimoorden.

Met 17.000 leden die snel in aantal toenemen is Women in Tech een internationale organisatie met een dubbele missie: de genderkloof dichten en vrouwen helpen technologie te omarmen. Ayumi Moore Aoki, oprichter van Women in Tech - Global Movement, vertelt: “We leven in ongekende tijden, waarin onze fysieke ruimte wordt uitgedaagd en beperkt, ongeacht geslacht, leeftijd of nationaliteit. Daarom willen we een gesprek stimuleren met vrouwen in de technologie.” Tijdens een gesprek bij het haardvuur met Carine de Meyere, CCO Global Women in Tech, merkte Kristen Shaughnessy, Anchor bij NY1 News, USA op: “Wees zelfverzekerd en ken je waarde. Vrouwen die ruimte innemen, betekenen overal diversiteit, ook in de boardrooms en bij degenen die de beslissingen nemen.” Nima Abu Wardeh, oprichter S.H.E. Strategie richtte zich rechtstreeks tot mannen: ‘Vertel me, wat doe je nu om vrouwen in technologie te ondersteunen? Wat doe je in je rol als leider om deel uit te maken van verandering?” Elizabeth Broderick, Independent Expert (speciale VN-rapporteur), VN-Mensenrechtenraad zei: “Er kan geen legitiem gesprek zijn zonder de stemmen van mannen en vrouwen. Verandering komt nooit in één grote sprong, het gaat om al die kleine stapjes en volharding.”

stoffen lapje

FOTO JACQUELINE SIBON

Ook Museum De Lakenhal opent op 2 juni weer de deuren. Maar, hoe doe je dat, kijken naar kunst op anderhalve meter afstand? Zo dus. Beeldend kunstenaar Resi van der Ploeg maakte een hoepelrok waarmee je anderhalve meter afstand van elkaar houdt, en dus ook van de kunst. Zo kun je samen van kunst blijven genieten in De Lakenhal. Topidee. En mooi bovendien. Zien we wel zitten hoor, met zo’n stellage rond de heupen door het museum. Maar navraag bij het museum wijst uit dat dat niet de bedoeling is: het is een kunstproject, dus niet om echt mee door het museum te schrijden. Jammer.

FOTO JACQUELINE SIBON

kunst op afstand

8

In Arnhem rollen binnenkort wekelijks 1 miljoen mondkapjes van de band. Maar niet dankzij Den Haag. De fabriek van de Refugee Company (zie ook het februari/maart nummer dit jaar van OPZIJ) kon in de opstartfase nauwelijks op ondersteuning rekenen. We hebben ze hard nodig nu we het ov alleen nog maar ademend door zo’n stoffen lapje in mogen. En de schaarste was groot. De Refugee Company sprong in dit gat en nu rolt er elke drie seconden zo’n bekend blauw kapje van de band. Tot een miljoen per week. Overigens zijn deze kapjes wel bedoeld voor de zorg.

OPZIJ 2020

9


De OPZIJ Tafel Musea

De OPZIJ Tafel Musea

Hendrikje Crebolder (1970) trad in 2017 toe tot het directieteam van het Rijksmuseum als directeur Development & Media. Na haar studie rechten werkte ze als advocaat bij Baker McKenzie en kwam in 2006 als jurist en business developer in dienst van het Rijksmuseum.

Nu de musea vanaf 1 juni weer open zijn en we al die grote schoonheid weer live kunnen zien, is het de hoogste tijd voor een goed gesprek - een zoomgesprek weliswaar - met Hendrikje Crebolder van het Rijksmuseum, Judikje Kiers van het Amsterdam Museum en Annemiek Rens van het Drents Museum. Over de voortgang, de veiligheid, de uitgestelde tentoonstellingen, blockbusters en vrouwen. Vrouwen aan de muur en aan het stuur. D O O R F I E KE T I S SI N K EN M A R I A N N E V E R H O E V E N

E

indelijk gaan de musea weer voorzichtig open. Hoe is het met jullie? Nog thuis aan de slag? Judikje: “Ik zit nu voor het eerst na een aantal weken een hele dag op mijn kantoor. Wat toch heel, heel fijn is. En hier is redelijk wat reuring om me heen. Ze zijn aan het schoonmaken en alles aan het klaarmaken voor het openstellen voor bezoekers vanaf volgende week maandag. Dat is fijn om mee te maken.” Hendrikje: “Zijn jullie vandaag begonnen met de online verkoop, of al vorige week?” Judikje: “Vrijdag, einde van de dag. Het eerste kwartier kwamen er wel vijftig reserveringen binnen. De eerste – en dat vind ik dan superleuk – was Pauline Kruseman (oud-directeur Amsterdam Museum – red.). Dan denk ik (steekt duimen omhoog) dát is nog eens een voorganger!”

Hendrikje: “Dat is solidariteit, hè?” Judikje: “Een trouwe fan tot in de details, werkelijk. En bij jullie in Drenthe en in het Rijks? Hendrikje: “Wij zijn donderdag opengegaan met de online reserveringen voor BerniniCaravaggio. Superhartverwarmend om te zien dat er inderdaad heel veel mensen zijn die zelfs op Instagram hun onlineticket laten zien.” Judikje: “Haha, dat zag ik ook ja!” Hendrikje: “De trouwe fans. Hele dagen zijn al volgeboekt en voor ons is het belangrijk, en voor iedereen denk ik, om vooral op een veilige en goede manier open te kunnen gaan. Maar ik kan niet wachten om dat publiek ook echt weer te ervaren. De kunst op zaal te zien is toch weer heel fijn in plaats van alleen maar digitaal. Ik denk dat onze tentoonstelling CaravaggioBernini een soort Grande Bellezza gaat beleven als er mensen om de beelden heen gaan dansen. Daar kijk ik enorm naar uit.” Annemiek: “Wij zijn ook al even bezig om alle maatregelen te treffen. We hebben vorige week een testdag gehad met collega’s, waarbij we hebben gekeken hoe werkt dat nou eigenlijk om door zo’n museum rond te lopen op anderhalve meter? Daar zijn nog wat verbeterpunten uit voortgekomen, die op dit moment aangepakt worden. Maar wij kijken er ook ontzettend naar uit om weer open te gaan. Dit was zo’n rare periode! Die ook nog nooit was voorgekomen in de hele geschiedenis van het museum. Het Drents Museum bestaat sinds 1854 en we zijn er om het publiek onze collectie en onze tentoonstellingen te laten zien. Als dat niet kan, dan is dat natuurlijk verschrikkelijk.” Hebben jullie de programmering erg moeten aanpassen? Annemiek: “Ja, we hadden een hele mooie programmering. Ik ben heel blij dat we alles hebben kunnen opschuiven en niet hoeven afzeggen. Met name onze hoofdtentoonstelling, Barbizon van het Noorden, die we hebben weten te verlengen. Er waren zoveel mensen die deze niet meer hebben kunnen zien vanwege de lockdown! Gelukkig hebben bijna alle bruikleengevers OPZIJ 2020

11


De OPZIJ Tafel Musea toegezegd. Dus ik verwacht dat er nog steeds heel veel mensen op die tentoonstelling afkomen. En de grote Frida Kahlo-tentoonstelling is verplaatst naar oktober 2021.” Hoe zit dat in het Rijksmuseum? Hendrikje: “Caravaggio-Bernini was al even onderweg, maar die had nog te gaan tot en met 6 juni. Maar gelukkig hebben ook wij de bruikleengevers, voornamelijk het Kunsthistorisch Museum in Wenen en onze Italiaanse collega’s, ervan kunnen overtuigen dat in ieder geval het merendeel kan blijven. Dat is fantastisch. Dus onze tentoonstelling wordt tot en met 13 september van dit jaar verlengd. Dat wordt gewoon een hele, lekker lange Italiaanse zomer.” Judikje: “Ja, heerlijk!” Ook fijn voor de Amsterdammers die niet op vakantie kunnen, dan hebben ze in hun achtertuin alle musea binnen handbereik. Hendrikje: “Ik zag gisteren iets langskomen waarbij een

De OPZIJ Tafel Musea buurman vroeg: ‘Waar gaat u heen op vakantie?’ De andere buurman antwoordde: ‘Naar de Hintergarten.’ (lacht) Dus dit wordt inderdaad een Italiaanse zomer aan het Museumplein.” En jij Judikje? Heb jij iets moeten afgelasten? Verplaatsen? Judikje: “Verplaatsen. Wij hebben natuurlijk ook het hele programma verschoven. We zouden op 8 april een tentoonstelling openen over bier. Amsterdam als stad van bier en brouwers, veel brouwers vooral. We hebben die de afgelopen tijd wel grotendeels kunnen opbouwen, maar de bruiklenen zijn nog niet allemaal binnen. Dus die tentoonstelling gaat op 10 juli open, tegelijkertijd met de prachtige fototentoonstelling Vrouwen van NieuwWest. Uiteraard is nu alles in het museum berekend op de nieuwe regels, maar we hebben ook nog de binnenplaats tot onze beschikking. En daar mogen we waarschijnlijk het terras ook gaan gebruiken. Daar kunnen we nog wel wat actualiteit aan toe voegen, want de Amsterdamse brouwers hebben ook nogal wat meegemaakt de afgelopen tijd. Daar zullen we zeker aandacht aan besteden. Bovendien hebben we de rest van het programma ook door kunnen schuiven. “Wij hadden voor het volgende jaar de start van een groot verzamelproject, Collecting the City, op de rol staan. Een project dat vijf jaar gaat duren, dus tot 2025, en gaat resulteren in een nieuwe collectie: verhalen van Amsterdam en Amsterdammers, die

Dit schilderij, portret van een jonge vrouw met de hond Puck, van Thérèse Schwartze (ca. 1879 - ca. 1885) is mijn favoriet. Ze groeide op in een internationaal georiënteerd kunstenaarsgezin in Amsterdam en begon met schilderen toen ze pas vijf jaar oud was, de leeftijd waarop haar vader haar voor het eerst had meegenomen naar het Trippenhuis om schilderijen van oude meesters te kopiëren. Ze groeide uit tot een internationale beroemdheid en ze zat zelden om opdrachten verlegen, zeker niet toen ook leden van het Koninklijk Huis zich door haar wilden laten portretteren – iets dat sterk bijdroeg tot haar roem. Zowel tijdens haar leven als na haar dood heeft Schwartze een diepe indruk gemaakt op vele kunstenaars (vrouwen én mannen) in haar omgeving. Vanwege haar flair, haar gemakkelijkheid in de omgang en haar standvastigheid, toonde zij hen ook hoe een vrouw een succesvolle en respect-afdwingende ondernemer-kunstenaar kon zijn binnen een internationaal (en overwegend mannelijk) netwerk.

12

Judikje Kiers (1962) is sinds 2016 directeur van het Amsterdam Museum. Na haar studie kunstgeschiedenis werkte zij bij de Educatieve Afdeling van het Rijksmuseum. Vervolgens werd ze in 2001 directeur van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder en later ook van het Bijbels Museum.

op allerlei manieren worden opgehaald. Dat idee hebben we naar voren gehaald met Corona in de Stad, een digitale tentoonstelling die we de afgelopen weken met heel veel partners hebben opgebouwd. We hebben in een vrij korte tijd een heel verzamelprogramma opgezet waaraan iedereen kan bijdragen met foto’s, films, tekeningen, gedichten over zijn of haar beleving van deze periode. We hebben nu al meer dan duizend inzendingen. Geordend in een digitale tentoonstelling die wekelijks groeit. “Dat is eigenlijk een enorme meevaller voor dat enorme verzamelproject dat we toch al op de rol hadden staan en er zit echt hele mooie kwaliteit bij. Het is een enorme verrijking opeens van de collectie in een tijd waarin we een beetje begonnen te somberen. Echt heel fijn.” Het is ook een heel bijzonder moment in de geschiedenis. Judikje: “Ja, er zijn een paar van dit soort grote dramatische momenten in de geschiedenis van Amsterdam en Nederland geweest. Ziektes, grote branden, enzovoort. En je merkt dat het heel belangrijk is dat die momenten op verschillende manieren gedocumenteerd zijn. Want ooggetuigenverslagen van de pest of van lepra zijn, naast de kunstwerken, belangrijk voor de geschiedenis van zo’n stad.”

Hendrikje: “Het is grappig om te zien dat de overgang van fysiek naar digitaal zonder enige moeite is genomen. Dat alle musea daarin mee zijn gegaan. En dat je als museum ook niet bang moet zijn voor inzendingen van het publiek. Dat hadden wij al gezien bij Lange Leve Rembrandt, dat we afgelopen zomer organiseerden. Dan zie je ook dat die publieksparticipatie helpt om een andere blik te creëren op je eigen collectie. En dat vond ik nu ook, als je noodgedwongen op een andere manier moet communiceren. Dat is ons wel gelukt met elkaar. Dat je dan in de eerste week na de sluiting ruim 74 procent meer mensen digitaal bereikt dan anders! En dat nu nog steeds meer dan een miljoen mensen per week ons volgen. Iemand in Engeland die Jane Turners filmpje had gezien, schreef: ‘It really got me through this crisis’. Dat je opeens verbaasd bent hoe ver we mensen bereiken. Dat is het mooiste wat we mogen doen, dat je in staat bent om een soort virtuele arm om mensen heen te slaan.” Annemiek: “Het wordt ook maar weer eens extra duidelijk hoe relevant kunst en cultuur is. Voor iedereen die daaraan twijfelde heeft de afgelopen periode een belangrijk tegendeel bewezen.” Wat is het eerste wat jullie gaan doen als het museum weer open is? Ga je naar één kunstwerk als eerste toe, of gaat het erom de mensen eindelijk weer in het museum te zien? Annemiek: “Nou, de afgelopen tijd mocht ik stiekem af en toe heel even in het museum en het depot in. Ik was in de eerste plaats heel gelukkig om zowel de objecten als de collega’s weer te zien. Maar het mooiste is voor mij om het publiek weer in het museum rond te zien lopen, want een leeg museum is wel heel vreemd.” En dan zal iedereen moeten wennen aan het protocol en de anderhalve meter. Is dat werkbaar? Annemiek: “Nou, dat zal nog moeten blijken. Maar vooralsnog zijn we vooral heel blij dat we weer open mogen. We snappen natuurlijk heel goed waar die maatregelen vandaan komen. Gelukkig hebben we een OPZIJ 2020

13


De OPZIJ Tafel Musea behoorlijk groot gebouw dus we kunnen ook best wat doen.” Hendrikje: “Maar voor ons allemaal geldt dat we echt willen dat mensen een veilig museumbezoek kunnen afleggen. Dus bij ons zijn de eerste paar weken er echt op gericht om de bezoekersstromen zo te structureren dat mensen weer kunnen genieten, maar wel op een gerustgestelde manier. En ik denk dat we het nu zo hebben ingericht dat dat kan, maar ook wij gaan testen. En het is heel fijn dat het weer kan, maar alles wat we in deze periode doen moet heel gedoseerd en gefaseerd gebeuren. Zodat je je niet overstapt.” Dat zijn de bezoekers, maar hoe zit het met jullie personeel? Judikje: “De RIVM-richtlijnen zijn steeds heel helder: mensen met een risicoprofiel komen niet naar het werk, daar zijn we heel duidelijk in. Ook als mensen die op de vloer werken wat angstiger zouden zijn, hebben we daar voorzieningen voor. We hebben mondkapjes als mensen

De OPZIJ Tafel Musea die zouden willen gebruiken. Voor de BHV’ers zijn extra voorzieningen geregeld. De kantoren blijven grotendeels onbemand, want thuiswerken blijft toch het advies. Wat overheerst is echt bij iedereen: wat fijn dat we gewoon weer naar ons werk mogen. En daarin is een museum ook niet heel veel anders dan een restaurant of een school. De docenten waren over het algemeen ook blij dat ze weer op school aan het werk mochten. En ik denk dat er in de horeca toch ook wel in de handen wordt geknepen omdat er weer iets mag gebeuren. Deze zin om weer aan de slag te gaan is ook wel een breder gevoel dan alleen het museale gevoel. Zo uitzonderlijk zijn we nou ook weer niet.” (lacht) Hendrikje: “Nee, zolang we de regels blijven volgen, zijn de werknemers ook redelijk gerustgesteld, maar het blijft van belang dat je die boodschappen gewoon blijft herhalen. Zoals Judikje nu net ook noemde: blijf thuis als je je niet goed voelt, et cetera. En ik denk dat het belangrijkste in deze tijd is dat je actief je personeel betrekt bij de stappen die je neemt, waar je mee bezig bent.”

Annemiek Rens (1985) is kunsthistoricus en hoofdconservator van het Drents Museum in Assen, waar ze sinds 2014 werkzaam is. Daarvoor werkte ze bij het RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis in Den Haag.

Judikje: “Hoe kijk jij als buitenstaander of bezoeker er tegenaan? Hendrikje: “Als inwoner van Leiden!”

Na een sluiting van ruim tweeënhalve maand is het heerlijk om weer in het museum te zijn en bezoekers te zien op de prachtige binnenplaatsen van het museum en in de museumzalen met de verhalen over Amsterdam en Amsterdammers, van toen en nu. Gelukkig konden we digitaal actief blijven, en hebben we zelfs in de afgelopen tijd een geheel nieuwe collectie verzameld die te zien is in de digitale tentoonstelling coronaindestad.nl. Digitaal en fysiek gaan nu gelukkig weer hand in hand: er zijn bezoekers online en offline, thuis achter hun eigen computer én in ons museum in het hart van Amsterdam.

Judikje: “Maar het is echt van groot belang dat je heel alert blijft op wat is er nodig om het museumbezoek ook aangenaam te houden? Dus dat kopje koffie willen we toch heel graag kunnen bieden. Er wordt extra schoongemaakt. Het is natuurlijk al gek genoeg dat je afstand moet houden en dat je een uitgestippeld parcours moet gaan lopen. Dus dan is het belangrijk om het prettig en aangenaam te maken, weer dat uitje ervan te maken waar mensen zin in hebben. Maar ik zie het hiernaast in de Kalverstraat, ongeveer dertig meter verderop. Daar staan mensen heel braaf in eindeloze rijen gewoon voor de winkels te wachten. In alle rust. De stad is een beetje dorps geworden ook. In de goede zin van het woord. Rustiger. Aardiger.” Hendrikje: “Een beetje van die Ed van der Elsken-beelden. Eindelijk geduldige Nederlanders.” Dan nu een totaal ander onderwerp dat Meta Knol, directeur van de Lakenhal in Leiden net voor de coronacrisis de museale wereld in slingerde. Zij vindt dat de musea elkaar in een soort houdgreep houden in hun poging om blockbusters in huis te halen. Waardoor er een te grote financiële druk ontstaat en er te weinig wordt gedaan met de eigen collecties. 14

De term blockbuster is een rare. Alsof je succes kunt plannen. Misschien moet je het hebben over grote en kleine tentoonstellingen, die georganiseerd worden door grote en kleinere musea. En dan kan binnen de verwachtingen elke tentoonstelling, hoe groot of klein ook, een groter succes worden dan vooraf werd verwacht. Dat heeft dan met kwaliteit te maken. Of precies op het goede moment iets doen. Net zoals een tentoonstelling soms ook niet de verwachtingen waarmaakt. Hendrikje: “Die term blockbuster is een eigen leven gaan leiden. Dat is inderdaad puur gericht op bezoekers. Dus ik denk dat dat een hele onhandige term is. En daar wordt vervolgens van alles aan opgehangen. Terwijl ik echt geloof in de kracht van de eigen, vaste collectie. Maar zeker ook in de dynamiek die je teweeg kan brengen door een kleine ingreep te doen, waardoor je elke keer een ander verhaal kunt vertellen, een nieuw licht kan doen schijnen. Bij onze ‘blockbuster’ in het Rembrandt-jaar kwamen alle werken uit onze eigen collectie. Lang Leve Rembrandt was ook een ‘blockbuster’, maar die tentoonstelling bestond nota bene uit honderden ingezonden werken van basisschoolleeringen tot gevestigde kunstenaars uit het hele land. Dus ik geloof niet dat je het allemaal op één hoop kan gooien. Het zou jammer zijn als we ons inderdaad terugtrekken en zeggen ‘geen blockbusters meer’, terwijl de problemen die worden geschetst in andere aspecten liggen en niet zozeer in het maken van tentoonstellingen. “Het gaat erom dat je dynamiek creëert waardoor je elke keer weer een ander publiek, andere mensen kan bereiken. Dat je echt zorgt dat je actief onderzoek kan blijven doen. Ik kan veel voorbeelden verzinnen van inzichten die niet zouden zijn verkregen als je niet met elkaar samenwerkt aan tentoonstellingen. Ik geloof er echt in dat dankzij het hiernaartoe halen van bijvoorbeeld OPZIJ 2020

15


De OPZIJ Tafel Musea Frida Kahlo, nu helaas een jaar later in oktober 2021 door het Drents Museum, we weer op een andere manier naar bepaalde aspecten van onze eigen collectie en eigen maatschappij gaan kijken. Het zou zonde zijn als we dat niet meer zouden doen.” Judikje: “Wat Meta volgens mij ook bedoelde, wat samengevat is in de zin: ‘we moeten af van de blockbusters’, is dat je moet afwegen of je veel buitenlandse en dure bruikleen wilt hebben. Dat je heel goed moet nadenken over met welke bruiklenen, met welke kosten je aan zo’n project gaat beginnen. We hebben zelf in het Rembrandt-jaar zo’n afweging gemaakt. Onze conservator, Norbert Middelkoop was gastconservator bij een tentoonstelling in Madrid, Rembrandt en de Amsterdamse Portretkunst. Daarvoor zijn heel veel bruiklenen van over de hele wereld naar Madrid gegaan. Toen hebben wij zelf gezegd: voor Madrid is dat een hele bijzondere tentoonstelling, want daar zijn nog

De OPZIJ Tafel Musea nooit zo veel Rembrandts bij elkaar geweest, maar in Amsterdam moeten we dat niet doen want het is heel kostbaar, en bovendien hebben we alle Rembrandts al in het Rijksmuseum. En we hebben De Lakenhal in Leiden. Er is het Mauritshuis. Wij doen het niet, uit kostenoverweging maar ook omdat je daar voor het publiek niet zo heel veel aan toevoegt. Die afweging moet je bij ieder project heel zorgvuldig maken.” Dus goed je eigen collectie benutten en daarnaast aandacht voor een grote tentoonstelling van tijd tot tijd? Judikje: “Groot, klein. Die diversiteit moet er zijn. In het Rijksmuseum maar ook in het Drents Museum en bij ons.” Hendrikje: “En je moet je altijd afvragen: waarom doe je het, en voor wie? Dat moet je goed bepalen van tevoren.” Annemiek: “Voor ons is in ieder geval het uitgangspunt - en dat zal voor de meeste musea gelden – dat je iets wil vertellen en iets bijzonders wil delen. En of dat dan grote publieksaantallen op gang brengt, dat hoop je natuurlijk. Maar het publiek bepaalt uiteindelijk zelf of iets een succes wordt. De inhoud is altijd het uitgangspunt Het woord blockbuster heeft ook wel een beetje de connotatie van iets dat je alleen maar doet om geld te verdienen, om zo veel mogelijk mensen binnen te halen. Maar het is plat en het heeft geen inhoud, en dat is zeker niet hoe wij daarin staan. En dan is Frida Kahlo misschien een voorbeeld van een tentoonstelling waarvan we verwachten dat het best wel veel mensen op de been gaat brengen. Om iets bijzonders te vertellen en om

Mijn favoriete plek in het museum is zonder twijfel het depot. Ieder bezoek inspireert me weer opnieuw. Het is echt een schatkamer waar steeds weer iets anders te ontdekken valt! De collectie is de basis van elk museum. Het Drents Museum is één van de oudste musea van ons land, en heeft sinds 1854 meer dan 90.000 objecten op het gebied van archeologie, geschiedenis, kunst rond 1900 en hedendaags realisme verzameld. Deze diverse collectie vormt steeds een belangrijk uitgangspunt voor onze tentoonstellingen, zoals Barbizon van het Noorden – De ontdekking van het Drentse landschap 1850-1950 (te zien t/m 13 september a.s.), maar wordt ook regelmatig uitgeleend voor internationale tentoonstellingen (zoals in het Nationaal Museum van Iran in Teheran, 2018). Zo brengen we Drenthe naar de wereld en omgekeerd laten we in het museum natuurlijk ook de wereld aan Drenthe zien.

16

dat ook op een laagdrempelige manier te doen waardoor heel veel mensen ervan kunnen genieten. Daarnaast is het ook zo dat je door middel van grote tentoonstellingen die succesvol zijn ook kleinere tentoonstellingen kan doen die je anders niet kunt financieren.” Judikje: “De oproep die Meta wel nadrukkelijk gedaan heeft, en die ik ook zeker onderschrijf is: vergeet niet de spotlight te zetten op je eigen collectie, haal niet alleen van buiten. Ik denk dat we dat allemaal wel onderschrijven. Daar zijn alle Rembrandts van het Rijksmuseum en onze eigen tentoonstellingen in de afgelopen jaren juist een heel goed voorbeeld van geweest. Maar ik ken eigenlijk geen museum dat zijn eigen collectie negeert.”

“Maar er valt nog het nodige te doen. We hebben bijvoorbeeld een prachtig schilderij van Thérèse Schwartze waarop een hond staat, we weten wel de naam van dat hondje maar niet van de vrouw!”

JUDIKJE ‘Het is natuurlijk al gek genoeg dat je afstand moet houden en dat je een uitgestippeld parcours moet gaan lopen. Dus dan is het belangrijk om het prettig en aangenaam te maken, weer dat uitje ervan te maken waar mensen zin in hebben.’

Even terug naar de vrouwen in het museum. Het is hartstikke mooi dat jullie hier nu allemaal zijn, omdat er steeds meer vrouwen aan de top zitten in de museumwereld in Nederland. Maar zien we dat ook terug op zaal? Hebben we meer vrouwelijke kunstenaars? Wordt er op een andere manier aangekocht? Worden op een andere manier tentoonstellingen gemaakt? Komen er meer vrouwen in beeld ook? Frida Kahlo natuurlijk, maar verder? Annemiek: “Ja, ik denk zeker dat de focus ook bij ons momenteel op vrouwen ligt omdat, als je naar de vaste collectie kijkt, daar zeker nog een inhaalslag te maken valt. We zijn nu bezig met een inventarisatie van onze collectie rondom 1900. Wat hebben we in die collectie qua vrouwelijke kunstenaars, maar vooral ook, wat hebben we niet, maar zouden we wel moeten hebben? En de uitkomsten daarvan zullen ook belangrijk zijn voor zowel de programmering als de acquisitie voor de komende jaren. In de tentoonstellingen zelf focussen we ook vaak op vrouwen. Frida Kahlo is uiteraard een mooi voorbeeld, maar in de programmering komen veel meer vrouwen voor. Het gaat altijd om kwaliteit, dat staat voorop, en of dat een vrouw of een man is, dat hoeft niet per se iets uit te maken. Maar op het moment dat er gewoon minder vrouwen in beeld zijn, moet je er zeker iets aan doen om dat te veranderen. We zijn ook bezig om dat vast te leggen in ons beleid.” Hendrikje: “Wij ook. We doen nu een gedegen onderzoek naar het precieze aantal vrouwelijke kunstenaars in onze collectie van een miljoen objecten. Daarnaast zijn we ook met een project bezig om te kijken naar de eigen instituutsgeschiedenis: welke vrouwen hebben hier gewerkt? Wat voor rol hebben ze gespeeld? Maar ook op andere vlakken kiezen we nadrukkelijk voor een vrouw, zoals bijvoorbeeld met Rineke Dijkstra en haar film over De Nachtwacht.

Het is natuurlijk nog steeds wel zo dat aanzienlijk meer vrouwen museumbezoeker zijn dan mannen. Judikje: “Dat is waar. Maar meer aandacht voor vrouwen past ontzettend goed in deze tijd waarin we allemaal breder naar onze geschiedenis kijken, kritischer naar de verhalen luisteren of hoe we kunst aankopen. We zijn opgeleid en gevormd met een kunstgeschiedenis waarin heel veel kunstenaars niet benoemd worden. Dat gaat zeker voor vrouwelijke kunstenaars op. Die zijn nu in ons blikveld. Zoals we steeds bewuster aandacht geven aan onvertelde of onderbelichte verhalen. En het is misschien een zijpad, maar ik moest er wel aan denken toen de koning in zijn toespraak op 4 mei de moed had om te refereren aan een on- of onderbelicht deel uit de geschiedenis en daar zijn eigen grootmoeder in noemde. Dat is net weer een ander perspectief op een geschiedenis die we allemaal goed denken te kennen. Dat moeten we ook doen met onze verzamelingen, de manier waarop we presenteren. Ik vond het bij ons in het museum ontzettend leuk om met de tentoonstelling Duizend en één vrouwen uit de twintigste eeuw OPZIJ 2020

17


De OPZIJ Tafel Musea

Column Sheila Sitalsing Econoom Sheila Sitalsing (1968) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.

HENDRIKJE ‘Ik verzeker je: daar zaten behoorlijk pikante plaatjes bij. Ik kreeg ze hier op mijn scherm en toen dacht ik ook van: ‘oh goedemorgen!’ Hoe ga je daarmee om? Dus ja, natuurlijk laat je het zien, maar je biedt wel context.’

bezig te zijn. Daardoor vertel je eigenlijk met vrouwen en verhalen en perspectieven die je nauwelijks kent de al bekende geschiedenis en geef je er een nieuwe kijk op. “En over onbekend gesproken. Het schilderij dat hier nu achter me hangt, is een schilderij dat echt al heel lang in het depot had gehangen. Volgens mij was het zelfs nooit op zaal geweest. Een portret van Jakoba Mulder, zij is ruim veertig jaar directeur van de dienst ruimtelijke ordening geweest. Dus de vrouw achter de westelijke tuinsteden, Buitenveldert en het Amsterdamse Bos. Zij is dankzij een gesprek dat ik had met Eberhard van der Laan, die iets van de westelijke tuinsteden wilde tentoonstellen, uit het depot gehaald. Ze is toen voor het eerst in een tentoonstelling gekomen en sindsdien hangt ze hier.” Hendrikje: “Je hebt haar helemaal omarmd!” Judikje: “Dat ze nooit meer het depot in hoeft. Ik heb gezegd: zo lang ìk hier werk, gaat Jakoba het depot niet meer in.” Hendrikje: “Maar het is een mooi idee dat wij als musea überhaupt in staat zijn om andere verhalen te delen over objecten die we al kennen. Mensen vragen mij altijd: ‘Hendrikje, ben je vernoemd naar 18

de vrouw van Rembrandt?’ En dan zeg ik ‘Nee.’ Maar in de kunstgeschiedenis, die inderdaad vaak is geschreven door mannen, wordt zij toch als eerste genoemd als dienstmeid, model, en dat was ze ook allemaal wel, maar hoe zij Rembrandt heeft geholpen als onderneemster, dát is een onbelicht verhaal en ik vind het interessant dat als je dat vertelt, mensen toch weer op een andere manier kijken naar het hele oeuvre van Rembrandt en hoe hij heeft geopereerd. Het zijn vaak de kleine verhalen die grote impact maken.” Judikje: “En waar mensen zich in kunnen herkennen natuurlijk.” Hendrikje: “Dat is zo fijn. Het is echt verrijken. Dat geldt voor meerdere invalshoeken die we kunnen kiezen, maar geldt ook zeker voor de verhalen van vrouwen en over vrouwen.” Hoe zit het dan met het vrouwelijk naakt? Daar is de afgelopen tijd veel over geschreven. Hendrikje: “Toen wij de High Society-tentoonstelling hadden was een van de thema’s: wat gebeurde er nu achter de gesloten deuren van die high society? En ik verzeker je: daar zaten behoorlijk pikante plaatjes bij. Ik kreeg ze hier op mijn scherm en toen dacht ik ook van: ‘oh goedemorgen!’ Hoe ga je daarmee om? Dus ja, natuurlijk laat je het zien, maar je biedt wel context.” Annemiek: “Dat is hetzelfde wat we nu hebben in deze coronacrisis. Als we nu naar een film kijken waarin mensen elkaar om de nek vliegen, dan voelt dat toch heel raar, wat dat dan met je doet.” Hendrikje: (lacht) “Ja precies! Als mensen dat doen in een film, wil je bijna zeggen: ‘geaccordeerd door het RIVM’.” Judikje: “Daarom is die context zo ongelofelijk belangrijk. Ook vrouwelijk naakt moet in bepaalde context geplaatst worden. Het is juist ook onze rol om die context te bieden en het niet alleen vanuit het perspectief van het hier en het nu, maar ook vanuit de periode, of de stroming waarin iets gemaakt is. We willen de bezoekers iets meegeven, inspireren of naar een andere kant laten kijken.” Annemiek: “Ik denk dat zo’n discussie wel helpt om je weer bewust te laten nadenken over zo’n onderwerp en dat het belangrijk is om het ook in de context van de tijd te plaatsen. Het is ook niet zo dat je opeens geen vrouwelijk naakt meer mag laten zien, maar je moet er wel over nadenken wat je laat zien en welk verhaal je daarbij vertelt.” Judikje: “Over context gesproken. Ik was heel ambitieus begonnen aan mijn eigen coronaproject: alle James Bondfilms nog eens bekijken, beginnend bij het begin. Je weet gewoon niet meer wat je ziet! Dat kan met de ogen van nu echt hélemaal niet meer. Maar ja, binnen de context is het toch wel weer aardig om te kijken.” Welke Bond heeft je voorkeur? Judikje: (lacht) “Ik kan daar helaas geen mededelingen over doen, m’n onderzoek is nog niet afgerond.” O

MEISJES MET EEN PLAATJESBEUGEL

J

e weet het heus wel. De minderjarige meisjes. Het misbruik. De verkrachtingen. De handel in meisjes. De lange lijst met vrienden die de vruchten van die handel plukten en die leest als de gastenlijst voor het jaarlijkse rijkenfeestje in Davos: een Britse prins en een oud-president en een huidige president en CEO’s en politici en miljardairs. De moeizame vervolging, omdat de machtigen altijd een manier vinden om niet vervolgd te worden voor dingen waar de kleine mensen onverbiddelijk voor de bak in draaien.

Je denkt aan alle meisjes van 14 die je kent, meisjes die voor het eerst in hun leven staan te frutten met een tampon en dat al een enorme operatie vinden waar soms tranen bij komen kijken. Ja, je weet heus wel hoe het zat met Jeffrey Epstein, de schathemelrijke smeerlap die overleed in zijn cel, terwijl het proces over zijn misdrijven nog liep. Nee, je dénkt dat je het wel weet. Omdat je meent dat je het allemaal al gelezen en gehoord en gezien hebt

op het nieuws. En dan krijg je het verhaal opnieuw gepresenteerd. Vier uur lang duurt de mini-serie Filthy Rich die Netflix eind mei online zette. Het voelt als zestien uur. Zo veel drek is er, zo misselijkmakend om te horen, alsof iemand een steen op je maag legt, en dan nog een en dan nog een. Tot je tegen het scherm roept: houd op, houd op, houd op! En dat is precies de bedoeling: dat je nooit meer ‘ik weet het heus wel’ zal zeggen. Want je weet het natuurlijk níet. Niet echt. Je had het kunnen vermoeden. Je weet dat er woorden zijn waar je de klinische betekenis van kent – ‘massamoord’, ‘oorlogsmisdaad’, ‘seksuele handelingen bij minderjarigen’. Maar de échte betekenis kun je pas doorgronden als je je onderdompelt in de details. Details doen ertoe. Dus serveren de makers van Filthy Rich elk detail uit. En laten ze de wereld zien achter het zinnetje ‘honderden minderjarige meisjes’ en ‘een piramidesysteem waarin slachtoffers weer nieuwe slachtoffers moesten rekruteren’. Vrouw na vrouw na vrouw komt aan het woord, een eindeloze reeks. Allemaal exact hetzelfde verhaal: hoe ze 14 waren, of 15 of 16. Meisjes die al veel hadden meegemaakt: armoede of geweld of verwaarlozing, en wier kwetsbaarheid op het gezicht stond geschreven. Je ziet foto’s van toen: meisjes met plaatjesbeugels en jeugdpuistjes. Je hoort hoe ze benaderd werden met het voorstel ‘we kunnen 200 dollar verdienen als we een oude man in Palm Beach een massage geven’. Hoe de massage ontaardde. Hoe ze niet durfden te vluchten, niet wisten hoe. En je denkt aan alle meisjes van 14 die je kent, meisjes die voor het eerst in hun leven staan te frutten met een tampon en dat al een enorme operatie vinden waar soms tranen bij komen kijken. “Deze serie bevat expliciete beschrijvingen van seksueel misbruik van minderjarigen. Sommige kijkers kunnen dat als schokkend ervaren,” waarschuwt Netflix aan het begin. Wees maar geschokt, roep je naar het scherm. Want als we ons niet meer willen laten schokken, is het allemaal voor niets geweest. O OPZIJ 2020

19


Interview Artsen Zonder Grenzen

Risicovol, onpartijdig &

Interview Artsen Zonder Grenzen

DOELTREFFEND DOORGAAN Nelke Manders (1971) is sinds 2017 algemeen directeur van Artsen zonder Grenzen Nederland (AzG). De organisatie die op zoveel plekken in de wereld medische noodhulp verleent. En wat medische noodhulp betekent hebben we in Nederland de afgelopen periode allemaal van dichtbij mee kunnen maken. Ze geeft leiding aan een organisatie met 11.000 werknemers in meer dan 25 landen. Een deel van die medewerkers doet dat in de wetenschap dat ze een bovengemiddeld risico lopen. Een gesprek op anderhalve meter in het nagenoeg uitgestorven hoofdkantoor in Amsterdam met deze bevlogen raswereldverbeteraar.

FOTO NINA VOORDES

DOOR M A RIA NNE VE RHOE VE N

20

M

aak je je zorgen nu de roep om herstel van de economie het lijkt te winnen van de zorgen om besmetting? “Natuurlijk. Ik ben bedrijfseconoom van origine, dus ik luister naar het gesprek dat nu op gang is gebracht en ook naar onze eigen regering. En het is wel interessant dat de linkse oppositie nu eigenlijk een veel rechtser geluid laat horen. Maar ook begrijpelijk; een draaiende economie is nodig voor ons welzijn. Tegelijkertijd moet je goed naar het zorgpersoneel blijven kijken, dat nu ook de helse opgave heeft om die reguliere zorg weer op gang te brengen. Wij leven eigenlijk in één van de weinige landen wereldwijd waar het zorgsysteem het goed aankan, terwijl er zo veel druk op zit. Moet je nagaan wat er in al die landen speelt waar wij werken.” Wat heeft deze crisis voor consequenties voor jullie reguliere programma’s? Het moet natuurlijk enorme impact hebben. “Ja, mega. Ik ben verantwoordelijk voor ongeveer een vijfde van Artsen Zonder Grenzen wereldwijd en dat zijn elfduizend medewerkers in ruim 25 landen. We proberen ons overal zo goed mogelijk voor te bereiden, want die besmettingsgolf gaat natuurlijk nog wel even door. En komt nu op de plekken waar wij normaal ook werken, zoals Afghanistan en Pakistan. Daar hebben we allerlei modellen voor om te kijken wat we kunnen verwachten en tegelijkertijd: niemand weet het zeker. Maar de kans is natuurlijk wel heel erg groot dat het overal komt. Het ene gebied na het andere. En op sommige plekken tegelijkertijd. Dus we hebben de afgelopen weken vooral geprobeerd om onze medewerkers voor te bereiden op de komst van hoe om te gaan met Covid-19. Dat betekent dat zij voor het überhaupt al in hun land is al met alle gemeenschappen aan het praten zijn over hoe je je kunt voorbereiden. Hoe kun je je beschermen? Je ziet heel vaak dat er verkeerde informatie verspreid wordt. Dat zag je hier ook al. ‘Mag ik wel water drinken?’ Goede communicatie en informatie is cruciaal. “Zeker, want zelfs in onze toch meer welvarende landen wordt ook verkeerde informatie gedeeld. Dus kun je nagaan wat er gebeurt op plekken waar mensen niet allemaal toegang hebben tot dezelfde betrouwbare bronnen. Daarom proberen we mensen goed te informeren en ook te kijken naar wat je in je eigen context kan doen. Als je in een dichtbevolkte wijk woont, of in OPZIJ 2020

21


Interview Artsen Zonder Grenzen een vluchtelingenkamp, dan kun je wel zeggen dat je je handen moet wassen, maar dat is heel erg lastig. Wij voorzien ze wel van waterpunten, maar om dan ook nog anderhalve meter afstand te houden… “Maar tegelijkertijd zie je dat als je mensen goed informeert, ze zelf ook met ideeën komen. Dan kun je zelfs in een vluchtelingenkamp met elkaar afspreken hoe je elkaar gaat beschermen. “En in gebieden waar we verwachten dat het inderdaad heel erg pittig wordt, zijn we ook behandelcentra aan het opzetten. Terwijl we op andere plekken goede thuiszorg ondersteunen.” Heb je concrete voorbeelden? “In Bangladesh bijvoorbeeld, daar zijn een miljoen Rohingya’s op een postzegel op elkaar geplakt. Ik weet hoe erg het daar is, ik heb anderhalf jaar in Bangladesh gewerkt toen er 20.000 Rohingya-vluchtelingen waren. Reecent ben ik terug geweest om de zorgelijke leefsituatie van nu één miljoen Rohingya’s te zien in het mega-vluchtelingenkamp. Daar zijn we ons ook aan het voorbereiden onder andere met isolatieruimtes waar mensen met Covid-19 verzorgd kunnen worden. Maar in de meeste van die landen heb je niet de Intensive Care Units (ICU) die we hier hebben, dus die zorg voor de meest zieken kunnen wij dan niet bieden. Als iemand ziek wordt, dan doe je meteen contactonderzoek. Je zoekt uit met wie die persoon in contact geweest zodat zij in quarantaine gaan. Al dat soort routines zijn ons niet onbekend vanwege eerdere uitbraken met andere virussen. Maar wat gewoon afschuwelijk is, is dat je nu zo beperkt wordt in je reismogelijkheden. We kunnen niet extra mensen naar cruciale gebieden sturen en internationale staf ter plekke kan er ook niet uit.” Is dat nog steeds zo? “We hebben nu een vlucht geregeld die naar drie landen tegelijk kan, om mensen eruit en erheen te helpen en goederen te sturen. Maar we hebben normaal gesproken meer dan achthonderd mensen aan internationale staf. Zij gaan dan van en naar die missies en blijven daar dan een half jaar tot een jaar of twee jaar. Gisteren sprak ik de landencoördinator van Zuid-Sudan, een Italiaan. Hij zit aan het eind van zijn contract, heeft zich twee jaar in Zuid-Sudan helemaal uit de naad gewerkt en kan er niet uit. Maar er kan ook niemand in.” Dus die moet gewoon door. “Die moet gewoon door. Zijn rechterhand, zijn adjunct, was net vertrokken toen de grens werd gesloten. Dus hij doet nu twee banen. Maar er zijn ook internationale medewerkers van ons die in een risicogroep vallen en die het land niet meer uit kunnen. Voor de lokaal gerekruteerde staf die in een risicocategorie valt, hebben we goede regelingen getroffen zodat zij zo veilig als mogelijk door deze crisis komen. Boven op deze zorg 22

Interview Artsen Zonder Grenzen komt dat we medicijnen moeizaam of helemaal niet krijgen waar ze horen door alle obstakels die er nu zijn.” Ik begreep dat jullie op verzoek van de regering in Nederland 150.000 mondkapjes ter beschikking hadden gesteld. Terwijl, met de bekende schaarste, jullie die ook voor jullie eigen organisatie nodig hebben. “Daar werden we superzenuwachtig van. Dat zeiden we ook. Artsen zonder Grenzen gebruikt wereldwijd vier miljoen mondkapjes per maand. Zo hard gaat het. De piek van de pandemie was in Europa en nog nauwelijks in de gebieden waar wij al projecten hadden. Dan heb je ook gewoon een morele plicht om een crisis in Nederland te helpen bestrijden. Maar wel met toezegging dat onze voorraad binnen een maand weer zou worden aangevuld. Wereldwijd is er een tekort en degene met de diepste zakken lijkt tot nu toe koopman te zijn. Nou goed, we proberen de beperkte voorraad zo goed mogelijk te verdelen, kijken waar het het meest nodig is. Naast de reguliere medicijnen die nodig zijn tegen tuberculose en malaria heb je die beschermende materialen waar een tekort aan is. Ook voor tuberculose zorg zijn mondkapjes nodig en deze levensreddende zorg moet doorgaan. Die situatie is vreselijk. Het vraagt al onze capaciteit om te lobbyen, om creatief te zijn, bovenal om ons zorgpersoneel gezond te houden. Maar het is wel precies waarin wij gespecialiseerd zijn: medische noodhulp.” Jullie hebben ook in Nederland hulp geboden. Is dat de eerste keer in de geschiedenis dat jullie dat gedaan hebben? “Nee, dat is al eerder gebeurd maar dan zaten we heel specifiek op een kwetsbare doelgroep. In Nederland verlenen we psychosociale ondersteuning voor zorgpersoneel tijdens de coronacrisis. Voor AzG is altijd bepalend: is er een crisis waardoor mensen tussen wal en schip vallen en geen medische zorg meer krijgen? En dan met name een crisis die is ontstaan door onrecht. Dat is onze missie. Dan is onze inzet tweeledig: medische hulpverlening en getuige zijn van wat er gebeurt en dat ook vertellen. “Wij zijn een actie-organisatie, in de zin van meteen de handen uit de mouwen. We verstrekken medische, humanitaire hulp. We dragen geen politieke oplossing aan, want we zijn geen politieke organisatie. We vertellen wel wat we zien en wat de medische consequenties daarvan zijn.” Maar dan moet je natuurlijk wel vaak met die politieke consequenties dealen en dan zit je toch wel op een scheidslijn, minimaal. “Ja, maar het kan niet zo zijn dat door politieke keuzes mensen geen medische hulp krijgen.” Wat ik een van jullie allermooiste acties vond, overigens voor jouw tijd, was na de tsunami in

2004 in Indonesië toen al dat geld binnenkwam via Giro 555. Toen hebben jullie gezegd: ‘Dat geld dat wij hebben gekregen kunnen we daar niet gebruiken. Anders loopt iedereen elkaar daar voor de voeten. Maar we zouden het geld graag gebruiken voor Darfur. Daar proberen we al weet ik veel hoe lang geld voor te krijgen, maar dat lukt ons maar mondjesmaat. Dus we zouden uw bijdrage daar graag voor willen gebruiken.’ En toen dacht ik: Jezus, als je zo zuiver op de graat bent! “Wat mooi om te horen. Ik was in 2004 de interim hoofd communicatie en fondsenwerving hier, ik kwam toen uit het veld. Dus toen dat met de tsunami speelde, ik zal het nooit vergeten…” Dat wist ik dus niet. “Nou, de credits hiervoor gaan naar een van mijn dierbare vrienden, de toenmalige director of operations, directeur operaties Kenny Gluck. Hij is journalist van origine en is ook oorlogsverslaggever geweest. Toen de tsunami plaatsvond, zat ik hier net als interim-hoofd communicatie en fondsenwerving, hij kwam naar mij toe en zei: ‘Dit moeten we gewoon zeggen.’ En mijn eerste reflex was: is dat nou handig? Want dit gaat natuurlijk een bom zijn onder onze samenwerking met andere organisaties in Nederland. En het is zo moeilijk om dit goed voor de bühne te krijgen. Maar je hebt gelijk. Maar hoe formuleer je dat nou op een goede manier? En het werd natuurlijk ook op allerlei manieren geïnterpreteerd.” Overwegend goed hoor. “Zeker op de lange termijn hebben de meeste mensen wel ook begrepen wat we probeerden te vertellen en het is zo precies wie we zijn.” Waar heb je in het veld gewerkt voor AzG? “Ik ben in ’98 begonnen in Sudan en echt het ouderwetse, hardcore scenario. Een bedje onder een boom en dag en nacht werken aan een ziekte waar een groot gedeelte van de bevolking aan dood ging, kala azar. Maar omdat de overheid in Sudan niet zo veel zin had in dat deel van de bevolking, was medicatie daarvoor niet toegestaan. Dit was ook zo’n project van enerzijds medische hulp bieden en anderzijds ervoor gaan staan, want het kan toch niet waar zijn dat willens en wetens mensen in feite vermoord worden doordat ze geen medicatie krijgen. Ik ben nog een keer terug geweest naar Sudan. Ook heb ik daar een assessment gedaan in Darfur, vervolgens naar Tadzjikistan, naar Bangladesh voor anderhalf jaar.

Vervolgens een missie opgezet in Ivoorkust toen daar de burgeroorlog uitbrak en ook rebellenleiders met groepen kindsoldaten uit Sierra Leone en Liberia van de chaos kwamen profiteren.” Hele heftige gebieden waar je hebt gezeten. “Ja en absurde situaties. Na Ivoorkust ben ik naar Afghanistan gegaan. En daar is in een van onze projecten de helft van mijn team vermoord. Dat was net voor de tsunami in 2004, eigenlijk in het eerst in de geschiedenis van AzG zijn vijf fantastische medewerkers op klaarlichte dag gestopt toen ze onderweg waren en in onze AzGauto geliquideerd. Het werd door de Taliban geclaimd. Dus toen hebben we een missie die al vijfentwintig jaar liep, met honderden AzG medewerkers die in het hele land klinieken en ziekenhuizen runden, teruggetrokken. Deze gebeurtenis had op alle niveaus heel veel impact. Dat was mijn laatste missie. Ik was met een ronde bezig langs de families van de mensen die vermoord waren toen mijn vader te horen kreeg dat hij kanker had. Ik had toen zoiets van: ‘Jongens, ik moet nu gewoon hier blijven.’ Toen ben ik in Nederland gebleven en interimhoofd communicatie en fondsenwerving geworden. Dus vandaar dat ik toen…” Leeft je vader nog? “Ja, dank je. Ik heb hele lieve ouders en omdat onduidelijk was of hij het zou overleven, was het voor mij heel helder dat ik gewoon in Nederland wilde blijven. Ik merkte ook dat het zo veel impact had wat er in Afghanistan was gebeurd voor een aantal van mijn Afghanistan collega’s, dat het regelen van extra steun voor hen mijn doel werd. Dus dat was het einde van mijn werk in het veld, zoals OPZIJ 2020

23


Interview Artsen Zonder Grenzen wij dat noemen. Na anderhalf jaar op kantoor gewerkt te hebben wilde ik moet weg. Ik was zo bezig met collega’s met post-traumatisch stress-syndroom en die families en ik dacht: ik moet hier uitstappen. Dus dat was met heel veel pijn in het hart, want ik voel me volledig een met de missie van AzG. En wat ben je toen gaan doen? Want ik heb jou natuurlijk gegoogeld, want je hebt ook een eigen interim-management BV zag ik nog. Eerst ben ik directeur geworden bij de GGZ in NoordHolland Noord, maar toen een voorziene fusie niet doorging, hield mijn opdracht op. Ik ben vervolgens een tijd interim-management gaan doen. Eerst bij het Wereld Natuur Fonds als manager veld, en vervolgens in het sociaal domein hier in Amsterdam, bij Wemos en bij Milieudefensie heb ik ook een fantastisch anderhalf jaar gehad.” Ja? “Ja, om daar met hen te kijken wat wordt de nieuwe koers en hoe doen we dat nou met elkaar in deze tijd, als je systeemverandering wilt? Ik heb altijd geluk gehad met mooie missies waar ik iets aan bij kon dragen. Daar zit ook eigenlijk mijn passie. Je hebt zo veel mooie mensen die

Interview Artsen Zonder Grenzen zich inzetten voor het goede in deze wereld. En soms als je in zo’n organisatieconstruct zit dan is er een dynamiek die je wegdrijft van waarom je je ooit verbonden hebt met zo’n missie. Ik had dan toch altijd de hoop dat ik vanuit mijn werk, mijn interim werk, weer die verbinding kon stimuleren bij mensen, van ‘oh ja, dit is wat we met elkaar willen doen.’ Dat we dat met elkaar delen, en dat we dan kijken hoe we daar zo slim mogelijk met elkaar het meest uit kunnen halen.” Je bent bedrijfseconoom, wat was ooit je plan? Wat dacht je toen je zestien was? “Je hoort aan mijn accent denk ik wel dat ik uit Brabant kom. Vanaf mijn vijfde was het voor mij heel duidelijk: ik wil dokter worden in wat ik toen nog ‘de derde wereld’ noemde. Ik had daar wat dingen over gezien. En dat terwijl mijn ouders allebei ondernemer zijn in het katholieke zuiden, dus ik ging ook netjes naar de kerk, en ik ging dingetjes verkopen zonder dat ik kon tellen, om geld via de kerk naar ‘de derde wereld’ te sturen.” Het zat er echt al vroeg in. (lacht) “Ja, voor mij was het duidelijk, ik wilde medicijnen studeren, en toen zei de decaan van onze middelbare school: ‘Nou, maar jouw cijfers voor natuur- en

scheikunde zijn niet zo goed.’ Maar wat ik eigenlijk hoorde – en dat zal hij nooit gezegd hebben –was ‘jij zult geen goede dokter zijn’. Dus ik dacht: dat kan dus niet. Mijn hart brak. Mijn ouders hebben altijd langs de lijn staan klappen en ze zullen mij ongetwijfeld goed gesteund hebben, maar ik dacht zelf: oké, de decaan vertelt mij dat ik beter geen medicijnen kan gaan studeren. Dus ik ben bedrijfseconomie gaan doen.” Welke universiteit? “In Rotterdam, waar ik niet heen wilde, maar als je bedrijfseconomie doet, was Rotterdam toen echt the place to be. Ik kreeg met name vrienden die medicijnen studeerden. Maar ik heb het voor mezelf wel leuker gemaakt. Ik ben het tweede jaar in Lyon gaan studeren en heb een stage geregeld in de koffie- en cacaohandel in Ivoorkust, waar ik een tijdje ben blijven hangen. Ik zag daar wat er allemaal fout ging in hoe met arme boeren werd omgegaan. Ik heb mijn studie vervolgens nog opgeleukt met vakken milieukunde en wat psychologie, dus ik heb er zes hele interessante jaren van gemaakt. Ik ben bij Berenschot afgestudeerd en daar gebleven. Ik kreeg alle kansen daar om op alle niveaus te leren en organisaties te adviseren startend als junior. Dus dat was super, maar toen ik daar een mooie managementkans kreeg en een nieuwe leaseauto moest uitkiezen, dacht ik letterlijk op dat moment: Waarom word ik hier nou niet blij van? Waarom voel ik me echt, echt heel erg naar worden? Toen realiseerde ik me opeens wat is er gebeurd met dat kind van vijf dat dokter wilde worden en op plekken wilde werken waar er onrecht is. Moet dat nu nadenken over een leaseauto en wat voor een gadgets je daarin gaat zetten?” Hoe oud was je toen? “27, 28? Ik heb toen bij Berenschot verteld dat ik me op dat moment niet kon committeren en dat ik wilde uitzoeken waarom ik niet blij werd van deze mogelijkheid. Toen heb ik me als vrijwilliger aangemeld bij AzG. Daar was de reactie: ‘Je profiel past niet, want je bent niet medisch en niet technisch. Wat denk je dat je hier kan doen?’ Vervolgens zochten ze hier wel een organisatieadviseur voor dit kantoor en toen raakte ik in gesprek, wat tot een rare situatie leidde. Zoals ik toen zei: ‘Als ik me gratis aanbied, dan willen jullie me niet. Maar als je me via Berenschot moet betalen wel?’ Toen zijn we tot een overeenkomst gekomen, ook met Berenschot, dat heeft daar ook aan bijgedragen: ‘Ga jij maar gratis advies geven aan AzG, als AzG jou vervolgens maar ergens naartoe stuurt.’” Wat een mooi verhaal. (lacht) “Ja, zeker. En toen AzG me drie jaar geleden belde met de vraag of ik zou willen solliciteren op mijn huidige functie, toen had ik in eerste instantie iets van twijfel omdat ik er al tien jaar uit was. Maar ik weet ook wat het van je vraagt. En ik heb ook nog een leven naast dit.”

24

‘Als je in een sloppenwijk zit, of in een vluchtelingenkamp, dan kun je wel zeggen dat je je handen moet wassen, maar dat is heel erg lastig. Wij voorzien ze wel van waterpunten, maar om dan ook nog anderhalve meter afstand houden...’

Ja, heb je een leven naast dit? “Nou, we proberen nog steeds een leven naast AzG te hebben. Maar dat was ook een beetje de vraag: zou je dat ook weer kunnen en willen? Tegelijkertijd heeft deze organisatie een missie waar ik zo diep van onder de indruk ben! En daarvan zijn er ruim 447.000 donateurs in Nederland? “Dat is zo mooi. En ook mensen die in hun testament aan ons denken. Ik vind het altijd zo bijzonder om daar je handtekening onder te mogen zetten. Het geeft mij hoop dat er zo veel mensen wereldwijd daadwerkelijk betrokken zijn. Dat er aandacht is voor die mensen die het meest kwetsbaar zijn wereldwijd. Die wil je gewoon het recht bieden op gezondheidszorg en menselijke aandacht. En dat dan onze 45.000 medewerkers die zich nu, terwijl wij hier praten, helemaal uit de naad werken, ook met een risico voor zichzelf!” Ik kan wel bedenken wat dat met je doet. “Onvoorstelbaar! En het is geen praatclub, hè?” Klopt het dat er de laatste jaren meer werknemers van jullie soort hulpverlenende, medische organisaties zijn omgekomen? “Als je daar de analyses op loslaat komt dat met name doordat je gewoon met veel meer mensen bent.” Maar aan de andere kant zie je toch ook wel een verharding? Vroeger hoefde je alleen maar met je witte vlag of een Rode Kruis vlag te zwaaien. Dat hielp wel hoor, meer dan nu. “Ja, maar ook voor het Rode Kruis is het altijd wel een gevaar geweest. Zij onderwijzen ook echt in het oorlogsrecht, dus daar waar ik met allerlei rebellengroepen te maken had, kwam het Rode Kruis met OPZIJ 2020

25


Interview Artsen Zonder Grenzen

‘Als ik vroeger met rebellenleiders ging onderhandelen, hadden ze altijd wel wat te winnen, want dan maakten zij ook goede sier naar de mensen waar zij voor vochten. Nu is dat niet meer altijd het geval.’ het oorlogsrechtenboekje vertellen: jongens, dit zijn de spelregels, en als je je daar niet aan houdt, kun je ook nog in Den Haag belanden, weet je wel? Er zijn nauwelijks overheden meer die met elkaar vechten, maar groepen die zich onderling proberen macht toe te eigenen. Die hebben soms ook meer baat bij negatieve publiciteit en angst creëren dan iets anders. Dat maakt het moeilijker. Als ik vroeger met rebellenleiders onderhandelde, hadden ze altijd wel wat te winnen want dan maakten zij ook goede sier naar de mensen voor wie zij vochten. Nu is dat niet meer altijd het geval.” Waar hebben jullie nu het meest behoefte aan? Behalve meer donateurs natuurlijk? “Wat ik nu wel interessant vind met Covid-19 is dat zo’n virus zonder grenzen, een pandemie, om een wereldwijde aanpak vraagt. En we hebben leiders van de supermachten die daar nou niet echt in uitblinken. Dus als je kijkt naar klimaatverandering, dat vraagt wereldwijde aanpak. Dat kan je niet in je eigen landje gaan regelen, want dan hebben burgers daar op gegeven moment geen vertrouwen meer in. Zo’n wereldwijde aanpak heb je ook met zo’n pandemie nodig en je ziet eigenlijk het tegenovergestelde gebeuren. Het vraagt echt om wereldleiders die met elkaar een realistisch plan maken. Dus het is ook een beetje egoïsme om nu gewoon zorg te dragen voor daar waar het niet goed geregeld is, want die golf die komt anders gewoon net zo hard weer terug. De gezondheid en de hele wereldeconomie is afhankelijk van een gezamenlijke aanpak.” Zouden we hier dan wat van kunnen leren? “Dat hoop ik dus, want het is heel pijnlijk. En we hadden het kunnen weten. Die onderlinge verbondenheid is nog nooit zo groot geweest als nu. We zijn volledig afhankelijk van import en export. De middenklasse van de hele wereld vliegt honderd miljoen keer de wereld 26

Interview Artsen Zonder Grenzen rond. Als je niet drie vakanties hebt gehad met het vliegtuig het afgelopen jaar, dan hoor je er niet bij. Maar dat is de richting die we kennelijk met z’n allen genomen hebben en dat vergroot de risico’s. Van onze politieke wereldleiders moeten we het misschien niet hebben, maar we kunnen toch een aantal dingen met elkaar wel anders aanpakken. Die hele grote burgerbeweging was immers toch al voor een systeemverandering aan het pleiten.” Meer sturen op gezamenlijke verantwoordelijkheid? “Ja, dat woord ‘samen’ zit er heel sterk in. Je merkt nu meer dat je afhankelijk bent van elkaar om hier goed doorheen te komen. Die hele nadruk op samen. En doe dat niet alleen in Nederland, maar probeer te kijken of we dat wat breder kunnen trekken. Geweldig dat er nu ook weer meer waardering komt voor de essentiële beroepen als zorgpersoneel, vakkenvullers, docenten. Ze stonden nog kortgeleden op het Malieveld te protesteren. “Dat is zo snel en zo letterlijk oorverdovend met het wereldwijde applaus aan het kantelen. Dat vind ik heel mooi. Dat zijn goede dingen. Maar ik merk ook veranderingen in de organisatie. We zijn een organisatie die investeert in persoonlijk contact, dus bijvoorbeeld internationale staf die wij rekruteren in Australië sturen wij naar Sudan. Maar die komen dan wel vaak naar Nederland om hier de briefings te krijgen, een rondje door het kantoor met allerlei specialisten te doen, om na een paar dagen hier in een hotel weer helemaal klaar te zijn voor vertrek. Ook na twee jaar in zo’n missie gezeten te hebben, vloog je eerst hierheen voor je weer terug naar Australië ging om te vertellen wat de ervaringen waren. Dat doen we nu allemaal gewoon via een schermpje. En dat gaat ook. Eerlijk gezegd had ik daar altijd al moeite mee. Dat krijg je als je van Milieudefensie komt…” En meer thuiswerken? “Ook hier in de cultuur was het ook heel erg van, we moeten hier elke dag met elkaar zijn. Dus daar heb ik met mijn komst ook verandering in gebracht. Gelukkig zijn we vorig jaar al helemaal overgegaan op een ander systeem en staat alles in de cloud en heeft iedereen een laptop. Twee jaar geleden hadden we allemaal nog een vast beeldscherm. En een telefoon op een desk. Nu waren we volledig klaar om tegen iedereen te zeggen ‘jongens naar huis!’ En ook al gaat er niets boven fysiek samen werken, dit gaat ook wonderwel goed. We hadden twee weken geleden een ontvoeringssituatie in Congo. Toen hadden we meteen een crisisteam hier zitten, netjes op anderhalve meter afstand van elkaar aan het werk. Want met zo’n situatie is face to face nodig.” Krijgen jullie eigenlijk ook overheidssubsidie? “Nee, dat is onze eigen keuze. Na de ‘EU-Turkije-deal’ hebben we gezegd dat we geen geld meer accepteren

van EU-lidstaten. Nagenoeg al onze inkomsten komen van donateurs. Dus enerzijds hebben we daar een risico mee genomen, maar anderzijds hebben we daarmee een ijzersterke positie.”

Maar dat wordt door anderen ook weer gezien als een knieval. Want de situatie voor de vluchtelingen is natuurlijk niet beter geworden. Die is eerder slechter geworden natuurlijk.”

IJzersterk zeker. “En we blijven heel trouw. Ook al zijn we volledig afhankelijk van donaties, we gaan het verhaal niet mooier vertellen dan het is. Nee, want bijvoorbeeld ons standpunt over de bootvluchtelingen op de Middellandse Zee heeft ons donateurs gekost. En ik zei toch: ‘We gaan die zee weer op.’ Inmiddels zijn we daar als gevolg van het coronavirus noodgedwongen mee gestopt. Het is gewoon het onrecht dat we zien dat mensenlevens kost en dat verhaal moet gehoord worden. Desnoods als kleinere organisatie, maar dit is wel wie we zijn. Daar zijn we zuiver in. Maar tegelijkertijd heb je wel heel veel support. En hoe dat nu wereldwijd gaat uitpakken met de economische crisis die eraan komt…”

Heftig. “Ja, dat zijn flinke dilemma’s waar we over debatteren.” Er zijn ook andere grote geldbronnen die nu beschikbaar komen. Ook een Bill Gates heeft gezegd dat-ie miljarden wil aanwenden voor deze corona-crisis. “Ja, dat is mooi. Maar wat we ook zien, is dat een aantal grote financiële stromen nu aangewend worden voor Covid-19, en niet meer gebruikt worden voor waar ze in eerste instantie voor bedoeld waren: voor de mazelen, voor hiv/aids, tuberculose.”

Het verbaast me dat het ministerie daar dan ook helemaal niet op terugkomt of zo. “Het was onze keuze. Wij hebben gezegd: nu vinden we het onacceptabel om dit bloedgeld te accepteren. Doen we gewoon niet.”

Omdat dit virus nu de aandacht en prioriteit heeft. Maar wat gebeurt er dan met al die andere dingen die jullie bezighouden? Je kunt niet alles tegelijkertijd doen. “Maar onze prioriteit is dus echt de levensreddende zorg voortzetten. Mijn grootste zorg is dat we bijvoorbeeld de kinderen met mazelen niet kunnen blijven behandelen.”

Besluit je dat dan ook met de hele raad van bestuur? “Wereldwijd. We hebben 25 directeuren wereldwijd, ieder met zijn eigen bestuur en daarboven zit dan weer een Internationaal Bestuur, dat zijn afgevaardigden van al die landelijke besturen. We zijn een vereniging hè, bestaand uit onafhankelijke landenverenigingen die zich met elkaar verbinden. En er zijn vijf sleuteldirecteuren, waarvan ik er een ben. En elk landenkantoor en de bijbehorende vereniging is verbonden aan een van die vijf. Maar om terug te komen op de subsidie van EU-lidstaten: deze discussie hebben we zelfs letterlijk vorige week weer gehad met die groep van vijf directeuren. Wanneer is weer het moment om deze bijdragen te accepteren. Mijn standpunt was: ‘Als wij dadelijk weer mensen kunnen sturen, en als wij weer meer goederen nodig hebben, dan heb ik liever dat we ook geld van die EU-overheden accepteren die wel een goede rol spelen voor vluchtelingen en dat goed kunnen besteden dan dat we dat niet doen.’

Want als een kind de mazelen heeft gehad, heeft het een flink aantal jaren een verminderde weerstand. “Ja, dat klopt. Daarom is onze prioriteit echt voortzetten wat we al aan het doen zijn. En tegelijkertijd proberen, op de meest menswaardige manier in die gemeenschappen waar we zijn een bijdrage te verlenen aan de bestrijding van Covid-19. Door mensen goed te informeren en zorg te bieden terwijl je reguliere zorg schoon blijft, dus dat die niet besmet wordt met Covid-19. Hopelijk. En om daarnaast, op de hotspots waar de pandemie nu gezondheidssystemen onderuithaalt, ook bij te springen. Zoals in België en in Frankrijk en in Spanje en in Italië, de Verenigde Staten. We zijn overal aan de slag. En dan met name voor de meest kwetsbaren. En we proberen om in al die landen waar de overheden meer mogelijkheden hebben om beschermend materiaal voor zorgpersoneel te krijgen, ons materiaal niet te gebruiken. Want we hebben aan alles tekort. Dus ik zou zeggen: blijf ons helpen!” O

Corona grijpt in een razend tempo om zich heen. De teams van Artsen zonder Grenzen werken dag en nacht om de pandemie te bestrijden. Help vandaag nog mee. Zorg dat levensreddende medische hulp mogelijk blijft bij de bestrijding van corona en het al het andere werk van Artsen zonder Grenzen bij noodhulpprojecten wereldwijd. AzG biedt medische noodhulp in conflictgebieden, bij natuurrampen en uitbraken van dodelijke ziektes. De teams van experts werken dag en nacht om mensen in crisissituaties te helpen. Van de chirurg in het veldhospitaal tot aan de fondsenwerver op straat. Medisch, menselijk en kritisch. Onpartijdig, deskundig en doeltreffend. Doneer nu en help levens redden op NL13INGB0000004054. artsenzondergrenzen.nl

OPZIJ 2020

27


De Kloof

SLUTSHAMING

De Kloof Milou Mam, het is alweer drie jaar geleden dat ik een filmpje maakte tegen slutshaming dat viral ging. Ik pikte het niet langer dat ik bij het studentencorps Vindicat in Groningen werd uitgemaakt voor slet. Wat vond jij daar toen eigenlijk van?

Barbara Om je de waarheid te zeggen; het verbaasde me niet. Ik was eerder verbaasd dat je je bijna twee jaar had weten te handhaven in die cultuur. Ik heb jullie geprobeerd op te voeden met een vrije seksuele en gelijkwaardige moraal, en dat druiste nogal in tegen de morele wetten en tradities van het corps. Ik weet nog dat je de vertelde over de ontgroening. Dat jongens werden aangemoedigd om zoveel mogelijk ‘vrouwen te neuken, omdat alle vrouwen hoeren zijn.’ En dat meisjes werd geadviseerd om ‘zich te gedragen’ want anders kreeg je een slechte naam. Te bespottelijk voor woorden. Ik wist dat jij je op den duur niet kon voegen in de mal van corpsmeisje, daarvoor ben je te vrijgevochten.

Journalist Barbara van Beukering (53) en haar dochter journalist Milou Deelen (24) verschillen regelmatig van mening. En soms zijn ze het eens, zoals over slutshaming. Al is de generatie waar ze uitkomen bepalend voor de manier waarop ze ermee omgingen. B EE L D PAUL T OLE N A A R

Milou Maar had je me daarvoor niet kunnen waarschuwen? Misschien naïef, maar ik had geen idee dat het corps zo seksistisch was. Ik weet nog dat in de eerste week tegen me werd gezegd, voordat ik überhaupt met iemand had gezoend, dat ik moest oppassen dat ik niet laag werd. En als ik bij een jongen had geslapen en géén seks had gehad, zeiden vriendinnen dat dat goed van me was. Ik begreep dat niet. Maar niet alleen de mannen maakten me uit voor hoer, wat ik erger vond, was dat de vrouwen me ook lieten vallen. Na het filmpje durfde ik daarna niet meer over straat. Zo onveilig voelde ik me, bang om mensen van het corps tegen te komen. De meeste corpsgenoten zeiden: ‘Zij ís ook een slet, dus dit is haar verdiende loon.’ Ik stond op tegen slutshaming en werd vervolgens nog tien keer harder geslutshamed. Ik ontving duizenden berichten van onbekenden. Heel intimiderend vond ik dat.

Milou

Zoals deze.

Barbara Jij wilde per se bij het corps en daar viel niet tegen te waarschuwen. Jij had Amsterdamse vrienden die in Groningen studeerden en van Vindicat lid waren en door hen was je compleet aangestoken. ‘Alle dagen feest’ dat was jouw motto, en dat sloot naadloos aan bij het corporale leven. Vergis je niet, je hebt het er ook leuk gehad. Altijd als je belde met je schorre stem, zei je: ‘Mam, ik voel me als een vis in het water!’ Pas toen je tot slet van Groningen werd gebombardeerd, ging het mis.

28

OPZIJ 2020

29


De Kloof

De Kloof

Milou

Milou

Grappig, ik kan me er nu níks meer bij voorstellen dat ik het daar leuk had. Ik paste er zoooo niet tussen, voelde me altijd ‘anders’ dan de rest, maar ik heb het er inderdaad ook leuk gehad. Maar mam, vond jij mij ook een slet?

Kon het je écht niet schelen?

Barbara Ehm.. misschien wel meer dan ik wil toegeven. Ik heb ook weleens meegemaakt dat ik met een jongen aan het zoenen was en dat hij zei: ‘Ik wil geen seks met jou want jij bent een afgelikte boterham.’ Dat vond ik wel pijnlijk. Alsof ik vies was, nooit onder de douche ging. Maar dan werd ik ook boos, want de jongens die veel meisjes hadden gehad, waren juist éxtra populair. Van meten met verschillende maten heb ik nooit een snars begrepen en ik heb mijn gedrag er nooit door laten beïnvloeden. Ik heb dus weliswaar niet op de barricaden gestaan maar ik deed wel aan microactivisme. Dat woord heb ik van jou geleerd.

Barbara Tuurlijk niet! Kun jij je nog wel iets van je opvoeding herinneren?

Milou Jij zei altijd: ‘Reis zoveel mogelijk, eet zoveel mogelijk en seks zoveel mogelijk. Alleen door veel ervaring weet je wat je wel en niet fijn vindt.’ Milou Barbara

Maar wat deed je dan actief aan micro-activisme?

Ik heb zelf ook met veel mannen (en een enkele vrouw) seks gehad, en ik heb er enorm van genoten, kan ik je verklappen.

Barbara Doordat ik me niets van de oordelen aantrok, en gewoon doorging met verschillende seksuele partners, liet ik zien dat ik het er niet mee eens was. Ik ben me ook nooit minder bloot of sexy gaan kleden omdat dat beter zou zijn voor mijn reputatie. Tot ver in de veertig, toen ik hoofdredacteur van Het Parool was, droeg ik nog diepe decolleté’s.

Milou Heb je jezelf nooit een slet gevonden?

Barbara

Milou

Zeer zeker niet. Wat is een slet? Wat is de definitie van een slet? Een vrouw die met veel mannen seks heeft en er sexy uitziet? Decolleté, korte rok, hoge hakken? Dan was ik absoluut een slet ja. Maar waarom is het zo’n negatief woord? Ik vind er helemaal niks mis mee.

Ik heb altijd willen laten zien dat je er goed uit kunt zien en inhoudelijk toch een stevige tante kunt zijn. Ik haat het als mensen denken dat aantrekkelijke vrouwen lichtgewichten zijn. Ik zie jou trouwens ook vaak erg uitdagend gekleed. Op de vernissage van jouw expositie tegen straatintimidatie droeg je een pak maar onder je colbert had je niks aan, geen bh, geen top, niks. Dat was wel pikant. Ik vind je er wel vaker heel ‘bloot’ uitzien. Zeggen mensen daar wel eens iets over tegen jou?

Milou Nee, precies. Dat is precies het hele punt. Ik vond mezelf ook geen slet, maar ik werd er wel vaak voor uitgescholden. Die schaamte werd me opgelegd. Mensen van het corps zeiden: ‘Je bent een slet, dus je moet je schamen.’ Terwijl de jongens bij het corps werden geprezen om het aantal meisjes dat ze hadden gehad. Er werd met twee maten gemeten: de man is stoer, de vrouw een hoer. Dat vind ik vreselijk oneerlijk.

Barbara Maar vind je daar wat van, dat ik me regelmatig bloot kleed? Ook al zou ik in mijn ondergoed over straat lopen, vind ik dat alsnog geen reden om iemand nagefloten te worden of seksueel getinte opmerkingen te krijgen. En ja, ik ontvang zeker met regelmaat reacties op mijn blootheid. Als ik op Instagram een nogal naakte foto post, reageren mensen weleens dat ik een hoer ben. Daar probeer ik me niks van aan te trekken. Het is mijn lijf en ik bepaal wat ik er mee doe. Bh’s draag ik overigens sowieso niet. Maar ik krijg ook veel berichten van mensen die het bevrijdend vinden wat ik doe. Laatst nog stuurde een vrouw dat ze zich door mij naakter durfde te kleden en zich daarin nu stukken zelfverzekerder voelt. Hóe cool is dat?

Barbara Dat was ook al zo in mijn tijd. Wel merkwaardig dat dat in al die jaren nooit veranderd is. Ik werd op de middelbare school, toen ik veertien was, al voor lellebel uitgemaakt, dat was toen het woord voor slet. Kun je nagaan, dat is bijna 40 jaar geleden. We zijn nauwelijks iets opgeschoten. Milou

Milou Waarom heb jij je er nooit over uit gesproken? Jij wíst dat je veroordeeld werd als slet, je vond het onterecht, maar je ging niet de barricaden op tegen dit onrecht.

Barbara Dat is wel een goeie vraag. Ik vond het denk ik al heel stoer dat ik me er überhaupt niets van aantrok. Er waren wel vriendinnen die zeiden: ‘Weet je wel dat ze achter je rug om praten over Barbara-van-neuk-erin?’ Dan zei ik dat het me geen moer kon schelen. 30

Heb je nu nog weleens het idee dat je geslutshamed wordt? Of durven mensen dat bij jou niet meer te doen, hihi.

Barbara Haha, nou niet meer in mijn gezicht nee. Vast wel achter m’n rug. En dus weleens op Instagram. Ik heb de afgelopen 1,5 jaar een monogame relatie gehad, dus er was misschien ook minder aanleiding toe. Heb jij in je werkzame leven weleens last ondervonden van slutshaming?

OPZIJ 2020

31


De Kloof

NU OVERAL TE KOOP

Milou Ik denk dat er bijzonder veel over mij geroddeld is, maar dat het me niet per se kansen heeft ontnomen. Dat weet je natuurlijk niet, want zulke dingen gebeuren achter je rug om. Maar ondanks dat ik te boek stond, of sta (?), als zogenaamde ‘wilde vrouw’ heeft het me voor zover ik weet nergens in belemmerd. Dat kan een kwestie van geluk zijn geweest, maar ik vermoed dat mijn eigen houding er ook mee te maken heeft gehad. Ik vond dat jij het heel mooi verwoordde in het filmpje waarmee je je statement tegen slutshaming maakte: ‘Mijn seksualiteit is van mij’, stond op een bordje dat je voor je borst hield. En: ‘Ik bepaal hoe ik me kleed’. En zo is het precies! Barbara Exact. Dus al zou je met driehonderd mannen naar bed zijn geweest, dan zou ik je nog geen slet vinden.

Milou

Milou Jij hebt het dus altijd al gevonden, en er ook naar geleefd, maar jij hebt er dus zelf nooit iets tegen gedaan. Hoe kijk je daarop terug?

Barbara Sorry schat. Ik zie nu ook wel in dat ik dat wel had moeten doen, want er is in veertig jaar niks veranderd. Dat valt me ook vies tegen. Maar wat ik wél heb gedaan is een dochter krijgen die ik zo heb opgevoed dat zij op de barricaden is gesprongen. Daarmee heb ik toch ook een bijdrage geleverd aan de goede zaak?

Milou

32

OF VIA DE WEBSITE WWW.PINDAH-MAGAZINE.NL


Maatschappij Interview

DE

STEM VAN DE

BUITENBEENTJES De Turkse bestsellerauteur Elif Shafak (1971) woont nu in ballingschap in Londen, maar vergeten is ze haar geliefde Istanbul niet. Ook haar nieuwste roman speelt zich af in deze stad, waar prostituee Tequila Leila ligt dood te gaan in een smerige afvalcontainer. In haar laatste ogenblikken trekt haar leven aan haar voorbij. Hoe kon het zo misgaan? DOOR IRE NE S C HOE NM A C K E R BEEL D Z E YNE LA B IDI

34

I

n de 10 minuten en 38 seconden die het Leila kost om dood te gaan, denkt ze aan haar vrienden: de transseksueel Nostalgie Nalan, jeugdvriend Sabotage Sinan, de Afrikaanse prostituee Jamilla, waarzegster Zaynab122, die uit irritatie vanwege starende blikken haar lengte maar aan haar naam heeft vastgeplakt en zangeres Hollywood Humeyra, die haar huis ontvluchtte uit angst voor eerwraak. De laatste snippers van haar bewustzijn laten geen vrolijk leven zien. Leila werd mishandeld, misbruikt en verstoten door haar familie. En toch is het boek 10 minuten en 38 seconden in deze vreemde wereld, dat genomineerd is voor de prestigieuze Booker Prize, geen droevig boek. Zware onderwerpen gaan haar aan het hart, zegt schrijver Elif Shafak. Maar het heeft er ook voor gezorgd dat ze nu gedwongen in Londen moet wonen: haar boeken zorgden ervoor dat de Turkse overheid meerdere malen een gerechtelijk onderzoek naar haar instelde. Op de eerste pagina van het boek schrijft u: Voor de vrouwen van Istanbul en voor de stad Istanbul, die altijd al een vrouwenstad is geweest. Waarom? “Als je vandaag de dag Istanbul bezoekt, zie je heel duidelijk dat de straten aan de mannen toebehoren. Vooral na zonsondergang is dat contrast tussen mannen en vrouwen heel scherp: de vrouwen blijven binnen, de mannen zijn buiten op straat. Turkije is een zeer patriarchale samenleving. Ik vind, als feminist en als schrijver, het belangrijk dat vrouwen in Turkije de ruimte terugeisen. De straten in Istanbul behoren net zo goed aan vrouwen toe. Wat dat betreft volg ik de lijn van een lange literaire traditie: in het Ottomaanse en Byzantijnse Rijk werd de stad Istanbul in gedichten en odes altijd geportretteerd als vrouw. Die herinnering wil ik terugbrengen. We moeten vrouwen, van alle achtergronden, uit het huis duwen, achter het aanrecht vandaan.� OPZIJ 2020

35


Maatschappij Interview Elif Shafak werd geboren in het Franse Straatsburg, maar keerde op vijfjarige leeftijd na de scheiding van haar ouders met haar moeder terug naar Turkije. “Mijn moeder dacht dat liefde alles was wat ze nodig had, dus verliet ze de universiteit om met mijn vader te trouwen,” zegt Shafak. En dus stond haar moeder na de scheiding op straat, zonder geld, zonder inkomen, zonder carrière. In Turkije werd de kleine Elif grotendeels opgevoed door haar grootmoeder. Haar auteursnaam, Shafak, is haar moeders naam. “Voor mij voelde het logisch de matriarchale lijn te volgen in plaats van de patriarchale: ik heb mijn vader slechts een paar keer gezien.” Hoe was het om terug te keren naar Turkije? “Er was geen groter verschil denkbaar tussen mijn moeder en mijn grootmoeder. Mijn moeder was westers, stads, modern, seculier, terwijl mijn grootmoeder bijgelovig, oosters en ongeschoold was. Desondanks

‘Mijn Turkse advocaat moest fictieve personages verdedigen, het was zo surreëel. Het is lastig in Turkije om over politiek te schrijven, maar net zo lastig om over seks te schrijven.’ was de solidariteit tussen beide vrouwen groot. Zo is het in Turkije heel normaal dat jonge, gescheiden vrouwen vrijwel direct iemand anders trouwen en vaak met iemand die veel ouder is. Dus na de terugkeer van mijn moeder gingen de buren onmiddellijk op zoek naar een nieuwe, geschikte echtgenoot. Maar daar stak mijn 36

Maatschappij Interview grootmoeder een stokje voor. Mijn dochter moet een diploma hebben, zei ze hun: ze kan altijd nog trouwen, en dan zal dat uit vrije wil zijn en niet uit verplichting. Dus besloot mijn grootmoeder haar kleinkind op te voeden tot haar eigen kind er weer klaar voor was haar over te nemen. Dat was hoogst ongebruikelijk. Mijn moeder vertrok ’s morgens vroeg en kwam ’s avonds laat thuis. Ze studeerde af met hele hoge cijfers, en werd uiteindelijk diplomaat.”

Toch neemt Shafak het in 10 minuten en 38 seconden in deze vreemde wereld opnieuw op voor de sekswerkers. Bijna al Leila’s vrienden werken in de seksindustrie, net als Leila zelf. Ze fungeren als haar vangnet: telkens wanneer Leila dreigt te struikelen of om te vallen, zijn haar vrienden er om haar te ondersteunen of haar val te verzachten. In de laatste acht seconden van haar leven memoreert ze het geluk om maar liefst vijf vrienden te hebben: meer zou je als mensen niet kunnen verlangen. Shafak bouwt het boek zo op dat de lezer in het eerste deel vooral Leila’s vrienden leert kennen door haar wegsijpelende herinneringen. In het tweede deel ligt de focus op Leila zelf en zien we haar door de ogen van haar vrienden.

“In mijn twintiger jaren, nadat ik Turkije opnieuw had verlaten, besloot ik weer terug te keren naar Istanbul. De stad riep mij en ik werd direct weer verliefd. Als je een buitenstaander bent, zoals ik, schiet je automatisch in een observerende rol. Dat is prettig, maar tegelijkertijd ook vervreemdend. Het is in elk geval een goede positie voor een kunstenaar. Ik heb er lang gewoond en gewerkt, mijn kinderen zijn er geboren. Nu leef ik als banneling in Londen omdat ik niet naar Turkije durf terug te keren, maar draag ik nog steeds de stad met me mee. Ik heb een soort pendulum-relatie met Istanbul, ik word er door aangetrokken en afgestoten. Als schrijver voelde ik me er verstikt. Het is geen gemakkelijke plaats om te leven. Datzelfde geldt voor dichters, journalisten en intellectuelen: eigenlijk iedereen die met woorden te maken heeft, want Turkije kent geen vrijheid van meningsuiting. De autoriteiten zijn er snel beledigd. In 2006 werd ik aangeklaagd wegens mijn boek De bastaard van Istanbul, waarin ik een personage de massamoord op de Armeniërs in 1915 genocide laat noemen. In 2019 volgde er een nieuw onderzoek, vanwege de boeken Drie dochters van Eva en De blik, waar seksueel misbruik aan de kaak wordt gesteld. Het was een vreemde tijd. Mensen bespuugden mijn foto’s op straat. Mijn Turkse advocaat moest fictieve personages verdedigen, het was zo surreëel. Het is lastig in Turkije om over politiek te schrijven, maar net zo lastig om over seks te schrijven.’

U beschrijft Leila als een warme persoonlijkheid en zet haar neer als een sterk en empathisch personage. Wat is haar boodschap aan de lezer? “In veel opzichten is het verhaal van Leila het verhaal van zoveel vrouwen in het Midden-Oosten, dat een gesloten, conservatieve cultuur heeft. Desondanks zijn de vrouwen zo creatief, zo veerkrachtig en dapper. Ze weten toch vaak een eigen pad in het leven te kiezen. Ik heb Leila nooit gezien als slachtoffer, ondanks het feit dat ze leed onder discriminatie en mishandeling. De dood en seksueel misbruik zijn geen makkelijke onderwerpen, maar het is een boek geworden dat het leven en de liefde viert. We hebben veel verloren in Turkije. Het land is flink achteruit gegaan het afgelopen decennium, met een angstaanjagend tempo. Turkije is meer en meer nationalistisch, autocratisch en autoritair geworden. Maar ook in Hongarije en Brazilië verliest de democratie terein. We moeten ook in West-Europa niet vergeten hoe delicaat en fragiel het democratische systeem is. Zo heeft zowel Turkije als Rusland verkiezingen, maar zijn beide landen volstrekt geen democratie. Bovendien staan ook in de westerse wereld vrouwenrechten onder druk. Kijk naar Amerika waar weer extreme abortuswetten worden ingevoerd. In landen die steeds nationalistischer worden, groeit het aantal homofobe en seksistische uitlatingen evenredig. Turkije heeft zijn democratische wortels verloren, die nog erg jong waren. Het is er nu nog lastiger om anders te zijn, op zoveel manieren. Als je huidskleur afwijkt, of je politieke mening of je geaardheid, is je leven zoveel moeilijker geworden. In mijn ogen toont Leila de veerkracht om alsnog overeind te blijven, en is het boek bij vlagen zelfs humoristisch. Dat verwacht je misschien niet vanwege het zware thema, maar voor mij is het logisch. Zoals Istanbul een mix is van oost en west, tradities en

moderniteit, lelijk en prachtig, zo is ook het leven: zelfs de verdrietigste situatie bevat vaak nog een sprankje humor, zelfs de grappigste situatie kent een vleugje verdriet. Als schrijver breng ik dat samen.” De meeste van uw boeken hebben een vrouwelijk hoofdpersonage en hebben onderdrukking als thema. Waarom is dat? “In sommige van mijn boeken spelen ook mannen de hoofdrol, maar je hebt gelijk, in het merendeel van mijn boeken spelen vrouwen de belangrijkste rol. Schrijvers jagen naar verhalen, maar zijn net zo geïnteresseerd in stiltes. Ik zoek naar het zwijgen in mijn cultuur. Wie moeten zwijgen, wie mogen spreken? Van wie zijn we de verhalen vergeten? Armenen en Joden worden in Turkije het zwijgen opgelegd, en ook de vrouwen. Door mijn schrijven geef ik ze hun stem terug. Door mijn opvoeding heb ik de neiging bijna automatisch met de ander te sympathiseren.” Ik was verbaasd om te ontdekken dat de Begraafplaats der Vergetenen, waar Leila wordt begraven, echt bestaat. Wat betekent deze plek voor u? “De laatste jaren is de begraafplaats steeds groter geworden. Ik werd geraakt door de verlatenheid van deze plek. Het is een begraafplaats zonder voornamen, zonder achternamen, zonder bloemen: er staan alleen nummers. Als deze nummers worden weggehaald, weet niemand nog wie er precies ligt. Er zijn wel meer begraafplaatsen zoals deze in Turkije, maar dit is de grootste. Dit is het grote zwijgen van Istanbul. Ik verzamelde jarenlang krantenknipsels over deze plek en ontdekte dat de mensen die daar lagen, verstotenen van de maatschappij waren. Door hun familie afgewezen omdat ze aids hadden, omdat ze sekswerkers waren, achtergelaten baby’s, vluchtelingen. We lezen hier in Europa over de vluchtelingen die de Egeïsche Zee willen oversteken en verdrinken. De Begraafplaats der Vergetenen is de plaats waar hun lichamen worden begraven. En dus kan het voorkomen dat een Syrische of Afghaanse vluchteling naast een Koerdische sekswerker ligt, die op haar beurt weer naast een Turkse inwoner van Istanbul ligt die aan aids is bezweken. De begraafplaats verandert mensen in nummers, ik wilde de nummers weer in mensen veranderen. Leila is daar begraven, ik wilde haar nummer een naam geven, een achternaam, ja, in feite een heel leven.” O

Elif Shafak schrijft zowel in het Engels als Turks en is de meest gelezen auteur van Turkije. Haar werk is in vijftig talen vertaald en zij won veel internationale prijzen. Daarnaast was ze in 2017 jurylid van de Man Booker International Prize, hield ze verschillende TED-talks en zet ze zich in voor rechten voor minderheden. Vanwege haar boeken werd Shafak twee keer aangeklaagd door de Turkse overheid.

OPZIJ 2020

37


Reportage Buitenland

Reportage Buitenland

A

“Het meest bewonder ik Socrates.” Arin (24), staat in de voortent van een provisorisch onderkomen van blauw zeil. “Ik hoop dat ik iets van zijn onverzettelijkheid en integriteit kan naleven. Juist hier.” De regen tikt op het dak. Arins dikke winterjas hangt open, de tekst Stronger every day net leesbaar op haar paarse trui. Achter het tentzeil bevindt zich tentenkamp Bardarash, dat op dit moment haar thuis is. Spekgladde modderwegen doorsnijden een raster van grauwwitte tenten die zich tegen verlaten heuvels hebben genesteld. Prikkeldraad omheint het kamp en aan de flanken zwerven versleten kleding, afgedankte tentzeiltjes en een enkele volle luier. Marieke Buijs bezocht het kamp voor OPZIJ.

rin ontvluchtte noordoost Syrië half oktober 2019, toen de Turkse raketten van operatie Vredeslente neervielen op haar woonplaats Qamishli. Sindsdien verblijft ze in het vluchtelingenkamp in de Koerdische regio in Irak. Samen met zo’n 18.000 andere Syriërs spendeert ze haar dagen in het niemandsland buiten de Koerdische hoofdstad Erbil. Hoe weten mensen zich in zo’n situatie te handhaven? Arin vindt houvast bij de lessen van Socrates en diens leerling Plato. Arins Atheense held stond terecht voor goddeloosheid en het corrumperen van de jeugd. Zijn aanhangers probeerden hem vrij te kopen, maar Socrates weigerde. “Hij geloofde in de waarheid en wilde de jongeren van Athene onderwijzen, uit de duisternis bevrijden. Als dat reden was om hem op te sluiten, dan moest dat maar. Waarheid en integriteit, dat zijn waarden waar

ik mijn aandacht aan wil besteden. Al zit ik hier,” Arin gebaart naar de wereld achter het tentzeil. “Ik ben de baas over mijn eigen geest.” Met haar filosofiediploma op zak – trots toont ze een foto van haar oorkonde als tweede van de bijna duizend studenten van haar jaar – keerde Arin van universiteitsstad Latakia aan de Middellandse Zee terug naar haar familie in Qamishli. Tien dagen later begon de Turkse aanval en spoorde haar moeder haar en haar 16-jarige broertje aan naar Irak te vluchten. Arins moeder heeft kanker en reisde voor medische zorg zelf naar het onveiliger Damascus. Via een buurman kwam Arin in contact met een smokkelaar. Per truck reisde ze tot aan de grens. Daar wachtte ze met zo’n zeventig anderen op het invallen van de duisternis voor de oversteek naar Irak. De smokkelaars wezen op lichtjes in de verte. Die zouden horen bij een post van de Peshmerga, de strijdkrachten van Iraaks-Koerdistan. Daar zou de

groep veilig zijn. “Het was een lange tocht. Ik was bang maar gelaten. Het voelde gebroederlijk, wat ons ook zou overkomen, we waren in ieder geval samen.” Na vier uur lopen bereikten ze de Peshmerga, die de groep naar Bardarash bracht. “We kwamen midden in de nacht aan. Natuurlijk had ik niet verwacht in een kasteel te belanden. Toch was ik ontsteld toen ik me realiseerde dat mijn nieuwe bestaan zich zou afspelen in zo’n tent die ik alleen kende van de beelden op tv.” Na een korte nacht stond Arin op en liep ze naar het management bij de ingang van het kamp om te vragen of er een baantje voor haar te vinden was. “Ik was tijdens mijn studie weleens in een psychiatrische instelling geweest en kon daar zien wat het met mensen doet als ze in bed blijven liggen. Ik wist dat ik op pad moest, anders zou ik stikken in mijn tent.” Voor haar vlucht leidde Arin een vol bestaan. Naast haar studie maakte ze uitstapjes in haar door oorlog

Natuurlijk had ik niet verwacht in een kasteel te belanden. Toch was ik ontsteld toen ik me realiseerde dat mijn nieuwe bestaan zich zou afspelen in zo’n tent die ik alleen kende van de beelden op tv.

D O O R M A R I E KE BU I JS B E EL D H AW R E K H A L I D / SAV E TH E C H I L D R E N MED E M O G E LI J K G E M AAK T D O O R H E T P O STC O D E L O TE R I J FO N D S VA N F R E E P R E SS U N L I M I TE D

38

OPZIJ 2020

39


Reportage Buitenland

SOCRATES & PLATO, HOE

ZAT HET OOKWEER?

verscheurde thuisland. Ze wil mij de foto’s laten zien, maar de telefoon waar ze op staan weigert al een week dienst. Op een vervangend toestel kan ze een kiekje vinden. Ze poseert lachend op zonovergoten rotsen, achter haar de branding van de Middellandse Zee. Het contrast met haar huidige bestaan is groot. “Ik heb afleiding nodig, anders verlies ik me in herinneringen aan het leven dat ik zo mis.” De afgelopen maanden gaf Arin les bij een Noorse hulporganisatie en vandaag is haar tweede dag als groepsleider bij Save the Children. De blauwe tent waar ze in staat is de provisorische lesruimte waar ze vier groepen kinderen zal begeleiden bij les en spel, een formele school is er niet in het kamp. Het is maar een kale tent, maar hij biedt iets dat zeldzaam is in Bardarash: een droge vloer en beschutting tegen de winterse regen en wind. De plek is zo gewild dat de vijftienjarige buurjongen de taak op zich heeft genomen de les-tent te beveiligen tegen kinderen die niet kunnen 40

wachten tot hij opengaat. De lesruimte is in de haast gecreëerd omdat het kamp steeds voller komt te zitten. Wekelijks komen er honderden mensen de grens over, ruwweg de helft van hen is kind. In deze opstartfase gaan Arin en haar collega’s de tenten van nieuwkomers langs om ouders aan te moedigen hun kinderen op te geven voor het alternatieve lesprogramma. Los van haar behoefte aan afleiding, merkt Arin dat het werk haar goed doet. “Kinderen die net aankomen zijn stil en teruggetrokken, maar tijdens de lessen komt hun nieuwsgierigheid weer op gang,” aldus Arin. “Ze willen het alfabet leren of vragen naar de Arabische woorden voor dieren die ze alleen in het Koerdisch kennen. Het doet me goed als ik merk dat de kinderen de bombardementen en het harde leven in het kamp even vergeten en weer willen leren.” Met haar oudere leerlingen sprak Arin over Socrates en andere filosofen. “Ik vroeg ze hoe het komt dat zoveel filosofen net als Socrates

op grootse wijze aan hun einde zijn gekomen.” Haar eigen antwoord: “Omdat ze gedreven waren. Ze wisten dat hun gedachtegoed hen in de problemen zou brengen en toch kozen ze dat pad zonder aarzelen. Zij leren naar het goede te streven, ongeacht de consequenties.” Ook Arin kiest voor een levenspad tegen de stroming in. Vanuit het oosten van Syrië vloog ze ieder semester naar universiteitsstad Latakia aan de Middellandse Zee. “Mijn familie is vrijdenkend, ze vertrouwden het me toe in een andere stad te studeren.’ Toen in 2017 het vliegveld Qamishli sloot voor passagiersvluchten, sloeg ze de waarschuwingen over de gevaren van een busreis dwars door het door oorlog geteisterde Syrië in de wind. Ze kwam twee dagen vast te zitten in Damascus, maar wist Latakia voor de start van het nieuwe studiejaar te bereiken. Op weg naar haar thuis-vooronbepaalde-tijd loopt Arin over een van de hoofdwegen van het kamp. Daar is te zien dat de filosofe

Socrates (ca. 469 v. Chr – 399 v Chr.) wordt gezien als grondlegger van de filosofie. Zelf liet hij geen boeken of andere geschriften na, dus alles wat we van hem weten, is gebaseerd op wat anderen over hem schreven. Hij werkte als steenhouwer en diende in het Atheense leger voordat hij zich toelegde op de filosofie. Socrates’ grootste nalatenschap is de Socratische dialoog, een vraaggesprek gericht op het ontrafelen van waarheid. Wat wij voor waar aannemen, is lang niet altijd logisch consistent, meende Socrates. Door onszelf en elkaar kritisch te bevragen, kunnen we onderscheid maken tussen kennis en geloof. De gesprekken waarin hij inconsistenties aanwees in de overtuigingen van de Atheense elite, maakten hem niet geliefd in de stad. Toen hij ook de ongerijmdheden in religieuze overtuigingen onder de loep nam, was de maat vol en werd hij ter dood veroordeeld wegens het corrumperen van de jeugd. Plato (ca. 427 v. Chr. – 347 v. Chr.) was een leerling van Socrates en bouwde voort op diens zoektocht naar waarheid. Plato constateerde dat ware kennis niet kon worden opgedaan via onze zintuigen. De wereld die we waarnemen is continu in verandering: het tij komt en gaat, rivieren slijten gebergten uit en alles is uiteindelijk vergankelijk. Kennis daarentegen is onveranderlijk. Plato ontwikkelde een theorie waarin alles op aarde een imitatie is van een perfect, onveranderlijk origineel in het vormenrijk, waar we vandaan komen en naar terugkeren na onze dood. Plato meende dat het onze opdracht was onze geest vrij te maken van het aardse en ons op ware kennis te richten. Daartoe richtte hij een Academie op, een plek waar jonge mannen zich toelegden op het nastreven van wijsheid. Een revolutionair nieuwe uitvinding en de klassieke voorloper van de moderne universiteit.

OPZIJ 2020

41


Reportage Buitenland

Reportage Buitenland steevast de tekortkomingen en redeneerfouten van zijn gespreksgenoten aan te wijzen. Ook Arin maakt zich niet altijd geliefd bij de mensen om zich heen. “Ik heb niets op met de denkbeelden uit het Midden-Oosten. In deze maatschappij hebben mannen het voor het zeggen. Zij bepalen de publieke ruimte. We leven hier volgens de culturele normen van de vorige generaties. Ik verzet me daartegen en daarom voel ik me niet veilig, ondanks het toezicht van de politie en militairen in het kamp.’ ‘Arin’ is niet haar echte naam, maar een pseudoniem dat ze zelf koos. Op haar telefoon toont ze een compilatie

niet de enige is die zich beweegt tussen de wens weg te komen en de menselijke drang iets op te bouwen. Aan weerszijden van de weg staan kleine winkeltjes en stalletjes. Op een houten plank liggen vissen, opgediept uit de rivieren die vanuit de besneeuwde bergen het

oplader. Achter een klaptafeltje zit de zelfverklaarde telefoondokter, zaklamp en schroevendraaiertje in de aanslag. Arin laat haar telefoon achter in de hoop iets van haar digitale herinneringen terug te krijgen. Arin slaat een zijstraat in richting

We leven hier volgens de culturele normen van de vorige generaties. Ik verzet me daartegen en daarom voel ik me niet veilig, ondanks het toezicht van de politie en militairen in het kamp. heuvellandschap instromen. Een stalletje ernaast toont opgetaste wortels, bloemkolen, tomaten en bieten. Steevast zijn het mannen die bij de koopwaar staan. Arin stapt een geïmproviseerd witplastic hokje binnen. Op de betonvloer ligt kartonnen vloerbedekking en aan een stang hangt een enkele 42

een rand van het kamp waar haar tent staat. Ze duikt onder een waslijn door met kleding die ogenschijnlijk nooit zal drogen. Ze ritst de voordeur open, schoenen uit. Van buiten zijn de tenten modderig, maar binnen is het brandschoon. Langs de randen van het woonverblijf liggen dekens keurig opgestapeld

en een kerosinebrander doet zijn best de kou net buiten het doek te houden. Arin en haar broertje hebben relatief veel ruimte, gezinnen met vijf kinderen delen eenzelfde tent. In de opbergflappen aan de muren van de tent zitten pennen, een haarelastiekje en een telefoonoplader. Verder is de tent leeg. “Ik wist dat ik delen van de vlucht te voet moest afleggen, dus ik heb mijn filosofieboeken en andere bezittingen achtergelaten.” De filosofe wil verder studeren, promoveren en uiteindelijk hoogleraar worden. Maar het Turkse offensief in haar thuisstad zorgt ervoor dat ze die droom door haar vingers weg ziet glippen. Ze schrijft mails naar ambassades en bezoekt iedere dag het kantoortje van de VN-vluchtelingenorganisatie om te vragen of ze overgeplaatst kan worden naar Europa of Canada. Tevergeefs. “Ik wou dat ik minderjarig was, dan kon iemand me adopteren.” Socrates maakte zich niet geliefd bij zijn medemens door in discussies

van beelden van een jonge vrouw met priemende ogen die in meeslepende muziek wordt bezongen. Het is haar heldin en klasgenoot Arin, die zich op haar zeventiende aansloot bij de Peshmerga en op haar negentiende stierf in de strijd tegen ISIS. In de filosofie heb je de realisten en de idealisten, vertelt Arin. Zij voelt zich meer aangetrokken tot de idealisten en dan in het bijzonder tot Plato met zijn diskwalificatie van de fysieke wereld. Wat ons via onze zintuigen bereikt is misleidend, vond hij. Idealen en perfectie zijn alleen te vinden in de geest. Terwijl Arin om haar heen de gevolgen

ziet van het handelen van leiders die miljoenen mensen veroordelen tot een wankel bestaan in een tochtige tent; te midden van het geharrewar over de verdeling van levensmiddelen en de spanningen tussen mensen die noodgedwongen dicht op elkaar zitten, probeert ze haar binnenwereld de baas te blijven. “Wie met zijn rechterhand geeft, ontvangt met zijn linkerhand, zeggen we hier. Door me niet met die spanningen bezig te houden, maar in plaats daarvan les te geven of buren te helpen met het schrijven van een asielverzoek krijg ik de kans mijn waardigheid te behouden.” O

OPERATIE VREDESLENTE In oktober 2019 viel Turkije is Noord-Syrië binnen. Deze actie werd opgezet nadat de Amerikaanse president Donald Trump besloot om Amerikaanse soldaten die daar de Koerdische troepen steunden, weg te halen. Met deze operatie – die wrang genoeg de titel Vredeslente kreeg – wilde de Turkse president Erdogan de terroristische dreiging richting Turkije neutraliseren. De mensen die in dit gebied woonden, waren volledig in paniek en sloegen op de vlucht.

OPZIJ 2020

43


Buitenland Politiek

Buitenland Politiek

EEN PUSSY-GRABBER IN

het maakt de kiezer weinig uit

HET WITTE HUIS?

J

oe Biden – de gedoodverfde Democratische presidentskandidaat – ligt al enkele weken onder vuur vanwege beschuldigingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Tara Reade, de vrouw die de beschuldigingen deed, is een oud-werknemer van Joe Biden. Ze werkte voor hem van 1992 tot 1993, toen Biden namens de staat Delaware in de Amerikaanse senaat zetelde. Wat is er gebeurd? Reade zou naar eigen zeggen in 1993 de sporttas van Biden bij hem hebben afgeleverd in het Senaatsgebouw, waarna hij haar plotseling tegen de muur gedrukt zou hebben, zijn handen onder haar shirt en rok zou hebben geschoven, en haar zou hebben gepenetreerd met zijn vingers. Vervolgens zou hij hebben gefluisterd: “Zullen we ergens anders heen gaan?” gevolgd door een “Kom op, ze zeiden dat je me leuk vond,” toen Reade hem wegduwde. Voor de helderheid: feitelijk zou dit gaan om ongewenste penetratie van het lichaam. En dus om verkrachting. Joe Biden ontkent de aantijgingen in alle toonaarden (“It never happened!”) en dat maakt het lastig voor de buitenwereld om over de zaak te oordelen. Zeker is dat de wereld sinds #MeToo blijvend is veranderd. Sinds de eerste schandalen rond filmproducent Harvey Weinstein in 2017 bekend werden, en vrouwen wereldwijd hun verhaal deden over hun ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag, misbruik en zelfs verkrachting, weten we als maatschappij dat dergelijk gedrag vaker voorkomt dan ons lief is. We spraken collectief af dat vrouwen die vertellen dat ze van ongewenste intimiteiten slachtoffer zijn geweest, in de eerste plaats onze steun verdienen, niet ons wantrouwen.

We leven in verwarrende tijden. Voor Amerikaanse feministen is dat niet minder het geval. Hadden zij – en wij – nog de hoop dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 voornamelijk zouden gaan om een sex offender uít het Witte Huis te krijgen; nu ligt de tegenkandidaat onder vuur vanwege hetzelfde gedrag. D O O R M A R I J E VA N R E ST

44

En hoewel Bidens team elke kans aangrijpt om haar geloofwaardigheid in diskrediet te brengen, zijn er ook redenen om aan te nemen dat Tara Reade de waarheid spreekt. Verschillende mensen hebben verklaard al langere tijd op de hoogte te zijn van het incident tussen Reade en haar voormalige baas. Zoals Reades oudbuurvrouw Lynda LaCasse: “Ik herinner me de rok, ik herinner me de vingers, ik herinner me dat ze was gebroken,” aldus Lynda. Een oud-collega van Reade, met wie ze van 1994 tot 1996 samenwerkte, heeft minder gedetailleerde herinneringen, maar stelt met zekerheid dat Tara haar destijds vertelde dat ze was aangerand door een voormalige baas. Daar komt bij dat de moeder van Tara Reade reeds in 1993 naar CNN-talkshow host Larry

King heeft gebeld, om te vertellen dat haar dochter ‘problemen’ had gehad met een ‘prominente senator’. Feit is wel dat Reade wordt bijgestaan door een advocaat die in het verleden een Trump-donateur was, en natuurlijk heeft ze in het verleden – in een andere context – wel eens een onwaarheid verteld. Maar wat zegt dat over de validiteit van haar aantijgingen? Het is frappant dat zelfs de meest vooruitstrevende politici en commentatoren suggereren dat de beschuldigingen politiek gedreven zijn: Tara Reade als een instrument in de handen van de Republikeinse campagnemachine. Zijn vrouwen nog steeds slechts pionnen in het schaakspel van de macht? Dichten we vrouwen nog altijd zó weinig zelfstandigheid, zo weinig agency toe? Heeft iemand stilgestaan bij de vraag wat Reade werkelijk zou winnen met het doen van valse beschuldigingen? Haar leven is na deze rel immers praktisch voorbij, voor die les kan ze in ieder geval langs bij Monica Lewinsky. Het blijft giswerk, maar als er iets is wat #MeToo ons geleerd heeft, dan is het wel dat er nog altijd een heleboel mannen zijn die het niet al te nauw nemen met de gelijkwaardigheid in seksuele omgangsvormen. Een vriendelijke glimlach van een medewerkster beschouwen ze al snel als een open uitnodiging om zich zonder verdere vragen aan haar op te dringen. Het toont aan hoe belangrijk het is dat we als maatschappij het gesprek blíjven voeren over wat op seksueel gebied wenselijk is en wat niet. Toch blijft het voor vele progressievelingen een harde dobber, die beschuldigingen aan het adres van Biden. Juist ook voor feministen. Natuurlijk, velen hadden überhaupt liever een vrouwelijke presidentskandidaat gehad, maar Biden heeft zich tenminste wel gecommitteerd aan een vrouwelijke running mate. En een vrouw als vicepresident van de Verenigde OPZIJ 2020

45


Buitenland Politiek Staten, ook dát zou een historisch unicum zijn. Bovendien doen opvallende namen de ronde. Uitgesproken progressieve Democratische politica’s, zoals Kamala Harris, Stacey Abrams en Val Demings lijken serieus kanshebber te zijn. Zij zouden de tot nu toe wat bleke Democratische campagne behoorlijk kunnen opfleuren. Het rumoer rond Biden maakt het voor al deze vrouwen echter niet gemakkelijk. Want wie van hen ook gekozen wordt, ze zal – keer op keer – vragen krijgen over het vermeende grensoverschrijdende gedrag van Joe Biden. Zeker omdat vrijwel al deze vrouwen zich in de recente #MeToo discussie stevig hebben uitgelaten over de verwerpelijkheid van seksueel machtsmisbruik. De vrouwelijke VP zal daarom tot in den treure moeten uitleggen waarom ze Biden, ondanks de beschuldigingen, toch steunt. De beschuldiging van hypocrisie ligt daarbij al gauw op de loer. Ziedaar de onmogelijke positie waarin de vrouwelijke VP-kandidaat zich straks bevindt. De Amerikaanse journalist Rebecca Traister noemde een aanbod om voor

Buitenland Politiek het vrouwelijke vicepresidentschap te gaan in dat verband een “gifbeker”. Moeten al deze fantastische vrouwen een uitnodiging voor een eventueel vicepresidentschap dan maar afslaan? De vrouw op wie de keuze valt zal zich misschien moeten beroepen op kille wiskunde. Want hoewel Biden bij een breed Amerikaans publiek al langer bekend staat als “touchy”, is er rond hem vooralsnog één zaak die ècht niet door de beugel kan. Let wel: Donald Trump heeft er minstens vijfentwintig! Bovendien kunnen vrouwen met Trump als president niets anders verwachten dan een verdere inperking van abortus-rechten, de ineenstorting van het Amerikaanse zorgsysteem, oplopende klimaatproblematiek en een groeiende economische ongelijkheid. Allemaal problemen die vrouwen doorgaans harder raken. Misschien moeten we dus maar onze zegeningen tellen. De treurige realiteit is immers dat het het gros van de Amerikaanse kiezers niet interesseert of hun president een pussy-grabber is. En met een aansprekende, progressieve vrouw als running mate, maakt Joe Biden wellicht nog de meeste kans op de winst.

Begin 2020 was Demings een van de leden van het Huis van Afgevaardigden die de afzetting van Donald Trump in de Senaat bepleitte, iets wat ze ronduit fenomenaal deed. Demings is een begenadigd spreker en zal als VPkandidaat goed vallen bij dat deel van het Democratische electoraat dat graag een betere vertegenwoordiging van de arbeidsklasse in Washington ziet. Bovendien zal ze met haar sterke worteling in Orlando wellicht het verschil kunnen maken in de belangrijke swing-state Florida, een staat die bij de verkiezingen in 2016 nog naar Trump ging. Ze is niet de meest progressieve kandidaat. In het Congres is ze lid van de New Democratic Coalition, de fractie van gematigde democraten.

voortaan werd gezien als groente, waardoor pizza’s op het schoolmenu konden blijven staan. In Klobuchars thuisstaat is het pizzabedrijf Schwan Company, goed voor een jaarlijkse omzet van 3 miljard dollar, gevestigd. Biden en Klobuchar zijn uit hetzelfde politieke hout gesneden en kunnen het bovendien goed met elkaar vinden. Beiden presenteren zich nadrukkelijk als gematigde Democraten, tegenover de ‘linkse plannen’ van senator Bernie Sanders en Elizabeth Warren. Klobuchar als running mate is inhoudelijk dus prettig voor Biden, maar in strategisch opzicht wellicht een nadeel. De vraag is of Klobuchar het progressieve kamp van het Democratisch electoraat wel kan overtuigen.

coronavirus. Ze was één van de eerste gouverneurs die in maart verregaande maatregelen trof en een stay-at-home order afkondigde, waarmee ze landelijk veel lof oogstte. Maar het verloop van de coronacrisis is onvoorspelbaar. Inmiddels heeft Whitmer in haar eigen staat te maken met flinke anti-lockdownprotesten. Het zou kunnen dat Bidens team het te riskant vindt om de vingers hieraan te branden. Qua stijl is Gretchen Whitmer het prototype van een op-en-top Amerikaans politica. Altijd keurig, beleefd en vriendelijk glimlachend naar de camera. Naar onze smaak mag het net iets minder gepolijst. Al was haar besluit om haar persoonlijke ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag te delen ronduit moedig.

MOGELIJKE VP-KANDIDATEN Als we de Amerikaanse media mogen geloven, zijn onderstaande kandidaten (waarschijnlijk) onderdeel van het vetting process: de enkele weken durende procedure waarin mogelijke kandidaten voor het vicepresidentschap worden doorgelicht. De verwachting is dat het team van Joe Biden de tijd zal nemen. Hillary Clinton maakte haar running-mate (Virginiasenator Tim Kaine) pas eind juli 2016 bekend. Barack Obama deed dit (met Joe Biden) in 2008 pas in augustus. 46

Amy Klobuchar

Val Demings

Bronnen rond deze 63-jarige politica uit Florida hebben inmiddels bevestigd dat zij officieel in de race is. Als dochter van een schoonmaakster en een sinaasappelplukker voldoet ze perfect aan het plaatje van de Amerikaanse droom. Ze was de eerste van haar familie die ging studeren en meldde zich daarna aan bij de Politieacademie. Na ruim 24 jaar werd ze de eerste vrouwelijke baas van het Orlando Police Department, waarna ze in 2016 met succes een gooi deed naar een plek in het Huis van Afgevaardigden.

Ze is weliswaar uit de presidentsrace gestapt, maar absoluut nog niet van het toneel verdwenen. Tijdens de voorverkiezingen boekte Amy Klobuchar (60) goede resultaten in New Hampshire en Midwest-staten, die de Democratische partij na de nederlaag in 2016 dolgraag wil terugwinnen van Donald Trump. Klobuchar is een dochter van een sportjournalist en een lerares en heeft een Sloveense achtergrond. Ze studeerde politieke wetenschappen en rechten en werkte na haar studie als advocaat en openbaar aanklager. Sinds 2006 is ze senator voor de staat Minnesota. Saillant weetje: Klobuchar zorgde er in 2010 voor dat de saus van diepvriespizza’s

Gretchen Whitmer

Deze 48-jarige politica heeft een lange politieke carrière achter de rug in haar thuisstaat Michigan, waar ze sinds 2019 gouverneur van is. Haar naam op het stembiljet kan zeker helpen om deze in 2016 aan de Republikeinen verloren staat weer in het Democratische kamp te brengen. Achilleshiel is Whitmer’s gebrek aan ervaring op het nationale podium. Met uitzondering wellicht van de Democratic response speech, die ze in februari 2020 gaf in reactie op Trump’s State of the Union, is ze op landelijk niveau nog nooit echt getest. Relevant is wel dat Whitmer momenteel in de frontlinie staat bij de bestrijding van het

Kamala Harris

De naam Kamala Harris (55) – die zelf ook een gooi deed naar het presidentschap – circuleert al lange tijd op lijstjes met mogelijke VPkandidaten. En vaak staat haar naam ook bovenaan. De senator uit Californië is met een Indiase moeder en een Jamaicaanse vader het lichtend voorbeeld van melting-pot Amerika en een belangrijk boegbeeld in de strijd tegen de populistischconservatieve agenda van de Trumpregering. Harris studeerde economie, politieke wetenschappen en rechten en werkte na haar studie acht jaar als advocaat. Ze werd vervolgens openbaar OPZIJ 2020

47


Buitenland Politiek aanklager van San Francisco en later procureur-generaal van Californië. Harris was zowel de eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse als eerste Aziatisch-Amerikaanse procureur-generaal van Californië. In 2016 stelde ze zich verkiesbaar voor de Senaat. Ze ontpopte zich in de eerste maanden van haar ambtstermijn tot een volhardend ondervrager en een uitgesproken criticus van Trumps beleid en zijn ministerkeuzes. Het voordeel van Harris als running mate is dat ze al tijdens de Democratische voorverkiezingen uitgebreid is getest op nationaal niveau. In een debat met vicepresident Mike Pence zal ze zeker haar mannetje staan. Nadeel is dat Harris tot nu toe weinig coherent is geweest in haar campagneboodschap, waardoor het vertrouwen van veel Democratische kiezers in haar op inhoudelijk vlak niet groot is. Bovendien is het de vraag of een VP-kandidaat uit het progressieve Californië de verloren kiezers in de Mid-West en andere swing-states gaat aanspreken.

Open doek rol als Secretary of State van Georgia een belangrijke toezichthoudende rol had op het verkiezingsproces. Veel van de door Abrams geïnspireerde Afro-Amerikaanse kiezers zouden bij hun registratie als kiezer bewust zijn tegengewerkt of vertraagd. Een door Abrams aangespannen rechtszaak over voter supression loopt nog steeds. Stacey Abrams was al op jonge leeftijd een bolleboos. Ze schreef meerdere romans en studeerde aan diverse prominente universiteiten, waaronder Yale. Mede door de dure universiteiten die ze bezocht en door hoge gezondheidszorgkosten in haar familie had Abrams recentelijk nog een flinke belasting- en studieschuld, iets waarvoor ze door opponenten wordt beschimpt, maar waarvan ze zelf nuchter zegt dat Amerikanen politici nodig hebben die weten wat het is om moeilijke financiële beslissingen te nemen. Het voordeel van Abrams op het stembiljet is dat ze heeft laten zien dat ze grote groepen nieuwe kiezers kan mobiliseren. Ze is bovendien zeer geliefd bij het meer progressieve deel van de Democratische partij. Lastig blijft echter haar gebrek aan ervaring in de hogere politieke regionen. De uitnodiging om zich in 2019 kandidaat te stellen voor de Senaat sloeg ze – naar ieders verbazing – af. Wel gaf ze in januari 2019 de jaarlijkse ‘response to the State of the Union address’.

Elizabeth Warren

Stacey Abrams

Deze minority leader van het Huis van Afgevaardigden in Georgia (46) stelde zich in 2018 beschikbaar voor het gouverneurschap van deze staat. Met de mogelijk eerste zwarte vrouwelijke gouverneur ooit in de race trok deze verkiezing veel landelijke media aandacht. Ze verloor de verkiezing met een zeer kleine marge van de Republikein Brian Kemp, die in zijn 48

Ervaren en bevlogen hoogleraar en politica en top of the bill. Als er één kandidaat is met een schat aan ervaring en de juiste vechtersmentaliteit dan is het Elizabeth Warren wel. Hoewel ze op 16-jarige leeftijd een beurs won om te studeren aan de George Washington University, brak ze haar studie af om – jawel – te trouwen. Toch ging ze al snel weer terug naar school en na diverse opleidingen (logopedie, audiologie en vervolgens rechten) werkte ze als advocaat en vervolgens als decaan en hoogleraar aan

verschillende universiteiten, glorieus eindigend aan het prestigieuze Harvard. Ook Warren groeide op in een gezin waar de eindjes aan elkaar werden geknoopt. Ze deed onderzoek naar de financiële situatie van de Amerikaanse middenklasse en wordt op dit terrein als een autoriteit beschouwd. Ze heeft een stevig track-record als het gaat om het aan banden leggen van het ‘grote geld’, een voor jonge en progressieve Amerikanen heel belangrijk thema. In 2013 werd Warren de eerste vrouwelijke senator van de staat Massachusetts en in 2019 stelde ze zich kandidaat voor het presidentschap. Ze maakte tijdens de voorverkiezingen indruk met haar zeer uitgebreide beleidsvoorstellen voor het hervormen van de economie; een belastingverhoging voor rijke Amerikanen speelde in haar plannen een centrale rol. Wat wellicht in Warrens nadeel werkt, is haar leeftijd. Met 70 jaar is ze nog steeds jonger dan Joe Biden (77), maar het is wel de vraag of de kiezer twee senioren op het stembiljet overtuigend zal vinden. Verder kan de moeizame relatie tussen Biden en Warren in de weg zitten. De twee zijn niet bepaald vrienden. Voor veel Democraten had eigenlijk Warren – met al haar ideeën en visie – gewoon de presidentskandidaat moeten zijn. Voor hen is en blijft Biden de man die zijn tijd in het Witte Huis allang heeft gehad en – net als veel blanke boomer-mannen – iets te lang aan het pluche kleeft. O

Langzamerhand worden de coronamaatregelen versoepeld en krijgen we meer bewegingsvrijheid. Dat is ook goed nieuws voor de vrouwen die lijden onder huiselijk geweld, want daar viel tijdens de lockdown nog lastiger aan te ontsnappen dan onder normale omstandigheden het geval is. Wereldwijd zaten miljoenen vrouwen en meisjes wekenlang opgesloten in huis met mishandelende (stief-) vaders, echtgenoten, broers, neven et cetera. Geen verrassing dat het huiselijk geweld en misbruik tijdens de coronacrisis is toegenomen. ‘Intiem terrorisme’ de term die experts wel gebruiken, is een reusachtig probleem waar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) maar liefst een op de drie vrouwen in haar leven mee te maken krijgt. Terwijl sommige vrouwen zich veiliger voelen naarmate ze hun huis vaker kunnen verlaten nu de coronacrisis over het hoogtepunt heen lijkt, geldt dat lang niet voor iedere vrouw. Shirin Musa van de NGO Femmes for Freedom, vertelt dat duizenden vrouwen in Nederland sowieso de deur niet uit mogen. ‘Het zijn vaak huwelijksmigrantes die onder dwang binnenshuis moeten blijven en nooit van het mooie weer kunnen genieten, virus of niet.’ D O O R AL I E S P E G TE L

OPZIJ 2020

49


Open doek

Open doek

E

en van deze zogenaamde ‘verborgen vrouwen’ was de Pakistaanse Yasmeen, die in 2009 naar Rotterdam emigreerde om met een verre neef te trouwen. Eenmaal in Nederland, werd zij door hem en haar schoonouders als huisslaaf uitgebuit en geterroriseerd; ze werd geslagen, haar lange haren werden afgeknipt, ze kreeg geen huissleutel, haar kinderen werden bij haar weggehouden, en ze mocht alleen de straat op om de vuilniszakken buiten te zetten. Met een klacht over haar lot bij de politie, tekende Yasmeen haar doodsvonnis. Haar man Adeel Dad, besloot volgens velen de ‘familie-eer’ te redden, en wurgde de 25-jarige moeder van zijn twee kinderen. Maar de rechter achtte voorbedachte rade niet bewezen en veroordeelde hem in 2016 tot tien jaar cel. Taxichauffeur Dad was destijds 27 jaar en toonde in de rechtszaal geen spoor van berouw. Het zou daarom zomaar eens kunnen dat deze moordenaar na zijn vrijlating een nieuwe bruid uit Pakistan laat overkomen en dat de geschiedenis zich herhaalt. Daar probeert FFF een stokje voor te steken. Met de campagne ‘Ontsnap uit je huis’ willen ze verborgen vrouwen zichtbaar maken en de overheid aansporen om ze beter te beschermen. Zo zouden families waarbinnen eerwraak plaatsvindt als crimineel collectief vervolgd moeten kunnen worden, net

50

zoals bijvoorbeeld in Engeland al het geval is. En mannen met een strafblad wegens partnergeweld zouden wat Musa betreft nooit meer een bruid uit het buitenland mogen halen. De SP-Kamerleden Jasper van Dijk en Michiel van Nispen hebben nog voor de uitbraak van de coronacrisis in januari aan de diverse ministers gevraagd of die ervoor voelen om zo’n trouw-verbod in te stellen voor notoire mishandelaars. Maar ook migrantendochters die hier geboren en getogen zijn, kunnen soms niet over hun eigen leven en lichaam beschikken, omdat ze onder dwang van mannen thuis moeten blijven, zoals Saïda in het onderstaande verhaal vertelt. Nu de WHO tijdens de coronacrisis de problematiek van huiselijk geweld wereldwijd onder de aandacht heeft gebracht, lijkt het moment daar om in te grijpen en in ieder geval in kaart te brengen hoeveel verborgen vrouwen er in Nederland zijn en met welke maatregelen hun onrechtvaardige lot te verbeteren valt. Saida (40) zat jarenlang gevangen in een huwelijk met haar neef, die weigerde van haar te scheiden. Niet lang daarna werd ze in gedwongen isolement gehouden door haar vader, die zijn gescheiden dochter geen eigen leven gunde. ‘Thuisblijven vanwege het coronavirus, is onvergelijkbaar met het thuis-isolement waarin ik zat onder dwang van mijn vader. Nu kies ik er zelf voor om binnen te blijven, toen had ik geen keuze. Het is ook een levensgroot verschil omdat ik nu niet angstig ben − het virus doet me weinig. Maar toen ik opgesloten zat in mijn slaapkamer in mijn ouderlijk huis in een Nederlandse stad, was ik iedere seconde doodsbang. Welke vader doet zijn kind zoiets aan? Ik wist niet waar voor hem de grens lag en wat zijn volgende stap zou zijn. Ik mocht geen contact hebben met mijn broers en zussen, hij had de sleutel van mijn kamer en die was op slot. Mijn moeder zette dagelijks water en brood neer voor mijn deur, meer eten kreeg ik niet. Mijn vader besliste, mijn moeder voerde zijn besluit uit. Wilde hij me echt laten verhongeren? Hoe lang wilde hij me isoleren? Wat kon ik doen om te ontkomen aan mijn lot? Hoe ik de dagen op mijn kamertje ben doorgekomen, herinner ik me niet. Ik wil die maanden het liefst helemaal vergeten, ik denk er zo min mogelijk over na. Ik weet nog wel dat ik uren achter elkaar huilde. Er lag een stapeltje Bouquet-romans op een plank, die ben ik maar gaan lezen uit verveling. En ik heb veel gebeden. Ik ken hele passages van de Koran uit mijn hoofd, mijn geloof is heel belangrijk voor mij, dat heeft me erdoorheen gesleept. Soms kwam ’s nachts een van mijn broers of zussen stiekem voor mijn kamerdeur zitten fluisteren. Dat was niet echt ontspannen: altijd was ik bang om betrapt te worden door mijn vader." "Het grootste deel van mijn leven heb ik geen bewegingsvrijheid gehad. Ik ben in Nederland geboren, maar mijn vader, een migrant, denkt zeer traditioneel. Op

mijn achttiende besloot hij me uit te huwelijken aan de zoon van zijn broer, mijn neef dus. Ik kende die neef niet, had hem zelfs nog nooit gezien omdat hij in mijn vaders land van herkomst woont. Ik weigerde, ik wilde helemaal niet trouwen. Maar toen kwam mijn familie in actie, ze zetten me emotioneel onder grote druk. Ze zeiden dat het de laatste wens was geweest van mijn grootmoeder dat haar twee kleinkinderen met elkaar zouden trouwen. Zo gaat dat. Ze manipuleren je. Ik was pas achttien, ik wilde natuurlijk de wens van mijn oma respecteren en geen problemen in de familie veroorzaken. Ik had geen verweer en stemde uiteindelijk in." "Herinneringen aan mijn huwelijksdag heb ik niet, het is een zwart gat. Naar mijn man heb ik niet één keer goed gekeken, in al die huwelijksjaren die volgden heb ik me een vreemde voor hem gevoeld. Toen we eenmaal getrouwd waren, veranderde mijn leven radicaal. Ik moest stoppen met mijn opleiding en gaan werken. Mijn salaris moest ik afgeven aan hem. Zelf deed hij niets, maar desondanks was hij nooit tevreden. Hij sloeg en misbruikte me. Ik was wel zo slim om ervoor te zorgen dat ik niet zwanger zou raken. Maar het was hels. Na acht jaar hield ik het niet meer uit. Ik vertelde mijn man dat ik wilde scheiden, maar dat wilde hij natuurlijk niet. Hij leefde comfortabel op mijn zak. Mijn vader was doof voor mijn klachten. Hij vond dat ik mijn lot zwijgend moest dragen zoals een nette huisvrouw betaamt, terwijl ik nota bene de kostwinner was. Voor mijn vader was ik slechts een pion, het allerbelangrijkste was dat hij geen ruzie kreeg met zijn broer en de familie." "Maar ik gaf niet op; als ik zo doorging zou ik net zo goed dood kunnen zijn. Het heeft me zes jaar gekost voordat ik twee broers zover had dat ze een handtekening wilden zetten waarmee ze mij toestemming gaven om te scheiden. Als vrouw heb je dat recht zelf niet, daar heb je twee mannelijke bloedverwanten voor nodig of anders vier vrouwelijke, maar die had ik niet. Het is bijna niet te beschrijven hoeveel moeite het me heeft gekost om uiteindelijk de scheiding erdoorheen te krijgen. Ik heb rechters en advocaten in ons land van herkomst moeten omkopen. De scheiding heeft me veel geld gekost, en heel veel energie. Ik was niet alleen in gevecht met mijn ex, maar ook met mijn vader en oom en de conventies binnen onze sociale kring. Scheiden hoort niet, het tast in de ogen van velen de eer van de familie aan." "Ik voelde me jarenlang eenzaam, maar met zicht op de echtscheiding kreeg ik langzamerhand weer hoop op een betere toekomst. Ik kwam een oude jeugdvriend tegen. We spraken veel, hij was een steun voor me, heel prettig. Omdat het in onze cultuur niet gebruikelijk is om als vrouw gewoon een vriend te hebben, besloten we ons te verloven. Ik wilde dat zelf ook, ik wilde geen losbandige vrouw zijn. Maar de verloving moest nog wel geheim blijven, want ik betwijfelde of mijn vader

het zag zitten. Het was uitgesloten dat hij mij zo snel na mijn scheiding toestemming zou geven om me aan een andere man te verbinden. Ik had met de scheiding in zijn ogen de familie te schande gemaakt en moest me koest houden. Hoewel vrouwen hier in Nederland wettelijk gelijk zijn aan mannen, golden bij ons thuis de traditionele culturele en sociale regels van mijn vaders land. Eigen initiatief bij de keuze van een partner wordt van een vrouw niet gewaardeerd. Mijn vader heeft geen boodschap aan de Nederlandse wetten en regels Via via hoorde hij na een paar maanden toch dat ik me verloofd had. Mijn vader werd razend. Woest. Schold me uit dat ik een doortrapte hoer was die zich alleen had laten scheiden om met een andere man te kunnen zijn. Vervolgens sloot hij me op. Om me te straffen. Ik had de familie-eer geschonden, en volgens zijn overtuiging mag je daarom een vrouw in gedwongen isolement houden. Voor ik het wist duwde hij me in mijn slaapkamer en draaide de deur op slot." Mijn moeder was het er niet mee eens, dat weet ik. Maar zij had geen keuze, zij kon niet tegen mijn vader ingaan. Uiteindelijk ben ik met de hulp van een paar familieleden ontsnapt. Met alleen mijn paspoort kwam ik terecht bij een noodopvang in een andere plaats. Dat was te danken aan een behulpzame politieagent die me daarnaartoe had gebracht omdat hij begreep dat mijn vader me onmiddellijk zou kunnen vinden in een opvang in onze eigen woonplaats. Die aardige agent is daarvoor later nog berispt: 'De politie is geen taxibedrijf,' zeiden ze tegen hem. Ze begrepen er niets van. Dankzij deze agent ben ik juist in veiligheid gebracht. In de noodopvang kreeg ik code rood, dat is het allerhoogste risiconiveau. Thuis wist mijn vader tenminste waar ik was, nu zou hij niet rusten tot hij mij had gevonden. Omdat ik doodsbang was om ontdekt te worden, sprak ik in de opvang met niemand. Ik ging ook niet naar buiten. Ik zat eigenlijk nog steeds gevangen. Totdat op een dag de knop bij mij omging, ik dacht: dan doodt mijn vader me maar. Sindsdien ben ik vrij." "Ik heb inmiddels mijn eigen woning. Ik leef heel rustig, maar dat vind ik na alles wat er gebeurd is wel zo fijn. Ik kan heel goed alleen zijn. Mijn vader heb ik nooit meer gezien of gesproken, ik heb alleen nog contact met mijn moeder en een zusje. Ons gezin is uit elkaar gevallen, sommige van mijn broers en zussen staan achter mijn vader en willen niets van mij weten. Ze beschouwen met als een rebel, als een onruststoker. "Mijn verloofde is op een gegeven moment getrouwd met een ander. Ik voelde me door hem verraden, maar ik begreep het ook wel. Hij wilde gewoon door met zijn leven en aan een gezin beginnen. Het was mijn grootse droom om ooit moeder te worden, maar ik betwijfel of dat nog wel gaat gebeuren. Maar ik heb ooit het besluit genomen om blij en positief te zijn, dat lukt, hoe gek dat ook mag klinken." O OPZIJ 2020

51


Buitenland Suriname

Buitenland Suriname

Dr. Joyce Sylvester was voorzitter van de commissie Visitatie Gerechten 2019. Tevens is zij oud-senator, oud-burgemeester en onlangs is zij toegetreden tot de Landelijke Selectie Commissie Rechters. Dit artikel schreef zij op persoonlijke titel voor OPZIJ.

De

DJADJA UMA van SURINAME

In de geschiedenis zijn er veel moedige vrouwen geweest. Vrouwen die het verschil maakten en die stonden voor hun principes. Moedige vrouwen zijn er ook vandaag de dag en niet alleen in bijzondere omstandigheden zoals in oorlogssituaties. Dat bewezen de drie vrouwelijke rechters in het strafproces tegen de president van Suriname, Desi Bouterse.

I

n Nederland is het aantal vrouwen bij de rechterlijke macht hoog. Maar ook Suriname kent vrouwelijke rechters. En zoals we inmiddels weten, dat zijn niet de minsten. Een van hen is Cynthia Valstein-Montnor (60). Zij is voorzitter van de Krijgsraad en hoofdrechter in het strafproces tegen Bouterse. Eind vorig jaar werd deze president op grond van een vonnis van 120 pagina’s tot twintig jaar cel veroordeeld voor zijn aandeel in de Decembermoorden.

52

Amsterdam rechten te studeren. In de jaren tachtig ging zij terug naar Suriname en werkte als jurist op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Na een opleiding tot rechter werd zij in 1998 als eerste vrouw benoemd tot lid van het Hof van Justitie in Suriname. Twee jaar later begon het gerechtelijk vooronderzoek naar de Decembermoorden. Toen het proces in 2007, dus 25 jaar na de feitelijke

gebeurtenis, kon starten werd zij aangewezen als krijgsraadvoorzitter. Wat is de betekenis van deze djadja uma? Kathleen Ferrier was ruim tien jaar Tweede Kamerlid voor het CDA en woonde en werkte op verschillende plekken in de wereld. Zij houdt zich bezig met mensenrechten en democratie en is voorzitter van de

Nederlandse Unesco Commissie: “Cynthia Valstein is van een ongekende klasse. En zij niet alleen. Ook de twee andere vrouwen, Suzanne Chu en Rewita Chatterpal verdienen hulde! Ondanks alle druk en tegenslag zijn zij koersvast gebleven. Op grond van argumenten zijn zij tot hun uitspraken gekomen. Deze drie vrouwen hebben laten zien dat Suriname een rechtsstaat is!” Journalist Jessica Dikmoet volgt het strafproces van de Decembermoorden al vanaf het begin. In de eerste jaren heeft ze ook de verhoren in de rechtbank bijgewoond. Speciaal voor jongeren heeft ze op haar website jessicadikmoet.nl het proces zo gedetailleerd mogelijk beschreven, zodat wie informatie zoekt die ook gebundeld kan vinden. De website wordt veel en goed bezocht en niet alleen door jongeren; ook voor journalisten is deze bron van

Al jaren leidt Cynthia ValsteinMontnor de zittingen in het proces dat Suriname in zijn greep houdt. Zij oogst bewondering voor de wijze waarop zij dat doet; onbevreesd en dapper. De pers houdt zij op afstand en dat is begrijpelijk want een verkeerd uitgelegde uitspraak kan haar onafhankelijkheid in twijfel doen trekken. Om die reden geeft zij geen interviews. In 1973 kwam ze naar Nederland om aan de universiteiten van Utrecht en OPZIJ 2020

53


Buitenland Suriname informatie uniek. Op de site staat het volledige eerste verhoor van hoofdverdachte Bouterse. Overigens wordt hier niet alleen het strafproces beschreven, maar ook heeft Dikmoet de jongste geschiedenis van Suriname vanaf 1975 tot aan de moorden in video’s vastgelegd. Zij zegt: “Cynthia Valstein-Montnor is voor mij het gezicht van de onkreukbare kracht en integriteit van Suriname. Samen met de twee andere rechters zie ik haar als een soort heilige drie-eenheid. Buitenstaanders kunnen zich niet voorstellen wat een enorme zware prestatie zij hebben geleverd. Zij zijn in staat gebleken de rechtsstaat Suriname overeind te houden. Ik heb grote bewondering en diep respect voor de wijze waarop zij, onder grote druk en onder moeilijke omstandigheden, recht hebben moeten spreken. Zij hebben grote offers gebracht, ook in hun persoonlijk leven. “Ik heb Cynthia weleens ontmoet - je kunt iedereen in Suriname makkelijk benaderen en spreken en vaak zo off the record smeuĂŻge verhalen horen.

Maar die krijg je niet van Cynthia. Al die jaren bleef zij onbenaderbaar en op afstand. Suriname gaat de komende maanden een spannende periode tegemoet, de verkiezingen van 25 mei zijn inmiddels geweest. Of en hoe dit de voortgang van het strafproces zal beĂŻnvloeden houdt velen bezig. Als het strafproces wordt voortgezet dan ben ik ervan overtuigd dat onder leiding van Cynthia dit tot een goed einde zal worden gebracht.â€?  Ingrid May, woonachtig in Suriname kent Valstein-Montnor al heel lang. Als staf- en directielid op het ministerie van FinanciĂŤn werkte ze met haar samen. Ook zij wil geen uitspraken doen die de werkzaamheden kunnen gaan belemmeren. Wel wijst Ingrid May desgevraagd op een mogelijke bron van inspiratie en motivatie van Cynthia: “Het taoĂŻsme betekent veel voor haar. Ze speelt een vooraanstaande rol bij het uitdragen en promoten van deze Chinese filosofisch-religieuze stroming in Suriname.â€? O

Buitenstaanders kunnen zich niet voorstellen wat een enorme zware prestatie zij hebben geleverd. Zij zijn in staat gebleken de rechtsstaat Suriname overeind te houden.

De verkiezingen in Suriname op 25 mei verliepen chaotisch. Dagen na de stemming was er nog altijd geen officiĂŤle uitslag, hoewel de partij van Bouterse verloren leek te hebben en de VHP met Chan Santokhi de grootste partij te lijkt te zijn. Hetgeen Bouterse uiteraard betwist en waarbij hij wijst op mogelijke fraude bij het tellen van de stemmen. Het zal dus nog wel even duren voor er een officiĂŤle einduitslag wordt gepubliceerd. De druk op Jennifer van Dijk-Silos, voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau, is dan ook groot. Als deze uitslag inderdaad in het nadeel van Bouterse uitvalt, kan Bouterse toch nog even genieten van zijn onschendbaarheid. Want in Suriname kiest het parlement, de Nationale Assemblee, de president. Elke partij die meer dan 7 zetels heeft behaald, mag een presidentskandidaat voordragen. Vervolgens wordt over die kandidaten gestemd. Een kandidaat moet 34 van de 51 stemmen krijgen om direct gekozen te worden. Stel dat Bouterse geen nieuwe termijn met de daarbijbehorende onschendbaarheid zal verwerven en dat het parlement er niet uitkomt, dan is er nog een lange weg te gaan. Want dan wordt de keuze gemaakt door de Verenigde Volksvergadering. Dan stemmen niet alleen de parlementsleden, maar ook de ressortsraden (gemeenteraden) en districtsraden (provinciebesturen). Er kan kortom nog van alles gebeuren.

Via Intermediair vind je eenvoudig een goede opleiding. Dat opent nieuwe perspectieven. Ontwikkel jouw kennis en versterk je carrièrekansen. Kies voor online klassikaal, e-learning of onbeperkt online leren als abonnee. Wij helpen je om jezelf onmisbaar te maken.

Volg ÊÊn van de 7.455 e-learning opleidingen GA NAAR INTERMEDIAIR.NL�ONLINE�LEREN

DOOR RED AC T I E OP Z I J

54

OPZIJ 2020

55


Boekinterview

Boekinterview

Leerling, volgeling en seksslavin van Jean-Paul Sartre: zo werd Simone de Beauvoir in haar tijd omschreven. Zowel in romantisch als intellectueel opzicht werd ze gezien als Sartres prooi. Geheel ten onrechte, blijkt uit de scherpe biografie over De Beauvoir van de Amerikaanse filosofe Kate Kirkpatrick. Irene Schoenmacker, die vorig jaar een reeks gesprekken voor OPZIJ voerde aan de hand van De Beauvoirs belangrijkste thema’s, sprak met Kirkpatrick. D O O R I R E N E SC H O E N M A C K E R

O

p maandag 14 oktober 1929 kwamen Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir samen in de Jardin de Luxembourg. Het gesprek dat zij die middag voerden, zou later duizenden inspireren, schrijft Kirkpatrick: het is de dag waarop de toekomstige filosofen met elkaar ‘het pact’ sloten en besloten een open relatie aan te gaan. Simone was 21 jaar. Beiden studeerden filosofie aan een prestigieuze school die het crème de la crème was van de Parijse intellectuele elite. Hij stond al bekend als een rokkenjager en was geïntrigeerd door haar intelligentie.

56

Na hun eerste ontmoeting op 8 juli 1929 beschreef zij twee weken later zijn invloed op haar als ‘buitengewoon’. Al snel waren ze onafscheidelijk. Op 14 oktober kwamen ze overeen dat ze elkaars ‘essentiële (noodzakelijke) liefde’ zouden zijn, maar dat ze daarnaast ook ‘terloopse liefdesverhoudingen’ mochten hebben. Met als voorwaarden: de ander zou altijd de eerste plaats innemen en ze zouden elkaar alles vertellen. Het paar had in de loop der jaren verschillende relaties en driehoeksverhoudingen, waaronder

met hun (jonge) studenten. De Beauvoir doceerde filosofie en had langdurige affaires met Claude Lanzmann, de latere maker van de documentaire Shoah en schrijver Nelson Algren, maar ook met Olga Kosakiewicz, ‘de kleine Rus’, een van de beste studenten van De Beauvoir en Bianca Lamblin, eveneens een leerling. Beide vrouwen werden ook door Sartre verleid en stelden later dat de relaties met zowel Sartre als De Beauvoir hun psychisch veel schade hadden berokkend. Toch blijkt uit het boek dat ook De Beauvoir leed in haar relatie met Sartre. Hij maakte haar onzeker, sprak tegen haar als een

klein meisje, was in niet in staat tot emotionele steun en ze had het idee vooral via hem te leven en haar trots te verliezen. Viel het pact niet nadelig voor haar uit en heeft ze wellicht achteraf de zaak mooier gemaakt dan het was?

in die periode voor hem. Ze kon zich alleen niet in zijn filosofie over emoties vinden, maar had nog niet het zelfvertrouwen of de kennis om tegen hem in te gaan. Zij zocht naar een eigen filosofie waarnaar je ook kon leven, en ze was ervan overtuigd dat je zonder emoties niet leven kon.”

‘Ik denk dat we momenteel in een tijd leven waarin mensen sterk worden afgerekend op datgene wat ze fout hebben gedaan in hun leven.’ Kirkpatrick: “Dit is een lastig punt. Bepaalde feministen zagen haar inderdaad als het slachtoffer van Sartre: ze vroegen zich af waarom zo’n mooie vrouw als De Beauvoir zo’n lelijke man als Sartre niet afwees. Ik ga daar niet in mee. Ik denk zelfs dat ze hem in een bepaald opzicht wel degelijk afwees: ze wilde niet met hem trouwen of samenwonen. Ook bekoelde het seksueel al snel. ‘Sartre is een warme, energieke man, maar niet in bed,’ schreef ze aan Algren. De intellectuele kant van hun relatie was heel belangrijk voor haar en compenseerde denk ik de negatieve kanten van hun relatie. Hij moedigde haar aan en daagde haar mentaal enorm uit; dat lukte niemand anders. Maar er zijn zeker momenten geweest dat hij haar liet lijden, vooral in het begin van hun relatie. Zo was Sartre er in de jaren dertig van overtuigd dat emoties zwak waren en een mens ervoor kon en dus moest kiezen om gevoelens als jaloezie, verdriet of rouw te onderdrukken. Dat vond De Beauvoir moeilijk. Overigens hield Sartre zich niet aan zijn eigen filosofie: hij had veel last van depressies. In die tijd was dat een kwaal waar vooral vrouwelijke schrijvers mee te kampen zouden hebben. Hij was in de jaren dertig zelfs suïcidaal en dokters adviseerden hem vooral niet alleen te laten. Simone zorgde

In 1934 maakte De Beauvoir kennis met Olga Kosakiewicz, die toen 19 was. Simone vond Olga briljant en Olga op haar beurt vond de 27-jarige Simone intrigerend: ze was ‘elegant, stijlvol en onconventioneel’. Al snel kregen de twee een relatie. In 1937 schreef een van haar leerlingen, Bianca Bienenfeld, De Beauvoir een brief. Een ontmoeting volgde, en niet veel later deelden ze ook het bed. Bianca was 17 jaar bij de eerste ontmoeting en vol ontzag voor Simone. Maar later veranderde haar mening en werd de filosofe door haar voormalige leerling afgeschilderd als een roofdier, dat ‘uit haar vrouwelijke leerlingen jong vers vlees koos om ervan te proeven voor ze hen doorschoof naar Sartre’. Ook door de pers werd Simone vaak geminacht en werd ze ervan beschuldigd te handelen en te denken ‘als een man’.

filosofische prestaties en haar omvangrijke oeuvre? “Ik wil hier zeker niet de impact die de relatie op Bianca had bagatelliseren. Ik denk alleen wel dat deze ene zin van Bianca onterecht bij mensen is blijven hangen. De verhouding is niet terug te brengen tot dit ene citaat: uit mijn boek blijkt bijvoorbeeld dat Bianca haar hele leven bevriend is gebleven met De Beauvoir, maar dat deze relatie ook ambivalent was. Bianca kwam tot haar uitspraak omdat ze zich verraden voelde door De Beauvoir: haar naam was openbaar gemaakt, iets dat De Beauvoir had beloofd nooit te zullen doen. Het was overigens niet De Beauvoirs schuld: haar biograaf besloot zonder haar toestemming de naam van Bianca te publiceren. De Beauvoir nam hoe dan ook de kritiek erg serieus en ze bekritiseerde Sartre er voor. Hij had Bianca, die een relatie had met Simone, verleid, en zij vond het afschuwelijk hoe hij Bianca behandelde: hij stuurde Bianca kopieën van brieven die hij

Dit negatieve, seksuele beeld van Simone de Beauvoir bestaat tot op de dag van vandaag. Hoe kan dat, gezien haar indrukwekkende OPZIJ 2020

57


Boekinterview ook aan andere vrouwen stuurde. Sartre zette uiteindelijk een punt achter zijn relatie met Bianca via een nogal pijnlijke brief, die helaas niet bewaard is gebleven. We weten van het bestaan van de brief omdat De Beauvoir hem de toon van de tekst verweet. Bianca stortte na het ontvangen van de brief volledig in, iets wat De Beauvoir zichzelf en Sartre erg kwalijk nam. “Je moet bovendien ook bedenken dat het negatief portretteren van iemand een hele handige manier is om iemand onderuit te halen met wie je het niet eens bent. De Beauvoir pleitte ervoor om porno en expliciete afbeeldingen van vrouwen illegaal te maken en vond het objectiveren van vrouwen verkeerd. Door haar op deze manier te bestempelen, hoef je niet serieus op haar argumenten in te gaan. Bovendien is het zo, zowel in de twintigste eeuw als nu, dat er over vrouwen vaak een heel sterk moreel oordeel wordt geveld, veel sterker dan over mannen.” De existentialisten zouden beroemd worden om hun slogan dat ‘een mens de som is van zijn daden’. Hoe pasten de relaties van Simone de Beauvoir met deze veel jongere vrouwen daarin? “Goede vraag. Vorig jaar schreef ik een artikel voor The Guardian met de vraag of we de optelsom zijn van onze daden, zoals de existentialisten stelden, of van onze ergste daden? Ik denk dat we momenteel in een tijd leven waarin mensen sterk worden afgerekend op datgene wat ze fout hebben gedaan in hun leven. Dat zorgt voor een hoop ethische vragen. Moeten we inderdaad mensen veroordelen en afwijzen op basis van hun gedrag, zoals in het geval van De Beauvoir? Ik denk van niet, want een gebeurtenis staat nooit op zichzelf. Er spelen altijd omstandigheden mee. Met andere woorden: als je rechtvaardig wilt zijn, moet je ook de details om een gebeurtenis heen in ogenschouw nemen. In het geval van Simone was er bijvoorbeeld duidelijk sprake van spijt achteraf en poogde 58

Boekinterview ze de verstoorde relaties te herstellen. Ze reflecteerde sterk op zichzelf en dat zorgde er weer voor dat ze zich als filosoof ging ontwikkelen. Een klein voorbeeld: Bianca wilde graag een grotere rol spelen in het leven van Simone, maar werd daarin teleurgesteld. Ze schreef Simone: ‘Je geeft niet, je neemt. [...] Voor mij ben je mijn leven, ik ben alleen van jou.’ De Beauvoir kon zich daarin niet vinden: haar idee van de liefde was niet dat je het de ander verschuldigd was, een denkbeeld dat veelvuldig voorkwam in haar latere filosofie. Dit voorbeeld laat ook zien dat De Beauvoir vaak ten onrechte werd neergezet als de jaloerse minnaar van Sartre: zijzelf had evengoed met bezitterigheid te maken en was er niet van gediend. Dit alles neemt niet weg dat relaties met minderjarigen in onze tijd moreel verkeerd zijn, maar als biograaf moet ik toch ook stellen dat ze in die tijd wel legaal waren en met wederzijdse instemming plaatsvonden. In onze tijd is het nog steeds niet overal illegaal om met minderjarige meisjes het bed te delen: in Japan is de leeftijdsgrens dertien, in Nigeria elf. Ik vind het daarom lastig Simone de Beauvoir te veroordelen als we nu ook nog in een wereld leven waarin het legaal is om het bed te delen met een elfjarige.” In 1949 schreef Simone de Beauvoir haar baanbrekende boek De Tweede Sekse. Ze beschreef daarin hoe de vrouw altijd ondergeschikt werd bevonden aan de man. Deze verschillen zijn volgens haar niet natuurlijk, maar zitten ingebakken in onze cultuur. Haar uitspraak ‘je wordt niet als vrouw geboren, je wordt vrouw gemaakt’ werd later een van de bekendste uitspraken in het feminisme. Tijdens haar onderzoek voor het boek was ze ‘verbijsterd’ door haar eigen ontdekkingen. Zoals ze zelf gaandeweg haar leven ook ervoer, bleken vrouwen er nauwelijks toe te doen en werd hun stem werd bijna niet gehoord. In de stilte van deze vrouwen, schrijft Kirkpatrick, hoorde

De Beauvoir een rusteloos refrein vol verwarring, berusting en wanhoop – een koor van vrouwenstemmen dat vroeg: wat is er van ons geworden? Het was uiteindelijk Sartre die haar de suggestie deed om De Tweede Sekse te schrijven. Dat staat haaks op het beeld dat ik van Sartre heb, als nietempathische, egoïstische man. Gingen vrouwenrechten hem aan het hart? “Nee, zeker niet. Aan het einde van zijn leven interviewde De Beauvoir Sartre, al noemden ze het geen interview, maar een ‘ondervraging’. Ze vroeg hem rechtstreeks: waarom schaar je je wel aan de kanten van onderdrukten als de joden of zwarten, maar niet aan de kant van vrouwen? Hij had daarop geen goed antwoord. Zijn gebrek aan steun was iets wat haar zeker moet hebben dwarsgezeten al die jaren, en dus riep ze hem in het interview ter verantwoording. Doordat ze niet samenwoonden, had Simone een manier gevonden om niet, zoals veel vrouwen, in een afhankelijke machtspositie terecht te komen en toch met Sartre te zijn. Het feit dat ze een relatie had met Sartre betekende in elk geval niet dat ze het altijd eens was met zijn politieke ideeën.” ‘Onbevredigd, frigide, een seksmaniak, een nymfomane, ik was lesbisch, een honderdvoudig monster en zelfs een clandestiene moeder’, schreef ze na de voorpublicatie van enkele stukken die later in De Tweede Sekse zouden verschijnen. Waarom riep juist dit boek zulke felle reacties op? “Het boek was taboedoorbrekend. Het zette de aannames op scherp hoe de liefde tussen een man en een vrouw er precies uit moest zien. Ook andere sociale normen stelde ze aan de kaak, door onder meer Sartre scherp te bekritiseren. De Beauvoir vond het bijvoorbeeld vreemd dat wanneer Sartre in zijn filosofisch werk over het lichaam

sprak, hij daar automatisch het mannelijk lichaam mee bedoelde. Dat automatisme om zo gemakkelijk het vrouwenlijf buiten te sluiten, stuitte De Beauvoir tegen de borst en ze zette daar haar eigen teksten tegenover. Zo beschreef ze hoe de puberteit voor veel meisjes een vervreemdende ervaring was, niet alleen in fysiek opzicht, maar vooral omdat het bij vrouwen tot de ontdekking leidt hoe ze in de ogen van anderen praktisch altijd een object vormen (‘objectivering’) en

niet dat feminisme betekende dat vrouwen allemaal maar dezelfde mening moesten hebben. Ze vond dat het feminisme voor wetgeving moest zorgen die vrouwen meer mogelijkheden gaven. Wanneer ze zei dat vrouwen hun eigen dromen moesten volgen, betekende dit niet dat het dezelfde droom moest zijn. Ze zag zichzelf niet als feminist omdat ze De Tweede Sekse meer als een ethisch en theoretisch werk zag. Het waren meer ethische kwesties die ze aan de kaak wilde stellen,

‘Ik vind het gek dat feministen vaak beweren dat vrouwen elkaar ondermijnen als ze kritiek op elkaar hebben.’ dat eigenlijk vooral hun lichaam telt. Dat betekent dat vrouwen vanaf de puberteit moeten oppassen hoe ze zich kleden (zoveel mogelijk bedekt) en hoe ze zich buitenshuis gedragen (kuis en ingetogen). Met deze uitspraken maakte ze zich natuurlijk niet erg populair en ze liet zich bovendien niet bepaald diplomatiek uit over deze onderwerpen in De Tweede Sekse. Dus was het gemakkelijker, zoals ik eerder al zei, om haar moreel te ondermijnen, haar denkbeelden belachelijk te maken en er niet serieus op in te gaan.” Heel lang weigerde De Beauvoir zich feminist te noemen. Ondermijnde ze daarmee niet de vrouwen die ze wilde steunen, haar zogenaamde zusters? En waardoor veranderde ze van gedachten? “Ik vind het gek dat feministen vaak beweren dat vrouwen elkaar ondermijnen als ze kritiek op elkaar hebben. Wanneer mannen filosofische discussies hebben, vinden we die kritiek onderling heel gewoon. Wij verwachten bijna dat ze het niet met elkaar eens zijn en elkaar bediscussiëren. De Beauvoir vond dan ook zeker

dan het beoefenen van politiek activisme, aan het begin van haar carrière. Maar naarmate de tijd vorderde en ze veel brieven ontving van andere vrouwen veranderde ze van mening en deed ze wel degelijk actief mee aan het feministisch activisme. Ze vond dat er concreet iets moest veranderen, zoals het zelfbeschikkingsrecht en de abortuswetgeving – en streed daar onvermoeibaar voor.” Vrijheid was het hoogste goed voor De Beauvoir. Toch schreef ze: ‘Ik heb te veel voor anderen geleefd. Ik ga nu een van die egoïstische, oude dametjes worden die alleen maar voor zichzelf leven.’ Was ze bang voor afhankelijkheid? “Ja. Ze heeft altijd een ambivalente verstandhouding gehad tot afhankelijkheid. Heel haar leven vocht ze tegen haar behoefte om er voor de mensen te zijn die ze liefhad, en tegen de angst zichzelf daarin te verliezen. Dat is iets wat veel vrouwen ervaren: hoeveel afhankelijkheid wordt problematisch, en hoeveel onafhankelijkheid zorgt voor eenzaamheid? Simone schreef in de

jaren veertig een prachtige passage over dat mensen het nodig hebben gezien te worden door anderen. Sartres idee was dat wij door de blik van anderen een object worden, een idee dat De Beauvoir verder uitwerkte in De Tweede Sekse. Maar ze vond ook dat wij worden wie we zijn, juist doordat we door anderen gezien worden. Hoe vaak bellen we niet iemand als we in de put zitten, en halen daar troost en zelfvertrouwen uit? Tel daar eens de keren dat je perspectief veranderde door de mening van iemand anders bij op. De Beauvoir was ervan overtuigd dat we elkaar nodig hebben, mits gebaseerd op een gezonde afhankelijkheid.” Ik schrok bij het lezen van De Tweede Sekse hoe actueel sommige thema’s nog steeds zijn. “Ik ben het met je eens. Ik geef les aan Oxford en ik merk elk jaar weer dat mijn studenten veel uit het boek herkennen. Nog steeds is zoveel relevant. Misschien is een van de grootste lessen van De Beauvoir ook dat wetgeving wellicht makkelijker te realiseren is dan culturele veranderingen. Sommige zaken zijn nog zo actueel: bijvoorbeeld de blijvende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen als er kinderen komen. Zij stelt dat het krijgen van een kind ook zeker een ethische kwestie is en dat als je rechtvaardigheid wilt nastreven, je ervoor moet zorgen dat vrouwen niet alleen bedoeld zijn om thuis de boel te bestieren terwijl de man het recht op het publieke domein behoudt.’ Jean-Paul Sartre stierf op 15 april 1980. In de meeste berichten die verschenen werd De Beauvoir niet genoemd. Op 14 april 1986 stierf Simone de Beauvoir zelf. In haar overlijdensberichten werd Sartre veelvuldig genoemd. De dag na haar dood schreef Le Monde: ‘Haar oeuvre: meer popularisatie dan creatie.’ O Kate Kirkpatrick – Simone de Beauvoir – Een leven Uitgeverij Ten Have €34,99 OPZIJ 2020

59


Vakvrouw

Ontwerpster Hella Jongerius (1963) heeft haar faam te danken aan de manier waarop ze industrieel en ambachtelijk, hightech en lowtech, traditioneel en eigentijds design samenbrengt, zoals haar iconische vazen voor IKEA, de poldersofa van Vitra, en haar ontwerpen zijn in vele musea te vinden. In 1993 richtte ze designstudio Jongeriuslab op, waar ze haar eigen projecten uitvoert en ook producten creëert. Marjolijn Uitzinger in gesprek met Hella in Berlijn, waar ze allebei wonen. D O O R M A R J O L I J N U I TZ I N G E R

We zien momenteel een revolutie op materiaalgebied. Opeens zijn we het er allemaal over eens dat we duurzaam moeten produceren. Ik roep het al jaren, maar nu mág het, nu staat het in de Europese regelgeving, in de protocollen. Daar ontkom je niet aan, want de consumenten willen dat niet meer, geen leer van koeien uit Brazilië, geen loodhoudend chroom, geen hout uit verre landen, daar moet je allemaal naar gaan kijken. De alternatieven zijn nog niet op de markt, dat duurt nog tien jaar, maar binnen de bedrijven zijn alle alarmbellen afgegaan.” 60

F O T O R O E L VA N T O U R

Vakvrouw

Voor het eerst tijdens ons gesprek is de bedachtzame Hella Jongerius (1963) ronduit enthousiast. Verdwenen is de aarzelende, weloverwogen manier van praten, de woorden buitelen over elkaar heen. Bij dit thema is de ontwerper in haar element. “De producenten van materialen staan te stuiteren, hoe komen we aan nieuwe soorten plastic die wel duurzaam zijn? Plastic is fantastisch, maar ook een horrormateriaal. Aan de andere kant kun je er ook dingen mee maken die een heel lang leven hebben, het heeft dus ook voordelen en die moet je tegen de nadelen afwegen. Gerecyclede plastics kunnen ook een oplossing bieden. Maar de producenten kunnen nu nog

niet leveren wat de ontwerpers zouden willen hebben. Het materiaal is nog niet sterk genoeg, de kleur geeft problemen – iedereen is nu heel hard aan het werk om dat voor elkaar te krijgen, er is een aardverschuiving aan de gang. En wij, de ontwerpers, staan aan het begin van dat traject. Dat is geweldig. Het geeft mij het gevoel dat ik weer samenval met de tijd. Ik heb altijd gedacht: waarom kan er geen moreel kompas zijn binnen de industrie, zoals dat bij Bauhaus het geval was – sociaal, politiek, cultureel, een samenspel van dat alles, en nu komt die moraliteit terug.” Maar zijn de consumenten wel zo bewust? De Primark wordt toch nog steeds bestormd? De keuze voor duurzaamheid heeft ook te maken met geld. “Jawel, maar bewegingen beginnen altijd in een hoger segment, bij mensen die het kunnen betalen. Het begint als een luxe, en op een gegeven moment verandert de moraal. Dat is in de voedselindustrie ook gebeurd. Er kwamen mensen die zeiden: ik eet die troep niet meer. En

de hele industrie is gekanteld, o hemel, er komen nieuwe vragen vanuit de markt. De opmars van veganistisch eten in steden als Berlijn en Londen is een mega industriële omwenteling. De stikstofcrisis, noem maar op, er is zoveel aan de hand. En dus ook in de materialen voor interieur en meubelindustrie, in de textielen, die bewegingen hangen allemaal met elkaar samen. Maar natuurlijk zal dat andere segment ook blijven, je kunt niet de hele wereld redden. Je moet realistisch blijven in wat je als designer kunt doen.” Wat is een verantwoord materiaal? “Dat is een moeilijke vraag. Het hangt ervan of hoe het verwerkt wordt en waarvoor je het gebruikt. Neem wol die van Europese schapen komt en die niet gebleekt is. Dat is een verantwoorde basis. Maar de wol van het schaap gaat naar de fabriek, en daar gebeurt van alles met die draden, bijvoorbeeld om ze zacht te maken… Zoveel bewerkingen dat je niet kunt spreken over het algemene begrip wol. Dat heeft al een heel leven achter zich, voordat je het wol noemt.” OPZIJ 2020

61


Vakvrouw

Vakvrouw Laat ik het dan zo vragen: wat is in ieder geval taboe? “Katoen. Dat is een enorm vervuilend product, het is verschrikkelijk, spijkerbroeken zijn rampzalig voor het milieu. Virgin (dat wil zeggen van niet-gerecyclede grondstoffen -red.)

‘Je kunt niet de hele wereld redden. Je moet realistisch blijven in wat je als designer kunt doen.’ polyamide, giftig gelooid leer, dat soort stoffen is echt taboe. Alles moet hergebruikt of gerepareerd kunnen worden. We moeten ook het tweede leven van een product ontwerpen.” Je bent creative director voor kleuren en materialen bij de Zwitserse designmeubel-industrie Vitra. Is daar ook sprake van die revolutie? “Natuurlijk! Ik heb een kleuren- en materialenbibliotheek samengesteld, die doorgevoerd is in het totale bedrijf. En daar is nu het duurzaamheidsverhaal bij gekomen, dus de hele zaak wordt met dat uitgangspunt opnieuw onder de loep genomen. We moeten alle testvoorschriften opnieuw bekijken, want recyclede dingen kunnen slechter tegen licht, gaan eerder stuk, je kunt geen witte dingen maken want alles is gebleekt, je moet de nieuwe kwaliteit gaan zoeken.” Laten we eens teruggaan naar het begin. Eigenlijk ben je een laatbloeier in de ontwerpwereld. Wist je niet wat je wilde? “Ik kom uit een ondernemersgezin, mijn vader was tomatenkweker, geen cultureel nest, dus ik heb het niet van huis uit meegekregen. Ik ging ergotherapie doen en daarna een timmeropleiding. Het was begin jaren tachtig, de tijd dat iedereen werkloos was, dus we deden vrijwilligerswerk; ik zat in het vrouwenklussencollectief en steeds meer mensen om me heen gingen 62

naar de kunstacademie. Ik wilde ook wel zoiets studeren, maar geen kunst, dat vond ik te vrij, ik werk graag binnen grenzen. Dus het werd industrieel design, in Eindhoven. Je hebt nu eenmaal een grote slagkracht als je product verbonden is met de markt. Maar er komt nog iets bij: als er veel beperkingen en voorschriften zijn waarbinnen je moet werken, wordt er het meeste gevraagd van je creativiteit. Bijvoorbeeld de aankleding van het vliegtuiginterieur voor KLM. Dat was een heel nauw paadje. Een ingewikkeld puzzeltje. Daar hou ik van.” Dat gold vast ook voor het project dat je met Rem Koolhaas hebt gedaan, de lounge voor de afgevaardigden in het VN-gebouw in New York. Hoe ging die samenwerking? Stilte. Dan: “Wat bedoel je daarmee, wat wil je weten?” Nou ja, top-architect en een lastige man, hoor je altijd. “Laat ik het zo zeggen,” lacht ze, “we zijn allebei ego’s. Het is natuurlijk niet zo makkelijk als je alle twee ambities hebt en iets moet neerzetten waarbij je te maken hebt met allerlei spanningen in het project zelf. Nederland wilde graag een cultureel podium laten zien en in New York wilden ze gewoon een praktische ruimte, die veilig is, geen hoekjes waar iemand achter kan zitten, waar je twintig jaar geen onderhoud nodig hebt. Dus wij gingen met onze mooie dingen naar Amerika en die werden vervolgens grotendeels van tafel geveegd. Het was een roerig project, maar we zijn er wel goed uitgekomen.” Zelf nooit ambities gehad in de richting van architectuur? “Nee dat is me te abstract. En bij gebouwen is het materiaal ondergeschikt, terwijl mijn werk nu juist over materialen gaat. Wat ik doe past bij mij, ook wat de schaal betreft, ik kan me als mens beter daartoe verhouden. Ik wil niet overal een beetje goed in zijn, maar ik wil excelleren op één niveau. Objecten, producten: meubels, keramiek, stoffen – dat heeft ook een sociale laag, de spullen waarmee mensen zich omringen. Die maken je wie je bent.” Toen je loopbaan begon, in 1993, bij ontwerpcollectief Droog Design in Amsterdam, kwam je terecht in een mannenwereld. Wat merkte je daarvan? Moest je extra goed zijn om mee te kunnen doen, serieus genomen te worden? Denkt even na. “Tsja, dat weet ik eigenlijk niet… Het is wel zo dat ik een van de weinige vrouwen ben die in de industriële wereld meelopen. Ik heb daar geen probleem mee, er is niet zoiets als gender in design, vind ik. Dus als me gevraagd wordt wat mijn vrouwelijke invalshoek is heb ik daar geen antwoord op, want als het over het vak gaat, is er geen verschil. En wat die mannenwereld betreft: om succes te hebben moet je goed zijn, dat is waar, en je moet de taal kennen. Nou ben ik met drie broers opgevoed, dus ik ken die taal, het is een sfeer die me makkelijk afgaat.

Bovendien ben ik ook ondernemer, van huis uit, dus dat draagt ook bij aan je succes. Talentvol zijn is niet genoeg, er zijn zoveel ontwerpers met talent. En ik had ook geluk, ik kwam bij Droog Design op het moment dat Dutch Design opkwam; voor die tijd had je alleen maar dat vrolijke Italiaanse Alessi. Dan zit je dus in een grote golf die gaande is in je vak, je krijgt meer vaart dan je zelf kunt maken.” Vervolgens ben je een eigen studio begonnen, Jongeriuslab, in Rotterdam. En in 2009 ben je met het hele gezin naar Berlijn verhuisd. Waarom? “Het was te comfortabel. Ja, je lacht erom, maar zo is het echt – het werk, een fijn huis, een atelier ertegenover, alles was op orde. Maar het is beter om een beginner te zijn, dat is de meer creatieve fase. Ik hou van veranderingen, in mijn werk, maar ook in mijn eigen doen en laten. En de kinderen waren op een leeftijd dat je ze nog kon oppakken en meenemen, dus we dachten: wegwezen. In eerste instantie ging het om een jaar, om jezelf in andere cultuur te zien, we dachten aan Brussel, Manchester, Berlijn… Het werd Berlijn en dat is het nu, elf jaar later, nog steeds. Het is in onze ogen de perfecte stad, die helemaal klopt, aan alle kanten. De levenskwaliteit is hier heel hoog, niet te vergelijken met Nederland. Het is natuurlijk een andere cultuur, maar daar groei je in, en bovendien is het een cultuur waarin je jezelf als Nederlander nog herkent. Dat betekent dat je kinderen een beetje dicht bij je blijven en dat is belangrijk. Het is ook een heel creatieve stad, die niet gaat over geld verdienen. En een stad die nog niet af is, in die tijd zeker niet.” Je hoort weleens dat Duitsers niets zoveel met design hebben. “Ik denk niet dat dat waar is, nog afgezien van het feit dat je niet kunt generaliseren in zo´n groot land, met zoveel verschillen. München is heel iets anders dan Berlijn. Voor een meubelindustrie als Vitra is Duitsland een heel grote markt, voor de auto-industrie ook. Wat wel waar is: het zit niet in het DNA van de Duitse cultuur, zoals dat in Nederland wel het geval is. Omdat wij design altijd als cultuurgoed hebben gezien, terwijl Duitsers design beschouwen als het aanhaken aan de industrie, als een economisch fenomeen. Dat is een groot verschil.”

Ik geloof gewoon niet zo in dat industriële systeem. Ik heb bijvoorbeeld onderzocht waarom alle kleuren in de industrie zo vlak zijn en geen kwaliteit bezitten, zoals we die kennen uit de kunst. Wij kunnen als ontwerper geen ademende, levende kleuren kopen. Daar loop je tegenaan.” De industrie redeneert: consumenten willen geen materialen en kleuren die verschieten of slijten, veranderen… “Dat is een aanname. En nog wel van dertig jaar geleden. Er zijn toch ook mensen die patina heel mooi vinden of oudere dingen, kijk maar naar de vintage-markt. Voor de industrie is het een veilige methode, waarmee je stress voorkomt, het is de angst om aangeklaagd te worden, omdat het product achteruitgaat. En het is veel makkelijker te verkopen. Ik volg een andere weg, soms met kleine stappen, soms groter. Ik heb de poldersofa ontworpen voor Vitra, daarin zitten verschillende stoffen, zodat de consument niet hoeft te kiezen. Destijds waren we wel onzeker, heel benieuwd hoe het ging vallen, en dan blijkt dat het heel goed werkt, dat het ook commercieel heel interessant is, en nog steeds goed loopt! Het is de sofa die het langst in de collectie zit, hij heeft nu het predicaat classic gekregen… dan heb je toch een snaar geraakt.” Je hebt ook voor IKEA gewerkt, hoe ging dat? “Voor IKEA heb ik twee opdrachten gedaan. Ik had wel aarzelingen, maar ik wilde weten of mijn idee van individualiteit binnen serieproductie ook werkt in zo´n massamarkt. De eerste opdracht leidde tot vier vazen, die jarenlang in het assortiment hebben gezeten. Die waren een succes. Ik kom heel vaak mensen tegen die zeggen: Ik heb uw IKEA-vazen! En de tweede keer heb ik gezegd dat ik alleen iets wilde doen als daar een sociale kant aan zat. Dat pakte heel goed uit. IKEA heeft samen met Unicef in India een school gebouwd voor kinderen van vrouwen die in de tapijtindustrie werken. Met die vrouwen heb ik een borduurproject gedaan, in zaaltjes, heel simpel. Vrouwen uit verschillende tradities en met andere achtergronden. Uitgehuwelijkte vrouwen die niet meer in hun eigen

Wat maakt industrieel design belangrijk? “Het is een systeem waar kracht in zit, dus je kunt dingen op een groter podium brengen en groter aanzwengelen. Maar ik wil ook iets veranderen. Toen ik twaalf was wilde ik een hippie worden. Niet meegaan in de stroom. Dat heeft wel een andere invulling gekregen, maar het idee is hetzelfde. OPZIJ 2020

63


Vakvrouw dorp woonden en elkaar niet kenden. Spannend. Werken met communities doen we ook in Nepal en India, voor andere opdrachtgevers, zoals Maharam in New York. Die werkwijze leidt niet alleen tot een product, maar ook tot een verandering in de verhoudingen ter plaatse. Samen iets maken. Dat vind ik ook het mooie van weven. We zijn allemaal draadjes, we vormen samen een weefwerk. Weven is zo verankerd in onze cultuur, in alle culturen wordt er geweven, met verschillende methoden, patronen, uitingsvormen. Als we dat aan de markt overlaten, heb je op den duur alleen nog geprinte plastic dingen, omdat die goedkoop en snel zijn.”

FOTO VITRA

‘Het was te comfortabel. Ja, je lacht erom, maar zo is het echt – het werk, een fijn huis, een atelier er tegenover, alles was op orde.’

64

In 2015 heb je samen met design-theoretica Louise Schouwenberg een manifest uitgebracht, dat veel stof deed opwaaien. De titel was Beyond the new. Wat hield dat manifest in? “We zouden naar de meubelbeurs in Milaan gaan, waar ik altijd heel depressief vandaan kom, vanwege de overvloed, van weer een andere stijl, weer nieuwe producten die alleen maar bestaansrecht hebben omdat ze nieuw zijn… We wilden onze idealen in het vak laten zien. Beyond the new wil zeggen: nieuw is niet genoeg, dat is alleen de oppervlakte, er zijn meer lagen in een ontwerp. Dat manifest hebben we daar neergelegd, ergens in een hoekje. Aarzelend. We hadden nog een week tevoren tegen elkaar gezegd: zouden we dat nou wel doen? Maar we deden het en het kreeg enorm veel respons. Blijkbaar kwam dit op het juiste moment, we raakten een snaar. Het was in de tijd dat niemand nog met reflectie kwam, alles speelde zich af op productniveau: een nieuwe stoel, een nieuwe kast. Nu is dat anders. In die zin hebben jonge mensen het moeilijk – ze hebben immers ook het recht om nieuwe dingen te maken, maar wat kun je toevoegen, wat draagt bij aan je vak? Op designopleidingen gaat het nu om bewustwording, er is behoefte om iets aan te kaarten, iets te veranderen. Dat hoeven helemaal geen producten te zijn, het kunnen ook diensten zijn. Er komen elektrische auto´s, voor designers is dit een waanzinnig interessante

Vakvrouw tijd. Er is vraag vanuit de industrie naar nieuwe oplossingen. Dus in die zin is Beyond the new ook nu weer heel actueel.” Je hebt de afgelopen tijd tentoonstellingen gehad in het Cooper-Hewitt in New York, in het Stedelijk, Boijmans Van Beuningen, Design Museum in Londen, Lafayette Anticipation in Parijs… een zegetocht, kun je wel zeggen. “De laatste vijf jaar heb ik me gericht op onderzoek en tentoonstellingen, buiten de industrie om dus. Zo kun je op een andere manier consumenten benaderen. Want als je voor de industrie werkt, heb je toch altijd een verhouding met iemands portemonnee, terwijl iemand die in een museum loopt heel anders naar je werk kijkt en veel meer openstaat voor informatie, voor verbeelding. Lafayette Anticipation vroeg me een project te ontwikkelen. Dat mondde onder meer uit in Space Loom, een gigantisch weefwerk in 3D, waar we met een groep ontwerpers drie maanden aan gewerkt hebben, ter plekke, dus in de ruimten van Anticipation zelf. Breien in 3D gebeurt vaak, maar weven niet. Centre Pompidou heeft nu Space Loom gekocht, dat is natuurlijk geweldig. En momenteel werk ik aan een show die volgend jaar in museum Martin-Gropius-Bau hier in Berlijn te zien zal zijn. Nee, ik zeg er nog niets over.” Ons eerste gesprek vond plaats medio januari. Inmiddels werkt de coronacrisis door in alle delen van de samenleving. Dus ook in ontwerp, productie en consumptie. Hoe kijk jij daar als ontwerper tegenaan? Is jouw lijn van duurzaamheid wel vast te houden, wanneer alles weer op gang komt? “Dat kan niet anders! De ramp die ons is overkomen, gaat over onze aarde, ons leefk limaat, over de mensen, we dragen

verantwoordelijkheid. Het is een moreel verhaal, je moet met idealen in je vak staan. Er is geen weg terug na corona. Je kunt nu helemáál niet meer aankomen met iets dat gewoon rommel is. Ik kan geen koffiedikkijken, maar ik denk dat we allemaal weten dat we nu een kans hebben om anders te consumeren en een signaal af te geven.” Wat gebeurt er concreet in de meubelindustrie, denk je, na de crisis? “Als de molen weer gaat draaien zullen de meubelproducenten eerst op safe spelen, op commerciële producten, waarvan ze weten: dat verkoopt, en kijken hoe de markt reageert. Men zal zich niet wagen aan nieuwe uitvindingen, zijpaden, aan gekke fratsen. De industrie zal ingehouden te werk gaan, om even te voelen: wat wil de markt nu.” Wat betekent dat voor jou als ontwerper? “Zelf heb ik niet zoveel angst voor mijn werk en de studio, want ik ben een van de mensen die een safe keuze is, zal ik maar zeggen: als je mij iets vraagt, weet je wat je krijgt. Maar beginnende ontwerpers en net opgestarte ondernemingen gaan een moeilijke tijd tegemoet. Ja, nu ligt alles stil. Vanaf de eerste week hebben de meubelproducenten alles bevroren, ook Vitra, dus ik heb ook meteen de studio dichtgegooid tot 1 september, omdat ik voelde: dit gaat even duren. De medewerkers in mijn team, die uit alle delen van de wereld komen, heb ik toen al naar huis gestuurd, zodat ze nog veilig daarheen konden reizen, voordat alles echt losbarstte.”

Als je vooruitkijkt, wat is er dan te zeggen over het gedrag van consumenten? “Ik denk dat consumenten met een andere blik gaan kijken naar hun koopgedrag. De gevolgen van de globalisering zijn veel meer zichtbaar geworden, er is ons als het ware een spiegel voorgehouden. Mensen zijn veel thuis geweest, te midden van hun spullen. Het valt niet te voorspellen, maar ik hoop op een verandering, op nieuwe inzichten. Bewuster consumeren zou de goede uitkomst zijn. Maar het betekent ook dat stoffen, materialen, producten, meubels, duurder gaan worden. Want alles wat met meer kwaliteit en op een andere manier geproduceerd wordt, is gewoon duurder. En tegelijkertijd hebben we te maken met een economische recessie. Dus die combinatie is een beetje moeilijk in te schatten.” Wat je nu vooral ziet is dat mensen in de rij staan bij IKEA. “IKEA is echt niet de slechtste keuze. Maar het is waar, veel mensen kiezen voor goedkoop, dat is nu eenmaal een fenomeen. En je kunt als ontwerper niet zeggen, nou dan doe ik maar niks – nee, je moet de andere kant laten zien, tonen wat ook mogelijk is, en je niet laten afleiden door andere tendensen. Dat blijf ik doen, want ik kan niet anders. En er zijn ook mensen die wél de voorkeur geven aan duurdere, meer verantwoorde producten. De groep die op dat punt bewuster gaat denken en kiezen is volgens mij groter geworden, ook omdat we even hebben stilgestaan.” En ben je nu thuis met andere dingen bezig? Ze moet lachen. “Nee hoor, ik ben nog steeds iedere dag hier, in die lege studio, heerlijk, daar geniet ik heel erg van. Je zit immers altijd in de alledaagse stress en nu kun je ook echt afstand nemen: waarmee ben ik bezig geweest, wat zouden de nieuwe scenario´s kunnen worden, hoe ziet het archief eruit? En ik werk aan de show in de Martin-Gropius-Bau hier in Berlijn, volgend voorjaar, die gaat gelukkig gewoon door.” Je geniet ervan. “Het is heerlijk om te werken in de museumwereld, de kunstwereld; dat betekent dat je in dat culturele bereik iets aanraakt. Dat voedt mij weer, ook mijn industriële werk. Zo zie ik het. Ik draag iets bij en ik verdien geld met mijn talent – ik kan toch alleen maar dankbaar zijn dat het zo goed lukt allemaal.” O OPZIJ 2020

65


Vakvrouw

Vakvrouw

OEROUDE

originaliteit

CLAUDY JONGSTRA IN 113 WOORDEN Claudy is in 1963 geboren in Roermond. Ze studeerde in 1989 af van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Ze heeft haar werk getoond in onder andere het Lincoln Center New York, the Museum of Modern Art, the RISD Museum, het Stedelijk Museum en the Victoria & Albert Museum. In 2008 kreeg ze van het Prins Bernhard Cultuurfonds de Prijs voor Beeldende Kunst. Ze is uitgeroepen tot Kunstenaar van het Jaar 2019 en werd

genomineerd voor Kunstenaar van het Jaar 2020. Ze woont samen met haar partner en hun zonen in Friesland. Komende tentoonstellingen: Nine Senses, Museum De Lakenhal, Leiden, september 2020 Inner Vitality, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, juli 2020 www.claudyjongstra.com Instagram @claudyjongstra

In een klein dorpje in het noorden van Friesland bevindt zich de studio van kunstenaar Claudy Jongstra (57). Geen zolderkamer met wat schildersezels, maar een boerderij compleet met schapenkudde, hortus botanicus en zelfs een broodbakkerij. Allemaal gewijd aan het produceren, kleuren en verwerken van wol. Claudy’s wandtapijten, volledig gemaakt van de wol van haar eigen schapen en geverfd met pigment uit haar eigen tuin, hebben inmiddels wereldfaam verworven en vonden hun weg naar de muren van onder andere het Museum of Modern Art in New York en The Victoria & Albert Museum in Londen. DOOR LIS E T T E A LBE RTI

C

laudy’s werk is een ode aan ambachtelijke textielproductie waarbij de mens zorgt voor de natuur en de natuur zorgt voor de mens. Achter de imposante wandtapijten gaat een pleidooi schuil voor de terugkeer van vakmanschap, de herwaardering van de natuur en het herstel van oude tradities. Afgestudeerd als modeontwerper aan de kunstacademie Utrecht, dertig jaar geleden, begon Claudy haar carrière in de confectiemode. Maar al snel begon ze zich te storen aan de manier van werken in deze branche. “Ik wilde niet meer meewerken aan die fast fashion. Kleren kunnen niet meer oud worden, en als ze al oud worden dan worden OPZIJ 2020

67


Vakvrouw ze lelijk,” zegt ze. Ze zocht naar een meer duurzame aanpak. “Als je een hele mooie trui gekocht hebt, waarschijnlijk van een natuurlijk materiaal, ben je eraan gehecht. Dat is eigenlijk voor mij duurzaamheid, dat je je aan iets verbindt waarin een toegevoegde waarde zit. Dat kan het materiaal zijn. Dat kan zijn dat je het zelf gemaakt hebt, dat je weet wie het gemaakt heeft of waar het vandaan komt. Dat bestond toen allemaal nog niet, dat bewustzijn.” Precies dat bewustzijn vond ze vervolgens op een onwaarschijnlijke plek: “Mijn leven veranderde toen ik een yurt zag. Ik heb toen alles opgegeven waar ik mee bezig was op dat moment.” Een yurt is een grote tent die traditioneel van wol wordt gemaakt en door de eeuwen heen door nomadenvolken als woning werd en wordt gebruikt. “Hoe hebben mensen eeuwenlang in dit soort huizen van textiel gewoond? Wat is

Vakvrouw er zo bijzonder aan dit materiaal? In zo’n oeroud beeld van een yurt zit iets wat lastig uit te leggen is. Zo veel generaties, zo veel kennis. Niet per se intellectuele kennis maar kennis in je handen. Hoe is dat uit te drukken? Als mensen zo’n yurt opbouwen en afbreken, kennen ze elk detail zo ontzettend goed. Ze ervaren hun hele leven in weer en wind met wol als shelter. Dat is het optimale.” Toch is ze niet helemaal van haar origine als modeontwerper afgestapt: ze werkte recentelijk nog mee aan de collecties van Viktor & Rolf en Sander Lak, én maakte kostuums

voor de kaskraker Star Wars. “Ik was in Londen en iemand die mijn werk zag kende de kostuumontwerper van die eerste episode, The Phantom Menace,” vertelt Jongstra. “Als je die kostuums bekijkt, dan zit daar veel ambacht en vakmanschap in. Dus het was super eervol om daar de stoffen voor te produceren. Juist omdat eigenlijk die kostuums ware kunstwerken zijn. Kijk maar naar die kleding van Queen Amidala. Echt museumcollectiestukken.”

oudste schapenras in West-Europa is erg bijzonder, want er zijn nog maar zo’n duizend van deze schapen op de wereld. Ruim een kwart daarvan behoort tot Claudy’s kudde. “De vezel van hun wol is heel lang, maar wat eigenlijk nog bijzonderder is, is dat ze in ons oer-landschap horen.” Er bestaat nu nog maar tien procent reservaatlandschap, waardoor het Drentse heideschaap met uitsterven wordt bedreigd. Het behouden van

hebben, zijn we ook de waarde daarvan vergeten.”

dit landschap en het beschermen van deze schapen gaan dus hand in hand. “Onder regie van een herder, een moderne landmanager, wordt het landschap onderhouden, waardoor er een heel diverse biotoop ontstaat: kleine bomen, bosschage, kruiden, heide. Dus het is allesbehalve de groene woestijn die wij in Nederland om ons heen hebben, waar de monocultuur domineert. Ons land is een productieland geworden. Daarom is dit reservaat van zo’n grote ecologische waarde. Doordat we dat nauwelijks meer kennen en er geen herinneringen meer aan

onderzoek naar de kleur zwart. De tentoonstelling heeft dat kleurelement als rode draad.” De waardering en liefde voor wol in onmiskenbaar in Claudy’s werk. “Het is echt een geniaal slimme vezel,” zegt ze. Hoewel de wandtapijten voorlopig alleen te zien zullen zijn aan de muren van musea en verzamelaars, zou de kunstenaar het graag anders zien. “Wol is eigenlijk een natuurlijke luchtvochtigheidsregelaar. Het filtert de lucht. Het maakt de lucht zuiver. Als je een nieuw kantoorgebouw binnenloopt, ruik je zo’n hele nieuwe

Toch betekent dat niet dat de hortus in alles even makkelijk kan voorzien. “Zwart pigment is de moeilijkste kleur om te maken.” En juist om die kleur draaide haar samenwerking met Viktor & Rolf en de komende solotentoonstelling in Museum De Lakenhal in september. “Dat gaat over ons wetenschappelijk

geur. Die gaat eigenlijk nooit uit het gebouw. Je kan er zeker van zijn dat vloerbedekking is behandeld met vlamvertrager. Dat is uitermate giftig. Met wol hoef je dat niet te doen, wol ís een brandvertrager. Dus ik zie een enorme taak voor ons om hier heel veel richting aan te geven zodat we dit soort materialen voor onze gezondheid en welzijn anders gaan toepassen.”

De wereldberoemde wandtapijten worden uitsluitend gemaakt van de wol van het Drents heideschaap. Dit

‘Als je een hele mooie trui gekocht hebt, waarschijnlijk van een natuurlijk materiaal, ben je eraan gehecht. Dat is eigenlijk voor mij duurzaamheid.’

FOTO ARJEN SCHMITZ

Restaurant Normandy, NL

68

Het terugkeren naar vaak vergeten vakmanschap en het herwaarderen van de natuur is een doorlopend streven en loopt als een rode draad door Claudy’s werk. “Wat zo leuk was aan het vijftiende- en zestiende-eeuwse denken en werken is dat mensen eigenlijk nooit iets weggooiden. Wij denken circulariteit te hebben uitgevonden, maar het was er eigenlijk al. Alchemisten gingen een beetje scharrelen in de gemeenschap en hebben gewoon dingen uitgeprobeerd.” En dat leidde soms tot onwaarschijnlijke vondsten. “Zo bleek dat as van de houtoven van OPZIJ 2020

69


Vakvrouw

Column Asha ten Broeke Asha ten Broeke (1983) is wetenschapsjournalist en auteur van Het idee M/V en Eet mij. Ze woont met haar man en twee dochters in Deventer.

de bakkerij bij het maken van pigment impact heeft op de kleur. Je kan er heel goed wol mee wassen.” Al lijkt een broodbakkerij een vreemd onderdeel van textielverwerking, het is een essentieel deel van de productie van deze wereldberoemde wandtapijten. Claudy bekommert zich niet als enige om deze vergeten manieren van textielproductie en -verwerking. De oase van traditie in de Friese studio wordt namelijk ook drukbezocht door wetenschappers. “Er vindt bij ons op de boerderij historisch onderzoek plaats en er worden historische reconstructies gemaakt met wetenschappers van over de hele wereld met het nabootsen van die oude recepten met pigment dat bij ons te vinden is. Dat is in deze wereld best uniek. Ik kan ook een verfrecept op internet zoeken en nabootsen maar daarmee heb ik nog niet die fantastische kleur.’ Met haar nieuwe bedrijf Extended Ground verwelkomt Claudy, samen met haar partner Claudia Busson, onder andere scholieren in haar studio, juist om ze uit hun klaslokaal en van achter hun computerscherm te krijgen. “Je komt in een wereld terecht van kleinschalige, biodynamische landbouw. Je ziet akkers met gewassen voor voedsel maar ook voor kleur. Je ziet een werkplaats waar mensen met hun handen werken met enorm veel kennis en liefde voor textiel en dan zie je het kantoor waar onze concepten worden ontwikkeld door jonge ontwerpers van over de hele wereld. En dan nog de verfwerkplaats waar oude manuscripten uit de vijftiende eeuw worden ontcijferd door onze verfalchemisten.” “Kennis in je handen vind ik een van de mooiste dingen die er bestaan. Kennis die niet op te schrijven valt. Kennis die overgedragen wordt van de ene generatie naar de andere. Dat is in deze tijd bijna niet meer voor te stellen. Dat is natuurlijk ook het verloren gaan van heel veel ambachten en skills. De waarde daarvan is niet uit te drukken, in ieder geval niet in geld.” O 70

DRONKEN & STONED

M

iddenin de coronacrisis viel er een kwartje: landen met een vrouw als leider deden het veel beter dan landen met een man aan het hoofd. “Kijk maar naar IJsland, Noorwegen, Duitsland, Nieuw-Zeeland en Taiwan,” schreef de NRC. Er was lof voor Angela Merkels testbeleid, voor de kinderpersconferentie van de Noorse premier Erna Solberg. Jacinda Ardern, eindbaas van Nieuw-Zeeland, leverde niet alleen salaris in, ze wist het aantal coronadoden ook tot een handvol te beperken. Net als haar collega Tsai Ing-wen in Taiwan; het enige Aziatische land dat – in elk geval op het moment dat ik dit schrijf, half mei – geen fikse tweede golf aan besmettingen heeft gekend. “Nogal een verschil met de Britse leider Boris Johnson,” constateerde de NRC. Over de Amerikaanse president Trump kunnen we beter helemaal zwijgen. En hoewel Rutte er in Nederland niet zo’n potje van maakt als daar, gaat het ook hier niet echt fantastisch. Dit is nu de tussenstand: in verpleeghuizen sterven talloze ouderen omdat het personeel achteraan moest staan toen de tests en beschermingsmiddelen werden verdeeld, het mondkapjesbeleid lijkt dronken, het testbeleid stoned, en het contactonderzoek is even plassen. Zou een vrouwelijke premier dat beter doen? En, misschien interessanter, waarom dan? Het is verleidelijk om terug te grijpen naar de vrouwelijke natuur. Je zou kunnen claimen dat vrouwen ‘van nature’ zorgzamer zijn, empathischer ook, dat ze kunnen beter luisteren. Het toeval wil dat ik momenteel aan mijn dochters Thea Beckmans boek Kinderen van Moeder Aarde voorlees. Daarin vertelt Beckman het verhaal van Thule, een land dat na een verwoestende atoomoorlog onder de ijskap van Groenland tevoorschijn is gekomen. In de volksverhalen die de Thulenen over die verwoesting vertellen, krijgen de mannen de schuld. Het was hun hebzucht, hun blinde focus op macht en geld, die ooit tot de grote vernietiging heeft geleid. Daarom mogen mannen in Thule niet besturen of leiden. Dat is voorbehouden aan vrouwen, want die hebben van nature een superieure intuïtie, een noodzakelijke zachtheid en een grotere verbondenheid met de aarde.

Maar deze kijk op de vrouwelijke natuur is kullebul. De reden dat vrouwelijke leiders het zo goed doen tijdens de coronacrisis is veel prozaïscher. Zoals hoogleraar Janka Stoker het uitlegde in de NRC: vrouwen als Ardern en Tsai zijn waarschijnlijk gewoon beter. Om allerhande seksistische redenen kent de weg naar de top voor vrouwen zoveel hindernissen dat alleen de allerbesten slagen, terwijl er bij de mannen regelmatig een uiterst middelmatig heerschap tussendoor sijpelt. En ja, die steengoede vrouwen zijn, net als alle vrouwen in onze samenleving, natuurlijk wel gesocialiseerd om meer mee te leven, beter te luisteren, enzovoorts.

Om allerhande seksistische redenen kent de weg naar de top voor vrouwen zoveel hindernissen dat alleen de allerbesten slagen, terwijl er bij de mannen regelmatig een uiterst middelmatig heerschap tussendoor sijpelt. En laat me dit zeggen: ik teken ervoor. Voor leiders met meer zachtheid en meer empathie. Of, zoals in Thule, voor een land waarin al het bezit van iedereen is en bescherming van de wildernis en de natuur belangrijker is dan winst of macht. Liever vandaag dan morgen. O OPZIJ 2020

71


Gezondheid

Gezondheid

GEZONDHEIDSZORG VOOR VROUWEN

Aanloop naar de

Dat vrouwspecifieke gezondheidszorg nog een boost kan gebruiken, is een understatement. Nog los van wetenschappelijk onderzoek waaraan het vaak ontbreekt. Daar hebben we het in OPZIJ al veel en vaak over gehad. Maar er is positief nieuws: steeds meer gezondheidsprofessionals leggen zich toe op vrouwspecifieke zorg, vanuit allerlei disciplines. Ook digitaal. DOOR PAUL A KR A G T E N E N R O O S VA N R I J SW I J K

G

oede, op de behoeftes van het vrouwenlijf afgestemde zorg bieden is één. Zichtbaar zijn voor wie naar een arts, therapeut of andere zorgprofessional in een specifiek vakgebied op zoek is, gaat daaraan vooraf. Hoe kun je als patiënt of zorgconsument, zoals dat zo chic heet, je weg vinden in het woud aan gezondheidsplatforms, vaak met een heimelijke sponsor? Hoe weet je welke informatie betrouwbaar is? OPZIJ sprak met een aantal mensen met een visie, een missie én een plan. Spoiler alert: een overkoepelend, onafhankelijk platform voor alle vrouwspecifieke zorg in Nederland is inmiddels in de maak. Met betrouwbare

Yolande Appelman (1963) is als interventiecardioloog verbonden aan het Amsterdam UMC, locatie VUmc, met als belangrijkste aandachtsgebied: harten vaatziekten bij vrouwen. Daarnaast bekleedt ze nog tig andere functies, zo is ze voorzitter van de Denktank Gender & Gezondheid VUmc, bestuurslid van EAPCIWomen, een Europese vereniging interventiecardiologie met focus op hart- en vaatziekten bij vrouwen. Wat is je missie in dit werk? “Om de aandacht voor hart- en vaatziekten bij vrouwen te vergroten, een inhaalslag te maken met betrekking tot de kennisachterstand en onderzoek te doen naar hartklachten veroorzaakt door disfunctioneren van de bloedvaten van het hart. En meer in brede zin: onderzoek naar en zorg voor vrouwen te verbeteren. In onderzoek 72

informatie over alle mogelijke aandoeningen, een up-todate overzicht van zorgprofessionals die op dat terrein de beste zorg kunnen leveren én de mogelijkheid om online consulten te boeken of webinars bij te wonen.

volgende fase moet altijd het antwoord gegeven kunnen worden of de uitkomst zowel voor mannen als voor vrouwen geldt, hetgeen nu vaak niet het geval is. Veel zorgverleners hebben onvoldoende kennis van het feit dat ziekten anders kunnen zijn bij vrouwen. Vrouwen worden daardoor vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Dat kan en moet echt anders.” Wat is de impact van corona op de zorg die jij levert? “Hartpatiënten zijn massaal weggebleven tijdens de coronapandemie. En dat is zorgelijk, want patiënten stelden hun bezoek uit terwijl ze toch klachten hadden. Daardoor kwamen ze soms pas nadat het infarct al was doorgemaakt en ik dus nog weinig voor ze kon betekenen omdat de schade aan het hart al was ontstaan. Opeens was er ook even meer tijd voor wetenschap en het schrijven van artikelen, allemaal zaken die nu versneld konden worden gedaan. Verder moest ik zoveel mogelijk thuis werken en wisselden mijn collega's en ik elkaar af op de hartkatheterisatiekamers. De polipatiënten heb ik vanuit huis gebeld, dat was totaal anders dan ik gewend was.” Hoe heeft deze Covid-19 crisis je persoonlijk geraakt? “Ik realiseer me dat ik een bevoorrecht mens ben, mijn directe omgeving gezond is, ik mijn werk heb en ook daadwerkelijk iets kan doen voor patiënten in deze bijzondere periode. Mijn zorg betreft vooral mijn vader van 93 jaar die nog zelfstandig woont, die ik regelmatig bezoek maar waarbij ik dan voor het raam blijf staan. Dat grijpt me aan, want ik weet dat hij tot de zeer kwetsbare groep behoort maar zich nu sociaal geïsoleerd voelt. Mijn tante en dus zijn zus van 90 jaar is helaas aan corona overleden in een verpleeghuis. Die heeft hij niet meer kunnen zien of spreken. Daarnaast is mijn schoonmoeder overleden, enkele dagen nadat de lockdown voor verpleeghuizen was afgekondigd. Het was hierdoor een triest afscheid en ook de begrafenis in Brabant, met strenge regels, was hierdoor erg kil en vreemd.” Welke uitdagingen zie je voor de toekomst? “Het zou goed zijn als we van deze crisis zouden leren: waar is het gezondheidssysteem kwetsbaar bij dergelijke uitbraken? De uitdaging is bepaalde zaken

vast te houden, zoals bijvoorbeeld de inzet van E-health, dat is in een stroomversnelling gekomen en had anders mogelijk nog jaren geduurd. We kunnen vaker thuis werken en dat moeten we ook blijven doen, minder verplaatsing van mensen, minder belasting van het milieu. Maar we zien ook dat een goede gezondheid en een gezonde leefstijl enorm belangrijk zijn: beweging zorgt voor activatie van het immuunsysteem en dus voor betere kansen bij het bestrijden van ziekten. Nu is er de kans om kennis te vergaren over de verschillen in mortaliteit tussen mannen en vrouwen met Covid-19: waarom overlijden er minder vrouwen? Wat maakt dat ze beter bestand zijn tegen ziekten, ouder worden? Een extra X is er niet voor niks!”

‘Het zou goed zijn als we van deze crisis zouden leren, waar is het gezondheidssysteem kwetsbaar bij dergelijke uitbraken?’ Welke inzichten over zorg in tijden van corona - en daarna - zou je willen delen? “We hebben laten zien dat de zorg gebaat is bij flexibiliteit: zorgverleners hebben zich immers van hun beste kant laten zien en zijn in staat en bereid geweest om zich flexibel op te stellen en zich voor meer dan 100 procent in te zetten. Dit met een verhoogd risico voor de eigen gezondheid. Dat is fantastisch natuurlijk, maar we moeten niet vergeten dat er eerder flink gekort was op de zorg. Voor de komende periode moet daar wel wat tegenover staan, waarbij een betere beloning gerechtvaardigd zou zijn. Ook belangrijk is het om ons te realiseren dat ongeveer 80 procent van de zorgmedewerkers vrouw is, hetgeen een grote maatschappelijke druk met zich meebrengt, want vaak hebben ze ook nog de zorg voor de kinderen, huishouden en zijn ze mantelzorger. Er is helaas nog steeds te weinig aandacht in de gezondheidszorg voor de vrouwspecifieke aspecten. Ik denk dat daardoor de behoefte aan centra die speciaal gericht zijn op vrouwen momenteel enorm is, mede omdat vrouwen veelal van het kastje naar de muur worden gestuurd in het huidige, meer masculien ingerichte gezondheidssysteem.” OPZIJ 2020

73


Gezondheid

Gezondheid

Paula Kragten (1963) is journalist, contentspecialist en commentator met een bijzondere focus: de menstruatiecyclus. Ze is eigenaar van Period Media, een content- en communicatiebureau gespecialiseerd in vrouwengezondheid in het algemeen en menstruatie en overgang in het bijzonder. Hier wordt ook sinds 2014 Period! Magazine uitgegeven, een online magazine over menstruatie. In 2017 verscheen haar boek Mooi rood is niet lelijk. Wat is je missie? “Eerst was dat het gesprek over menstruatie wat minder ongemakkelijk maken door er een tongue in cheek-achtig magazine over te maken. Ik ben me vervolgens rot geschrokken van de lezersvragen die binnenstroomden. Daaruit bleek dat het met de kennis over hoe het biologisch gezien allemaal werkt - over wat een normale menstruatie is - nogal droef is gesteld. Bij jonge meiden, maar ook bij volwassen vrouwen die jaren blijven rondlopen met ernstige klachten voordat ze eens naar de huisarts gaan. Als ze dat al doen. Het idee dat menstruatie- en overgangsleed er nu eenmaal bij hoort, zit megadiep ingebakken. Inmiddels staat het onderwerp beter op de kaart. Dat is mooi. Missie één is dus geslaagd. Minder mooi is dat menstruatie nog altijd big business is en het inmiddels wemelt van de initiatieven met een duidelijk verdienmodel die zich als onafhankelijke informatiebron presenteren. Denk aan maandverbandfabrikanten die voorlichting geven op scholen, tot business-studentes die bij de verkoop van een box met menstruatieproducten medische adviezen geven. Op dat punt valt echt nog een wereld te winnen.”

‘Met een online zorgloket is de drempel om eindelijk wél die afspraak met een arts te maken, lager. Iets dat vrouwen met bijvoorbeeld menstruatieklachten eindeloos voor zich uit blijven schuiven. ‘Volgende maand gaat het vast beter.’ Toch een beetje jammer van je kwaliteit van leven.’ Wat is de impact van de coronacrisis op je werk? “Om eerlijk te zijn is die niet groot. Mijn werk speelde zich sowieso al voor minstens 90 procent af in een digitale omgeving. Lezingen voor een live publiek hebben een andere dynamiek, dat is zeker. Het is toch een beetje 74

Mariska Meijer (1965) is marketing- en communicatieprofessional in de gezondheidszorg en directeur van Zus & Zorg, een organisatie die zich al jaren inzet voor het zichtbaar maken van de beschikbare zorg. Mariska is initiator van het Vrouwenzorgplein op publieksbeurzen als de Nationale Gezondheidsbeurs in Utrecht en het Leef Event in Groningen, met lezingen, workshops en speedconsults. Op dit moment werkt ze vanuit Zus & Zorg samen met een aantal andere vrouwen - aan één overkoepelend digitaal platform voor alle vrouwenzorg in Nederland.

gek als je naar je eigen hoofd zit te staren tijdens een online Facebook-event om maar wat te noemen. Wel zijn belangrijke gezondheidscampagnes tijdelijk opgeschort door de coronacrisis. Bijvoorbeeld de campagne Bloedserieus – over hevig menstrueel bloedverlies. Het heeft geen zin om die vrouwen, die soms al jaren ernstige klachten hebben, op te roepen om juist nu naar de arts te gaan. Ondertussen zijn die klachten natuurlijk niet verdwenen.” Welke kansen zie je? “Ik geloof enorm in E-health en zet daarom graag mijn schouders onder zo’n overkoepelend zorgloket voor alle vrouwenzorg. Heel veel consulten kunnen prima digitaal. Allereerst is zo’n consult dan makkelijker te organiseren. Je hoeft er immers de deur niet voor uit, dat scheelt tijd, parkeergeld enzovoort en voorkomt misschien zelfs dat je vrij moet nemen van werk. Daarnaast is de drempel lager, om eindelijk wel eens die afspraak met een arts te maken. Want vrouwen blijven dat vaak eindeloos voor zich uit schuiven. ‘Volgende maand gaat het vast beter.’ Voor je het weet ben je jaren verder. Toch een beetje jammer van je kwaliteit van leven.” Welke inzichten over zorg in tijden van corona en daarna - zou je willen delen? “De coronacrisis heeft laten zien wat je door goede communicatie en samenwerking kunt bereiken. Als je meisjes in ontwikkelingsgebieden voorlichting geeft over menstruele gezondheid, kun je meteen het belang van handen wassen en afstand houden uitleggen. Kleine bedrijfjes die wasbaar maandverband maken, waardoor menstruatieproducten voor een grotere groep bereikbaar zijn en werk- en schoolverzuim wordt voorkomen, maar waardoor vrouwen ook economisch zelfstandig zijn blijken ook prachtige mondkapjes te kunnen fabriceren. Samenwerken betekent ijzer met handen kunnen breken. Doordat iedereen online met elkaar in verbinding kan staan, zou samenwerken makkelijker moeten zijn dan ooit.”

Wat is je missie? “Alle vrouwspecifieke zorg in Nederland zo goed mogelijk zichtbaar maken. In het huidige zorgstelsel blijven alle partijen te veel op hun eigen eilandje zitten, waardoor de communicatie te wensen overlaat. Dat heeft niet alleen consequenties voor de organisatie van de zorg, en dus de kosten, maar zorgt er ook voor dat informatie, die vaak wel degelijk beschikbaar is, onvoldoende wordt benut. Ik wil die eilandjes verbinden. Bruggen bouwen. Mijn missie is daarom: één onafhankelijk zorgportaal voor vrouwen waarop zorgaanbieders informatie over hun diensten kwijt kunnen en consumenten informatie over specifieke aandoeningen en behandelingen vinden, waar je een online consult kunt boeken of een webinar kunt volgen. Met de juiste informatie kunnen vrouwen beter de regie nemen over hun eigen gezondheid.” Wat is de impact van de coronacrisis op de zorg die jij levert? “Deze crisis heeft de digitalisering van de zorg enorm versneld. In rap tempo werd iedereen via social media en andere kanalen geïnformeerd. Over het virus. Over wat wel en niet te doen. De eigen regie was ver te zoeken en we hebben ons moeten laten leiden door de overheid en door de zorgprofessionals die ons moesten helpen onze eigen verantwoordelijkheid te nemen. Zelf zat ik in quarantaine in Frankrijk toen ik werd gebeld door de Stichting Dank Helden van de Zorg; of ik mee wilde helpen een landelijke bedankdag voor de zorghelden te organiseren. Een zeer eervol project waar ik mij graag voor inzet. Door de coronacrisis drong opnieuw door hoe belangrijk een online zorgplatform voor vrouwen is, een project waarmee ik al in 2012 ben gestart.” Hoe heeft deze crisis je persoonlijk geraakt? ‘Ik zat voor een werkopdracht in Moutiers in Frankrijk, toen alles werd stilgezet. We mochten alleen met een gesigneerd formulier naar buiten voor een boodschap, maximaal één uur per dag en binnen een kilometer van je huis. Ik vond het in eerste instantie wel prima en dacht; dit waait wel over. Maar na een maand begon ik mij toch zorgen te maken. Geen baan en dus geen inkomsten, ver weg van mijn kinderen en familie, geen huis waar we naar terug konden in Nederland. Na zes weken zijn we met een werkgeversverklaring van het bedrijf waar ik in Frankrijk voor werkte teruggegaan naar Nederland. Nu huren we een boothuisje aan het water in Heeg (Friesland). Geen straf met dit zomerse weer en we zijn weer thuis.”

Welke uitdagingen zie je voor de toekomst? “Er zijn helaas veel aandoeningen waarmee alleen vrouwen te maken krijgen. Er is gelukkig steeds meer aandacht voor genderverschillen in de gezondheidszorg. Maar we zijn er nog lang niet. Daarom is het zo belangrijk dat de kennis over vrouwspecifieke aandoeningen op één onafhankelijk platform wordt gebundeld. Er lijkt misschien een eindeloze zee aan informatie beschikbaar

‘Mijn missie is alle vrouwspecifieke zorg in Nederland zo goed mogelijk zichtbaar maken via één betrouwbaar online zorgloket.’ in dit digitale tijdperk, maar het is lang niet altijd duidelijk wie of wat achter een bepaalde informatiebron zit. Of het bijvoorbeeld om een gesponsorde website gaat, waardoor de informatie niet objectief is.” Welke inzichten over zorg in tijden van corona - en daarna - zou je willen delen? “De meerwaarde van digitale zorg is door de coronacrisis pijnlijk duidelijk geworden. E-health biedt de kans om niet-acute zorg zoveel mogelijk door te laten gaan, zodat wachtlijsten worden voorkomen, en is daarbij een manier om in contact te blijven met patiënten en cliënten. Een volle afsprakenagenda hebben wil niet zeggen dat de waardevolle kennis die je hebt op de juiste plek terechtkomt. Voor de zorgconsument geldt dat je niet altijd een vrije keuze hebt. Maar ik geloof toch in een beetje eigen regie. Als mensen zelf betrouwbare informatie kunnen vinden en op basis daarvan meteen bij de juiste zorgverlener terechtkomen en goed voorbereid het gesprek met deze arts aangaan, scheelt dat niet alleen onnodige gezondheidsrisico’s, maar ook tijd en dus geld.” OPZIJ 2020

75


Gezondheid

Gezondheid

Azucena Cuijpers (1985) omschrijft zichzelf als een ambitieuze dokter met een grote passie voor vrouwengezondheid. Ze is huisarts en vrouwenarts, ofwel arts vrouwengezondheid, en opent binnenkort haar eigen praktijk New Women’s Health; een moderne gezondheidspraktijk voor vrouwen, gericht op preventie en advies. Je kunt er terecht voor de behandeling van chronische, leefstijl gerelateerde en vrouwspecifieke gezondheidsproblemen.

Stef Boes (1965) is als verpleegkundig overgangsconsulent op allerlei manieren actief. Ze is praktijkondersteuner Geestelijke Gezondheidszorg in verschillende huisartsenpraktijken. Verder heeft ze als lid van de Vereniging Verpleegkundig Overgangsconsulenten (VVOC) een eigen praktijk, Nieuw Getij, op meerdere locaties in Friesland. Onder meer op Terschelling, waar ze woont. Wat is je missie in dit werk? “Vrouwen helpen de regie over lijf, brein en leven te behouden of terug te geven, zodat zij optimaal kunnen blijven functioneren. Dit doe ik door uitleg te geven over de verschillende fasen van de overgang, bijbehorende overgangsklachten op lichamelijk en psychisch gebied en over mogelijke gezondheidsrisico’s op langere termijn. Kennis geeft meer inzicht in oorzaak en gevolg van allerlei lichaamsprocessen als gevolg van veranderende hormoonspiegels. Dat bekent ook erkenning: nee, je bent niet gek. Daarnaast geef ik natuurlijk (leef)adviezen die zijn afgestemd op het soort klachten en op de individuele situatie.”

Wat is je missie? “Om vrouwen het vertrouwen te geven dat zij zelf in staat zijn om hun gezondheid vorm te geven. Dit door hun de juiste informatie en handvatten aan te reiken. Met handvatten bedoel ik: advies over voeding en leefstijl, mind-body technieken als meditatie, yoga- en ademhalingsoefeningen, suppletie – bijvoorbeeld in de vorm van voedingssupplementen of hormoontherapie, coaching en zo nodig medicijnen. Vrouwen met allerhande lichamelijke en mentale klachten worden onvoldoende erkend, herkend, gezien en gehoord. Het is de hoogste tijd dat hier verandering in komt. Want de wereld heeft vrouwen nodig die in hun kracht staan.” Wat is de impact van de coronacrisis op de zorg die jij levert? “Ik stond half maart in de startblokken om New Women's Health te lanceren, dus voor mij heeft de coronacrisis op dit vlak voor stilstand gezorgd. Het was een uitdaging om deze plannen van de ene op de andere dag uit te stellen. Tegelijkertijd heeft dit in positieve zin gezorgd voor meer ruimte en tijd om al mijn ideeën verder uit te kristalliseren. ”

‘Een stille pandemie aan vrouwenklachten voltrekt zich. Vrouwen met allerhande lichamelijke en mentale klachten worden onvoldoende erkend, herkend, gezien en gehoord. Het is de hoogste tijd dat hier verandering in komt.’ Hoe heeft deze crisis je persoonlijk geraakt? “Het heeft me meer dan ooit doen realiseren dat niks zeker is. Net als de natuur verandert het leven voortdurend en kunnen we leren om zo goed mogelijk mee te bewegen met de tegenslagen die we onderweg tegenkomen. Als we de behoefte aan controle kunnen loslaten en de angst voor het niet-weten kunnen 76

omarmen, ontstaat er een immense ruimte voor vernieuwing. Deze crisis heeft bij mij uiteindelijk gezorgd voor een flexibelere houding, meer veerkracht en creativiteit.” Welke uitdagingen zie je voor de toekomst? “Een aanzienlijk deel van de bevolking heeft door de coronacrisis kennis kunnen maken met E-health. Dit zet de deur wagenwijd open voor het aanbieden van meer consulten, begeleiding en informatie via een online loket. Als voordelen zie ik een grotere groep vrouwen die je kunt helpen. Nadelig vind ik dat je de een-op-een connectie mist en dat subtiele non-verbale signalen sneller aan je aandacht ontsnappen. Daarbij komt natuurlijk dat je belangrijke gegevens van een lichamelijk onderzoek mist. Alles bij elkaar kan E-health dienen als een enorm waardevolle toevoeging aan de huidige zorg.” Welke inzichten over zorg in tijden van corona - en daarna - zou je met OPZIJ-lezers willen delen? “Het is misschien een cliché, maar wat mij betreft nog onmisbaarder en essentiëler in uitdagende tijden: blijf goed voor jezelf zorgen. Noteer het in grote blokletters boven aan je prioriteitenlijstje! Dus gun jezelf een wandeling door de natuur, of een avondje op de bank met een boek of in bad. Want zoals we de afgelopen periode gemerkt hebben, alleen samen en met onze neuzen dezelfde kant op komen we vooruit!”

Wat is de impact van corona op de zorg die jij levert? “In mijn eigen praktijk stond alles even helemaal stil. Vrouwen durfden niet te komen. Via mail, telefoon en - na een aantal weken - via beeldbellen hield ik contact met patiënten. Inmiddels melden vrouwen zich weer aan voor een consult en komen ze weer naar de praktijk. In de huisartsenpraktijken is er wekelijks veel extra overleg. Wat kan en mag? Hoe gaan wij het doen? Gelukkig kon ik als praktijkondersteuner GGZ in gesprek blijven met patiënten, eerst online en later weer face-to-face.” Hoe heeft deze Covid-19 crisis je persoonlijk geraakt? “Gelukkig heb ik naast mijn eigen praktijk een vaste baan en dus geen financiële zorgen. Omdat ik op Terschelling woon, kon ik mijn kinderen en kleinkind niet zien. Het advies was immers: niet reizen als het niet nodig is. Mijn ouders en schoonouders, die ook aan wal wonen, kon ik dus ook niet zien. Mijn vader, die in een verzorgingshuis woont, kan ik inmiddels via een babbelbox spreken. Ik heb mij als verpleegkundige in het ziekenhuis gemeld voor extra handen aan het bed als dat nodig is. In de huisartsenpraktijk was het de eerste week erg rustig, maar algauw raakten mijn dagen gevuld met telefonische consulten. Patiënten hadden behoefte aan praten. Sommige patiënten zijn ronduit angstig en bang om besmet te raken. Zorgen om ouders, zorgen om schoolgaande kinderen die zoveel missen, de spanning die thuis ontstaat als je zolang op elkaars lip zit. “Bij mezelf merk ik dat het verplichte thuis zijn ook rust geeft. Ik kan niet het hele land doorreizen voor vergaderingen, presentaties, workshops en bijscholingen. Ik heb ineens tijd om boeken te lezen, te klussen, de

tuin aan te pakken of om zelfs zonder schuldgevoel even helemaal niets te doen. Iets wat ik anders heel moeilijk kan. Voor mij is dit dus een tijd om te kijken wat ik echt leuk en belangrijk vind in het leven.” Welke uitdagingen zie je voor de toekomst? “Het beeldbellen blijft erin. De consulten verliepen op die manier beter dan ik eerder had gedacht. Het werken met online-therapie was ik in de huisartsenpraktijk al gewend. Voor vrouwen in de overgang is online therapie een optie, maar ik ben van mening dat dit ondersteunend zou moeten zijn. Bijvoorbeeld na de eerste een of twee consulten die essentieel zijn om goede adviezen te kunnen geven. Maar hier komt zeker een vervolg op.” Welke inzichten over zorg in tijden van corona - en daarna - zou je willen delen? “Goed voor jezelf zorgen in deze tijd. Dat je meer overgangsklachten kunt ervaren in coronatijd is een feit. Neem deze serieus. Zoek via de VVOC een verpleegkundig overgangsconsulent in de buurt. Zelf kun je ook veel doen. Neem op tijd pauze, eet gezond en zoek ontspanning. Je mag naar buiten; ga lopen met of zonder partner, kind, hond. Er zijn luisterboeken, zelfhulpboeken, ontspanningsoefeningen en online yoga workshops. Geef ook nu je grenzen aan bij kinderen, partner, leidinggevende en andere mensen om je heen. En vooral: geef jezelf de tijd! De overgang duurt gemiddeld tien jaar en kent verschillende fasen en klachten. Als je weet wat er gaande is kan je er ook wat mee en aan doen. Je hoeft het niet alleen te doen, vraag hulp. Desnoods online.”

‘Het beeldbellen blijft erin. De consulten verliepen op die manier beter dan ik eerder had gedacht.’

OPZIJ 2020

77


Gezondheid Erik Scherder (1951) is hoogleraar klinische neuropsychologie aan de vrije Universiteit te Amsterdam en hoogleraar bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen en kan als geen ander op een laagdrempelige manier vertellen over de complexe werking van ons brein en het effect van bewegen op onze hersenen.

Dorenda van Dijken (1958) is als gynaecoloog verbonden aan het

OLVG West in Amsterdam. Op het gebied van menopauze en overgang geldt zij als een autoriteit. In haar ziekenhuis is inmiddels de multidisciplinaire Poli Vrouw opgericht, met behalve gynaecologen ook andere specialisten, zoals cardiologen, bedrijfsartsen, neurologen, seksuologen en internisten. Dorenda is docent aan de opleiding voor menopauzeverpleegkundigen aan het Erasmus MC.

Wat is je missie, ambitie en doel in je werk? “De herkenning én erkenning van overgangsklachten bij zowel vrouwen zelf als bij de zorgprofessionals verbeteren; hen bewuster maken van de gezondheidsrisico’s op de langere termijn. Hierbij is het doel niet alleen ‘beter maken’, maar vooral ‘gezond blijven’. Na de menopauze hebben vrouwen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en botontkalking ofwel osteoporose, doordat de beschermende werking van oestrogenen wegvalt. De premenopauze kan een breed scala aan overgangsklachten geven die makkelijk met andere gezondheidsproblemen worden verward, denk aan een burn-out of depressie. Dat wekt onnodige gezondheidsrisico’s, maar ook onnodig arbeidsverzuim in de hand.”

Wat is je missie, ambitie en doel in dit werk? “Mijn missie is een actieve leefstijl voor iedereen. Als er ooit een reden is geweest om lichamelijke activiteit als gezondheidsdoel op nummer één te zetten, dan is het nu. Bewegen zorgt voor een sterker afweersysteem. Dat is voor ons allemaal en voor de komende decennia van groot belang in de strijd tegen Covid-19. Juist ook vanuit preventief oogpunt. Wij leven in een maatschappij van physical inactivity. Het menselijk lichaam moet bewegen. En dat doen we vandaag de dag veel te weinig. Lichamelijke inactiviteit is een pandemie en heeft al

‘Lichamelijke inactiviteit is al jaren een pandemie. We moeten meer gaan bewegen!’ miljoenen levens gekost. Nu een andere pandemie, Covid-19, in onze samenleving rondwaart, is het belang van bewegen nog crucialer: in de strijd tegen het virus zorgt bewegen voor een beter afweersysteem waardoor je minder vatbaar bent voor een virus. Inactiviteit veroorzaakt diabetes type 2, obesitas en hart en vaatziekten. Het zorgt voor een verminderde weerstand en trekt daardoor allerlei virussen aan.” Wat is de impact van corona op de zorg die jij levert? “Door de komst van Covid-19 zijn de alarmbellen nu écht gaan rinkelen. Mede ook omdat uit recente studies blijkt dat lichamelijke activiteit de weerstand tegen het coronavirus doet toenemen (Jiménez-Pavón et al., 2020; Laddu et al., 2020). Wetenschappers verwachten dat de lichamelijke inactiviteit zal toenemen nu we vanwege Covid-19 méér thuis moeten blijven (Hall et al., 2020). Uit cijfers van NOC*NSF blijkt dat mensen minder zijn gaan sporten tijden de crisis (NOC*NSF/Ipsos-onderzoek). Ook het RIVM (2020) bericht in een groot opgezet bevolkingsonderzoek, dat samen met de GGD’en wordt uitgevoerd, dat meer dan de helft van de respondenten sinds de ‘intelligente lockdown’ (veel) minder is gaan bewegen.” Hoe heeft deze Covid-19 crisis je persoonlijk geraakt? “Niet in negatieve zin. Ik kon mijn werk goed thuis doen. 78

Online colleges aan mijn studenten konden doorgaan en het geeft mij ook nieuwe kansen, zoals het geven van online webinars. De wetenschap ligt nu wel even stil, maar die kunnen we zo weer oppakken. Deze periode heeft mij al met al meer tijd en rust gegeven voor het uitdragen van mijn missie. Verder ben ik van nature een wat angstig persoon en ben ik zelf toch ook voorzichtiger geworden. Het heeft mij ook aangezet tot meer bewegen. Ik let op wat ik eet, doe krachttraining en loop veel. Misschien wat dwangmatig, maar ik voel mij er goed bij.” Welke uitdagingen zie je voor de toekomst? “Ik vind het heel belangrijk om mijn kennis te delen en mensen aan te zetten tot nieuw gedrag. Bewegen moet het nieuwe normaal worden. Online zijn er tal van mogelijkheden om dit te bewerkstelligen. Een online loket waar laagdrempelige informatie te vinden is voor iedereen vind ik belangrijk. Daar werk ik graag aan mee. Ook moeten overheden en andere organisaties veel méér met elkaar gaan samenwerken om mensen in beweging te krijgen en houden. Benadrukken dat ook het ‘langdurig zitten’ onderbroken moet worden. Dus: én het zitten onderbreken, én matig intensief bewegen. ‘Denk hierbij aan activiteiten zoals dóórlopen, traplopen, fietsen en tuinieren. Voor kinderen en adolescenten minstens een uur per dag. Voor volwassenen minstens 30 minuten per dag, aan één stuk.” Welke inzichten over zorg in tijden van corona en daarna - zou je graag met OPZIJ-lezers willen delen? “Ik ga me binnen de Nederlandse Sportraad en in mijn andere werk hard maken om iedereen in onze samenleving voldoende te laten bewegen. De noodzaak is nog nooit zo groot geweest.”

Wat is de impact van corona op de zorg die jij levert? “Meer stress leidt tot meer overgangsklachten bij vrouwen. Waarbij vermeld moet worden: maar liefst tachtig procent van de zorgmedewerkers is vrouw. Het belang van gezond blijven tijdens en na de overgang, de impact van de overgang op de werkvloer en het ziekteverzuim is iets dat echt meer aandacht verdient. Dus ik hoop dat deze crisis helpt in die bewustwording. Mensen met hinderlijke gynaecologische klachten konden gelukkig nog steeds bij ons terecht. Maar we hebben veel minder dringende behandelingen kunnen doen, ingrepen moeten uitstellen en veel consulten telefonisch gedaan. Wat natuurlijk echt vervelend is voor mensen die zorgen hebben en medische klachten.” Hoe heeft deze Covid-19 crisis je persoonlijk geraakt? “Vanwege mijn zeer slechte longen en COPD zit ik al bijna drie maanden thuis.

Werk genoeg, dus ik heb geen last van verveling. Daarbij blijkt dat er veel meer kan via teleconsultatie dan eerder werd gedacht. Wel mis ik het contact met mijn collega’s en het doen van gynaecologische ingrepen. En natuurlijk mis ik ook de sociale contacten met vrienden en de knuffels van onze kinderen.” Welke uitdagingen zie je voor de toekomst? “We kunnen vanuit de tweedelijns zorg veel flexibeler werken dan we nu al doen. Veel zorg kan prima plaatsvinden bij bijvoorbeeld de huisarts, eventueel in combinatie met voorafgaand telefonisch overleg met de gynaecoloog. Dat scheelt de gebruiker van die zorg een hoop eigen risico. Voor gezonde vrouwen in de overgang zou het handig zijn als zij vaker gebruik kunnen maken van de door de zorgverzekeraar vergoede expertise van menopauzeverpleegkundigen. Meer samenwerking is echt het antwoord. Eén overkoepelend online zorgloket zou een heel goede ontwikkeling zijn. Niet alleen voor vrouwen overigens.” Welke inzichten over zorg in tijden van corona − en daarna − zou je graag met OPZIJ-lezers willen delen? “Corona heeft de routine doorbroken, dus dit is hét moment om de zorg anders in te richten, zodat we de juiste zorg op de juiste plaats kunnen bieden. Het is tijd om ‘over het hekje te denken’, zowel wat betreft flexibiliteit als wat betreft samenwerking. Waardeer wat je wél hebt. Investeer in gezond zijn en gezond blijven. Wees zuinig op jezelf, op elkaar en op onze aardbol.”

EÉN LOKET VOOR ALLE VROUWENZORG Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de realisatie van één online loket voor alle vrouwenzorg in Nederland. Een onafhankelijk platform met betrouwbare informatie over vrouwspecifieke aandoeningen én een up-to-date overzicht van zorgprofessionals (artsen, gecertificeerde therapeuten) die op dit gebied een verschil maken. Een portal dat bezoekers inzicht geeft in waar je welke expertise vindt én dat de mogelijkheid biedt vragen te stellen, direct een online consult te boeken en/of webinars over specifieke aandoeningen en behandelmethoden bij te wonen. Ben jij een zorgverlener met hart voor vrouwenzorg en wil je je kennis delen met een zo groot mogelijk publiek? Meld je dan aan voor een gepersonaliseerd zorgverlenersprofiel op wwww.zusenzorg.nl. Op zo’n persoonlijke profielpagina kun je informatie over je expertise en behandelingen delen (in tekst en beeld). Bezoekers hebben via deze pagina de mogelijkheid vragen te stellen en/of om direct een (online) consult te boeken. Meer weten? Kijk op zusenzorg.nl of neem contact op met Mariska Meijer van Zus & Zorg via info@zusenzorg.nl of 085-0408063. Samen maken we zorg zichtbaar. Daar wordt iedereen beter van. O OPZIJ 2020

79


F O T O S T E FA N I E B R O E K A R T S

De OPZIJ Tafel

De OPZIJ Tafel

Madeleijn van den Nieuwenhuizen (1991) werkt als promovenda aan een dissertatie in constitutioneel recht en politieke geschiedenis in New York en schrijft stukken voor Vogue. Ze is oprichter van het Instagramaccount @Zeikschrift (bijna 40.000 followers) waarop ze genderstereotypering, racisme en discriminatie in de media aanklaagt. Ook is ze initiatiefnemer van de petitie die ijvert voor een standbeeld voor feministe en PvdAKamerlid Corry Tendeloo. Ze heeft een relatie.

vernietigende kracht van de roem Arielle Veerman was bijna twintig jaar getrouwd met Joost Zwagerman, die in 2015 een einde maakte aan zijn leven. Over hun huwelijk en de tijd die volgde op hun scheiding en zijn dood, schreef ze de indringende autobiografische roman ‘De langste adem.’ In haar boek onderzoekt ze hoe het mis is gegaan tussen hen en daarbij snijdt ze ook feministische thema’s aan. Zo schrijft ze dat Joost verwachtte dat zij als ‘schrijversvrouw’ haar leven in dienst stelde van het zijne. OPZIJ praat met Christien Brinkgreve (70), Madeleijn van den Nieuwenhuizen (28) en Arielle Veerman (56) naar aanleiding van haar boek over de man–vrouwverhouding in deze tijd. D O O R A L I E S P E G TE L

W

e hadden afgesproken om elkaar bij Arielle thuis in Amsterdam te treffen. Maar dat was nog voordat de corona-epidemie ons dwong om sociaal contact te vermijden. Madeleijn die in New York woont, maar in Nederland is gestrand door toedoen van het corona-virus, drong erop aan om elkaar niet live te ontmoeten. Ze mailde dat ze het vervelend vond om ‘de partypooper’ te zijn, maar konden we dit niet anders organiseren? En natuurlijk, we hebben het gesprek digitaal gevoerd. Arielle, je hebt een bijzonder boek geschreven, ook omdat je een inkijkje geeft in hoe een huwelijk tussen twee hoogopgeleide partners kan uitmonden in een klassieke

taakverdeling. Joost en jij kregen drie kinderen, maar hij liet de zorg vooral aan jou over. Hij vertrok dagelijks naar zijn aparte werkkamer elders in de stad om daar tot diep in de nacht te schrijven. Na de geboorte van de derde stopte je met werken. Kan je beschrijven hoe dit proces verliep? Arielle: “Joost en ik kenden elkaar vanaf ons zestiende van de middelbare school in Alkmaar. Toen we elkaar jaren na ons eindexamen opnieuw ontmoetten in 1991, was Joost inmiddels schrijver. Ik had in Italië kunstgeschiedenis en restauratie gestudeerd en had daar ook gewerkt. Aanvankelijk werkten we beide hard; hij als schrijver, dichter en publicist, ik als restaurator van schilderijen. Het begon te veranderen toen we kinderen kregen. Ik wilde graag kinderen, Joost stemde in. In 1995 werd onze oudste zoon geboren. Gaandeweg werd zijn instemming een gezin te stichten aan voorwaarden gebonden, afhankelijk van het niveau van onze werkzaamheden: zíjn werk was een missie, mijn werk was gewoon werk. Ik moest hem voor laten gaan.” En dat sprak je niet tegen, Arielle? Jij had een eigen opleiding, expertise als restaurator, waarom vond Joost het vanzelfsprekend dat jij dit allemaal overboord gooide? Arielle: “Joost wilde niet dat de kinderen hem in de weg gingen staan in praktische zin. En omdat ik goed begreep waar hij mee bezig was als kunstenaar, en omdat ik bewondering heb voor de eigenschappen die daarbij horen- de autonomie, scheppingsdrang, het talent - heb ik zijn opstelling gaandeweg geaccepteerd. Het was dus een ‘kunstenaarshuwelijk’ en daar gelden toch wat andere regels: de kunstenaar staat voorop. Het creatieve proces vroeg veel vrijheid en tijd van Joost zodat ik me steeds meer ben gaan richten op de verzorging en opvoeding van de kinderen. Overigens vind ik het moederschap een OPZIJ 2020

81


De OPZIJ Tafel

Christien Brinkgreve (1949) is emeritus-hoogleraar sociologie en vrouwenstudies. Ze publiceerde toonaangevende boeken, waaronder ‘Margriet weet raad’: gevoel, gedrag, moraal in Nederland 1938-1978 en Wie wil er nog moeder worden? Ze is sinds kort de ad interim voorzitter van de raad van toezicht van kennisinstituut voor emancipatie Atria. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen.

ideaal is dat een schrijversvrouw of -man de taak op zich neemt om faciliterend, ondersteunend en raadgevend te zijn, opdat het talent zich zonder belemmeringen ontplooit.”

niet altijd makkelijke, maar zeer bijzondere ervaring.” Is dit herkenbaar? Christien: “Ik begrijp het wel het omdat ik het ook bij zoveel andere relaties heb zien gebeuren, maar ik begrijp het ook weer niet. Ik heb zelf in elk geval al jong bedacht dat ik een ander leven wilde dan het huisvrouwbestaan van mijn moeder. Dat vond ik veel te beperkt en eentonig. Ik voelde ook altijd dat zij eigenlijk een ander leven had gewild, achter al die inzet voor ons, de toewijding aan mijn vader. De valkuil van de toewijding, de valkuil van het zelf verdwijnen in de zorg voor de ander.” Arielle: “In mijn geval, als we het hebben over een schrijversvrouw, zou een gescheiden taakverdeling niet voor problemen hoeven zorgen, mits de partner met ‘het talent’, erkentelijk en betrouwbaar is. Het 82

Je hebt het over schrijversvrouw of -man Arielle, maar naar mijn weten zijn er geen mannen die hun leven wijdden aan de schrijfcarrière van hun vrouw. Christien: “Er zijn er wel een paar, maar ze zijn op de vingers van één hand te tellen. Ik denk aan de man van Iris Murdoch, John Bayley, of aan Leonard Woolf, de man van Virginia. Ze waren hun vrouw zeer toegewijd, stimuleerden hun talent, voor zover ik weet natuurlijk.” De meeste mannen lijken toch moeite te hebben met het leven aan de zijde van een beroemde vrouw. Neem de man van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema, Robert Oey, die in NRC Handelsblad zijn behoefte aan autonomie ventileerde. Toen er problemen met hun zoon speelden, koos hij voor zichzelf, vertelde hij. “Femke zei: ‘Ik wil dat je terugkomt.’ Dat heb ik niet gedaan. Ik ben nog twaalf dagen in Bangkok gebleven. Ik heb het weggestopt en heb me volledig op m’n werk gestort daar. Ik heb gedacht: ik zie wel wat ik straks aantref thuis.” Christien: “Ik vond dat vrij schokkend om te lezen. Voor mannen - gelukkig niet voor alle - is het blijkbaar moeilijk om in de schaduw van hun vrouw te staan. Ook voor mannen die voor vrouwenemancipatie zijn. Dat vond ik eerst moeilijk te begrijpen, maar ik besef dat verlies van plaats en positie als pijnlijk kan worden ervaren. Daar kan je verontwaardigd over zijn, maar inzicht in wat dit voor mannen kan betekenen, hoeft je niet zwakker te maken. Juist niet. Het kan je slagvaardiger maken. Als je maar niet als missie hebt in al zijn behoeften te voorzien. Arielle: Precies. Je kan je inzetten voor de ander maar

je moet je niet gaan vereenzelvigen met andermans identiteit. Als het goed voelt, als je erkenning krijgt en je je eigenheid behoudt, kunnen beiden ervan groeien. Maar als je inzet als vanzelfsprekend wordt ervaren, en er achteloos mee wordt omgesprongen dan worden je inspanningen frustraties, en monden ze uit in een zwoegende onderdanigheid. De liefde is dan eigenlijk weg.” Christien herken jij iets in Arielles verhaal? Christien: “Ik herken hoe in de luwte staan ook veiligheid kan bieden. Dat een man alle ruimte opeist en dat je daar geen verweer tegen hebt. Maar ik voelde me een gewaarschuwd mens en wilde hoe dan ook aan het beperkende leven van mijn moeder ontsnappen.” Arielle: “Die waarschuwing had ik ook, maar tegenstrijdiger. Mijn moeder stimuleerde ons wel dingen te doen, maar ontmoedigde bijvoorbeeld dat mijn zus en ik daarbij onze eigen wil uitten. Volgens haar mocht je als vrouw alleen iets aanpakken als het je werd aangereikt. Als het je niet werd aangeboden, diende je ervan af te zien. Je moest de dingen leren accepteren zoals ze waren, berusten in je lot. Daar schuilt volgens die ethiek een grote schoonheid in, want conflicten worden zodoende vermeden. Ik heb als meisje de duidelijke richtlijn meegekregen: een vrouw veroorzaakt geen conflicten.” Madeleijn: “Maar waar mijn oma, geboren in 1923, kon berusten in haar ondergeschikte positie omdat het nou eenmaal was zoals het was, zie ik nu nog vrouwen van mijn leeftijd berusten in echo’s van genderongelijkheid, maar dan onder de noemer ‘vrije wil’ of ‘voorkeur’.”

zijn, is het daarom van extra groot belang dat we elkaar verhalen vertellen die deze patronen in kaart brengen. Daarom is Arielles boek zo belangrijk.” Arielle: “Voor kinderen zorgen kan een vrije keuze zijn. Maar ik denk dat het beste is als beide partners werk en zorg combineren. Toen de kinderen klein waren, heb ik mijn werkzaamheden op een te laag pitje gezet. De financiële afhankelijkheid die er toen ontstond, heeft de zaak geen goed gedaan.” Christien: “Ik wilde economisch zelfstandig zijn, niet die afhankelijkheid van mijn moeder. Daarin was ik vastbesloten, en dat is me ook gelukt. Ik had het geluk dat er net voorbehoedsmiddelen waren, en ik met mensen omging die me stimuleerden in mijn werk.” Arielle: “Uiteindelijk is onze taakverdeling ons ook erg in de weg gaan staan. We raakten er volstrekt in bekneld. Joost voelde steeds meer de druk om de weg naar boven moeten beklimmen en geld te verdienen. Voor mij werd de uitzichtloosheid, het gebrek aan erkenning voor wat ik deed, en vooral het opgeven van mijn eigen identiteit door me telkens te moeten profileren als ‘de vrouw van’ erg onbevredigend. Met een depressie tot gevolg, zoals ik beschrijf in mijn boek.” Madeleijn: “Je bent toch altijd een beetje de sfeer-verpester als je vrouwen vraagt of ze het ook ‘heerlijk’ vinden om economisch afhankelijk te zijn – wat overigens volgens recent onderzoek voor zestig procent van de Nederlandse vrouwen geldt. Daarnaast werkt de genderongelijkheid ook andersom. Werkgevers trekken eerder afkeurend hun wenkbrauwen op wanneer mannen opperen om parttime te gaan werken. Uit films en reclames valt geregeld op te maken dat vaders zulke grappige, stuntelige (lees: onnatuurlijke) ouderfiguren zijn. Ik denk dat sommige vrouwen die ideeën ook hebben geïnternaliseerd, die menen dat hun mannelijke partner inderdaad inherent minder goed is in het uitoefenen van zorgtaken.”

ARIELLE: ‘In 1995 werd onze oudste zoon geboren. Gaandeweg werd zijn instemming een gezin te stichten aan voorwaarden gebonden, afhankelijk van het niveau van onze werkzaamheden: zijn werk was een missie, mijn werk was gewoon werk.’

Kan je dit toelichten Madeleijn: wat bedoel je met ‘echo’s van genderongelijkheid’? Madeleijn: “Vrouwen vandaag de dag plukken de vruchten van terecht vergaarde rechten uit de afgelopen decennia. Toch zie je echt nog residuen van ongelijkheid die doorwerken. Keer op keer hoor ik Millennial-vrouwen om mij heen benadrukken dat ze “het zo heerlijk vinden lekker met de kindjes te kunnen zijn”. Het parttime werken of thuismoederschap wordt in mijn ervaring consistent verdedigd als vrije keuze in plaats van als een historisch patroon dat voor een belangrijk deel voortkomt uit geënsceneerde politieke en economische genderongelijkheid. In onze individualistische maatschappij waarbij we doen alsof we vrije actoren

Christien had jij als hoogleraar het gevoel dat jij maatschappelijk gezag afdwong, en schuurde jouw eigen carrière niet met die van jouw echtgenoot? Christien: “Schuren is hier een goed woord, het zijn die kleine ongemakkelijke gevoelens als je meer ruimte inneemt dan vrouwen gebruikelijk doen. Dat ongemak komt van buiten als een vriend van je man je een ‘tank’ noemt als je net een bevlogen lezing hebt gehouden. Dat OPZIJ 2020

83


maakt kopschuw en onzeker. Maar het komt ook van binnen: die behoedzaamheid om niet te enthousiast te zijn over je eigen dingen. De angst dat de ander zich dan verpletterd voelt. Waardoor je thuis meer een schutkleur hebt dan in het publieke domein van het werk. Arielle: Ik ontleende een deel van mijn identiteit aan de status van Joost. Maar ik ben daar niet gelukkig van geworden. Na mijn scheiding werd ik hard teruggeworpen op degene die ik zelf was, en dat voelde uiteindelijk als een enorme opluchting. Ik was daarmee uit zijn schaduw gestapt, uit de aan mij opgelegde beperkingen van zìjn roem en talent. Ik bleek zelf ook iemand te zijn en hervond mijn eigen ambities.” Madeleijn: “Ik las Arielles boek en schrok van de nauwgezette omschrijving van wat zowel een liefdevolle als een ongelijkwaardige relatie was. Het klinkt gek misschien, maar ik vond het dus op een bijna perverse manier verfrissend om in detail te lezen hoe oprechte liefde en geluk, niet uit kunnen sluiten dat een verhouding fundamenteel ongelijkwaardig en problematisch wordt. Ik realiseerde me dat daar eigenlijk bar weinig non-fictie over wordt geschreven, terwijl het volgens mij veel voorkomt.” Christien: “Ik denk dat het een tijdlang vanzelfsprekend kan zijn, die toewijding aan je man, maar als je beseft hoe ver je daarin gaat en hoe je zelf erin verdwijnt, kan je schrikken dat je het zover hebt laten komen.”

pijnlijk als je ziet hoever je daarvan af bent gedreven. Madeleijn: “Het huwelijk van Arielle en Joost duurde vele maanden langer dan mijn relatie met de professor, maar haar boek herinnerde me aan mijn hopeloze gevoel dat ik was blijven investeren in de relatie terwijl de houdbaarheidsdatum allang was verstreken. Zoiets als dat je na veertig minuten furieus in de wacht staan bij een klantenservice je toch minder snel ophangt dan in de eerste vijf minuten, terwijl je weet dat je dat eigenlijk meteen had moeten doen. De pijn zit hem deels in het erkennen van je eigen miscalculatie.” Arielle: “Het is natuurlijk een cruciaal verschil als je op een gegeven moment kinderen hebt. Een gezin is de vesting waarbinnen zich de ongelijkheid voltrekt, maar die ook bescherming en veiligheid biedt, zoals Christien zegt. Vanwege de kinderen probeer je het langer tot een goed einde te brengen. Die schaamte dat ik het te lang zou hebben volgehouden, ken ik daarom niet.” Madeleijn: “Ik ben ervan overtuigd dat er iets prachtigs zit in toewijding, in samenwerken, in dienstbaar zijn in zekere zin. Maar dan moet het wel in een gezonde balans zijn, wederkerig voelen. Het is lastig om te ontrafelen welke rol gender hierin precies speelt. Ik denk bijvoorbeeld dat de professor het vanwege ons leeftijdsverschil logisch vond dat ik me als jongere voegde naar zijn volwassen, enigszins gestolde leven. Toen het uitging was ik bang dat ik cynisch was geworden, dat ik mezelf minder makkelijk zou kunnen geven aan iemand. Dat valt gelukkig mee.” Christien: “Een scheve machtsbalans in een relatie speelt zich veel subtieler af dan gebod of verbod of openlijke strijd. Je doet het zonder erbij stil te staan, als vanzelf, zo werken oude patronen door. Dat gaat verder dan formele regels, dat zijn die taaie psychische processen die ondergronds doorwerken. De verwarring hierover, bij mijzelf en anderen, is interessant. Die moet je onderzoeken: waar gaat de verwarring over, welke oude beelden en patronen spelen mee, wat is de angst om oude evenwichten te doorbreken? Wat gebeurt er dan, en wat wil je vermijden?” Madeleijn: “Lastig, te meer, omdat je ook moet oppassen met paternalistisch bestempelen van andermans keuzes als problematisch kuddegedrag. Toch moeten we het erover durven hebben, het tenminste durven onderzoeken, zoals Christien zegt. En daarom probeer ik als rechtshistoricus in feministische stukken die ik schrijf, of bijvoorbeeld in de ‘Women’s March’-speech die ik dit jaar uitsprak op het Museumplein, die geschiedenis van politieke en economische kortwieking van vrouwen expliciet te maken, te benoemen. Ik merkte na afloop

CHRISTIEN: ‘Voor mannen gelukkig niet voor alle is het blijkbaar moeilijk om in de schaduw van hun vrouw te staan. Ook voor mannen die voor vrouwenemancipatie zijn.’

Een ongelijkwaardige relatie heeft vaak te maken met de historisch diepgewortelde scheve machtsbalans tussen de seksen? Madeleijn: “Dat denk ik wel ja. Ik had een tijdje een relatie met een professor tijdens mijn studie in Parijs. Ik hielp hem zo’n twintig uur per week met zijn onderzoek, onder de noemer ‘goed voor mijn cv en ervaring’. Ik leerde veel, maar kwam ook steeds minder aan mijn eigen papers en toetsen toe. Toen ik eruit stapte noemde hij me ondankbaar. In Arielles boek beschrijft ze hoe Joost in een vlaag van woede zei: ‘Je was niks toen ik je leerde kennen, ik zal zorgen dat je weer tot niks terugkeert.’ Die onrechtvaardige furie, die spookte echt nog lang door mijn hoofd. Ik voelde me intens alleen, want er zat ook schaamte bij: hoe had ik dit kunnen laten gebeuren, ik, een vrije moderne vrouw? Ik denk dat ik lang hoopte dat het een tijdelijke disbalans was, een romantische focus op het werk van de één, in berustende afwachting op het kantelen van de rollen, van de aandacht.” Christien: “Het staat natuurlijk ook in sterk contrast met het ideaal van de autonome vrouw, en het is een beetje 84

F O T O M I C H I E L VA N N I E U W K E R K

De OPZIJ Tafel

De OPZIJ Tafel

Arielle Veerman (1963) is kunsthistorica en restaurator. Ze was bijna twintig jaar getrouwd met schrijver Joost Zwagerman. Over hun leven samen, hun daaropvolgende scheiding en de eerste acht dagen na zijn zelfgekozen dood schreef ze De langste adem. Met Joost kreeg ze drie kinderen. Ze is gescheiden en heeft een relatie.

dat veel jonge vrouwen en meiden naar me toe kwamen of een berichtje stuurden naar mijn Instagram-inbox en zeiden: ‘Wauw, het voelt als het bewijs bij een onderbuikgevoel waar ik geen woorden voor had.’ We móeten die geschiedenis blijven vertellen, juist aan jonge generaties, opdat we onszelf uit de gebaande groeven trekken, groeven die met de wettelijke uitroeiing van ongelijkheid en discriminatie zijn gaan aanvoelen als vrije wil.” Van mannen is het nog altijd geaccepteerd als zij niet kiezen voor hun kinderen, maar voor hun werk, zoals Joost deed. Hij kon gerust dagenlang in zijn werkruimte schrijven. Christien: “Ook dat is een oud patroon, vrouwen zorgen voor de kinderen. Maar daar komt wel verandering in, veel jongere vaders zorgen ook voor hun kinderen. Ik denk dat hierbij ook het gewicht van het schrijverschap

meespeelde, zoals Arielle beschrijft.” Arielle: “Ik zie nog een andere ongelijkheid. Ik krijg geregeld de vraag of ik heb nagedacht over het belang van de kinderen bij het publiceren van mijn boek. Ik denk dat moeders de rol van beschermer en trooster wordt opgelegd. Dat een vrouw ook een expliciete beschrijving kan geven van schokkende gebeurtenissen in een gezin, vindt men niet bij haar rol passen. Een moeder is de bedekker met de mantel der liefde, de verzorger van de wonden en trooster van het verdriet. Ik zou dus met mijn boek niet voor het belang van de kinderen hebben gekozen.” Christien: “Voor het verwijt dat je niet kiest voor je kinderen zijn vrouwen gevoeliger, en het wordt vrouwen ook meer verweten. Dit verwijt was ook voor mij een sluipende achilleshiel, ook als het niet expliciet gesteld werd. Ik krijg nu alweer de neiging om me daartegen te verdedigen, dat ik er wel was voor mijn kinderen, dat zij op de eerste plaats kwamen.” Arielle: “Voor mij geldt dat ook. En ook voor mijn kinderen vind ik het daarom juist zo belangrijk dat ik me nu in mijn boek uitspreek. In mijn jeugd werden vervelende gebeurtenissen gewoon verzwegen. Maar ik had veel liever gehad dat er wel over was gesproken, dat heb ik me pas veel later in mijn leven moeten realiseren, dat het zwijgen schadelijk was. Na alles wat ons is overkomen, heb ik een visie ontwikkeld op de problematiek van Joost, en ik vind dat ik hierover mag schrijven. Aan Joost is trouwens nooit gevraagd of zijn houding wel in het belang was van de kinderen. Vragen over het belang van de kinderen lijken alleen bestemd voor moeders. Maar mijn kinderen hebben de absolute vrijheid om te denken over hun vader zoals ze dat zelf willen. Overigens heb ik heel veel positieve reacties gekregen dat mijn boek eerlijk en empathisch is ‘een monument, rechtdoende ook aan Joost’. Het is dus geen afrekening, maar een zoektocht wat ons beide heeft bewogen en gedreven. O OPZIJ 2020

85


Reportage Mode

Reportage Mode

Caterina Occhio (1970), Oprichter SeeMe

MODE

ONTWERPERS met een missie Oorbellen tegen vrouwengeweld, duurzame vrouwenpakken, beha’s in álle maten. De mode-industrie is vrouwelijke ontwerpers rijk die op maatschappelijke missie zijn. En met succes! Wie zijn deze vrouwen en wat drijft hun ontwerpen? DOOR NOÉMI PRENT

De in Nederland wonende Italiaanse Caterina Occhio had een glansrijke carrière in de ontwikkelingssamenwerking. Tot ze zich op een dag afvroeg: lijkt jouw leven op jou? Haar antwoord was nee. Ze startte een sieradenmerk dat opkomt voor geweld tegen vrouwen. De coronacrisis schrikte haar bedrijf even op, totdat prinses Amalia werd gespot met oorbellen van SeeMe.

W

at dacht je toen je hoorde dat Amalia jouw oorbellen droeg? “Ik had géén idee. Het was Koningsdag. De eerste online verkoop werd gedaan om een uur ’s nachts. Toen volgde de ene na de andere en lag de online winkel plat. What the heck is going on, dacht ik. Wie gaat er nou oorbellen kopen tijdens corona? Toen stuurde een vriendin van mij een artikel door waarin Amalia de oorbellen draagt en erover vertelt. (lacht) Amalia heeft mijn bedrijf gered!” Iconisch aan jouw merk zijn de hartvormige sieraden. Kun je hier meer over vertellen? “In de medina van Tunesië kwam ik op het idee om een hartje te laten maken bij een smid. Ik had dat zelf bedacht. Eenmaal terug in Nederland kreeg ik heel veel reacties op het ontwerp, dat ik droeg als ketting. Een vriendin van mij, destijds vice-president van Karl Lagerfeld, stimuleerde mij om meer te doen hiermee. Ik wilde mode combineren met sociale ontwikkeling, en zo ontstond SeeMe. “Ik werkte altijd voor vrouwen. Ik kom uit Italië, een land waar gender een issue is. Een macholand. Waar vrouwen en meisjes minder kansen hadden dan mannen. Dat was mijn drive om met en voor vrouwen te werken. Tijdens mijn carrière in de ontwikkelingssamenwerking kwam ik veel huiselijk geweld tegen. Het was voor mij een onaangename verrassing om te begrijpen hoe groot het OPZIJ 2020

87


Reportage Mode

Reportage Mode

Nicoline Huizenga (1990), oprichter The Five Nicoline Huizenga was altijd al geobsedeerd door mode, maar begon toch maar aan een rechtenstudie. Tot grote blijdschap van haar ouders. Haar passie voor mode won het en ze startte een eigen merk voor vrouwenpakken: The Five. ‘Met SeeMe maken we alleen maar hartjes. Ik wil geweld vervangen door liefde. Het klinkt een beetje cheesy, maar liefde is het antwoord.’ fenomeen was. Huiselijk geweld is de echte pandemie.” En toen verruilde je die carrière in de ontwikkelingssamenwerking voor een plek in de sieradenwereld. “Op papier had ik een prachtige carrière. Voor de Europese Unie mocht ik naar Tunesië. Ik was adviseur van de nationaal strateeg toen de revolutie uitbrak, best een belangrijke baan… Mijn droom was toen al om goede baan te creëren voor de vrouwen daar, maar ik wist nog niet hoe. “Zo werkte ik in 2011 in Turkije aan een project dat te maken had met huiselijk geweld. In die opvanghuizen ontdekte ik dat zestig procent van de mishandelde vrouwen weer terug naar huis gaat, omdat ze geen keuze hebben. Ze hebben geen opleiding gehad, geen inkomen. Als je een baan hebt, kun je voor jezelf en je kinderen zorgen. Daarom geloof ik in financiële onafhankelijkheid van vrouwen als deel van de oplossing.” En dat doe je met SeeMe. “Met dit sieradenmerk creëer ik werk voor vrouwen die anders geen kans zouden hebben, in dit geval in Tunesië. Mijn internationale netwerk was groot door mijn carrière, en zo kon ik daar een sociale werkplaats starten. Een professionele goudsmid leert mijn vrouwen daar het vak. Goudsmid is traditioneel gezien geen vrouwenvak, dus er moet een inhaalslag gemaakt worden. Maar ik geloof ook dat mannen betrokken moeten worden bij zo’n sociale onderneming. Wij kunnen als vrouwen niet tègen de mannen spelen.” 88

Hoe belandt een Italiaanse vrouw als jij eigenlijk in Amsterdam? “Ik kom uit Napels. Mijn vader was niet rijk of bekend. In Italië heb je dan minder kansen. Mijn eerste baan in Brussel kreeg ik door mijn resultaten aan de universiteit. Ik ben de enige vrouw in mijn familie met een universitair diploma. “Ik besloot dat ik meer kansen buiten Napels zou krijgen en nam een stage aan in Berlijn. Voor drie weken. Maar ik ben nooit meer teruggekeerd. Mijn moeder maakt nog steeds grapjes: wanneer zijn de drie weken klaar? “De vader van mijn kind ontmoette ik twintig jaar geleden in Brussel. Voor hem ben ik hierheen verhuisd. Ik had overal kunnen wonen, maar ik kies voor Nederland. Ik ben blij dat mijn kind hier opgroeit, vanwege de normen en waarden.” Had je altijd al iets met sieraden trouwens? “Nee, nog steeds niet. Behalve dat ik het mooi vond om te dragen. Met SeeMe maken we alleen maar hartjes. Ik wil geweld vervangen door liefde. Het klinkt een beetje cheesy, maar liefde is het antwoord.” Wat is je toekomstwens? “Ik zou het mooi vinden om het concept van SeeMe uit te rollen in andere landen. Huiselijk geweld is wereldwijd een probleem. Het concept van SeeMe kan overal werken. Ik ben altijd aan het kijken naar mogelijkheden om meer banen voor vrouwen te creëren.” Meer info: www.seeme.org

O

oit spijt gehad van het afbreken van die rechtenstudie? “Ik heb een lekker stel hersenen en kan goed leren. Mijn moeder stuurde mij daarom de academische richting op. Tijdens mijn rechtenstudie vond ik het idee dat ik niet mijn eigen kleding naar mijn werk kon dagen al verschrikkelijk. Ik wilde de studie afmaken, maar wist al snel dat ik er niet mee door wilde gaan. Toen ik in 2016 klaar was met mijn bachelor begon ik direct met ontwerpen. Ik kan redelijk goed tekenen. Het eerste dat ik zelf ontwierp en maakte was een geel ruitjespak. Dat heb ik nog steeds.” Waarom was de liefde voor mode zo sterk? “Dat kwam door mijn oma. Zij had álle Vogues. Dan namen we samen de septemberissues door. Haar hele kledingkast hing vol met tijgerprintjes en hoge hakken. Mijn hele jeugd heb ik daar in de kast gespeeld. Ik heb fotoboeken vol met verkleedfoto’s van mezelf.” Van alles dat je zou kunnen ontwerpen, kies je voor het vrouwenpak. “Doordat ik een beetje in de rechtenscene heb rondgelopen, zag ik dat beeld van vrouwen in pak, vaak van tweed. Dat was een oud beeld, vaak zaten die pakken ook niet lekker. Ik miste in het modebeeld een klassieker, die altijd goed is. Iets dat je zowel naar je werk als naar een feestje draagt. “Het pak is een hele krachtige outfit. Ik denk dat er steeds meer behoefte bij vrouwen is om een goed pak te hebben. Bijvoorbeeld ook door de groei van vrouwelijk ondernemerschap. Het is een manier voor vrouwen om er professioneel uit te zien en zich zelfverzekerd te voelen.” En dan moet je je ouders vertellen dat je niets met rechten gaat doen, maar de mode in gaat. “Mijn oma en moeder zijn heel erg bezorgd ingesteld. OPZIJ 2020

89


Reportage Mode Het was niet zo dat de hel losbrak, maar ze stelden vooral veel vragen tijdens de opstart van het merk: heb je hieraan gedacht, heb je daaraan gedacht. Ze kwamen met irritante ideeën. Bijvoorbeeld met suggesties voor de merknaam. Dan dacht ik: nee mam! Heel lief bedoeld, maar nee.” En nu? “Nu is ze heel trots. Ze draagt zelf ook blouses van mijn merk.” Waar haalde je het zelfvertrouwen vandaan om zonder mode-ervaring de industrie te veroveren? “Ik werd altijd al gecomplimenteerd met mijn stijl. Het is mijn kracht om iets te zien wat anderen nog niet zien, om vooruit te lopen op trends. “Toen ik begon met ontwerpen gebruikte ik mezelf als voorbeeld. Als het bij mij goed zat, dan was het hoe het moest zijn. Mijn pakontwerpen heb ik op zo veel verschillende lichamen en vrouwen gezien. Elke keer was het een schot in de roos. Zo begon ik met vier varianten op het pak in mijn collectie.” Je ijvert ook voor duurzaamheid met The Five. “In het begin was ik me daar nog niet van bewust. Ik wilde vooral controle behouden over het ontwerp- en productieproces. Waardoor ik alles dicht bij huis hield. Zo kwam het dat het ontwerp- en productieproces vanzelf heel sustainable is geworden. Er komt weinig gereis aan te pas.” Hoe sta je tegenover fast fashion? “Dat vind ik zorgelijk. Nu met de coronacrisis gingen ineens alle grote modepartijen het fast fashion verhaal voor hun pr gebruiken. ‘Misschien moeten we nu kijken hoe we dit anders gaan doen.’ Dat komt ze wel heel goed uit, en zeggen ze het alleen omdat ze een spiegel

‘Haar hele kledingkast hing vol met tijgerprintjes en hoge hakken. Mijn hele jeugd heb ik daar in de kast gespeeld.’

Reportage Mode voorgehouden krijgen. “Door dit soort partijen krijgen mensen het gevoel dat ze elk halfjaar iets nieuws moeten kopen. Om de twee maanden wordt er weer een nieuwe collectie uitgebracht. Dan denk ik: wat zonde. Waarom produceren we zo veel en zijn we zo snel uitgekeken op alles? Dat vind ik echt problematisch. Ik merk wel dat het meer begint te veranderen. Ik koop natuurlijk weleens wat bij Zara, maar dat zijn niet m’n mooiste stukken.” Heb je zelf last van de coronacrisis? “De eerste twee weken merkte ik wel een drop in de sales. Maar op een gegeven moment kwam het weer op gang. De mensen hadden toch weer vertrouwen. Ik hoor wel dat de grote crisis nog moet gaan komen. Toch probeer ik niet te snel in de crisismodus te schieten. Ik denk altijd: Als alles mislukt, kan ik altijd nog op een advocatenkantoor gaan werken.” Meer info: www.shopthefive.com

Lidewij van Twillert (1989), Oprichter Arí van Twillert Lidewij van Twillert studeerde af aan de TU Delft met een onderzoek naar 3D geprinte bh’s. Haar bedrijf Arí van Twillert begeeft zich op het snijvlak van mode en techniek. De lingerie van de Rotterdamse mode-ingenieur vormt het antwoord op alle bh’s die te strak of te los zitten.

W

at voor ontwerper ben jij? “Ik streef ernaar producten te maken die mensen koesteren. Zo ga ik zelf ook met producten om. Mijn moeder bewaarde altijd al veel kleding op zolder, die ik nu weer aantrek. Mijn droom als ontwerper is dat mensen de producten die ik ontwerp ook op die manier gaan behandelen.” Je vond het tijd voor lingerie op maat. “Mijn studie had niets met mode te maken, maar ik wilde daar wel graag iets mee doen. Ik kwam in aanraking met 3D-scans en was meteen geïnspireerd. “Ik had het idee dat de beha een soort noodzakelijk kwaad is voor veel vrouwen – ook voor mij. Dat er altijd iets is wat niet goed zit. De bh is iets dat op je lichaam gedragen moet worden en steun moet geven. Dus als het ook maar een beetje niet past, merk je dat al. Wat mij betreft is de bh het allerbelangrijkste kledingstuk dat goed moet passen.” En toen startte je Arí van Twillert. “Uit mijn afstudeerscriptie is het eerste product voortgekomen, dat dekt nog steeds de lading. Mijn bh’s hebben een beugel die naar je lijf wordt gevormd, de Curvearis. “Het ontwikkelen van het bedrijf was veel vallen en opstaan. Het begon als een start-up. In de start-upwereld draait het vaak om zo snel mogelijk groeien, waarbij het soms niet uitmaakt of een product al klaar is. Die weg past niet bij mij. Ik verkies kwaliteit boven kwantiteit. Ik wil iets afleveren dat helemaal goed is.” Waarom moet jouw lingerie duurzaam zijn? “Het is een vanzelfsprekendheid voor mij. Het is niet goed om de wereld te verpesten met je eigen individuele OPZIJ 2020

91


Reportage Mode

behoeftes. Dus als je behoeftes kan vervullen zonder het milieu te vervuilen, voel je je daar veel beter bij. En als je iets verkoopt, heb je een grote verantwoordelijkheid.” Jouw bh’s kunnen gemaakt worden in alle maten. “Het is gek dat sommige vrouwen nergens een bh kunnen vinden. Dat er niks is voor hun lichaam. Ik vind het belangrijk om daar een antwoord op te zijn; dat is van begin af aan mijn uitgangspunt geweest. Ik kon het zelf al niet zo goed vinden. Dan kwam ik in een ketenwinkel en dan zeiden ze: ‘Breng ’m naar de kleermaker en laat ’m kleiner maken. Dan dacht ik: dat is lekker!? Ik ga toch geen nieuwe bh laten vermaken. Ik vond het gedoe. “Als je kijkt hoeveel maten er zijn, en je een volwaardige range wil hebben waarmee je bijna alle vrouwen van een bh kan voorzien, dan zit je al snel op honderd verschillende bh-maten. Ik begrijp dat het voor veel merken niet makkelijk is om alle maten aan te bieden. Soms moet je een doelgroep kiezen. “Ik moet wel eerlijk zeggen dat het mij ook is tegengevallen hoeveel tijd het kost om een bh op maat te laten maken. Daarom heeft het nu minder prioriteit voor mijn bedrijf. Als mijn bedrijf groter is wil ik hier weer extra focus op leggen, en het efficiënter en goedkoper gaan doen.” 92

Wat zijn je wensen voor de toekomst? “Doordat ik wil dat het helemaal goed is, is het duur geworden. Het is nu een niche voor wie dit kan betalen. Ik heb nu wel een productlijn opgezet die meer prêt-à-porter is, dat is een beetje waar ik heen wil. “Daarbij wil ik ook de hele supply chain verbeteren. In de mode-industrie wordt op voorraad gewerkt. Aanbod en vraag in plaats van vraag en aanbod. Je maakt een hele hoop kleding en dan kijk je wel wie het wil. Als blijkt dat mensen het niet willen, belandt het in de uitverkoop. Dan gaat het misschien nog naar liefdadigheid. Als het dan nog niet weg is, wordt de kleding vernietigd. Dat is natuurlijk van de zotte. Wat ik heb bedacht is dat ik eerst kijk naar wie wat wil, en ik het dan pas ga maken.” Jouw ontwerpen vertellen vaak een verhaal. “Het liefst boor ik een maatschappelijk thema aan. Ik wil dat mensen mijn product kopen niet alleen om hoe het eruitziet, maar ook om wat erachter zit. Daar is in deze industrie nog niet altijd veel ruimte voor en het kost tijd om dat onderzoek te doen. Welk maatschappelijk thema ga ik aankaarten en hoe ga ik dat visualiseren in lingerie? Mijn laatste collectie, Waterdrift, gaat over de stijgende zeespiegel en wat het allemaal voor gevolgen kan hebben voor onze droge voeten.”

‘In de mode-industrie wordt op voorraad gewerkt. Aanbod en vraag in plaats van vraag en aanbod. Je maakt een hele hoop kleding en dan kijk je wel wie het wil.’

Meer info: www.arivantwillert.com O OPZIJ 2020

93


Oorlogsverslaggever

Oorlogsverslaggever

‘Hoop & humor,

FOTO ANJA NIEDRINGHAUS

DAT ZIJN DE BESTE WAPENS’

Ze deed verslag van conflicten in onder meer Birma, Oost-Timor, Irak en Syrië. Na bijna dertig jaar oorlogsjournalistiek komt Minka Nijhuis (1958) met een roman, gebaseerd op haar ervaringen, met de rake titel Gekkenwerk. Interview met ex-politieke gevangenen in een theehuis in Yangon

DOOR R ENAT E VA N D E R Z E E

FOTO THORNE ANDERSON

Met stamleiders naar het oosten van Afghanistan, grens Pakistan

Z

e interviewde Aung San Suu Kyi direct na haar vrijlating, deed tijdens de Irak-oorlog verslag vanuit het zwaar belegerde Fallujah en zocht in Aleppo tussen de bombardementen door naar de jonge mensen die de Syrische revolutie ooit waren begonnen. Na bijna dertig jaar oorlogsjournalistiek komt Minka Nijhuis nu met een roman, getiteld Gekkenwerk, gebaseerd op haar ervaringen. “Ik vond dat het na al die jaren in het vak tijd was om het daar eens over te hebben,” zegt ze. “Omdat er zo veel mythevorming rond oorlogsjournalistiek bestaat – alsof dat een soort eredivisie van de buitenlandjournalistiek zou zijn. Het is met ontzag, verheerlijking en clichés omgeven, alsof wij allemaal stoere figuren zouden zijn, die nooit opgeven. Ik wilde een kijkje geven in de keuken, ook omdat mensen zich helemaal niet realiseren wat er allemaal nodig is voor de verhalen die zij in de krant lezen of waar ze wellicht achteloos aan voorbij bladeren.” Wat is daar allemaal voor nodig? “Oorlogsjournalistiek is elke keer weer een complexe onderneming waarbij je onder moeilijke, soms gevaarlijke, omstandigheden moet uitzoeken hoe het zit. De waarheid is

94

Boodschappen doen in Bagdad met gastvrouw Khala

een groot woord, maar in oorlogsgebieden en dictaturen al helemaal. Het vergt elke keer weer volledige inzet. Je denkt nooit: doe ik even. Je moet het vertrouwen winnen van mensen, je moet een bepaalde plek zien te bereiken, je moet risico’s inschatten en je moet de juiste woorden vinden voor wat ik een van de ergste dingen ter wereld vind, namelijk oorlog. “Soms hebben redacties dan ook nog eens onmogelijke eisen. Dan zeggen ze luchtig: ‘Kun je nog even hier- of daarnaartoe?’ Terwijl in oorlogsgebieden sommige oorden gewoon niet of alleen met veel kunst- en vliegwerk te bereiken zijn. Hoe vaak mij ook niet is gevraagd of ik Aung San Suu Kyi kon interviewen, terwijl zij van de buitenwereld was afgesloten. Alsof ik over een helikopter beschikte die geluidloos in haar tuin kon landen! “Ik herinner me hoe ik in Bagdad, in een periode dat het heel gevaarlijk was om daar de straat op te gaan, naar een hotel moest om een televisiepraatje te houden voor een camera die daar stond opgesteld. Terwijl ik koortsachtig zat te piekeren – hoe kom ik daar en hoe kom ik weer terug, want geen chauffeur wilde zich aan dat ritje wagen – kreeg ik van de redacteur van het programma kledingtips, want een gestreepte blouse zou niet goed overkomen op televisie. Ik dacht alleen maar: hoe kom ik daar levend aan? “In dat hotel logeerden internationale televisieploegen en die mensen zagen er allemaal geweldig uit. Hun haar en make-up zat helemaal goed, het rook er ook naar parfum, terwijl ik verwilderd aan kwam gescheurd met maar één gedachte: ik heb het gered! En vervolgens moest ik voor de Nederlandse televisie mijn verhaal vertellen. Dat is dan zo’n andere wereld.” Je boek heet Gekkenwerk. Waarom doe je dat gekkenwerk? “Ik ben niet van de ene op de andere dag tussen de bombardementen in Aleppo beland, dat gaat geleidelijk. OPZIJ 2020

95


Oorlogsverslaggever

De hoofdpersoon van je boek is een stewardess, die via een hulpverlener in contact komt met rebellen in Birma en daarnaartoe reist om een reportage te schrijven onder het motto: no guts no glory. Is het ook echt zo gegaan? “Het boek is geen sleutelroman, maar er zitten veel elementen in die waar zouden kunnen zijn of die grotendeels echt zijn gebeurd. Het klopt dat ik ooit stewardess was, maar ik wilde daarmee stoppen omdat dienstverlening niet bepaald mijn grootste talent was. Ik had psychologie en communicatiewetenschappen gestudeerd en deed het voornamelijk om goedkoop te kunnen reizen. Als ik terugkwam van mijn werk, kocht ik een ticket en vertrok ik bijvoorbeeld voor een week naar het Himalayagebergte. Zo kwam ik ook in landen waar conflicten sluimerden en waarvan ik dacht: daarover wil ik schrijven. Schrijven was altijd mijn stiekeme wens, maar ik had ontzag voor de wereld van de journalistiek. Ik dacht dat het een vak was dat alleen heel bijzondere mensen konden doen. En toen reisde ik in 1989 naar Cambodja – een land waar ik tijdens mijn studie een werkstuk over had gemaakt. Ik ging uit nieuwsgierigheid, op het historische moment dat het Vietnamese leger, dat het schrikbewind van de Rode Khmer had verjaagd, zich daar terugtrok. De hele wereldpers dook op Cambodja en ik belandde als wannabe in dat mediacircus en kwam

96

Demonstratie van stamleiders in Kabul

Bij het oorlogsmuseum in Kabul

journalisten tegen die minder over de situatie wisten dan ik. Ik dacht: als zij hierover kunnen berichten, dan kan ik het ook. Dus toen ben ik het gewoon gaan doen.”

FOTO THORNE ANDERSON

Ik ben getuige geweest van veel leed, maar heb ook geweldige mensen ontmoet, inventieve overlevers met veel veerkracht en humor, diedie er het beste van maakten. Hoop en humor waren hun beste wapens.

als geschiedenis wordt geschreven. Als je daarvan hebt geproefd, geef je dat niet zo makkelijk op.”

FOTO THORNE ANDERSON

Maar de eerste keer dat ik met gewapende strijd in aanraking kwam, merkte ik dat ik het hoofd koel hield. Je mag best bang zijn, dat is menselijk, maar je moet niet in paniek raken. Ik bleek niet zo gevoelig voor paniek en ik kon vrij goed opereren in dat soort gebieden. En als freelancer denk je toch: waar ligt mijn meerwaarde? Je wilt niet precies hetzelfde doen als de andere verslaggevers. Ik was bovendien diep onder de indruk van wat je meemaakt in oorlogssituaties. Mensen leven dan op het scherpst van de snede: je maakt menselijk gedrag mee in zijn beste maar ook zijn aller slechtste verschijningsvormen. Dat fascineert me. En dan is er nog het grootse gevoel dat je er bij bent

Reportage buitenland

Welke reis staat je het meeste bij van alle reportagereizen die je hebt gemaakt? “Ik was in Oost-Timor toen het Indonesische leger daar een geweldcampagne begon tegen de bevolking omdat die onafhankelijkheid wilde. Ik verbleef daar met een klein groepje journalisten en wij konden dat verhaal blijven vertellen. Daardoor is uiteindelijk een internationale troepenmacht naar het eiland gekomen en hebben we daadwerkelijk iets kunnen betekenen voor dat land. Meestal kun je dat als journalist niet. Je stuurt je stukken de wereld in omdat je vindt dat mensen het moeten weten, maar verder blijft vaag wat je echt teweegbrengt met die verhalen. “Ook Syrië is me erg bijgebleven. Ik merk dat ik dat land moeilijk kan loslaten, terwijl ik het helemaal niet goed ken. In het voorjaar van 2014 ben ik naar Aleppo gegaan omdat ik wilde weten wat er was geworden van de jonge mensen die daar de barricades opgegaan waren om vreedzaam te demonstreren tegen het regime. Waar waren die gebleven? Dat ben ik gaan uitzoeken en dat kostte heel veel moeite. Uiteindelijk ben ik in het oostelijke deel van Aleppo beland en bleken die mensen

daar nog te zitten. Ze waren verbaasd me te zien, want er waren allang geen journalisten geweest. “Terwijl ik daar was, werd de stad nog voortdurend gebombardeerd. Het was een reis door zoveel vernietiging. Ik dacht dat ik het gezicht van de oorlog wel kende, maar dat bleek niet zo te zijn. Het schokte me diep dat mensen daar tussen die puinhopen leefden, in een oorlog die zó niets ontziend was – dat had ik nog niet eerder meegemaakt. Burgerdoelen zoals ziekenhuizen werden systematisch gebombardeerd. Ik ben in een van die ziekenhuizen geweest en zag de totale waanzin daar. Artsen die rondliepen als slaapwandelaars omdat ze maar bleven doorwerken met nauwelijks middelen, terwijl het dak van het ziekenhuis er al af was geschoten.” Droom je ervan? “Nee, wonderlijk genoeg niet. Maar ik denk er wel heel veel aan.” Je bent een vrouw, is dat een voordeel of een nadeel in dit vak? “Het is een voordeel. In traditionele gebieden kom je zowel de mannen- als de vrouwenwereld binnen. Je bent daar een soort derde sekse, geen man en geen vrouw, dus je mag veel wat vrouwen gewoonlijk in dat soort landen niet mogen. Bovendien heb je als vrouw een OPZIJ 2020

97


Oorlogsverslaggever

Oorlogsverslaggever

de-escalerende werking, je roept niet zo snel agressie op. Mensen praten ook makkelijker over oorlogshandelingen die heel gevoelig liggen, zoals verkrachtingen, met een vrouwelijke verslaggever. Bovendien kom je als vrouw in een boerka makkelijker langs controleposten. Ik heb ook nog een vrij donker uiterlijk en kan makkelijk voor lokaal doorgaan. In Aleppo begonnen mensen vaak in het Arabisch tegen mij. “De verhalen van vrouwen in oorlogsgebieden zijn belangrijk, omdat zij de boel draaiende moeten houden. Daar zijn ze vaak niet stoer over. De impact van oorlog is enorm op vrouwen in een omgeving waar je als alleenstaande vrouw weinig steun ondervindt. En het menselijke gevoel, dat ik zoek voor mijn verhaal, delen zij makkelijker met je. “Maar ook mannen kunnen je delicate dingen vertellen. Het gaat erom dat je echt in een verhaal investeert en veel tijd met hen doorbrengt. Ik ben in die zin een old schooljournalist: om een verhaal te vertellen neem ik de tijd, vertraag ik. Dan blijkt dat ook mannen met die oorlog heel wat meer op hun bordje hebben dan alleen de trekker overhalen. Met name artsen en reddingswerkers. Het doet iets met je als je dag in dag uit mensen onder het puin vandaan moet trekken.” Wat heeft bijna dertig jaar oorlogsjournalistiek je gebracht en wat heeft het je gekost?

FOTO SOUHA BARKALLAH BAAROUN

Dat gevoel van dreiging, dat idee dat je niet alles onder controle hebt, heeft voor mij iets vertrouwds. “Het heeft me veel mooie momenten gebracht, ondanks de oorlog. Ik ben getuige geweest van veel leed, maar heb ook geweldige mensen ontmoet, inventieve overlevers met veel veerkracht en humor, die er het beste van maakten. Hoop en humor waren hun beste wapens. Ik heb gezien wat mensen kunnen in tijden van crisis, dat ze alles op alles zetten om een ander te redden of het laatste wat ze hebben met een ander delen. Dat ze boven zichzelf uitstijgen. Ik dacht laatst nog aan de Birmese schilder Htein Lin, die in de gevangenis in het diepste geheim schilderijen maakte op de oude gevangenispakken van zijn medegevangenen als ze nieuwe hadden gekregen. Die schilderijen zijn 98

de gevangenis uit gesmokkeld en bewaard door de Britse ambassadeur. Later, toen hij vrijkwam, is hij die schilderijen bij haar gaan ophalen en zijn ze verliefd op elkaar geworden. Hij is inmiddels wereldberoemd. “Iemand die ik ook nooit meer zal vergeten is die cellist die, toen er zoveel bomaanslagen waren in Bagdad, op die plekken ging spelen om schoonheid te brengen waar verwoesting was geweest. In elk land waar ik heb gewerkt, wonen mensen die ik nooit meer vergeet. Vaak houd ik de contacten aan. Mensen zijn nooit alleen maar leveranciers van verhalen. Dat is een enorme rijkdom. “Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is te berichten over wat er gebeurt. Als mensen niets weten, kunnen ze nooit iets veranderen. Zeker in deze tijden van populisme, nationalisme en het sluiten van grenzen, denk ik: ik gooi dat luik open, ik bied de lezers die blik op die verre gebieden, ik laat ze zien waar die mensen vandaan vluchten. Dit werk maakt me er ook erg bewust van dat ik het heb getroffen in het leven. En ik heb erdoor geleerd dat het wel raar moet lopen, wil ik me niet weten te redden. Moed is iets wat je kunt oefenen. Be strong. Ik heb zoveel meegemaakt in verre oorden. Ik denk aan die keer dat ik opgesloten zat in het mortuarium van Bagdad – ik kon niet weg omdat er rondom werd gevochten. Of het moment dat ik wegreed uit Aleppo en een sluipschutter op de auto schoot – de kogel ging net achter de kofferbak langs. In Oost-Timor belandde ik midden in een schietpartij en moest ik in een rivier springen om aan de kogels te ontkomen. Ik Irak schoten Amerikaanse soldaten ons bijna overhoop omdat ze ons voor de tegenpartij aanzagen. Maar dat vervliegt allemaal, dat blijft niet bij me. Ik heb geen last van trauma’s. Ik ben geen adrenalinejunk, daar ben ik te bedachtzaam voor, maar ik houd wel van de intensiteit van dit werk. Ik merk nu, tijdens de coronacrisis, dat ik al een generale repetitie heb gehad. Ik heb al binnen gezeten in oorlogsgebieden omdat we omsingeld waren of iets dergelijks. Dat gevoel van dreiging, dat idee dat je niet alles onder controle hebt, heeft voor mij iets vertrouwds. “Als je me vraagt wat het me heeft gekost, dan zeg ik: verdriet soms, over dat de wereld zo is. Dat mensen zulke vreselijke dingen moeten meemaken en dat ik erover kan schrijven, maar niet echt iets kan doen. Ik leef nooit helemaal hier, er zit altijd een andere wereld in mijn hoofd.” O OPZIJ 2020

99


Interview

SERIAL

WRITER

Interview

Al twintig jaar lang spant de Karin Slaughter (1971), beter bekend als de Queen of Crime, de kroon met haar bloedstollende thrillers. Ze houdt er een moordend tempo op na. Jaar na jaar pubwiceert ze bestseller na bestseller. Net als alle jaren hiervoor zou ze weer naar Nederland komen, maar ook haar trip werd door corona doorkruist. Maar zodra het kan, komt ze hier om haar trouwe fans weer te bezoeken. Haar jubileumjaar wordt gevierd met, hoe kan het ook anders, een boek over Will Trent en Sara Linton. Verzwegen is onverminderd spannend en brengt de lezers terug naar Grant County, waar het twintig jaar geleden allemaal begon. DOOR NINA K LA A S S E N

W

at jammer dat je juist in je jubileumjaar niet naar Nederland kunt komen! Nederlandse lezers zijn vanaf het begin al verknocht geweest aan je boeken. Hoe voelt het om juist dit jaar niet langs te kunnen komen? “Ik vind het zelf ook heel jammer! Ik ga al vanaf het begin naar Nederland en Vlaanderen. Soms zelfs twee tot drie keer per jaar. Het is erg teleurstellend dat ik deze gelegenheid niet kan vieren in mijn carrière in twee landen die mijn carrière hebben gemaakt tot wat ze is. Ik ben teleurgesteld, maar ik hoop dat er een wonder zal gebeuren. Zodra ze zeggen dat het goed is om te gaan, ga ik.” Zit je momenteel zelf in quarantaine? “Ja en ik heb nog geluk, want ik werk thuis en het is gemakkelijk voor mij om thuis te blijven. Ik vind het fijn om alleen te zijn, dus voor mij valt het allemaal nog wel mee. Ik zou me anders voelen als ik mijn katten niet kon voeren en mijn hypotheek niet kon betalen. Ik vind het wel vreemd om te zien dat het een politiek ding is geworden.” Hoe zie jij dat terug in je thuisstaat Georgia? “Tja, je kent Georgia. Onze gouverneur is een idioot. Hij

100

is een van de eerste mensen die zei: ‘Oké, quarantaine is niet leuk dus laten we er maar gewoon mee stoppen.’ Gelukkig heeft toen een groot deel van de staat gezegd dat we dat mooi niet gaan doen. Maar je merkt wel dat de VS in politiek opzicht erg verdeeld is. Staten met Democratische gouverneurs volgen de wetenschap en staten met Republikeinse gouverneurs volgen de politiek. Ik denk dat dat in Nederland heel anders is. Het Nederlandse volk begrijpt en omarmt de wetenschap. Dat is heel anders in de VS, waar eigenlijk al sinds Ronald Reagan een enorme afname is in het vertrouwen in de overheid en in de wetenschap. Het is ook niet voor niks dat de anti-vaccinatiebeweging in de VS is ontstaan, alleen omdat een ex-playboybunny zei dat vaccinaties autisme veroorzaakte.” In het begin van het boek spreken studentes bijna terloops over rape hour waarin je als vrouw dus beter niet buiten kan zijn. Denk je dat vrouwen dat soort dingen te veel hebben genormaliseerd? “Ik denk dat veel vrouwen er grapjes over maken als een OPZIJ 2020

101


Interview soort talisman om zich ertegen te beschermen. Vrouwen denken de hele tijd na over de manieren waarop ze aandacht op zichzelf vestigen. Als je over straat loopt en je ziet een groep jonge mannen, dan probeer je zo min mogelijk de aandacht te trekken. Alleen al het idee dat als je je handen door je haar haalt iemand kan denken dat je met hem flirt, is heel beangstigend. Maar het zijn wel dingen die in het echte leven gebeuren. Mannen hoeven daar nooit over na te denken. Ik herinner me dat ik een golf-les nam van een hele aardige man. Hij zei dat als ik wilde oefenen ik rond vijf uur het beste naar de golfbaan kon komen, want dan was er niemand aanwezig. En ik zei: ‘Wauw, het moet fijn zijn om nooit bang te zijn verkracht en ontvoerd te worden’. Hij keek me aan of ik gek was geworden. Maar helaas is dat wel gewoon iets waar je aan moet denken.” Je neemt ons in dit boek ook deels mee terug naar Grant County en terug het verleden in. We zien ook Jeffrey weer terug. We zagen daardoor ook hoe groot het verschil eigenlijk is tussen Jeffrey en Will. Is dat iets wat je wilde laten zien? “Het was het moeilijkste deel van het boek omdat ik zowel van Jeff rey als van Will houd. En Jeff rey is er natuurlijk niet meer om zichzelf te verklaren. Ik wilde dat mensen na het lezen van dit boek denken: ‘Oh, ik mis Jeff rey, maar ik hou van Will’. Het zijn ook hele verschillende mensen. Ik ben al bijna dertig jaar samen met dezelfde persoon. Het is heel moeilijk voor me om te bedenken wat ik zou doen als haar iets zou overkomen. Hoe zou ik daar ooit mee om kunnen gaan? In dit boek bedacht ik me dat je eigenlijk alleen maar verder kan gaan als je niet meer bent wie je was toen je met die partner was. Hoe ik met mijn partner ben, ben ik met niemand anders. Ik denk dat je jezelf als het ware moet herscheppen als je iemand verliest die belangrijk voor je was. Dat geldt niet alleen voor echtgenoten maar ook voor ouders of iemand anders die dicht bij je staat. Dat verlies verandert je.” Sara is nu ook een heel ander persoon dan toen ze samen was met Jeffrey. Als ze zichzelf op een video terugziet, ziet ze ook dat ze met veel meer zekerheid sprak en daar wel van schrok. “Helaas moet je ouder worden om je te realiseren dat je niet altijd gelijk hebt, haha. Als je jong bent ben je er zo zeker van dat alles wat uit je mond komt de waarheid is. Het lijkt alsof dat andersom zou moeten zijn, dat je zekerder wordt als je ouder bent. Maar zo werkt het niet. Als je ouder wordt, zie je dat mensen fouten maken. Je verliest mensen en ziet dat je niet altijd gelijk hebt. Iedereen moet fouten maken en je groeit pas als je daarvan leert. En natuurlijk zijn er dingen die niet veranderen. Van bepaalde dingen kun je me nooit overtuigen. Je kunt me er nooit van overtuigen dat het niet goed is om een kind te vaccineren. Maar, ik denk dat als je politieke verschillen kunt begrijpen ze tot een diepere acceptatie kunnen leiden. In plaats van alleen 102

Interview om te schrijven over haar herstel en hoe ze haar familie om zich heen had, hoe dat haar zoveel heeft geholpen en dat ze erover sprak. Veel vrouwen praten er nooit over. Ik bedoel niet per se in het openbaar, maar gewoon met iemand. Je ziet dit ook in de scène waarin Sara heel boos is op Jeffrey en hij niet begrijpt waarom ze zo kwaad is. Als ze maar tegen hem had kunnen zeggen: ‘Kijk, dit is mij overkomen. Daarom ben ik hier zo boos over. Ik ben een vrouw voor wie je veel respect hebt en mij is dit ook gebeurd. Misschien verandert dat je kijk op wat voor soort vrouw een ‘rapeable woman’ is’.”

‘Het is ook niet voor niks dat de anti-vaccinatiebeweging in de VS is ontstaan, alleen omdat een ex-playboybunny zei dat vaccinaties autisme veroorzaakte.’

maar alles zwart of wit te zien, kun je dan hopelijk ook de grijze delen zien.” Heb je het gevoel dat jij als schrijver de afgelopen twintig jaar ook bent veranderd? “Jazeker. Toen ik begon met het schrijven van dit boek, begreep ik dat pas echt. Ik herlas Nachtschade (haar debuut – red.) en om eerlijk te zijn kon ik het bijna niet meer lezen. Ik vond het echt vreselijk. Het is echt moeilijk om twintig jaar terug te gaan. Ik denk dat als mensen hun essays teruglezen die ze als student schreven ze hetzelfde zullen ervaren. “Maar wat me echt veraste toen ik dat teruglas, is dat Jeff rey heel vaak het recht in eigen hand nam. Ik schreef Nachtschade voor de terroristische aanslagen op 11 september 2001. Toen leefde het idee dat als je als politie het recht in eigen hand nam, je nog steeds de good guy was. Maar nu vinden we dat dat niet meer kan. Er is ook zo vaak sprake van tunnelvisie in politieonderzoek waar ik eigenlijk nooit echt op had gefocust. Ik realiseer me dat dat een enorm privilege is. Ik hoef me als witte vrouw geen zorgen te maken om politiegeweld. Als ik een rondje hardloop hoef ik niet bang te zijn neergeschoten te worden door een ex-politieagent en zijn zoon. We leven nu ook in een totaal andere wereld. Daar dacht ik dus wel aan bij het schrijven van dit boek. En ik wilde het geweld terugbrengen, de duisternis en de nabijheid van de Grant County-boeken. Daar hadden de personages ook meestal een persoonlijke band met Jeff rey of Sara en haar familie, want het is een hele kleine stad. Dat gevoel wilde ik graag terugbrengen.” Vind je het nooit lastig om over zulk gruwelijk geweld te schrijven? “Niet per se eigenlijk, omdat ik de controle heb over hoe ik over een situatie schrijf. Ik weet wat er daarna komt. Ik denk dat angst vaak komt doordat je niet weet wat er gaat gebeuren. Dus toen ik die scènes schreef, heb ik er goed over nagedacht. En heel vaak trek ik me ook wel terug, dan hint ik naar wat er gebeurt. Maar lezers laten daar hun eigen angsten op los. Dat is ook het geweldige aan het lezen van een boek, het gaat niet alleen om de

woorden die je leest, maar ook om je eigen verbeeldingskracht. Maar ik ben wel voorzichtig als ik gruwelijke dingen schrijf. Het moet niet ter amusement zijn, het moet een doel hebben. Ik wil nooit in een situatie terechtkomen waarin ik een gewelddadige scène beschrijf, gewoon omdat het kan. Ik wil dat het het verhaal voortstuwt, ik wil dat het de lezer een dieper begrip geeft van wat er gaande is.” Je schreef ook in dit boek weer veel over de nasleep van verkrachtingen. Je zag ook hoe verschillend Sara en Tommi met hun trauma waren omgegaan. Waarom is het belangrijk voor jou om te schrijven over de nasleep van seksueel geweld? “Het gaat eigenlijk om de posttraumatische stress die dit soort geweld met zich meebrengt. Ik vind het belangrijk om over te praten. Ik ben wel heel voorzichtig om Sara als een soort tegenwicht te gebruiken voor andere slachtoffers. Sara begrijpt zelf als wetenschapper ook niet waarom ze zo heeft kunnen herstellen, terwijl dat andere vrouwen misschien nooit lukt. Het was belangrijk voor mij

Vanaf het begin van je carrière twintig jaar geleden heb je elk jaar een boek gepubliceerd. Hoe kijk je daar op terug? Denk je weleens: hoe heb ik dat voor elkaar gekregen? “Heel vaak, haha. Het is ook wel gek want soms zegt iemand: ‘Oh ik heb net een boek van je gelezen!’ En dan moet ik vragen wat de plot ook alweer was. In mijn kantoor heb ik een grote kast waar al mijn boeken in staan. Het is als een trip down memory lane om daarnaar te kijken, bijna alsof ik naar foto’s van de middelbare school aan het kijken ben. Het is wel lastig omdat ik nog steeds het gevoel heb dat ik 32 ben. Ik zie er niet uit als 32 en mijn knieën voelen zeker niet zo, maar het is gek om te bedenken dat er zoveel tijd voorbij is gegaan. Ik denk dan weleens aan een evenement waar ik met Mary Higgins Clark was. Ze was een geweldige schrijver en een geweldig mens. Na het evenement mochten we boeken signeren. Zij had zeker duizend mensen in de rij staan en ik maar twee. Mensen brachten stapels boeken voor haar om te signeren. Ik zei toen tegen haar dat ik hoopte dat ik ooit zoveel boeken zou kunnen schrijven. Toen zei ze: ‘Het moeilijke is dat je ouder moet worden om dat te kunnen doen.’ Nu weet ik wat ze bedoelde. Dan vraag ik me af: waar zijn deze twintig jaar gebleven?” Verzwegen ligt vanaf 9 juni in de winkel. O OPZIJ 2020

103


KUNST & CULTUUR

Column Etchica Voorn

O

JU

L IE

BL I

K

Etchica Voorn (1963) is talentcoach, auteur en blogger. Ze won in juni 2018 de OPZIJ literatuurprijs voor haar autobiografie Dubbelbloed. Ze woont met haar man en zoon in Amsterdam.

FO

T

AUTOMATISCHE PILOOT

E

en forse man komt aanslenteren. Vettige zwartgrijze slierten zijn vanaf de zijkant over zijn schedel gekamd. Hij loopt dwars door de rij mensen, snuit luidruchtig zijn neus en sjokt onverstoorbaar richting de zijkant van onze groenten- en fruitkraam. Zijn snotlap stopt hij weg in zijn jaszak. Nét als hij met zijn besnoten hand in de kist met Elstar appels wil graaien zeg ik: “STOP! Méneer, u mag de appels niet zelf pakken en wilt u please achter in de rij aansluiten?” Ik wenk streng met mijn hoofd naar de slinger mensen, die, met anderhalve meter afstand van elkaar én de kraam, zeker vijftien meter lang is. Verongelijkt kijkt hij me aan, haalt zijn schouders op en loopt mopperend weg. Samen met de lange rij wachtende klanten haal ik opgelucht adem. De automatische piloot, het onbewuste gedrag van mensen is alomtegenwoordig. De noodgedwongen lege vierkante straatmeters zijn als een enorme spiegel, waarin ons doen en laten wordt uitvergroot. De jogger die recht op mij af loopt zonder een duimbreed uit de weg te gaan, terwijl we tig duimen breed afstand moeten houden. De slalom tijdens het boodschappen doen. Enerzijds door de smalle winkelpaden, anderzijds vinden veel winkeldieren tachtig centimeter meer dan voldoende. Ik ben blij als ik de kassa haal en nahijgend van de spanning veilig thuis ben. Het geeft onrust om mijn medemens continu als potentieel gevaar te zien in plaats van

104

als iemand waar ik tegenaan kan kletsen of mee kan ginnegappen. Dat is namelijk míjn automatische piloot. Met (vreemde) mensen in gesprek gaan, grapje hier, grapje daar en als het even kan een stevige brasa om het áf te maken. Het is verleden tijd en dat maakt me verdrietig. Gelukkig ben ik getrouwd met een nuchtere Jordanese groenteman, die mij met mijn poten op de grond dwingt: wees blij dat de markten voor food openblijven en hou de klanten in het anderhalve meter gareel. De strategie van Manlief is net zo eenvoudig als doeltreffend: goeie handel tegen een lage prijs, zodat mensen met grote én kleine portemonnee de benodigde portie vitaminen in kunnen slaan. Soms geeft hij producten ‘weg’. Dat wil zeggen dat hij er geen dubbeltje op verdient, ook al heeft hij de boel ingekocht, ingeladen, met de bestelbus vervoerd naar de markt, uitgeladen én uitgestald. “Je moet je klanten wat gunnen,” is zijn devies, “en het trekt mensen.” Als de rij niet meer aangroeit en mijn rol als marktvrouw erop zit, raadpleeg ik mijn hart en drop bij de persoon die in me opkomt een tasje fruit voor de broodnodige opbouw van coronaweerstand. Dit keer bij mijn oudste neef van vijfenzeventig. Mijn plan om aan te bellen, het tasje vitaminen voor zijn deur te zetten en meteen rechtsomkeert te maken is een onmenselijke taak. Met zijn alzheimer vergeet hij steeds waarom de anderhalve meter afstand nodig is en dat hij daarom geen bezoek mag

ontvangen. Hij kijkt zó verdrietig en verbouwereerd, dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen direct te vertrekken. Ik ga naar binnen en zeg: “Ga jij op de bank? Dan ga ik aan tafel zitten.” “Boi, Chica,” roept hij verrast uit, als hij in het plastic tasje kijkt, “manja!” Manja is de Surinaamse benaming voor mango. Bij het zien van het tropische fruit is hij terug in zijn jeugd en begint een verhaal te vertellen over een grote manjaboom op een of ander erf in Paramaribo. De takken, gebukt onder de zware bolle vruchten met groene schil, maakten een steeds diepere buiging, en hij plukte als jongetje stiekem een paar stuks en ging er hard met zijn buit vandoor. Zoals altijd vertelt hij over mijn vader, met wie hij als een broer is opgegroeid in Suriname. Hoe langer mijn vader dood is, hoe meer ik smul van deze verhalen. We hebben een onvergetelijk anderhalf uurtje, alhoewel hij binnen de kortste keren niet meer weet dat hij manja gegeten heeft, en waarschijnlijk weet hij niet meer dat ik geweest ben. Maar ín het moment smaakten de herinneringen zoeter dan het fruit. Ik voel een verbondenheid met een bewustzijn in het hier en nu, waar menigeen jaloers op kan zijn. Ik sta op om weg te gaan. In de hal zwaaien we met beide handen naar elkaar, en alsof het niet genoeg is, werpen we elkaar handkussen toe. Een absurd gezicht en we lachen. Zijn ogen glimmen, ik voel de mijne prikken terwijl ik de lift in stap. O

Met onder andere

BOEKEN

FILM/TV

KUNST

REIZEN

• Moderne Etiquette • Stofzuigen in het Donker • Wij zijn Angela • Zonder Publiek

• Julianne Moore • Carol • Lemon Tree • The Duchess

• Hier. Zwart in Rembrandts tijd • This is Surrealism! • Martin Jarrie

• Drenthe

OPZIJ 2020

105


Kunst & cultuur Interview

Kunst & cultuur Interview Het begint eindelijk een beetje bij haar in te dalen. De 28-jarige Lisa Ostermann won in februari met glans de 33e editie van het Leids Cabaret Festival: de jury, de publieks- én de studentenprijs. Ook nog eens als eerste vrouw in vijftien jaar tijd. “De eerste twee weken na het winnen van die prijs werd ik elke dag zó blij wakker, ik was net een acht-jarig kind op z’n verjaardag!” En dan nu eindelijk weer het theater in. DOOR M A RIJ E VA N RE S T

G

efeliciteerd met deze mooie prijzen! Had je verwacht dat je zou winnen? “Nee, (aarzelt), nou ik denk dat ik het er wel…”

Je was het er uiteindelijk wel mee eens? Dat mag je zeggen hoor haha. “Ja, haha. Maar… ik heb al eerder aan zo’n festival meegegaan, het Amsterdams Kleinkunst Festival. Toen moest ik er bij de halve finale uit, terwijl ik toen juist dacht dat ik er best goed voor stond. Dus dat vond ik best wel pittig. Waardoor ik me nu zó had voorgenomen om alleen maar bezig te zijn met de inhoud, met wat ik wilde vertéllen in de voorstelling en niet bezig te zijn met het wedstrijdelement. En dat is best goed gelukt.”

PRIJS

SCHIETEN

106

Dat lijkt me best eng. Je start net met je carrière, je staat meteen voor een jury en dan gaat het meteen over winnaars en verliezers. “Ja. Het is een hele gekke concentratie. Ik heb ook heel lang getwijfeld of ik mee moest doen. Zeker na dat vorige fiasco. Je kunt wel aan twee festivals meedoen, maar drie is wel een beetje sneu. Dus ik heb me pas op de allerlaatste dag aangemeld voor het Leids Cabaret Festival.” Heb je veel dingen anders gedaan deze keer? “Ik wilde dit keer een duidelijker thema, een duidelijke lijn. De vorige keer zag de jury een heel ander thema in mijn voorstelling dan ik er zelf in zag. Dat wilde ik niet meer. Ik wilde dat niemand iets anders zou zeggen dan wat ik zelf dacht dat het thema was. Bovendien speel ik in deze voorstelling piano, dat deed ik eerst niet. Daarvoor heb ik een jaar lang, elke dag, keihard gestudeerd. Ik schreef eerder wel liedjes. Ik kan die zelf componeren, maar meer omdat ik goed ben in wiskunde. Welke

akkoorden het moesten zijn kon ik bedenken en dan moest iemand anders het uitvoeren. Maar nu kan ik het zelf. Dat wil zeggen: alleen de liedjes die ik in de voorstelling speel, haha.” Je bent de eerste vrouw in vijftien jaar die het Leids Cabaret Festival wint. Wat vind je daarvan? “Ik vind het op zich wel vet. Het is zeker weer tijd voor een vrouw. Tegelijkertijd hebben bij de andere twee grote Nederlandse cabaretfestivals – Cameretten en het Amsterdams Kleinkunst Festival – de afgelopen jaren wél regelmatig vrouwen gewonnen. Dus misschien is het ook een beetje toeval dat dit bij het Leids Cabaret Festival nog niet het geval was. Dat neemt niet weg dat er nog steeds meer mannen dan vrouwen in het cabaret actief zijn. Maar we zijn wel aan een goede opmars bezig. Er zijn nu echt veel jonge cabaretières die het goed doen.” Ik moest erg lachen toen je het Menstruatielied in je voorstelling afkapte. Was dat bewust? “Ik denk dat het vooroordeel over vrouwelijke cabaretiers is dat er allerlei liedjes komen over typisch vrouwelijke zaken. Mijn Menstruatielied is daar inderdaad OPZIJ 2020

107


Kunst & cultuur Interview

‘“Vrouwen willen altijd een man met humor. En mannen zeggen ook dat ze een vrouw met humor willen. Maar dan bedoelen ze eigenlijk dat ze een vrouw willen die om hun grappen lacht.” Dat zei mijn vriend haha.’ een goed voorbeeld van. Dat zet ik in, maar maak ik niet af. Dat doe ik bewust. Ik wilde ontkrachten dat er bij een vrouwelijke cabaretier per se allemaal van dat soort liedjes komen. Verder merk ik nu ook tijdens de tournee dat veel mensen haast verbaasd zijn over het feit dat ze het zo grappig vonden. ‘Want ik vind vrouwelijke cabaretiers anders nooit grappig,’ hoor ik dan.” Zeggen mensen dat serieus nog steeds? Ik dacht dat dat iets van voorbije tijden was? “Ja, ik denk dat het een diepgeworteld vooroordeel is. Het laat zich daarom ook heel makkelijk bevestigen, zoals dat nu eenmaal gaat met vooroordelen. Mensen zien één vrouwelijke cabaretier die ze niet grappig vinden en dan denken ze: ‘Zie je wel!’ Terwijl als ze een man zien die ze niet grappig vinden, dan koppelen ze dat helemaal niet aan het feit dat hij een man is. Dan denken ze gewoon deze cabaretier is niet grappig.” Ben je bewust bezig met je vrouw-zijn als je een voorstelling maakt? Heb je het idee dat je als vrouw misschien net een ander perspectief hebt? “De grap is: ik denk juist dat het helemaal niet zo relevant is om te kijken naar verschillen tussen mannen die grappen maken en vrouwen die grappen maken. Je hebt namelijk zachte mannelijke cabaretiers en hele grove. Bij vrouwen is dat net zo. Ik denk eigenlijk dat de verschillen bínnen de genders net zo groot zijn. Wel denk ik dat het voor jongens gebruikelijker is om schaamteloos eerlijk te zijn, iets wat heel belangrijk is bij cabaret. Dat heeft toch met opvoeding en verwachtingspatronen te maken. Als je bijvoorbeeld kijkt naar meidenbladen zoals Girlz, dan staat daar altijd een rubriek in met dingen die ‘gênant’ zijn. Wij vrouwen hebben van jongs af aan toch geleerd om het mooi te maken allemaal. Om ons bewust te zijn van ‘hoe het hoort’. En dat is nou juist wat echt níet werkt op het podium. Schaamteloze eerlijkheid, dat is het enige wat werkt in cabaret.” Vinden mannen een vrouw met humor wel sexy? “Daar had ik het toevallig gisteren met mijn vriend over. Hij zei: ‘Vrouwen willen altijd een man met humor. En mannen zeggen ook dat ze een vrouw met humor willen. 108

Kunst & cultuur Interview Maar dan bedoelen ze eigenlijk dat ze een vrouw willen die om hun grappen lacht.’ Dat zei mijn vriend haha. Ik weet niet of dat waar is. Ik heb geen idee. Ik vind hem heel grappig. Ik hoop dat hij mij ook grappig vindt.” Vind jij dat niet van jezelf? “Jawel, als ik me op mijn gemak voel. Maar ik sla heel snel dicht. Dus in het normale dagelijkse samenzijn niet echt. Echt met mijn eigen mensen, ja dan wel…” In de voorstelling vertel je ook veel over je familie en over de scheiding van je ouders toen je acht was. “Familie is een heel boeiend concept, zeker als je – zoals ik – meerdere (stief)families hebt. In hoeverre moet je nou doen wat ze willen? In hoeverre niet? Is het de bedoeling dat je meegaat naar allerlei dingen waar je eigenlijk gewoon geen zin in hebt? “Er zit een scene in mijn voorstelling die speelt bij mijn vader - overtuigd Baudet-stemmer - en mijn stiefmoeder thuis. Ik heb daarvoor alle ongemakkelijke dingen uit al mijn families bij elkaar gezet. Natuurlijk wordt alles in de voorstelling flink uitvergroot, maar het basisgevoel klopt wel. We hebben gewoon niet altijd veel gemeen en dat is soms best ingewikkeld. “Mijn vader is taxichauffeur en daar maak ik in de voorstelling een paar grappen over. Als kind vond ik namelijk dat dat beroep net zo cool was als dokter. Hij heeft immers een fucking mooie auto en een mooi pak aan! Maar daar dachten ze in Amsterdam Oud-Zuid anders over haha…” Was de scheiding van je ouders een issue voor je? “Een derde van de kinderen heeft zoiets meegemaakt. Het is natuurlijk allemaal heel overkomelijk. Maar ik denk wel dat ik me er snel bewust van werd dat ik door me op een bepaalde manier te gedragen de ene ouder tevreden hield. En dat ik de ander tevreden hield door me op een andere manier te gedragen.”

Dat pleasen van anderen. Ben je daar gevoelig voor? “Ik heb daar gewoon veel last van in mijn leven. Bij de dingen die ik hiervoor heb proberen te maken, liep het daar vaak op stuk. Ik luisterde te veel naar wat mensen zeiden dat ik moest doen. Daar ging ik best wel ver in. Toen een regisseur eens vond dat de liedjes niet goed waren, heb ik geprobeerd alle muziek uit de voorstelling te halen. Ik ben echt gevoelig voor de mening van mensen die ‘er al zijn’. Dus voor mijn laatste voorstelling had ik bedacht: dat gaan we nu gewoon niet doen. Ik ga alleen maar zelf alle beslissingen nemen. En nu gaat de voorstelling over dat het nemen van mijn eigen beslissingen in mijn sociale leven nog niet zo goed lukt.” Zijn er al plannen voor na de finalisten-tournee? Jazeker. De finalistentournee gaat – als het lukt nu de theaters weer

voorzichtig geopend worden – waarschijnlijk weer van start in het nieuwe theaterseizoen. Daarna ga ik een jaar lang mijn avondvullende programma maken waarmee ik op tour ga.” Bestaat er zoiets als mentorschap, of zusterschap tussen vrouwen onderling? “Niet per se. Maar eigenlijk hoeft dat van mij ook niet zo. Ik hou er ook wel van om dingen zelf te doen en te regelen en ik werk het liefst in mijn eentje. Ik heb wel het gevoel dat er nu genoeg mensen om me heen zijn die me waar nodig sturing kunnen geven. Op de toneelschool houden ze ons voor dat niemand op ons zou zitten te wachten en dat het allemaal zo hard zou zijn. Maar ik vind de praktijk eigenlijk veel zachter dan de toneelschool. By far.” O

‘Op de toneelschool houden ze ons voor dat niemand op ons zou zitten te wachten en dat het allemaal zo hard zou zijn. Maar ik vind de praktijk eigenlijk veel zachter dan de toneelschool. By far.’

Lisa Ostermann won op 15 februari 2020 de finale van de 33e editie van het Leids Cabaret Festival. De jury, onder leiding van Marloes Hakvoort, noemde Ostermanns programma ‘Wat de ander wil horen’ een ‘excellente voorstelling’ met ‘een mooie spanningsboog’. De jury prees de veelzijdigheid van actrice en zangeres Ostermann, die in 2017 afstudeerde aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie. “Lisa Ostermann had vanaf seconde één iedereen in de ban,” aldus de jury. “Ze was creatief met taal, zang, rap, dans, humor en zelfs haar haar. Elke zin, elke blik, elk gebaar zat op de juiste plaats. Lisa bespeelde haar publiek perfect en kwam zo moeiteloos weg met de schijnbaar bruuske overgangen tussen muziek en gesproken woord.” De finalistentour van het Leids Cabaret Festival is i.v.m. de coronacrisis uitgesteld, maar vindt in het nieuwe theaterseizoen waarschijnlijk alsnog plaats. Momenteel is Lisa ook te boeken voor een kleinschalig Quarantaineconcert, bijvoorbeeld voor je deur of op straat. Check hiervoor de Facebookpagina @QuarantaineConcert. OPZIJ 2020

109


Kunst & cultuur Boeken

Moderne etiquette Iedere zaterdag verschijnt in Trouw de buitengewoon lezenswaardige rubriek van dé specialist op het gebied van correct en incorrect gedrag Beatrijs Ritsema. Voor diegenen die haar niet direct daarna op internet lezen, is een bundeling verschenen van de enorme reeks aan vragen die zijn afgelopen jaren heeft behandeld. En dat zijn er nogal wat. In zes handig gerangschikte hoofdstukken leidt Beatrijs ons langs de klippen van wat heden ten dage betamelijk is – en wat niet. Zo is daar: de kunst van de conversatie, beleefdheid in tijden van sociale media, cadeaus, patchworkgezinnen, vriendschapsrelaties en het afsluitende hoofdstuk waarin eigenlijk het hele leven wordt behandeld: van kinderen krijgen tot levenseinde. Normaal is goede raad duur, maar in dit geval krijg je voor minder dan 25 euro voor de gebonden editie goede raad en veel leesplezier – of leedvermaak over andermans ellende – in huis.

Stofzuigen in het donker Ontmoet Mona, schoonmaakster met een klotejeugd, slikt meer pillen dan goed is voor haar, praat met God (BOB), en heeft het patent op het kiezen van verkeerde mannen. Mona verscheen voor het eerst op het toneel in Jen Beagins debuut Pretend I’m dead (2015), dat onder andere door O Magazine (van Oprah) werd omarmd. Haar tweede Mona-roman Vacuum in the Dark verscheen in 2018. Bij AtlasContact hebben ze beide titels vertaald en in één uitgave gestopt: Stofzuigen in het donker, onnavolgbaar grappig op z’n Amerikaans. Jen Beagin – Stofzuigen in het donker €24,99 (AtlasContact)

Beatrijs Ritsema – Moderne etiquette €24,99 (Meulenhoff)

Wij zijn Angela Hoewel Angela Merkel haar vertrek uit de Duitse politiek en dus als belangrijk leider van ons vrije Westen ruimschoots van tevoren heeft aangekondigd, zijn ze in Duitsland blij dat ze deze inhoudsdeskundige in tijden van coronacrisis nog aan het roer hebben staan. Beheerst als het gaat om maatregelen en meer dan voldoende scoren als het gaat om sterftecijfers loodst La Merkel Duitsland op bewonderenswaardige wijze door deze crisis. En passant nog wat Nederlanders wegens gebrekkige capaciteit op de eigen ic’s opnemend. Zoveel krachtpatserij verdient bij het nakend afscheid een waardevol document, moeten ze bij uitgeverij Pluim gedacht hebben. De fine fleur van vrouwelijk schrijvend Nederland is daarom in de pen gekropen en heeft haar visie op de scheidend bondskanselier gegeven. Daarmee is dit boek tegelijkertijd een mooi document geworden over het politieke klimaat in Europa. Wij zijn Angela - Met een inleiding van Marcia Luyten en met bijdragen van Margriet Brandsma, Els Kloek, Cécile Narinx, Madeleijn van den Nieuwenhuizen, Devika Partiman, Wilma de Rek, Manon Uphoff, Sophie Derkzen, Floor Houwink ten Cate en Evelien van Veen. €19,99 (Uitgeverij Pluim)

Pijntje hier, pijntje daar

110

Leegstand In dit boekje dat weliswaar klein is van formaat, maar zeker niet van inhoud, verkent Aafke Romeijn haar depressies alsof het lege winkelpanden zijn. Haar donkerste dagen zijn al steden vol mislukte architectuur. En als het gaat om mislukte architectuur kunnen wij bij OPZIJ maar één oplossing aandragen: laat elke architect tenminste een jaar in zijn eigen schepping wonen, dat zal een enorme verbetering van het bouwkundig landschap teweegbrengen. Maar dat terzijde. In gedichten, proza en beeld schetst Romeijn sloop, bouw en beton. Met bijrollen voor V&D, Tilburg en Godzilla. Aafke Romeijn – Leegstand €19,99 (Arbeiderspers)

Bermdans in bruidsjurk

Van de grand old lady van de vileine man-vrouwhumor Yvonne Kroonenberg komt dit slechts twee euro kostende literaire juweeltje: Pijntje hier, pijntje daar. Over ouder worden, klagende mannen en vrouwen en vooral de auteur zelf die zich nergens spaart. Zo kennen we haar. Heerlijk.

In 2008 liften twee vrouwen, Pippa en Silvia, van Milaan naar Jeruzalem. Ze dragen bruidsjurken – het is een kunstperformance. Drie weken na hun vertrek uit Milaan verdwijnt Pippa Bacca. Niet veel later wordt haar lichaam teruggevonden in de bosjes bij Istanbul; ze is verkracht en vermoord door een liftgever. Schrijfster Sara Venema vertrok zelf op haar drieëntwintigste naar Italië, om als jongste correspondent ooit voor de Volkskrant te gaan schrijven. Ze stuitte op het verhaal van Pippa en ging op onderzoek. Wat ging er mis? Waren ze naïef? Domme pech? En waarom liften de zussen van Pippa Bacca nog steeds, alsof er niets is gebeurd?

Yvonne Kroonenberg – Pijntje hier, pijntje daar €1,99 (For Books)

Sarah Venema – Bermdans in Bruidsjurk €18,99 (Querido) OPZIJ 2020

111


Eye Filmmuseum

Kunst & cultuur Boeken

Wat zit je haar goed! Iedereen liegt, vooral de keiharde ontkenners. Van klein: ‘Wat zit je haar goed’, tot groot: ‘Ik ben ongeneeslijk ziek’. Bewust of expres. Van leugentjes om bestwil, misleiden, roddelen, vervalsen, frauderen, manipuleren, fantaseren, nepnieuws, smoezen verzinnen tot meineed plegen. Waarom? Omdat we ermee weg denken te kunnen komen? Gemiddeld twee keer per dag, en Donald Trump vijftien keer per dag. Annemiek van Kessel onderzocht het fenomeen en verdiepte zich in de vakliteratuur. En ze schreef een heerlijk, amusant, onthutsend en confronterend boek over liegen. Annemiek van Kessel – Wat zit je haar goed! €17,50 (Uitgeverij De Kring)

Chantal Akerman, Hotel Monterey, 1972. Courtesy Fondation Chantal Akerman and Marian Goodman Gallery, New York, Paris, London; Cinematek, Brussels. © Fondation Chantal Akerman

Eenden, appeltaarten en zwarte gaten Waarom moeilijk doen als het samen kan, vraagt Loesje, en zoals altijd heeft Loesje gelijk. Voor, tijdens en na de crisis: samenwerken is vaak de beste optie, maar het is sneller gezegd dan in de praktijk gebracht. Eenden, appeltaarten en zwarte gaten laat zien hoe we dat nu eens goed en anders moeten aanpakken. Jorien Enning, communicatiedeskundige, biedt ons verrassende invalshoeken. Het boek staat vol met opmerkelijke voorbeelden uit de werelden van sport, kunst, politiek en de actualiteit. Aan de slag ermee, allemaal. Jorien Enning - Eenden, appeltaarten en zwarte gaten € 29,99 (Lannoo Campus)

Zonder Publiek Zonder Publiek verscheen september vorig jaar en is een verhaal over de mooie en minder mooie kanten van het moederschap. Over de feilbaarheid van het leven, de kracht van verbeelding en de angst nooit goed genoeg te zijn. Maar bovenal is het een invoelende en ontroerende roman over familie en over de liefde in al haar kwetsbaarheid. Een boek dat we helaas gemist hebben bij OPZIJ, maar dat nu verfilmd wordt. De regie wordt gedaan door documentairemaakster Denise Janzée. Zij maakte de documentaires Alleen in de wereld, My Name is Nobody en Mijn moeder, de actrice Willeke van Ammelrooy. Hoofdpersoon Catherina Pecheur heeft als grande dame van het Nederlands toneel altijd in het middelpunt van de aandacht gestaan, zowel op het toneel als daarbuiten. Wanneer ze haar geheugen begint te verliezen verandert echter alles. Ineens is ze afhankelijk van de steun van haar dochter Laura. Maar die staat niet meteen open voor een moeder die er nooit voor haar is geweest. Bovendien heeft Laura zorgen om haar eigen dochter. Indrukwekkend en ontroerend en helaas voor velen van ons zeer herkenbaar.

Summer 2020

Exhibition Films, talks & events

Marjolein Beumer – Zonder publiek €19,99 (Meulenhoff) 112

OPZIJ 2020

113


Kunst & cultuur Tentoonstelling

Kunst & cultuur Tentoonstelling

‘I won't say I'm a feminist filmmaker... I'm not making women's films, I'm making

Chantal Akerman films’ (London, 1979)

Deze zomer is gelukkig – na enig uitstel vanwege de coronacrisis – in filmmuseum EYE de al lang aangekondigde grote overzichtstentoonstelling van Chantal Akerman (1950 -2015) te zien. De van oorsprong Belgische Akerman behoort absoluut tot de top van de vrouwelijke filmmakers van haar generatie en werd vooral bekend door haar manier van filmen, de slow cinema. 114

A

ls dochter van een getroebleerde Auschwitzoverlevende vertrok ze na haar jeugd in Brussel naar New York, maar niet voordat ze in Brussel wel drie hele maanden naar de filmacademie was gegaan. Ze hield het voor gezien, omdat ze de opleiding te theoretisch vond. In New York sprokkelde ze haar inkomen bij elkaar als caissière bij een pornobioscoop. Dat klinkt romantischer dan het in die tijd voor haar was. Ze debuteerde daar met Hotel Monterey (1972). Maar haar grote doorbraak kwam na haar terugkeer drie jaar later op haar vierentwintigste in België. Met de drie-en-een-half uur durende speelfilm, met de intrigerende titel Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles, maakte ze een grootse entree in de wereld van de artcinema. De film schetst met lange takes het monotone leven van een huisvrouw van wie de man is overleden, en die met haar tienerzoon leeft.

Om financieel te overleven, en wellicht uit eenzaamheid, prostitueert ze zichzelf thuis. Uit frustratie steekt ze een man met een schaar dood. Deze film, waarin het huishoudelijke werk op een tergende manier in beeld wordt gebracht, werd gezien als een feministische aanklacht tegen de patriarchale maatschappij. En daarmee werd Akerman – in weerwil van haar latere uitspraak in Londen 1979 – een feministisch icoon. The New York Times noemde de film ‘het eerste vrouwelijke meesterwerk in de geschiedenis van de cinema’. Haar grote doorbraak met mainstream films kwam in 1996 met A Couch in New York en La Captive (2000). In 2015 maakte Chantal Akerman een einde aan haar leven. Haar moeilijke, symbiotische relatie met haar moeder is ongetwijfeld van grote invloed geweest. Ze konden elkaar niet loslaten. In de woorden van Akerman: “Mijn moeder was totaal anders dan de moeders van mijn vrienden. Ze liet me nooit los. In zekere zin behoorde mijn leven haar toe.” Akerman, die met haar video-installaties de stap naar de beeldende kunst nam, was ze te zien in prestigieuze galerieën en musea in Berlijn, waar ze een grote installatie in het Joodse Museum maakte, Houston, New York en Parijs. En deze zomer dus in EYE Amsterdam. O OPZIJ 2020

115


Kunst & cultuur Film

Kunst & cultuur Film

Naakt op de schommel in The Big Lebowski van de gebroeders Coen, worstelend met vroegtijdige alzheimer in Still Alice, ditatoriaal aan het hoofd in The Hunger Games, Hugh Grant op z’n schofterig-charmantst het hoofd biedend in Nine Months, of depressief en zwanger als antihuisvrouw in The Hours, het zijn maar een paar beelden van de uiteenlopende rollen die Julianne Moore (1960) op ons netvlies heeft gebrand.

H

aar carrière begon met As the World Turns, de dagelijkse CBS-soap, waar ze halverwege de jaren tachtig de dubbele rol van tweeling Frannie en Sabrina Hughes speelde. Toen ze in 2015 op het podium stond om haar dankwoord te houden tijdens de 21ste jaarlijkse Screen Actors Guild Award-uitreiking, vertelde ze nog steeds met trots en plezier terug te kijken op die rol en die periode. Het leverde haar een groot applaus op. Na ATWT ging het rap met haar filmcarrière. Met haar bijzondere, bijna doorzichtige uitstraling was ze in meer dan zeventig films onuitwisbaar aanwezig en viel ze herhaaldelijk in de prijzen: een Oscar, een BAFTA

en een Golden Globe voor Still Alice, de Prix d’Interprétation in Cannes voor Maps to The Stars, in Venetië gehuldigd voor Far From Heaven en in Berlijn voor The Hours. Maar anderen herkennen de actrice als ambassadrice van L’Oréal, of als activiste van de beweging Time’s Up. En voor ons misschien wat moeilijker te begrijpen als medestander van Everytown for Gun Safety. Julianne Moore engageerde zich inderdaad in de strijd tegen de vrije verkoop van vuurwapens na de schietpartij in een school in Connecticut, in 2012. In een van haar laatste films Gloria Bell speelt Moore een 58-jarige vrouw die zich door niemand gek laat maken en het seniorennachtleven induikt om te dansen, te vrijen en lief te

hebben. Met een happy end. Deze hartverwarmende en succesvolle film gaat resoluut in tegen het machoidee dat vrouwen van vijftigplus niet aantrekkelijk en begeerd zouden zijn, zoals het oude Hollywood lang dacht. Op de vraag aan Julianne Moore of ze Gloria Bell een feministische film vindt, antwoordde ze: “Mijn definitie van feminisme is: vrouwen en mannen die geloven in de gelijkheid van hun sociale, economische en politieke rechten. Een vaste overtuiging dat er gelijkheid is voor alles. Dus ja: Gloria Bell is zeer zeker een feministische film.” Daar kunnen we het alleen maar mee eens zijn. O

Still Alice

Breekbaar & KRACHTIG 116

2014, Richard Glatzer en Wash Westmoreland Hoewel al even uit, blijven we deze film van harte aanbevelen. De Amerikaanse neurowetenschapper Lisa Genova bracht haar roman Still Alice in eigen beheer uit in 2007. Twee jaar later werd het boek opgepikt door een grote uitgeverij. De heruitgave werd een bestseller en verfilmd met een sublieme Julianne Moore in de hoofdrol, die er terecht een Oscar voor ontving. Alice heeft haar leven goed voor elkaar. Ze heeft een leuke man, drie volwassen kinderen en een prestigieuze baan als taalwetenschapper op Harvard University. Maar langzamerhand raakt Alice de grip op haar geordende leven kwijt. Ze vergeet afspraken, valt in de herhaling tijdens presentaties en verdwaalt tijdens haar standaard hardlooprondje. Al snel blijkt dat Alice alzheimer heeft, ook al is ze pas vijftig. Deze film leert je meer over hoe met dementie om te gaan dan de meeste standaardbrochures, zowel als patiënt als omgeving.

OPZIJ 2019/2020

117


Kunst & cultuur Film uitgelicht

Alle films uit Film uitgelicht zijn te zien bij CineMember.

MEER VAN JULIANNE MOORE

en onze online selectie CAROL – 2015 Todd Haynes Begin jaren vijftig valt de jonge fotografe Therese tot haar eigen verbazing voor de al wat oudere, getrouwde Carol, Kate Blanchett, een van de drijvende krachten achter deze film. Begin jaren vijftig was lesbische liefde nog verboden en de verstikkende moraal is treffend in beeld gebracht. De liefde tussen Therese en Carol is sterker dan de heersende moraal. Een aangrijpende, opwinden-de en ontroerende film melodrama. Gebaseerd op het destijds geruchtmakende boek The Price of Salt (1952) van Patricia Highsmith.

A Single Man

2009 Tom Ford De Amerikaanse modeontwerper Ford debuteert als filmregisseur met dit visueel fraaie, sterke drama over een homoseksuele docent Engelse literatuur die, begin jaren zestig, de dood van zijn geliefde niet te boven komt. We volgen hem gedurende de dag die wat hem betreft z’n laatste wordt. Bewerking van de roman van Christopher Isherwood met in de hoofdrol de altijd fijne Colin Firth, die hiervoor een Oscarnominatie kreeg als een man die laveert tussen melancholie en levensvreugde. Julianne Moore is mooi als altijd in haar rol als zijn beste vriendin.

Maps to the Stars

2014 David Cronenberg De nieuwe film van David Cronenberg toont Hollywood als een plek waar iedereen voortdurend acteert. Een façade van normaliteit verbergt duistere familiegeheimen, narcistische driftbuien, drugsmisbruik en sadistisch geweld. Deze Hollywood-satire is een intrigerende film zoals we van Cronenberg gewend zijn, met Julianne Moore als oudere actrice met een moedercomplex. 118

What Maisie Knew

2012 Scott McGehee en David Siegel Scheidingsdrama in New York. De zesjarige Maisie woont in een heel verantwoord appartement bij haar artistieke ouders. Wanneer die na eindloze woordgevechten uit elkaar gaan, volgt de strijd om het voogdijschap. Een bekend gegeven maar dankzij het subtiele script, de regie en fantastische acteurs is de film meeslepend en vertederend. De kleine Onata Aprile is als Maisie een hartveroverende ontdekking.

Freeheld

2015, Peter Sollett Waargebeurd sociaal-realistisch onrechtdrama. De lesbische politierechercheur Laurel en haar jongere vriendin Stacie dromen samen van huis, hond en honkbal kijken op de bank. Wat begint als liefdesverhaal verandert in een gayrechtendrama als Laurel ongeneeslijk ziek blijkt en Stacie – inmiddels haar geregistreerde partner – geen recht heeft op een partnerpensioen. Met Julianne Moore en Steve Carell, die voor een vrolijke noot als luidruchtige actievoerder zorgt.

45 YEARS – 2015 Andrew Haigh Kate en Geoff zien hun 45-jarige huwelijksjubileum bedreigd door een brief die een gebeurtenis uit een ver verleden bovenhaalt. Terwijl de voorbereidingen voor het feest gewoon doorgaan komt hun relatie steeds meer onder druk te staan. Met de geweldige Charlotte Rampling en Tom Courtenay. WERK OHNE AUTOR – 2018 Florian Henckel von Donnersmarck Met o.a. Tom Schilling, Sebastian Koch, Paula Beer, Saskia Rosendahl en Oliver Masucci. We volgen schilder (in wording) Kurt Schilling, gebaseerd op kunstschilder Gerhard Richter, in Dresden en Berlijn en worden meegenomen in zowel het nazi- als het DDR-regime. Met Sebastian Koch als gynaecoloog. Dit ruim drie uur durende epos werd door Duitse factfinders minder goed ontvangen. Daar hadden wij geen last van. Regisseur Henckel von Donnersmarck (Das Leben der Anderen) weet veel verhaallijnen vloeiend aan elkaar te knopen met die prachtige kunst op de achtergrond.

GLORIA – 2013, Sebastián Lelio Paulina García won de zilveren beer voor beste actrice in deze oorspronkelijke versie van Gloria. Wanneer Gloria, 58 jaar oud en tien jaar gescheiden, besluit niet alleen te willen blijven, ontmoet ze Rodolfo. Terwijl ze aan hun toekomst samen proberen te werken, krijgen ze te maken met een ex-vrouw en kinderen. Eerst deze film zien en daarna Gloria Bell, de remake met Julianne Moore uit 2019. LEMON TREE – 2008 Eran Riklis Een Palestijnse weduwe, mooi vertolkt door Hiam Abbass, dreigt de citroenboomgaard te verliezen die al generaties lang van haar familie is, wanneer de Israëlische minister van Defensie naast haar komt wonen. De geheime dienst eist dat het groepje citroenbomen om veiligheidsredenen verdwijnt. Salma weigert echter de schadevergoeding die door de minister wordt voorgesteld en besluit met de hulp van haar advocaat de zaak voor het Israëlische Hooggerechtshof te brengen. Geen zwaar politiek drama, maar een genuanceerde persoonlijke toon. THE DUCHESS – 2008 Saul Dibb Mooi kostuumdrama over de zeventienjarige Georgiana Spencer, Keira Knightley, die door haar moeder wordt uitgehuwelijkt aan oude hertog Ralph Fiennes, een van de machtigste mannen van Engeland. Het verhaal doet denken aan dat van Lady Di: een warme, mooie en charmante vrouw, door iedereen geliefd behalve door haar wettige echtgenoot met wie ze geen enkele connectie kan maken. Met ook de immer intrigerende Charlotte Rampling. SHOPLIFTERS – Japan 2018 Hirokazu Kore-eda Warm familiedrama over Gouden Palm-winnaar over een bij elkaar geraapte familie van kleine criminelen, die samenwonen in een klein huisje. Aan liefde is geen gebrek, geld des te meer. Ze leren van elkaar de kneepjes van het winkeldievenpad. En waar oma zich specialiseert in pensioenfraude. Geromantiseerd wordt er niet in deze film en ook de gedupeerde winkelier kan op sympathie rekenen. Met een plotselinge wending. OPZIJ 2019/2020

119


Kunst & cultuur Musea

Kunst & cultuur Musea

De musea zijn weer open! Let op: wel even van tevoren, via de website, een kaartje kopen en een tijdstip reserveren. Hendrick Heerschop, Koning Caspar, 1654 of 1659. Berlijn, Staatsliche Preussischen Kulturbesitz, Gemäldegalerie

HIER. ZWART IN REMBRANDTS TIJD.

Rembrandt huis

WAAR? Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam WAT? Ook in de 17de eeuw liepen er zwarte mensen door de Amsterdamse binnenstad, in de buurt waar Rembrandt woonde. Logisch dus dat Rembrandt en zijn tijdgenoten ze in beeld brachten. Veel van die schilderijen, tekeningen en etsen zijn nu bijeengebracht op deze tentoonstelling. Duidelijk is te zien dat de kunstenaars nog niet vast zaten aan stereotypieën van zwarte mensen die later het beeld zouden gaan bepalen. Zoals het werk van Hendrick Heerschop. Hij maakte het indrukwekkende schilderij van koning Caspar, een van de drie Bijbelse koningen die volgens overlevering uit Afrika afkomstig was. Hier kijkt de koning, te herkennen aan zijn kleding en zijn pot met wierook, het geschenk voor de kleine Jezus, ons trots en levensecht aan. WAAROM? Lang bleef dit onderwerp onderbelicht. De tentoonstelling wil impact maken. Het gaat ook over zwarte aanwezigheid en representatie in Nederland, over beter kijken en over een veranderende beeldvorming. Portretten van zwarte mensen, niet als bijfiguur, tot slaafgemaakt of als karikatuur. Het gaat hier om zwarte mensen die volwaardig worden verbeeld. WANNEER? Gelukkig, de tentoonstelling is verlengd tot en met 6 september 2020. Bestel kaarten op www.rembrandthuis.nl

En als je dan toch bij het Rembrandthuis bent, en je wilt daarna nog wat knutselen: koop dan het bouwpakket van zijn huis. Gegarandeerd enkele uren knipen-plak plezier, voor €23 www.rembrandthuis.nl

Troostkunst

Voor Schiedammers, van Schiedamse kunstenaars. Maar liefst 50 Schiedamse kunstenaars gaven gehoor aan de oproep van het museum om troost te bieden aan Schiedammers in tijden van corona. Het museum maakte van alle kunstwerken affiches en maakte een setje kaarten. Dat setje is te koop: ook leuk voor niet Schiedammers én ter ondersteuning van de kunstenaars. Ga naar jessie@stedelijkmuseumschiedam. nl en bestel een setje kaarten voor €15 (excl. verzendkosten).

THIS IS SURREALISM! THE BOIJMANS MASTERPIECES WAAR? Cobra Museum voor Moderne Kunst, Amstelveen WAT? Surrealistische meesterwerken van Salvador Dali, René Magritte, Man Ray, Marcel Duchamp en anderen, uit de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen. Veertig topstukken zijn vier maanden lang hier te zien voordat de collectie op wereldreis gaat. WAAROM? In reactie op de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog verwerpen de surrealisten de ratio. Zo maken ze droombeelden. Of tegendraadse kunst die choquerend is. Ook worden alledaagse voorwerpen ingezet om ongewone situaties te creëren. Denk bijvoorbeeld aan René Magritte. Hij schilderde een man, op de rug gezien voor een spiegel. In de spiegel wordt niet het gezicht van de man getoond, maar weer de achterkant van die man. Gek! Bovendien heet het schilderij uit 1937 ‘Verboden af te beelden’. Wonderlijk. WANNEER? t/m 27 september 2020. Wel even je bezoek plannen. www.cobra-museum.nl

Martin Jarrie

MARTIN JARRIE‘MANGER AVEC LES YEUX’ WAAR? Museum Belvédère, Heerenveen WAT? ‘Manger avec les yeux’: eten met de ogen, is de titel van de tentoonstelling, de eerst museale presentatie van dit bijzondere werk in Nederland. De kunstenaar heeft een sterke band met de natuur en het plattelandsleven, dat is terug te zien in zijn werk. Doorgesneden rode kool, een naakte vrouw die verdwijnt in een boom, een doos eieren: steeds weer die link met de natuur en het buitenleven. De tentoonstelling omvat meer dan honderd werken. WAAROM? Jarrie is in het buitenland een gevestigd kunstenaar. Zo illustreert hij Franse bladen als Le Monde en L’Observateur, maar ook de Amerikaanse New Yorker. Hoogste tijd voor de Nederlanders om ook eens kennis te maken met het museale werk van deze Franse alleskunner. WANNEER? Verlengd tot en met 28 juni 2020, dus opschieten! Ook graag vooraf kaartje reserveren. Salvador Dali, Mae West Lips Sofa, 1938. Collectie Museum Boijmans Van Beuningen. ©Pictoright Amsterdam 2020 120

OPZIJ 2020

121


OPZIJ over mannen

OPZIJ over mannen

MANNEN IN TIJDEN

VAN CORONA

OPZIJ over de mannen waar we in deze tijden niet omheen kunnen. Voor sommige van deze helden zijn we al begonnen met het aanvragen van een lintje, en helaas zijn er ook van die mannen die geheel conform hun reeds bestaande imago handelen, zich onderwijl afvragend hoe het toch komt dat ze niet op ons aller sympathie mogen rekenen. Ab Osterhaus

Youp van ’t Hek

Jort Kelder

en ‘de te dikke rokende tachtigplussers’ Vanuit zijn buitenhuis op het coronavrije Terschelling vroeg Jort Kelder zich op Omrop Fryslân hardop af, of het de economische schade waard is om ‘te dikke 80-plussers die gerookt hebben’ te redden, die waarschijnlijk ‘daarna binnen twee jaar’ toch overlijden.’ Ophef en rumoer. En hij vond de hele lockdown sowieso vooral angstzaaierij. Maar ook verbaasde hij zich over het feit dat Nederlanders zich vooral toch beklaagden over het feit dat ze geen vakanties konden plannen. 'Er komt een enorme economische crisis aan. Ga je daar druk over maken.' Maar wie schetst onze en ook zijn eigen verbazing toen hij eind mei voor zijn opmerkelijke uitspraken de Pim Fortuyn Prijs mocht ontvangen van juryvoorzitter Joost Eerdmans. Jort zijn dankwoord: ‘Durf het stinkdier in de kamer te zijn.’ Dat met name Forum voor Democratie, bij monde van europarlementariër Derk Jan Eppink, zich opwond – ‘Volstrekt ten onrechte. Pim ging tegen de stroom in; betrokkene surft erop mee.’ – zal wel komen omdat ze zichzelf de legacy-dragers van Pim voelen. 122

van dankbare ex-patiënt naar cultuur-minimizer Toen de 66-jarige Van ‘t Hek werd opgenomen in het ziekenhuis omdat hij besmet was met het coronavirus, leek ook hij te snappen dat “het is niets anders dan een stevig griepje” niet helemaal klopte. En gezien de dankverklaring aan het verplegend personeel in het AMC toen hij weer beter was, zal hij niet graag meer herinnerd worden aan zijn NRC-column Handen wassen, waarin hij schreef hij: “Allah en hun collega’s zullen er wel een bedoeling mee hebben. Een soort opruiming. Alles moet weg. Sommige verpleeghuizen snakken trouwens naar het virus.” Maar Youp blijft Youp, dus nu ook hij eindelijk het belang van goede zorg en zorgpersoneel heeft ervaren en snapte dat Covid-19 geen lullig griepje is, kreeg Taco Dibbits van het Rijksmuseum de volle laag en het verwijt een huilebalk te zijn. Waarom? Taco was nogal blij dat het museum weer openging en vroeg en passant in NRC nog de aandacht voor de financiële ellende waarin nagenoeg de hele culturele sector zich momenteel bevindt. ‘Veel te grote woorden over zoiets kleins als een museum dat een paar maanden dicht moet. Of een theater waarin even niet gespeeld kan worden. Zullen we een beetje nuchter blijven?’ Nuchter?! En dat van de man die al z’n hele leven spugend van ongenoegen over belangrijke levensvraagstukken als hockey, bier, broekrokken en fietsen met z’n tweeën langs alle zalen in Nederland trekt. Diederik – Luizenmoeder – Ebbinge fileerde Youp in een ingezonden brief in de Volkskrant. Waarna Youp op Radio 1 de verwachte vermoorde onschuld speelde. To be continued.

corona-bn’er en zigzaggende ‘cavia van Fred Oster’ Sinds de corona-uitbraak is Nederland een paar BN’ers rijker. Een van hen is de viroloog Ab Osterhuis, vaste gast aan de tafel bij Op1. Zijn mening staat veelal dwars op die van het RIVM, waardoor er in ieder geval telkens iets te bespreken valt. Het was even wachten tot hij op het hakblok werd gelegd, en het was dit keer niet AD-tv-recensente Angela de Jong, maar NRC-recensent Arjen Fortuin die korte metten met hem maakte. Fortuin vergeleek Osterhaus met ‘een cavia in het doolhof van Fred Oster die op kleine pootjes over de paadjes slingert, waarbij hij aan het begin nog niet lijkt te weten bij welk poortje hij zal uitkomen.’ Hij verwijt de wetenschapper onder andere de draai te hebben gemaakt van virusrelativist naar pleitbezorger van een totale lockdown. En dat alles met een glas rode wijn – en rode koontjes in Op1: van viro- naar vinoloog. Nu Nederland zich klaarmaakt voor vakanties op eigen stranden en parken met terrassen neemt de belangstelling voor zijn doemscenario’s allengs af. We hopen dat hij deze zomer kan afkoelen in z’n eigen wijnkelder en dat we hem daarna niet meer hoeven te zien omdat we ons hebben gehouden aan de voorschriften en de door hem voorspelde grote tweede piek uitblijft.

Diederik Gommers

ic-held die ons elke dag iets vermoeider ogend bij de les hield en inmiddels voorzichtig tevreden een beetje achterover kan leunen.. Prof. dr. Diederik Gommers is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care en ic-arts in het Erasmus MC in Rotterdam. Hij is ook een nieuwe corona-BN’er maar in vrijwel alles het tegenovergestelde van opiniemaker Ab Osterhaus. Gommers spreekt zich alleen uit over zijn vakgebied en schroomt niet om geen antwoord te geven als hij iets niet weet. In tv-land een zeldzaamheid. De man maakt zich permanent zorgen over of er wel voldoende ic-bedden beschikbaar zijn en waakte er daarom voor om de beperkende coronamaatregelen te snel op te heffen. Inmiddels mogen op de ic’s weer ‘gewone’ gevallen worden geregistreerd. Dat dat ook nog wel een volle bak kan gaan worden laat zich raden met al die uitgestelde operaties waarvan de onderliggende reden in die maanden vast niet minder ernstig is geworden. OPZIJ 2020

123


OPZIJ over mannen

OPZIJ over mannen

Beau van Erven Dorens

Jaap van Dissel

de onmisbare rechterhand van Mark Rutte De flexibele directeur van het RIVM is mede door toedoen van de minister-president het gezicht van de crisis. Rutte noemde de infectiebestrijder in zijn nu al historische tv-speech bij naam, en wekte daarmee de indruk dat hij slechts uitvoert wat de wetenschapper beslist. Van Dissel is in ieder geval de architect van onze ‘intelligente lockdown’. Het RIVM heeft zijn ramingen en voorspellingen over het virus al diverse malen moet bijstellen, maar de directeur is niet van zijn stuk te brengen. Ook als hij de Tweede Kamer bijpraat over het virus, legt de evenwichtige Van Dissel maar weer eens rustig uit dat bij gebrek aan onderzoeksgegevens voortschrijdend inzicht leidt tot nieuwe keuzes en aangepaste maatregelen. Nu we niet meer elke dag precies om 14.00 uur de RIVM-site bezoeken voor het aantal nieuwe corona-patiënten, ic-opnames en doden is het RIVM de vervanger van de ANWB geworden. Naar welke landen kunnen we wanneer en met welke maatregelen weer op vakantie. Ja, ook daarvoor hebben Jaap van Dissel c.s. de sleutel in handen. 124

John de Mol

blijft op z’n miljarden zitten; #doe’s lief De Italiaanse familie Agnelli (eigenaar van Fiat en Ferrari), deed een donatie van tien miljoen euro in de strijd tegen het coronavirus, maar onze eigen miljardair John de Mol houdt zijn hand stevig op de knip. En terwijl de overheid met man en macht probeert ontslagen te voorkomen, stuurde De Mol zijn medewerkers bij Talpa al op 20 maart een mail waarin hij aankondigde dat er ‘draconische maatregelen’ zullen volgen. Tv-presentatrice Merel Westrik en haar ‘vriendinnen’ van Ladies Night hebben inmiddels geen programma meer en alle tijdelijke contracten zijn ontbonden. En Merel mag nu op SBS6 de nieuwsgaten vullen. Ook Johns rijke zus Linda trok haar handen van de wekelijkse talkshow op NET5 af, die zij eerst nog trots zei te empoweren. Zij keek thuis op haar eigen bank naar de laatste aflevering, waarschijnlijk nog moe van het stofzuigen “van wel een hele etage van mijn hele grote huis.” Wij kijken nu op NET5 weer gewoon de hele zomer naar Bridget Jones en de herhalingen van Grey’s Anatomy. Het wachten is op een revival van Medisch Centrum West met Linda in de hoofdrol.

van houtje-touwtje-tv naar echte late night tv Als er iemand dankzij deze coronacrisis weer is boven komen drijven, dan is het Beau wel. Toen zijn werkgever RTL4 vanwege de crisis geen budget zei te hebben voor een zaterdagse talkshow, gooide Beau zijn kont tegen de krib. Hij besloot gewoon vanuit zijn eigen Amsterdamse woonkamer ‘ouderwetse houtje-touwtje tv’ te gaan maken. Iedereen die ‘een mooi verhaal’ heeft in deze tijden van corona kan zich op de Facebook-pagina van het programma aanmelden. Van Erven Dorens voerde met een gin-tonic in de hand, aangereikt door zijn zoon, korte videochats. Zonder script, redactie en voorbereiding werd Beau blijft binnen een eclatant succes. Hij kreeg complimenten omdat het in zijn show niet draait om afvlakking van de curve en wel of geen mondkapjes, maar hoe iedereen het thuis een beetje redt. Terug naar de menselijke maat. Dat gevoel heeft hij vast weten te houden toen hij Jinek verving op de late avond. Zijn gevoel voor niet al te aanvallende gezelligheid en toch een beetje op niveau kwam precies op het juiste moment toen Nederland niet meer elke avond op drie netten dezelfde deskundigen het onheil hoorden verkondigen. Zijn kijkcijfers verslaan inmiddels die van Jinek, nu nog die van OP1.

Maurice de Hond

Mark Rutte

van lachebek naar leider In tijden van crisis stijgt het draagvlak van regeringsleiders in het algemeen, en Mark Rutte is geen uitzondering. Hij is ongekend populair: driekwart van de Nederlanders is tevreden over hoe hij de crisis aanpakt. Waar hij eerst nog een persconferentie lachend afsloot met het schudden van een hand, terwijl hij het handenschudden net in de ban had gedaan -‘oeps foutje’- transformeerde hij daarna razendensnel tot een serieus te nemen en ernstig ogende staatsman. De liberaal liet er lang geen misverstand over bestaan dat gezondheid boven de economie gaat, en dat het nog lang zal duren voordat het weer business as usual is. Het landsbelang laat hij prevaleren boven het partijbelang en boven privé-belang. Want het bericht dat zijn moeder was overleden, was aan iedereen voorbijgegaan en werd door hem niet pr-matig benut. Rutte lijkt bovendien nog steeds onvermoeibaar en onverwoestbaar. Moeiteloos schakelt hij over van een overleg met deskundigen, kabinet, Kamer, en Europese collega’s, naar een werkbezoek aan een supermarkt of kerk. Oud-minister Bruno Bruins stortte letterlijk in, de Britse premier Boris Johnson belandde met corona-klachten op de ic, maar de slanke, vrijgezelle 53-jarige Rutte is standing strong. Iemand twitterde: “Ik vermoed dat er eigenlijk drie Mark Ruttes zijn.” Wij zien kabinet Rutte V tot en met X al in het verschiet liggen.

van speurneus tot coronawetenschapper Na ons jarenlang toekomstscenario’s voor te spiegelen aan de hand zijn wekelijkse peilingen volgens ‘methode de Hond’ stortte hij zich op de Deventer moordzaak. Daarin haalde hij nooit zijn gelijk en – understatement – het deed zijn imago geen goed. Dat speelde hem lelijk parten toen opeens midden in de crisis – ja, daar was hij weer – opdook en zich ontpopte als viroloog. Hij vond dat de beperkende maatregelen al veel eerder konden worden versoepeld en dat je in de buitenlucht nagenoeg geen gevaar liep. “Anderhalve meter afstand houden is bullshit.” Vanwege de aerosolen, ja nieuw corona-woord, die binnen wel maar buiten veel minder kwaad kunnen. En guess what? Vervolgens stelde ook een aantal virologen in het AD dat we niet paranoia moeten worden over de drukte op stranden en in parken. "De kans op besmetting buiten is kleiner dan binnen." Vervolgens waarschuwde De Hond voor de slachthuizen als bron van besmetting. “Wanneer beginnen ze nu te snappen dat het -wereldwijdvia de aerosolen gaat in slachterijen, die lang blijven zweven door de lage temperatuur binnen?” En hij werd weggehoond. Inmiddels weten we beter en is het eerste slachthuis in Apeldoorn gesloten. Als dat zo doorgaat met die sluitingen, dan kan dat goed nieuws worden voor de Partij voor de Dieren èn voor het geschonden imago van De Hond. Zitten we dadelijk alleen wel met honderdduizenden varkens die tevergeefs wachten op hun gruwelijke dood. OPZIJ 2020

125


De Reismeiden Drenthe

Drenthe bekend

terrein Ja, wat moet je als alle vakantieplannen voor maanden de prullenbak in verdwijnen. Na de aanvankelijke teleurstelling bekroop De Reismeiden dat het eigenlijk wel prima was. Het is immers al maanden behoorlijk mooi weer. En er lag nog een enorme waslijst aan te bezoeken zaken in eigen land. Maar dan niet naar Friesland, waar ze al zo vaak zijn. Geholpen door het laten digitaliseren van de dia’s uit de erfenis van een van de Reismeiden, ging de reis naar Drenthe. En laten we eerlijk zijn: vanuit de Randstad is dat best een stukje rijden.

126

OPZIJ 2020

127


De Reismeiden Drenthe

T

ot een jaar of twaalf werd er door de ouders van de Reismeiden sowieso geen reis naar het buitenland geboekt. Daar waar die ene in hun tweede huis aan de Reeuwijkse Plassen de weekenden en de vakanties sleet, ging die ander in de weekenden kamperen op de Ginkelse heide. Primitief is nog een understatement voor hoe dat ging. Met toestemming van de landgoedeigenaar – en onder toeziend oog van de ANWB die

coördineerde – werden met een gezin of twintig om het weekend de tentjes in een stukje bos bij elkaar opgezet. Er werd een latrinetent gegraven, de mannen werkten op zaterdag in het bos en op zaterdagavond werd het gekapte en opgeruimde hout gezellig opgestookt. Boven dat kampvuur hing dat een grote zwarte metalen pot – zo een uit Asterix en Obelix – waar dan gezellig soep met een niet te achterhalen smaak in werd gemaakt. En natuurlijk werden er flinke stukken vlees geroosterd en

werden lange takken omwikkeld met die middag gemaakt brooddeeg voor het allerlekkerste stokbrood. Dat klinkt leuk, en dat was het ook meestal wel. Behalve als het koud en regenachtig was – het seizoen begon immers al in april – en als je de klamme slaapzakken en het gebrek aan privacy even helemaal klaar was. Wat dan? Dan ga je in de grote vakantie naar Drenthe. Natuurlijk nog steeds met die kleine kruiptentjes, die lage stoeltjes en die ongemakkelijke, eierdoosjesachtige matrasjes. Ieberen Plas

Het werd camping De Berenkuil in Grolloo. Wat een rijkdom. Heuse toiletgebouwen, een campingwinkel, het gemeentezwembad in Rolde best dichtbij, iedere avond voor het eten langs bij de boerin net buiten de camping voor een pannetje vol verse melk – natuurlijk nog lauwwarm en niks gesteriliseerd of gepasteuriseerd, maar heerlijk romig. En dan mocht je altijd nog wat kruisbessen of aalbessen van haar plukken. Op weg met m’n pannetje hoopte ik dan niet dat ik een van die mannen met dat lange haar zou tegenkomen en altijd zo keihard muziek zaten te maken. Groot was het geluk als we naar de Verkeerstuin in Assen gingen, die helaas al jaren niet meer bestaat. Of gingen zwemmen in de Ieberen Plas of het Nije Hemelriek, vooral die laatste zandafgraving was dankzij het witte zand en de vaak blauwe 128

OPZIJ 2020

129


het Drents Museum het Nije Hemelriek

De uitjes naar de musea; van het Drents Museum wat we toen nog een beetje saai vonden in het toen nog wat saaie Assen, naar het openluchtmuseum van de reuzen Ellert en Brammert, met altijd een pannenkoek toe. En heel af en toe naar de dierentuin in Emmen, tegenwoordig Wildlands Adventure Zoo Emmen geheten. Klinkt eerder eng dan aangenaam. De Reismeiden gingen voor OPZIJ terug naar Drenthe, langs al die plekken. Nog steeds herkenbaar, hoewel Camping de Berenkuil nu wel een totaalbelevingsconcept is geworden, waar je je geen minuut hoeft te vervelen. Maar met nog dezelfde indeling, dezelfde lieve huurhuisjes – naast de nieuwe tipi’s natuurlijk, en de bomen en struiken in het jeneverbos zijn nogal gegroeid. Bij Ellert en Brammert kun je nog steeds pannenkoeken eten in de herberg, maar verder valt het met de pannenkoekenhuizen in Drenthe best mee in vergelijking met de Veluwe. De zandafgravingen lagen er heerlijk bij en het Drents Museum vinden wij inmiddels het tegendeel van saai. In Grolloo kun je nu naar de boerderij van Cuby en the Blizzards, die daar een leuk museum van hebben gemaakt, en de Reismeiden vinden het jammer dat ze die mannen en hun muziek zoveel later pas zijn gaan waarderen. Kortom op naar Drenthe, en voor accomodaties, fietsen huren, huifkarrijden en boomtoppen lopen: Drenthe.nl O

130

I O JULIE BL

hemel een wonder van azuur in het Drentse landschap. Al gingen de verhalen wel dat de afgraving wel zeventig meter diep was en dat er onderin een kolk zat waarin je kon worden meegezogen. Natuurlijk moest die ene Reismeid haar broertje laten zien dat ze dat best durfde en met samengeknepen billen ging ze keihard de plas over.

FOT

Carin Gaemers (1958) is onze meest invloedrijke vrouw 2017. Maandelijks houdt ze ons bij de les.

K

Take care Carin Gaemers

‘VAN GOD EN ALLE MENSEN VERLATEN’

O

p een zondagmiddag staan twaalf vrienden op de stoep om je te feliciteren met je verjaardag. Omdat het zorgcentrum op slot zit mogen ze niet naar binnen. Je kunt niet naar beneden want je hebt een slechte dag en dan werken alleen je handen nog een beetje mee. De receptioniste heeft veel gevoel voor medemenselijkheid. Op de parkeerplaats zet ze je vrienden op de foto. Ze zwaaien. Sommigen met in de ene hand een koffiebeker, in de andere een gebakje. Enkelen steken twee armen hoog in de lucht. En een losjes gebalde vuist. Allemaal lachen ze je blij toe. Met die foto stapt de receptioniste je appartement binnen. Ze belt met je vrienden in de hal. Luidkeels zingen ze je toe en daarna hoor je hun groeten en felicitaties. Al die stemmen, het ontroert je. Je bent die dag precies honderd en twee jaar oud. Mevrouw Piël was dolgelukkig met dit bezoek-op-afstand. Kinderen heeft zij niet, haar vrienden betekenen veel voor haar. De helft van de mensen op de foto hoorde bij de groep studenten die bijna twee jaar in het zorgcentrum heeft gewoond om de leegstand te dempen. Aan dat samenwonen kwam een einde toen de zorginstelling in 2018 bekend maakte dat een deel van het complex eerder zou worden gesloopt dan toegezegd. Daar hebben de oude en jonge bewoners stevig actie tegen gevoerd. Er was namelijk een leefgemeenschapje ontstaan waardoor de kwaliteit van leven van oud én jong aanzienlijk was verhoogd. De zorginstelling had een overvaltactiek toegepast. Tegen alle regels in hadden de ouderen niets meer in te brengen. Veel bewoners wilden, net als mevrouw Piël, helemaal niet worden gedwongen te verhuizen naar een andere omgeving en in twee jaar tijd tweemaal verhuizen. Mevrouw Piël was een van de belangrijkste woordvoerders. Altijd correct. Op basis van feiten en redelijke argumenten. In prachtige afgewogen zinnen. Snoeihard. Haar strijdbaarheid kwam duidelijk naar voren in de documentaire die Zembla hierover maakte. Het protest mocht niet baten. Deze zorginstelling vindt vastgoed belangrijker dan welzijn. De jongeren vertrokken. Mevrouw Piël verruilde het appartement waar zij met zoveel plezier woonde naar een appartement waarin zij zich niet prettig voelt. Er kwam een einde aan het samen wonen en samen dingen ondernemen dat voor oud en jong zo belangrijk was geworden. Mevrouw Piël voelt zich ongewenst en is ervan overtuigd dat zij vanwege haar rol in het protest niet goed wordt behandeld. Gelukkig bleef een clubje jongeren met grote regelmaat op bezoek komen. Tot de corona-epidemie uitbrak.

Ondanks de blijdschap is het verjaardagsbezoek-op-afstand mevrouw Piël zwaar gevallen. Zij voelt dat zij haar volgende verjaardag niet zal meemaken. De huisarts was daar heel duidelijk over. Na twee nare jaren moet mevrouw Piël nu op korte termijn wéér verhuizen. Zij voelt zich van God en alle mensen verlaten. Aan de bezoekregeling die op 25 mei is ingegaan heeft ze niets. Halverwege de ochtend en halverwege de middag een uur bezoek van een vast persoon per bewoner. De neef en nicht die voor haar mantelzorgen kunnen niet komen omdat in hun directe omgeving het coronavirus heerst. Aangezien de voorzorgsmaatregelen een halfuur in beslag nemen moet die vaste bezoeker een dagdeel vrij nemen om een half uur bij mevrouw Piël te kunnen zijn. Zij vindt dat een te zware belasting voor haar vrienden. En dan nog zou zij maar een van hen kunnen zien. In de allerlaatste fase van het leven zijn telefoneren en beeldbellen bij lange na niet voldoende. Dan is er behoefte aan directe nabijheid. Aan betekenisvolle gesprekken, herinneringen ophalen, humor of stilzwijgend samenzijn. Ik probeer me voor te stellen hoe het is om langzaam afscheid te moeten nemen van het leven terwijl je dit alles moet missen. Haar leven lang was Mevrouw Piël onafhankelijk en zelfstandig. Als verpleegkundige en als psychiatrisch maatschappelijk werkster stond zij altijd klaar voor wie haar zorg nodig had. En nu, aan het einde van haar leven, kan zij niet eens een normaal gesprek voeren met de mensen die zij graag nog regelmatig om zich heen zou willen hebben. Het verjaardagsbezoek heeft de scherpste pijn even verzacht. Op donkere momenten biedt het kijken naar de foto van de twaalf vrienden mevrouw Piël troost. Ik vind dit een onmenselijke situatie. Voor alle duidelijkheid, heel veel zorginstellingen voor ouderen, langdurig zieken en mensen met een verstandelijke beperking zijn al lang voor de bezoekregeling van kracht werd met veel vindingrijkheid tot het uiterste gegaan om hun bewoners toch in contact te brengen met hun dierbaren. Daarvoor verdienen zij alle lof. Maar er zijn ook zorginstellingen waar veel te weinig wordt gedaan om de afzondering draaglijk te maken. Waarom aanvaarden wij dat dit mevrouw Piël en talloze anderen overkomt? Dat er maatregelen worden genomen tegen verspreiding van het coronavirus is noodzakelijk. Maar dat kan ook zonder dat het onmenselijk wordt. Dat hebben goede zorginstellingen bewezen. Des te groter de schande dat dit niet overal gebeurt. Woedend ben ik over het verhaal van mevrouw Piël en over al die andere verhalen van haar lotgenoten. Hun situatie is niet te verdedigen. Hier is het middel erger dan de kwaal. O


Maand van het lezen Beste lezer van dit magazine, Het is weer de maand van het lezen! Dat betekent dat jij als lezer van dit magazine tot wel 4 weken lang een krant cadeau krijgt. Je kunt uit maar liefst 11 kranten kiezen en de bezorging stopt vanzelf. Wij wensen je veel leesplezier! De Samenwerkende Nieuwsmedia

Tot wel

4

weken gratis

Binnen geld t gere u u n i m 1

Stopt vanzelf

Ga nu naar krant.nl/gratis

14O Z51

Stopt vanzelf

Activeer jouw unieke actiecode

Zo makkelijk werkt het:

• • •

Ga naar KRANT.NL/GRATIS Kies je favoriete krant En vul je actiecode in 14OZ51

Ga naar KRANT.NL/GRATIS

De actie loopt t/m 31 juli 2020. Kijk op krant.nl/gratis voor de actievoorwaarden.

Krant cadeau


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.