Structuurvisies in de Praktijk Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
april 2010
1
Samenwerkende partners:
2
Structuurvisies in de Praktijk
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wettelijk kader 3. Proces structuurvisie 4. Digitalisering 5. Inhoudelijke onderwerpen 6. Visie en werkwijze provincie 7. Uitvoeringsparagraaf
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
4 6 8 10 14 16 18
3
1.
Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de verplichting tot het opstellen van een structuurvisie voor het Rijk, de provincies en gemeenten een feit. De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie vastgesteld. In de Omgevingsvisie wordt aangegeven welke aspecten van provinciaal belang wenselijk zijn om op te nemen in een gemeentelijke structuurvisie. De provinciale verordening zorgt voor de juridische verankering van het provinciale belang.
Overijsselse gemeenten zien de Wro als een aanleiding om het huidige beleid te herzien en om hun visie te herformuleren. Gemeenten houden zich bezig met vragen zoals ‘hoe geef ik vorm en inhoud aan de structuurvisie?’ en ‘welke procedurestappen neem ik?’. Om het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden, zijn provincie en een aantal gemeenten gezamenlijk in een pilotproject gestapt. Het doel van deze pilot is samen de vragen te beantwoorden die vooraf of lopende de structuurvisieprocedure worden gesteld.
De pilot Structuurvisie is een initiatief van het Wiel van Overijssel. Het Wiel van Overijssel is geïnitieerd door de provincie Overijssel met als doel het delen van kennis met gemeenten op het gebied van ruimtelijke ordening. De gemeenten Dalfsen, Wierden, Ommen en Twenterand hebben aan de pilot Structuurvisie deelgenomen. Ook Almelo heeft een bijeenkomst bijgewoond. De gemeente Dalfsen en Wierden zijn al begonnen met hun structuurvisie op basis van de Wet ruimtelijke ordening. De overige gemeenten moeten hier nog mee beginnen.
Kennis maken
Kennis uitwisselen Kennis aanbieden
4
Structuurvisies in de Praktijk
Om de opgedane kennis van het pilotproject niet verloren te laten gaan, wordt dit gebundeld in deze leidraad. De kennis wordt daarmee verspreid over de hele provincie. Hierbij moet vermeld worden dat het een verzameling is van de uitkomsten tijdens de pilotbijeenkomsten en geen limitatieve checklist met voorwaarden waar een structuurvisie minimaal aan moet voldoen. In deze leidraad zijn de thema’s die tijdens de pilot Structuurvisie zijn besproken, verwerkt. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het wettelijk kader.
De te volgen procedure voor een structuurvisie wordt in hoofdstuk 3 besproken. Ook de digitale verplichtingen zijn tijdens de pilot aan bod gekomen. Deze worden toegelicht in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 komen de inhoudelijke aspecten aan bod. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de rol van de provincie en het provinciale beleid in het proces van de gemeentelijke structuurvisie. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 de uitvoeringsparagraaf behandeld.
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
5
2.
Wettelijk kader De gemeente wordt in de Wro verplicht tot het opstellen van een of meerdere structuurvisies (SV) waarvan de inhoud vormvrij is. Alleen aan de digitalisering, kennisgeving, overleg met partners en motivering hoe de ontwikkelingen uit de structuurvisie te verwezenlijken zijn, worden eisen gesteld. Hieronder volgt een overzicht van de minimale verplichtingen uit de Wro, Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro):
Bro
Wro
Artikel
2.1 2.2 2.3 2.4
Toelichting
Raad stelt één of meer SV vast: - hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling; - hoofdzaken ruimtelijk beleid. Bevoegdheid provincie. Bevoegdheid minister. - Kennisgeving langs elektronische weg. - Regels stellen aan voorbereiding, vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling via AMvB: STRI 2008 en IMRO 2008.
Koppeling Awb
3:12:
Eisen aan publicatie.
1.2.1, lid 1 SV beschikbaar stellen langs elektronische weg. 1.2.1, lid 2 SV: minimaal beschikbaar stellen: toegankelijke en begrijpelijke verbeelding van de visie. 3:11, lid 1: Ontwerp besluit ter inzage voor 1.2.1, lid 3 Op gemeentehuis moet SV digitaal raadpleegbaar zijn. 3:15, lid 1: 6 weken, mogelijkheid zienswijzen. 1.2.1, lid 4 SV met bijbehorende stukken wordt op gemeentehuis ter 3:16, lid 1: visie gelegd. 1.2.2 Structuurvisie raadpleegbaar maken op website/RO-online. 1.3.1 Kennisgeving voorbereiding SV. 3:12: Eisen aan publicatie. 2.1.1 In SV aangeven op welke wijze burgers en maatschappelijke organisaties betrokken zijn. 2.1.2 In ministeriële regeling worden regels gesteld aan voorbereiding SV: STRI 2008 en IMRO 2008.
Wettelijk kader, online versie maart 2010
6
Structuurvisies in de Praktijk
“De gemeenteraad stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer structuurvisies vast. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. De structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de raad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken.” Dit stelt de Wro in artikel 2.1, lid 1.
Afkomstig uit de Ontwerp Structuurvisie Wierden
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
7
3.
Proces structuurvisie Het verplichte wettelijk kader uit hoofdstuk 2 is aangevuld met een aantal stappen die de pilotgemeenten van belang achten. De samenvoeging van het wettelijk kader en de door de pilotgemeenten toegevoegde stappen vormen samen het structuurschema dat op pagina 9 is weergegeven. Het schema is ingedeeld in vijf fasen: ‘voorbereiding’, ‘inspraak’, ‘uniforme voorbereidingsprocedure’, ‘vaststelling’ en ‘implementatie’. Per fase is aangegeven wat de wettelijk verplichte en mogelijke stappen zijn. Digitalisering is een verplicht onderdeel in de Wro.
Daarom wordt in dit schema met de letters A t/m F aangegeven bij welke stappen de digitalisering een belangrijk item is. In hoofdstuk 5 wordt nader toegelicht op welke wijze rekening gehouden moet worden met digitalisering.
Tip van Pilotgemeente “Vroegtijdige koppeling van de uitgangspunten met bestuurlijke programma’s is essentieel bij dit proces. Communicatie is een zeer belangrijk onderdeel van het proces van de structuurvisie: besteed veel aandacht aan interne afstemming! Leg principiële keuzes op tijd in de week.”
8
Structuurvisies in de Praktijk
Structuurschema - proces Wettelijk verplichte stap
Voorbereiding
Mogelijke stap
Koppeling H4
Opmerkingen, tips of aandachtspunten
WVG vestigen Programma van Eisen
A
Openbaar versus vertrouwelijk. Wanneer wordt het een open proces?
Inventarisatie bestaand beleid
Voornemen publiceren (1.3.1 Bro/3:12 Awb)
Selectie adviesbureau/vaststellen projectgroep
B
Visie-vorming
C
Afstemming provincie
D
Effect digitalisering op opbouw van structuurvisie? Zie hoofdstuk 5.
Bestuurlijke afstemming
Burgers/maatsch. org. betrekken (2.1.1 Bro)
Inspraakprocedure (facultatief)
Voorontwerp vaststellen B&W
E
Afstemmen provincie
D
Afstemmen buurgemeenten (Omgevingsverordening) Raadpleegbaar en beschikbaar
F
Gebruik ruimtelijk periodiek overleg prov.-gem. voor snelle afstemming.
Ter inzage (inspraakverordening) Naar UOV
Verwerking inspraak
Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure Ontwerp vaststellen B&W (ook digitaal zie 2.4 Wro, STRI 2008 en IMRO 2008)
E Afstemmingsmoment met de raad?
Raadpleegbaar en beschikbaar maken
F
(1.2.6 Bro)
Kennisgeving/publicatie (3:12 Awb)
6 weken ter inzage (3:11, lid 1 en 3:16, lid 1 Awb)
Zienswijzen verwerken (3:15, lid 1 Awb)
Vaststelling Vaststellen door Raad
E
(2.1.1/2.4.1 Wro, 1.2.6 Bro)
Raadpleegbaar en beschikbaar maken Kennisgeving
Implementatie
F
Kennisgeving provincie Kennisgeving buurgemeenten Implementatie intern Implementatie extern (burgers, ontwerpers, etc.) Herzien uitvoeringsprogramma door B&W binnen bepaalde termijn
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
9
4.
Digitalisering Per 1 januari 2010 zijn de digitale verplichtingen uit de Wro en het Bro in werking getreden. Op basis van de Wro en het Bro moet ook de structuurvisie digitaal vastgesteld en raadpleegbaar zijn (zie de hoofdstukken 2 en 3). Wat komt daar nu precies bij kijken? In dit hoofdstuk worden de belangrijkste aspecten van de digitalisering van structuurvisies toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in procesmatige en inhoudelijke aspecten aan de hand van het processchema uit hoofdstuk 3. De hoofdletters A tot en met F uit dit schema worden in dit hoofdstuk nader toegelicht.
A. Programma van Eisen Het Programma van Eisen bevat informatie over de start van het project, werkzaamheden, uren en de afbakening van de inhoud. De digitaliseringsvereisten kunnen eveneens worden vastgelegd in het Programma van Eisen. Dit is met name van belang wanneer het opstellen van de structuurvisie wordt uitbesteed aan een extern bureau. Wanneer een extern bureau de (concept)structuurvisie en bijbehorende (verplichte) documenten moet aanleveren, is het goed om de vereisten in het onderstaande kader op voorhand op te nemen in de overeenkomst die met het bureau gesloten wordt.
Digitale vereisten ten aanzien van een door een adviesbureau op te stellen structuurvisie Checklist aan te leveren stukken aan gemeente: 1. de digitale verbeelding (structuurvisiekaart) in gml (geography markup language) en aanvullend analoog in pdf/html; 2. toelichting in pdf/html, aanvullend hierop eventueel in xml (Extensible Markup Language); 3. eventueel: bijlagen in pdf; 4. geleideformulier, inhoudende: a. CBS-nummer van de gemeente; b. datum van aanmaak van het geleidefrmulier; c. identificatienummer van de visie; d. naam van de visie; e. plantype; f. planstatus; g. datum planstatus; h. gebruikte IMRO-versie; i. gebruikte praktijkrichtlijn; j. webfolder waarbinnen de onderdelen zijn gepubliceerd; k. bestandsnamen van alle onderdelen waar het plan uit is opgebouwd; l. elektronische handtekening (bronhouder).
10
Structuurvisies in de Praktijk
B. S amenstelling projectgroep/selectie adviesbureau Digitalisering van de structuurvisie heeft gevolgen voor de samenstelling van de projectgroep. Voor de inhoudelijke bijdrage blijft de input van de verschillende vakgebieden van belang. Welke vakgebieden bij de structuurvisie worden betrokken, is afhankelijk van de themakeuze (zie hoofdstuk 5). Onafhankelijk van de inhoud, zal vanaf het begin van het proces een projectlid verantwoordelijk gesteld moeten worden voor de koppeling tussen de informatie die op papier binnenkomt en de interactieve verbeelding en het waarmerken en valideren van de visie (zie punt F van dit hoofdstuk).
C. Visievorming De digitalisering vergt een andere opbouw van de structuurvisie dan de oude werkwijze, voor de invoering van de Wro en de digitalisering. De interactieve structuurvisie is zo opgebouwd dat alle onderdelen los van elkaar gelezen moeten kunnen worden. Hiermee moet rekening worden gehouden tijdens het opstellen van en inhoud geven aan de visie.
Tip van Pilotgemeente “Een belangrijk aandachtspunt is dat digitalisering om een andere benadering vraagt voor het schrijven van de teksten.�
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
11
Zeven tips voor het schrijven van objectgerichte tekst: 1. kom meteen ter zake; 2. maximaal 6 á 8 tekstregels; 3. één onderwerp per alinea; 4. werk met tussenkopjes; 5. gebruik zoveel mogelijk opsommingen; 6. vermijd verwijswoorden; 7. probeer hyperlinks mogelijk te maken. D. Afstemming provincie Overijssel (Voor)overleg tussen gemeenten en provincie is van belang voor de voortgang van de structuurvisie. Dit kan op verschillende manieren. Tussen provincie en gemeenten vindt periodiek overleg plaats waarin ruimtelijke plannen besproken kunnen worden. Vastgestelde plannen (in voorontwerp, ontwerp of vastgestelde fase) moeten worden gemeld aan de provincie Overijssel via de provinciale website. Door op het digitale formulier het webadres in te vullen, kan de provincie vanaf deze locatie het plan uploaden. De reactietermijn voor de provincie is afhankelijk van het type plan en de fase waarin het plan zich bevindt.
In het ‘Stappenplan bronhouders RO-online2’ van Geonovum worden de beschreven stappen uitvoerig besproken. F. Raadpleegbaar en beschikbaar Na de vaststelling en het waarmerken van het geleideformulier en het manifest moeten de documenten klaar gezet worden om deze raadpleegbaar te maken op www.ruimtelijkeplannen.nl: 1. de bestanden worden gekopieerd naar een via internet toegankelijke weblocatie: a. geleidefomulier (XML); b. manifest (XML); c. structuurvisie; d. eventuele bijlagen; 2. de bestanden worden vanuit de weblocatie ‘opgehaald’ en gevalideerd door RO-online; 3. vanuit RO-online zijn de bestanden te raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl; 4. optioneel: op de gemeentelijke site kan een link worden geplaatst naar www.ruimtelijkeplannen.nl of de gemeente maakt de structuurvisie zichtbaar in een eigen raadpleegomgeving.
E. Fase vaststelling Burgemeester en wethouders stellen de structuur visie in voorontwerp en ontwerp vast, de gemeenteraad doet dit voor de definitieve structuurvisie. De gemeente beschikt over één manifest waarin al haar ruimtelijke plannen vastgelegd zijn. Waneer daar een nieuw besluit aan toegevoegd wordt, gaat de volgende procedure in: • de vastgestelde structuurvisie wordt gewaarmerkt door middel van een elektronische handtekening waarbij gebruikgemaakt wordt van certificaten van PKI-overheid1; • bij de structuurvisie hoort een geleideformulier. Hierin staat aangegeven uit welke onderdelen het plan bestaat. Ook het geleideformulier moet worden voorzien van een elektronische handtekening; • het manifest moet worden aangevuld met de nieuwste versie van de structuurvisie en wederom worden voorzien van de elektronische handtekening.
1
Meer info: www.pkioverheid.nl
2
http://www.geonovum.nl/sites/default/files/Stappenplan_bronhouders_RO-Online.pdf
3
Deze structuurvisies zijn geselecteerd vanwege de wijze waarop ze digitaal raadpleegbaar zijn, niet op de kwaliteit van de inhoud
12
Structuurvisies in de Praktijk
Om de bestanden raadpleegbaar te maken, kan eerst een validatie van de documenten plaatsvinden op een proeflocatie. Interessante websites ten aanzien van proces en inhoud structuurvisie: • wettelijk verplichte standaarden voor inhoud en digitalisering structuurvisies: http://www.geonovum.nl/dossiers/rostandaarden/destandaarden; • website + forum Wiel van Overijssel: http://www.nieuwe-wro.nl; • website van het Ministerie van VROM: http://www.vrom.nl; • veel gestelde vragen over structuurvisies website Infomil: http://www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/wro-(veelgestelde/virtuele-map/beleid-en-sturing/; • procedureschema structuurvisie VNG: http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Wonen/Structuurvisieprocedure_1%201.pdf; • handreiking archiveren ruimtelijke plannen: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20100203-_Achivering_digitale_ruimtelijke_plannen.pdf; • handreiking van interbestuurlijke uitwisseling van ruimtelijke plannen en besluiten: http://www.vrom.nl/Docs/publicaties/0022.pdf; • handreiking Grondexploitatiewet: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=21753 Voorbeelden van digitale gemeentelijke structuurvisies3 • Gemeente Leudal. • Gemeente Bernheze: ook te raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl. Voorbeelden structuurvisies met uitvoeringsparagraaf • Gemeente Kampen. • Gemeente Weert. • Gemeente Wierden.
Tip van Pilotgemeente “Bedenk van te voren goed wat je wel en niet wilt met de structuurvisie. Vaak is er al veel beleid binnen de gemeente aanwezig. Waak er voor om niet alles nog eens dunnetjes over te doen”
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
13
5.
Inhoudelijke onderwerpen De aanleiding voor het opstellen van een structuurvisie kan zeer verschillend zijn. Bijvoorbeeld het vormen van een visie over de herontwikkeling van een gebied (integrale structuurvisie). De structuurvisie kan eveneens ingezet worden als instrument om de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) te bestendigen. Ook kan een bepaald onderwerp leidend zijn in een structuurvisie, zoals luchtkwaliteit of inventarisatie nieuwe locaties voor bedrijventerreinen (sectorale structuurvisie).
Onderwerpen structuurvisie
Algemeen Wettelijke kaders Cultuurhistorie
Plangebied in groter perspectief (stad/ regio)
Bevolkingsontwikkeling
Voor het pilotproject is een uiteenlopende lijst samengesteld met onderwerpen die aan bod kunnen komen in een integrale of sectorale structuurvisie. Het schema komt voort uit een voorzet van de provincie en een aanvulling van de pilotgemeenten. Vervolgens hebben de pilotgemeenten aangegeven wat zij wel en niet meenemen en waarom. Deze lijst met inhoudelijke onderwerpen is niet bindend of onuitputtelijk en kan worden gebruikt door gemeenten als inspiratiebron voor de inhoudelijke invulling van de structuurvisie:
Mogelijk wel opnemen in structuurvisie
Mogelijk niet opnemen in structuurvisie
Alleen hoofdlijnen/harde grenzen aangeven. Omdat dit het kenmerkende karakter van de gemeente omschrijft; eventueel visualiseren d.m.v. kaartmateriaal. Algehele (toekomst)visie op regionale positie (ruimtelijk, functioneel, economisch, sociaal/cultureel/historisch) evt. gekoppeld aan ambities en identiteit. Algemeen ruimtelijk concept/ nagestreefd imago. Afstemming visie op gebied wonen/ bedrijventerreinen. Argumentatie voor woningbouw/voorzieningen.
Details wettelijk kader, eventueel hiervoor verwijzen naar bijlage.
Via inspraak afstemmen is voldoende. Verwijzen naar sectoraal beleid (b.v. bedrijventerreinenvisie).
Duurzaamheid Wonen Uitbreidingslocaties Inbreidingslocaties Wijkbeschrijving Regio Bedrijvigheid Uitbreidingslocaties Inbreidingslocaties Regio
Voorzieningen Algemeen
Detailhandel Dienstverlening Maatschappelijk Horeca (Openbaar) groen Sport Onderwijs Gezondheidszorg
14
Basis voor bestemmingsplannen. Basis voor bestemmingsplannen. Aangeven herstructureringslocaties. Bij visie op dorpen/wijken en argumentatie herstructurering. Globale omschrijving woonmilieus in regionale context. Basis voor bestemmingsplannen. Basis voor bestemmingsplannen. Aangeven herstructureringslocaties. Globale omschrijving bedrijvenmilieus in regionale context.
Algehele visie op voorzieningenaanbod in regionale context.
Bij globale structuurvisie is wijkbeschrijving te gedetailleerd.
Als verwezen kan worden naar sectoraal beleid. Als verwezen kan worden naar sectoraal beleid.
Bij globale opzet: algehele visie op voorzieningenaanbod in regionale context en verwijzen naar sectoraal beleid.
Bij gedetailleerde opzet. Bij gedetailleerde opzet. Bij gedetailleerde opzet. Bij gedetailleerde opzet. Bij gedetailleerde opzet. Bij gedetailleerde opzet. Bij gedetailleerde opzet. Bij gedetailleerde opzet.
Structuurvisies in de Praktijk
Onderwerpen structuurvisie
Recreatie en toerisme Steden/dorpen Buitengebied Bereikbaarheid Auto (zowel personenvervoer als vrachtvervoer) Ov (Ook goederenvervoer per spoor) Langzaam verkeer Vaarwegen (zowel recreatief als utilitair) Buitengebied Algemeen
Agrarisch grondgebruik Agrarische nevenfuncties Niet-agrarische functies Natuur
Mogelijk wel opnemen in structuurvisie
Mogelijk niet opnemen in structuurvisie
Voor de regio, gemeente of steden/ dorpen. Voor de regio, gemeente of specifiek het buitengebied.
Die alleen bedoeld is voor buitengebied.
Op kaart harde grenzen aangeven, incl. milieuconsequenties. Op kaart aangeven, incl. milieuconsequenties. Fietsroutes op kaart aangeven.
Alleen verwijzen naar gemeentelijk mobiliteitsbeleid. Alleen verwijzen naar gemeentelijk mobiliteitsbeleid. Alleen verwijzen naar gemeentelijk mobiliteitsbeleid.
Vaarroutes op kaart aangeven, incl. milieuconsequenties. Algehele visie op de ruimtelijke, economische en sociaal/maatschappelijke kansen en consequenties van ontwikkelingen in het buitengebied. Huidige situatie, uitbreidingsmogelijkheden en milieuconsequenties. Huidige situatie, uitbreidingsmogelijkheden en milieuconsequenties. Huidige situatie, uitbreidingsmogelijkheden en milieuconsequenties. Natuurgebieden + consequenties voor omliggende activiteiten in kaart brengen.
Milieu (MER-plicht?) Luchtkwaliteit
Toespitsen op specifieke locaties.
Geluid
Toespitsen op specifieke locaties.
Bodem(verontreiniging)
Toespitsen op specifieke locaties.
Externe veiligheid
Toespitsen op specifieke locaties.
Ecologie
Toespitsen op specifieke locaties.
Water
Als sprake is van belangrijke waterlopen/ waterwingebieden/etc. dan op kaart aangeven en beperkingen/kansen noemen (zowel kwaliteit, kwantiteit als veiligheid). Toespitsen op specifieke locaties.
Contouren (agrarische) bedrijvigheid Ondergrond Archeologie Kabels en leidingen
Die alleen bedoeld is voor steden/dorpen.
Toespitsen op specifieke locaties Op kaart aangeven (b.v. hoofdgasleidingen).
Bij globale opzet: alleen ingaan op hoofdlijnen of verwijzen naar gemeentelijk beleid. Bij globale opzet: alleen ingaan op hoofdlijnen of verwijzen naar gemeentelijk beleid. Bij globale opzet: alleen ingaan op hoofdlijnen of verwijzen naar gemeentelijk beleid. Bij globale opzet: alleen ingaan op hoofdlijnen of verwijzen naar gemeentelijk beleid. Bij globale opzet: alleen ingaan op hoofdlijnen of verwijzen naar gemeentelijk beleid. Bij globale opzet: op kaart aangeven en/of verwijzen naar gemeentelijk beleid.
Geen ruimtelijke relevantie.
Koude en warmte opslag Overig Molenbiotopen Windmolens
Toespitsen op specifieke locaties. Toespitsen op specifieke locaties.
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
15
6.
Visie en werkwijze provincie De Omgevingsvisie De provincie heeft in juli 2009 haar structuurvisie (Omgevingsvisie) en verordening vastgesteld. In de Omgevingsvisie zijn de thema’s duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit leidend. De verordening zorgt voor juridische borging van de doelen en ambities die voortkomen uit deze thema’s. In de Omgevingsvisie en -verordening wordt aangegeven op welke wijze de doorvertaling van het provinciale belang in gemeentelijke structuurvisies kan of moet plaatsvinden. In dit hoofdstuk worden passages uit de Omgevingsvisie en -verordening weergegeven die van toepassing zijn op gemeentelijke structuur visies. In de Omgevingsvisie wordt gesteld dat gemeenten handelingsvrijheid krijgen als zij de benadering van de drie principes uit de Omgevingsvisie doorvertalen naar hun structuurvisie en bestemmingsplannen (p. 81). De drie principes zijn: 1. zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik (generiek beleid, zie ook beleidsambities p. 22, kwaliteits ambities par. 2.5 en beleid in H4 en H5); 2. ontwikkelperspectieven; 3. gebiedskenmerkencatalogus. Bij deze principes wordt onderscheid gemaakt in de thema’s ‘groene ruimte’ en ‘stedelijke omgeving’. In de Omgevingsvisie worden per thema voor de verschillende beleidsvelden de provinciale ambities weergegeven. Bij enkele ambities is concreet een aandachtspunt opgenomen die ook naar de gemeentelijke structuurvisie moet worden vertaald. Op deze aandachtspunten wordt hier nader ingegaan. Dit overzicht kan worden gezien als een handreiking, maar is geen checklist voor het opnemen van provinciaal beleid in een structuurvisie. Hoofdstuk 2 van de Omgevingsvisie gaat in op “de ontwikkelingen die van provinciaal belang worden geacht.” (p. 42). Ontwikkelingsperspectieven: lokale afweging “Omdat de ontwikkelingsperspectieven geen functies bepalen, maar een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief schetsen voor een combinatie aan functies, is er naast een lokale invulling van de begrenzing bovendien ook ruimte voor lokale afweging binnen ontwikke-
16
lingsperspectieven. De ontwikkelingsperspectieven zijn dan ook niet normstellend, maar richtinggevend (zie 3.2.1). Dit houdt in dat een gemeente vanwege maatschappelijke en/of sociaaleconomische redenen in haar structuurvisie een andere invulling kan kiezen. Dit moet dan wel gepaard gaan met een versterking van ruimtelijke kwaliteit conform de beschreven kwaliteitsambities (zie 2.5) en de Catalogus Gebiedskenmerken.” (p.52). Ontwikkelingsperspectieven: nadere invulling d.m.v. structuurvisie “De ontwikkelingsperspectieven schetsen de koers van een gebied op provinciaal schaalniveau: Ze bepalen geen functies, maar schetsen een ontwikkelingsrichting voor een combinatie van functies. De grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen. Dit betekent dat gemeenten in hun structuurvisies en bestemmingsplannen nadere invulling kunnen geven.” (p. 52). ‘Uitvoering: resultaat door partnerschap’ is de titel van het derde hoofdstuk van de Omgevingsvisie. In dit hoofdstuk spreekt de provincie uit wat zij van haar partners verwacht om ‘maatschappelijk resultaat te boeken’ (p. 64). Zo wil de provincie met gemeenten afspraken maken om een aantal ruimtelijke aspecten door te vertalen naar de gemeentelijke structuurvisie: • Bedrijventerreinenvisie en economisch profiel (p. 76); • Woonvisie (p. 76). Naast het maken van prestatieafspraken vragen wij in de Omgevingsverordening Overijssel 2009 van gemeenten om hun bestemmingsplannen te baseren op een woonvisie of structuurvisie waarin staat hoe zij het woningbouwprogramma invullen (p. 145, 146): • Rekening houden met en benutten van erfgoed (p.76); • Afwegingen in de ondergrond, rekening houden met aardkundige, archeologische en cultuur historische waarden (p. 76). De ondergrond moet worden opgenomen in structuurvisies en bestemmingsplannen. Wij vragen gemeenten de ondergrond vroegtijdig in hun planvorming mee te nemen, en daarbij lopende initiatieven te benutten (zoals 3D-bestemmingsplannen) (p. 184) • Drinkwater Duurzaam veiligstellen: De bescherming van de openbare drinkwatervoorziening moet opgenomen zijn in gemeentelijke structuurvisies en de bestemmingsplannen (p. 117). • Externe veiligheid (p. 76).
Structuurvisies in de Praktijk
Aandachtspunt gemeentelijke structuurvisie: externe veiligheidsrisico’s systematisch en vroegtijdig meewegen (p. 173). • Bereikbaarheidskwaliteit (p. 76). • Ontwikkelingsmogelijkheden landbouw (p. 76) Het Reconstructieplan Salland-Twente kent geen rechtstreekse doorwerking van het beleid. Voor een goede uitvoering van de reconstructie en een goede aansturing van de ruimtelijke ontwikkeling van de intensieve veehouderij is het belangrijk dat het reconstructiebeleid voor de intensieve veehouderij wordt opgenomen in de gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen. Dit is ook zo met betreffende gemeenten afgesproken (p. 88). De Omgevingsverordening Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de verordening. Het uitgangspunt van de Omgevingsverordening is dat er niet meer geregeld wordt dan nodig is voor het belang zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. Gemeenten krijgen zoveel mogelijk ruimte om daaraan een nadere invulling te geven.
De Omgevingsverordening geeft regels voor: 1. de provinciale adviescommissie (regelt instelling, taken en werkwijze van de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving); 2. gemeentelijke ruimtelijke plannen (geeft instructies aan gemeenteraden over de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen); 3. grondwaterbescherming, bodemsanering en ontgrondingen (gericht op burgers, bedrijven en instellingen); 4. kwantitatief en kwalitatief waterbeheer (geeft instructies aan waterschappen); 5. verkeer (regeling voor provinciale wegen en scheepvaartwegen).4 Artikelen Omgevingsverordening die specifiek ingaan op structuurvisie: 2.2 Wonen: woonvisie basis voor bestemmings plannen, overeenstemming met buurgemeenten en Gedeputeerde Staten (GS). 2.3 Bedrijventerreinen: bedrijventerreinenvisie basis voor bestemmingsplannen, overeenstemming met buurgemeenten en GS.
Tip van Pilotgemeente “Stem het proces (procedureel en inhoudelijk) van te voren af met de provincie. Besteed tijdig aandacht aan afstemming met buurgemeenten (woningbouw en bedrijventerreinen).”
4
http://www.overijssel.nl/thema’s/ruimte-wonen/omgevingsvisie/omgevingsverordening/inhoud_verordening/
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
17
7.
Uitvoeringsparagraaf Een onderwerp dat niet aan bod gekomen is tijdens de pilot Structuurvisie, maar wel onderdeel uitmaakt van de structuurvisie, is de uitvoeringsparagraaf. De wettelijke verplichting tot het opnemen van de uitvoeringsparagraaf komt voort uit hoofdstuk 2 van de Wro: “de structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de raad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken.”
5
18
Wat wordt hier precies mee bedoeld? In de lijst van veel gestelde vragen van Infomil5 over structuurvisies wordt hierover het volgende vermeld: “De materiële betekenis van deze artikelen is dat de wetgever wil dat het overheidsorgaan dat de structuurvisie vaststelt, ook in hoofdlijnen aangeeft hoe en wanneer dat moet gebeuren. Het vaststellende orgaan bepaalt zelf hoe ver het daarin gaat, en kan daarbij de genoemde wetten in ogenschouw nemen. Die wetten gaan er ook vanuit dat er kaders geschetst
h ttp://www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/wro-(veelgestelde/virtuele-map/beleid-en-sturing/
Structuurvisies in de Praktijk
worden voor beleid. Hoe ver die kaders in detail uitgewerkt worden, is niet beschreven, dus daar zijn overheden vrij in.” In artikel 6.24, lid 1 Wro, wordt aangegeven dat bij het aangaan van een overeenkomst over grondexploitatie burgemeester en wethouders in de overeenkomst bepalingen kunnen opnemen inzake: • financiële bijdragen aan de grondexploitatie; • financiële bijdragen op basis van een vastgestelde structuurvisie, aan ruimtelijke ontwikkelingen.
Het laatste punt is van belang bij het opstellen van de structuurvisie en dan met name de uitvoeringsparagraaf: wil een gemeente kosten verhalen op de initiatiefnemer van project A en hiermee project B financieren, dan moeten beide ruimtelijke ontwikkelingen in een structuurvisie beschreven zijn. In de Handreiking Grondexploitatie van het Ministerie van VROM adviseert de auteur in de structuurvisie de koppeling te beargumenteren tussen project A en B. Voor meer informatie, lees paragraaf 2.5 van deze Handreiking Grondexploitatie.
Tip van Pilotgemeente “We hadden al aardig helder wat we precies wel en niet wilden met de structuurvisie. Maar het is niet verkeerd geweest om samen met de andere pilotgemeenten het proces langs te gaan.”
Leidraad voor het opstellen van gemeentelijke structuurvisies
19
Colofon Deze leidraad is gezamenlijk opgesteld door: provincie Overijssel, gemeente Dalfsen, gemeente Ommen, gemeenten Twenterand en gemeente Wierden. Fotografie: provincie Overijssel Tekst: samenwerkende partners Vormgeving: provincie Overijssel, team Communicatie Druk: provincie Overijssel Organisaties Gemeente Dalfsen De heer E. Vugteveen e.vugteveen@dalfsen.nl 0529 488388 Gemeente Ommen De heer T. Prins t.prins@ommen.nl 0529 459131 Gemeente Twenterand Mevrouw G. Rozendaal g.rozendaal@twenterand.nl 0546 840523 Gemeente Wierden Mevrouw I. Boers i.boers@wierden.nl 0546 580845 Provincie Overijssel Mevrouw H. van Brummen wiel@overijssel.nl 038 499 8193
Kijk voor meer informatie op: www.overijssel.nl/wiel
Structuurvisies in de Praktijk