7 minute read

gedrag

Antwoorden op agressie en grensoverschrijdend gedrag

Lowie is vijf en wil graag met de rode auto spelen, maar zijn leeftijdsgenootje Lukas is er al een tijdje mee over de grond aan het racen. Lowie gaat naar Lukas, geeft hem een duw en trekt de auto uit zijn handen. Jeleen is dertien jaar, net verhuisd en begint te roepen in de klas als de leerkracht vraagt om op te letten. Vervolgens gooit ze haar papieren op de grond en rent het lokaal uit. Hoe ga je hier als leerkracht mee om?

Advertisement

Geert Taghon en Veerle Dupont geven raad en concrete tips om agressie en grensoverschrijdend gedrag aan te pakken. Zelf deden ze al veel ervaring op en bundelden ze hun krachten en ideeën, omdat ze merken dat er nood is aan houvast rond dit thema. Vaak komen leerkrachten voor de klas te staan zonder voldoende vertrouwd te zijn met hoe ze moeten omgaan met leerlingen die agressief zijn of grensoverschrijdend gedrag vertonen.

Wanneer spreek je over agressie en grensoverschrijdend gedrag? Wanneer je iemand agressief of zijn gedrag grensoverschrijdend vindt, is natuurlijk een subjectief gegeven. Van zodra je je diep geraakt voelt door het gedrag van iemand anders, wanneer je het gevoel hebt dat iemand je (psychische of fysieke) grens overschrijdt, kunnen we spreken over agressie of grensoverschrijdend gedrag.

Waarom is er nu meer nood aan houvast rond dit thema dan vroeger? Er wordt veel druk uitgeoefend op het onderwijs. De maatschappij verandert en ook het onderwijs evolueert mee. We leren om een eigen mening te vormen, assertief te zijn en op te komen voor onszelf. Waarden en normen verschuiven en vroeger leefden we veel meer in een gezagscultuur waarbij bepaalde functies zoals politie, priester, leerkracht een bepaald aanzien hadden en autoritair gezag konden

uitoefenen. Tegenwoordig is dat minder het geval, waardoor leerkrachten met de handen in het haar zitten en zich afvragen of ze nog mogen begrenzen en hoe ver ze daarin mogen gaan. Ze zoeken naar een houvast en daar kan het schoolbeleid soelaas bieden.

Hoe kan een (school)beleid helpen bij agressie of grensoverschrijdend gedrag? Een beleid moet integraal zijn en gedragen worden door de hele school en iedereen die daarbij betrokken is: directie, leerkrachten, leerlingen, ouders, schoonmaakpersoneel, opvang … Er moet een dialoog bestaan tussen alle partijen en iedereen moet op de hoogte zijn van de procedures en processen. Deze zijn een hulp voor, tijdens en na een incident. Daarnaast moet zo’n beleid leven en blijven leven en niet enkel op papier bestaan. Een school maakt best een beleid op maat en stuurt bij wanneer daar nood aan is: Welke vormen van agressie komen het vaakst voor bij jou op school? Wat leeft er bij je leerlingen? Wat leeft er bij de leerkrachten? Staat het team op één lijn? Is er voldoende zorg voor alle partijen?

Het is enorm belangrijk dat er een beleid is dat zich zowel richt op het preventieve luik als op de nazorg. Het preventieve luik kan bestaan uit vormingen en trainingen voor directie en leerkrachten waardoor zij competenter worden. Ze voelen zich gesterkt doordat ze weten hoe ze kunnen

reageren op en moeten omgaan met agressief gedrag. Op die manier hebben ze een houvast en wij merken dat dit vandaag de dag enorm belangrijk is. Veel leerkrachten missen dit, waardoor ze onzeker worden en niet meer weten hoe te reageren. Zorg ook dat iedereen het bos door de bomen nog ziet: liever tien duidelijke regels waarop leerkrachten makkelijk kunnen terugvallen en die duidelijk zijn voor iedereen, dan vijftig regels die lukraak worden toegepast. Daarnaast hebben leraren vaak het gevoel dat er weinig opvang of nazorg is als er zich een incident voordoet. Leidinggevenden moeten beseffen dat mensen niet snel zelf om hulp vragen. Dat kan te wijten zijn aan een schaamte- of schuldgevoel of gewoon omdat ze vinden dat ze het probleem zelf moeten oplossen. Een voorbeeld van een procedure, die Geert zelf nog heeft toegepast en ook effectief was: van zodra een leerling agressief werd in de klas, vulde de leerkracht een formulier in en verstuurde hij dit bestandje naar de directie/zorgcoördinator. De directeur ontving dit en belde de leerkracht vervolgens op met een aantal vraagjes: Hoe gaat het met je? Wat is er precies gebeurd? Hierdoor kan de leerkracht zijn ei kwijt en krijgt hij ook het gevoel dat hij er niet alleen voor staat.

Hoe ga je het beste om met agressie? Wel, het is heel belangrijk om te weten dat er verschillende soorten van agressie bestaan. De vorm van agressie waarmee je te maken krijgt, bepaalt mee hoe je er het beste mee omgaat. De belangrijkste vormen zijn de instrumentele agressie en de frustratieagressie. Bij de instrumentele

Het is belangrijk om te weten dat er verschillende soorten van agressie bestaan. De vorm van agressie waarmee je te maken krijgt, bepaalt mee hoe je er het beste mee omgaat.

agressie zet een persoon door middel van agressie druk om iets te verkrijgen. Bijvoorbeeld: een kleuter gooit zich op de grond in de supermarkt, omdat hij de kleurpotloden, die in het winkelschap liggen te blinken, niet krijgt. Of een leerling dwingt een medeleerling door middel van dreigementen om zijn zakgeld af te geven. Bij instrumentele agressie stel je best duidelijke grenzen. Daarnaast kan deze vorm van agressie ook heel subtiel tot uiting komen: Lies heeft geen zin om de vaatwasmachine te legen, terwijl haar mama het al een paar keer gevraagd heeft. Lies staat op, wandelt tot op vijf centimeter van haar moeder en dreigt om bij papa te gaan wonen, waar ze de afwasmachine niet hoeft te legen.

Als iemand zich gefrustreerd voelt, dan kan dit leiden tot frustratieagressie. Hier gaat het om een gevoel dat iemand heeft bij een bepaalde gebeurtenis. Je kunt het vergelijken met een emmer die volloopt of een vulkaan die plots uitbarst! Hier is vaak meer aan de hand en het is belangrijk dat je er empathisch op reageert. Ga na waarom de persoon dit soort gedrag stelt en probeer de situatie te begrijpen. Bijvoorbeeld: een nieuwe allochtone leerling is onhandelbaar en stoort constant je les. Wat wil de leerling zeggen met zijn gedrag? Probeer de situatie te begrijpen, maar stel wel je grenzen: leg uit waarom iets niet kan en ga er niet van uit dat hij dit weet. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld nog nooit op de schoolbanken gezeten.

Zijn er verschillen naargelang leeftijd of gender? Agressie komt op verschillende manieren voor en is ook afhankelijk van plaats, leeftijd en gender. Zo missen kleuters vaak nog de taalvaardigheid om hun gevoelens en frustraties uit te drukken, waardoor ze sneller grensoverschrijdend gedrag inzetten om zich te uiten. Kleuterjuffen,

-meesters, ouders … doen er goed aan om sterk in te zetten op taal: de kleutertjes moeten leren om gevoelens om te zetten in woorden. Je kunt bijvoorbeeld dialoogjes in scène zetten en zo pikt een kleuter de woorden op. Kinderen die nog niet zo talig zijn, blijven namelijk langer in het fysieke hangen.

We merken ook een verschil bij jongens en meisjes. In het algemeen zijn jongens directer en slaan ze sneller fysiek toe, maar bij jongens is het wel vluchtiger. Meisjes hebben daarentegen een andere dynamiek. Ze zetten meer in op het relationele en maken het persoonlijker. Sommigen gaan ook subtieler te werk en gaan niet rechtstreeks in de aanval, maar uiten hun ongenoegen bijvoorbeeld ‘via via’.

Meer lezen? Antwoorden op agressie en grensoverschrijdend gedrag

Veerle Dupont, Geert Taghon € 25,00 296 blz. ISBN 978-94-6337-166-7

Bestel via pelckmanspro.be

Pelckmans Pro denk verder

Veerle Dupont kwam als sociaal pedagoog terecht bij Refleks Weerbaarheidscentrum. De voorbije achttien jaar gaf ze trainingen met focus op agressie aan studenten en professionals in de zorgsector, het welzijnswerk, het onderwijs en de veiligheidssector. Sinds 2018 werkt ze als docent aan de Arteveldehogeschool.

Geert Taghon werkte in de forensische jeugdpsychiatrie De Patio en in de reguliere kinder- en jeugdpsychiatrie De Korbeel. Hij heeft een kleine privépraktijk waar de focus ligt op agressieregulatietraining aan jongeren. Daarnaast werkt Geert al twintig jaar als freelancevormingswerker met de focus op agressie. Sinds 2016 werkt hij binnen de opleiding Sociaal-Agogisch Werk aan de Vives Hogeschool in Kortrijk. www.geerttaghon.be

Tips voor het onderwijs

1. Je kunt je leerling niet veranderen, dat moet hij zelf doen. Wat je wel kunt veranderen, is jezelf door te reflecteren: hoe komt het dat het botst met die leerling? Wat zorgt er voor dat hij iedere keer hetzelfde gedrag toont? Hoe kan ik dit begrijpen? Hoe kan ik het anders aanpakken?

2. Is er iets gebeurd? Blijf er dan vooral niet mee zitten: spreek erover, vraag tips aan collega’s en rapporteer het voorval aan je leidinggevende.

3. De beste basishouding om te werken met leerlingen is de ‘zorgdragende begrenzing’: behoud als leerkracht de balans door zorg te bieden in de brede zin van het woord. Zeg bijvoorbeeld goedemorgen, geef een schouderklopje, beantwoord vragen, geef uitleg. En stel duidelijke grenzen: wat kan, wat niet en wees consequent.

Valkuil: Als een leerling negatief gedrag stelt, heeft de leerkracht vaak de neiging om deze leerling extra te gaan controleren en sanctioneren. Dit werkt negatief, want hier verlies je je balans: het begrenzend gedrag overstijgt het zorgende aspect.

This article is from: