9 minute read

Elke stem telt, ook die van de minderheid

Ieder van ons is uniek en heeft een persoonlijke inbreng. Om tot goede besluiten te komen is het belangrijk dat we luisteren naar elkaars mening,

ook naar die van de minderheid. Dat is wat deep democracy, een methode met roots in het

Afrikaanse continent, doet.

Fanny Matheusen schreef er het boek Van zondebok tot zebra over en vertelt hoe de aanpak erg interessant kan zijn voor scholen.

Beste Fanny, hoe is het boek Van zondebok tot zebra ontstaan? Fanny: Het boek heeft voor mij een dubbele functie. Enerzijds ontstond het vanuit de verschillende trainingen die ik geef over deep democracy en omdat ik vond dat daarover te weinig Nederlandstalige literatuur beschikbaar was. Toen ik begon te schrijven, wilde ik anderzijds ook dat het meer werd dan een handboek. De thematiek is namelijk geschikt voor een breed publiek en toepasbaar in heel wat situaties van ons dagelijks leven.

Ik gebruik een drietal invalshoeken die toegankelijk zijn voor ieder van ons en verwijs daarbij naar situaties uit de gezinscontext, vriendengroepen… Dus mensen die dichtbij staan. Daarnaast bevat het boek ook een aantal voorbeelden van op de werkvloer. Omdat ik zelf faciliteer in uiteenlopende contexten, gaande van een bank tot een school, van de ITwereld tot de zorgsector, probeer ik verschillende voorbeelden te geven. Tot slot worden een aantal maatschappelijke thema’s bekeken vanuit het deep democracy-standpunt. Hoe moeten we bijvoorbeeld omgaan met de toenemende polarisatie, islamofobie…

Conflictbemiddeling op school

Op welke manier is deep democracy interessant voor leerkrachten en directies? Fanny: Ik geloof dat deep democracy een waardevol gedachtegoed is dat we onze kinderen kunnen meegeven. Ze hebben dat volgens mij echt nodig. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het toenemende aantal conflicten, onze veranderende samenleving… Maar het is natuurlijk moeilijk mee te geven aan onze jongeren als we als volwassenen niet het voorbeeld geven.

Op schoolniveau zie ik verschillende toepassingsmogelijkheden. Zowel in de klas, met de kinderen en jongeren, als in een leerkrachtenteam. Voor mij zijn onderwijsprofessionals een belangrijke doelgroep, omdat zij de brug vormen naar de klas. Kinderen en jongeren voelen zich beter op school als er een veilige omgeving gecreëerd wordt die hen een stem geeft. En dat is wat deep democracy doet.

Je hebt al heel wat ervaring met het organiseren van workshops en trainingen voor leerkrachten. Kan je een voorbeeld geven van welk type conflicten of situaties je zoal behandelt? Fanny: Op het moment dat een school mij contacteert om samen te werken, is er vaak al heel wat gebeurd binnen een team. Een externe facilitator roep je meestal pas in als het conflict al hoog opgelopen is. Het zou nog beter zijn als scholen al preventief met de methode van deep democracy aan de slag gaan. Als ik erbij kom, kan er sprake zijn van verschillende situaties. Zo is er soms geen conflict.

Onlangs was er een school die haar visie op onderwijs helemaal wilde omgooien. Daar deden we een toekomstoefening waarbij we ons de vraag stelden: ‘Hoe zou de school eruit kunnen zien in 2030?’ Rekening houdend met de waarden die de school belangrijk vindt en goede ervaringen uit het verleden, kwamen we samen tot een mooie denkoefening. De tools die horen bij de deep democracy-methode zorgden voor een veel innovatievere en creatievere denkpiste dan de uitkomst van een standaardgroepsgesprek.

Er kan natuurlijk ook sprake zijn van een ‘echt’ conflict. Bijvoorbeeld rond leiderschap in een school. Leerkrachten twijfelen soms over hun eigen leiderschap: tot hoe ver reikt mijn eigen leiderschap in de klas, op de speelplaats, in de leerkrachtenvergadering? Als het niet meer duidelijk is wie welke dingen bepaalt of tot waar bepaalde verantwoordelijkheden gaan, krijg je vaak spanningen. In dat soort situaties werken we zowel in groep als in duo. Dat is afhankelijk van hoe ver het conflict op dat moment al geëscaleerd is.

Het is niet altijd evident om een jarenlange manier van werken om te gooien. Heb je het gevoel dat je altijd tot een oplossing komt en iets bereikt? Fanny: Het is belangrijk te bepalen wat je begrijpt onder ‘oplossing’. Vaak denken mensen daarbij aan iets taakgerichts. Voor mij is er een oplossing wanneer mensen tot een bepaald inzicht komen en begrip opbrengen voor elkaar. Soms is het bijvoorbeeld beter om met begrip voor elkaar uit elkaar te gaan. Hebben we dan gefaald? Dat denk ik niet. We zouden gefaald hebben als er geen inzicht of groei is. We proberen alle actoren in het veld te doen inzien dat iedereen iets kan leren. Een workshop is voor mij geslaagd als de deelnemers zich ervan bewust worden dat ze anderen vaak de schuld geven van een specifiek probleem, maar een deel daarvan eigenlijk ook bij hen ligt. Jezelf in vraag stellen en van daaruit verbinden met de andere is een erg belangrijk onderdeel van onze manier van werken.

Als je meer begrip kan opbrengen voor een ander standpunt en het wordt uiteindelijk dat standpunt, kan je er vaak beter mee omgaan omdat je weet vanwaar de beslissing komt. Beter dan wanneer het onbesproken van bovenaf opgedrongen wordt. Op die manier verloopt de implementatie van nieuwe beslissingen vlotter en dat beschouw ik als een erg belangrijk resultaat.

Heel veel beslissingen in het onderwijs worden top-down genomen. Er wordt veel gesproken over vernieuwing, maar het eigenlijke doorvoeren van nieuwigheden laat uiteindelijk vaak op zich wachten of komt er helemaal niet. Dat komt volgens mij omdat leerkrachten die ermee aan de slag moeten, vaak niet gehoord worden.

Wordt deep democracy enkel ingezet in Belgische scholen of gaat het breder en wordt het ook toegepast in andere landen? Fanny: De deep democracy community waar ik toe behoor bestaat in 20 landen over de hele wereld. Ik heb collega's die ook in het onderwijsveld werken in Australië, Zuid-Afrika, Denemarken, Duitsland, Nederland, Turkije… We smeden op dit moment trouwens plannen om een Europees project op te starten waarbij we hopen fondsen te verzamelen om in een aantal pilootscholen actief met

Lees hierna verder >

Een wederzijds gesprek tussen ouders en leerkrachten/ school is heel erg belangrijk. Geen eenrichtingsverkeer.

deep democracy in de klas aan de slag te gaan. We willen ook onderzoek doen naar wat de impact is. Daar ben ik heel enthousiast over!

Kunnen leerkrachten deep democracy ook inzetten in hun relatie met ouders? Fanny: Ik vind dat er meer gepraat moet worden met ouders omdat er een soort van angst heerst tussen beide groepen om echt naar elkaar te luisteren. Hoewel dat juist zo waardevol kan zijn. Niet alleen voor leerlingen die problemen hebben op school, maar voor elke leerling. We zouden meer moeten nadenken over de manier waarop autoriteit vandaag de dag wordt ingevuld. Vroeger zat onze samenleving op dat vlak veel meer op eenzelfde lijn.

In het boek verwijs ik naar een gesprek dat ik had met de klastitularis van mijn zoon. Die vindt dat zijn mening per definitie ook de mening van zijn leerlingen moet zijn. Daar ben ik het niet mee eens en dat is niet hoe ik mijn kinderen opvoed. Leerlingen mogen niet bang zijn voor hun eigen gedachten en waarnemingen.

Ik ben van mening dat een wederzijds gesprek tussen ouders en leerkrachten/school heel erg belangrijk is. Geen eenrichtingsverkeer.

Ouders worden in heel wat scholen ‘buiten gehouden’. Kom niet voorbij de witte streep op de speelplaats, terwijl ouders ook wel een mening hebben over een schoolcontext. Begrijp me niet verkeerd: iedereen heeft zijn eigen rol en we moeten elkaar daarin respecteren. Het is niet mijn taak als ouder om te bepalen hoe een leerkracht moet omgaan met de kinderen.

We moeten wel evolueren naar een veilige omgeving waar ieders stem gehoord kan worden. Dat is nu zeker niet het geval, integendeel. Er heerst een onveiligheid die zich weerspiegelt op onze jongeren. Op die manier weten scholen noch ouders wat er allemaal speelt in het hoofd van de leerlingen en blijven er dingen onuitgesproken.

Op heel wat scholen wordt er jammer genoeg nog vaak gepest. Kunnen jullie tools hier ingezet worden? Fanny: Ik denk van wel. Alleen pakken we het iets anders aan dan ‘gewoonlijk’. Vaak is het zo dat pesten behandeld wordt als een geïsoleerde problematiek tussen ‘de pester’ en ‘de gepeste’. Hoe wij het vanuit deep democracy zien, is dat wanneer iemand gepest wordt of wanneer iemand pest, die rol in de groep ook gedeeld zal worden door anderen. Wij betrekken dan ook de leerlingen die mee volgen in het pesten. Ik vind het erg interessant om eens te bekijken wat het pesten doet met de dynamiek van een klasgroep of school. Het pesten gaat tegenwoordig veel verder dan vroeger. Tien jaar geleden stopte het aan de schoolpoort, maar tegenwoordig gaat het gewoon verder op social media. Ook hier is het creëren van een veilige omgeving van groot belang. Heel wat jongeren voelen zich onveilig op school en daarbuiten. Zo gaat het pesten ongestoord verder. We moeten op zoek naar een manier waarop jongeren met elkaar in gesprek kunnen gaan over hoe ze van elkaar verschillen. Er zijn al heel wat mooie methodes ontwikkeld om het probleem aan te pakken. Deep democracy kan daar een aanvulling op zijn. Pesten is natuurlijk één vorm van uitsluiting en het is goed dat daar rond gewerkt wordt, maar we mogen ook discriminatie en racisme op school niet uit het oog verliezen. Die problematiek blijft nog vaak buiten beeld, terwijl ook daar sterk op ingezet moet worden.

Meer lezen?

Van zondebok naar zebra

Bestel via pelckmanspro.be.

Pelckmans Pro

denk verder

Fanny Matheusen

€24,99

224 blz. ISBN 978-94-6337-147-6 goes-thing.be

4 concrete tips voor leerkrachten

#1 Inchecken: ik weet dat je maar 50 minuten per lesuur hebt en je je leerstof verwerkt moet krijgen. Toch is het belangrijk aan te voelen wat er speelt bij je leerlingen. Als je voelt dat er iets gaande is of als er spanningen zijn, maak er toch even tijd voor. Je kan het ook benoemen en er later meer tijd voor vrijmaken.

#2 Zie je leerlingen niet te veel als ‘onbeschreven bladen’: zij weten ook al heel wat vanuit hun eigen ervaring. Zo was er een leerkracht geschiedenis die werkte rond WO II. Hij vroeg daarbij aan zijn leerlingen hoe dit thema in hun familie aan bod kwam en wat ze er al over gehoord hadden. Bleek dat er twee aanknopingspunten aangehaald werden door twee leerlingen waarover hij zelf eigenlijk niets wist. Een jongen vertelde over zijn grootvader uit Marokko die in België is beland omdat hij kwam vechten in Frankrijk tijdens WO II. Dat was een interessante invalshoek en aanleiding om zelf meer opzoekwerk te gaan doen.

#3 Een gesprek op voeten: dit is een manier om meningen over een specifiek thema de vrije loop te laten. Zo kom je vaak tot nieuwe inzichten en laten leerlingen eens een andere kant van zichzelf zien.

#4 Het debat: leer kinderen omgaan met spanningen en conflict. Laat het gesprek daarbij niet escaleren, maar hanteer een duidelijke procedure. Dit lijkt me heel erg belangrijk. Jongeren moeten leren hoe ze meningsverschillen kunnen hanteren, want verschil zal er altijd zijn in onze samenleving.

This article is from: