3 minute read

Instrumentaliteit

Next Article
Beeldspraak

Beeldspraak

ZELDZAME NEDERLANDSE BAROKHOBO’S

MUZIEKSCHATTEN IN HET RIJKSMUSEUM

Advertisement

TEKST /

Giovanni Paolo Di Stefano

BEELD /

Rijksmuseum, Amsterdam

afb. 1 Dit artikel is het eerste in een nieuwe serie, gewijd aan de hoogtepunten uit de collectie oude muziekinstrumenten van het Rijksmuseum. De verzameling bestaat uit meer dan zeshonderd instrumenten, waarvan er veel uitzonderlijk zeldzaam zijn en van bijzondere kwaliteit. Van 1952 tot 2012 had het Haags Gemeentemuseum de collectie in bruikleen; tussen 2012 en 2015 keerden alle instrumenten terug naar Amsterdam om aldaar opnieuw aan het publiek te kunnen worden getoond.

Het Rijksmuseum bezit een van de belangrijkste collecties oude hobo’s ter wereld. Sommige daarvan bevinden zich sinds 1899 in het museum; het merendeel is afkomstig uit de verzameling van de Nederlandse musicoloog Johan Coenradus Boers (18121896). In maart 2018 werd de collectie van het Rijksmuseum verrijkt met de zeldzame exemplaren uit de verzameling van Han de Vries (*1941): 69 vroege hobo’s en 14 papieren documenten. De Vries, die in de jaren zeventig als verzamelaar begon, was een vooraanstaand exponent van de Nederlandse hoboschool en eerste hoboïst bij het Concertgebouworkest. Daarnaast was hij als solist internationaal vermaard.

Met deze aanwinst bevestigt de collectie van het Rijksmuseum het belang van de houtblaasinstrumentenmakerij in Nederland in de late zeventiende eeuw en vroege achttiende eeuw. Sommige van de oudst bekende barokhobo’s werden in Nederland gemaakt. Hoewel de hobo in de zeventiende eeuw in Frankrijk ontstond als verbeterde versie van de schalmei, begonnen Nederlandse makers al snel kopieën te vervaardigen van die vroegste Franse voorbeelden. In dit verband moeten we met name de Amsterdammer Richard Haka (1646-1705) noemen. Haka, zoon van een Engelse wandelstokmaker die rond 1652 naar Nederland verhuisde, begon omstreeks 1660 houten blaasinstrumenten te maken. Omstreeks 1680 startte hij met de productie van wat hij zelf de ‘franse haubois’ (Franse hobo) noemde. Door Haka en zijn navolgers werd Amsterdam op dit gebied al snel toonaangevend in Europa. De werkplaats van Haka raakte in heel Europa bekend; hij leverde instrumenten aan

afb. 1

Hobo van Richard Haka, Amsterdam, laat zeventiende eeuw (inv. BK-2018-67)

afb. 2

Hobo van Richard Haka, Amsterdam, laat zeventiende eeuw (inv. BK-2018-68)

afb. 3

Hobo van Philip Borkens, Amsterdam, eerste helft achttiende eeuw (inv. BK-2018-75)

afb. 2 afb. 3

vooraanstaande klanten, zoals de Koninklijke Zweedse marine in Stockholm en het Medici-hof in Florence (zie Jan Bouterse, Dutch Woodwind Instruments and their Makers, 1660-1760, Utrecht 2005).

Aan de vier schalmeien van Haka die sinds 1899 aan het Rijksmuseum toebehoren, zijn dankzij Han de Vries twee Haka-hobo’s toegevoegd. De eerste (BK-2018-67, afb. 1) is een zeldzame korte hobo, mogelijk ontworpen om een halve toon hoger te kunnen spelen dan de langere instrumenten van dezelfde bouwer. Hoewel een nauwkeurige datering niet mogelijk is, is het waarschijnlijk dat de beide varianten tussen de jaren 1680 en 1690 zijn gebouwd om te voorzien in verschillende muzikale behoeften. Deze korte Haka is gemaakt van kostbare materialen: ebbenhout, ivoor en zilver. Het merkteken van de maker is zichtbaar op het bovenste en middelste deel. De elegant gevormde zilveren klep, gebruikt om de laagste C te bespelen, draagt twee sierlijke monogrammen die waarschijnlijk verwijzen naar een voormalige eigenaar van het instrument.

De tweede hobo van Haka (BK-2018-68, afb. 2), van het langere type, is gemaakt van buxushout. Dit instrument heeft drie koperen kleppen en rond de onderrand van de beker een hoornen ring (waarschijnlijk een latere, maar nog steeds historische toevoeging). Voordat hij deel uitmaakte van de collectie-De Vries, was deze hobo in het bezit van de beroemde dirigent Willem Mengelberg (1871-1951). Het instrument heeft de typische vorm van Nederlandse barokhobo’s, een vorm die nadien werd geïmiteerd door vele andere makers die in Nederland actief waren aan het einde van de zeventiende en in de eerste helft van de achttiende eeuw. Een en ander onderstreept Haka’s langdurige invloed. Onder zijn volgelingen waren zijn neef Coenraad Rijkel (1664-1726) en zijn stadgenoten Abraham van Aardenberg (1672-1717) en Jan Steenbergen (1676-1752). Hun hobo’s, 2 evenals die van Willem Beukers senior (1666-1750), Thomas Boekhout (1666-1715), Philip Borkens (1693-c. 1765), Frederik de Jager (1685-?) en de broers Hendrik en Frederik Richters (1683-1727 respectievelijk 1694-1770) maken ook deel uit van de verzameling. Dankzij een gedeeltelijke schenking door Han de Vries zelf en de genereuze steun van de BankGiro Loterij, is de collectie houtblaasinstrumenten van het Rijksmuseum, het pièce de résistance van de muziekinstrumentencollectie, enorm verrijkt.

Topstukken van de recente aanwinst (waaronder ook Franse, Engelse, Duitse, Oostenrijkse en Italiaanse hobo’s) zijn te zien in het Rijksmuseum (expositieruimtes 0.8, 0.9 en 2.23). Foto’s van alle instrumenten zijn beschikbaar op rijksmuseum.nl. ■●

RIJKSMUSEUM AMSTERDAM Foto: Luca Lago

Giovanni Paolo Di Stefano is conservator muziekinstrumenten van het Rijksmuseum.

This article is from: