4 minute read
De nieuwe schoolstrijd
from #Schoolpraat
Het onderwijs is dé plek bij uitstek waar de toekomst van onze kinderen wordt voorbereid, gevrijwaard of verknoeid. Maar net zoals andere fundamen tele zekerheden wordt ook het onderwijssysteem vandaag op losse schroeven gezet. Intussen moet het onderwijs alles aanpakken: van de ongelijkheid in de samenleving tot het welzijn van elk individueel kind. Elke maatschappelijke breuklijn loopt immers ook door het klaslokaal. Barbara Moens beschrijft in De nieuwe schoolstrijd hoe die breuklijnen zich vandaag ontwikkelen en wat er allemaal op het spel staat.
Barbara, jouw boek heeft als titel ‘De nieuwe schoolstrijd’. Is er in het verleden eerder sprake geweest van een of meerdere bittere schoolstrijden? Barbara: Dat scholen een strijd waard zijn, weten we in ons land maar al te goed. Tussen 1878 en 1884 kende België een eerste, hevige schoolstrijd. Die strijd barstte in 1950 opnieuw los om in 1958 te worden beslecht in het Schoolpact. Dat gevecht ging over geld, maar ook over het doel van een school. Die vragen verdeelden de publieke opinie en brachten in de jaren vijftig naar schatting 250 000 mensen op straat. De schoolstrijd die de voorbije jaren begon te sluimeren en die ik in het boek schets, is anders: de traditionele breuklijn tussen katholieken en vrijzinnigen is naar de achtergrond verschoven en de nieuwere breuklijn tussen progressieven en conservatieven speelt een belangrijkere rol. Maar je merkt wel dat onderwijs opnieuw de inzet is geworden van een hevig politiek debat.
Advertisement
Van waar de nood om dit boek te schrijven? Barbara: Als journalist voor de krant De Tijd volg ik al jarenlang het Vlaamse onderwijsbeleid. Dat liet me toe op de eerste rij te staan bij belangrijke politieke debatten en tegelijkertijd verschillende soorten scholen te bezoeken. Ik liep in het kielzog van directeurs en directrices die geen seconde rust leken te hebben en discussieerden in lerarenkamers over het nut van onderwijshervormingen. De kloof tussen die leraarskamers en de discussies in de Wetstraat was soms diep. Het doel van dit boek is die kloof kleiner te maken. Gaandeweg leerde ik de historische gevoeligheden in het onderwijs kennen en wou ik die kennis delen. Wie de geschiedenis van ons onderwijs kent, begrijpt nu eenmaal de discussies van vandaag beter.
Zou ons onderwijssysteem anders georganiseerd moeten worden volgens jou? Zo ja, hoe dan precies? Barbara: De vrijheid van onderwijs in ons land is internationaal gezien uniek en is het resultaat van een lange strijd tussen de kerk en de staat. Als journalist beschrijf ik in het boek hoe ons onderwijssysteem gegroeid is tot het systeem dat we vandaag kennen en waarbij het katholiek onderwijs zeer dominant is. Ik laat ook de verschillende stemmen aan het woord die het systeem anders willen organiseren, maar vind het belangrijk om daar zelf geen stelling in te nemen om er zo objectief mogelijk over te kunnen berichten.
De kwaliteit van ons onderwijs gaat erop achteruit. Denk je dat er nog een weg terug is en hoe dan precies? Barbara: We zijn het als samenleving aan onszelf verplicht om die tendens te keren. Het staat terecht hoog op de politieke agenda. De manier waarop is uiteraard niet eenvoudig. Mocht er een wondermiddel bestaan, zou het al lang zijn toegediend. Ook hier bestaan er verschillende meningen, maar over enkele zaken bestaat min of meer een consensus. Wat we in ieder geval moeten doen om de tendens te keren, is het lerarentekort aanpakken. Sterk onderwijs staat of valt met voldoende, goede leerkrachten. Uiteraard moet er ook voor elk kind een plaats zijn en moet er dus genoeg worden geïnvesteerd in schoolinfrastructuur. Tot slot is een stevigere vorm van controle, bijvoorbeeld via gestandaardiseerde proeven, volgens mij een belangrijke voorwaarde om te garanderen dat élke school kwaliteitsvol onderwijs aanbiedt.
Hoe ervoer je je eigen schooltijd? Wat zijn volgens jou de grootste verschillen met het onderwijs van vandaag? Barbara: Mijn schoolstrijd ligt nog niet zo lang achter mij waardoor de verschillen nog relatief beperkt zijn. Wat mij wel is opgevallen, is dat in mijn school(tijd) de focus op Bildung lag – een intellectuele en morele vorming. Pas later besefte ik dat in veel andere scholen dat niet het geval was. Als leerlingen thuis niet eten, met een zieke peuter kampen of de rest van het gezin moeten onderhouden, ligt de focus niet op leren, maar op overleven. Een directeur in Schaarbeek noemde het de olifant in de kamer tijdens gesprekken met ouders. In het Frans noemen ze die scholen écoles de poubelles. Een directeur in Anderlecht noemde zijn school ‘de laatste kans’, omdat zij de jongeren opvangen die elders aan de schoolpoort zijn gezet. En zo’n scholen bestaan uiteraard ook in Vlaanderen en niet alleen in Brussel. Dat verschil tussen scholen was er al tijdens mijn schooltijd en bestaat vandaag nog steeds.
Wat mogen leerkrachten verwachten na het lezen van jouw boek? Barbara: Ik hoop meer inzicht te bieden in de onderwijspolitiek van de afgelopen decennia om zo de onderwijspolitiek van de komende jaren beter te begrijpen. Veel leerkrachten en directeurs hebben het gevoel dat er over hen wordt gepraat door politici of beleidsmakers die zelf nooit voor een klas hebben gestaan. Maar die politieke debatten zijn niet abstract. Ze hebben vaak heel concrete gevolgen voor scholen en net daarom kan het voor leerkrachten nuttig zijn om ze beter te begrijpen. We zijn nooit te oud om te leren, nietwaar?
De nieuwe schoolstrijd Barbara Moens € 22,50 232 blz. ISBN 978-94-6310-420-3
Bestel via polis.be