Voorbeeldenboek Duurzaamheid
Project in het kader van de campagne “Scoren met duurzaamheid� Opdrachtgever: M.P.E. Stouten Gedelegeerd opdrachtgever: M. Kinket Opdrachtnemer: G.J.H. Hoeve Begeleider: J. Elzenga
Definitief
31 maart 2011
Colofon
Uitgave
provincie Overijssel Datum
maart 2011 Auteur
G.J.H. Hoeve Project/kenmerk
Inlichtingen bij
G.J.H. Hoeve 0384997868 gj.hoeve@overijssel.nl Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl postbus@overijssel.nl
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
3
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Inhoudsopgave
4
Inleiding
5
1. Analyse milieukwaliteit in pilot binnenstad Almelo
8
2. Scan leefkwaliteit op en om bedrijventerreinen
10
3. Duurzame provinciale wegen
12
4. Groengas en rijden op GFT
15
5. Verwarming kassen Koekoekspolder met aardwarmte
18
6. STAN, een stoomleiding tussen Twence en AKZO Nobel
20
7. Bouw van een pyrolysefabriek
22
8. Witgoed en elektronica
24
9. N340/N48
26
10. (Virtueel) Platform Duurzame ontwikkeling
28
Dankwoord
29
4
Inleiding Waarom dit voorbeeldenboek? Het doel van dit voorbeeldenboek is een beeld te schetsen van provinciale projecten waarin duurzaamheid op een goede manier vorm heeft gekregen. Het zijn enkele ‘hotspots’ van duurzaamheid; projecten waarin duurzaamheid een duidelijke factor is geweest ten aanzien van de inhoud of in de gemaakte keuzes tijdens het proces. Het voorbeeldenboek maakt onderdeel uit van de campagne “Scoren met Duurzaamheid”. Zoals de naam al aangeeft, heeft deze campagne als doel om duurzaamheid op een positieve manier onder de aandacht te brengen in de provincie. Duurzaamheid wordt nog vaak gezien als een last, iets dat er nog even bij moet. Terwijl het eigenlijk een lust is: Juist door een duurzame aanpak komen bedrijven en organisaties tot meer innovatie, betere producten en processen, een betere marktpositie en een betere economische ‘performance’. Duurzaamheid is dan iets waar je mee kunt scoren! Hoewel duurzaamheid al vorm heeft gekregen in diverse provinciale projecten, wordt de toegevoegde waarde van duurzaamheid nog te weinig erkend. Het gebrek aan erkenning komt wellicht voort uit de vage, brede definitie van duurzaamheid: ‘Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien’. Met dit voorbeeldenboek wordt hieraan tegemoet gekomen, door aan de hand van 10 projecten binnen de provincie te laten zien wat er qua inhoud en/of proces duurzaam aan is. Dit wordt gedaan aan de hand van de 9 ambities die in de omgevingsvisie aan duurzaamheid zijn gekoppeld (zie figuur rechts). Er kunnen ‘duurzaamheidslessen’ uit worden getrokken, die bij een volgend project kunnen helpen om het proces duurzaam in te richten. Daarmee kan dit boek in de toekomst als inspiratie dienen. Met het toepassen van de 9 ambities uit de omgevingsvisie wordt duurzaamheid immers een proces, waarbij het gaat om het maken van duurzame keuzes ten aanzien van die ambities. Een duurzaam proces is nu nog niet ‘business-as-usual’, maar een afwijkend traject ten opzichte van de gangbare manier van werken. Onderstaande figuur laat dit zien. De doorgaande rode pijl is daarbij het niet-duurzame ‘business-as-usual’-proces. De afbuigende, onderbroken pijl is het duurzame alternatief. De kleine zwarte pijltjes zijn de duurzame stappen die kunnen worden gezet op basis van leereffecten. Deze leereffecten kunnen voortkomen uit de analyse van de duurzame ‘hotspots’ in dit boek.
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
5
Selectie van projecten Om te komen tot de selectie is binnen het team Milieu en Duurzaamheid de vraag uitgezet om projecten aan te leveren, waar duurzaamheid een belangrijke rol heeft gespeeld, speelt, of zal gaan spelen. Daartoe werd een factsheet opgestuurd met de vragen: Wat behelst het project? Wat is duurzaam aan het project? Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? Wat zijn tips en tops van het project en hoe is men hiermee omgegaan? Is het doel/de kern van het project samen te vatten in 1 á 2 foto’s? Zo ja, deze graag bijvoegen. Als reactie werden er door EMTMD ongeveer 25 projecten aangeleverd, grotendeels gekoppeld aan de programma’s Energiepact en Gezond en Veilig Leefmilieu (GVL). Op basis van gesprekken met enkele teamleden is vervolgens uit deze 25 projecten een selectie gemaakt van 12 projecten, door rekening te houden met de volgende aspecten: Streven naar een gelijkmatige verdeling ten aanzien van de plaats in de beleidsacht (zie volgende pagina) Streven naar een gelijkmatige verdeling over ‘People Planet en Profit’ (aangegeven in de beschrijvingen en tabellen) Om deze 12 projecten inhoud te geven, zijn gesprekken gevoerd met collega’s van EMTMD, maar ook mensen van buiten dit team (zie volgende paragraaf). Op basis van de gevoerde gesprekken kwamen nieuwe ideeën voor op te nemen projecten naar boven, bleken opgenomen projecten minder geschikt te zijn en sommige projecten sterk verbonden te zijn of op elkaar te lijken. Na schrappen, toevoegen en samenvoegen bleven de 10 projecten die in voorliggend voorbeeldenboek zijn opgenomen over. Daarbij is aan de vragen uit de inventarisatie ook de vraag toegevoegd wat de rol van de provincie in het project is. Project 10 is een communicatie-instrument en heeft een andere aard dan de andere projecten. Analyse van projecten De gevoerde gesprekken focusten op de proceskant van duurzaamheid. Om dit proces in beeld te krijgen en de afwegingen die daarbij zijn gemaakt, werden vragen gesteld om gemaakte keuzes te achterhalen en uitgangspunten in beeld te krijgen. Telkens is aan de hand van een tabel met de 9 ambities van de omgevingsvisie een beeld geschetst van de mate waarin duurzaamheid in het proces is meegenomen. De schema’s die daarvoor zijn gebruikt zijn bij de verschillende projecten in dit boek te vinden. In de cellen van de tabellen staan argumenten die zijn (of zullen worden) meegenomen bij afwegingen en effecten van het project op de verschillende ambities uit de omgevingsvisie. De kleur van de cellen geeft een beoordeling van de mate waarin aandacht is of zal worden besteed aan de verschillende ambities en zegt iets over het effect van het project op die ambities. Daarbij is de ‘legenda’ als weergegeven in onderstaande tabel van belang. Deze legenda is overigens in verkorte versie ook bij alle ‘ambitietabellen’ in het document terug te vinden. Kleur
Toelichting Ambitie is doel/uitgangspunt van het project. Aandacht voor deze ambitie is evident. Ambitie is meegenomen in het proces. Effect op ambitie positief bijgestuurd. Ambitie nog niet meegenomen in het proces. Dit is een aandachtspunt, mogelijk liggen er kansen. Ambitie is niet meegenomen in het proces. Effect op ambitie is negatief. Ambitie is niet relevant voor het project. Er is geen effect.
In sommige ‘ambitietabellen’ is een gloeilamp (zoals hiernaast afgebeeld) opgenomen. Dit geeft aan dat in dat specifieke project, die ambitie bijzonder belangrijk is. Dit is alleen relevant indien dit niet de ambitie(s) betreft die de kleur blauw heeft/hebben gekregen. Duurzaamheid in de beleidscyclus Duurzaamheid kan een rol spelen in verschillende fases van de beleidsontwikkeling, zoals de beleidsacht op de volgende pagina laat zien. In deze beleidsacht zijn de projecten in het voorbeeldenboek weergegeven op basis van de fase waarin de projecten zich bevinden op de datum, zoals weergegeven op het voorblad van dit boek. De projecten in dit boek zijn redelijk gelijkmatig verspreid over deze acht. In de nu volgende hoofdstukken worden de projecten één voor één behandeld.
6
Beleidsontwikkeling
Pilot Scan Leefbare Wijken
Witgoed en Elektronica (Virtueel) Platform Duurzame ontwikkeling Evaluatie/Verkenning
Instrumentenmix
STAN – Stoomleiding Twence Akzo Nobel
Analyse milieukwaliteit in pilot binnenstad Almelo
Programmeren
N340/N48
Monitoren uitvoering
Afspraken maken (projectopdracht/ plannen)
Duurzame provinciale wegen Uitvoeren projecten
Verwarming van de kassen in de koekoekspolder
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
Groengas en rijden op GFT
Bouw van een Pyrolysefabriek
7
1. Analyse milieukwaliteit in pilot binnenstad Almelo Wat behelst het project? De binnenstad van Almelo wordt gerevitaliseerd. De provincie en de gemeenten hebben de ambitie om samen de ruimtelijke kwaliteit en de duurzame kwaliteit van de binnenstad van Almelo te verbeteren. De gemeente Almelo is daarbij de regisseur van de binnenstad en de provincie ondersteunt en faciliteert. Hiermee wordt invulling gegeven aan de twee rode draden van de omgevingsvisie, namelijk ‘ruimtelijke kwaliteit’ en ‘duurzaamheid’. Tevens sluit het aan op de bestuursfilosofie, zoals geformuleerd in de omgevingsvisie: realisatie door partnerschap. Voor het totale project ‘Pilot binnenstedelijke transformatie Almelo’ is in november 2010 een projectplan opgesteld. Binnen de provincie ligt hiervoor de projectleiding bij de eenheid RWB. Er zijn twee hoofdlijnen: 1. De ontwikkelstrategie: Dit spoor is gericht op planvorming en het opstellen van een ontwikkelstrategie met uitvoeringsprogramma. Doelstelling is om draagvlak te verkrijgen van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de stad voor het nieuwe binnenstadsplan. Hiervoor wordt een programma ‘duurzame ontwikkeling’ opgestart. 2. Daarnaast wordt in 2011 met een tweetal projecten gestart. In het project Waterboulevard wordt het Kanaal de Haandrik tot in het stadscentrum doorgetrokken met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de directe omgeving. Het project verbindende pleinen moet het historische winkelgedeelte koppelen aan het moderne winkelgedeelte en het uitgaansgedeelte. Het project ‘analyse duurzame kwaliteit’ sluit aan bij de uitwerking van het programma ‘duurzame ontwikkeling’. Het project is nog in de opstartfase. Het plan van aanpak is gereed. Het project moet leiden tot een plan van aanpak ter verbetering van de duurzame kwaliteit in relatie tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In binnensteden komen veel hinderfactoren samen en blijft de leefomgevingskwaliteit achter, terwijl hier veel mensen hinder van ondervinden. Om te bepalen welke hinderaspecten spelen in de binnenstad van Almelo wordt een leefomgevingsonderzoek uitgevoerd. In een analyse worden de kansen en voorwaarden om de duurzame kwaliteit te verbeteren onderzocht. Binnen de provincie wordt hierbij samengewerkt vanuit het programma Energiepact (EMT), het uitvoeringsprogramma voor op de ondergrond (WB) en het programma Gezond en Veilig Leefmilieu (EMT). Deze analyse wordt uitgewerkt naar een uitvoeringsprogramma. De uitvoering hiervan valt buiten het project. Draagvlak wordt als essentieel gezien voor dit project, vanuit de overtuiging dat een breed gedragen aanpak zal leiden tot de beste resultaten. Binnen de gemeente Almelo wordt hiervoor gewerkt met kennistafels. Binnenstedelijke kwaliteit is meer dan een optelsom van functies en gebouwen. Het gaat daarbij om waarden als ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Verbetering van de duurzame kwaliteit van de binnenstad draagt bij aan het welbevinden van de inwoners van Almelo en aan een op meerdere vlakken aantrekkelijke binnenstad. Leerervaringen kunnen worden opgedaan met een aanpak waarin duurzame kwaliteit gelijk oploopt met de ruimtelijke kwaliteit. Het project moet een voorbeeldfunctie krijgen. Als de aanpak in Almelo succesvol verloopt, wil de provincie deze aanpak voortzetten voor stedelijke vernieuwing in andere Overijsselse steden. Het is een stap in de ontwikkeling van een nieuw sturingsinstrument voor verbetering van de duurzame kwaliteit in relatie tot de ruimtelijke kwaliteit bij binnenstedelijke transformaties. Resultaten van het project worden gedeeld via het Wiel van Overijssel en het (Virtueel) Platform Duurzame ontwikkeling (zie project 10). Wat is de rol van de provincie in het project? partner in het project: brengt belang duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit in (mede)financier Wat is duurzaam aan het project? De binnenstad wordt door dit project op een duurzamere manier gerevitaliseerd. Uitgangspunt van het project is verbetering van de gezondheid en de leefomgeving: een accent op de ‘People’-kant
8
van duurzaamheid. Door het project integraal op te pakken worden ook de andere ambities uit de omgevingsvisie meegenomen. Hoe zal duurzaamheid worden meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes worden daarbij gemaakt? De revitalisering van Almelo is een integraal project. In de analyse die momenteel wordt uitgevoerd wordt aandacht besteed aan alle 9 ambities van de omgevingsvisie. People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Binnenstedelijke distributie. Geluidsarme bestrating. Comfort door energiebesparingsmaatregelen zoals Warmte Koude opslag
Economie/vestigingsklimaat Binnenstedelijke distributie Aantrekkelijke werklocatie door energiebesparingsmaatregelen zoals Warmte Koude opslag
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Water/klimaat
Duurzamere stad door koppeling van duurzaamheid aan ruimtelijke kwaliteit in de revitalisering. Het is goed leven en ondernemen
Binnenstedelijke distributie Fietsvoorzieningen Goede verwijzing verkeer
Creëren waterberging Minder CO2-uitstoot door energiebesparing en gebruik vernieuwbare energie
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Analyse duurzame kwaliteit in pilot binnenstad Almelo heeft als doel het verbeteren van de veiligheid/gezondheid
Energiezuinige verlichting (LED). Energie uit afvalwater.
Ondergrondse (afval)opslag. Ondergronds parkeren. Flexibel kabel- en leidingsysteem
Elders
Het is een voorbeeldproject. Het is de bedoeling de methodiek vaker toe te passen
Door de revitalisering wordt Almelo weer een regionale centrum dat meerwaarde heeft boven de omringende plattelandscentra.
Toekomst
Met dit project moet de binnenstad weer een groot aantal jaren vooruit kunnen
Aandachtspunt Negatief Geen effect
Openbaar groen. Waterelementen.
Wat zijn te verwachten tips en tops van het project en hoe zal hiermee worden omgegaan? Tops: Het is een integrale aanpak waarbij veel partijen vroegtijdig aan tafel zaten De verwachting is dat inzetten op ruimtelijke én duurzame kwaliteit een win-win situatie is Timing: er wordt aangesloten bij een bestaande ontwikkeling (revitalisering) Tip: -
Te vroeg in het project om hier iets over te melden
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
9
2. Scan leefkwaliteit op en om bedrijventerreinen Wat behelst het project? Ongeveer 40% van de beroepsbevolking is werkzaam op bedrijventerreinen (inclusief kantoorterreinen). De leefbaarheid op en om deze terreinen is echter een toenemend punt van aandacht. Er is overlast van geluid, trillingen, slechte luchtkwaliteit (geur, fijn stof) voor gebruikers en omwonenden. Dit project is gericht op het verbeteren van de leefkwaliteit op bedrijventerreinen. Het project sluit aan bij de omgevingsvisie waarin wordt gestreefd naar een gezond en veilig leefmilieu. De scan leefkwaliteit is bedoeld om aan de hand van een aantal indicatoren de leefkwaliteit op de terreinen in beeld te brengen. De systematiek daarvoor moet nog worden ontwikkeld. Deze sluit aan op de duurzaamheidsscan die in het verleden is ontwikkeld door DHV en waarbij aan de hand van een wensbeeld een bedrijventerrein beoordeeld kan worden op de mate waarin fysieke aspecten bijdragen aan dat wensbeeld. Bij de Scan leefkwaliteit op bedrijventerreinen wordt echter niet zozeer gekeken naar absolute waarden, maar vooral naar de beleving daarvan, door te werken met vragenlijsten. Het plan van aanpak voor dit project is afgerond. Het streven is om in samenwerking met gemeenten (met behulp van een subsidieregeling) de scan uit te gaan voeren op (in eerste instantie) een tweetal bedrijventerreinen. Op basis van de scans worden aanbevelingen voor maatregelen gedaan. Opgedane kennis wordt gedeeld via het (Virtueel) Platform Duurzame ontwikkeling (project 10 in dit boek). Saxion is als kennisinstituut bij dit project betrokken. Samen met Saxion wordt ook gezocht naar publicatiemogelijkheden. Samenwerking tussen provincie en Saxion leidt dan ook tot positieve publiciteit voor beiden. Wat is de rol van de provincie in het project? laten uitvoeren scan (mede)financier maatregelen Wat is duurzaam aan het project? De leefkwaliteit op bedrijventerreinen wordt vergroot. Het project voorziet bovendien in een spin-off van de methodiek (via het platform), waardoor in de toekomst op dezelfde wijze een vervolg aan het project kan worden gegeven voor andere bedrijventerreinen. Dit project focust op de ‘People’kant van duurzaamheid. Hoe zal duurzaamheid worden meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes worden daarbij gemaakt? Zoals vermeld, is voor dit project het Plan van Aanpak klaar. De voorbereiding van de scans moet nog beginnen, waardoor de duurzaamheid van het proces nog niet goed in beeld is. Toch kan op basis van de ideeën die er zijn ten aanzien van de scan, wel het één en ander gezegd worden over de afwegingen en effecten voor de verschillende ambities uit de omgevingsvisie. Geel geeft in onderstaand schema aan dat er kansen/aandachtspunten liggen voor een aantal ambities, als de maatregelen die naar voren komen onder ‘People’, de focus van dit project, worden uitgevoerd.
10
Uitgangspunt Positief Aandachtspunt Negatief
People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Woon-/ bedrijfsomgeving Kwaliteit van de verblijfsruimte wordt vergroot
Economie/vestigingsklimaat Verfraaiing van bedrijventerreinen maakt ze aantrekkelijker om er te vestigen
Natuur
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Bedrijventerreinen kunnen bijvoorbeeld groener worden gemaakt om de werkomgeving te veraangenamen
Limieten stellen aan het vrachtverkeer kan een maatregel zijn
Meer groen maakt opvang CO2 mogelijk. Waterpartijen kunnen de omgeving verfraaien
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Scan leefkwaliteit op en om bedrijventerreinen zet in op verbetering veiligheid/gezondheid
Isoleren van huizen en bedrijfspanden voor geluid, is ook gunstig vanuit het oogpunt van energiebesparing
Geen invloed
Geen effect
Elders
Toekomst
Een gezondere woon- en werkomgeving
Veraangenamen werkomgeving kan worden aangegrepen om een park aan te leggen. Ook groene daken zijn een optie Water/klimaat
Verzwakking concurrentiepositie vestigingsklimaat nodigt uit om ook op leefkwaliteit in te gaan zetten Een aantrekkelijker vestigingsklimaat
Wat zijn te verwachten tips en tops van het project en hoe zal hiermee worden omgegaan? Tops: Project focust op de beleving van overlast door werkenden en omwonenden. Burgers worden betrokken bij het project, wat het draagvlak vergroot Kans op duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit in één keer op te pakken Tip: -
Nog niet aan de orde
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
11
3. Duurzame provinciale wegen Wat behelst het project? Vanuit het streven om te komen tot een gezond en veilig leefmilieu (uit de omgevingsvisie), ondersteunt de provincie niet alleen initiatieven, maar gaat vanuit haar voorbeeldfunctie ook aan de slag met haar eigen wegen. Hier komen twee aspecten onder de aandacht: geluidsreductie en vermindering van lichthinder. Geluidsreductie Geluid is de nummer 2 veroorzaker van verlies aan gezonde levensjaren. Provinciale wegen vormen in Overijssel belangrijke geluidsknelpunten. De provincie draagt bij aan het verminderen van geluidsoverlast door het aanleggen van geluidsreducerend asfalt op knelpuntlocaties. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande onderhoudsplannen voor de provinciale wegen van Wegen en Kanalen, om werk met werk te maken. Hoe gaat dit dan in z’n werk? Wegen en Kanalen heeft Goudappel Coffeng opdracht gegeven om langs de provinciale wegen geluidsoverlast in beeld te brengen. Daarbij is gekeken naar de samenstelling van het verkeer op basis van het type voertuigen, de sterkte van het geluid, de afstand van de bebouwing tot de weg en nog een aantal andere factoren. Op basis hiervan zijn 16 locaties aangewezen waar de geluidshinder het sterkst was. Vervolgens zijn deze locaties gelegd naast het Meerjaren Uitvoeringsprogramma 2011-2015, waarin de onderhoudsplannen staan. Zo zijn er een 4-tal wegvakken aangewezen, met kilometer, waar het verouderde asfalt wordt vervangen door geluidsreducerend afval. Na het maken van afspraken met de programmamanager van Wegen en Kanalen worden de werkzaamheden vastgelegd in een uitvoeringsprogramma. Dit plan van aanpak is klaar. Het werk wordt nu voorbereid en dan kan men aan de slag.
Vermindering lichthinder Lichthinder heeft een verstorende werking op mens en dier. De kennis hierover groeit, waardoor er steeds meer zicht is op de effecten. Dit project heeft als doel het verminderen van lichthinder en bij te dragen aan donkertebescherming, door het aanpassen (of verduurzamen) van de verlichting langs provinciale wegen. In de omgevingsvisie is de doelstelling opgenomen om invulling te geven aan energievriendelijke verlichting. Bovendien is er vanuit de Taskforce Openbare Verlichting de doelstelling om te komen tot een energiebesparing van 30% in 2020 (Job Klaassen is ambassadeur van deze Taskforce). Er worden maatregelen geformuleerd om te komen tot vermindering van lichthinder en deze worden vastgelegd in een uitvoeringsplan, dat in maart 2011 gereed zal zijn. De rest van 2011 is bestemd voor de uitvoering. Daarbij wordt gekeken naar de leeftijd van de lichtmasten, de dimbaarheid en het wattage. Team Milieu en Duurzaamheid werkt voor dit project samen met Wegen en Kanalen. Gezond en Veilig Leefmilieu is opdrachtgever. De provincie bezit slechts 4.000 lichtmasten. Het project beperkt zich echter niet tot uitsluitend deze provinciale lichtmasten. Het project kent namelijk een educatief element: gemeenten en burgers moeten bewust worden
12
gemaakt van hoe op een duurzame manier kan worden verlicht. Voor gemeenten is daartoe ook financiële ondersteuning mogelijk. Licht wordt nu vaak verkeerd ingezet, waardoor onnodige energie wordt verbruikt. Wat is de rol van de provincie in het project? Initiatiefnemer: opdracht uitzetten Uitvoerder: WK voert de projecten uit Informant: weggebruikers en omwonenden worden geïnformeerd over de werkzaamheden Financier Wat is duurzaam aan het project? Het verduurzamen van de provinciale wegen dekt alle drie de ‘P’s van duurzaamheid. Geluidsreductie leidt tot minder verstoring voor zowel mensen als natuur. De geluidsreducerende laag wordt bovendien voor 80% samengesteld uit de verwijderde asfaltlaag. Voor vermindering van lichthinder geldt ook dat het positief is voor mensen en natuur, hoewel donkerte niet altijd door mensen als een kwaliteit zal worden aangemerkt. Dit komt door de relatie die wordt gelegd tussen verlichting en sociale veiligheid (zie kader rechts). Vermindering van de verlichting werkt ook door op de ‘Profit’-kant: verlichting is een grote energieverbruiker en daarmee een belangrijke kostenpost voor de overheden.
Verlichting van een fietspad
Verlichting van wegen en vooral fietspaden wordt vaak geassocieerd met een gevoel van sociale veiligheid. Hierbij kunnen vraagtekens worden geplaatst. Immers, de verlichting langs een fietspad verlicht de fietser. De fietser heeft hierdoor beperkter zicht op de donkere omgeving naast het fietspad. Mensen met verkeerde bedoelingen die zich willen verschuilen in de donkere schaduwen langs het fietspad, zijn daarom met die lamp goed geholpen: ze zijn onzichtbaar en kunnen hun doel juist goed zien. Natuurlijk komen ze wel in het licht als ze de fietser aanvallen, maar dan is het voor de fietser te laat. Zonder ogen die de aanval opmerken is dergelijke verlichting dus niet zinvol. Veel logischer lijkt het om te investeren in het licht van de fiets en de reflectie van dat licht door asfalt. De fietser kan dan verder vooruit zien, wordt niet gehinderd in het observeren van de omgeving, terwijl de fietser zelf voor zijn omgeving wel zichtbaar, maar niet herkenbaar is.
Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? Geluidsreductie Geluidsreductie kan op verschillende manieren worden bereikt. Behalve het vervangen van het asfalt, had ook kunnen worden gekozen voor bijvoorbeeld het plaatsen van geluidswanden, het aanleggen van een tunnel of het doen van aanpassingen aan de auto’s. Op basis van de ambities van de omgevingsvisie is echter voor dit alternatief gekozen, hoewel ook de kosten een rol lijken te hebben gespeeld. Immers, een tunnel is zeer duur, het plaatsen van geluidsschermen ook en voor het aanpassen van de auto’s was eerst onderzoek nodig, terwijl de kennis voor geluidsreducerend asfalt al voorhanden was. Bovendien kon het aanpassen van het asfalt worden meegekoppeld met de routinematige onderhoudswerkzaamheden, wat in ieder geval op de korte termijn een kostenbesparing oplevert. Vermindering lichthinder Als donkerte als een kernwaarde wordt beschouwd, is de meest duurzame oplossing het weghalen van verlichting. In dit project was dit ook de eerste stap. Daarna is pas gekeken naar mogelijkheden om verlichting aan te passen/te vervangen: weghalen verlichting waar het kan vervangen openbare verlichting door geleideverlichting in de weg waar het kan lampen met hoog verbruik vervangen door energiezuinige verlichting zoals LED-lampen dimbaar maken van bestaande verlichting habitatvriendelijke verlichting in natuurgebieden als EHS en Natura 2000 bushaltes voorzien van energiezuinige verlichting en schakelregimes pilot vervangen verlichte wegwijzers door reflecterende platen De ‘score’ op de verschillende ambities uit de omgevingsvisie is als weergegeven in het schema op de volgende pagina. Wat zijn tips en tops van het project en hoe is hiermee omgegaan? Tops: Voor het doel van vermindering van geluidshinder is het kosteneffectief vergeleken met andere maatregelen. Aantrekkelijkheid van het landschap blijft bovendien behouden. Integrale aanpak: verbinden van nut (verduurzamen) en noodzaak (vervangen verlichting door leeftijd). Uitdragen voorbeeldfunctie door provincie.
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
13
Tips: -
Verder zoeken naar alternatieven, want door de beperktere levensduur van het asfalt zijn er hoge kosten aan verbonden op de langere termijn. Voor vermindering geluidshinder breder kijken dan asfalt. Er moet goed worden nagedacht over waar het licht nodig is. De huidige mentaliteit om steeds meer te verlichten, moet omslaan in een trend om steeds minder, of in ieder geval beter te verlichten. Zorg dat helder is wie wat beheert. Bij aanpak verlichting was het een gepuzzel om in beeld te krijgen welke organisatie beheerder was van welke lichtmasten. Doorlooptijd opstarten programma beperken om tijd voor uitvoering te vergroten: tijd voor uitvoering is nu 1 jaar. People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Het is aantrekkelijker om in een stille buurt te wonen
Economie/vestigingsklimaat Meer onderhoud aan wegen leidt tot meer werkgelegenheid
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Water/klimaat
Aanpassen van asfalt verandert niets aan de aantrekkelijkheid van het landschap, in tegenstelling tot bijvoorbeeld geluidsschermen. Donkerte is een landschappelijke waarde volgens de omgevingsvisie
Geluidsreducerend asfalt heeft een gemiddelde leeftijd van 8 jaar, terwijl dit bij gewoon asfalt 15 jaar is. Het speciale asfalt is bovendien gevoeliger voor vorstschade. Meer onderhoud nodig dus
Minder CO2-uitstoot door energiebesparing
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Aanpak geluidsknelpunten en realiseren duurzame openbare verlichting zet in op behoud van veiligheid en verbetering gezondheid
Energiebesparing door weghalen en aanpassen verlichting
Geen invloed. 80% van het speciale asfalt bestaat uit het oude asfalt, maar dit is niet anders dan bij standaard vervanging
Aandachtspunt Negatief Geen effect
Aandachtspunt is de relatie tussen verlichting en veiligheid
Elders
Toekomst
14
Het vestigingsklimaat kan onder druk komen te staan door verslechterde bereikbaarheid.
Dieren ondervinden minder overlast van geluid en licht. Omgeving niet verstoord door geluidswal
4. Groengas en rijden op GFT Wat behelst het project? Groengas is biogas dat wordt opgewekt uit natuurlijke materialen, zoals slib, mest of groente-, fruit en tuinafval en is opgewerkt naar aardgaskwaliteit. Het heeft een aanmerkelijk lagere CO2-uitstoot en uitstoot van schadelijke stoffen zoals fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) dan benzine en diesel. Dit gas kan worden gebruikt als brandstof voor CNG1-auto’s. De motoren van CNG-auto’s zijn ook stiller. Naast dat Groengas goed is voor het milieu, is het ook goed voor de portemonnee. Op 1 kuub Groengas, van circa 80 cent, kan even ver gereden worden als op 1 liter diesel. Vanuit het perspectief van verbetering van de luchtkwaliteit, is de provincie Overijssel daarom een campagne begonnen om rijden op Groengas te stimuleren. In deze campagne werkt de provincie samen met gemeenten, dealers, leasebedrijven en tankstations. Doel is om te zorgen voor een beginnend netwerk van Groengas tankstations en daarbij ook te zorgen voor voldoende tankende CNG-auto’s in Overijssel. Ook in andere provincies wordt het rijden op Groengas gestimuleerd. Er zijn nu 7 Groengas tankstations in Overijssel en dit groeit eind 2011 naar minimaal 12. Landelijk zijn er eind 2011 minimaal 100 Groengastankstations. Meerdere Europese automerken bieden CNG-auto’s aan. Eind 2010 reden er circa 200 CNG-auto’s in Overijssel. Dit aantal moet de komende jaren verder toenemen. Één van de Groengas tankstations, is gesitueerd op industrieterrein Hessenpoort in Zwolle (Salland Olie), in de buurt van afvalverwerker ROVA. ROVA produceert uit Groente- Fruit- en Tuinafval Groengas met een vergister. ROVA draagt op deze manier als bedrijf bij aan de doelstellingen op het gebied van klimaat, luchtkwaliteit, geluid en duurzaamheid. Het project is als UKR/UKP (Unieke Kansen Regeling/Project) met rijkssubsidie van de grond gekomen in 2006. Het bouwen van een vergister is innovatief en duur. ROVA rijdt nu met eigen voertuigen op Groengas, maar de productie is dermate hoog dat er gas overblijft. In overleg met de Gasunie wordt dit overschot nu ingevoed in het aardgasnetwerk van waaruit het wordt geleverd aan huishoudens, gebouwen en Groengastankstations. Nog nergens anders in Europa wordt Groen gas in het hogedruk gasnetwerk ingevoed. Het project is dan ook uniek. Behalve met de provincie Overijssel en Gasunie, werkt ROVA in dit project samen met HVC, Salland Olie en Enexis. HVC heeft daarbij ondermeer een rol in het verstrekken van Groengascertificaten. Deze certificaten maken het mogelijk het Groengas te vermarkten. Hieruit blijkt namelijk hoeveel er is opgewekt. Na levering aan het net kan immers niet meer worden achterhaald wat Groengas is en wat niet. Het geld dat door ROVA wordt verdiend met de verkoop van Groengas, gaat terug naar de gemeenten waar afvalverwerker ROVA voor rijdt. Wat is de rol van de provincie in het project? initiator: de provincie is één van de initiatiefnemers van het ontwikkelen van het Groengasnetwerk (mede)financier: de provincie heeft subsidie verstrekt voor de bouw van Groengasstations en heeft het bouwen van de faciliteiten voor het opwerken van Groengas tot aardgaskwaliteit financieel ondersteund
1
CNG is compressed natural gas. Deze auto’s kunnen op aardgas en Groengas rijden. Aardgas is de transitiebrandstof naar het klimaatneutrale Groengas.
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
15
-
-
partner: niet-commerciële partner in het UKP-consortium bij ROVA. Om in aanmerking te komen voor UKR/UKP gelden, moet er een niet-commerciële partij deelnemen in het consortium dat zich met de realisatie van het project bezighoudt. Dit is de provincie Overijssel geworden. voorwaardenscheppend: door het stimuleren van rijden op Groengas heeft het ROVA-gas commerciële toepassing voortrekkersrol: de provincie probeert het eigen wagenpark, maar ook het openbaar vervoer in de provincie zo schoon mogelijk te maken. Zo worden er bij aanbesteding van het openbaar vervoer, voorwaarden gesteld met betrekking tot schoon vervoer. Hoewel de meeste bussen en regiotaxi’s nog op diesel rijden, zijn er ook taxi’s op Groengas. Het eigen wagenpark van de provincie bestaat uit 2 aardgasauto’s, 11 hybride auto’s en enkele tientallen dieselauto’s. De provincie wil het aantal CNG-auto’s in het eigen wagenpark vergroten.
Wat is duurzaam aan het project? Rijden op Groengas is schoner, stiller en klimaatneutraal. Omdat er nog relatief weinig CNG-voertuigen rijden (200 auto’s) is de CO2-reductie van circa 0,5 ton nog bescheiden. De vergister van ROVA levert 4 miljoen kuub biogas op, waaruit 3 miljoen kuub Groengas per jaar wordt geproduceerd. Daarnaast is er 17.000 ton compost geproduceerd, dat wordt ingezet in de landbouw om de bodem op een natuurlijke wijze te verbeteren. De CO2-reductie bedraagt 6,5 ton. Het project focust zowel op de ‘Planet’-kant van duurzaamheid, als op de ‘People’-kant, hoewel ‘Profit’ (vooral voor ROVA) ook wel degelijk een rol speelt. Het project komt voort uit een kans. Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? Het feit dat de provincie streefde naar een betere luchtkwaliteit, betekent niet gelijk dat er wordt ingezet op Groengas. Er zijn alternatieven en op basis van de volgende argumenten is er voor gekozen om het rijden op Groengas actief te gaan stimuleren: •
De lage uitstoot van schadelijke stoffen. In de grafiek hieronder is voor biobrandstoffen en fossiele brandstoffen de emissie aan fijn stof (PM10), stikstofoxides (NOx) en koolstofdioxide (CO2) weergegeven. De biobrandstoffen (Groengas, bioethanol, biodiesel) en het rijden op elektriciteit hebben allen een relatief lage CO2-uitstoot. Biodiesel heeft nog steeds een relatief hoge uitstoot aan fijn stof en stikstofoxides. Elektriciteit komt als schoonste alternatief naar voren maar hierbij is de uitstoot van fijn stof en stikstofoxides die bij het opwekken in energiecentrales vrijkomt buiten beschouwing gelaten.
•
Kosten. Een Groengastankstations kost afhankelijk van de uitvoering 150.000 tot 350.000 euro. Een tankstation voor biodiesel of bioethanol kost circa 10.000 euro. Deze laatste kunnen hierdoor zonder subsidie gerealiseerd worden. De energiebedrijven hebben samen de stichting E-laad opgericht die gratis 10.000 oplaadpunten voor elektrische auto’s plaatst en onderhoud. Groengas is een relatief goedkope brandstof terwijl bioethanol en biodiesel even duur of duurder dan hun fossiele tegenhanger zijn. Vanaf circa 10.000 kilometer kan het financieel aantrekkelijk zijn om op Groengas te rijden. Ketenbenadering. Elektrische auto’s zijn nog zeer beperkt verkrijgbaar. De prijs van deze auto’s is relatief hoog terwijl de prestaties, zoals het aantal kilometers op een volle accu, nog beperkt zijn. Het Rijk en o.a. de energiebedrijven stimuleren het elektrisch rijden al
•
16
actief. Tegen een kleine meerprijs (personenauto’s 0 - 5.000 euro) is er voldoende keus in CNG-auto’s met vergelijkbare prestaties als voertuigen op fossiele brandstoffen. Verder is de productie van Groengas goed voor de economie in Overijssel. Wanneer de afweging wordt gekoppeld aan de ambities uit de omgevingsvisie, ontstaat het volgende schema: People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Verbetering van de luchtkwaliteit is bedoeld ter verbetering van de leefomgeving
Economie/vestigingsklimaat Groengas kan in Overijssel worden gemaakt uit afvalstoffen. Als brandstof is het goedkoper dan benzine en diesel Bereikbaarheid
Dit aspect is niet aan de orde gekomen in de afweging. Het project heeft er geen invloed op
Bereikbaarheid speelt geen rol in dit project
Minder CO2-uitstoot is goed voor het klimaat
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Groengas en rijden op GFT focust op betere luchtkwaliteit en minder geluid. Beiden zijn goed voor de gezondheid
Groengas en rijden op GFT focust primair op vermindering van energieverbruik
De productie van Groengas ontlast de fossiele brandstoffen
Minder afhankelijkheid olie producerende landen, wanneer productie Groengas grootschaliger wordt opgepakt bevordert staatsveiligheid
Andere regio’s wachten waarschijnlijk op de resultaten van dit project, alvorens zelf te investeren in Groengas
Aandachtspunt Negatief Geen effect
Steden/landschap
Elders
Toekomst
Één van de energiebronnen van de toekomst. Economische nieuwe mogelijkheden ontstaan voor Overijssel
Luchtkwaliteitverbetering is niet alleen goed voor de mens, maar ook voor plant en dier Water/klimaat
Uitputting grondstoffen gaat minder snel
Wat zijn tips en tops van het project en hoe is hiermee omgegaan? Tops: de openbaar vervoer aanbesteding: het uitdragen van de eigen voorbeeldfunctie ten aanzien van streven naar schoon rijden. samenwerking en communicatie (bij ROVA) sluiten van de kringloop (bij ROVA) realiseren vergister invoeden van Groengas op netwerk Tip: niet te vroeg partijen uitsluiten: betrekken van Gasunie is nu pas in laat stadium gebeurd, waardoor noodzaak van opwerken pas laat duidelijk werd
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
17
5. Verwarming kassen Koekoekspolder met aardwarmte Wat behelst het project? Warmte uit de bodem is vaak direct toepasbaar voor het verwarmen van bijvoorbeeld gebouwen. Het is een efficiënte vorm van duurzame energie. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen WarmteKoude-Opslag (WKO) en Aardwarmte. Bij WKO worden warmte en koude opgeslagen in waterhoudende lagen in de bodem. Dit kan tijdens warme of juist koude periodes worden gebruikt om gebouwen te verkoelen, danwel te verwarmen. Dergelijke systemen zijn aantrekkelijk in de aanschaf, want ze verdienen zichzelf binnen enkele jaren terug door de grote besparingen die worden gedaan in energiekosten. Voor kantoren en andere bedrijven is er dan ook markt ontstaan. Aardwarmte, of geothermie, is een heel andere techniek, waarbij de aarde niet wordt gebruikt als geïsoleerde opslag, maar waar de warmte uit de aarde zelf gehaald wordt. Op 2000 meter diepte is water te vinden met een temperatuur van 70 graden. Deze warmte kan worden benut door twee putten, samen een doublet genoemd, te slaan: een productieput, waarmee het water wordt opgepompt een injectieput, waarmee het water wordt teruggestort, nadat met een warmtewisselaar de benodigde hoeveelheid energie uit het water is gewonnen. In de Koekoekspolder in Overijssel wordt een aardwarmtebron gerealiseerd door een drietal tuinders met steun van de provincie Overijssel. Totaal komen er in de polder 7 doubletten, waardoor ook woningen en kantoren gebruik kunnen gaan maken van aardwarmte. Wat is de rol van de provincie in het project? (mede)financier: vanuit het Energiepact is dit project financieel ondersteund adviseur: vanuit het Energiepact (team Milieu en Duurzaamheid) wordt advies gegeven Wat is duurzaam aan het project? Per doublet kan circa 7 kiloton CO2-reductie gerealiseerd worden. Per doublet kan ruim 5 miljoen m3 aardgas per jaar worden bespaard. Het project draagt zo vooral bij aan de ‘Profit’-kant van duurzaamheid. Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? Het project is een initiatief van 3 tuinders geweest. Aanleiding voor het project was de hoge gasprijs een aantal jaar geleden. De tuinders zochten daarom een alternatief. Er waren daarbij verschillende alternatieven, zoals een houtkachel of geothermie. Er is toen bewust gekozen voor geothermie (aardwarmte), omdat dit betrouwbaarder was. Mits de boring succesvol zou zijn, zou de energievoorziening voor minimaal 30 jaar geregeld zijn. De provincie is toen bij het project betrokken geraakt vanuit ‘Planet’-perspectief. Aan een dergelijk duurzaam project wil zij wel een bijdrage leveren. Bovendien kan ze meedragen in de risico’s die deze Overijsselse pioniers lopen. Het grootste risico is dat de aardwarmtebron niet de veronderstelde capaciteit heeft. De boring vindt plaats op basis van geologische gegevens en een haalbaarheidsstudie. De praktijk kan echter afwijken. Als de capaciteit minder is dan 75% van de verwachte capaciteit, is de bron niet rendabel en is de gehele investering (ongeveer 6 miljoen) voor niets. Andere risico’s zijn het vastraken van de boor en een blow-out van ongewenste stoffen. Een aardwarmtebron brengt vrijwel geen nadelen met zich mee voor de omgeving, zoals de tabel op de volgende pagina laat zien.
18
People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Restwarmte kan gebruikt worden voor huishoudens, maar is nu nog niet het geval
Economie/vestigingsklimaat Mits succes, kan het voor westerse glastuinbouwbedrijven een economische prikkel zijn om te verhuizen
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Water/klimaat
Geen verandering, oppompen verreist gebouw ter grootte van een schuur
Geen verandering
Minder CO2-uitstoot. Water gebruikt als energiebron
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Geen verandering
Verwarming kassen Koekoekspolder met geothermie is ingestoken om energie te verduurzamen
Minder snelle uitputting voorraden fossiele brandstoffen. Putten leiden niet tot verstoring
Mits het project een succes is zijn er elders ook toepassingsmogelijkheden. In Twente lopen de eerste verkenningen en ook in de Koekoek is meer animo Geothermie is één van de energiebronnen van de toekomst
Bij grootschaligere toepassing kan de CO2reductie aanzienlijk zijn
Aandachtspunt Negatief Geen effect
Elders
Toekomst
Minder CO2-uitstoot
Wat zijn tips en tops van het project en hoe is hiermee omgegaan? Tops van het project liggen vooral in de samenwerking: Openheid Vertrouwen Begrip voor elkaar Tip: -
Er zijn geen concrete tips te formuleren
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
19
6. STAN, een stoomleiding tussen Twence en AKZO Nobel Wat behelst het project? Veel bedrijven in Overijssel gaan bewust om met energie, uit verschillende overwegingen. De provincie Overijssel heeft een plan van aanpak ontwikkeld voor bedrijven om inzichtelijk te maken welk voordeel energiemaatregelen opleveren. Het kan gaan om aanpassingen aan het gebouw, maar ook om gedragsverandering. Daarnaast stimuleert de provincie bedrijven om samen te werken met andere bedrijven of met maatschappelijke voorzieningen om gezamenlijk tot energiebesparing te komen. Een mooi voorbeeld hiervan is STAN, een stoomleiding tussen Twence en AKZO Nobel. AKZO Nobel, wereldwijde producent van zout, is de grootste energieverbruiker van Overijssel. De vestiging in Hengelo gebruikt energie voor het indampen van pekel. Dit gebeurt met stoom. Twence, een afvalverbrander twee kilometer verderop, heeft stoom als restproduct. Dit komt vrij bij het afvalverbrandingsproces wordt gebruikt om elektriciteit mee op te wekken. Daarna gaat het als restwarmte de lucht in. Voor AKZO is de stoom van Twence echter goedkoper dan de eigen stoom die wordt geproduceerd met gas. Door het aanleggen van een stoomleiding met een diameter van een meter kunnen de ketels van AKZO op een lager pitje, wat een enorme energiebesparing in gasverbruik oplevert. Om overlast van de leiding voor burgers te voorkomen, wordt rond de pijp (of eigenlijk 2 pijpen: voor stoom en het teruggevoerde restwater) een boomwal aangelegd die goed past in het landschap. Langs deze boomwal wordt een wandelpad gerealiseerd. De stoomleiding is in werking. Wat is -
de rol van de provincie in het project? Subsidieverlener Uitdager Stimulator Vergunningverlener
Wat is duurzaam aan het project? De energiebesparing bedraagt 50 miljoen m3 aardgas per jaar en de CO2-reductie is 80 kiloton per jaar, wat natuurlijk ten goede komt aan het milieu. Het project is echter vooral ingestoken vanuit kostenoverwegingen en draagt daarom vooral bij aan de ‘Profit’-kant van duurzaamheid, hoewel ook de ‘Planet’-kant dus aanwezig is. Dit project heeft op de Dag van de Duurzaamheid (11 november 2010) de provinciale prijs gewonnen voor meeste CO2-reductie. Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? De afvalverbrandingsinstallaties van Twence (AVI’s) hebben een rendement van 25-27%. Dit is inclusief het omzetten van warmte in stoom en het opwekken van elektriciteit met die stoom. De andere 73-75% gaat verloren. Hoewel dit een normaal rendement voor een verbrandingsinstallatie, is hier dus veel te winnen. Bij de vergunningverlening aan Twence door de provincie, speelde al de vraag wat er met de restwarmte van Twence zou kunnen worden gedaan. Toen is dat al meegenomen in de Milieu Effect Rapportage. Dat was begin 21ste eeuw en juist toen speelden er diverse initiatieven rond het starten van een warmtenet voor Hengelo. Op het bedrijventerrein bij Hengelo werd een Warmtekrachtcentrale gebouwd en er werd een netwerk aangelegd om huishoudens te voorzien van warmte die vrijkomt bij de productie van elektriciteit. De gedachte daarbij was dat AKZO-Nobel en Twence ook warmte zouden kunnen leveren aan dit net. De onderhandelingen zijn nog steeds gaande. In overleg met de provincie is door Twence en AKZO-Nobel toen besloten om zelf initiatief te nemen. Verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen en het gebruiken van reststoffen sluit aan bij de omgevingsvisie. De provincie heeft de partijen uitgedaagd om te gaan praten en met een subsidie gestimuleerd. Het gebruik van stoom, die elders als restwarmte wordt afgevoerd, voor het indampen van pekel geeft een veel hoger rendement dan het gebruik van stoom voor elektriciteitsopwekking. Beide bedrijven konden zo een hoger rendement realiseren en goedkoper werken.
20
Het volgende schema laat de ‘score’ zien van het project op de verschillende ambities van de omgevingsvisie ten aanzien van duurzaamheid. People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Geen invloed
Economie/vestigingsklimaat De economie verstevigt. Winst voor beide bedrijven
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Water/klimaat
De leidingen zijn ingepast in het landschap (om percelen heen, boomwal)
Geen invloed
Minder COB2B-uitstoot. Verder geen invloed op water en klimaat.
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Vermeden emissies van gassen, doordat nu stoom van Twence wordt gebruikt, werkt gunstig om de luchtkwaliteit van de omgeving
Stoomleiding Twence-AKZO Nobel zet in op efficiënt energiegebruik
Minder snelle uitputting voorraden fossiele brandstoffen, door lager gasverbruik AKZO
Aandachtspunt Negatief Geen effect
Minder emissies zijn ook goed voor flora en fauna. De boomwal vormt habitat voor planten en dieren
Elders
Toekomst
Wat tips en tops van het project en hoe is hiermee omgegaan? Top: Samenwerking is een top, hoewel het proces moeizaam ging. Het is moeilijk om dergelijke afspraken te maken, in verband met de afhankelijkheid die wordt gecreëerd. Hier is het toch gelukt. Tips: -
-
Het proces, met 2 partijen, ging moeizaam. Houd het aantal partijen beperkt als het gaat om het gebruik van restwarmte want er wordt een langdurige relatie aangegaan en het behoort niet tot het primaire proces van het leverende bedrijf. Kijk eerst naar hergebruik in eigen bedrijf. Ga flexibeler om met financiën. Koppel budget niet aan tijd, maar reageer op kansrijke initiatieven.
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
21
7. Bouw van een pyrolysefabriek
Wat behelst het project? Pyrolyse is een proces, waarbij restafval wordt verhit zonder zuurstof, om het te vergassen. Dit kan met een groot aantal reststoffen, bijvoorbeeld: snoeiafval, schoon hout uit de bouw, stro, bermgras, slib. Door het vergassen komt oliedamp vrij, die weer kan worden gecondenseerd tot olie. Ook lijm en azijnzuur kunnen op een dergelijke manier worden geproduceerd. Pyrolyse is daarmee een belangrijke stap om de economie echt milieuvriendelijker te maken: pyrolyse-olie is een innovatieve biobrandstof. Empyro, het bedrijf dat in het leven is geroepen om de pyrolysefabriek te realiseren, is voortgekomen uit een samenwerking van btg-btl en Tree Power. De pyrolysetechniek is aan de universiteit Twente ontwikkeld, maar voor het eerst toegepast in MaleisiĂŤ. Met de bouw van de fabriek in Hengelo komt de techniek nu terug naar Nederland en wordt ze op 2x zo grote schaal toegepast. Pyrolyse-olie is, anders dan hout waaruit het kan worden gewonnen, geschikt om bij te stoken. Dit wil zeggen dat het extra kan worden toegevoegd bij de normale hoeveelheid brandstof, om te zorgen dat kan worden voldaan aan een piekvraag. Onderstaand figuur illustreert het pyrolyseproces.
Wat is de rol van de provincie in het project? (mede)financier vergunningverlener Wat is duurzaam aan het project? De capaciteit van de fabriek wordt 22 miljoen liter olie per jaar, waarvoor ca. 50.000 ton hout wordt verstookt. Dit leidt tot een CO2-reductie van 25 kiloton per jaar. Pyrolyse is een nieuwe techniek en dit project heeft op de Dag van de Duurzaamheid (11 november 2010) dan ook de prijs gewonnen
22
voor meest innovatieve project van Overijssel. Het project heeft vooral betrekking op de ‘Profit’ en ‘Planet’-kant van duurzaamheid. De pyrolysefabriek wordt gerealiseerd op het terrein van AKZO-Nobel in Hengelo. Dit heeft als voordeel dat de stoom, één van de restproducten van pyrolyse (zie afbeelding op de vorige pagina), gebruikt kan worden door AKZO-Nobel voor het indampen van pekel voor de zoutproductie. Daarmee wordt de kringloop gesloten. Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? Onderstaande tabel geeft een indicatie van de mate waarin de ambities uit de omgevingsvisie terugkomen in het project. People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Geen invloed
Economie/vestigingsklimaat Geen invloed
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Water/klimaat
Realisering op het AKZONobel-terrein voorkomt inpassingsproblemen
Bereikbaarheid speelt geen rol in dit project
CO2-reductie leidt tot een beter klimaat
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Geen invloed
Pyrolyse is een innovatieve manier van opwekken van biobrandstof
Pyrolyse ontlast de fossiele brandstoffen
Aandachtspunt
Invloed via CO2-reductie
Negatief Geen effect
Elders
Minder afhankelijkheid olielanden, wanneer pyrolyse grootschaliger wordt toegepast Mogelijk één van de energiebronnen van de toekomst, maar er zijn nog kritische geluiden (zie tips)
Toekomst
Wat zijn te verwachten tips en tops van het project en hoe zal hiermee worden omgegaan? Tops: Het is zeer innovatief De UT doet onderzoek hoe tot hoogwaardige groene grondstoffen kan worden gekomen door het kraken van de verkregen olie Tip: -
Pyrolyse is een erg dure vervanger voor fossiele brandstoffen en niet geschikt voor alle toepassingen
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
23
8. Witgoed en elektronica Wat behelst het project? Vele duizenden huishoudelijke apparaten worden illegaal afgevoerd naar Ghana. Consumenten hebben hiervoor verwijderingsbijdragen betaald, maar via illegale wegen wordt het officiële recyclesysteem omzeild. De elektronica (koelkasten, wasmachines, tv-toestellen) komt terecht op schrootmarkten in dit WestAfrikaanse land. Hier worden op primitieve wijze materialen als koper, aluminium en ijzer uit de apparaten gehaald. Hierbij komen giftige stoffen vrij. Doel van dit project was het organiseren van een gezamenlijke aanpak voor de gehele keten: afgifte-inzamelingopslag-vervoer-export en het uniform uitvoeren van toezicht en handhaving. Aanleiding is een recente actie van de Politie IJsselland en de Gemeente Deventer. Daarbij is een criminele lijn blootgelegd die elektronica vanuit West-Europa massaal in Ghana dumpt. Het project bestaat uit twee deelprojecten: Preventieve Handhaving, met de campagne 'Scoort u ook in Afrika?' Deze bestaat o.a. uit een informatiebrochure, informatiebijeenkomsten voor ondernemers en artikelen in vakbladen van MKB-Nederland. Dit is in de eerste helft van 2010 gedaan. Uitvoering Controles, door handhavers van Overijsselse gemeenten, belastingdienst en politie. De projectgroep heeft een kant-en-klaar controlepakket ontwikkeld voor de handhaver. Partners in dit project zijn zowel mede-overheden, als branchepartners: De Milieucommissie (Kamer van Koophandel en provincie Overijssel) Stichting NVMP, Wecycle en MKB Nederland. Dergelijke partijen hebben vaak een grotere invloed op de witgoedbranche dan de overheden en zijn daarom belangrijke spelers. Wat is de rol van de provincie in het project? partner in projectgroep ketenpartner in vergunningverlening en toezicht/handhaving Wat is duurzaam aan het project? Het gedrag van Overijsselse witgoed-ondernemers en handelaren zodanig beïnvloeden dat afgedankt witgoed en elektronica verantwoord wordt verwijderd en niet via illegale tussenhandelaren terecht komt op stranden in bijvoorbeeld Ghana, waar kleine kinderen gevaarlijke materialen uit apparaten halen. De VROM-inspectie heeft dit project landelijk uitgerold als voorbeeldproject. Het project focust vooral op de ‘People’-kant van duurzaamheid. Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? Dit project neemt een bijzondere plaats in tussen de andere projecten in dit boek. Waar een project over aardwarmte of pyrolyse de nadruk legt op duurzame vernieuwing, kijkt dit project naar wat er met onze oude spullen gebeurd als gevolg van het op de markt komen van nieuwe producten. Hoe duurzaam is eigenlijk het proces van afvalverwerking en kan het worden verbeterd? Kijkend naar de ambities van de omgevingsvisie, ligt de nadruk voor dit project dan ook op de dimensie ‘elders’. Het project streeft immers naar verbetering van de situatie in Afrika en meer specifiek Ghana. Daarom is hier ook aan de rij ‘elders’ een kleur toegekend. Ook kent het project een belangrijke toekomstcomponent: verbetering van levensomstandigheden op de lange termijn. Daarom heeft ook de rij ‘toekomst’ een kleur. Wat zijn tips en tops van het project en hoe is hiermee omgegaan? Tops: Samenwerking: niet alleen met overheden, maar ook met branchepartners. Dit heeft bijgedragen aan het succes van het project. Nazorg Tip (voor andere projecten): Bij beoordeling duurzaamheid van vernieuwend project, ook rekening houden met duurzaamheid verwerkingsproces oude spullen.
24
People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Geen noemenswaardige invloed
Economie/vestigingsklimaat De recycling-economie wordt gestimuleerd. De verwijderingsbijdrage wordt weer gebruikt waarvoor die is bedoeld
Aandachtspunt Negatief Geen effect
Risico’s op vervuiling door weglekken zijn bij illegale opslag vele malen groter dan bij legale verwerking. Recycling voorkomt dumping in natuur. Water/klimaat
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Geen invloed
Geen invloed
Risico’s op vervuiling door weglekken zijn bij illegale opslag vele malen groter dan bij legale verwerking
Veiligheid/gezondheid
Energie
Ondergrond
Project is bedoeld om te zorgen dat Nederland haar aandeel in illegale witgoeddumping vermindert. Doel daarvan: zie Elders.
Geen invloed. Nieuwe koelkast die wordt gekocht is wel energie zuiniger.
Risico’s op vervuiling door weglekken zijn bij illegale opslag vele malen groter dan bij legale verwerking
Elders (Ghana)
Witgoed en Elektronica zet allereerst in op verbetering van de veiligheid en gezondheid van mensen in Afrika
Inkomstenderving voor arbeiders dreigt als dumping stopt
Toekomst (Ghana)
Gezondere leefomgeving
Kans op gezondere eigen economie
Legale witgoed-afvalverwerking voorkomt dat water, ondergrond, lucht en natuur vervuild raken door weglekken chemische stoffen Schonere lucht, natuur en landschap
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
25
9. N340/N48
Wat behelst het project? Hoofddoelstelling van het project is het zo duurzaam mogelijk verbeteren van de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid als onderdeel van de totale regionale Oost-West verbinding en met voorkoming van sluipverkeer. Het project is uitgevoerd, omdat de groei van het verkeer niet langer hand in hand ging met een veilige en vlotte doorstroming, waardoor de bereikbaarheid van de economische centra onder druk kwam te staan. Bovendien was er sprake van een afnemende leefbaarheid langs de N340 en de Oost-West verbinding als geheel. Met andere woorden: De inrichting en vormgeving waren niet duurzaam veilig. Als aanvulling op de hoofddoelstelling is dan ook het uitgangspunt geformuleerd: ‘Een aangepaste of nieuwe N340 moet de regionale gebiedsontwikkeling ondersteunen’. Dit suggereert al dat de verbetering van de weg in een integraal kader wordt opgepakt. Naast doelen op het gebied van bereikbaarheid, zijn daarom ook doelen geformuleerd voor andere beleidsvelden, zoals landbouw, leefbaarheid en natuur, landschap en water. Met deze doelen moest zoveel mogelijk rekening worden gehouden bij het behalen van de hoofddoelstelling. Wat is -
de rol van de provincie in het project? Trekker: Het betreft een provinciale (N-)weg Financier Voorbeeldrol: De N-weg is provinciaal bezit. Bovendien kent het project een breed participatietraject met gemeenten, waterschappen, de provincie en burgers.
Wat is duurzaam aan het project? Tijdens het project is duurzaamheid vroegtijdig meegenomen in het proces. De weg is daarom aangelegd met oog voor ‘People’ en ‘Planet’, terwijl het project toch voortkomt uit een ‘Profit’motief. Daarom zitten er diverse duurzame kanten aan het project. Hoe is duurzaamheid meegenomen in het proces en welke specifieke keuzes zijn daarbij gemaakt? Zoals vermeld waren er naast de hoofddoelstellingen doelen gesteld voor verschillende andere aspecten die bij de aanpak van de weg een rol speelden. Dit heeft ertoe geleid dat de overwegend negatieve invloed van de wegverbreding aanzienlijk kon worden gereduceerd op vrijwel alle ambities uit de omgevingsvisie.
26
People Welzijn
Profit Welvaart
Planet Natuurl. voorraad
Uitgangspunt
Woonomgeving
Natuur
Positief
Negatieve invloed is verminderd door maatregelen als ongelijkvloerse kruisingen (behoud sociale cohesie)
Economie/vestigingsklimaat Rekening houden met bestaande agrarische bedrijvigheid. Verbeterde bereikbaarheid is goed voor economie en vestigingsklimaat
Steden/landschap
Bereikbaarheid
Zoveel mogelijk gestreefd naar inpassing in landschap
Verbreding van de N340/N48 leidt primair tot verbetering van de bereikbaarheid
Water/klimaat Verbetering van de doorstroming voorkomt onnodige CO2-uitstoot. Watertoets ingezet. Geen speciale compenserende maatregelen
Veiligheid/gezondheid Maatregelen genomen tegen overlast. Rotondes voor verkeersveiligheid. Betere doorstroming leidt tot minder luchtvervuiling
Energie CO2-reductie door LEDverlichting, licht wegdek (betere reflectie), extra bosaanplant.
Aandachtspunt Negatief Geen effect
Elders
Betere bereikbaarheid diverse plaatsen langs het tracĂŠ
Toekomst
Weg beter berekend op groei mobiliteit
Compensatie voor verlies. Aanleg ecoducten. Compacte vormgeving knooppunt A28
Ondergrond Gekozen voor viaduct i.p.v. tunnel om verstoring bodem en grondwater te beperken.
Wat zijn tips en tops van het project en hoe is hiermee omgegaan? Top: Absolute top in het project is het duurzame proces tussen de verschillende partners. De gebruikte methodiek was nieuw. Tip: -
Energie was in eerste instantie niet meegenomen in het project, maar in de brede afweging is besloten dat ook op dit vlak meerwaarde ten aanzien van duurzaamheid te halen was. Er is toen gekozen voor LED-verlichting, het aanplanten van bossen en, een innovatie, het gebruik van licht, reflecterend asfalt, waardoor minder kunstmatige verlichting nodig is
Campagne “Scoren met Duurzaamheid�
27
10. (Virtueel) Platform Duurzame ontwikkeling Wat behelst het project? Het platform duurzame ontwikkeling is bedoeld om kennis en ervaringen met betrekking tot de aanpak van duurzame ontwikkeling uit te wisselen. Het idee voor het platform is onder meer voortgekomen uit de wens van de verschillende overheden om te komen tot een integrale aanpak in gebiedsgerichte ontwikkelingen. De projecten binnen het programma Gezond en Veilig Leefmilieu (GVL) richten zich juist op zo’n integrale aanpak van de lokale leefomgevingskwaliteit. Het programma Energiepact brengt partijen bij elkaar om innovaties op energiegebied te stimuleren. Waar het Energiepact zich meer richt op de ‘Planet’- en de ‘Profit’-zijde van duurzaamheid, ligt de focus van GVL meer op de people kant: het versterken van het gevoel van welbevinden en welzijn van inwoners van Overijssel. Daarmee vormen beide programma’s een basis voor een sterk en herkenbaar duurzaamheidsbeleid. De bijdrage die het platform daaraan levert is dat de verzamelde kennis, ervaringen en ideeën zo maximaal mogelijk onder professionals wordt gedeeld, zodat de projecten daarmee een beter resultaat kunnen halen en opschaling of overdraagbaarheid naar andere plekken mogelijk wordt. Doelgroep van het platform vormen alle ambtenaren en bestuurders van de Overijsselse gemeenten en de provincie op het gebied van duurzaamheid, milieu, energie, economische zaken, ruimtelijke ordening en mobiliteit, naast (externe) specialisten op de diverse werkgebieden. Het platform heeft zowel een fysieke poot (bijeenkomsten en ontmoetingen) als een digitale poot (met onder andere een website en digitale nieuwsbrief). Wie er bij een bijeenkomst aanwezig zijn is afhankelijk van het onderwerp. De bijeenkomsten moeten enthousiasmerend werken. Het platform wordt in de eerste helft van 2011 ontwikkeld. Wat is de rol van de provincie in het project? Initiatiefnemer Financier Wat is duurzaam aan het project? De focus op communicatie en informatie maakt dit project essentieel anders dan alle voorgaande. Het project is zelf niet noemenswaardig duurzaam, maar kan de duurzame ‘hotspots’ die in dit voorbeeldenboek staan vermeld bekendheid geven en zo de duurzame benadering promoveren tot ‘business-as-usual’. In het figuur hiernaast, waarmee dit boek ook begon, wordt duurzaamheid voorgesteld als een proces dat er toe leidt dat er op een andere manier richting wordt gegeven aan een ontwikkeling en dat dit betekenis krijgt door experimenten. De rol van het platform in relatie tot dit figuur is, op de korte termijn, dat het ervoor zorgt dat de lessen die uit projecten kunnen worden getrokken ten aanzien van duurzame ontwikkeling (de kleine zwarte pijltjes) worden gecommuniceerd. Hierdoor kunnen ze in een volgend project worden meegenomen, waardoor een nieuwe stap kan worden gezet in het afbuigende traject (de duurzame transitie). Om duurzaamheid echter tot ‘business-as-usual’ te maken, is het voor de lange termijn echter noodzakelijk dat duurzaamheid niet langer de grijze afbuigende pijl te laten zijn, maar de rode pijl: de standaardroute voor ontwikkelingen. Wat zijn te verwachten tips en tops van het project en hoe zal hiermee worden omgegaan? Top: Het is een goede poging om duurzaamheid structureel meer te integreren in projecten Tip: -
28
Verken duidelijk de behoefte die leeft
Dankwoord Dit voorbeeldenboek is tot stand gekomen op basis van diverse gesprekken en mailwisselingen. Diverse collega’s van team Milieu en Duurzaamheid, maar ook van andere eenheden hebben hiervoor tijd moeten vrijmaken. Op deze plaats wil ik dan ook de volgende mensen danken voor hun tijd, inhoudelijke input of ondersteunende rol:
-
Rob van Arkel Henri Bijkerk Egbert Dijk Klaas Doldersum Jan Elzenga Wim Gerritsen Francina Geschiere Janet Jouwsma Mireille Kinket
Campagne “Scoren met Duurzaamheid”
-
Karin Komdeur Liset van Latum Henk de Leeuw Roelof Migchelsen Astrid Pap Arnout Potze Gerard van Weerd Hans van der Werf Angelique van Wingerden
29