www.uitgeverijpenn.nl
JULI 2019
Joure is populair Uilenborden: nieuw voor oud Klimaat: 50 tinten groen Skรปtsjesilen 2019
Sandstra Transport BV Bolsward 0515 569366 / 06 51088370 of b.g.g. 06 30649746 2
www.uitgeverijpenn.nl
Een greep uit de inhoud: Joure: het populairste dorp van Fryslân
6
De man die Rutte op zolder kreeg
12
De zwaan, een iconische vogel
14
Nieuw voor oud: uilenborden
16
Hoe Leeuwarden een hoofdstad werd
18
Bestemming bereikt: schilder Gosse Koopmans
24
Gasvrij: klimaat blij?
27
Massa’s hout naar Friese dijken
30
Gaasterland, pleistoceen eiland
34
Skûtsjesilen 2019
37
BoekSimmerBoek freget om ferfolch
45
DE WATERSPORT
Fryslân Markant is verkrijgbaar in alle filialen van
Hotel - Keuken - Bar
Beleef het in Heeg
Catering Borrel, ook op locatie Private Dining Lunch en Diner Vergadering of presentatie Workshop of training Comfortabel overnachten Bedrijfs- of familiefeesten De Skatting 44 - 8621 BW Heeg - 0515-442229
www.dewatersportheeg.nl
Acquisitie en ondersteuning: Eddie Ferbeek en Jan Boonstra Drukwerk: Veldhuis Media BV Redactie: Martsje de Jong, Gerhild van Rooij (bronnen op aanvraag), Cindy Postma en Sake P. Roodbergen Vormgeving: Kees Klip www.uitgeverijpenn.nl Fotografie: Kees Klip tenzij anders vermeld
NB: Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden overgenomen.
3
Colofon
Fryslân Markant is een uitgave van Uitgeverij PENN.nl James Wattstraat 4 8912 AR Leeuwarden Tel 058 284 94 10 info@uitgeverijpenn.nl www.uitgeverijpenn.nl www.skutsje.nl
Fryslân Markant 2019-2
3
Schön Leise Elektro Fahren mit Elektromotor
RONDVAARTEN
BINNENWATEREN / BINNENGEWÄSSER MAKKUM 2 uren varen met een praam (open boot) 2 Stunden fahren mit einem Prahm (offenen Schiff) Opstapplaats Afvaarten Tussen 1 juli - 1 september
: Turfmarkt Makkum : Dinsdag en Donderdag 14:00 uur : Donderdag 14:45 uur
Camping Holle Poarte Donderdag 15:30 uur
: Volwassenen: €10,- p.p. Kinderen: €8,- p.p. Honden mogen gratis mee : Turfmarkt Makkum Abfahrtstelle Abfahrt : Dienstag und Donnerstag 14:00 Uhr Zwischen 1 Juli - 1 September : Donnerstag 14:45 Uhr Preise
: Erwachsenen: €10,- p.p. Kinder: €8,- p.p. Hunde dürfen auch mitkommen!
Reserveren is Reservierung ist erwünscht Tel.: +31(0)6-55784959
Taxicentrale v/d Bles / Stichting It Preamke Súderseewei 11, 8754 GK Makkum (fr) Tel.+31(0)515-232222, services@taxivanderbles.nl preamke@makkum.nl - www.preamke.nl Afvaarten en groepsarrangementen op andere dagen en tijden op aanvraag.
4
www.uitgeverijpenn.nl
(t/m 3 jaar gratis)
ERFGOED OP EEN NIEUWE MANIER ONTDEKKEN! Een perfect dagje uit? Bezoek het Friese Museumdorp in Allingawier, waar cultuur en vermaak hand in hand gaan. Snuif de zoete geuren op van de ambachtelijke bakkerij. Proef de lekkernijen. Zie de dorpsschilder aan het werk en bezoek de echte smidse. Wandel naar de museumboerderij en ervaar het leven van een Fries boerengezin van de afgelopen eeuwen. Geniet van een lekkere kop koffie of lunch in Restaurant ‘It Ferhaal’, terwijl de kinderen rondrennen in de speeltuin. Of verken in een roeibootje de prachtige omgeving. WWW.HETFRIESEMUSEUMDORP.NL
Camping Holle Poarte Donnerstag 15:30 Uhr (zum 3 Jahre frei)
opstapplaats Turfmarkt opstapplaats Camping Holle Poarte Taxicentrale v/d Bles -
RESERVERINGEN TEL: 06-55784959
Foto: Udo Ockema
EEN ANDER SOORT MENSEN Op 25 mei vond in Hidaard de 43ste en laatste opvoering plaats van Tsjerkje, over het kastleinske Tsjerkje Huitema die met haar beide broers het in wijde omtrek bekende café ‘De Kliuw’ bestierde. Het was vooral door het prachtige spel van Klaasje Postma en haar beide mannelijke tegenspelers (die van rol hadden gewisseld in de loop van de tijd) een monumentaal theaterstuk. Monumentaal? Ja, het was wat plat af en toe, schuin praat soms ook, maar zo herkenbaar Fries. Die katholieke vrouw met haar nasale hazenlipgeluid, heel gelovig, maar ruimdenkend door alle bezoek. Een beetje onnozel ook, zoals we allemaal zijn als vertrouwd lijkende meneren een goede belegging voor onze zwarte centen weten. Het was zo Fries, daar in die schuur achter Hartwerd, en zo echt Tsjerkje. Dit was het Fryslân dat wij van het platteland willen kennen. Maar dezelfde ogen zagen op zondag 16 juni na het ‘Skoukelûken’ in Earnewâld een turbulente dansuitvoering in Theater Sneek. Daar traden hon-
derden jonge en oude dansers op in een circussetting. De allerkleinsten waren aandoenlijk aanwezig door de geweldige inzet waarmee ze hun eerste danspasjes aan een dolenthousiast publiek presenteerden. Er waren echter ook talenten bij die je de rillingen op je rug bezorgden door hun geweldige performance. De jongsten heetten Lotte of Myrthe of zelfs Kardelen; geen Tsjerkje natuurlijk, of Fonger of Age. En je hoorde nog wel af en toe een Friese klank, maar dat was een uitzondering. Het was cultuur, dus universeel, in een Friese stad met op het plaatsnaambord nog gewoon Snits onder Sneek, Nederlandstalig, met muziek uit alle windstreken. Dit is een ander soort mensen, stelde ik vast. Dat komt tot uiting in dit nummer van Fryslân Markant, pregnanter dan we het meestal meemaken. Het zit vervat in de schets van Joure, net zo goed als in de discussie over de nasleep van KH 18, de individualisering van de uilenborden als echt Frysk erfgoed. En het zit ook in de vooruitblik op het skûtsjesilen – nu eens niet meer speciaal gesponsord door de IFKS, maar algemeen, met aandacht voor beide organisaties en het hele mediaspektakel daaromheen. Waarbij we ook weten dat pogin-
gen om dit feest naar Rotterdam en Loosdrecht te exporteren niet helemaal zijn gelukt. Dat alles overwegend besef je weer eens hoe dankbaar we met z’n allen mogen zijn dat we hier leven, in dit paradijs voor de gelukkigste mensen op aarde. Laat anderen maar kankeren en proberen alles omver te gooien, wij weten wat er op het spel staat. We worden in deze tijd heel snel een ander soort mensen. Dat is mooi, zo lang we maar niet vergeten waar we vandaan komen. Want die paradoxale combinatie van traditie en vernieuwing maakt het leven draaglijk en de toekomst boeiend.
Klaas Jansma
Elektrisch rijden
Dé vooroploper in het ontdekken en praktisch toepassen van vernieuwende mobiliteitsoplossingen. 0512 384 060
info@frieslandlease.nl
De Lange West 96, 9201 CH Drachten
Fryslân Markant 2019-2
5
POPULAIRSTE DORP JOURE IS DÉ HOOFDPLAATS
Tekst: Klaas Jansma
Volgens Wikipedia is Joure nog altijd het hoofddorp van de gemeente De Friese Meren. Dat het na veel rumoer op initiatief van de FNP al lang De Fryske Marren heet, is kennelijk iemand ontgaan. Dat is wonderlijk, want Joure is dé Hoofdplaats van Fryslân: overal populair. De tijd is voorbij dat het verkeersplein in de A7 bij Joure een vaste plek had in de filemeldingen voor de landelijke radio. Het verkeer stroomt er de laatste maanden over de nieuwe ovonde pittig door, of je nu naar Sneek moet, naar de Noordoostpolder, Heerenveen, Leeuwarden of Groningen. Eindelijk komen de A7 en de A6 hier tot hun recht, in het eerste jaar van het nieuwe wegenplan sinds 1966, toen de Lemster Rien werd gedempt om de aanleg van een weg door de Tsjûkemar mogelijk te maken. Daar werd door de milieupartij toen nog veel minder drukte van gemaakt dan even later de hotel- en eilandplannen van het Zorab-concern in Langweer. Joure heeft tussen de dertien- en de veertienduizend inwoners. De koopwoningen zijn er voor Friese begrippen vrij duur, als ze al te koop zijn, want velen willen hier wonen. De Midstraat heeft een bijna stedelijke allure. Je kunt er niet alleen alle soorten boodschappen
doen, er is ook veel goed te eten en te drinken. Swimfun is misschien wel het enige zwembad in wijde omgeving dat geregeld de deuren moet sluiten omdat het te druk wordt. En hoewel Friese klokken voor een habbekrats te koop zijn, worden ze hier nog altijd professioneel gemaakt én onderhouden. Dat we Rien en niet Rijn schrijven en Tsjûkemar in plaats van Tjeukemeer is trouwens direct te danken aan Karel Ferdinand Gildemacher, die vlakbij woont in een mooi opgeknapt boerderijtje aan de Vegelinsweg. En wie in dit gewest is het ontgaan dat Joure in 2016 vlak voor gemeentegenoot Langweer skûtsjekampioen bij de SKS werd? Dat beide skûtsjes
in 2017 een negatieve hoofdrol speelden door het conflict aan te gaan met het SKS-bestuur, hoort bij de Jouster paradox. Daar horen ook de eeuwige (altijd omstreden) uitbreidingsplannen van Broek bij. Net als de kosten van de (Friestalige) plaatsnaamborden in de nieuwe gemeente. Of de stoelendans in B & W, dat de afgelopen maanden de akelige aanblik van een wethouderskerkhof bood. De laatste maanden gaat het gesprek weer oer het voortbestaan van Jacobs-Douwe Egberts en Imperial Tobacco. De gemeente gooide er samen met de provincie tonnen tegenaan in het kader van innovatie en het behoud van bedreigde werkgelegenheid. Dat
Ballonfeesten Foto: Douwe Bijlsma
6
www.uitgeverijpenn.nl
VAN FRYSLÂN had de oude Roomse meneer De Jong nog moeten meemaken, die ooit zelf thee- en koffiepuntzakjes nog met de hand heeft gevuld voordat hij ze uit suitelde. Er is, weet nu ook de huidige burgemeester Fred Feenstra, altijd wel wat te doen in de Vlecke, die helaas nooit een stad is geworden.
DRIE GEMEENTEN
Toen in 1983 Doniawerstal moest worden opgeheven om de vorming van Skarsterland als fusiegemeente met Haskerland mogelijk te maken, morde het volk nog van Tjerkgaast tot Scharsterbrug. In het centrum van Sint Nicolaasga werd zelfs een reusachtige kei geplaatst ter nagedachtenis aan het verloren verleden, terwijl ze in de oude hoofdplaats Langweer hun knopen telden. Dat doen ze daar namelijk altijd. De vorming van de fusiegemeente De Friese Meren/De Fryske Marren gaf in 2011 veel minder rumoer, terwijl dat bestuurlijk toch een immense operatie was. Maar zie: het nog vrij nieuwe gemeentehuis van Lemsterland in Lemmer verdween in een vloek en een zucht na de herindeling. Er bleef aan de Markt slechts een lege plek van over, zoals ze dat in Lemmer wel gewend zijn. Het gemeentekantoor van Gaasterlân-Sleat in Balk kreeg vlot een andere bestemming. Ze gaan er op de zandruggen langs Iselmar/IJsselmeer toch gewoon hun eigen gang en krijgen daar vanuit Joure ook de ruimte. Westermar/Westermeer mocht ondertussen een roemrijk Jouster verleden koesteren met een mooi uitgegeven jubileumboek en waardevolle legaten. De toren staat er nog, voor wie de oorsprong van de gritenij in de latere middeleeuwen dreigde te vergeten. Vijf eeuwen geschiedenis werden bij de vorming van een nieuwe uitgestrekte nieuwe gemeente vlot weggepoetst. Dat was ook te danken aan drie uitermate lenige gemeentebesturen. Van hen kwam oud-wethouder Wietze de Haan uit Lemmer als een duveltje uit een doosje terug toen ze bij de
PvdA geen bekwame jongeren konden vinden. En Bert Kuiper ging precies op tijd met pensioen, zodat hij in Langweer nog even op de lang uitgestelde baggerwerkzaamheden in de Wielen kon toezien. Dat moest in twee keer, omdat de eerste uitgebaggerde specie bij nader inzien niet geschikt bleek om het nieuwe wegenstelsel rond Joure te dragen. Drie gemeenten werden in 2012 één, Joure werd de hoofdplaats. Daar zetelt het gemeentebestuur in een eeuwenoud Heeremapark met ruisende bomen en een echte fontein, gewijd aan Skarsterlâns immer actieve burgemeester Kuiper. De naamgeving Friese Meren was een ondeugende knipoog naar buurgemeente Súdwest-Fryslân, die nogal imperialistisch het gebied Warns-Tacozijl-Spannenburg leek te incorporeren, terwijl dat toch echt niet bij Sneek hoort. Maar dat De Fryske Marren niet het hele Friese merengebied omvat, weten ze in Joure ook wel. Zelfs de Snitser Mar hoort er maar gedeeltelijk bij.
VEEL TE DOEN
Misschien is Joure wel het mooiste dorp van Fryslân. Gezien de huizenprijzen en de vraag naar meer zou je dat zeggen. Het ligt in ieder geval ideaal tussen Tsjûkemar, Langwarder Wielen, Nannewiid en Snitser Mar/Goaiingarypster Puollen.
O, houdt u niet van water? Ga dan wandelen of fietsen in de bossen bij Huisterheide. Bowlen in het Bowlingcentrum. Of golfen op de baan bij Legemeer, en na afloop in de sauna bij de Woudfennen. Of kunst bekijken bij Belvédère in Oranjewoud desnoods. Het is
Fryslân Markant 2019-2
7
8
www.uitgeverijpenn.nl
allemaal op de Solex of met de heteluchtballon te bereiken vanuit ‘Balloon City’. Wie dat traag en slaapverwekkend, stil of saai vindt, kan zich uitleven op de motorcrossbaan van Flying Boetoe. Onbekende wereldkampioenen hebben daar al heel wat botten gebroken en ribben gekneusd. Het bestuur windt er geen doekjes om dat de naam een Engels-Maleise constructie is, die ‘Vliegende Lul’ betekent. Er is zelfs een mooie wisselprijs in de vorm van een monsterachtige penis. En wel heel grappig heet een meerdaags Jouster tennistoernooi ‘Nokkerbeantsje’. Inderdaad, dat betekent het. De veel serieuzere Jouster Merke is in honderd jaar uitgegroeid van een lokaal treffen tot een internationale reünie met allerlei spin offs. De boerebrulloft, het agrarisch symposium, het harddraven – daar kan weinig tegenop. Als je hier verblijft, snap je waarom Friezen de gelukkigste mensen van de wereld zijn, ook al verdienen ze hier wat minder dan in de Randstad. Hoe dat zo gekomen is, toont het Jouster museum in de oude geelgieterij. Of vlak bij de jachthaven in Scheepswerf De Jong. Hier maakte in de tweede helft van de negentiende eeuw Eeltsjebaas Eeltje Holtrop van der Zee als beste botenbouwer van West-Europa furore, hoewel hij dyslectisch was. Zoals zo veel in dit gewest is de werf trouwens ‘âldmakke nij’. Niet zomaar gerestaureerd, maar van de grond af nieuw opgebouwd in oude stijl. Zo nieuw zijn ook de metalen goten
die ‘De IJzeren Man’ langs antieke huizen en boerderijen tovert, en zijn veel klokken die de tijd proberen bij te houden.
GILDEMASTER LEIDT GASTEN ROND
‘Een man of tien’ mogen zich ‘Gildemaster’ noemen. Zij leiden in de mooie tijd gasten rond tijdens een ‘historische kuier’ in Joure. Arjen de Ree is een van hen. Hij kan smakelijk vertellen, maar het beste blijven de verhalen hangen met een ietwat ondeugende anecdote. De Ree is 63 en vierde vorig jaar zijn twintigjarig jubileum als verteller over oud Joure. Jarenlang was hij ook actief betrokken bij de Historische Kring, die het proces ‘Fan Lytse Hazze oant Grutte Jouwer’ op de voet heeft gevolgd en nog steeds allerlei details weet op te sporen. De Ree zelf is uiteraard geïnteresseerd in zijn roots. De naam komt uit de buurt van Stavoren-Hindeloopen, waar in de gouden handelstijd grote koopvaardijschepen op de rede lagen als er in de havens te weinig ruimte was. Meestal was dat zo. Op de ree kon dan onderhoudswerk aan de schepen worden verricht. Vaak moesten ze dan wel ‘geprangd’ worden om het vlak schoon te schrobben en in de teer te zetten. Ook dat ‘prangen’ was een vak waar sommigen een naam van hebben gemaakt: Pranger. Verder publiceerde Arjen over de oorlogsheld Willem Sluiter, een vliegenier. Zo weet hij te vertellen dat deze piloot de ongelooflijke vaardigheid bezat om via ‘wingtipping’ Duitse raketten – de V1’s – uit koers te jagen.
VAN MOLEN TOT FONTEIN
Gasten bereiden zich tegenwoordig vaak goed voor als ze een dorp of stad bezoeken, is de ervaring van De Ree. Via Google kan dat ook vrij gemakkelijk. Dan weet je al dat Joure vooral door Douwe Egberts bekend is geworden, dat er een oude Penninga’s molen staat en een museum. Maar je weet dan waarschijnlijk nog niet dat Sjoerd Wiersma van de wasserij in de oorlog joden uit Holland haalde om ze als onderduikers onder te brengen. Deze Wiersma was gereformeerd en hoewel de Duitsers hem op het spoor waren, wist hij te overleven – terwijl zijn maten werden vermoord. Een andere verzetsheld was ‘meneer De Jong’ zelf, de katholieke directeur van Douwe Egberts, die volgens De Ree met zijn auto joodse kinderen ophaalde in theekistjes. Dat schudde onderweg wat minder en viel bij de Duitsers ook niet zo op. Het verhaal past prachtig bij een publicatie van Jantje Bazuin over ‘Theesurrogaat voor Sneek’. Joodse kinderen met blond haar konden namelijk vrij eenvoudig in de trouwboekjes van gastouders worden bijgeschreven. Dat werd pas hartverscheurend problematisch als ze in 1946-’47 door hun joodse families weer werden opgeëist – terwijl ze zelf dachten dat ze gewoon Jitse de Vries of Hindrik Veenstra heetten. Voor Engelse gasten zijn dit misschien passender verhalen dan voor oudere Duitsers, maar de ‘Gildemasters’ kunnen beide groepen in hun eigen taal toespreken. Zo leveren ze ook een bijdrage tot de promotion van
Fryslân Markant 2019-2
9
Shoppen in Joure Verkoop, reparatie en restauratie van originele Friese, klassieke en moderne klokken.
Rebelle Bloemstyling
Midstraat 44 • 8501 AR Joure 0513 – 436 591 www.rebellejoure.nl
Zee Tsiis
Midstraat 42 • 8501AR Joure 0513 – 411 888 www.zeetsiis-joure.nl
www.jousterklokkenmakerij.nl Rijkserkend restauratie/reparatie-atelier
De Jouster Klokkenmakerij Douwe Egbertsplein 8 - 8501 AB Joure - T 0513 41 41 04
Terra Mannenmode
Midstraat 91-93 8501 AH Joure 0513 - 412 436 www.terra-mannenmode.nl
10
www.uitgeverijpenn.nl
Masije lifestylestore Midstraat 89 8501 AG Joure 06 - 82 06 72 09 www.masije.nl
Yok Yok Mode
Midstraat 129 8501 AK Joure 0513 - 417 098 http://yokyok.nl
ryslân met na Kulturele Haadstêd F 2018 fonteinen in alle Friese steden en een piemlvormige protestfontein bij Workum. Joure heeft zijn eigen pompeblêdfontein in de vijver bij Heeremastate. Dat de pomp heeft gehaperd, weten Jousters. Bezoekers vinden het prachtig dat dit ding weer spuit. En dat het is opgedragen aan een oud-burgemeester natuurlijk, Bert Kuiper.
ALTIJD BELANGSTELLING
Het Jouster VVV-kantoor dient als verzamelpunt voor mensen die een ‘kuier’ met mooie verhalen willen meemaken. Geregeld staan daar een man-vrouw of vijf – soms meer, soms minder – klaar om een paar uurtjes cultureel vermaakt te worden. De rondleiders informeren elkaar als ze weer wat te weten zijn gekomen. En verder heeft elk zijn eigen stijl. De Ree mijdt de jaartallen wat, want daar verslaan volgens hem de mensen in. Beter onthouden ze anecdotes. En dan hindert het ook niks als er een enigszins ranzig strontgeurtje aan zit, zoals in het verhaal van meneer Taconis en de tonnenman die de ‘húsketonne’
bij het legen in de gang liet vallen en de inhoud met zijn grote handen weer in de ton kieperde. De poetsvrouw moest zich met haar dweil maar met de kwalijk riekende vloeistof zien te redden. Ja, zo kent De Ree nog wel meer verhalen, bijvoorbeeld van de krul oftewel het urinoir vlak bij het Tolhuis, waar je vanuit de zweef net in kon kijken als de zweefbaas je een zetje gaf. Denk niet dat De Ree het serieuze
werk minder acht. Hij was met de Historische Kring ook betrokken bij het vinden van passende namen voor nieuwe straten in Broek. Het is zijn ervaring dat de kennis van de plaatselijke historie soms misschien wel te wensen overlaat, maar dat de belangstelling onverminderd groot is. Je zou eigenlijk iedereen zo’n rondleiding gunnen.
Als moeder en dochter deelden Ingrid en Debby één droom: het beginnen van een restaurant in Joure. En deze droom kwam eind september 2018 uit. We straalden altijd al in de horeca, maar nu we het voor ons zelf doen, kan ons geluk niet meer op. Wij streven naar 100% gastvrijheid en de gast is bij ons ook écht koning(in). Ons restaurant is gevestigd op het Douwe Egbertsplein 7 in Joure. Vanuit hier hebben wij sinds vorig jaar samen met een pracht team een geweldige start mogen maken. Of je nou opzoek bent naar een gezellige locatie om te lunchen, borrelen of te dineren, wij staan voor u klaar! Benieuwd naar meer foto’s van ons prachtige pand of hoe het restaurant er van binnen uitziet? Bekijk onze sociale kanalen Facebook & Instagram.
www.eethuissimple.nl Fryslân Markant 2019-2
11
YNTE ‘SOLEX’ KUINDERSMA DE MAN DIE RUTTE OP ZOLDER KREEG
Tekst: Wiebe Krist
Het is een echte Jouster op Friese klompen. Een handige, inventieve, sociaal bewogen en vooral ‘gewone’ man die zegt waar het op staat. Wij één van zijn twee bijnamen ‘De Kuin’ of ‘Ynte Solex’ gebruikt, kan niet per ongeluk bij zijn verzekerende naamgenoot in hetzelfde dorp terecht komen. Ynte ‘Solex’ Kuindersma is uniek. Ynte Solex is een gepensioneerde bouwvakker, die al ruim 45 jaar bij bouwbedrijf Cornel in dienst is. Hij rolde vanuit de metaal de houtbewerking in, in een tijd dat personeel bij een bouwbedrijf alles zelf deed en waardoor hij in de loop der jaren veel ervaring opdeed. De Jouster heeft in zijn dorp een bekende naamgenoot en dat is soms wel eens lastig, maar meestal leiden de wegen wel naar de juiste man. De Kuin is in gemeente De Fryske Marren ‘wereldberoemd’ als voorzitter van Solexvereniging AOW (Altijd onderweg, naar de zegswijze van beppe), als jarenlange Bingomaster bij Oskar RTV en als ijsmeester van de plaatselijke ijsbaan. Bovendien is hij tegenwoordig ook nog actief als leermeester in de bouw, want het is gebleken dat de
Ynte Kuindersma in vol ornaat bij zijn Solex.
jeugd het werk graag leert van kenners met praktijkervaring. Bovendien is het nodig om die kennis door te geven, te delen en niet verloren te laten gaan. In het boek ‘Man en werkplaats’ van Otto Kalkhoven en Thelma Egberts, met daarin prachtige verhalen van 29 mannen over hun werkplek, gereedschap, liefde voor het ambacht en vakmanschap, vinden we ook Ynte Kuindersma terug. Menigmaal kon men
Rutte op zolder bij Kuindersma en daarna het tegenbezoek in het Torentje.
12
www.uitgeverijpenn.nl
hem, in vol ornaat met pothelm, leren jas en Friese klompen, ook zien in allerhande ludieke programma’s op de regionale, Belgische en Nederlandse televisie.
ZOLDER EN TORENTJE
In 2013 kreeg Kuindersma premier Rutte op de koffie. Hij sprak de premier aan tijdens een verkiezingsavond in Joure en vroeg hem ‘eens bij een
eenvoudige arbeider op de koffie te komen.’ De Kuin had namelijk een dvd gemaakt van het initiatief ‘Spikers mei koppen’, waarmee hij jongeren aan een leerplek in de bouw helpt en die dvd wilde hij graag aan Rutte overhandigen. Hij vond dat de politiek zich maar eens over deze wijze van leren moest buigen: de jeugd laten informeren en (bij) scholen door oude rotten uit het vak. Rutte kwam door de achterdeur, dronk zijn koffie met een paar dikke plakken suikerbrood en daar ontdekten de mannen dat ze een gezamenlijke liefde hadden: oude vervoermiddelen. Rutte heeft namelijk een oude Saab. En zo belandde de premier by Ynte op zolder in zijn solexmuseum en werkplaats. Enige tijd later volgde er een tegenbezoek van Ynte Solex aan het Torentje van Rutte. De pers vond het prachtig.
PUUR JEUGDSENTIMENT
Vraag niet hoe Ynte bij de Solex kwam. In zijn jeugdjaren zat hij als kind, met de voeten in de fietstassen, al achterop bij heit of mem. Hij bekwaamde zich in het repareren, restaureren en onderhouden van de VeloSolex en schafte door de jaren heen diverse types en modellen aan. Wie bij hem de werkplaats binnenstapt, is weer terug in de jaren zestig en zeventig. Er hangt altijd wel een solex in de takels. In de winter is Ynte als ijsmeester vaak te vinden op de plaatselijke ijsbaan en in het voorjaar is het weer een en al drukte in de werkplaats, want dan komen veel rijders hun tweewieler brengen om klaar te maken voor het nieuwe seizoen. Van zijn liefde voor Solex was het een kleine stap naar het oprichten van een solexclub en omdat hij een gemakkelijke prater is, werd Ynte Solex al gauw voorzitter. Solexvereniging Altijd Onderweg (AOW) werd in 1986 opgericht en telt inmiddels 175 leden. Het bestuur organiseert diverse tochten en evenementen.
WK SOLEXRACEN
Uit gekkigheid ontstond het eerste Wereldkampioenschap Solexracen dat maar liefst 25 jaar lang in Joure werd georganiseerd. Met eerst een heus defilé door de winkelstraat, de technische keuring, de voorrondes en dan het hoogtepunt: de races langs het rondje
De Solexraces trokken in Joure altijd veel publiek.
Iepensteinlaan, Koninging Julianalaan, Prinses Christinastraat en Prins Bernhardlaan. Meer dan honderd deelnemers uit binnen- en buitenland was geen uitzondering. Uit een race met gewone solexen vormden zich binnen de kortste keren speciale klassen, die nog meer mensen naar Joure trokken. Voor de meeste coureurs was het een geintje, maar er waren er ook die flink investeerden en hun Solex op het rechte stuk soms met 100 kilometer per uur over de klinkers jaagden. De Solexen reden meer dan 25 keer de Elfstedentocht en maakten ludieke ritten door het hele land, tot op de Wallen in Amsterdam. De toeristen keken toen eens even niet naar de ramen.
uitschieters. Omdat er in die tijd nauwelijks concurrerende tv-programma’s waren, wisten de luisteraars de bingo wel te waarderen. Hele families deden mee en in horecazaken lagen de stamtafels vol met lootjes van 1 gulden. De wekelijkse drie uur durende bingoshow op zondagavond roept ook in 2019 nog bij veel mensen blije herinneringen op.
BINGOMASTER
‘De Kuin’ is ook bekend als een van de Oskar RTV bingomasters, samen met havenmeester Sipke Schilt. Het werd een enorm succes en uit het hele land kwamen lokale radiostations kijken en meemaken hoe ze dat in Joure deden en de wet ‘omzeilden’ met hun etherbingo. Er waren weken bij dat meer dan duizend mensen meespeelden. Dat daardoor de te winnen prijzen ook steeds leuker werden, maakte de zondagavond zeer populair. Fietsen en reisjes naar Buitenlandse steden waren
Bingomaster Ynte Kuindersma bij de bingomachine.
Fryslân Markant 2019-2
13
DE ZWAAN, EEN ICONISCHE VOGEL SIERLIJK BEELD VAN MACHT EN TROUW Wie in de weilanden en sloten zwanen ziet, kan het zich nauwelijks voorstellen dat deze imposante vogels in de middeleeuwen als delicatesse werden gezien. Het vangen en eten van zwanen was de gewoonste zaak van de wereld. Het houden van zwanen anders als siervogel is in ons land sinds 1 juli 2016 verboden. Het houden, bejagen en serveren van zwanen was in Holland voorbehouden aan de adel. In Friesland lag dat anders, daar hadden ook de ‘vrije boeren’, de ‘eigenerfden’, het recht om zwanen te houden en niet alleen de adellijke bewoners van staten en stinsen. Dat was in 1399 zo vastgelegd door Albrecht van Beieren. Ook een stad of gemeente kon zwanenrecht verwerven. De witte zwaan in het dorpswapen van
Gerhild van Rooij
Het dorp Molkwerum stond in de middeleeuwen bekend om zijn handel in gepekeld zwanenvlees. In het raam boven de ingang van de Lebuïnuskerk is het dorpswapen met daarin de zwaan zichtbaar. Op de windwijzer prijkt ook een zwaan.
Molkwerum herinnert aan de handel in zwanen-pekelvlees naar onder meer Engeland, toen het IJsselmeer nog de Zuiderzee was. Bij de meest prestigieuze feesten (zoals ook verbeeld in de film Michiel de Ruijter) stond het complete verenkleed met zwanenkop over de zwanengerechten, om de macht en status van een landsheer te onderstrepen. Het serveren en eten van zwaan was vooral een statussymbool, want de vogel lag nogal zwaar op de maag en de
De familie Fogelsangh uit Veenklooster had zwanenrecht. In hun familiewapen en in een zilveren zwanenring uit 1647 is dit terug te zien.
populariteit op tafel nam dan ook gestaag af, maar tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden op de Albert Cuyp-markt in Amsterdam nog geschoten zwanen verkocht.
ZWANENRECHT
Het schilderij ‘De bedreigde zwaan’ van Jan Asselijn uit ca. 1650-1652, Rijksmuseum Amsterdam. Een knobbelzwaan verdedigt haar nest met eieren tegen een hond. De voorstelling heeft, later na de dood van Asselijn (1610-1652) en Johann de Witt (1625-1672), een politieke allegorische interpretatie gekregen doordat de zwaan is aangeduid als de raadpensionaris Johan de Witt (werd hij pas in 1953), die Holland (ei) beschermt tegen de vijand (hond).
14
www.uitgeverijpenn.nl
In 1500 bedacht de hertog Albrecht van Saxen dat ‘alle swaenen den hertogh worden toegewezen’, maar daarmee gingen de Friezen niet akkoord. Wel werd er toen voor het eerst een pluimgraaf aangesteld, die toezicht hield op de zwanenhouderij. Toen werd ook het ‘zwanenrecht’ vastgesteld, een waardevol en begeerd bezit, dat je moest hebben om zwanen te mogen houden. In dat recht stond onder meer vastgesteld dat het verboden was om een zwaan aan een touw te zetten, te ontmerken, een zwanenei te stelen of penveren te plukken. Als een zwanenpaar zijn jongen op andermans grond grootbracht, mochten deze niet worden verjaagd. De eigenaar van dat land mocht wel een ei of jonge zwaan meenemen. De houder bracht zwanen op
‘Keukeninterieur’ van David Teniers de Jonge, 1644, Mauritshuis, Den Haag. Kop en verenkleed van de zwaan sieren de pastei die van het dier gemaakt is.
het land van boeren en leefde van de opbrengst, zoals eieren, dons en vlees. Pluimgraaf is geen adellijke titel maar een eervolle (bij)baan, die van oudsher voornamelijk door edellieden werd uitgeoefend en later ook door leden van de hoge burgerij. Zij hadden daar behoorlijke inkomsten van, al moesten ze daarvan ook een deel afdragen aan hun landsheer. De pluimgraaf werkte namens een vorst of ander hooggeplaatst persoon en was verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op onder meer het zwanenrecht en duivenrecht. In feite was de pluimgraaf eigenaar van alle pluimvee in hun graafschap en zelfs de eigenaar van een landgoed mocht niet zomaar jagen op zwanen op zijn eigen land.
IN FRIESLAND
Eigenaren van zwanen brachten op poten en snavels van hun zwanen een soort huismerk aan om herkenbaar vast te leggen dat de vogel hun eigendom was. De aangestelde pluimgraaf hield een en ander bij in een ‘zwanenboek’. In Tresoar zijn nog diverse zwanenboeken bewaard gebleven, met daarin afbeeldingen van die huismerken. In de schatkamer van Tresoar ligt de oudst bewaarde, uit 1529, van pluimgraaf Nicolai, die bijhield welke families zwanenrecht hadden. Wat opvalt is dat in Noordoost Friesland maar enkele voorbeelden van zwanenrecht bekend zijn, terwijl er in Westergo beduidend meer zwanenhouders waren. Van de familie Fogelsangh, eigenaar van de Fogelsangh State in Veenklooster, bezit het Fries Museum nog een zilveren zwanenring uit 1647. In de ring staat het familiewapen gegraveerd, waar ook een zwaan in staat. De h achter Fogelsang kwam overigens pas later.
Anna Pavlova en haar favoriete zwaan Jack, 1905, London.
ICOON IN DE KUNST
De zwaan is een machtige vogel, die zeer tot de verbeelding spreekt. Niet voor niets koos KLM de zwaan als boegbeeld voor haar reclamecampagnes. Het is indrukwekkend om te zien hoe de grote watervogels, knobbelzwanen wegen zo’n vijftien kilo, zich trappelend met de poten en krachtig slaand met de vleugels uit het water verheffen. Een overvliegende knobbelzwaan maakt met zijn vleugels een fluitend geluid, dat hoor je bij de kleine- en de wilde zwaan niet. De sierlijke vogel is ook in de kunst een dankbaar onderwerp. Foeragerende, vliegende of zwemmende zwanen in realistische landschappen en buitenplaatsen, op erven en in stads- of kasteelgrachten, vormen eeuwenlang een dankbaar onderwerp voor schilders. Ze hangen of liggen op jachttafrelen of – tableaus, in vanitas stillevens en keukens van adellijke huizen.
MYTHOLOGIE EN GELOOF
De zwaan wordt verbeeld in mythologische voorstellingen als Leda en de Zwaan, sprookjes van onder anderen Andersen of Grimm, en naast de heilige Hugo de Kartuizer staat de zwaan symbool voor zelfgezochte afzondering. De zwaan is het beeldmerk op en in Lutherse kerken. Het rijmpje ‘Doopsgezinden hebben een houten huisje, Roomsen een kruisje, Calvinisten een haantje en Lutheranen een zwaantje!’ herinnert aan de Tsjechische hervormer Johannes Hus. Honderd jaar voordat Luther zijn 95 stellingen bekend maakte, bekritiseerde Hus de katholieke kerk, die hem daarop als ketter verbrandden. Hus sprak: ‘Gij zult nu een gans (= Hus) braden, maar over honderd jaar zult gij een zwaan horen
zingen, die zult gij moeten verdragen.’ Een zwanenzang is symbool voor iemands laatste gedicht, zang of daad voor zijn dood of vertrek. Beroemd zijn de ‘zwanenzangen’ uit de werken van William Shakespeare en een serie liederen van Franz Schubert, genaamd ‘Schwanengesang’. Iconisch is de balletsolo ‘De stervende zwaan’ van prima ballerina assoluta Anna Pavlova op De zwaan uit ‘Carnaval des animaux’ van de componist Camille Saint Saëns. Pavlova hield zwanen als adellijk troeteldier. En wie kent niet het wereldberoemde ballet ‘Het Zwanenmeer’ van Tchaikovski? Sinds de 16e eeuw werden bij boerenhuizen schuren gebouwd in plaats van hooibergen en kon de dakvorst worden afgeschermd met een uilenbord. In Friesland heeft dit ûleboerd meestal aan weerszijden van de makelaar een knobbelzwaan met gekromde hals. Deze zwanen hebben niets te maken met het hebben van zwanenrecht, het is hun sierlijke vorm die de makelaar harmonisch begeleidt en zuiver decoratief.
TROUW
Zwanen staan bekend om hun trouw. Mannetje en vrouwtje vormen een paar voor het leven. Toch vinden er ook in de zwanenwereld echtscheidingen plaats: in 6% van de gevallen. En een op de drie mannetjes gaat wel eens vreemd. Naar schatting een kwart van alle koppeltjes is bovendien homoseksueel. Meestal gaat het om relaties tussen mannetjes. Deze homozwanen zijn geen lieverdjes. Ze stelen nesten of vormen tijdelijk een trio met vrouwen om bevruchte eieren te krijgen. Vervolgens verdrijven ze het vrouwtje zodra ze de eieren heeft gelegd.
Fryslân Markant 2019-1 2019-2
15
NIEUW VOOR OUD: ‘ÛLEBOERD’ IN ELKE STREEK ANDERE ACCENTEN Dat Binne Batema en zijn vrouw geen voetbalfanaten zijn, zou je tijdens grote toernooien niet zeggen. Want dan wordt hun fraaie woning in Damwâld gesierd met een manshoog U ilenbord met ballen op de plaats van zwanen, en ‘Hup Holland’ staat op de zijplank. Het is een onschuldig geintje, passend bij het vak van Batema. Hij is, net als zijn broers, vader (heit), oom (omke), grootvader (pake) en overgrootvader (oerpake) sinds 1840, specialist in rieten daken en uilenborden. Omdat je die voornamelijk in Fryslân en aangrenzende gebieden, Zeeland en Noord-Holland vindt, kennen wij ze als ‘ûlebuorden’. Ze worden steeds fantastischer uitgevoerd, tegenwoordig geregeld met steigerende paarden tegen de makelaar. In het vroegere gaatje voor de uil zit tegenwoordig meestal glas achter een kruisje. Maar Batema heeft ook een klant die er beslist een ‘skries’ in wilde. Een ander, Fries in Groningen, wilde een ‘pompeblêd’, om zijn roots te accentueren. Van Batema mag het allemaal. ‘It binne de klant syn sinten,’ zegt hij. ‘Dy moat mar bepale wat derop moat.’ Dat wil niet zeggen dat de vakman uit Damwâld gemakzuchtig het deuntje ‘u vraagt en wij draaien’ speelt. Want in zijn hoofd en op zijn website staan wel degelijk wetenswaardigheden die recht doen aan de cultuurhistorische betekenis van dit bouwkundig element. Tegelijkertijd is er ook de wet van de markt, die voorschrijft dat je gebruik maakt van de nieuwe techniek. Het uilenbord van tegenwoordig is van volkunststof gemaakt en daarna groen (dek- en constructieplanken), wit (zwanen) en rood (hun snavels, soms een bies) geschilderd. Daar kan Batema wel tien jaar garantie op geven. Op vergankelijker hout kan hij dat
16
www.uitgeverijpenn.nl
VERSCHIL PER STREEK
In Friesland komen zes verschillende typen voor, in het zuidwesten van de provincie rijker versierd dan in het noorden. De vorm van het bord verschilt van streek tot streek. 1. De Bouwhoek: het uilenbord van de noordelijke kleistreken met de in verhouding tot de breedte van het uilebord lange makelaar; opengewerkt en sierlijk. 2. Westergo: evenredig van vorm en verhouding met een opengewerkt rad. De zwanen hebben een halslint. 3. Hennaarderadeel: de makelaar is bekroond met het voor dit type uilenbord zo kenmerkende ‘mannetje’. 4. Midden-Friesland: de makelaar is aan weerszijden versierd met palmtakken. 5. De Friese Wouden, de Legeaen (streek Irnsum-Sneek) en hier en daar ten zuiden van Leeuwarden: in de opengewerkte makelaar is een kelk-vorm verwerkt. 6. De Zuidwesthoek: met het typerende ‘harp’-motief en het in het vlieggat uitgezaagde vogeltje-kijkt-om.
1
2
3
4
5
6
uiteraard niet. Daarom past hij dat bij voorkeur ook niet toe – tenzij de klant het beslist wil. Het verschil ziet alleen de kenner, en dan nog van dichtbij. En dichtbij heb je zelden een uilenbord, of je moet naast een traditionele boer met een ligboxstal wonen. Want op die bouwsels zie je nog wel eens een verkleinde versie van het in sommige streken reusachtig grote uilenbord.
ROMANTISCHE VERHALEN
Oorspronkelijk was het uitbundige ui-
lenbord van tegenwoordig niet meer dan een driehoekige afsluiting van het dak, met daarop een opstaande prik (makelaar) met aan weerszijden krullen of andere ornamenten ter versteviging. Bij plaatsing van een gebouw in de richting zuidwest-noordoost kunnen die krullen met de opstaande paal een rol hebben gespeeld in bescherming van de daknaald tegen opwaaien. Want langswaaiende wind veroorzaakt een sterke verlaging van de luchtdruk, waardoor vorsten (halfronde afsluiten-
Roodgekleurd uilenbord met de voor de Friese Wouden kenmerkende kelkvorm in de makelaar. Rijksstraatweg, Hardegarijp. Foto Gerhild van Rooij. de dakpannen) opgelicht en weggezogen kunnen worden. Het gebruik van het uilenbord is al oud: op schilderijen uit de 18e eeuw zie je al uileborden. De oudste vermelding stamt zelfs uit het jaar 1696. Twee elementen keren in elk bord terug: in het midden staat de makelaar (die ook op molens voorkomt), waaraan een mythische betekenis wordt toegekend. Terugkerende symbolen op de makelaar zijn: klaverblad (drie-eenheid), halvemaan (vruchtbaarheid), rooster of harp (eigendom van het land) en es (levensboom). De twee zwanen met gekromde nek vormen het tweede element. In de achttiende eeuw maakten de zwanen in de Friese boerderijmode opgang. Daar zijn later allerlei romantische verhalen bij bedacht, onder meer door de oud-gemeentesecretaris van Wûnseradiel Douwe Deinum, die vroeger jarenlang als rondleider-verhalenverteller optrad bij Aldfaers Erf van Yde Schakel in Exmorra-Allingawier. Die had het zelfs over Thor en Wodan, goden der oude Friezen. Maar zo ver gaat Batema lang niet terug, want die weet dat er heel wat ‘invented tradition’ in die oude verhalen zit. Wel wijst Batema op de grote betekenis van de zwanenhouderij in het vroegere Fryslân, die vereeuwiging van de sierlijke vogel op een uilenbord verklaarbaar zouden maken. Zie het artikel ‘De Zwaan, een iconische vogel’, op de pagina’s 14 en 15.
WELKOM LESMATERIAAL
Tegenwoordig zijn uilenborden speerpunten in de strijd van de uilenbeschermers. Die pleiten voor het openhouden van het uilenrondje. Daar hoort dan, zegt Batema, een uilenkist bij, waar de roofvogels in kunnen broeden. Als dank voor de gastvrijheid houden ze voortdurend opruiming onder kruipend ongedierte, zoals muizen
en een enkele rat. Dat ze daarnaast ook wel eens een jong vogeltje verschalken, moeten we maar op de koop toe nemen. Voor de nachtrust is dat niet altijd bevorderlijk, want een jagende uil laat zich geregeld met een plof op zijn prooi vallen. Wat er na de consumptie overblijft aan botjes, schedeltjes, veertjes en haar, wordt uitgebraakt. Die braakballen vormen welkom lesmateriaal voor jonge onderzoekers, die met pincet en smartphone elk uitgebraakt vogel- of muizenrestje kunnen determineren. Vogelbescherming Fryslân en de Uilenwerkgroep (Johan de Jong) pleiten voor het herstel van deze duurzame traditie van ongediertebestrijding, die uiteraard veel beter is dan gif. Gelukkig, zegt Batema, werpt de strijd vruchten af. Want er zijn momenteel veel meer uilen dan een paar jaar geleden. Dat kan uiteraard ook te maken hebben met de muizenplaag van vorig jaar, die zich dit jaar op een paar plekken dreigt te herhalen.
TRADITIE EN VERNIEUWING
Voor antropologen is het interessant wat er tegenwoordig op Friese (en Groninger of Noord-Hollandse) daken verschijnt. Enerzijds is er de sterke streekgebonden traditie, die voorschrijft dat er een stuk of zes variaties zijn: van eenvoudige wouduilenborden tot zeer weelderige bouw-
streek-exemplaren. Hekje, nieuwe maan (‘wassenaar’), kruis: het stikt van de symbolen, als je er oog voor hebt. Maar kijkend naar de accolade in de steunplank kun je ook nuchter vaststellen dat de timmerman weer lekker bezig is geweest. En dan komt nu de mode op van ieder zijn eigen smaak. Dat een heel uilenbord een compleet nieuwe uitvoering krijgt, is wel wat extreem – geven Binne Batema en zijn vrouw direct toe. Maar Batema merkt toch wel dat mensen, die tussen de zevenhonderd en vijftienhonderd per uilenbord besteden (bijna het dubbele voor een set), steeds meer de eigen smaak volgen. Dat kan behalve een grutto of een pompeblêd ook een element uit een familiewapen zijn of, bij een enthousiast skûtsjeschipper, een zeilschip. De individualisering zal zich ook in dit domein wel doorzetten. Batema vindt het wel best. Als de klant twee ballen en een piek op het uilenbord wil, krijgt hij dat.
De uilenborden leken in de jaren ’80 te verdwijnen, maar ze maken een revival. Nu niet langer met de geijkte zwaan als begeleider van de makelaar, maar bijvoorbeeld ook met honden. Of fantasiemotieven met tulpen. In Harkstede liet een ‘geëmigreerde’ Fries zels een pompeblêd in het rad plaatsen.
RIET IS MINDER BRANDBAAR
Zoetwaterriet is harder en duurzamer dan riet uit zout water. Daarom halen rietdekkers hun riet liever uit eigen omgeving dan uit den vreemde, want dan weet je niet waar het is gemaaid. In onze provincie zijn nog grote rietvelden waar rietdekkers hun ‘bouwmateriaal’ vandaan halen. Tegenwoordig is riet minder brandbaar dan vroeger door een andere wijze van rietdekken. Tochtgaten worden beter afgesloten, zodat er minder zuurstof bij kan komen. En oude wijsheden worden volgens Binne Batema ook herontdekt. Zo ziet men nu in waarom vroeger geteerd touw werd gebruikt om riet aan molens te binden. Dat is beter dan staaldraad omdat het snel doorbrandt. Dan zakt het riet snel naar beneden en is een brandende molen sneller te blussen.
Fryslân Markant 2019-2
17
HOE LEEUWARDEN EEN EEN JAAR NA LF2018
hoofdstad. ‘Als je ziet wat wij als Leeuwarden hebben neergezet, dan voelt dat goed allemaal. De aanloop was best wel stroef en de communicatie ging soms moeizaam. We zijn er toch iedere keer uitgekomen. Dat de stad in een andere energie is gekomen, daar pluk je nu nog de vruchten van. In die zin heeft het ons veel gebracht.’
AMBITIEUS ZIJN
Arjo Kamp: ‘Als we groot moeten denken, waarom organiseren we dan niet opnieuw zoiets als De Stormruiter?’
Op 5 juni 2019 is er in een rondetafelbijeenkomst gediscussieerd over wat L eeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018 heeft opgeleverd voor het bedrijfsleven in Fryslân. Aan het gesprek namen vertegenwoordigers van bedrijven in de regio deel (zie kader). Jelle Dijkstra, lector Persoonlijk Leiderschap & Innovatiekracht bij NHL Stenden Hogeschool, leidde het gesprek. In het gesprek stonden de volgende vragen centraal: 1. Welke bijdragen heb je geleverd, wat waren je doelen daarbij en wat heeft het jou opgeleverd? 2. Zou je weer deelnemen als zoiets weer georganiseerd zou worden? 3. Wat heeft LF2018 opgeleverd voor de samenleving? Vooral in economisch opzicht? 4. Wat is nodig om ervoor te zorgen dat de effecten van LF2018 zo groot mogelijk worden?
UPGRADE
Nynke van der Vegt bijt de spits af: ‘Rabobank vond het moeilijk om te bepalen welke activiteiten zij het best kon sponsoren. De bank wilde graag dat de klanten iets van de culturele hoofdstad konden ervaren zodat zij het gevoel zouden krijgen: het is mooi dat onze bank dit ook steunt.’ Uiteindelijk heb-
18
www.uitgeverijpenn.nl
ben de Friese Rabobanken gezamenlijk substantieel geïnvesteerd in het project. Niet alleen in grote events zoals de Stormruiter. Ook in kleinere activiteiten. De effecten van deze sponsoring laten zich niet goed meten. Nynke: ‘We zijn met meer dan 2.500 relaties naar de Stormruiter geweest. Daar was iedereen heel positief over. De stad en de ondernemers hebben de vruchten geplukt van LF2018 en dat zijn ook onze klanten. Al kwam het lastig op gang, 2018 was toch een prachtig jaar. Als je leest dat 70% van de Friezen erbij betrokken was, dan hebben we het met elkaar goed gedaan.’ Arjo Kamp vult aan: ‘De stad Leeuwarden heeft een grote upgrade gekregen. Ik heb de indruk dat nu met meer trots naar ons gekeken wordt.’ Ook voor Douwe de Haan is LF2018 heel belangrijk geweest. Zijn bureau is sponsor geworden van de culturele
Bureau Maarsingh en Van Steijn heeft 2,5 ton geïnvesteerd in een huis dat met je hersenen speelt. Waar games plaatsvinden die je aan het denken zetten. ‘We hebben diverse overheden en grote bedrijven op bezoek gehad. Daar hebben we opdrachten uit kunnen halen. Dus het was zeker niet alleen maar leuk en vriendelijk. Je moet ook een beetje ambitieus zijn. Dat is spannend, want je weet van tevoren nooit of het iets oplevert.’ Bernard is enthousiast over de resultaten: ‘Basis was: we gaan een plek maken waar toeristen kunnen ervaren hoe leuk gezondheid is. Een gezondheidshuis in plaats van een ziekenhuis. Waar je je leert bewegen met technologische hulpmiddelen. Dankzij LF2018 staan wij nu internationaal op de kaart. Amerikaanse universiteiten zoals Harvard en Stanford komen bij ons kijken waar wij mee bezig zijn.’
KRUIDENIERSMENTALITEIT
Ook het Leeuwarder OndernemersFonds, het LOF, heeft LF2018 gesponsord. Herman: ‘Als we kijken naar bezoekersaantallen dan is het vooral een feest geweest van de provincie zelf. Wel met een fantastische uitwerking voor Leeuwarden. De stad is aantrekkelijker en leefbaarder geworden.’ Het belangrijkste effect is volgens Herman dat 650.000 inwoners van Friesland trots zijn geworden op Leeuwarden. ‘We waren eigenlijk geen hoofdstad. De stad is zichtbaarder geworden, onder andere door de verbeterde bereikbaarheid van de stad met de haak om Leeuwarden. Positief is ook de WTC-ontwikkeling die eraan zit te komen. Over deze ontwikkelingen ben ik als ondernemer in
HOOFDSTAD WERD
De tentoonstellingen van Escher, Alma Tadema en Rembrandt en Saskia trokken grote aantallen bezoekers naar Leeuwarden. Zoveel zelfs dat de wachttijden voor de kassa’s opliepen, het museum ruimere openingstijden aanhield en desondanks talloze malen mensen moest teleurstellen, omdat de kaarten echt uitverkocht waren.
Under de Toer. Dat waren 32 manifestaties tijdens Leeuwarden-Fryslân 2018 in één van de meer dan 750 kerken in onze provincie. Grafisch ontwerpster Barbara Jonkers uit Leeuwarden ontwierp voor ieder van deze voorstellingen een unieke linosnede als affiche.
de stad Leeuwarden ontzettend enthousiast.’ Herman is vooral ingestapt omdat hij iets wilde doen aan de onbekendheid van Leeuwarden en de kruideniersmentaliteit die heerste. ‘We zijn groter gaan denken en zijn ons meer bewust van al die pareltjes die we hebben. Er zijn prachtige internationaal opererende bedrijven die we onvoldoende kennen. Zoals Hallum met Hellema en Van der Meulen waar een enorme ontwikkeling plaatsvindt van koek en beschuit en Makkum met Koninklijke de Vries Scheepsbouw/Feadship, waar veel schepen gebouwd worden. We zijn veel te bescheiden. De cultuur is veranderd en dat heeft geleid tot meer bezoekers. Daardoor is de leefbaarheid in de provincie verbeterd.’ Volgens Douwe is cultuur een goe-
de aanjager om dit te bereiken. ‘Het is een kip en ei verhaal. De 11fountains hebben aangetoond dat je door te investeren in cultuur meer mensen naar de provincie krijgt en dat daardoor de economie groeit.’
EN NA 2018?
Het is de vraag hoe bestendig deze effecten zijn. Blijft het toerisme ook na 2018 op hetzelfde niveau of groeit het misschien zelfs nog door? Of zakt het terug? Zo ja, zakt het dan terug naar een hoger niveau dan vóór 2018? ‘In 2013/2014 was er even een kleine stijging. Toen hebben we even een dynamiek gehad van “er gaat van alles gebeuren, we gaan investeren” en toen viel het stil. Je kunt daar ongelukkig mee zijn. Je kunt ook zeggen: dit is wat
het is. Laten we kijken wat we geleerd hebben en wat we de volgende keer be-
ter kunnen doen.’ Alle deelnemers zouden zeker weer deelnemen als zoiets als LF2018 weer georganiseerd zou worden. De voorbereiding zou dan niet acht jaar moeten duren en het verhaal zou van het begin af aan concreter moeten zijn. Herman: ‘Als het onduidelijk is wat er met je ideeën gebeurt, dan wacht je af. Dat is de dynamiek van een ondernemer.’ In de aanloop naar LF2018 ontstond een soort kramp, een angst van dit moet goed gaan. Dan kom je moeilijk over een bepaalde hobbel heen. Volgens Douwe komt dat omdat je verschillende werelden moet matchen. ‘Je moet politiek matchen met cultuur en met bedrijfsleven. Dat gaat nooit zonder wrijving. Geen glans zonder wrijving.’
LEGACY VERGETEN
Dat LF2018 toch een succes is geworden, komt volgens Herman ‘omdat Leeuwarden gewerkt heeft met een kleine regieorganisatie die helemaal los van de politiek is ingevuld. Met als doel “we gaan uiteindelijk in 2018 leveren”. Dat is goed gelukt. Wat niet is gelukt, en dat heeft wel in het bidbook gestaan, is het borgen van de legacy van 2018. Dat is geen concrete opdracht geweest met heldere, meetbare doelstellingen voor
Fryslân Markant 2019-2
19
de regieorganisatie. Misschien had daar een tweede regieorganisatie voor opgezet moeten worden. We hebben met z’n allen heel vaak geroepen “we moeten nadenken over de legacy”, maar dit is nooit concreet gemaakt. Na de reuzen viel de regieorganisatie stil omdat de mensen die er werkten moesten solliciteren. Eigenlijk had eind 2018 een nieuwe organisatie geboren moeten worden met een nieuwe opdracht. Dat dit niet gebeurd is, heeft alles te maken met de verkiezingen voor Provinciale Staten in 2014 en de problemen rond de financiering. Die hebben de boel op slot gezet.’
DEELNEMERS AAN HET RONDETAFELGESPREK:
VERBINDING
•
Bernard zou er beslist weer instappen, maar dan veel bewuster omdat hij meer kennis en inzicht heeft. Hij zou er dan meer uit kunnen halen. ‘Een aantal thema’s kan met elkaar worden verbonden, als parels in een kralenketting. Kruisbestuiving is het economische succes van de toekomst.’ Arjo noemt als voorbeeld van zo’n parel het rieten poppenproject in Veenhoop, waar hij woont. ‘Wij hebben als bewoners allemaal rieten standbeelden gemaakt. Heel mooi! Door LF2018 zijn wij als bewoners in staat gebleken ons te verbinden en samen de omgeving een beetje mooier te maken. Voor mijn part noem je dat de legacy van de culturele hoofdstad.’ Volgens Douwe was die cultuur van verbinding er al in Fryslân. ‘Iepenloftspul’ was er al. ‘Under de toer’ is een uitrol van datzelfde idee. Eigenlijk is het een continu proces en LF2018
• Nynke van der Vegt is vanuit Rabobank als communicatieadviseur intensief • • •
betrokken geweest bij het culturele hoofdstadproject. Dat geldt ook voor Arjo Kamp, directeur Particulieren bij Rabobank Nederland. Rabobank heeft diverse grote en kleine events gesponsord, onder andere De Stormruiter. Douwe de Haan is vanuit Faberexposize, voorheen Haan Reclamewerk, als media-adviseur bij culturele hoofdstad betrokken geweest. Bernard Maarsingh is directeur van psychologisch adviesbureau Maarsingh & Van Steijn en Jamzone, een innovatielab dat zich bezighoudt met de relatie tussen virtual reality, serious gaming en psychologie. Zij hebben veel gedaan in de culturele hoofdstad. Herman Schreuder is sinds vijf jaar mede-eigenaar van Post Plaza Leeuwarden, een hotel met 82 kamers en een grand café. Herman neemt ook deel aan deze rondetafel namens de ondernemers van de stad, het Leeuwarder OndernemersFonds (LOF). LF2018 heeft veel extra omzet opgeleverd voor de Friese ondernemers. Jelle Dijkstra, lector Persoonlijk Leiderschap & Innovatiekracht bij NHL Stenden Hogeschool, leidde het gesprek.
heeft dat versterkt. Er is een voedingsbodem gecreëerd om het verder uit te bouwen. ‘Culturele hoofdstad zijn we tot in lengte van dagen. Kijk naar Liverpool, die waren in 2008 culturele hoofdstad van Europa. Zij hebben daar nu nog profijt van. Het is onderdeel van je imago. Dat kun je blijven benutten. Je hebt steeds een kapstok nodig om de mienskip-gedachte levend te houden. Het is de vraag of LF2028 daarvoor geschikt is. Dan staat alles misschien weer stil tot 2028 en moet in dat jaar alles weer gebeuren.’
PASSIE ZOEKEN
Bernard hoopt dat Fryslân blue zone een nieuw verbindend thema kan zijn. In de wereld zijn er vijf gebieden waar mensen heel gezond leven en waar re-
latief veel 100-plussers zijn. Jelle: ‘We zitten hier vlakbij twee gebieden, Roergebied en het Westen, die super ongezond zijn en waar veel mensen jong sterven. Fryslân kan dan een trekkersrol vervullen.’ Herman: ‘Daarom ook het vizier op Europa en niet alleen op de 650.000 inwoners hier.’ Bernard: ‘Dan kunnen we de passie benutten van wetenschappers van buiten Fryslân die hier graag naar toe komen om betekenisvol te zijn voor onze blue zone-ontwikkeling.’ Herman: ‘En ook de passie van mensen die vol emotie deelnemen aan het skûtsjesilen.’ Als je passie zoekt, moeten je je volgens Bernard vooral richten op jongeren. ‘Als je de jeugd wilt bereiken, zorg dan dat je invloedrijke personen vindt op sociale media zoals Doutzen en haar zus Rens. Laat hen de pareltjes opzoeken en hun mening daarover geven in hun blogs of vlogs. Dan heb je in één keer een bereik van meer dan 1 miljoen volgers.’
REGIEORGANISATIE
Op de foto zitten van links naar rechts Eddie Ferbeek, Nynke van der Vegt, Arjo Kamp, Douwe de Haan, Bernard Maarsingh, Herman Schreuders en Jelle Dijkstra.
20
www.uitgeverijpenn.nl
Als overheden initiatieven uit de mienskip willen steunen, dan heb je volgens Herman een regieorganisatie nodig die klein en slagvaardig is en los van de politiek opereert. ‘We zien nu dat de LF2018-organisatie uit elkaar is gevallen omdat mensen vertrokken zijn. Er had ook een nieuwe opdracht aan die organisatie gegeven kunnen worden. Dan hadden we de kennis en ervaring kunnen behouden voor Fryslân.’ Bernard vindt het prima dat een ge-
meente het voortouw neemt, maar er moet toch een organisatie zijn die zorgt voor het verbindend verhaal, de paraplu, de kapstok. Dat moeten volgens hem niet de ambtenaren doen.
BLOCKBUSTERS NODIG
Verbindingen worden sterker als we onze successen verspreiden in plaats van onze mislukkingen. ‘Wat zich gaandeweg ontwikkelt, ontwikkelt zich krachtig,’ aldus Douwe. ‘Je organiseert activiteiten met de middelen die je tot je beschikking hebt. Onder druk wordt alles vloeibaar. Dan kan alles en als het dan lukt ontstaat vanzelf een positief gevoel.’ Als je het succes wilt vasthouden, moet je volgens Herman ook zorgen voor kwaliteit en continuïteit. ‘We zien nu dat het aantal bezoekers in Friesland een stuk minder is dan vorig jaar. We zien dat het Fries Museum op maandag weer gesloten is.’ Arjo: ‘Ik denk dat je niet moet onderschatten wat de invloed is geweest van het museum. Want het heeft een enorme aanzuigende werking gehad. Wij zagen de rijen vanuit ons kantoor.’ Nynke: ‘En ook de talen die werden gesproken in de stad. Het was echt een internationaal feest. Je werd er blij van. Dat is nu weg. Het is een stuk rustiger in de stad.’ Herman: ‘Kom maar weer met een Alma Tadema, een Rembrandt en Saskia, een Escher. Dat zijn enorme trekkers.’
Het Fries Straatfestival telde in 2018 maar liefst 120 voorstellingen, gratis toegankelijk voor het publiek. In januari 2019 kwam het verlossende bericht dat de Provinsje Fryslân het festival financieel blijft steunen, waardoor het ook in 2019 (het festival werd eind mei gehouden, red.) en 2020 kan blijven bestaan.
GROOT DENKEN
Ook door ondernemers worden veel goede initiatieven genomen. Herman: ‘Onlangs presenteerde iemand een plan van bijna €4,5 miljoen om een Fries paard bij de afsluitdijk neer te zetten en dat je dan in dat paard omhoog kunt klimmen en over de Wadden heen kunt kijken. Kom je Fryslân binnen en dan zie je dat paard.’ Nynke: ‘Je zou trots moeten zijn. Toch vinden mensen het zonde om geld hieraan te besteden. Omdat ze het verhaal erachter niet begrijpen.’ Herman: ‘Marketing van ons verhaal moet wel slim gebeuren. We zitten er niet op te wachten dat groepen Chinezen op elk moment van de dag op elke hoek van de straat foto’s maken en weer doorrijden.’ Arjo: ‘Als je groot moet denken, waarom organiseren we dit jaar dan niet opnieuw zoiets als de Stormruiter? Er is wel vraag naar.’ Herman heeft drie
Welcom to the Village is een van de vele festivals die Leeuwarden rijk is. De komende editie vindt plaats op 18, 19 en 20 juli aanstaande in de Groene Ster.WTTV is als enige Nederlandse festival door de European Festival Association geselecteerd als ‘EFFE Laureaat 2019-2020’: een nominatie voor een tweejaarlijkse Europese prijs voor festivals met een artistiek excellent programma en een sterke impact op lokale en regionale cultuursamenwerking.
jaar lang met kromme tenen de discussies gevolgd over de festivals in de stad. ‘Het economische belang van dat soort evenementen wordt gemakkelijk onder het tapijt geschoven. Festivals kosten geld en het is onduidelijk wat ze opleveren, dus schaffen we ze maar af. We moeten we dit soort evenementen blijven faciliteren omdat ze extra bezoekers opleveren en daarbij natuurlijk rekening houden met omwonenden, milieu en geluidsoverlast.’
Het is belangrijk dat in januari duidelijk is welke evenementen in Fryslân op de planning staan. En dat er ook maandoverzichten zijn. Nynke: ‘Nu zijn er teveel kanalen om te zoeken. Als ik een dagje uit wil gaan, dan kijk ik eerst wat er te doen is in de omgeving. Het zou mooi zijn als dat allemaal met elkaar verbonden is.’ Bernard: ‘Met augmented reality en een app, zodat je rondgeleid wordt met google maps.’
Fryslân Markant 2019-2
21
VERHALENKAMER DAM JAARSMA ODE AAN VERHALENVERZAMELAAR Stichting 100 jaar Dam Jaarsma eert de grootste verhalenverzamelaar die Nederland ooit gekend heeft. De Verhalenkamer in De Skoalle, Torenlaan 2 in Eastermar, is een ode aan hulppredikant Dam Jaarsma, schrijver van volksverhalen, journalistieke stukken, vertalingen, poëzie en toneel, en verzamelaar. Dam, voluit Adam Aukes Jaarsma (Eastermar 1914 - Drachten 1991), zoon van veehouder Auke Adams Jaarsma en Hinke Okkes Bosgra, kon vanwege de Tweede Wereldoorlog zijn studie theologie aan de Rijksuniversiteit Groningen niet voltooien. Hij werkte korte tijd als vrijzinnig-hervormde hulppredikant en godsdienstleraar in Delfzijl. Daarna keerde hij terug naar Eastermar.
100 JAAR
In 1963 ontving Jaarsma de zilveren erepenning van de Fryske Akademy, in 1989 de erepenning van de gemeente Tytsjerksteradiel. In 1954 won zijn gedicht ‘Allinne’ de voor het eerst uitgereikte Rely Jorrritsmaprijs. In het honderste geboortejaar van Jaarsma declameerde kunstschilder Gosse Koopman, bewoner van zijn geboortehuis, het gedicht. Ook werd een herinneringsplaquette onthuld op de zijgevel van het tot Dam Jaarsma Hûs omgedoopte geboortehuis. In Leeuwarden, Burgum, Drachten, Eastermar, ’t Heechsân en Amsterdam werden
De verhalenkamer aan de Torenlaan 2 in Eastermar.
22
www.uitgeverijpenn.nl
Herinneringsplaquette van Bianco del Mare, 59,5x33,5x8cm, uitvoering Bertus Onderwater (De Schreef).
exposities gewijd aan zijn leven, publicaties en deelverzamelingen en verscheen ‘Mearkes út ’e Wâlden, sprookjes verzameld door Dam Jaarsma’ (ook in Nederlands). Het is een kostelijke boek voor elke leeftijd, met moderne illustraties van Peter Boersma & Hilda Groenesteyn.
VERHALENWANDELING
De gids ‘Wandelroute Jaarsma’ staat online, met bij elke locatie een bijpassend spannend of grappig volksverhaal en achtergronden van vertellers en locaties. Hulppredikant Jaarsma was hartpatiënt maar doorkruiste Friesland fietsend, ook om volksverhalen, sages en sprookjes te verzamelen. Tussen 1965 en 1980 tekende hij er wel 16.867 op, de meeste in de Noordoostelijke Fryske Wâlden. Opdrachtgever was het Volkskundebureau in Amsterdam, sinds 1998 het Meertens Instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, bekend door ‘Het Bureau van Voskuil’. De unieke Dam Jaarsma wordt daarin opgevoerd als J.J. Damsma.
Gerhild van Rooij
Dam Jaarsma Hûs, E.M. Beimastrjitte 18, Eastermar Verhalenkamer, Torenlaan 2, Eastermar. Open op afspraak, Sieta Tolsma 06-57335269 www.eastermar.nl/verenigingen/ damjaarsma www.meertens.knaw.nl: Wandelroute met volksverhalen (ook Nederlands.pdf) www.verhalenbank.nl en www.douwekootstra.nl/verteller www.youtube.com: Fryslân DOK: 100 jier Dam Jaarsma DOUWE KOOTSTRA
Op verhalenbank.nl staan alle volksverhalen per thema, locatie, verteller of verzamelaar. Schrijver, verteller Douwe Kootstra brengt de volksverhalen van Jaarsma zeer beeldend en vertelt over de schuur en als rentenierswoning gebouwde familiehuis die uitpuilden van de verzamelingen met volkskunst, erfgoedvoorwerpen als breischedes, textiel, houten schooltassen, gereedschap, serviezen, antiquarische boeken, centsprenten, ansichtkaarten en ook kunst, meest tekeningen en schilderijen van Friese landschappen, dorps- of stadsgezichten waaronder van de expressionistische kunstenaarsgroep Yn ’e line. ‘Fryslân DOK: 100 jier Dam Jaarsma’ belicht Dams leven, het Friese landschap, en Jaarsma en Voskuil bij vertelster als Geeske Kobus-van der Zee. In de film en Verhalenkamer herleeft een voorbije tijd.
Mearkes út ’e Wâlden in het Fries en het Nederlands, van Utjouwerij Regaad. Hierin zijn door Jaarsma verzamelde sprookjes bijeen gebracht en van illustraties voorzien door Peter Boersma en Hilda Groenesteyn.
‘IT KOKELHÛS FAN JAN EN SJUT’ TERUG IN DE TIJD IN EARNEWÂLD ‘It Kokelhûs fan Jan en Sjut’ aan It Fliet in Earnewald is een nostalgisch museum in een boerderij die in 1777 door een veenbaas is gebouwd. Geen audiotours of bijschriften, hier vertellen gastvrouwen bezoekers nog dat Jan en Sjut van der Berg en hun negen kinderen in de jaren vijftig interieurs leefden. Jan stierf in 1952. In haar testament van 14 april 1955 liet Sjut zetten dat het haar wil en begeerte was dat haar huis en de goederen als museum in stand gehouden zouden worden in de toestand waarin deze zich bevonden. Vijf dagen later stierf ze.
Jan en Sjut aan het melkrijden. Foto: Gerhild van Rooij.
Gerhild van Rooij It Kokelhûs van Jan en Sjut, It fliet 16, Earnewâld www.kokelhûs.nl Open op afspraak, contact Baukje Bruinsma 06-13288548, contact@kokelhus.nl, In augustus elke woensdag open van 13 tot 17 uur Kijk voor extra activiteiten in augustus op de website.
Rondleiding in It Kokelhûs. Foto: Gerhild van Rooij.
WINKELTJE
Vanaf 1957 bestuurden vrijwilligers uit Earnewâld ‘haar’ museum voor de eigenaar, de Ottema Kingma Stichting. Tien jaar geleden is alles overgedragen aan de nieuwe Stichting It Kokelhûs fan Jan en Sjut. De entree leidt naar de kassa in het propvolle kruidenierswinkeltje dat Sjut dreef. Naast ouderwets snoepgoed zijn er producten uit grootmoeders tijd te koop. Arbeiders die turf produceerden, moesten van de veenbaas hun boodschappen halen in datzelfde winkeltje.
TURFKUNST
rietsnijder en boerenarbeider. Daarom staan hier gereedschappen van verveners, rietsnijders, vissers, melkrijders en boeren. Kleurrijke figuren ontbreken niet. In de ‘Duivelkamer’ woonde tot 1903 potschipper en kruidenzoeker Cornelis Frederik (Freark Durk) Helffrich, bijnaam ‘Duvel fan Earnewâld’.
MATTEN VAN KOKELS
Ook in de voor- of pronkkamer is van alles te zien, naast tegelwanden en een tegeltableau, meubels, textiel, snuisterijen ook gebruiksvoorwerpen. Bijvoorbeeld kandijknijpers waarmee je een luxe brokje kandij afbrak om thee of pap te zoeten. Er staan ook foto’s, waaronder een van Sjut. Ze vlecht kokels (biezen) tot een band, zoals naast de schoorsteenmantel. Onder de bolpoottafel en knopstoelen met biezen zitting ligt de beroemde Earnewâldster mat van kokels.
Naast turf om te stoken, is er een unieke collectie puntgave turfvolkskunst in de vitrines in de Jan Weimakamer. Deze voormalige veestal eert de in 1943 overleden potschipper Jan Weima uit Oudega. Hij sneed met een eenvoudig mesje uit lange turven reliëfs met Bijbelse taferelen en maakte snijwerken uit been. In dezelfde kamer is een expositie over de excentrieke buurman van Jan en Sjut, Pieter Tibbesma (19102001) te zien.
DUIVELKAMER
Sjut vlecht kokels tot een band. Foto: Museum It Kokelhûs.
Jan en Sjut waren melkrijders of melkventers. Een scheerschaal en het kappersgereedschap herinneren eraan dat Jan scheerbaas was. Daarnaast was hij
Turfsnijkunst van Jan Weima, ‘Abraham zal zijn zoon Izak offeren’, Genesis 22:11b . Foto: Gerhild van Rooij.
Fryslân Markant 2019-2
23
BESTEMMING BEREIKT SCHILDER GOSSE KOOPMANS
Gerhild van Rooij
De Friese schilder Gosse Koopmans is bekend van landschappen, groepsscènes, terrasjes, interieurs stillevens en portretten. Zijn heldere wateren luchtpartijen blijven in elke weersgesteldheid beweeglijk, schaatsers schieten over ijs en rond boerderijen of huizen lijken bomen te ruizen. Hij werkt graag op locatie en legt evenementen en landschappen dan ter plekke vast. Museum Belvedère toonde zijn monumentale Atelierinterieur Eastermar, waar elk voorwerp doorleefd is en een verhaal heeft. In het Museumcafé voltooide hij een panorama van het uitzicht en publiek binnen. In 2018 viel in ‘Oase Oranjewoud (2018)’ zijn indrukwekkende 36 oliepasteltekeningen grote ‘Panorama Rode beuk, Overtuin Oranjewoud’ op, waarin hij met perspectieven speelde. Zijn kleurrijke werk leeft.
KLAAS KOOPMANS
Gosse Koopmans (1957) is in Garyp geboren en als zoon van Yn ’e line schilder en verver (huisschilder) Klaas Koopmans opgegroeid met verf en kunst. De vrouw van Gosse, astrocoach, vrouwencoach, sieradenmaker en lijstenmaker Sharon Van Beek-Koopmans (1968), werd in Bramsche (Duitsland) geboren, groeide op in Limburg en woonde in Wijk bij Duurstede en Zeist. Het paar woonde in Arnhem toen ze astrologe Aleida Arps raadpleegden, die het gebied dat Gosse’s vader inspireerde ideaal noemde. Gosse en Sharon verhuisden naar Eastermar en betrokken in 2001 het Dam Jaarsma Hûs. Dam en Klaas waren vrienden.
GALERIE KOOPMANS
Fryslân, met zijn gevarieerde natuur en vergezichten inspireerde Gosse enorm. Daarvan getuigen vele schilderijen en
24
www.uitgeverijpenn.nl
Sharon Koopmans met door haarzelf ontworpen sieraden en tas, naast Gosse Koopmans bij zijn Artist on the Road-bus. . Foto: Gerhild van Rooij.
tekeningen, al of niet in opdracht gemaakt. Maart 2019 trokken Gosse en Sharon naar Groningen, maar Galerie Koopmans in Earnewâld, van zus Anje Koopmans, blijft dé galerie voor zijn werk. In deze fijne ruimte (boven de ambachtelijke Meubelmakerij Wester) vormen de olieverfschilderijen en pastels van Gosse, bronzen van Hans Jouta, acrylschilderijen van Janneke Hengst, fotografie van Maartje Roos en keramiek van Koos Zwiers de Simmertentoonstelling Dream.
vlag en wimpel slaagde als lijstenmaker en telefoongesprekken voert, klanten ontvangt en luide machines bedient om van ruw hout authentieke unica lijsten te maken. Ze hebben geen bevingen gevoeld, Warfhuizen ligt op de rand van het gebied. Al wacht Jack op een vergoeding voor ontstane scheuren, Gosse is niet bang dat hun pand instort.
NOU NÓG MOOIER
Via Funda vond Sharon in Warfhuizen de oorspronkelijke smederij waarin later een snackbar, biljartzaal, hoerentent en café gehuisvest waren. De eigenaren Jack en Christianne Putting vestigden in het gestripte pand hun galerie en nationaal bekende authentieke lijstenmakerij Nou Nòg Mooier. Gosse en Sharon wonnen begin 2018 een bedrag in de Postcodeloterij en moesten binnen een half jaar verhuizen. Ze konden met het bedrag het pand inclusief galerie, kunstwinkel en lijstenmakerij Nou Nòg Mooier overnemen. Meester galerielijstenmaker Jack heeft ze opgeleid. Gosse wijst trots naar Sharon, die met
Portretschets uit zijn studietijd aan Minerva. Foto: Gerhild van Rooij.
Ús-keamer (Eastermar), oliepastel, papier samengesteld in acht panelen, Gosse Koopmans.
Palet van Gosse Koopmans. Foto: Gerhild van Rooij.
SENSATIONEEL ANDERS
Schildertochtjes uit Arnhem naar Elst bij Nijmegen vond Gosse minder mooi dan door Fryslân of Het Hogeland dat voor zijn atelier ligt. Hij zag dit gebied al op tochtjes met zijn vader, die er als er schilder affiniteit mee had. Gosse heeft zijn bestemming bereikt. Hij vindt het hier ‘sensationeel anders’ en omarmt het romantische Abelstok (bos), de vaart, kanalen en kronkelpaden, waar de karakteristieke historie redelijk in tact bleef. Hij hoort verhalen over het vroegere standsverschil, de drie gangen waardoor personeel onzichtbaar bleef, stenen die uit het land gehaald worden voor het inzaaien, hagel die haver en meer gewassen beschadigt. Landbouw verschilt van veebouw zoals in Garyp.
BANKETBAKKER
Rond zijn zevende levensjaar kwam Gosse uit school met een tekening aanzetten. Beppe Gerbrich Koopmans-Wesselius zei: ‘Moatst mar itselde dwaan as heit’, kunstschilder worden. Als kind moest hij zijn vader helpen: ‘Het afschuwelijkste was plinten schuren, die stofboel wens je je vijand niet toe. Van de lucht van trapleu-
Warfhuizen, interieur ‘Nou nog mooier’, oliepastel, samengesteld, Gosse Koopmans, (te zien in Galerie Koopmans in Earnewâld).
ningen in de lak zetten, heb ik een dag in bed gelegen. Dat zou nu niet meer mogen.’ In moeders familie waren bakkers, daar werd nooit over gesproken. Werken bij brood- en banketbakker K eimpe van de Berg in Burgum, vond Gosse mooi. Het begint met een zak meel, drie uur later ligt er prachtig brood. Gosse bleek echter allergisch voor kaneel en meel en stopte toen hij kunstschilder was.
TOCH MINERVA
Gosse combineerde het bakkerswerk met twee jaar wekelijks twee dagen in Zwolle de opleiding tot derdegraads tekendocent volgen. Toen een FRAMbus zijn Dafje verpulverde op het kleine stukje na waarin hij zat, kon hij het examen niet goed afleggen. Hij mocht op basis van zijn werk wel toelatingsexamen doen voor Academie Minerva in Groningen. Werkend als bakker voltooide hij de tekenopleiding en de academie. Gosse bewaart nog portretschetsen van Hans Heeren en Geurt van Dijk (leraren op Minerva Academie). Andere docenten waren Matthijs Röling, Martin Hendriks, Jouke Wouda, Piet Pijn. Van Martin Tissing leerde hij zijdelings. Les krijgen gaat om inspiratie.
zinkwit. Hij houdt niet van naargeestig: ‘Schilderkunst moet troost en blijdschap geven, een optimistische basis hebben. Ook wrede films kunnen een positieve universele boodschap brengen, in plaats van melodramatisch geweld te verheerlijken. Erwin Olaf zei bijvoorbeeld in Zomergasten dat het na zijn onrustbarende foto’s tijd was voor optimistisch werk.’ Werk van Gosse Koopmans biedt grootse ruimte, besloten sfeer en vaart. De energie in zijn werk is ideaal om op te laden, mensen worden blij van zijn kunst.
OPTIMISTISCHE BASIS
Kleuren mengen ontwikkel je zelf. Gosse gebruikt de paletindeling van zijn vader: kobaltblauw, ultramarijn blauw, emeraldgroen, kraplak rood donker, gebrande omber, rauwe omber, rauwe sienna, gele oker, wat cadmium donker, cadmium geel licht, beetje citroengeel, vermiljoen en geen giftig loodwit, maar
www.Nounogmooier.nl atelier, lijstenmakerij, galerie, Warfhuizen www.galeriekoopmans.nl, Simmerútstalling 23 juny8 septimber 2019, Earnewâld
Fryslân Markant 2019-2
25
BESTE KUNSTLIEFHEBBERS! Simmerútstalling Galerie Koopmans 23-6-2019 t/m 8-9-2019
Koos Zwiers, keramiek
Voorzijde: Maartje Roos, fotografie
Voorzijde: Maartje Roos, fotografie
Janneke Hengst, acryl
Dream Gosse Koopmans olieverf/pastel | Hans Jouta brons | Janneke Hengst acryl | Maartje Roos fotografie | Koos Zwiers keramiek
ag en zondag spraak
Maartje Roos fotografie
U bent van harte uitgenodigd voor de simmerútstalling ‘Dream’ van Galerie Koopmans. Met medewerking van; Gosse Koopmans (olieverf/pastel), Hans Jouta (brons), Janneke Hengst (acryl), Maartje Roos (fotografie), Koos Zwiers (keramiek). In de simmerútstalling van Galerie Koos Zwiers, keramiek Koopmans komen de gedroomde werkelijkheden van kunstenaars tot leven. Opdat wij de droom van schoonheid niet verliezen. De rijkdom aan kleuren, beelden en vormen zullen u in deze tentoonstelling weer verrassen. Maartje Roos heeft haar werk - waar ze vorig jaar mee begon voor het project Ljochtstill - vervolmaakt en toont graag aan u Eartiids, Earnewâld, 100 jaar geleden.
Hans Jouta, brons
Gosse Koopmans, olieverf
Galerie Koopmans
Gosse Koopmans zijn droom is in Tegelijkertijd kunt u ook een kijkje nevervulling gegaan: een nieuw begin met men in de lijstenmakerij van Sharon De Stripe 14 Telefoon: 0511 539 235 / 06 53 72 77 93 Openingstijden: vrijdag, zaterdag en zondag 9264 TW Earnewâld in (Eernewoude) www.galeriekoopmans.nl van 14.00 tot 17.00 uur en op afspraak een eigen zaak in Warfhuizen het on-Website:Koopmansvan Beek. gerepte Groninger landschap. Hans Jouta zijn prachtige vogels Voor meer informatie kunt u terecht op doen de herinnering aan een vogelrijk www.galeriekoopmans.nl en www.nouKoos Zwiers, keramiek landschap herleven. nogmooier.nl Janneke Hengst toont de mooiste plekken van Fryslân. Galerie Koopmans is open op vrijdag, Koos Zwiers exposeert keramiek met zaterdag en zondagmiddag van 14.00 een verhaal, geïnspireerd op verhalen – 17.00 uur. en beelden uit Afrika. Bent u gericht op zoek en kunt u niet De expositie duurt t/m 8 september tijdens openingsuren, maakt u dan gezodat u ruimschoots de Hengst, gelegenheid rust een afspraak. Janneke acryl krijgt om het mooie werk te bezichtigen. Graach oant sjen. Waarschijnlijk heeft u al meegekre- Hindrik en Anje, Gosse en Sharon Hans Jouta, brons gen dat Gosse Koopmans is verhuisd naar Warfhuizen. Gosse zijn panoraGalerie Koopmans ma’s, landschappen, vroeger werk etc. is ook in zijn galerie en lijstenmakerij ‘Nou nog mooier’ te bezichtigen.
De Stripe 14 9264 TW Earnewâld (Eernewoud
Hans Jouta, brons
Gosse Koopmans, olieverf
Galerie pmans
De Stripe 14 9264 TW Earnewâld (Eernewoude)
26
www.uitgeverijpenn.nl
Telefoon: 0511 539 235 / 06 53 72 77 93 Website: www.galeriekoopmans.nl
Openingstijden: vrijdag, zaterdag en zondag van 14.00 tot 17.00 uur en op afspraak
GASVRIJ: KLIMAAT BLIJ? KEUZESTRESS: VIJFTIG TINTEN GROEN
Tekst: Cindy Postma
Scholieren vroegen op 7 februari 2019 in een landelijke staking aandacht voor het milieu. Foto: Pink!
CO2-uitstoot lijkt tegenwoor- meer voor mogelijk is. Je kunt het niet dig de maatstaaf voor het wel negeren en iedereen zal de effecten of niet goed bezig zijn. Je huis van deze beweging merken. De beweging waarin we mee moeten naar duurmoet zo neutraal mogelijk zijn, zamere oplossingen om onze welvaartje bedrijf, auto, en vergeet de standaard op niveau te houden. Want levensstijl niet. Welke voetprint dat is waar het om draait. We willen in auto’s kunnen blijven rijheb jij? Hoeveel belast jouw den, er in de winter warmpjes bij zitten levensstijl het milieu? Het kli- en ruime keuze hebben in de supermaatakkoord van Parijs heeft markt, en dat alles natuurlijk voor de een maatschappelijke discus- laagst mogelijke prijs. sie opgeleverd waardoor we alKLIMAATDRUK len bewuster zijn gemaakt van Het klimaatakkoord van Parijs in 2015 de effecten van onze keuzes heeft er voor gezorgd dat alle onderteop het klimaat en de gevolgen kenaars zich committeren aan de eisen omtrent de verlaging van CO2-uitvoor de komende generaties. Demonstrerende kinderen in heel Europa, die eisen dat de volwassenen van nu hun generatie niet met een probleem opzadelen waar geen oplossing
stoot. Houdt een land zich hier niet aan dan heeft dit financiële consequenties. Nederland heeft afgelopen jaar voor zichzelf een klimaatdoelstelling geschreven waarmee het de doelstellin-
gen van Parijs denkt te gaan halen. Het is een systeem dat helpend zou moeten zijn om ons land op lange termijn duurzaam en welvarend te laten functioneren. Prima plan! Het heeft alleen een nadeel: een einddatum en een straf als je de doelstelling niet op tijd haalt. Wat een motivatie moet zijn om verandering te omarmen wordt nu een drukmiddel waarin iedereen mee moet. Het systeem wordt leidend en de hoge heren zijn bezig met meten en rekenen om te kijken of we de doelstellingen wel halen. Het gezonde en creatieve verstand parkeren we voor later en we zetten druk, druk en nog meer druk. Vooral op de gewone man. Beloftes van stijgende energieprijzen, verbod op vervuilende auto’s, ecotax en verplichte verduurzaming van woningen zijn een greep uit de recente media.
Fryslân Markant 2019-2
27
WAT IS GOED?
Je weet niet meer waar je moet beginnen als je het nieuws een beetje volgt. Wat is goed? Komt Shell met een oplossing voor je schuldgevoel door je 1 cent extra te laten betalen aan de pomp per liter, komt er meteen een criticus om je te laten zien dat het een wassen neus is. Denk je het goed te doen door een elektrische auto te kopen, blijkt de actieradius welke door de fabriek is opgegeven lang niet gehaald te worden. Tot overmaat van ramp komt dan het Zweedse onderzoeksbureau IVL nog met een rapport waaruit blijkt dat de productie van de accu’s voor elektrische auto’s zo vervuilend is, dat pas na gemiddeld acht jaar een elektrische auto minder CO2-uitstoot dan een auto op fossiele brandstof.
OVERGANGSFASE
TNO werpt een nuchtere blik op de zaak en verklaart dat het nu inderdaad nog een dure en belastende industrie is, maar dat de ontwikkelingen heel hard gaan en de innovaties steeds duurzamer worden. Ze wijzen er ook terecht op dat als de productie omhoog gaat, de stukprijs juist afneemt. Het is dus een overgangsfase waar we in zitten en dat zal niet direct zorgen voor een keldering van CO2-uitstoot, maar wel helpen bij de velaging en het halen van de doelstellingen op langere termijn.
Energie opgewekt door windmolens en zonneparken wordt als 100% groen aangemerkt.
GROEN EN GRIJS
Wat betekend dit voor de bewoners van CO2-neutrale huizen? Kun je nu rustig achterover zitten en genieten van de gedachte je steentje te hebben bijgedragen en verantwoord bezig te zijn? Ir. R. de Brouwer, lid van het duurzame netwerk ‘De Nieuwe Aanpak (DNA) in de bouw’ laat er zijn licht over schijnen in een artikel over de duurzaamheid van warmtepompen op Duurzaamnieuws. nl. Wat hij in dit artikel schetst is zeer ontnuchterend. Je kunt wel door middel van aardwarmte je huis verwarmen, maar de stroom die hiervoor nodig is, moet ook ergens opgewekt worden. Een warmtepomp aandrijven met ‘grijze stroom’ scheelt slechts 2,3% in CO2-uitstoot ten opzichte van een door aardgas gestookte HR-ketel. De winst behaal je dus door ook te kijken naar de herkomst van je stroom. Gebruik je groene stroom, dan draag je echt bij tot de verlaging van de mondiale CO2-uitstoot.
28
www.uitgeverijpenn.nl
Ook een elektrische auto blijkt op dit moment nog niet het ei van Columbus. De productie van accu’s is een zware belasting voor het milieu en door de relatief kleine actieradius is het gebruiksgemak ook nog niet optimaal.
Met Biomassa wordt het opwekken van energie uit restproducten bedoeld. Zo wordt iets dat oorspronkelijk zou worden aangemerkt als afval, ineens een bruikbare energiebron.Toch is het niet allemaal goud wat er blinkt, want bijvoorbeeld houtsnippers zouden ook nog op andere vlakken kunnen worden ingezet en dan misschien wel meer restwaarde hebben.
Een groencertificaat, zoals dat aan bedrijven wordt verstrek door CertiQ, levert een Garantie van Oorsprong, waarmee officieel is vastgesteld dat de geleverde energie 100% groen is.
IS GROEN GROEN?
Rijst de volgende vraag: wanneer is groene stroom echt groen? Er zijn immers ook gevallen bekend dat gezegd werd groene stroom te leveren en na onderzoek bleek dat dit niet juist was. Om zekerheid te hebben dat jouw groene stroom ook echt groen is, kwam de Europese Unie met een keurmerk: Garantie, van Oorsprong (GvO). Een certificeringsorganisatie geeft voor alle duurzaam opgewekte stroom een certificaat uit met een garantie van oorsprong. In Nederland is dit CertiQ. De Autoriteit Consument & Markt houdt hier weer toezicht op. De consumentenbond heeft de uitgangspunten voor groene stroom beschreven, zodat je duidelijkheid krijgt als consument hoe jouw energie beoordeeld wordt. Hiervan zijn de belangrijkste punten dat Windmolens en Zonne-energie als 100% groen aangemerkt zijn. Voorwaarde voor duurzame energie is dat de bron onuitputtelijk is en dat het geen schade brengt aan het ecosysteem.
Waterkracht is ook een bespreekpuntje. Kleinschalig is dit 100% duurzaam. Grootschalig is het echter schadelijk voor het ecosysteem dus ook bij deze manier van opwekken staat een kanttekening. Dan is er nog het hoofdstuk kernenergie. Niemand zal beweren dat dit groene stroom is, maar het heeft wel een hele lage CO2-uitstoot. Het levert heel veel energie op en je hebt er relatief weinig ruimte voor nodig. Grootste probleem is het radioactieve afval en het feit dat uranium geen onuitputtelijke bron is. Afschrijven is echter te gemakkelijk en er zijn volop onderzoeken bezig met een andere grondstof dan uranium. Een combinatie van groene stroom en verduurzaamde kernenergie als alternatief voor kolen en aardgas is een realistisch scenario om in de (nabije) toekomst de wereld, en dus ook Nederland, van voldoende stroom te voorzien.
traal huis woont, hier heb je invloed op door een bewuste keuze te maken qua energieleverancier en type stroom. De Consumentenbond, Greenpeace, Natuur & Milieu en WISE hebben de energieleveranciers met elkaar vergeleken en geven via ‘De Groenste Energieleveranciers’ aan hoe duurzaam de bedrijven zijn in de productie van hun stroomaanbod. Via een platform als de ‘Energievergelijker’ kun je als gebruiker makkelijk inzichtelijk krijgen welke combinatie het beste bij jou past qua prijs/duurzaamheid. Het klimaatakkoord heeft de burger zelf mede verantwoordelijk gemaakt voor de uitstoot van CO2 en het voortbestaan van de natuur zoals wij deze kennen. Consumenten zijn niet alleen gebruikers, maar ambassadeurs voor hun keuze geworden. Je moet het kunnen uitleggen, desnoods aan demonstrerende kinderen.
KIES BEWUST
Dit artikel is het derde in een serie van Cindy Postma over gasvrij wonen. In ja nuari 2019 verscheen ‘Gasvrij, wat doe jij’ en in mei van dit jaar publiceerden we ‘Gasvrij, bevalt het mij’.
Er valt voor de consument dus al heel veel winst te halen door kritisch te kijken naar de herkomst van je stroom. Of je nu wel of niet in een klimaatneu-
TOCH KERNENERGIE?
Voor Biomassa is het net iets anders. De vraag die er toe doet is bijvoorbeeld of de producten niet op een andere wijze hergebruikt zouden kunnen worden en hierdoor meer restwaarde hebben. Denk daarbij bijvoorbeeld aan hout.
De waterkrachtcentrale in de Maas bij Alphen heeft een capaciteit van 14 megawatt en voorziet 15.000 huishoudens van elektriciteit.
Fryslân Markant 2019-2
29
MASSA’S HOUT NAAR SCHELPDIER VEROORZAAKTE RAMPEN Anne Carline Munniks uit Leeuwarden is eindelijk tevreden. Na lang en uitgebreid onderzoek legde ze een bijna vergeten geschiedenis bloot: die van onze zeewering met palen. Ooit werden daarvoor miljoenen stammen uit Scandinavische en Baltische landen gehaald. Nu ligt overal basalt en beton. Anne Carline Munniks schreef een studieus hoofdstuk voor deel 2 van de serie Van Schroot naar Vloot. Dat verschijnt dit najaar. Zij verdiepte zich daartoe in de houtvaart, die bijna vijf eeuwen bloeide. Bijna leek, midden in het tijdvak 1450-1950, de traditie van zeewering met houten palen abrupt te worden afgebroken. In 1730 werd van Yerseke tot Harlingen alarm geslagen. Massieve palen van dertig tot veertig centimeter knapten als de spreekwoordelijke luciferhoutjes af na één stormige vloedgolf. Dikke ‘wormen’ met scherpe schelpen hadden zich er naar binnen gevreten. Ze woonden in lange gangen, waaruit ze het hout hadden verteerd en de wanden met kalk aangesmeerd om veilig in te verblijven. Ineens was er een plaag, die de hele kust van de Lage Landen bedreigde. Want overal stonden de palenschermen, samen wel een kleine duizend kilometer, 3 tot 4 miljoen palen van elk acht meter lengte, metend. In onze streken werd vooral het traject Workum-Lemmer ernstig aangetast. Het hele land was in 1731 in rep en roer. Vrome dominees legden een relatie met sodomie (homosexualiteit) en andere zondige praktijken. In bidstonden werd de gunst van de Schepper afgesmeekt om een einde te maken aan de grote straf. Verlichte regenten in waterschappen schreven ondertussen prijsvragen met hoge beloningen uit om bij geleerde publicisten een oplossing te vinden. Charlatans kwamen echter
30
www.uitgeverijpenn.nl
Stoere mannen bundelen in de Harlinger Zuiderhaven zware, gladde stammen uit Scandinavische en Baltische landen tot vlotten. Dit was specialistisch en gevaarlijk werk.Vlotten konden vervolgens versleept worden naar de onderkant van de toenmalige Zuiderzee. Foto uit 1876, in het Prentenkabinet van het Fries Museum.
met geheime middeltjes, die nog sneller werden verworpen dan dat ze waren ingestuurd. Serieuzere onderzoekers lieten door smeden langs de dijken duizenden dikke spijkers smeden die een roestende laag op de palen vormden. Of ze bepleitten impregneren met kokende pek en hete teer. Maar niks hielp. Totdat het zoutgehalte van de Zuiderzee weer steeg doordat er minder regenwater uit de IJssel, de Tsjonger, de Linde, de Ie en tientallen andere wateren in vloeide. Dat kwam doordat de temperatuur na een kleine korte tijd van opwarming in 1740 weer wat daalde. Daardoor werd het water ook minder aantrekkelijk voor de Teredo Navalis, zoals de wetenschappelijke benaming luidt.
HOUT IN ZEEWERING
In de Friese oertijd, toen terpen werden opgeworpen als het zeewater bij storm het bewoonde land bedreigde, bestond er eeuwenlang weinig verschil tussen
binnen- en buitenwater. Het was rond onze kusten allemaal even brak, tenzij het rechtstreeks uit de hemel werd opgevangen. Al in de Romeinse tijd, voor het begin van onze jaartelling, zullen bewoners hier en daar wel natuurlijk materiaal hebben gebruikt om met dijkjes akkers en woonsteden tegen watervloeden te beschermen. Maar dat was zo uitzonderlijk dat er nu nog over wordt geschreven. Hele dijksystemen met een stevige ondergrond van klei en daarop wier en zeegras kwamen er in de Friese landen veel later. Amateurhistoricus Jan Post heeft er veel werk van gemaakt om te ‘bewijzen’ dat die dijken niet ouder dan zo’n achthonderd jaar zijn geweest. Romantische nationalisten dateerden ze op minstens twee eeuwen ouder. Hoe het zij, pas rond 1500 werden zeeweringen gevormd door duizenden palen tegen elkaar in de grond te slaan en die met klampen of regels aan elkaar te verbinden. Elke paal was minstens een
FRIESE DIJKEN voet (32cm) breed, zodat er ruim drie op een meter pasten, dik drieduizend op een kilometer. In de strijd over de exacte datering begeeft Annelien Munniks zich niet. Zij verdiepte zich vorig jaar in de houtvaart, toen daartoe in IJlst een Kulturele Hoofdstad-spektakel werd opgevoerd rond houtzaagmolen De Rat en een nieuw geopend houtmuseum. Daarvoor werd een vlot helemaal vanuit Dokkum via Leeuwarden, Grou en Sneek naar IJlst gevaren. Bij de studie naar de houtvaart kwam ze onder de indruk van de enorme hoeveelheden hout die uit noordelijker gebieden naar onze streken zijn verscheept. Dat moet, met dat vergankelijke materiaal, een imposant bedrijf zijn geweest. Inderdaad, voor Noren is de periode 1550-1750 dankzij de Nederlandse houthonger bekend geworden en gebleven als ‘Dutch Era’. In het Zuid-Noorse Flekkefjord herinnert een wijk met schattige oud-Hollandse huisjes nog aan die houthandel. Van hout werd van alles gemaakt. In de steden mocht het voor de woningbouw niet meer gebruikt worden na een paar rampzalige branden in de vijftiende en zestiende eeuw. Maar de scheepsbouw kon er tot in de tweede helft van de negentiende eeuw niet zonder. En de zeeweringen werden ervan opgetrokken: dubbele of driedubbele palenrijen, beschermd met stenen en voortdurend aangeplempte wiermassa’s. Plaatselijk, zoals op Schokland, werden soms de wonderlijkste constructies toegepast om het water buiten de dijk te houden. De stenen kwamen vooral in gebruik in de jaren 1730-’40, toen de paalworm huishield. Aanvankelijk werden ze voor, tussen en achter de palenschermen gestort om de houtmassa’s wat stevigheid te geven. De steenslag, vooral basalt, zou uiteindelijk de slag om de zeedijken winnen. Maar nog steeds zien we op oude foto’s als van de Harlinger haven en de Wargaaster walbeschoeiing, hoe intensief de toepassing van hout langs de waterkant tot in de twintigste eeuw was. Pas met de aanleg van de
HEIEN MET DE HAND
Af en toe wordt er nog een paal op antieke wijze in de grond gedreven. Maar de meeste heipalen zijn momenteel van gewapend beton. Dat er hout onder oude fundamenten zit, beseffen we pas als door daling van de waterstand de koppen gaan rotten en bouwwerken verzakken. In Echten heeft dat nog een tijdje tot enige paniek geleid omdat Klaas Trampé daar met lotgenoten in actie kwam. En tegenwoordig schrijven ze er nog wel eens over in discussies over de toekomst van het Friese veenweidegebied. Als we dieper blijven ontwateren, gaat ook de oude bebouwing eraan, is de stelling. Annelien Munniks heeft kostelijke voorbeelden van de ouderwetse heimethoden blootgelegd. Sterke mannen trokken aan touwen een blok tot bovenin de driepoot (of een ingewikkelder constructie) om die met een zware plof op een secuur geplaatste paal te laten vallen. Dat vroeg ritme en een goede regie, en dus hoorden daar (vaak wat ondeugende) liedjes bij. ‘Daar staat-ie dan, die ferme paal. Trek het touw met sterke haal. Gooi het blok maar op zijn kop. Hop.’ Bij hop moesten de mannen het touw tegelijk vieren. Dat ging zo de hele dag door, van ’s ochtends zes tot ’s avonds acht uur Van Amsterdam wordt gezegd dat alle grote gebouwen, waaronder het Paleis op de Dam (het vroegere gemeentehuis) op duizenden stammen zijn gebouwd. Maar dit gold voor alle steden op drassige grond. Alleen op hard zand immers kon men zonder passende fundering bouwen. Af en toe ziet men nog wel eens zo’n ouderwetse hei-installatie in werking. De ‘jongens van Veenema’ bijvoorbeeld hadden daar in mei 2019 Heibedrijf Gerbrandy uit Wommels voor ingehuurd om zogenaamd met mankracht de eerste paal van een nieuw tankstation aan de Lorentzstraat in Sneek de grond in te drijven. Dat er vlakbij al tientallen betonnen palen waren geheid, mocht de pret niet drukken. Gerbrandy heeft zijn moderne heibedrijf overigens overgedaan aan Hoekstra in Lemmer.
Heistellingen en paalwerken in het toenmalige Harlingen werden in 1896 gefotografeerd door W. Gnodde. Afgebeeld is de aansluiting van het Noorderhoofd aan de zeewering. De foto maakt deel uit van het prentenkabinet van het Fries Museum.
Fryslân Markant 2019-2
31
32
www.uitgeverijpenn.nl
Afsluitdijk in de jaren 1927-1932 werden geen paalwerken meer gebruikt maar gevlochten zinkstukken (matten) met daarop massa’s stenen.
STAMMEN UIT HET NOORDEN
De palen kwamen dus voornamelijk uit noordelijker streken. De voorraad inlands hout was in grote delen van West-Europa na 1500 veel te klein geworden om alle bouwactiviteiten in dit hoogontwikkelde gebied mogelijk te maken. Veel bossen werden ook opgeruimd voor de ontwikkeling van de landbouw. Vaak hadden eerst rondzwervende varkens al het voorwerk gedaan door alle eikels op te vreten en daarna de spruiten af te knabbelen. Om de dertig of veertig jaar kon je hier echt niet meer enkele miljoenen stammen van eerst eiken en later grenen (grove den) kon oogsten. Ze kwamen met speciale schepen overzee. Vroeger waren dat houten schepen, fluiten, die op speciale wijze waren ingericht voor grote houttransporten. Ze hadden bijvoorbeeld luiken achterin waar stammen doorheen geschoven konden worden. In Duitsland werden stammen op bergen gekapt en gesnoeid, zodat ze via goten in beekjes naar rivieren werden geleid. Daar moesten ze onderaan de berg wel worden verwerkt om ernstige schade aan schepen en kunstwerken te voorkomen. Vanuit stapelplaatsen werden grote ladingen stammen met speciale, zeer lange en platte schepen naar havens vervoerd. Soms waren zulke vaartuigen uiterst simpel geconstrueerd, zodat ze bij aankomst in delen uiteengenomen konden worden om naar boven te worden vervoerd voor een volgende reis. Dit waren bijvoorbeeld de samoreuzen (ook wel keulenaars genoemd). Houthandelaren als Van Houten, Fontein, Stapert en Sleeswijk zijn er rijk door geworden. Bij elke stad stonden wel een paar houtmolens om van stammen planken en ‘wagenschotten’ te maken. Veel van die molens stonden aan de waterkant. De meeste stammen kwamen per schip. Maar er bestond ook een hele ‘vlottencultuur’, met vlotten die in havens waren gevormd en vervolgens met de stroom mee naar verre oorden dreven. Ze werden zelfs in de politiereglementen voor de binnenvaart genoemd.
Overal in het land waren walbeschoeiingen van hout. Ook daarin werden honderdduizenden palen verwerkt. Deze foto is in 1880 in Warga gemaakt. (Prentenkabinet Fries Museum).
VAN SCHROOT NAAR VLOOT 2
In november 2016 kwam het eerste deel uit van Van Schroot naar Vloot. Dit was verrassend snel uitverkocht, zodat in 2019 een bijgewerkte herdruk volgde. Want er was in drie jaar tijd nogal wat veranderd. Ondertussen werd redactioneel al aan deel 2 gewerkt. Karel F. Gildemacher schreef daarvoor een hoofdstuk over de ontwikkeling van de vaarwegen, Anne Carline Munniks komt met een hoofdstuk over de houtvaart. De redactie richt zich vooral op nog varende skûtsjes, pramen en vissersschepen. Dit deel 2 verschijnt voor 20 december 2019. Lezers van dit blad kunnen bij Uitgeverij PENN alvast intekenen voor de prijs van 25,-. Na verschijnen kost het boek van 278 pagina’s €29,-.
Fluitschip van de Lemster houthandelaar Sikke Sleeswijk. Het was in 1747, en linksonder is de aangetaste en met klei verstevigde zeewering bij Makkum te zien. Het tafereel is geschilderd door Dirk Jan Danser. Het tableau is ingemetseld in de keuken van verzekeraar Jaap Kuiper uit Heerenveen.
Fryslân Markant 2019-2
33
GAASTERLAND PLEISTOCEEN EILAND IN JONGE OMGEVING
Tekst en foto’s: Sake P. Roodbergen
Deel van het oude, beschermende palenscherm bij het kleine haventje tussen De Hege Gerzen en het uitzichtpunt op het Oudemirdumer Klif.
O lân fan wâlden, ikkers, greiden, Besletten tusken see en mar, Fan alle lannen hjir op ierde Hâld ik myn Gaasterlân foar kar. Zo uitte Fedde Schurer, Fries dichter, politicus en journalist, zijn liefde voor dit bijzondere deel van de provincie Fryslân. Schurer leefde van juli 1898 tot maart 1968. Hij groeide op in Lemmer en werd later onderwijzer aan de-
zelfde Lagere School in zijn woonplaats die hij in zijn jonge jaren bezocht. De gaasten waarnaar het gebied ooit werd genoemd, zijn de hoge ruggen die het gebied zijn aardkundige en floristische eigenheid verlenen. Ze bestaan uit in de IJstijden afgezette keileempakketten die in dikte variëren van vier tot zeven meter. De laatste ijstijd – de Saalien-periode – die voor deze situatie verantwoordelijk wordt gehouden eindigde zo’n tienduizend jaar geleden. Daarna werd in een guur en winderig klimaat het gebied bedekt met een dikke laag zand.
PAALSCHERMEN
Gezicht op steilrand met Meidoorn, Brem en Braam
34
www.uitgeverijpenn.nl
Wij staan op de hoogte bij het IJsselmeer dat uitzicht biedt op de eindeloze ‘zee’ aan de ene kant en het besloten land aan de andere. Wij bevinden ons letterlijk tussen Mar en Klif. De dichtstbij gelegen dorpen zijn Sondel en Oudemirdum. De historische naam Aldmardum is nog terug te vinden op de zogenoemde Pauwenkaart 1579-1595. De plek waar ik uitkijk over het water ligt meer dan vijf meter hoger dan het waterniveau van het IJsselmeer. In de tijd dat het meer nog Zuiderzee heette, vóór 1932, toen de Afsluitdijk gereed kwam, moest het land tegen stormen
worden beschermd. Zware eikenhouten palenrijen werden geslagen om afslag van de steilrand tegen te gaan. De allerlaatste resten van deze palissade-vormige landverdediging zijn recht voor ons nog te onderscheiden. Vooral bij de haventjes links en rechts zijn de schermresten opvallend.
VOGELLEVEN
Het water wordt wit gekleurd. Grote aantallen Knobbelzwanen dobberen vlak voor mij en zoeken voedsel. Bij noordelijke wind zoeken de vogels de luwte van het hoge land. Op de strekdammen tekenen zich donkere vogelsilhouetten af. Het zijn overzomerende
Grasklokje
Aalscholvers. Ook zij zijn hier in grote aantallen en het hele jaar door te zien. Zij vissen dikwijls gezamenlijk in enorme groepen op het IJsselmeer. ’s Winters zijn vanaf deze plek honderden Futen te zien die hier in het koude seizoen verblijven, samen met vele soorten eenden uit het hoge noorden. Hier en daar bevinden zich in het Gaasterlandse vogelkijkhutten die het mogelijk maken van nabij te genieten van het vogelleven. Een veel bezochte fraaie kijkhut is gebouwd op de Mokkebank, meer westelijk, tussen Mirns en Laaksum. Vanuit deze vogelhut is meestal ook de vaste groep van hoogpotige Flamingo’s waar te nemen, een merkwaardig mediterraan element dat zich in de laatste jaren in de buurt van de Steile Bank laat bewonderen.
SNIPPENVANGERS
De donkere gebieden in het land achter mij zijn stukken van de Gaasterlandse bossen. Staatsbosbeheer beplantte het gebied vanaf 1900 met bos. In het Rijsterbos bevindt zich nog altijd een open plek waar eertijds met de flouw Houtsnippen werden gevangen. De open ruimte werd met zorg gekozen, ingericht en onderhouden. De uit het noorden aankomende vogels kwamen in de herfst in Gaasterland eigenlijk in een fuik terecht. Voor hen uit een enorme, gevaarlijke watermassa; hun bestemming aan de overkant. Het gevolg was een stuwing van doortrekkende vogels, waaronder de Houtsnip, die door zijn smaak en postuur een gewilde jachtbuit vormde.
Uitzicht IJsselmeer met Knobbelzwanen en Grauwe ganzen
PLEISTOCEEN EILAND
De bijzonderheid van het gebied laat zich niet alleen aflezen aan de gesteldheid van de lieflijk heuvelende bodem -zo anders dan dat men in dit gewest gewend is- maar ook aan zijn flora. Onze provincie kent een viertal floradistricten. De situatie van de Gaasterlandse wilde planten is bijzonder. Het is op het eerste gezicht wat merkwaardig dat dit Friese gebied is ingedeeld bij het zogenoemde Gelders district. Dat geldt ook voor de noordpunt van het voormalige eiland Wieringen en de Hoge Berg op Texel. Floristen zeggen: Gaasterland is een ‘pleistoceen eiland’; een ‘oud’ gebied in een veel jongere omgeving van veen en beekklei, die worden aangeduid met de term holoceen. Een aardige vertegenwoordiger zien we al meteen in de berm van het weggetje waar het parkeerterreintje aan ligt: daar staat het Grasklokje (Campanula rotundifolia=rondbladig) in bloei, een sierlijke plant die de Friese naam Blauklokje draagt. Een tweede voorbeeld is het Zandblauwtje (Jasione montana=berg), die in het Fries Blauknopke is gedoopt. In deze groep voelt ook de wilde
Peen (Daucus carota) zich goed thuis. Deze schermbloemige wilde plant is bij uitstek aantrekkelijk voor de meest fraaie dagvlinder die we in ons land kennen, de Koninginnenpage. De geelbloeiende Brem is een houtige, struikvormende vertegenwoordiger van deze plantengemeenschap. In de steile rand bij het klif is het in mei een beeldbepalende struik. Kennis van deze wat merkwaardige vegetatie is voor de geïnteresseerde bezoeker een extra sleutel voor de geheimen van de Friese wereld van de gaasten.
Libellen/vlinder (koninginnenpage)
Fryslân Markant 2019-2
35
Cafe de Kroon • Jousterkade 10 • 8601 BN Sneek 0515 423 165 • www.cafedekroonsneek.nl
Ottenhome Heeg
Draei 3 • 8621 CZ Heeg 0515-442898 info@ottenhomeheeg.nl www.ottenhomeheeg.nl
Skûtsjemuseum Earnewâld Luister naar de verhalen, kijk ook even bij de smid of ga aan boord van de Aebelina
www.aebelina.frl / www.skutsjemuseum.frl
Open van 27 april t/m 29 september 2019 op zaterdag en zondag van 13.00 - 17.00 uur. Iedere dinsdagmorgen tussen 10 - 12 uur. In juli en augustus dagelijks van 13.00 - 17.00 uur behalve op maandag. Voor groepen (minimaal 10 personen) het gehele jaar geopend, zowel ‘s morgens, ‘s middags als ‘s avonds, alleen op afspraak.
Skûtsjemuseum - De Stripe 12 9264 TW Earnewâld - 06-16933805 36
www.uitgeverijpenn.nl
BOUWVAK = SKÛTSJESILEN! WIE WORDEN DE KAMPIOENEN VAN 2019? Het is zomer en met de bouwvak in aantocht staan ook de twee grote kampioenschappen van het skûtsjesilen voor de deur. In totaal maken maar liefst 79 skûtsjes zich klaar voor de belangrijkste weken van het jaar, de titelstrijd van de SKS en de IFKS. De veertien matadoren van de SKS starten hun veertiendaagse veldtocht in Grou, op zaterdag 27 juli. Traditiegetrouw gebeurt dat met een sleepstart. De skûtsjes hangen aan een touw achter de sleepboot, die ze tegen de wind in het wedstrijdwater op trekt. Bij het startschot gaan de trossen los en de zeilen omhoog. In elf wedstrijden in verschillende watersportdorpen wordt beslist wie zich de beste van 2019 mag noemen.
SENSATIE
Lukt het Douwe Azn. Visser van Grou, voor de derde opeenvolgende keer kampioen te worden? Of wordt het nu toch Sytze Brouwer, in de beide voorgaande edities tweede? En wat kan Willem Zwaga met het Ljouwerter skûtsje? Hij pakte in 2018 zijn eerste dagzeges en eindigde dicht bij het podium. Ook Albert Visser van Lemmer zou maar wat graag de prijs mee naar huis nemen. Vorig jaar was de finale sensationeel. Tijdens de finale in Sneek moest er minstens één skûtsje tussen Grou en Heerenveen finishen om ‘It Doarp Grou’ kampioen te maken. Zo niet, dan zou de ‘Gerben van Manen’ er met de hoogste eer vandoor gaan. De strijd werd pas in de laatste meters beslist, toen Douwe Visser de Heerenveensters tot een lange slag over stuurboord dwong, waarbij Jeroen Pietersma met de Drachtster ‘Twee Gebroeders’ achter Grou, maar nog voor Sytze Brouwer over de finish kwam. Een tactische meesterzet die zijn weerga niet kent. In het heetst van deze titanenstrijd vergat iedereen de
De finale van de SKS 2018: Grou wordt tweede en kampioen, maar prachtig is de dagzege voor Klaas Westerdijk met ‘d’ Halve Maen’. Die wordt jammer genoeg door veel mensen over het hoofd gezien.
jonge Klaas Westerdijk, die met ‘d’ Halve Maen’ de dagzege pakte. Een geweldige en ook wel bijzondere prestatie, want zo vaak wint It M oantsje niet.
IFKS
In de koningsklasse van de IFKS zijn Ton Brundel, Sikke Heerschop, Jeroen de Vos en Merijn Olsthoorn de voornaamste titelkandidaten. Tenminste, zo lijkt het met het oog op het voorseizoen. Maar wat doen de drie jonge honden die vorig jaar promoveerden? Wietse Heerschop proefde al eens aan het hoogste niveau en hij zal zijn vader Sikke graag naar de kroon willen steken. Arjen de Jong (22) met de ‘Grytsje Obes’ en Gerrit Huisman (20) met de ‘Ut ’e Striid’ debuteren in de A-klasse. Zij zullen een hoop moeten leren tussen de doorgewinterde toppers en vermoedelijk vooral voor lijfsbehoud zeilen. Daaronder is de strijd niet minder aantrekkelijk. De C-klasse, de laagste divisie, bevat dit jaar een aantal snelle skûtsjes die voorheen in de A-klasse zeilden, maar nu met een nieuwe schipper weer onderaan moeten beginnen. Harmen Brouwer met de ‘Drie Gebroeders’ en Henk Regts, met de ‘Grutte Pier’ lijken op voorhand favoriet, maar vlak ook Steven Zijsling niet uit, die de ‘Striidber’ overnam van zijn omke Siebo. In de B-klasse doen dit jaar maar liefst acht schepen mee die vorig jaar nog in de C-klasse zeilden. Op voorhand worden Pieter-Jilles Tjoelker met
De 20-jarige Gerrit Huisman uit Herbayum debuteert in de A-klasse met de ‘Ut ’e Striid’, het skûtsje waarmee ook zijn vader als jonge schipper al succesvol was.
de ‘Sterke Jerke’ de meeste kansen toegedicht, maar Sietse Broersma uit Heeg zal zich niet zomaar weg laten zetten en ook Sijmen Kalsbeek met de ‘Raerder Roek aast op promotie. We kijken ook verwachtingsvol uit naar de strijd in de a-klein. Deze skûtsjes met een lengte van maximaal 17,10m leveren altijd een spannende strijd, waarbij veel kanshebbers zijn. Dit jaar hebben zich bovendien een drietal nieuwe skûtsjes aangemeld, die alle drie goed mee kunnen doen. De ‘Vriendschap’ van Sander Meeter wordt op voorhand al bij de titelkandidaten genoteerd, terwijl Johannes de Vries met de ingekorte ‘Friesland’ als een dark horse op het vinkentouw zit. De ‘Lutgerdina Smeltekop’ is terug van weggeweest en flink opgekalefaterd. De ervaren schipper Bernd de Cneudt maakt zich voor 2019 nog niet al te veel illusies, maar waarschuwt vast voor 2020: ‘De Lut’ komt eraan.
Fryslân Markant 2019-2
37
SKÛTSJEBEHANG Een mooie skûtsjefoto is een blikvanger in elk interieur. Als behang in de hal thuis of een opvallende vierluik op kantoor. De skûtsjefoto kan op allerlei materialen en in alle formaten afgedrukt worden. Kies bijvoorbeeld voor de klassieke uitstraling van canvas of de moderne strakke look van een foto op aluminium (dibond). Of tover een saaie muur om in een waar kunstwerk met fotobehang. Ga naar www.thomasvaer.frl en klik op ‘Afdruk bestellen’ voor de prijzen en mogelijkheden.
Voor meer informatie:
(06) 284 78 335 | tom@thomasvaer.frl www.thomasvaer.frl
Vaar op zeker U kunt pas écht zorgeloos van uw schip genieten als u daarvoor een goede verzekering heeft. Door onze
zeer ruime ervaring in het verzekeren van pleziervaar-
tuigen zijn wij specialisten op dit vakgebied. Wilt u een
passende offerte? Bel ons, of bezoek onze website www.kuiperverzekeringen.nl
38
www.uitgeverijpenn.nl
Postbus 116
8440 AC Heerenveen
Tel. (0513) 61 44 44 Fax (0513 ) 62 37 42
www.kuiperverzekeringen.nl
JOUSTER SKÛTSJE DOET MEE DE MOOISTE, HOOG EN SNEL Met Rinus de Jong uit Sint Nicolaasga als schipper en een actief bestuur is het Jouster skûtsje er in 2019 weer helemaal bij. Iemand durft zelfs al weer te denken aan een reprise van 2016, toen Joure vlak voor Langweer kampioen werd. In het afgelopen seizoen hielden schipper Rinus de Jong en zijn mannen hun kruit droog. Ze werden in 2018 elfde in het eindklassement, een voor Jouster begrippen erg matige klassering. Immers, de tijd van ‘De Vlecke’ ligt al lang achter ons en Anne Tjerkstra wist met de Buitenstvallaatster ‘Oeral Thús’ [L 1634 N] al een paar keer het podium te bereiken. De nieuwe schipper, opvolger van de teleurgesteld vertrokken Dirk-Jan Reijenga, wist vorig jaar vooraf al dat hij geen rare fratsen moest uithalen. De diskwalificatie van 2017, toen Reijenga het nieuwe beslag aan de mast ondanks niet wilde aanpassen, lag nog te vers in het geheugen. En het nieuwe bestuur wil vooruit kijken.
De ‘Oeral Thús’ steekt letterlijk boven veel concurrenten uit met een groot deel van de tuigage.
Dit jaar is de crew van de ‘Oeral Thús’ voorzichtig begonnen bij Lemmer Ahoy. Er is met de Kommisje Amels van de SKS een goed werkbaar akkoord bereikt over de ophanging van de tuigage aan de mast. Dat was het pijnpunt van 2017, het jaar waarin na grote investeringen in mast en tuigage de titel geprolongeerd had moeten worden.
HET MOOISTE SKÛTSJE
De ‘Oeral Thús’ is als een boeier, zo compact. Het is over de stevens geen twintig meter lang, maar wel 3,95m breed. Daarom mag het ook meer tuig voeren dan de meeste andere – als het maar tussen giek en gaffel past. Een heel gepuzzel, vanuit de gedachte dat de schepen zowel een authentiek profiel moeten hebben én aan eisen van een zekere gelijkwaardigheid moeten voldoen. Dat laatste wordt dit jaar wat aangescherpt in een voorlopig laatste aanpassing van de zeilformule 2016. Je zou bijna vergeten dat Jan Oebeles van der Werff in 1923 een magische prestatie leverde met de bouw van dit skûtsje. Het was een jaar waarin een nieuw Binnen Aanvarings Reglement gold, waarin geen rekening meer was gehouden met de professionele zeilvaart. Daarom werd voorgeschreven dat schepen de stuurboordswal moesten houden. Voor gemotoriseerde vaartuigen is dit doorgaans geen probleem. Maar zeilers kunnen daar onmogelijk aan voldoen als ze moeten laveren. Om onderwaterslijtage aan de stuurboordskant te verminderen construeerde Jan Oebeles een skûtsje met een a-symmetrisch vlak. Het was aan stuurboord hoger dan aan bakboord. De mast stond oorspronkelijk ook niet in het ‘hart’, maar een beetje aan de bakboordskant. De roefingang daarentegen was aan de stuurboordzijde – zoals bij veel meer skûtsjes, want dan had je bij het in- en uitgaan minder last van de giek. Dit alles is verleden tijd, zeker nadat Joure na de titelstrijd van 2002 uit de uitslag is genomen omdat het vlak door Peter Syperda wat naar buiten was gedrukt.
Rinus de Jong is in ieder geval veelbelovend gestart dit seizoen, met een derde plaats bij de sprintwedstrijden en een vijfde bij de Waterpoortrace.
HOOG EN SNEL
Het Jouster skûtsje is en blijft prachtig gevormd. Het steekt nog altijd boven veel concurrenten uit met een groot deel van de tuigage. Dat is voordelig tussen de boskjeboel, waar velen last hebben van de luwte achter het struweel. Vanwege de maatvoering (19,30m overdeks) zou het skûtsje nog een kleine twintig centimeter langer mogen zijn. Wie weet wat er dan weer mogelijk is. Maar voor een kostbare en ingrijpende verlenging is bij een vorige investering niet gekozen. Misschien dat het er nog eens van komt. Daarom blijft het voor alle partijen spannend hoe Rinus en zijn mannen zich dit jaar manifesteren. Dat het beter wordt dan in 2018, mogen we aannemen. Maar een tweede, of eigenlijk derde, titel is wel erg hoog gegrepen. Het wordt dus spannend voor de bijna honderdjarige.
Stukadoorsbedrijf De Vries Ambachtswei 9 8501 XA Joure 0513 410 628 info@tdevriesstuc.nl www.tdevriesstuc.nl Atsma Schoonmaakbedrijf Haskerveldweg 3 8501 ZE Joure 0513 - 41 38 27 info@atsmaschoon.nl www.atsmaschoon.nl
Fryslân Markant 2019-2
39
Sanco Processing BV Evaporators & Dryers
Waardwei 9 | 8754 HB Makkum Tel: 0515 - 23 11 77 www.sancoprocessing.nl
40
www.uitgeverijpenn.nl
Deelnemers SKS Eildert Sietez
Akkrum
Pieter Ezn. Meeter
Twee Gebroeders
Drachten
Jeroen Pietersma
D’ Halve Maen
Drachten
Klaas Westerdijk
Twee Gebroeders
Earnewâld
Gerhard Pietersma
It Doarp Grou
Grou
Douwe Azn. Visser
Gerben van Manen
Heerenveen
Sytze Brouwer
It Doarp Huzum
Huzum
Johannes Hzn. Meeter
Oeral Thús
Joure
Rinus de Jong
Twee Gebroeders
Langweer
Jaap Lzn. Zwaga
Rienk Ulbesz
Leeuwarden
Willem Uzn. Zwaga
It Lemster Skûtsje
Lemmer
Albert Jzn. Visser
De Sneker Pan
Sneek
Jappie Dzn. Visser
Súdwesthoek
Stavoren
Auke de Groot
Klaas van der Meulen
Woudsend
Teake Klaas Van der Meulen
Wedstrijdschema SKS 2019 Zaterdag 27 juli Maandag 29 juli Dinsdag 30 juli Woensdag 31 juli Donderdag 1 augustus Vrijdag 2 augustus Zaterdag 3 augustus Maandag 5 augustus Woensdag 7 augustus Donderdag 8 augustus Vrijdag 9 augustus
Grou De Veenhoop Earnewâld Terherne Langweer Elahuizen Stavoren Woudsend Lemmer Lemmer Sneek
Wedstrijden in het naseizoen 6 september 14 september 5 en 6 oktober
Frisobokaal Amateursilen Friese Hoek Race
Snitser Mar Snitser Mar Lemmer
Dagprogramma SKS 11:00 Rûtebesprek Uitleg van de route aan de schippers. Laatste weerinfo door Piet Paulusma. Bijzonderheden van de organisatie. 13:00 Skûtsjes komen het water op en verkennen de route 14:00 10-minutensein 14:10 Start 16:00 Finish ergens tussen 15.45 en 16.15 tenzij er een valse start is geweest of de wedstrijd voortijdig wordt afgebroken. Eventueel worden daarna de protesten behandeld, waarna de uitslag wordt bepaald en de prijsuitreiking plaatsvindt. Fryslân Markant 2019-2
41
Deelnemers IFKS A-klasse
Ale De Goede Verwachting De Zes Gebroeders Eelkje II Emanuel Grytsje Obes It Doarp Eastermar Jonge Jasper Lonneke Lytse Lies Ut en Thûs Ut ‘e Striid Waaksdom Woeste Ånne Wylde Wytse ‘t Swarte Wief
B-klasse
Dageraad De Brijbek De Drie Haringen De Eenvoud Freonskip Galamadammen Jonge Rein Ora et Labora Raerder Roek Redbad Singelier Sterke Jerke Twee Gebroeders Verwisseling Westenwind
C-klasse
de Harmonie De Tajefte de Verandering Drie Gebroeders Ebenhaëzer Gerrit de Vries Gerrit Ynze Goede Verwachting Grutte Pier Hoop op Zegen Lege Wâlden Lytse Griene Sinnekening Striidber Wâldwiif ZH Zeldenrust 42
www.uitgeverijpenn.nl
Heeg Sloten Makkum Heeg Lemmer Koudum Eastermar Franeker Stavoren Gaastmeer Sneek Franeker Joure Dubai (VAE) Rotterdam de Tynje
Ron Syperda Walter de Vries Klaas Kuperus Jeroen de Vos Merijn Olsthoorn Arjen de Jong Geale Tadema Froukje Osinga Jilles Bandstra Tony Brundel Floriaan Zwart Gerrit Huisman Ulbe Zwaga Wytse Heerschop Sikke Heerschop Jaap Hofstee
Gaastmeer Workum Enkhuizen Harlingen Blauhús Galamadammen Wytgaard Heeg Raerd Workum Stavoren Earnewâld Top en Twel Yndyk Heeg
Rein Wiebe Leenstra Jeroen Sijtsma Thomas de Boer Remy de Boer Hartman Witteveen Simon van der Lingen Erik Jonker Sietse Broersma Sijmen Kalsbeek Wietse Bandstra Koos Lamme Pieter-Jilles Tjoelker Jan Overwijk Bas Krom Daan van der Meer
Bolsward Hindeloopen Boornbergum Gorredijk Dokkum Sneek Galamadammen Lemmer Nij Beets Oudeschoot Terherne Himpens Leeuwarden Ijlst Kootstertille Heeg
Floris Bottema Cees Riezebos Jelle Bekkema Harmen Brouwer Kees van der Kooij Gerrit de Vries Alisa Stekelenburg Bouke van der Vaart Henk Regts Mark de Koe Paul Wassink Jitske Visser Jan van der Veen Steven Zijsling Tim Roosgeurius Marcel de Jong
a-klein
Avontuur De Reuzen Doeke van Martena Eemlander Friesland Hoop Doet Leven Hoop Op Zegen It Abbegeaster Skûtsje Lutgerdina Smeltekop Lytse Earnewâldster Lytse Famke Nooit Volmaakt Stad Harlingen Swanneblom Tiid sil’t leare Twa Famkes Vriendschap Welvaart
Heeg Akkrum Drachten Eemnes Sneek Leeuwarden Leeuwarden Abbega Eemnes Earnewâld Lemmer Lemmer Harlingen Earnewâld Amsterdam Drachten Akkrum Elahuizen
Age Bandstra Andries Brouwer Hans Brakkee Harm van der Weiden Johannes de Vries Koos van Drunen Chris van den Berg Henk Frankena Bernd de Cneudt Geale Postma Herke Boskma Jochem van der Vaart Sikke Tichelaar Brandt de Vries Martijn Kleintjens Pieter Jansma Sander Meeter Tsjibbe van der Veer
Wedstrijdschema IFKS 2019 Zaterdag 10 augustus Hindeloopen Zondag 11 augustus Stavoren Maandag 12 augustus Heeg Dinsdag 13 augustus Sloten Woensdag 14 augustus Rustdag of inhaalwedstrijd(en) bij Echtenerbrug Donderdag 15 augustus Echtenerbrug Vrijdag 16 augustus Lemmer Zaterdag 17 augustus Lemmer (finale)
Wedstrijden in het naseizoen 5 en 6 oktober 12 en 13 oktober 19 tm 21 oktober
Friese Hoekrace Slotwedstrijd Roekoepôle race
Lemmer Heeg Sneek
Dagprogramma IFKS 08:00 Palaver
De wedstrijdroute wordt besproken. De weerberichten voor de komende uren worden meegedeeld.
09:15 11:00 12:45 14:30
Start C-klasse Start B-klasse Start a-klein Start A-Groot
Waarschuwingssein vijf minuten voor aanvang van de wedstrijd. Iedere wedstrijd waarvoor het waarschuwingssein om 18.00 uur niet is gegeven, zal die dag niet meer worden verzeild. Op de laatste dag zal na 16.00 geen waarschuwingssein worden gegeven. Na afloop van de wedstrijden worden eventuele protesten behandeld. ’s Avonds is de prijsuitreiking met feest na afloop.
Fryslân Markant 2019-2
43
WIEBE KRIST VERSUS PITER WILKENS Piter Wilkens (26-8-1959) begon zijn carriere bij de punkrockachtige band Okke Hel. In 1986 ging hij solo en hij is inmiddels een geliefd en gelauwerd troubadour en singersongwriter die niet meer weg te denken is uit de Friese muziekwereld. Hij komt vandaag (23 mei) de Frysk FM studio binnen met zijn gitaar want je weet maar nooit waar dat goed voor is. Is de Fryske troedeboer nou echt zo gek op ‘bearenburch’, zoals het tweede gedraaide nummer suggereert? Hij spuugt er niet in en heeft zelfs een eigen merk, is het antwoord: ‘De Liter fan Piter’, uit de ketels van Weduwe Joustra. De welbekende paplepel is ook op Wilkens van toepassing want zijn moeder Ymkje Bij de Leij kon aardig zingen, werd vroeger zelfs de Rita Reys van Fryslân genoemd en vader zat in de blaasmuziek. Een uitgebreide uitleg over de punkrockformatie Okke Hel volgt omdat daar weinig van op internet te vinden is. Hij begon in 1979 als bassist bij deze band. ‘Moai sa litte’, zegt Piter met een lach. In 1987 was er een reünie en afscheidsconcert op Aaipop. Het Cornelis Vreeswijk verhaal passeert de revue. Met het theaterprogramma ‘De Fleanende Hollander’ trok hij ook buiten Fryslân veel aandacht en de cd ‘It Fûgeltsje yn myn gitaar’ die hij daarbij uitbracht stond zelfs elf weken in de Album Top Honderd. Met een hommage aan Elvis Presley stond hij twee keer in een uitverkochte Harmonie en de productie ‘Skjin Skip’ (2014) speelde hij op een vrachtschip. Verder kennen we natuurlijk het Frysk Sjongersgala en het variétéprogramma Fljimsk, met zangeres Griet Wiersma en goochelaar Minze Dijksma.
44
www.uitgeverijpenn.nl
De nieuwste single, die hij samen met Griet Wiersma maakte, gaat over kaatsen. Hij zingt live op zender de akoestische versie. Over het enigszins ondeugende nummer ‘Knoopkes’ zegt Piter dit een onschuldig liedje te vinden. In educatieve optredens voor basisscholen brengt hij het net zo vrolijk. 2019 wordt een bijzonder jaar voor Piter want hij speelt mee in het iepenloftspul ‘ It Kollumer Oproer’. Hij vindt zichzelf geen acteur, maar vindt het wel erg bij-
zonder dat hij mee mag doen. Het nieuwste item gaat over zijn ‘eigen’ Beerenburg. De beste chirurg bij een pijntje en griepje, vindt hij. Na uitleg van de ‘Kykjeflap’, Piter speelt graag met taal en bedacht dat flappen ook vangen is en een foto een kiekje, spreken we af dat er in samenwerking met Frysk FM volgend jaar de ’Dag van de Fryske troubadour’ uitgeroepen wordt. Waar zo’n radioprogramma al niet toe kan leiden.
BOEKSIMMERBOEK FREGET OM FERFOLCH
Tekst Martsje de Jong, foto’s Harry van der Linde
De ferhalewedstryd dy’t Boeken fan Fryslân by de gelegenheid fan dit feest útskreaun waard is wûn troch Rienk Vlieger fan Eastermar. It tema fan de wedstryd wie Sinnekear en it ferhaal mocht op syn meast 600 wurden ha. De sjuery wie unanym yn har kar. ‘It ferhaal Nachtljocht is mei soarch skreaun, kloppet fan begjin oan ein en hâldt de lêzer en harker beet’. De folslein ferraste Vlieger krige út namme fan Boeken fan Fryslân in boekepakket, mei dêryn de fiif nominearre boeken fan de Gysbert Japicxpriis fan dit jier en de winner fan de D.A. Tammingapriis foar it bêste Frysktalige proazadebút fan de ôfrûne twa jier, dy’t earder dy deis útrikt wie yn Ljouwert. Ek mocht er syn ferhaal foardrage. Dat die er mei oerjefte yn it folle Marktzicht en hy die yn syn foardracht net ûnder foar de grutte kanonnen fan de Fryske literatuer dy’t dêr dy jûns ek in spesjaal foar de gelegenheid skreaun ferhaal hearre lieten.
FIIF SKRIUWERS
Geart Nauta, koartby debutearre mei syn ferhalebondel ‘In soarte fan bûgjen’, iepene de jûn, folge troch Elske Schotanus. Sy is mei har lêste roman ‘Wurk’ nominearre foar de Gysbert Japicxpriis
Winner Rienk Vlieger kriget út namme fan Boeken fan Fryslân in boekepakket útrikt troch Hilda Talsma.
fan dit jier, dy’t op 16 novimber útrikt wurdt. Nyck de Vries, oarspronklik fan Noardburgum, mar tsjintwurdich fan Amsterdam makke it earste trio skriuwers kompleet. Ek hy is dit jier, mei syn autobiografyske roman Renger, nominearre foar de Gysbert Japicxpriis. De twadde set ferhalen sette útein mei in bydrage fan Ferdinand de Jong, earder wenjend yn Boarnburgum. De Jong is ek bekend as kollumnist fan Omrop Fryslân en krige foar syn twadde roman, ‘It dak fan ’e wrâld’ yn 2012 de Rink van der Veldepriis. De jûn waard ôfsluten troch de thrillerskriuwster Anita Terpstra út Ljouwert. By neifraach die bliken dat mar in hantsjefol minsken ea fan har heard hienen. Ferwûnderlik, want dizze skriuwster hat al sân, Nederlânsktalige, misdiedromans skreaun. Se krige nominaasjes foar de Schaduwprijs en de CrimeZone
Kafee ‘Marktzicht’ siet mear as fol mei minsken dy’t mei nocht harken nei de ferhalen.
Thrilleraward. Ek waarden har boeken oerset yn it Frânsk en it Dútsk.
SÚKSES
Under it publyk wienen bygelyks ek skriuwer Hylke Speerstra en Dichter fan Fryslân Eeltsje Hettinga. Se wienen, lykas it publyk, tige te sprekken oer dit nije feest, dat skriuwers en lêzers by elkoar bringe moast. ‘Meastentiids wurde dichters frege om foar te dragen, mar de organisaasje hat hjir yn Drachten sjen litten dat in konsept mei koarte ferhalen fan proazaskriuwers ek geweldich útpakt. Dit fertsjinnet beslist in ferfolch.’ Die miening wurdt dield troch Ernst Bruinsma fan Boeken fan Fryslân, dy’t al oanstjoert op in winteredysje om de 21e desimber hinne. Organisatoaren Hilda Talsma en Martsje de Jong ha tasein hjirmei oan de slach te gean.
Thrillerskriuwster Anita Terpstra út Ljouwert fertelde in tagelyk spannend en hilarysk ferhaal.
Fryslân Markant 2019-2
45
BOEKENNIJS PRIZEN EN NIJE PUBLIKAASJES Yn de oanrin nei de simmer sjogge ferskate nije boeken it ljocht. Hielendal nij wurk, mar ek nije útjeften fan âlde gloarje. Kreas op tiid om noch mei yn de fakânsjekoffer. FIIF NOMINEARREN FOAR DE GYSBERT Fiif Fryske skriuwers binne nomineare foar de Gysbert Japicxpriis, de wichtichste literêre priis fan Fryslân. Dit jier wurdt de priis útrikt foar de kategory proaza. De nominearre skriuwers binne Hein Jaap Hilarides, Aggie van der Meer, Elske Schotanus, Nyk de Vries en Ale S. van Zandbergen. De winner krijt 10.000 euro en in oarkonde. De Gysbert Japicxpriis wurdt op 16 novimber útrikt yn Boalsert. Hein Jaap Hilarides is nominearre foar syn roman De trekker fan Troje, Aggie van der Meer foar De Achttjin, Elske Schotanus foar Wurk, Nyk de Vries foar Renger en Ale S. van Zandbergen foar Famke famke. De nominearren binne troch in sjuery selektearre út 70 Fryske boeken út de perioade 2015- 2018. De Gysbert Japicxpriis wurdt om de twa jier útrikt, de iene kear foar proaza, de oare kear foar poëzij. Yn 2017 gong de priis nei dichter Eppie Dam, foar syn bondel Fallend Ljocht.
46
www.uitgeverijpenn.nl
D.A. TAMMINGAPRIIS FOAR BAUKJE ZIJLSTRA Baukje Zijlstra (1967) fan Frjentsjer hat de D. A. Tammingapriis foar har romandebút De koma-korrektor krigen. De priis, in jildbedrach fan 3000 euro en in oarkonde, is har op 21 juny útrikt yn Tresoar. It is de twadde kear dat de Tammingapriis foar in proazadebút takend is. Yn 2014 wûn Ale S. van Zandbergen de priis foar de roman Littenser Merke, dêr’t hy dat jier ek de Rink van der Veldepriis foar krige. De sjuery keas De koma-korrektor út tsien proazadebuten dy’t tusken 2014 en 2019 ferskynd binne. Yn de roman komme neffens de sjuery ferskate ferhaallinen nei foaren. ‘Al dy ferhaallinen bringt de skriuwster by elkoar op in wize dy’t de lêzer fan it begjin ôf oan meinimt. (..) It is knap hoe’t se it gauris swiere ûnderwerp fan in Yndië-ferline tagonklik makket foar de lêzer.’
LIDA DYKSTRA BERNEBOEKEAMBASSADEUR Skriuwster Lida Dykstra fan De Knipe is op it WOW Meartalich Kongres by Cedin yn Drachten beneamd ta Berneboekeambassadeur (BBA) fan de Fryske Jeugdliteratuer, in funksje dy’t yn oare lannen al hiel gewoan is, mar der hjir earder noch net wie. Fan jannewaris 2020 ôf sil Dykstra twa jier lang de promoasje fan Fryske berneboeken en de Fryske taal in gesicht jaan. Yn har nije funksje is de skriuwster fraachbaak foar bern, âlders, learkrêften en oare ynteressearren yn Fryske berneliteratuer en taal, en wol se in brêge slaan tusken lêzers en brûkers fan de Fryske taal en organisaasjes. Ynstellingen kinne fergees in berop dwaan op de BBA. Har aktiviteiten wurde stipe troch Boeken fan Fryslân. De BBA sil digitaal te folgjen wêze fia in eigen website en social media. De bekendmakking waard dien by de presintaasje fan it jubileumboek ‘It Spûksip’ mei de 25 moaiste ferhalen fan Lida Dykstra, dat ferskynd is by de gelegenheid fan har 25-jierrich jubileum as berneboekeskriuwster. Foto: Barbara van Rijn Bluet
NIJE PROAZABONDEL FAN MEINDERT BYLSMA Koartswyl, satire, grutte gedachten, lytse gedachten, de balpinne set Meindert Bylsma oan ta skriuwen. En dan kinne jo alles ferwachtsje. Fan mearkes oant gedichten fan neat. In bysûndere samling fan in orizjinele geast, dy’t al ferskate opfallende spoaren neilitten hat yn de Fryske literatuer. De bondel ‘In balpinne tsjin ’e râne fan it trottwaar’ is ferskynd by útjouwerij Elikser, dêr’t earder ûnder mear ek syn speurdersromans ‘Alle gearre Snie’ en ‘Moard yn ’e hite hei’ ferskynden.
EINDELIK: DE NIJSTE VAN DER PLOEG ‘Wek yn ’e rivier’, sa hjit de nijste roman fan Feanwâldster skriuwer Durk van der Ploeg. De fans fan Van der Ploeg, dy’t yntiids 89 jier is, ha trije jier wachtsje moatten op dit nije boek, dat yn juny útkaam by útjouwerij Het Nieuwe Kanaal yn Ljouwert. It is in oangripende roman oer it libben fan Ake Dongera. Hy kin tige leare en studearret op oanstean fan syn heit teology. Yn ’e oarloch wurdt de húshâlding yn it fersetswurk behelle. As troch ferrie de pleats oerfallen wurdt en de manlju foar ferhoar meinommen wurde, feroaret wrâld en wrâldbyld fan Ake. It ferhaal fan in húshâlding dy’t troch de oarloch útinoar skuord wurdt. Ferteld troch de broer dy’t in libben lang yn it skaad fan Ake libbe,mar de kop derfoar hâldt. Durk van der Ploeg debutearre as romanskriuwer yn 1968. Hy skreau tsientallen romans, ferhalen, gedichten en essay’s. Dêrfoar waard him yn 2011 de Gysbert Japicxpriis takend. Fan him ferskynden ûnder oare de folgjende romans: De Jacht, Foarby it Boarkumer fjoer, It Himelsk Oerwurk, De kjeld fan it Noarden, De Belvedêre en Oer Atlantyske Djipten.
DOARP OAN SEE AS GRAPHIC NOVEL By útjouwerij Bornmeer is ‘Doarp oan see’, de klassiker fan Hein F. Faber, ferbylde troch Frâns Faber, ferskynd. Foar it earst is hjirmei in oarspronklik Frysktalige roman bewurke ta in unike graphic novel. Dizze nije edysje fan Doarp oan see is basearre op de roman fan Hein F. Faber dy’t yn 1960 foar it earst fer skynde. Mei trochdat Hein Faber sa’n byldzjend skriuwer wie kaam syn omkesizzer Frâns Faber op it idee om in byldferhaal te meitsjen fan Doarp oan see. De krêftige tekeningen fan Frâns Faber bringe it deistich libben yn Makkum en syn soms nuveraardige ynwenners, yn de tiid foar’t de Sudersee de Iselmar waard, ta libben. Foar dizze nije útjefte is de tekst justjes bewurke en omstavere yn hjoeddeisk Frysk troch Martsje de Jong. Frâns Faber is in omkesizzer fan Hein F. Faber. Hy groeide op yn Makkum en folge keunstûnderwiis oan de akademys Vredeman de Vries yn Ljouwert en Minerva yn Grins. Hy is benammen wurksum as grafikus. Fan 1987 oant 2009 tekene Frâns Faber de karikaturale âldjiers oersichten foar de Ljouwerter Krante.
AKKY VAN DER VEER FERSTOARN Snein 23 juny is skriuwster Akky van der Veer ferstoarn. Se waard ferneamd om har berneboeken, mar se skreau ek romans en foar toaniel. Se wûn yn har karriêre ferskate prizen foar har wurk. Sa krige Van der Veer de Simke Kloostermanpriis foar ‘Swart op Wyt’ (1985), twa kear in earfolle fermelding fan de Premio Europeo di letteratura Giovanille, in nominaasje foar in Gouden Griffel en in earfolle fermelding by de útrikking fan de ‘Gouden Zoen’. Akky van der Veer wie de fêste oersetter fan de Nijntje-boeken en sette ek in tal dielen fan de ‘Kameleon’ oer. In grut part fan de hjoeddeistige Fryske skriuwers ha de earste skreden op it literêre paad set oan har Akky van der Veer (rjochts) en frou D. Rienks-Walinga, dy’t hân. Akky van der Veer is de mem fan grutte betsjutting wie foar fan de dichters Elmar en it Fryske berneboek, mei de Remko Kuiper. Se is 75 jier boekekroade oan it suteljen. (foto: Henk Kuiper) wurden.
KOM EK SUTELJEN MEI JO FERIENING! 25% IS FOAR DE KLUB! sjoch: www.boekenfanfryslan.nl
Fryslân Markant 2019-2
47
rp
DE FRYS KE MARREN
samen werken en samen vooruit In de gemeente De Fryske Marren houden we er met elkaar de vaart in. Ondernemers hebben in deze mooie gemeente alle ruimte en helpen elkaar waar dat maar kan. Moet de koers verlegd worden? Dan doen we dat samen. Want door krachten te bundelen, komen we verder. Meer weten? www.defryskemarren.nl
www.defryskemarren.nl