9 minute read

Ken je digitaal DNA

je smartphonegebruik ontrafeld Interview Lieven De Marez

Smartphones zijn niet meer weg te denken uit ons leven. We kunnen niet meer zonder. Terwijl we het enorme plezier en het gemak van een leven vol apps ervaren, schieten we ook gezamenlijk in paniek: worden we niet door die smartphones gedirigeerd? Kunnen we ze niet beter helemaal verbannen? Is het tijd voor een digitaal dieet? Professor Lieven De Marez schreef het boek ‘Ken je digitaal DNA’ waarin hij de lezer een spiegel voorhoudt en leert hoe je kunt streven naar een evenwichtiger smartphonegebruik zonder daarbij alles over boord te hoeven gooien.

Lees hieronder hoe hij het precies ziet.

Jongeren beschouwen hun smartphone vaak als een verlengstuk van zichzelf. Het is nochtans gezonder om minder lang naar dat schermpje te kijken. Hoeveel uren per dag zijn volgens jou verantwoord?

Lieven: Voor mij is het vooral een kwestie van doseren. Heel wat ouders vragen zich af hoeveel uren op de gsm verantwoord zijn. Toch is dat een denkfout die door velen gemaakt wordt. Het is immers erg moeilijk om een verantwoorde tijd te plakken op het gebruik van een smartphone. Het gaat ‘m meer om het al dan niet verslaafd zijn aan dit gebruik.

Heel wat jongeren zijn namelijk erg afhankelijk van hun smartphone en dat is niet verwonderlijk. Vanaf een bepaalde leeftijd worden ze blootgesteld aan enorm veel prikkels en ontwikkelen ze een eigen sociaal leven: ze krijgen nieuwe vrienden, de eerste verliefdheden steken de kop op, ze zetten de stap naar het secundair onderwijs waardoor ze naar andere scholen gaan en hun vrienden niet elke dag meer zien … Ze gebruiken sociale media om deze vriendschappen te onderhouden. Ik verwijs daarbij graag naar het Pavlov-syndroom: jongeren kweken bepaalde patronen en reageren instinctief binnen de seconde op elk nieuw bericht dat ze ontvangen. Op zich is dit geen probleem. Hun antwoord kan bijvoorbeeld bestaan uit een emoticon. Zo’n emoticon versturen, neemt niet veel tijd in beslag, maar de jongere zelf wordt wel afgeleid. Snel reageren is niet slecht, maar als deze gewoonte een negatieve invloed krijgt op de tijdsbesteding, schoolprestaties, het contact met de ouders, de veiligheid in het verkeer… dan wordt het een verslaving. Wanneer precies iemand verslaafd geraakt aan zijn of haar smartphone is moeilijk te bepalen. Bij de ene is dat al het geval na twee uren bij de andere na zes uren. Slim smartphonegebruik uitdrukken in uren is dus niet de beste oplossing. Als de impact té groot wordt, dan wordt het problematisch. Elke smartphonegebruiker moet hier ten opzichte van zichzelf eerlijk in durven zijn en eventuele patronen durven te doorbreken.

Dat gedrag vertoont zich later ook op de werkvloer. Er zijn heel wat jongeren die stress krijgen van e-mails die binnenkomen. Vaak krijgen zij een melding van die e-mails op hun smartphone. Dat stresserende gevoel valt perfect te verklaren. E-mails worden pas gebruikt vanaf het moment dat je professioneel actief wordt. Jongeren zijn het gewend om meteen te reageren op whatsapp/apps etc. dus trekken ze deze werkwijze ook door voor hun mailbox. Ze zijn opgegroeid met het gevoel dat ze meteen moeten reageren. Maar de stress die ze hierbij ervaren, leggen ze zichzelf eigenlijk op. Meteen reageren hoeft echt niet. Dat is ook niet wat een werkgever van hen verwacht.

Op welke manier probeer je mensen bewust te maken van hun overmatig smartphonegebruik? Lieven: Veel ouders, gezinnen, leerkrachten worstelen met die vraag. Ik heb zelf ook kinderen van acht, veertien en zestien jaar en het is niet altijd even evident. Ik hoor vaak verhalen waarbij ouders zeggen ‘je bent verslaafd’, daar waar tieners antwoorden: ‘maar nee, dat is niet waar’. En daar sta je dan als ouder, wat dan? Ik zou aanraden om ‘het probleem’ concreet te maken. Ik verbied mijn dochters niet om hun gsm te gebruiken, alleen geldt bij ons thuis de regel dat telefoons niet mee naar de slaapkamer gaan. Als we bijvoorbeeld een duidelijk verband zien tussen punten die achteruit gaan doordat de smartphone meer werd gebruikt tijdens het studeren, dan proberen we hen een spiegel voor te houden. Confronteren en zelf conclusies laten trekken werkt. Jongeren moeten zelf tot inzicht komen zodat ze hun gedrag kunnen bijsturen.

Ik pas dat principe trouwens ook toe bij mijn eigen studenten. Soms vraag ik hen hoe vaak ze hun smartphone gebruiken tijdens de les. Ze raken dan snel afgeleid, willen de laatste nieuwe foto op Instagram zien, volgen de les niet meer en dwalen af. Het is daarbij belangrijk concrete cijfers te tonen: studenten die veel op hun smartphone zitten, halen lagere punten dan leerlingen die hun aandacht bij de les houden. Dat is trouwens net hetzelfde op de werkvloer.

De app die ik samen met mijn collega’s aan de UGent ontwikkelde kan hulp bieden bij het aantonen van overmatig smartphonegebruik. Onze mobile DNA-app wil gebruikers van smartphones duidelijk aantonen dat er een verband bestaat tussen hun screen time en hun prestaties. Als mensen daadwerkelijk zien hoeveel keer per dag ze teruggrijpen naar hun toestel, komt het besef vaak automatisch. Onze app bestaat uit een drietal niveaus: 1 Dashboard: dat werkt net zoals apple screen time. Je krijgt een aantal facts opgesomd over je telefoongebruik. 2 DNA: dit is een visualisatie per dag waarop je kunt doorklikken: hoeveel tijd heb je waaraan gespendeerd, welke apps open je regelmatig … 3 Vastleggen van patronen: de ene gebruiker is een echte

Instagram-fan terwijl de andere vooral zijn of haar e-mails leest.

Na de oplijsting van die drie niveau's maken we een diagnose. Je spendeert bijvoorbeeld heel wat van je tijd op Instagram? Dan proberen we een inzicht te creëren waarmee je als gebruiker zelf aan de slag kunt! Je kunt ervoor kiezen om Instagram volledig van je telefoon te bannen of het minder drastisch aanpakken en je gebruik per dag terug te schroeven.

Jongeren kweken bepaalde patronen en reageren instinctief binnen de seconde op elk nieuw bericht dat ze ontvangen.

Benieuwd naar de Mobile DNAapp?

Voor Android-gebruikers is hij alvast gratis downloadbaar in de app-store. Apple-gebruikers moeten nog heel even wachten.

Vanaf welke leeftijd vind je het verantwoord dat een kind/jongere beschikt over een eigen smartphone?

Lieven: Momenteel krijgt een kind in Vlaanderen zijn of haar eerste gsm ongeveer rond de leeftijd van elf jaar. Dat is dus nog op de lagere school. Ik vind het jammer om zien dat kinderen zo jong al een eigen account hebben. Dat lijkt me nergens voor nodig. Vanaf de middelbare school kan het volgens mij wel.

De eerste smartphone werd ongeveer twaalf jaar geleden gelanceerd. De eerste generatie smartphonegebruikers krijgt nu ook kinderen en kinderen apen hun ouders na. Hier rust volgens mij een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de ouders: geef als ouder het goede voorbeeld. Je ziet het zo vaak: een kind kan nog niet lopen, maar wel al swipen. Op restaurant krijgen kleine kinderen een telefoon toegestopt om hen het zwijgen op te leggen, onderweg naar de vakantiebestemming kijken ze zes uren naar een scherm om rustig te blijven.

Als ik een tip mag geven? Maak blokjes. Werk niet het Pavlov-effect in de hand, maar leer je kinderen dat het ook kan om hun telefoon af en toe aan de kant te leggen en er niets mee te doen. Tijdens de puberteit wordt de prefrontale cortex immers sterk ontwikkeld. Dat is een spier in je hersenen die je leert om jezelf te concentreren, je helpt om de focus te behouden op bepaalde tijdstippen. Als je van jongsafaan constant van focus switcht, wordt deze spier onvoldoende getraind. Dat heeft zeker een negatief effect op lange termijn.

Hoe kunnen scholen, directies en leerkrachten volgens jou werken aan een evenwichtig smartphonegebruik op school?

Lieven: Blijf als school niet in de ontkenningsfase hangen. Hoewel er altijd verdeeldheid zal heersen over dit soort van items, is gsm-gebruik verbieden niet de oplossing. Smartphones en sociale media zijn een deel van ons leven en dus moeten we ermee leren omgaan.

Sommige scholen nemen bepaalde regels op in hun schoolreglement. Je mag je gsm bijvoorbeeld wel meebrengen, maar niet gebruiken in de les. Iedereen weet dat leerlingen toch stiekem even kijken als ze daartoe de kans krijgen. Dat wordt door sommige leerkrachten wel eens genegeerd. Andere leerkrachten zetten smartphones dan weer actief in tijdens de les. Daar zie je dan twee tendensen: je hebt leerlingen die hierdoor beter opletten en zich strikt houden aan de applicatie waarmee je als leerkracht wil werken. Andere leerlingen verliezen al snel de focus en belanden op andere apps. Het is daarbij als leerkracht belangrijk voldoende te monitoren. Blijven je leerlingen bij de les, mooi zo! Dwalen ze af en verliezen ze hun focus, bepaal dan voor jezelf of je verder gaat met dit soort van lessen.

Maak blokjes..Leer je kinderen dat het ook kan om hun telefoon af en toe aan de kant te leggen en er niets mee te doen.

Er zijn daarnaast ook scholen die experimenteren met hot/notspots. Dat houdt in dat leerlingen op bepaalde plaatsen of bepaalde momenten toegang krijgen tot hun smartphone. Een belangrijke kanttekening die ik graag even maak, is dat het in eender welke situatie om een gedeelde verantwoordelijkheid gaat. Als je zelf als leerkracht al snel naar je eigen smartphone grijpt, is het niet al te verwonderlijk dat je leerlingen dit gedrag ook zullen vertonen.

Jij gaat ook op scholen spreken? Lieven: Ja dat klopt. Mijn lezingen zijn vaak afhankelijk van de vraag die ik krijg van scholen. De boodschap die ik meegeef blijft wel dezelfde. Ik wil ik zeker geen boeman zijn. Ik wil het gebruik niet helemaal verbieden, maar raad elke leerling of leerkracht aan om zijn of haar eigen datagebruik te analyseren. Uit ervaring weet ik dat leerlingen na zo een sessie toch schrikken van hun gebruik en tot het besef komen dat ze er teveel mee bezig zijn. Ze zullen elkaars gegevens bekijken, erover praten, elkaar erop wijzen als ze weer bezig zijn met hun gsm …

Zouden scholen nog meer moeten wijzen op de gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van een smartphone?

Lieven:. Je hoeft niet zwart-wit te denken: smartphones maken nu eenmaal onderdeel uit van onze samenleving en dat kun je niet negeren. Het is wel zo dat teveel of verkeerd smartphonegebruik leidt tot fysieke klachten. Als je je gsm bijvoorbeeld nog gebruikt net voor je gaat slapen, maken je hersenen extra melatonine aan en dat kan zorgen voor een verstoord slaappatroon. Het witte licht doet je lichaam denken dat er al een nieuwe dag begint en dat het dus actiever moet worden. Je legt je gsm dus twintig minuten voor je gaat slapen best aan de kant.

Ben je zelf verslaafd aan je smartphone?

Lieven: Ik denk niet dat ik verslaafd ben. Ik besteed erg veel tijd aan het checken van mijn e-mails, maar probeer de afhankelijkheid ervan wel binnen de perken te houden.

Utieme tip!

# Zet apps op het tweede of zelfs derde tabblad van je smartphone.

# Zet meldingen uit. Op die manier word je er minder mee geconfronteerd en bezorgen ze je minder stress!

Meer lezen?

Ken je digitaal DNA Je smartphonegebruik ontrafeld

Prof. Lieven De Marez schreef het boek ‘Ken je digitaal DNA – je smartphonegebruik ontrafeld’. Met duidelijke metaforen en talrijke praktijkvoorbeelden geeft hij inzicht in de manier waarop je afhankelijk bent van apps. Ontdek hoe je zelf kunt zorgen voor een evenwichtiger smartphonegebruik.

€ 25,00

180 blz. ISBN 978-94-6337-175-9

Pelckmans Pro

This article is from: