bedrijfseconomie: exploiteren en beheren theorie
ISBN 978-94-6171-341-4
9 789461 713414 MBO-BE-01-20
bedrijfseconomie: exploiteren en beheren theorieboek
Dit is een uitgave van:
EDUCATIEVE UITGEVERIJ
www.ovd.nl/perspectief
Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren theorie
1 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
OVD Educatieve Uitgeverij bv Postbus 331 6710 BH Ede Tel: (0318) 64 99 99 Fax: (0318) 64 06 46 E-mail: info@ovd.nl Website: www.ovd.nl
Š Copyright 2014 OVD Educatieve Uitgeverij bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm, hetzij elektronisch, mechanisch, door middel van fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van OVD Educatieve Uitgeverij. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, nodigen wij uit zich alsnog tot de uitgever te wenden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any other means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of OVD Educatieve Uitgeverij. Eerste druk
2 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
Inhoud Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
5
1
7
2
3
4
5
Begroting en budget 1.1
Onderdelen exploitatiebegroting
1.2
Begrippen en voorbeeld exploitatiebegroting
12
1.3
Budget
13
1.4
Functies budgetteren
13
1.5
Soorten budgetten
14
1.6
Controlevragen
17
8
Prijsopbouw
21
2.1
Opbouw brutoverkoopprijs
22
2.2
Brutoverkoopprijs en btw
22
2.3
Begrippen opbouw verkoopprijs
28
2.4
Controlevragen
29
Kostensoorten
31
3.1
Exploitatiekosten
32
3.2
Afschrijvingskosten
35
3.3
Complementaire kosten
39
3.4
Rentekosten
40
3.5
Voorraadkosten
42
3.6
Categorische indeling
43
3.7
Functionele indeling
43
3.8
Controlevragen
44
Constante en variabele kosten
49
4.1
Constante kosten
50
4.2
Variabele kosten
52
4.3
Break-evenomzet
55
4.4
Doelen break-evenomzet
59
4.5
Veiligheidsmarge
60
4.6
Kostprijs
60
4.7
Homogene en heterogene productie
61
4.8
Controlevragen
63
Directe en indirecte kosten
65
5.1
Directe kosten
66
5.2
Indirecte kosten
66
5.3
Kostprijs
66
5.4
Primitieve opslagmethode
68
5.5
Verfijnde opslagmethode
70
3 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
5.6 6
7
8
Controlevragen
72
Verschillenanalyse
73
6.1
Verschillenlijst
74
6.2
Budgetverschil
76
6.3
Prijs- en efficiencyverschillen
77
6.4
Kostenbeheersing
78
6.5
Bezettingsresultaat berekenen
80
6.6
Controlevragen
82
Bewaken en bijsturen
83
7.1
Personeelskosten
84
7.2
Arbeidsproductiviteit
85
7.3
Uren plannen
87
7.4
Managementinformatiesysteem (MIS)
88
7.5
Controlevragen
90
Formules
93
4 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
Voor je ligt het boek Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren. In dit boek staat de exploitatie van een bedrijf centraal. We starten dan ook met de exploitatiebegroting waarin het bedrijf opneemt welke netto-omzet en kosten het in een bepaalde periode verwacht. Als een bedrijf zich tot taak stelt zich aan de begroting te houden, dan wordt de begroting een budget. Naast het exploitatiebudget werkt een bedrijf ook met andere budgetten. De netto-omzet wordt bepaald door de afzet en de verkooprijs. De opbouw van die verkoopprijs behandelen we kort. Om een bepaalde omzet te generen maakt een bedrijf kosten, zoals personeelskosten en afschrijvingen. Daarbij kun je onderscheid maken naar constante en variabele kosten en directe en indirecte kosten. Constante en variabele kosten hebben te maken met de bedrijfsdrukte. Een deel van de kosten is afhankelijk van die bedrijfsdrukte, de variabele kosten. Een ander deel, de constante kosten, zijn niet afhankelijk van de bedrijfsdrukte. Een tweede indeling is die in directe en indirecte kosten. Directe kosten kan een bedrijf toerekenen aan producten, indirecte kosten niet Een bedrijf gebruikt, zoals gezegd, het budget als leidraad. Tijdens het uitvoeren van de activiteiten controleert het voortduren of alles nog volgens plan verloopt. Is dat niet het geval, dan zal het bedrijf bijsturen. Toch kunnen er na afloop verschillen bestaan tussen gepland en gerealiseerd. Het is belangrijk dat een bedrijf de oorzaken van die verschillen onderzoekt. Op basis van de verschillenanalyse kan het dan zo nodig maatregelen nemen. Kortom in dit boek draait het om het runnen van een bedrijf met als doel om winst te behalen: exploiteren en beheren.
5 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
6 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
1
Begroting en budget Het voeren of exploiteren van een bedrijf is gericht op continu誰teit. Om te kunnen blijven bestaan, moet het bedrijf voldoende nettowinst maken. In een exploitatiebegroting geeft het bedrijf weer welke netto-omzet en kosten het in een bepaalde periode verwacht. Hierdoor krijgt het bedrijf zicht op de nettowinst die het denkt te behalen. In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan bod: - onderdelen exploitatiebegroting - begrippen en voorbeeld exploitatiebegroting - budget - functies budgetteren - soorten budgetten.
Uit de praktijk Lutex BV maakt buttons. Lutex heeft de exploitatiebegroting voor volgend jaar opgesteld. exploitatiebegroting e
1
2e
3e
4e
kwartaal
kwartaal
kwartaal
kwartaal
netto-omzet
400.000
275.000
325.000
375.000
1.375.000
inkoopprijs
280.000
192.500
227.500
262.500
962.500
brutoresultaat
120.000
82.500
97.500
112.500
412.500
kosten
101.500
95.250
97.750
101.250
395.750
18.500
-12.750
-250
11.250
16.750
nettoresultaat
totaal
1. In welke kwartalen verwacht Lutex een positief nettoresultaat? 2. In welk kwartaal verwacht Lutex het grootste negatieve nettoresultaat? 3. Wat is een mogelijke verklaring voor het negatieve nettoresultaat? 4. Waarom heeft Lutex de exploitatiebegroting opgedeeld in kwartalen?
7 Begroting en budget
1.1
Onderdelen exploitatiebegroting
In een exploitatiebegroting zet je de begrote opbrengsten en kosten onder elkaar om te zien welk nettoresultaat je kunt verwachten. In het volgende model zie je de verschillende stappen die je moet nemen om het nettoresultaat te berekenen. nettoresultaat
bedrijfsresultaat
brutoresultaat
netto-omzet
-
-
+/-
incidentele baten/lasten
exploitatiekosten
inkoopprijs
berekening nettoresultaat
Je kunt de berekening van het nettoresultaat ook weergeven in een staffelvorm. Dit is een goede manier om te laten zien hoe de berekening tot stand is gekomen. De staffelvorm is de gebruikelijke vorm voor een exploitatiebegroting. In het model staat het nettoresultaat bovenaan, in de staffelvorm staat het onderaan. In het model werk je dus van beneden naar boven, in de staffelvorm van boven naar beneden. exploitatiebegroting netto-omzet inkoopprijs of kostprijs -/brutoresultaat exploitatiekosten
-/-
bedrijfsresultaat incidentele baten/lasten +/nettoresultaat
8 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
Kledingwinkel Catch beschikt over de volgende gegevens voor het komende jaar: - personeelskosten € 70.000 - huisvestingskosten € 24.000 - verkoopkosten € 11.000 - overige kosten € 30.000 - netto-omzet € 840.000 - inkoopprijs € 650.000. De eigenaar van Catch wil het nettoresultaat berekenen en de exploitatiebegroting opstellen. Hij berekent eerst het nettoresultaat. nettoresultaat 55.000
bedrijfsresultaat 55.000
brutoresultaat 190.000
netto-omzet 840.000
-
incidentele baten/lasten 0
+/-
exploitatiekosten 135.000
-
inkoopprijs 650.000
De exploitatiebegroting van Catch ziet er als volgt uit: exploitatiebegroting netto-omzet inkoopprijs
€ €
840.000 650.000
brutoresultaat
€
190.000
€
135.000
bedrijfsresultaat +/– incidentele baten/lasten
€ €
55.000 0,00
14%
nettoresultaat
€
55.000
14%
exploitatiekosten: personeel huisvesting verkoopkosten overige kosten
€ € € €
-/-
100% 77% 23%
70.000 24.000 11.000 30.000 + -/-
16%
9 Begroting en budget
1.1.1
Bruto-omzet en btw
Het zal je opvallen dat de bruto-omzet en de btw niet in de exploitatiebegroting voorkomen. Dit vloeit voort uit het feit dat de btw voor een bedrijf geen waarde heeft. Een bedrijf ontvangt btw van klanten en draagt deze af aan de belastingdienst, maar verdient daar niets aan. Hoewel de bruto-omzet en de btw feitelijk niet in een exploitatiebegroting horen, worden deze gegevens soms toch weergegeven. Ook in een opdracht is het mogelijk dat de bruto-omzet en de btw in de exploitatiebegroting staan. Zolang je maar weet hoe je deze kunt berekenen, is dat geen probleem. Om het overzicht compleet te maken, zie je hierna hoe de bruto-omzet en de btw zich verhouden tot de netto-omzet.
bruto-omzet
netto-omzet
+
btw
btw%
x
netto-omzet
opbouw bruto-omzet
De bruto-omzet is het totaalbedrag van de verkopen. In de bruto-omzet zit btw (belasting toegevoegde waarde) of ob (omzetbelasting). Als je de btw van de brutoomzet aftrekt, houd je de netto-omzet over.
1.1.2
Netto-omzet
De netto-omzet is de omzet exclusief btw. In een exploitatiebegroting is de nettoomzet de omzet die het bedrijf verwacht te halen. Het streven naar winst is een van de belangrijkste doelen van een bedrijf. Een bedrijf zal niet tevreden zijn als alleen de kosten zijn gedekt. Het behalen van winst is van belang voor de continu誰teit van het bedrijf. Het bedrijf heeft dan ruimte om eventueel te investeren, en kan vertrouwen opbouwen bij de financiers en leveranciers. Een bedrijf heeft dus voldoende nettowinst nodig om zijn inkomen te garanderen. Bruto-omzet en netto-omzet verschillen van elkaar. Het verschil zit in de btw. Bruto-omzet is inclusief btw, netto-omzet is exclusief btw. Het volgende geheugensteuntje kan helpen: B van btw zit ook in bruto.
10 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
1.1.3
Inkoopprijs en brutoresultaat
Het totaalbedrag aan inkoopprijzen van de verkochte producten noem je de kostprijs van de omzet (bij productiebedrijven) of inkoopwaarde van de omzet (bij handelsbedrijven). Deze wordt altijd exclusief btw weergegeven. Wanneer je de inkoopprijs van de netto-omzet aftrekt, blijft het brutoresultaat over. Dit is de winst waaruit nog geen kosten zijn betaald. Voor het voortbestaan van het bedrijf is het belangrijk dat het brutoresultaat groot genoeg is om de exploitatiekosten te dekken. Als het brutoresultaat groter is dan de exploitatiekosten, is sprake van winst; winst die nodig is voor de continu誰teit van het bedrijf.
1.1.4
Exploitatiekosten
Exploitatiekosten (ook kortweg kosten genoemd) zijn alle kosten die een bedrijf voor de bedrijfsvoering maakt. Er zijn verschillende manieren om deze exploitatiekosten onder te verdelen. Een veelgebruikte indeling is een indeling naar de volgende kostensoorten: - personeelskosten - huisvestingskosten - verkoopkosten - overige kosten. Wij maken hier ook gebruik van deze indeling. In het hoofdstuk Kosten wordt uitgebreid aandacht besteed aan de exploitatiekosten.
1.1.5
Bedrijfsresultaat, baten en lasten
Als je de exploitatiekosten aftrekt van het brutoresultaat, houd je het bedrijfsresultaat over. Maar soms heeft het bedrijf resultaten behaald die slechts incidenteel zijn en niet uit de normale bedrijfsvoering zijn voortgekomen. Als er incidentele baten of bijzondere baten zijn, verhogen deze het nettoresultaat; incidentele lasten of bijzondere lasten verlagen het nettoresultaat. Voorbeelden van incidentele baten zijn: - ontvangen rente - boekwinst op verkoop duurzame bedrijfsmiddelen - subsidiegeld. Voorbeelden van incidentele lasten zijn: - boekverlies op verkoop duurzame bedrijfsmiddelen - navorderingen op btw. Als er geen incidentele baten of lasten zijn, is het bedrijfsresultaat hetzelfde als het nettoresultaat.
1.1.6
Nettoresultaat
Als je de incidentele lasten en/of baten hebt verrekend met het bedrijfsresultaat, blijft het nettoresultaat over. Over het nettoresultaat moet het bedrijf nog belasting betalen. Het nettoresultaat kan positief zijn of negatief. In het eerste geval is sprake van nettowinst, in het laatste geval van nettoverlies.
11 Begroting en budget
Als in een opdracht geen sprake is van incidentele baten en/of lasten en krijg je de vraag het nettoresultaat te berekenen, dan is het nettoresultaat gelijk aan het bedrijfsresultaat.
1.2
Begrippen en voorbeeld exploitatiebegroting
Je weet nu wat alle onderdelen van de exploitatiebegroting betekenen. Omdat je in de opdrachten verschillende begrippen kunt aantreffen, zie je hierna de synoniemen in een overzicht. begrippen en hun synoniem(en) bruto-omzet
omzet inclusief btw, consumentenomzet
ob of btw
omzetbelasting of belasting toegevoegde waarde
netto-omzet
omzet exclusief btw
inkoopprijs of kostprijs
kostprijs van de omzet, inkoopwaarde van de omzet, IWO
brutoresultaat
winst inclusief kosten; in procenten van de nettoomzet: bruto(winst)marge
exploitatiekosten
bedrijfskosten, kosten
incidentele baten en/of lasten
bijzondere baten/lasten
nettoresultaat
winst exclusief kosten, resultaat voor belastingen
Als synoniem voor het begrip exploitatiebegroting wordt soms het begrip exploitatieoverzicht gebruikt. Let wel: een begroting is altijd op de toekomst gericht, een overzicht kan ook een terugblik zijn op een eerdere periode.
12 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
Tot slot zie je hier nog een voorbeeld van een exploitatiebegroting. exploitatiebegroting netto-omzet inkoopprijs of kostprijs
€ €
300.000 180.000
brutoresultaat
€
120.000
€
79.000
bedrijfsresultaat +/– incidentele baten/lasten
€ €
41.000 6.000 +
14%
nettoresultaat
€
47.000
16%
exploitatiekosten: personeelskosten huisvestingskosten verkoopkosten overige kosten
€ € € €
-/-
100% 60% 40%
28.000 25.000 500 25.500 + -/-
26%
In de online module Exploitatiebegroting leer je meer over de verschillende onderdelen van een exploitatiebegroting.
1.3
Budget
De begroting is gericht op de planning op korte termijn, bijvoorbeeld een jaar. In de begroting vermeldt een bedrijf de verwachte ontvangsten en uitgaven. Als het bedrijf aan de begroting de opdracht verbindt om zich hieraan te houden, is sprake van een budget. Een budget is taakstellend. Aan het einde van een periode moet het bedrijf dus controleren of de taak goed is volbracht.
1.4
Functies budgetteren
Een budget laat zien welke inkomsten en uitgaven het bedrijf in de komende periode kan verwachten. Het budget heeft de volgende functies: - Het dwingt bij het opstellen tot nadenken over de toekomst. - Het is een uitgangspunt voor het verstrekken van taakopdrachten. - Het biedt de mogelijkheid tot het machtigen van een budgethouder: iemand die verantwoordelijk is voor het vervullen van een bepaalde taak en die de bevoegdheid heeft om die taak naar eigen inzicht te verwezenlijken. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijfsleider of manager die binnen het hem verstrekte budget zelfstandig beslissingen mag nemen. - De werkelijk gerealiseerde cijfers kunnen na de periode waarvoor het budget was opgesteld en tussentijds worden getoetst aan de gebudgetteerde cijfers.
13 Begroting en budget
1.5
Soorten budgetten
Voorafgaand aan een boekjaar stelt het bedrijf een financieel plan op voor het komende boekjaar. Tot dat financieel plan behoren verschillende soorten budgetten: - masterbudget - omzetbudget - kostenbudget - investeringsbudget - liquiditeitsbudget - btw-budget - exploitatiebudget.
soorten budgetten en hun onderlinge verbanden
1.5.1
Masterbudget
Het budget waarin alle andere budgetten voor het bedrijf zijn verzameld, heet het masterbudget. Dit budget omvat een omzetbudget, een kostenbudget, een investeringsbudget en een liquiditeitsbudget. Dit zijn deelbudgetten. Het masterbudget heeft betrekking op alle activiteiten binnen een bedrijf en moet passen in de doelstellingen van de onderneming die zijn geformuleerd in het beleid voor de lange termijn.
1.5.2
Omzetbudget
Een omzetbudget is een overzicht van de te verwachten omzet. Als de omzet sterk wisselt door bijvoorbeeld seizoenverkoop, kan het bedrijf de omzet het beste per periode plannen. Een periodeplan geeft aan welke omzet het bedrijf in een bepaalde periode wil realiseren. Het is meestal een plan voor vier weken. Op basis van de periodeplannen stelt het bedrijf vervolgens weekplannen op. Een weekplan dient bijvoorbeeld als basis voor de personeelsinzet van die week.
14 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
1.5.3
Kostenbudget
Een kostenbudget geeft een overzicht van te verwachten kosten voor de komende periode. Kostenbudgetten hebben betrekking op de verschillende exploitatiekosten: - personeelskosten - huisvestingskosten - verkoopkosten - overige kosten. Vast, variabel en gemengd kostenbudget Met betrekking tot het kostenbudget wordt onderscheid gemaakt tussen een vast budget, een variabel budget en een gemengd budget. Kenmerkend voor een vast kostenbudget is dat er voor het bereiken van een gepland doel een vast bedrag wordt uitgetrokken. Het bedrag is onafhankelijk van de omzet, bijvoorbeeld de scholingskosten van het personeel. Een variabel kostenbudget is afhankelijk van de gerealiseerde omzet. De hoogte van het budget kan vooraf niet exact worden vastgesteld. Als de werkelijke omzet achterblijft bij de begrote omzet, kun je bijvoorbeeld extra reclameacties inplannen. Bij een hogere omzet zul je misschien meer personeel moeten inzetten. Een gemengd kostenbudget is gedeeltelijk vast en gedeeltelijk variabel. Als je bijvoorbeeld bij extra drukte oproepkrachten moet inzetten naast het vaste personeel, heb je deels te maken met een vast budget en deels met een variabel budget. Dus met een gemengd budget.
1.5.4
Investeringsbudget
Het investeringsbudget geeft voor de komende periode een overzicht van de hoeveelheid geld die geïnvesteerd is in bezittingen en vorderingen, zoals gebouwen, inventaris, transportauto’s, voorraden en debiteuren.
1.5.5
Liquiditeitsbudget
Het liquiditeitsbudget geeft een overzicht van te verwachten ontvangsten en uitgaven voor de komende periode en geeft zicht op in- en uitgaande geldstromen. Aan de hand hiervan kan het bedrijf zien of het in de budgetperiode aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. In het exploitatiebudget komt geen post ‘btw’ voor. In het liquiditeitsbudget wel. Het innen en afdragen van btw heeft immers invloed op de liquiditeit.
1.5.6
Btw-budget
Btw (belasting toegevoegde waarde) is de belasting die door een eindgebruiker direct over zijn aankopen (goederen en diensten) wordt betaald. Btw brengt voor een bedrijf geen kosten met zich mee, maar levert ook niets op. Daarom neemt het bedrijf in het exploitatiebudget alle uitgaven en ontvangsten exclusief btw op. Leveranciers brengen de btw die door het bedrijf moet worden betaald, in rekening op hun factuur. Pas als het bedrijf de goederen verkoopt, krijgt het deze btw weer terug. Er zit dus een tijdsverschil tussen de btw-betalingen aan de leverancier en de btw-
15 Begroting en budget
ontvangsten van de klanten. Omdat deze gang van zaken de liquiditeit beĂŻnvloedt, neemt het bedrijf de btw wel op in het liquiditeitsbudget. Het is van belang om een nauwkeurig inzicht te hebben in de hoeveelheden btw die het bedrijf betaalt aan leveranciers, ontvangt van klanten en afdraagt aan de belastingdienst, en de tijdstippen waarop dat gebeurt. Daarom stelt het bedrijf hiervoor een apart budget op: het btw-budget.
1.5.7
Exploitatiebudget
Het omzetbudget en het kostenbudget vormen samen het exploitatiebudget. Het exploitatiebudget is een financiĂŤle planning van de opbrengsten en kosten voor de komende periode. Het exploitatiebudget geeft inzicht in het bedrijfsresultaat en het nettoresultaat. Hieraan kun je zien in hoeverre het bedrijf rendabel zal zijn.
16 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
1.6
Controlevragen
1. Wat is een exploitatiebegroting?
2. Vul de ontbrekende onderdelen in het volgende schema in. exploitatiebegroting netto-omzet …
-/-
brutoresultaat …
-/-
… incidentele baten/lasten
+/-
… 3. Waarom neemt een bedrijf in de exploitatiebegroting de bruto-omzet en de btw niet op?
4. Wat is de bruto-omzet?
17 Begroting en budget
5. Wat is de netto-omzet?
6. Wat versta je onder de inkoopwaarde van de omzet?
7. Wat zijn exploitatiekosten?
8. Wat versta je onder het bedrijfsresultaat?
9. a.
b.
Wat is het verschil tussen incidentele baten en lasten?
Geef van beide een voorbeeld.
18 Bedrijfseconomie: exploiteren en beheren
10. Wat is een budget?
11. Wat zijn de functies van een budget?
12. In welk budget zijn alle andere budgetten van een bedrijf verzameld? A B C
exploitatiebudget masterbudget omzetbudget
13. Welk budget geeft een overzicht van te verwachten ontvangsten en opbrengsten in de komende periode? A B C
btw-budget exploitatiebudget liquiditeitsbudget
14. Welke drie soorten kostenbudgetten zijn er?
19 Begroting en budget