Reineringen Tijdschrift van de Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich Du
✎ Voorwoord
ivenstraat
22
Verschijnt driemaandelijks • Jaargang 3, nummer 3 (september 2012)
September is de maand van “terug naar school”. Vandaar dit vrolijke prentje met wapperende vaantjes en ballonnetjes. Onderwijs moet leuk zijn. De octopus leert ons echter de les: “Merci om trager te rijden”. Het verkeer is dusdanig geëvolueerd dat traag “fout” is geworden. Dat wij onze kinderen met de wagen naar school voeren omdat het te gevaarlijk is op straat… De slogan komt misschien sarcastisch over. De campagne heeft echter succes. Nu al voor het derde jaar. En dat is belangrijk. Alleen een taalpurist die struikelt over dat “merci” en liever “bedankt” had zien staan. Natuurlijk is het “verkavelingsvlaams”. En dan? Het is het resultaat dat telt. De kranten stonden onlangs vol met de discussie over tussentaal versus standaardtaal. Natuurlijk moeten we om allerlei redenen streven naar een algemeen Nederlands dat, zo niet vlekkeloos gesproken, dan toch probleemloos verstaan wordt van Leeuwarden tot Oostduinkerke en Zichen-Zussen-Bolder. Het verkavelingsvlaams heeft ondertussen wel het dialect verdrongen. Moeten we dat betreuren? Ach, dat is gewoon het eeuwenoude verhaal van taal. Wat hier werd gesproken was na elke honderd jaar telkens weer totaal anders. De tongval in Kontich werd lang beïnvloed door het Antwerps, in Waarloos door het Duffels en het Mechels. Nu hoor je bijna geen verschil meer. Grenzen vervagen. Dat is een spontane evolutie in deze moderne tijden. Moeten we dan het dialect dat hier vroeger werd gesproken niet vastleggen? Wij betwijfelen het. Een dialectwoordenboek van het Kontichs en het Waarloos zou voor het overgrote deel overeenkomen met dat van Antwerpen, Duffel, Mechelen of Rumst. Alleen op het gebied van uitspraak zou er nog enig verschil
kunnen zijn. Maar met een fonetische transcriptie van de woordenschat zou nog niet 1 procent van de lezers gebaat zijn. Hoe zou het Algemeen Nederlands 107 jaar geleden geklonken hebben op de lagere school in onze gemeente? Joseph Van Passen verplaatst ons weer naar die tijd van zijn jeugd. Hij heeft trouwens ook heel wat aantekeningen gemaakt over het “Kontichse dialect”. Als je wil begrijpen wat bebbel betekent, of obbel en sobbel, ‘e papelulleke, nen bietekwiet, lefke-spring of kapot neuken, dan laat je ’t maar weten. Maar we betwijfelen of een introductie tot het plaatselijke dialect veel aarde aan de dijk gaat brengen. Wij spraken hier vroeger van de facteur en nen tember plakken op een brief. Paul Wyckmans doet uit de doeken hoe de post hier de laatste eeuwen functioneerde. Wij kijken er met verwondering op terug vanuit ons e-mailtijdperk. En met bewondering volgen wij de bezigheden van onze Lapzussen. Helaas is er ook reden tot verdriet: Nancy, het immer vrolijke en dynamische lid, is ons ontvallen. En misschien mogen we elkaar nog eens ontmoeten? We worden deskundig rondgeleid door Bruegelland in het stedelijk museum van Lier. Ga mee! O ja, van de vele scholen in ons dorp hebben we deze keer de Sint-Montfortschool aan de Hoge Akker in de kijker gezet. Destijds begonnen door de Zusters van de Christelijke scholen: hun kloostergebouwtje zie je op de achtergrond. Eerst voor meisjes. Dan ook een gescheiden afdeling voor jongens. Nu samen. ’t Zou in de tijd van J. Van Passen niet waar geweest zijn! De nonnetjes zijn ondertussen al lang verdwenen. Zoals die van Sint-Jozef, Waarloos, Altena en de paters Augustijnen van Sint-Rita… Maar de parochie van de patrones van de hopeloze gevallen is na 75 jaar nog niet opgehouden te bloeien. Maar dat verhaal is voor een volgende keer. Geniet ondertussen van dit derde nummer van onze derde jaargang… Frank Hellemans